IJ natiönIliTiilim Polei ovenMt ter weel. Zondag Ï5 September 1901. 45ste Jaargang No. 3662. ftnreau 8CHA(SI1!Ï, liaan, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. EERSTE BLAD. Bekendmakingen. Gemeente Schagen. Loting Nationale Militie. Uit en voor de Pers. Buiteolandsch Nieuws. Kantongerecht Schagen. Binnenlandseh Nieuws. SCHAKER Alp COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTËNT1EN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. MedewerkerJ. W ÏA'K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliiko nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaai uit (wee bladen. Kennisgeving. Burgemeester en Wetho aders der gemeente Schagen Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den lyden Augustus 1861 (Staatsblad No. 7'2)> voor de eerste maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1901 voor de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangen aan schrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, dato 3 September 1901,No. 8/2708 M.S zal plaats hebben op den 8 October 1901, des voor middags ten 9'/i ure, ten Raadhuize alhier, en worden zij, welke daaraan moetea deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 3i van gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens broederdiens t, of op grond van te zijn eenige wettige zoon, zal hij op Vrijdag den 11 October, des voormiddags ten 9 ure, in het Ge meentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de ver- eischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aan spraak maakt op vrijstelling wegens broederdiens t, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte- acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende broeders. Bij overlsgging van laatstgenoemde stukken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps, waarbij zijn broeders dienen of gediend hebben, worden aangevraagd de bewijzen van werkelijken dienst, of een uittreksel uit het Stamboek. Schagen, den 10 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P, BUIS Jz, l.B. De Secretari», DENIJS. .Kennisgeving-. oo— Burgemeester eo Wethouders der gem. SCHAGEN Brengen, ter* voldoening aan de derde alinea van Art. 26 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), ter ken nisse van de belanghebbenden, dat het overeenkomstig Art. 25 dier Wet afgesleten Inschrijvings-Register van 1901, voor de lichting 1902, met de daaruit opgemaakte alphabetische naamlijst, op heden ter Secretarie dezer Gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd, tot en met den 21 September, van des morgens 9 tot des middags 12, en van des namiddags 1 tot 4 ure. Schagen, den 13 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd P. BUIS Jz, l.B. De Secretaris, D EN IJS. Van het liberale Barbertje dat dood was. Men kent, zoo begint de Zutphensche Courant baar artikel onder bovenstaand op schrift, de geschiedenis van den man die Barbertje vermoord had, uit de introductie tot den Max Havelaar GerechtsdienaarHeer rechter, daar is de man, die Barbertje vermoord heeft. RechterDie man moet hangen. Hoe heelt hij dat aangelegd Gerechtsdienaar Hij heeft haar in kleine stukjes gesneden en ingezouten. Rechter. Daaraan heeft hij zeer verkeerd gedaan Hij moet haDgen. De man die Barbertje heet vermoord te hebben, bezweert zijn onschuld. Hij heeft Barbertje niet vermoord, heeft haar integen deel gevoed, gekleed en verzorgd. Hij kan getuigen bijbrengen, die verklaren zullen, dat hij een goed mensch is en geen moor denaar Alles tevergeefs. Toegegeven dat hij Barbertje niet vermoord heeft, dan heeft hij haar tenminste ingezouten, en maakt zich bovendien schuldig aan eigenwaan. Ten slotte verschijnt Barbertje zelf ten tooneeie Ik ben Barbertje. Rechter Hm Ja Zoo maar het inzouten BarbertjeNeen rechter. Hij heeft mij niet ingezoutenhij heeft mij integen deel veel goeds gedaan hij is een edel mensch. BeklaagdeGij hoort het, ze zegt dat ik een braaf mensch ben Rechter Hm het derde punt blijft dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer den man weg. Hij moet hangen. Hij is schuldig aan eigenwaan. hebbelijk met elkaar gekonkeld, en de goede liên kerkelijke knollen voor wereld- sche citroenen verkocht had, dan zou ik nog baas in mijn huis zijn. Het geeft geen zier. Barbertje is dood. En of ze al verwijtend uitroepttwee maandea geleden heb jelui me nog alle drie geroemd om mijn werkkracht enigver, niets baat. Barbertje is dood. En of ze al met de cijfers aantoont, dat haar partij het in getalsterkte van alle andere partijen wint, zoowel in het land als in de Kamer, het helpt haar allemaal geen zier. Barbertje i s dood. En gehangen behooren zij te worden die zeggen dat het niet zoo is, al was het dan alleen maar ter zake van verregaanden eigen waan. Want Barbertje i s dood. Zij zelf intusschen verheugt zich glim lachend inbaar onverwoestbare jeugd, ze heeft dat deuntje al zoo dikwijls gehoord, en wacht den tijd af tot men daarbinnen elkander in het haar vliegt, of geen kans meer ziet om den boel in orde te houden, en men haar opnieuw zal komen vragen och doode Barbertje, knap jij den rommel nog weer eens op Iets dergelijks gebeurt tegenwoordig met Barbertje de liberale partij. Alleen het proces duurt langer. In 1888, toen voor het eerst de verkie zingen onder het door de Grondwet van '87 uitgebreide kiesrecht plaats hadden, is dat al begonnen. Op een goeden dag kwam dr. Kuyper en na hem de a.-r. woordvoer ders tot de ontdekking, dat de liberalen, goed beschouwd, hun Barbertje hadden ver moord. De liberale partij was dood, morsdood. Alleen de kerkelijke partijen leefden. De radicalen van toen, met prof. Treub aan het hoofd, juichten meê in dat koor. Alleen de aanklacht ging hun te ver. De liberale partij was niet dood, maar o u d en versleten. Het doode Barbertje verscheen in het radicale dagblad de Am sterdammer en in het groene Weekblad opnieuw ten tooneeie, levend wel is waar, als een oude juffrouw Uitspraak van 12 September j.1. A. S., Anna Paulowna. Overtreding der jachtwet, 1 gld. of 1 dag, met verbeui'dver klaring van het geweer, resp. 5 gld. of 2 dagen. K. K., Heer Hugowaard. Hard rijden op een kermisdag in de kom van Schagen, 2 gld. of 2 dagen. T. M., Callantsoog. Paarden geleid over met gras begroeiden gemeentegrond te Cal lantsoog, 50 cent of 1 dag. A. S., zonder bekende woonplaats. Dron kenschap, 3 gld. of 3 dagen. J. M., Zijpe ('t Zand). Dronkenschap, 1 gld. of 1 dag. H. B., Anna Paulowna en P. S., Wierin- gerwaard. Zonder vergunning loopen langs den spoorweg, ieder 2 gld. of 2 dagen. D. V., Oudesluis. Loopen langs den spoor weg en visschen in verboden water, 3 gld.. en 1 gld., resp. 3 dagen, met verbeurdver klaring der fuiken. A. Z., Nieuwe Niedorp, en A. M., Oude Niedorp. Verstoren der orde in staat van dronkenschap, ieder 2 gld. of 2 dagen. T. S., Oude Niedorp. Dronkenschap, 2 gld. of 2 dagen. J. K., Hoogwoud. Baldadigheid jegens per sonen en goederen, 3 gld. of 3 dagen. C. W., Schagen. a. honden van een bierhuis zonder aangifte daarvan aan den burgemeester b. niet aanwezig zijn van een afdruk van hoofd stuks van het politie-reglement op een duidelijk leesbare plaats, 2 geldboeten van f 1, of 2 dagen. G. P. B., Anna Paulowna. Loopen langs ■den spoorweg zonder vergunning, 2 gld. of 2 dagen. J. B., idem, idem. G. v. H., zonder bekende woonplaats. Liedjes zingen langs de huizen in Scnagen, zonder vergunning van den burgemeester, 2 gld. of 2 dagen. D. K., Lutjewinkel. Rijden met honden •zonder muilkorf, 1 gld. of 1 dag. J. K., J. S. en P. W., Anna Paulowna. -Loopen langs den spoorweg zonder vergun- ■•"dgi 2 gld. of 2 dagen. Barbertje was dus niet dood, maar toch wel ingezouten. En wie beweerde dat ze nog jeugdig en krachtig was, verdiende den strop. Dit nam niet weg, dat na de periode van het „kostelijk kabinet", in 1891 de „oude juffrouw" met het ministerie-Tak weer verjongd ten tooneeie kwam, en men zeide Ze was toch niet dood. En verouderd is ze ook niet Maar desalniettemin draaiden dr. Kuyper en de zijnen bij de verkiezingen van 1894 weer het oude lijfstukje afBarbertje is dood. De verdeeldheid over de kieswet-Tak in 1894 intusschen had haar werkelijk wat vermoeid. Maar toen ze eenmaal weer op dreel was, moest iedereen getuigen ze is toch een kras wijfje Eu opnieuw kwam de stembus. En op nieuw klonk op het versleten draaiorgel van Calvijn het oude lied Barbertje is dood, morsdood. De stembus toonde dat zij niet dood was en bracht wederom een liberaal ministerie, ditmaal van meer democratische kleur, aan het bewind. Arm in arm met Pierson en Borgesius zag Barbertje er zoo knap en monter uit, als ze nog nooit had gedaan en iedereen, tot zelfs haar aan klagers toe, bewonderden de flinkheid waarmeê ze haar huishouden bestierde. Doch na 4 jaren was het ditmaal toch eeDS werkelijk vooreen poosje gedaan. Bar bertje moest er uit. En terwijl één pas toor en twee dominees haar woning in be zit namen, zette zij zich neer op de bank der toeschouwers, nieuwsgierig hoe het nu wel gaan zou. Maar nog op z'n best zit ze daar, of opnieuw rijst de oude kreet opBarbertje is dood En of Barbertje nu al zegt„Menschen je jokt, ik zit hier springlevend. En alleen doordat de 2 dominé's en de pastoor samen bjj m\j in huis zgn gedrongen, konden ze me er uitgooien," dat helpt niet. Barbertje is dood. En of ze nu al boos wordt, en veront. waardigd uitroeptAls jelui niet zoo on. De tijd, die zooveel wonden weet te heelen, die de grootste kloven tusschen landen en volken heeft gedicht, die meermalen het schijnbaar onmogelijke in zeer natuurlijke gebeurtenissen heeft omgetooverd, heeft ook de breuk hersteld, die sedert den 19den Juni 1867 tusschen Oostenrijk en Mexico bestond. Wat de oorzaak dezer jarenlange verwijdering was Evenals alle Midden- en Zuid-Amerikaansche Staten had ook Mexico zich aan de heerschappij van Spanje ontworsteld. Doch daarmee was voor de Republiek tevens een tijdperk van groote beroeringen aangebroken, die jarenlang het land in een poel van regeeringloosheid en ellende dompelden. Sedert zijne afscheuring van Spanje was het schoone en rijke land der Azteken, waar voor den inval van Eerdinand Cortez eens Montezuma den scepter voerde, drie honderd maal het tooneel eener verheffing van den een of anderen partijganger tot de hoogste waardigheid des lands, of van een oproer. Ten slotte poogden Engeland, Spanje en Frankrijk aan die aanhoudende anarchie een einde te maken. Dat gebeurde in de dagen,'toen Keizer Napo leon III van Frankrijk tot sussing van zijn onte vreden volk wat oorlogsroem noodig had. Hij wist wel, dat de wolken van ontevredenheid hij zijn wuft en ijdel volk, door den glans en gloed de overwinningszon zich in bewondering voor den neef van den Grooten Keizer zonden oplossen. Nadat Engeland en Spanje zich aan het avontuur hadden onttrokken, plaatsten de Pransche wapenen in October 1863 Maximi- liaan van Oostenrijk, broeder van den thans regeerenden keizer Frans Jozef, op den troon van Mexico. De Mexicanen waren evenwel met den hen opgedrongen keizer volstrekt niet tevreden. De verdreven president Juarez zette den strijd tegen den Oostenrijker voort, met het gevolg, dat Maximiliaan verslagen en gevangen werd genomen, en overeenkomstig een vonnis van den krijgsraad den 19n Juni 1867 werd doodgeschoten. Sedert dien dag ware alle betrekkingen tusschen Mexico en Oostenrijk afgebroken, tot voor eenige dagen de benoemde gezant van Mexico ter audiëntie bij Prans Jozef is toegelaten. Daarmee is dus de officiëele band tusschen genoemde landen opnieuw aangeknoopt. Engeland en Frankrijk hadden reeds voor 20 jaren de Mexicaansche Republiek erkend. De dagen van binnenlandsehe twisten en burgeroorlogen liggen reeds lang achter den rug der Mexicaansche Republiek. Sedert 1 December 1876, bij de verheffing van Porfirio Diaz tot president, is de staat lang zaam den weg van ontwikkeling en vooruit gang opgegaan, en thans, nog altijd onder het bestuur van Diaz, is de Republiek een toonbeeld van orde en vreedzaamheid. Het ware te wenschen, dat de ovei'ige vrij ge worden koloniën zich aan Mexico spiegelden. InCentraal-, noch in Zuid-Amerika valt echter in de eerste jaren nog aan flink geor dende toestanden te denken. Wanneer in de Zuid-Amerikaansche gemeenebesten de bur- gerstrijd wegens tijdelijke onmacht van een der partijen, een oogenblik sluimert, vliegen de on derling zeer naijverige staten elkander in het haar. Op dit oogenblik kan men weer het treurige schouwspel van een oorlog tusschen Venezuela en Columbia waarnemen. Het sclüjnt, dat Venezuela het tijdstip gunstig acht om zekere plannen uit te voeren. En dan spreekt men nog altijd van de stichting van een groot Columbia. Achter die stichting moet meer schuilen, dan men oppervlakkig wel zou vermoeden. Wanneer de wenschen van Venezuela wer kelijkheid worden, zal er een Statenbond tusschen Nicaragua, Columbia, Ecuador en Venezuela gevormd worden. Deze coalitie, of liever de vorming van dezen nieuwen en grooten staat, zou dan voornamelijk tegen de Ver- eenigde Staten gericht zijn. Nicaragua en Columbia zullen eenmaal door het Nicaragua- en Panama-kanaal,twee toekomst-verbindingen tusschen den Atlantischen Oceaan en de Groote Stille Zuidzee, een groot deel van het wereld verkeer tot zich trekken. Voor beide staten is een bloeitijdperk weggelegd, dat, zoowel staatkundig als economisch, van grooten invloed op het overige Amerika zal zijn. De Amerikaansche staatsheden voorzien de be- teekenis der kanaal-staten en daarom zouden ze zich o zoo graag tijdig in Centraal-Amerika nestelen. Men wacht slechts maar op een gunstige gelegenheid, om dit plan uit te voeren. Is de stok gevonden, dan zal het wel gaan, daar van de hondjes geen beten zijn te verwachten; daarvoor zijn ze elk op zich zelf te nietig en te zwak. Geheel anders wordt de zaak, wanneer een groote, vrij sterke staat zich tegen de Ame rikaansche bemoeizucht en inhaligheid gaat verzetten. Daarom voorspellen mannen van inzicht, dat de Unie de vorming van de groote Zuid-Amerikaansche republiek niet zal ge- doogen. Zoo ziet men, dat de politiek zoowel daar als hier geheel op een fundament van eigen belang rust. Eigenbelang is de moeder van alle politieke verwikkelingen 't is de kwade genius, die maar al te vaak dood en verderf onder haar gevolg telt. Oogensclüjnlijk tracht Frankrijk de belangen harer onderdanen tegen de snoode praktijken van den Sultan te behartigen. Nu echter een tipje van 't gordijn, waarachter het geschil wordt afgespeeld, is opgelicht, bemerken wij dat de geheele, kunstmatig opgeschroefde kwestie moet dienen om egoïstische politieke doeleinden te hereiken. In staatkundige krin gen weet men te vertellen, dat Frankrijk van Turkije als zoenoffer eenige eilanden op de kust van Syrië eischt. Op Syrië zijn de Franschen sedert eeuwen bijzonder gesteld geweest. Ze hebben het reeds zoover weten te brengen, dat de katholieken in dit Turk- sche gebied onder Fransche bescherming staan. Langzamerhand hebben de Franschen in Duitschland een geduchten mededinger gevon den, een mededinger zelfs, die zich al heel weinig om Frankrijk's rechten en aanspraken bekommert. Vaste voet in, of in de nabijheid van het gewilde land is dus zeer gewenscht, en gelukkig biedt zich thans de gelegenheid aan, „om in de lang gevoelde behoefte te voorzien".'t Zijn ook al egoïstische drijfveeren, die in Oostenrijk den politieken strijd tusschen Duitschers en Slaven onderhouden. De kaste der Edelen en Priesters heeft in Oostenrijk nog vele harer feodale rechten weten te behouden. Wel is het volk soms tegen die bevoorrechting in verzet gekomen, doch, trouw om de banier van eigenbelang ver- eenigd, hebben de verbondenen tot hedpn hunne gunstige positie weten te behouden. Nu de taalstrijd de Duitschers en Czechen van elkander heeft vervreemd, is de vernie tiging der standen-privilegiën voor onbepaal- den tijd uitgesteld. Opdat vooral tusschen de partijen geene toenadering kome is dezer dagen te Olmütz een Katholieken-dag gehouden, die door 3000 Slavisch-gezinde geestelijken en edelen werd bijgewoond. Wijl die bijeen komst voornamelijk tegen de Protestantsche Duitschers was gericht, hadden dezen op denzelfden dag en in dezelfde plaats eene protestmeeting georganiseerd, waarbij 5000 personen tegenwoordig waren. Van beide kanten heeft men elkaar eens flink „de waar heid" gezegd en daarmee de bestaande kloof weder met eenige meters verbreed. Uitslag der Veiling, gehouden Donderdag j.1. in „Veerburg" te ANNA PAU LOWNA, ten overstaan van Notaris Stammes te Den Helder: lo. de Boerenplaats „Rustenburg", met erf, weiland, bouwland met watermolen, aan de Zandvaart, groot 14.09.68 H.A.in huur bij den heer S. Bierstekergekocht door den heer C. den Engelse voor f5955. 2o. Perceel Bouwland, aan den Kleiweg, groot 2.50.60 H.A., in huur bij den heer O. J. de Mazuregekocht door den heer R. Haming, voor f1760.—. ANNA PAULOWNA, 13 Sept. 1901. In October zal het Harmoniecorps alhier weder een uitvoering geven en wel één keer voor kunstlievende leden en genoodigden, en een volgenden keer tegen entrée. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te WIERINGERWAARD, Ds. H. J. van Veen te Berlikum. (N.-Br.) De kermis te KOLHORN behoort alweer tot het verleden. Den eersten dag was het buitengewoon druk. De beide uit voeringen, zoowel van den heer Wijlacker, als van het Fanfarecorps „de Eendracht", hadden plaats voor een sterk bezette zaal, en vielen naar geifoegen uit. Als gewoonlijk werd de kermis besloten met een Kolf- en Biljartwedstrijd, waarvoor zich respectievelijk 16 en 9 deelnemers aangemeld hadden. De uitslag was als volgt KolvenPrijs H. Westerman 118. Ie Premie D. Kist 118. 2e Premie A. Schenk 116. Serieprijs KI. Breebaart 50. Biljarten (met dubbele loten) Prijs H. Moerbeek. Ie Premie id. 2e Premie A. Kist. De mazelen-epidemie te KOL HORN kan als geweken beschouwd wordeu. Na de kermisvacantie waren bijna alle scho lieren weder present. Voor niemand had de ziekte tot heden een ernstig verloop. Vergadering van den Raad der gemeente WIERINGEN, gehouden op Donderdag 12 Septbr., nam. 2 ure. Aanwezig de heeren H. A. J. v. d. Speek Obreen, P. J. Koorn, P. P. Tijsen, P. S. Kuut, J. Hermans, P. Luyt en V. Heijblok. Voorzitter de heer L. C. Kolff, Burgem. Na opening door den Voorz. worden door den Secretaris, den heer J. Bruul, de notulen der vorige vergadering gelezen en vervolgens door den Raad onveranderd goedgekeurd. 1. Voorz. deelt mede, dat door B. en W. het verzoekschrift der Centrale Commissie voor de afsluiting en drooglegging der Zui derzee, ten doel hebbende, om te onderzoeken in hoeverre de visschers schade zullen lijden bij die drooglegging, is behandeld. B. en W. stellen daaromtrent voor, om een subsidie van f 10.te verleenen tot ondersteuning van de door die commissie gemaakte onkosten. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. 2. Deelt Voorz. mede, dat met 1 Januari 1902 de vijfjaarlijksche termijn is verstreken,dat door de gemeente ontheffing is verkregen tot het geven van verplicht gymnastiek-onderwijs. Omreden voor dit doel geen voldoend lokaal en middelen aanwezig zijn, stelt Voorz. voor, B. en W. te machtigen, om aan Gedeputeerde Staten weder ontheffing van die verplichting aan te vragen, hetwelk de Raad goedvindt. 3. Aan de orde wordt gesteld een adres van onderwijzers en onderwijzeressen, waar in wordt verzocht de minima hunner salarissen te bepalen op f 600.—, met hoofdacte f 700.—, met verplichte hoofd- acte f 750.en voor hoofden van scholen f 800.B. en W. stellen voor deze cijfers te bepalen op f 550. f 650.f 700.— en f 750.met vier vijfjaarlijksche verhoogingen van i 50.—, met die bepaling evenwel, dat het hoofd der school te Hippolytushoef een minimum van •f 800.zal ontvangendan nog eene ver goeding voor huishuur a f 50.die even eens zal worden toegekend aan weduw naars boven 28 jaar. 4. Aan de afd. Wieringen van de N. H. Ver- eeniging „Het Witte Kruis" is het vorige jaar eene subsidie verleend voor het maken van een ijskelder, uit te keeren zoodra bleek, dat die ijskelder in goeden staat is opgeleverd. Genoemde kelder heeft echter tot nog toe niet voldaan en zal dientengevolge nu ver plaatst worden naar een ander terrein. B. en W. vragen nu, of de Raad genegen is boven bedoelde som thans uit te keeren. De Raad besluit echter te wachten tot de ijskelder aan de gestelde voorwaarden voldoet. 5. Wordt namens B. en W. ter tafel ge bracht de begrooting voor 't dienstjaar 1902, sluitende in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 17397.735. Artikelsgewijs wordt deze behandeld en zonder aanmerking voorloopig vastgesteld. Gedurende 14 dagen zal zij 'op de secretarie ter inzage worden gelegd. 6. Op voorstel van den Voorz. gaat de Raad in comité ter behandeling van twee snpple- toire kohieren voor den Hoofdelijken Omslag en Hondenbelasting. Na heropening worden deze vastgesteld tot een bedrag van f 44.16 en f 14.—. Verder niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorz. onder dankzegging de vergadering. - WIERINGEN. In de j.1. Dinsdagavond gehouden verga dering van ons plaatselijk Nut „Eensgezind heid" werden tot_bestuursleden herkozen de heeren P. Asjes Lz. als Vice-Voorz. en C. Rijkeboer Secr., en in de plaats van wijlen den heer Berkemeier als bestuurslid gekozen de heer A. C. Toet. Verder werd besloten om vier nutsavonden te houden, en wel in de maanden Oct., Dec., Jan. en Maart. Voor die avonden zullen verschillende sprekers gevraagd worden, de muziek-vereeniging „Harmonie" zal ook worden verzocht om een avondje met muziek op te luisteren, en ten slotte met medewerking van verschillende heeren en dames zal ook nog een tooneelstnkje worden opgevoerd. Uitslag veiling en toewijzing der boerenplaats met landerijen, bewoond en gebruikt door den heer D. Brom mer Jz., aan de Stroet, gem. St. Maarten, ge houden ten overstaan van Notaris Vrijburg te Zijpe, op 11 September 1901, bij den heer S. Brommer te DIRKSHORN. Huismans woning, met boet, erf en weiland, sectie A, nos. 559, 660, 442 en 433, groot 5.12.60 H.A., voor f 10421.—, aan den heer KI. Slot Jr., te St. Maarten. Bouwland, de oostelijke ongeveer 35.50 A., van Sectie B., no. 309, aan den heer C. Brom mer te Alkmaar, voor f 1050. Bouwland, de westelijke ongeveer 29.20 A., van sectie B. no. 309, aan den heer KI. Slot Jr., te St. Maarten, voor f 812.50. Bouw- en Weiland, sectie B., nos. 308, 310, 311 en 312, groot 5.73.20 H.A., aan de Ned. Horv. Gemeente te Oudkarspel voor f 13650.50. Bouwland, sectie B., nos. 634 en 316, groot 94.40 A., aan den heer P. Borst te Haring- carspel, voor f 1682. Bouwland, de Zuidelijke ongeveer 42.54 A., van sectie B., no. 827, benevens B., nos. 326 en 325, samen groot 1.10.70 H.A., aan den heer D. Brommor Jz., te St. Maarten, voor f 1765.60. Bouwland, de Noordelijke ongeveer 66.46 A., van sectie B., no. 327, aan den heer S. Bregman te Alkmaar voor f 980. De helft in liet rietland onder Warmen- huizen, sectie D., no. 281, geheel groot 46.50 A., aan den heer G. Schoorl te Eenigenburg voor f 139.-. tot voorzitter dei Benoemd -.„„oi uor Eerste Kamer voor het nieuwe zittingjaar mr. A. van Naamen van Eernne».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1