IJ
natiönIliTiilim
Polei ovenMt ter weel.
Zondag Ï5 September 1901.
45ste Jaargang No. 3662.
ftnreau 8CHA(SI1!Ï, liaan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
EERSTE BLAD.
Bekendmakingen.
Gemeente Schagen.
Loting Nationale Militie.
Uit en voor de Pers.
Buiteolandsch Nieuws.
Kantongerecht Schagen.
Binnenlandseh Nieuws.
SCHAKER
Alp
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTËNT1EN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
MedewerkerJ. W ÏA'K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliiko nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaai uit (wee bladen.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wetho aders der gemeente Schagen
Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte
van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van
den lyden Augustus 1861 (Staatsblad No. 7'2)> voor
de eerste maal ter kennisse van de belanghebbenden,
dat de loting van de in 1901 voor de Nationale Militie
ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangen aan
schrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris
dezer Provincie, dato 3 September 1901,No. 8/2708 M.S
zal plaats hebben op den 8 October 1901, des voor
middags ten 9'/i ure, ten Raadhuize alhier, en worden
zij, welke daaraan moetea deelnemen, gelast, om op
den bepaalden tijd aldaar tot dat einde aanwezig
te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun
vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 3i van gemelde
Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de
redenen van vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht
hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen
wegens broederdiens t, of op grond van te zijn
eenige wettige zoon, zal hij op Vrijdag den
11 October, des voormiddags ten 9 ure, in het Ge
meentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee
bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam
en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de ver-
eischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op
te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aan
spraak maakt op vrijstelling wegens broederdiens t,
zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-
acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in
leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of
paspoorten van gediend hebbende broeders.
Bij overlsgging van laatstgenoemde stukken zullen
door den Burgemeester bij den Kommandant van het
korps, waarbij zijn broeders dienen of gediend hebben,
worden aangevraagd de bewijzen van werkelijken
dienst, of een uittreksel uit het Stamboek.
Schagen, den 10 September 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P, BUIS Jz, l.B.
De Secretari»,
DENIJS.
.Kennisgeving-.
oo—
Burgemeester eo Wethouders der gem. SCHAGEN
Brengen, ter* voldoening aan de derde alinea van
Art. 26 der Wet op de Nationale Militie van den
19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), ter ken
nisse van de belanghebbenden, dat het overeenkomstig
Art. 25 dier Wet afgesleten Inschrijvings-Register
van 1901, voor de lichting 1902, met de daaruit
opgemaakte alphabetische naamlijst, op heden ter
Secretarie dezer Gemeente voor een ieder ter lezing
is nedergelegd, tot en met den 21 September, van des
morgens 9 tot des middags 12, en van des namiddags
1 tot 4 ure.
Schagen, den 13 September 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
P. BUIS Jz, l.B.
De Secretaris,
D EN IJS.
Van het liberale Barbertje
dat dood was.
Men kent, zoo begint de Zutphensche
Courant baar artikel onder bovenstaand op
schrift, de geschiedenis van den man die
Barbertje vermoord had, uit de introductie
tot den Max Havelaar
GerechtsdienaarHeer rechter, daar is
de man, die Barbertje vermoord heeft.
RechterDie man moet hangen. Hoe
heelt hij dat aangelegd
Gerechtsdienaar Hij heeft haar in kleine
stukjes gesneden en ingezouten.
Rechter. Daaraan heeft hij zeer verkeerd
gedaan Hij moet haDgen.
De man die Barbertje heet vermoord te
hebben, bezweert zijn onschuld. Hij heeft
Barbertje niet vermoord, heeft haar integen
deel gevoed, gekleed en verzorgd. Hij kan
getuigen bijbrengen, die verklaren zullen,
dat hij een goed mensch is en geen moor
denaar
Alles tevergeefs. Toegegeven dat hij
Barbertje niet vermoord heeft, dan heeft
hij haar tenminste ingezouten, en maakt
zich bovendien schuldig aan eigenwaan.
Ten slotte verschijnt Barbertje zelf ten
tooneeie Ik ben Barbertje.
Rechter Hm Ja Zoo maar
het inzouten
BarbertjeNeen rechter. Hij heeft mij
niet ingezoutenhij heeft mij integen
deel veel goeds gedaan hij is een edel
mensch.
BeklaagdeGij hoort het, ze zegt dat
ik een braaf mensch ben
Rechter Hm het derde punt blijft
dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer den man
weg. Hij moet hangen. Hij is schuldig aan
eigenwaan.
hebbelijk met elkaar gekonkeld, en de
goede liên kerkelijke knollen voor wereld-
sche citroenen verkocht had, dan zou ik
nog baas in mijn huis zijn.
Het geeft geen zier.
Barbertje is dood.
En of ze al verwijtend uitroepttwee
maandea geleden heb jelui me nog alle
drie geroemd om mijn werkkracht enigver,
niets baat.
Barbertje is dood.
En of ze al met de cijfers aantoont, dat
haar partij het in getalsterkte van alle
andere partijen wint, zoowel in het land
als in de Kamer, het helpt haar allemaal
geen zier.
Barbertje i s dood.
En gehangen behooren zij te worden die
zeggen dat het niet zoo is, al was het dan
alleen maar ter zake van verregaanden eigen
waan.
Want Barbertje i s dood.
Zij zelf intusschen verheugt zich glim
lachend inbaar onverwoestbare jeugd, ze
heeft dat deuntje al zoo dikwijls gehoord,
en wacht den tijd af tot men daarbinnen
elkander in het haar vliegt, of geen kans
meer ziet om den boel in orde te houden,
en men haar opnieuw zal komen vragen
och doode Barbertje, knap jij den rommel
nog weer eens op
Iets dergelijks gebeurt tegenwoordig met
Barbertje de liberale partij. Alleen het
proces duurt langer.
In 1888, toen voor het eerst de verkie
zingen onder het door de Grondwet van '87
uitgebreide kiesrecht plaats hadden, is dat
al begonnen. Op een goeden dag kwam
dr. Kuyper en na hem de a.-r. woordvoer
ders tot de ontdekking, dat de liberalen,
goed beschouwd, hun Barbertje hadden ver
moord. De liberale partij was dood,
morsdood. Alleen de kerkelijke partijen
leefden.
De radicalen van toen, met prof. Treub
aan het hoofd, juichten meê in dat koor.
Alleen de aanklacht ging hun te ver. De
liberale partij was niet dood, maar o u d
en versleten. Het doode Barbertje
verscheen in het radicale dagblad de Am
sterdammer en in het groene Weekblad
opnieuw ten tooneeie, levend wel is waar,
als een oude juffrouw
Uitspraak van 12 September j.1.
A. S., Anna Paulowna. Overtreding der
jachtwet, 1 gld. of 1 dag, met verbeui'dver
klaring van het geweer, resp. 5 gld. of 2
dagen.
K. K., Heer Hugowaard. Hard rijden op
een kermisdag in de kom van Schagen, 2 gld.
of 2 dagen.
T. M., Callantsoog. Paarden geleid over
met gras begroeiden gemeentegrond te Cal
lantsoog, 50 cent of 1 dag.
A. S., zonder bekende woonplaats. Dron
kenschap, 3 gld. of 3 dagen.
J. M., Zijpe ('t Zand). Dronkenschap, 1 gld.
of 1 dag.
H. B., Anna Paulowna en P. S., Wierin-
gerwaard. Zonder vergunning loopen langs
den spoorweg, ieder 2 gld. of 2 dagen.
D. V., Oudesluis. Loopen langs den spoor
weg en visschen in verboden water, 3 gld..
en 1 gld., resp. 3 dagen, met verbeurdver
klaring der fuiken.
A. Z., Nieuwe Niedorp, en A. M., Oude
Niedorp. Verstoren der orde in staat van
dronkenschap, ieder 2 gld. of 2 dagen.
T. S., Oude Niedorp. Dronkenschap, 2 gld.
of 2 dagen.
J. K., Hoogwoud. Baldadigheid jegens per
sonen en goederen, 3 gld. of 3 dagen.
C. W., Schagen. a. honden van een bierhuis
zonder aangifte daarvan aan den burgemeester
b. niet aanwezig zijn van een afdruk van hoofd
stuks van het politie-reglement op een duidelijk
leesbare plaats, 2 geldboeten van f 1, of 2 dagen.
G. P. B., Anna Paulowna. Loopen langs
■den spoorweg zonder vergunning, 2 gld. of
2 dagen.
J. B., idem, idem.
G. v. H., zonder bekende woonplaats.
Liedjes zingen langs de huizen in Scnagen,
zonder vergunning van den burgemeester,
2 gld. of 2 dagen.
D. K., Lutjewinkel. Rijden met honden
•zonder muilkorf, 1 gld. of 1 dag.
J. K., J. S. en P. W., Anna Paulowna.
-Loopen langs den spoorweg zonder vergun-
■•"dgi 2 gld. of 2 dagen.
Barbertje was dus niet dood, maar toch
wel ingezouten. En wie beweerde dat ze
nog jeugdig en krachtig was, verdiende
den strop.
Dit nam niet weg, dat na de periode
van het „kostelijk kabinet", in 1891 de
„oude juffrouw" met het ministerie-Tak
weer verjongd ten tooneeie kwam, en men
zeide Ze was toch niet dood. En verouderd
is ze ook niet
Maar desalniettemin draaiden dr. Kuyper
en de zijnen bij de verkiezingen van 1894
weer het oude lijfstukje afBarbertje is
dood.
De verdeeldheid over de kieswet-Tak in
1894 intusschen had haar werkelijk wat
vermoeid. Maar toen ze eenmaal weer op
dreel was, moest iedereen getuigen ze is
toch een kras wijfje
Eu opnieuw kwam de stembus. En op
nieuw klonk op het versleten draaiorgel van
Calvijn het oude lied Barbertje is dood,
morsdood. De stembus toonde dat zij niet
dood was en bracht wederom een liberaal
ministerie, ditmaal van meer democratische
kleur, aan het bewind. Arm in arm met
Pierson en Borgesius zag Barbertje er zoo
knap en monter uit, als ze nog nooit had
gedaan en iedereen, tot zelfs haar aan
klagers toe, bewonderden de flinkheid
waarmeê ze haar huishouden bestierde.
Doch na 4 jaren was het ditmaal toch
eeDS werkelijk vooreen poosje gedaan. Bar
bertje moest er uit. En terwijl één pas
toor en twee dominees haar woning in be
zit namen, zette zij zich neer op de bank
der toeschouwers, nieuwsgierig hoe het nu
wel gaan zou.
Maar nog op z'n best zit ze daar, of
opnieuw rijst de oude kreet opBarbertje
is dood
En of Barbertje nu al zegt„Menschen
je jokt, ik zit hier springlevend. En alleen
doordat de 2 dominé's en de pastoor samen
bjj m\j in huis zgn gedrongen, konden ze
me er uitgooien," dat helpt niet.
Barbertje is dood.
En of ze nu al boos wordt, en veront.
waardigd uitroeptAls jelui niet zoo on.
De tijd, die zooveel wonden weet te heelen,
die de grootste kloven tusschen landen en
volken heeft gedicht, die meermalen het
schijnbaar onmogelijke in zeer natuurlijke
gebeurtenissen heeft omgetooverd, heeft ook
de breuk hersteld, die sedert den 19den Juni
1867 tusschen Oostenrijk en Mexico bestond.
Wat de oorzaak dezer jarenlange verwijdering
was
Evenals alle Midden- en Zuid-Amerikaansche
Staten had ook Mexico zich aan de heerschappij
van Spanje ontworsteld. Doch daarmee was
voor de Republiek tevens een tijdperk van
groote beroeringen aangebroken, die jarenlang
het land in een poel van regeeringloosheid
en ellende dompelden.
Sedert zijne afscheuring van Spanje was
het schoone en rijke land der Azteken, waar
voor den inval van Eerdinand Cortez eens
Montezuma den scepter voerde, drie honderd
maal het tooneel eener verheffing van den
een of anderen partijganger tot de hoogste
waardigheid des lands, of van een oproer.
Ten slotte poogden Engeland, Spanje en
Frankrijk aan die aanhoudende anarchie een
einde te maken.
Dat gebeurde in de dagen,'toen Keizer Napo
leon III van Frankrijk tot sussing van zijn onte
vreden volk wat oorlogsroem noodig had. Hij
wist wel, dat de wolken van ontevredenheid hij
zijn wuft en ijdel volk, door den glans en gloed
de overwinningszon zich in bewondering voor
den neef van den Grooten Keizer zonden
oplossen. Nadat Engeland en Spanje zich aan
het avontuur hadden onttrokken, plaatsten de
Pransche wapenen in October 1863 Maximi-
liaan van Oostenrijk, broeder van den thans
regeerenden keizer Frans Jozef, op den troon
van Mexico. De Mexicanen waren evenwel
met den hen opgedrongen keizer volstrekt
niet tevreden. De verdreven president Juarez
zette den strijd tegen den Oostenrijker voort,
met het gevolg, dat Maximiliaan verslagen en
gevangen werd genomen, en overeenkomstig
een vonnis van den krijgsraad den 19n Juni
1867 werd doodgeschoten. Sedert dien dag
ware alle betrekkingen tusschen Mexico en
Oostenrijk afgebroken, tot voor eenige dagen
de benoemde gezant van Mexico ter audiëntie
bij Prans Jozef is toegelaten. Daarmee is dus
de officiëele band tusschen genoemde landen
opnieuw aangeknoopt.
Engeland en Frankrijk hadden reeds voor
20 jaren de Mexicaansche Republiek erkend.
De dagen van binnenlandsehe twisten en
burgeroorlogen liggen reeds lang achter den
rug der Mexicaansche Republiek. Sedert
1 December 1876, bij de verheffing van
Porfirio Diaz tot president, is de staat lang
zaam den weg van ontwikkeling en vooruit
gang opgegaan, en thans, nog altijd onder
het bestuur van Diaz, is de Republiek een
toonbeeld van orde en vreedzaamheid. Het
ware te wenschen, dat de ovei'ige vrij ge
worden koloniën zich aan Mexico spiegelden.
InCentraal-, noch in Zuid-Amerika valt echter
in de eerste jaren nog aan flink geor
dende toestanden te denken. Wanneer in de
Zuid-Amerikaansche gemeenebesten de bur-
gerstrijd wegens tijdelijke onmacht van een der
partijen, een oogenblik sluimert, vliegen de on
derling zeer naijverige staten elkander in het
haar. Op dit oogenblik kan men weer het
treurige schouwspel van een oorlog tusschen
Venezuela en Columbia waarnemen. Het
sclüjnt, dat Venezuela het tijdstip gunstig
acht om zekere plannen uit te voeren. En
dan spreekt men nog altijd van de stichting
van een groot Columbia.
Achter die stichting moet meer schuilen,
dan men oppervlakkig wel zou vermoeden.
Wanneer de wenschen van Venezuela wer
kelijkheid worden, zal er een Statenbond
tusschen Nicaragua, Columbia, Ecuador en
Venezuela gevormd worden. Deze coalitie, of
liever de vorming van dezen nieuwen en grooten
staat, zou dan voornamelijk tegen de Ver-
eenigde Staten gericht zijn. Nicaragua en
Columbia zullen eenmaal door het Nicaragua-
en Panama-kanaal,twee toekomst-verbindingen
tusschen den Atlantischen Oceaan en de Groote
Stille Zuidzee, een groot deel van het wereld
verkeer tot zich trekken. Voor beide staten
is een bloeitijdperk weggelegd, dat, zoowel
staatkundig als economisch, van grooten
invloed op het overige Amerika zal zijn. De
Amerikaansche staatsheden voorzien de be-
teekenis der kanaal-staten en daarom zouden
ze zich o zoo graag tijdig in Centraal-Amerika
nestelen. Men wacht slechts maar op een
gunstige gelegenheid, om dit plan uit te
voeren. Is de stok gevonden, dan zal het
wel gaan, daar van de hondjes geen beten
zijn te verwachten; daarvoor zijn ze elk op
zich zelf te nietig en te zwak.
Geheel anders wordt de zaak, wanneer een
groote, vrij sterke staat zich tegen de Ame
rikaansche bemoeizucht en inhaligheid gaat
verzetten. Daarom voorspellen mannen van
inzicht, dat de Unie de vorming van de groote
Zuid-Amerikaansche republiek niet zal ge-
doogen.
Zoo ziet men, dat de politiek zoowel daar
als hier geheel op een fundament van eigen
belang rust. Eigenbelang is de moeder van
alle politieke verwikkelingen 't is de kwade
genius, die maar al te vaak dood en verderf
onder haar gevolg telt.
Oogensclüjnlijk tracht Frankrijk de belangen
harer onderdanen tegen de snoode praktijken
van den Sultan te behartigen. Nu echter een
tipje van 't gordijn, waarachter het geschil
wordt afgespeeld, is opgelicht, bemerken wij
dat de geheele, kunstmatig opgeschroefde
kwestie moet dienen om egoïstische politieke
doeleinden te hereiken. In staatkundige krin
gen weet men te vertellen, dat Frankrijk van
Turkije als zoenoffer eenige eilanden op de
kust van Syrië eischt. Op Syrië zijn de
Franschen sedert eeuwen bijzonder gesteld
geweest. Ze hebben het reeds zoover weten
te brengen, dat de katholieken in dit Turk-
sche gebied onder Fransche bescherming staan.
Langzamerhand hebben de Franschen in
Duitschland een geduchten mededinger gevon
den, een mededinger zelfs, die zich al heel
weinig om Frankrijk's rechten en aanspraken
bekommert. Vaste voet in, of in de nabijheid
van het gewilde land is dus zeer gewenscht,
en gelukkig biedt zich thans de gelegenheid
aan, „om in de lang gevoelde behoefte te
voorzien".'t Zijn ook al egoïstische drijfveeren,
die in Oostenrijk den politieken strijd tusschen
Duitschers en Slaven onderhouden. De kaste
der Edelen en Priesters heeft in Oostenrijk
nog vele harer feodale rechten weten te
behouden. Wel is het volk soms tegen die
bevoorrechting in verzet gekomen, doch,
trouw om de banier van eigenbelang ver-
eenigd, hebben de verbondenen tot hedpn
hunne gunstige positie weten te behouden.
Nu de taalstrijd de Duitschers en Czechen
van elkander heeft vervreemd, is de vernie
tiging der standen-privilegiën voor onbepaal-
den tijd uitgesteld. Opdat vooral tusschen de
partijen geene toenadering kome is dezer dagen
te Olmütz een Katholieken-dag gehouden,
die door 3000 Slavisch-gezinde geestelijken
en edelen werd bijgewoond. Wijl die bijeen
komst voornamelijk tegen de Protestantsche
Duitschers was gericht, hadden dezen op
denzelfden dag en in dezelfde plaats eene
protestmeeting georganiseerd, waarbij 5000
personen tegenwoordig waren. Van beide
kanten heeft men elkaar eens flink „de waar
heid" gezegd en daarmee de bestaande kloof
weder met eenige meters verbreed.
Uitslag der Veiling, gehouden
Donderdag j.1. in „Veerburg" te ANNA PAU
LOWNA, ten overstaan van Notaris Stammes
te Den Helder:
lo. de Boerenplaats „Rustenburg", met
erf, weiland, bouwland met watermolen, aan
de Zandvaart, groot 14.09.68 H.A.in huur
bij den heer S. Bierstekergekocht door den
heer C. den Engelse voor f5955.
2o. Perceel Bouwland, aan den Kleiweg,
groot 2.50.60 H.A., in huur bij den heer O.
J. de Mazuregekocht door den heer R.
Haming, voor f1760.—.
ANNA PAULOWNA, 13 Sept. 1901.
In October zal het Harmoniecorps alhier
weder een uitvoering geven en wel één keer
voor kunstlievende leden en genoodigden, en
een volgenden keer tegen entrée.
Beroepen bij de Ned. Herv.
Gem. te WIERINGERWAARD, Ds. H. J.
van Veen te Berlikum. (N.-Br.)
De kermis te KOLHORN behoort
alweer tot het verleden. Den eersten dag
was het buitengewoon druk. De beide uit
voeringen, zoowel van den heer Wijlacker,
als van het Fanfarecorps „de Eendracht",
hadden plaats voor een sterk bezette zaal,
en vielen naar geifoegen uit. Als gewoonlijk
werd de kermis besloten met een Kolf- en
Biljartwedstrijd, waarvoor zich respectievelijk
16 en 9 deelnemers aangemeld hadden. De
uitslag was als volgt
KolvenPrijs H. Westerman 118.
Ie Premie D. Kist 118.
2e Premie A. Schenk 116.
Serieprijs KI. Breebaart 50.
Biljarten (met dubbele loten)
Prijs H. Moerbeek.
Ie Premie id.
2e Premie A. Kist.
De mazelen-epidemie te KOL
HORN kan als geweken beschouwd wordeu.
Na de kermisvacantie waren bijna alle scho
lieren weder present.
Voor niemand had de ziekte tot heden
een ernstig verloop.
Vergadering van den Raad
der gemeente WIERINGEN, gehouden op
Donderdag 12 Septbr., nam. 2 ure.
Aanwezig de heeren H. A. J. v. d. Speek
Obreen, P. J. Koorn, P. P. Tijsen, P. S. Kuut,
J. Hermans, P. Luyt en V. Heijblok.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, Burgem.
Na opening door den Voorz. worden door
den Secretaris, den heer J. Bruul, de notulen
der vorige vergadering gelezen en vervolgens
door den Raad onveranderd goedgekeurd.
1. Voorz. deelt mede, dat door B. en W.
het verzoekschrift der Centrale Commissie
voor de afsluiting en drooglegging der Zui
derzee, ten doel hebbende, om te onderzoeken
in hoeverre de visschers schade zullen lijden
bij die drooglegging, is behandeld. B. en W.
stellen daaromtrent voor, om een subsidie van
f 10.te verleenen tot ondersteuning van
de door die commissie gemaakte onkosten.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
aangenomen.
2. Deelt Voorz. mede, dat met 1 Januari
1902 de vijfjaarlijksche termijn is verstreken,dat
door de gemeente ontheffing is verkregen tot
het geven van verplicht gymnastiek-onderwijs.
Omreden voor dit doel geen voldoend lokaal
en middelen aanwezig zijn, stelt Voorz. voor,
B. en W. te machtigen, om aan Gedeputeerde
Staten weder ontheffing van die verplichting
aan te vragen, hetwelk de Raad goedvindt.
3. Aan de orde wordt gesteld een adres
van onderwijzers en onderwijzeressen, waar
in wordt verzocht de minima hunner
salarissen te bepalen op f 600.—, met
hoofdacte f 700.—, met verplichte hoofd-
acte f 750.en voor hoofden van
scholen f 800.B. en W. stellen voor
deze cijfers te bepalen op f 550.
f 650.f 700.— en f 750.met vier
vijfjaarlijksche verhoogingen van i 50.—,
met die bepaling evenwel, dat het hoofd der
school te Hippolytushoef een minimum van
•f 800.zal ontvangendan nog eene ver
goeding voor huishuur a f 50.die even
eens zal worden toegekend aan weduw
naars boven 28 jaar.
4. Aan de afd. Wieringen van de N. H. Ver-
eeniging „Het Witte Kruis" is het vorige
jaar eene subsidie verleend voor het maken
van een ijskelder, uit te keeren zoodra bleek,
dat die ijskelder in goeden staat is opgeleverd.
Genoemde kelder heeft echter tot nog toe
niet voldaan en zal dientengevolge nu ver
plaatst worden naar een ander terrein. B. en
W. vragen nu, of de Raad genegen is boven
bedoelde som thans uit te keeren. De Raad
besluit echter te wachten tot de ijskelder aan
de gestelde voorwaarden voldoet.
5. Wordt namens B. en W. ter tafel ge
bracht de begrooting voor 't dienstjaar 1902,
sluitende in ontvang en uitgaaf tot een bedrag
van f 17397.735. Artikelsgewijs wordt deze
behandeld en zonder aanmerking voorloopig
vastgesteld. Gedurende 14 dagen zal zij 'op
de secretarie ter inzage worden gelegd.
6. Op voorstel van den Voorz. gaat de Raad
in comité ter behandeling van twee snpple-
toire kohieren voor den Hoofdelijken Omslag
en Hondenbelasting.
Na heropening worden deze vastgesteld tot
een bedrag van f 44.16 en f 14.—. Verder
niets meer te behandelen zijnde, sluit de
Voorz. onder dankzegging de vergadering.
- WIERINGEN.
In de j.1. Dinsdagavond gehouden verga
dering van ons plaatselijk Nut „Eensgezind
heid" werden tot_bestuursleden herkozen de
heeren P. Asjes Lz. als Vice-Voorz. en C.
Rijkeboer Secr., en in de plaats van wijlen
den heer Berkemeier als bestuurslid gekozen
de heer A. C. Toet. Verder werd besloten
om vier nutsavonden te houden, en wel in de
maanden Oct., Dec., Jan. en Maart. Voor die
avonden zullen verschillende sprekers gevraagd
worden, de muziek-vereeniging „Harmonie"
zal ook worden verzocht om een avondje met
muziek op te luisteren, en ten slotte met
medewerking van verschillende heeren en
dames zal ook nog een tooneelstnkje worden
opgevoerd.
Uitslag veiling en toewijzing
der boerenplaats met landerijen, bewoond
en gebruikt door den heer D. Brom
mer Jz., aan de Stroet, gem. St. Maarten, ge
houden ten overstaan van Notaris Vrijburg
te Zijpe, op 11 September 1901, bij den heer
S. Brommer te DIRKSHORN.
Huismans woning, met boet, erf en weiland,
sectie A, nos. 559, 660, 442 en 433, groot
5.12.60 H.A., voor f 10421.—, aan den heer
KI. Slot Jr., te St. Maarten.
Bouwland, de oostelijke ongeveer 35.50 A.,
van Sectie B., no. 309, aan den heer C. Brom
mer te Alkmaar, voor f 1050.
Bouwland, de westelijke ongeveer 29.20 A.,
van sectie B. no. 309, aan den heer KI. Slot
Jr., te St. Maarten, voor f 812.50.
Bouw- en Weiland, sectie B., nos. 308, 310,
311 en 312, groot 5.73.20 H.A., aan de Ned.
Horv. Gemeente te Oudkarspel voor f 13650.50.
Bouwland, sectie B., nos. 634 en 316, groot
94.40 A., aan den heer P. Borst te Haring-
carspel, voor f 1682.
Bouwland, de Zuidelijke ongeveer 42.54 A.,
van sectie B., no. 827, benevens B., nos. 326
en 325, samen groot 1.10.70 H.A., aan den
heer D. Brommor Jz., te St. Maarten, voor
f 1765.60.
Bouwland, de Noordelijke ongeveer 66.46
A., van sectie B., no. 327, aan den heer S.
Bregman te Alkmaar voor f 980.
De helft in liet rietland onder Warmen-
huizen, sectie D., no. 281, geheel groot 46.50
A., aan den heer G. Schoorl te Eenigenburg
voor f 139.-.
tot voorzitter dei
Benoemd -.„„oi uor
Eerste Kamer voor het nieuwe zittingjaar
mr. A. van Naamen van Eernne».