JoH, m Li»! Hz„
Je Alpmeoüa fsrlüiiög
BOTEBSFECDLIAS
umit »s mum
G. GLASTRA.
Schoenwerk
Shit Aicolaas.
derde blad.
VERPLAATST
G. Smit Cz.,
start
Wessanen Laan,
Zondag 10 Novb. 1901.
45ste Jaargang, No. 3678.
Uit het Russische leven.
2
ADVERTENTIEN.
Meubelmaker,
Stoffeerder, Blljartmaker,
Mie MatoÉtaten Kastea.
HainMtii Talels ee Maleis.
Schoen baaidei
naar de Molenstraat, tegen
over het perceel van den heer I, DE
VRIEStevens bericht hij de ont
vangst van een ruime sorteering
Schagen. G. Glastra.
VERLOTING
Koek- en Banketbakkerij
Binnenlandsch Nieuws.
GEMENGD NIEUWS.
HELDERSCHE LOTEN,
a 50 cent, 11 voor f 5.
Trekking 29 November.
Inlichtingen bij
C. DE BOER, Doodgraver,
is iedaren Donderdag van
's morgens half 9 lot
voormiddags half f2 uren
bij den heer M. Visser,
tegenover rHotel VADER"
te. SCHAGEN te consullee-
rei» voor
25 ct. p. lot, 1 i voor f 2.50.
TREKKING 6 DECEMBER.
iOöö £*r|jzen.
Nederlaodsche Nijverheid.
A. van Twuijver,
VROUWENWERELD,
begint een nieuw kwartaal.
Lijnzaadkoakan,
HoNIiVGTAAI
al® cent de 5 ons,
en prima Bankel lettor*,
dit laatste liefst vooruit te bestellen
bij c. WIT Pz.,
BoomMer te Anna Pan 1 owna
r «ml
Onder de gasten, met wie ik dien avond
aan tafel zat, was een Russisch tooneelspeler,
met name Lubelski. Natuurlijk spraken wij
over zijn land. Er werden allerlei dingen
opgehaald. Maar Lubelski zweeghij verge
noegde zich bij hetgeen er gezegd werd,
met een instemmend of afkeurénd hoofd
schudden. Eerst later, nadat er goed gedronken
was, werd zijne tong losser en verhaalde hij
het volgende:
„Ik heb keizer Alexander III heel goed
gekend. Hij was een beste man zoo men
van een keizer zeggen kan dat hij een man
is, een man als u en ik en een ander. Hoe
dan ook, hij was een beste keizer een
ware vader van zijn volk. Ik zal mij niet
vermeten te beweren dat hij mijn vriend
wasmaar ik mag wel zeggen dat hij mij
vereerde met zijne welwillendheid en dat hij
mij herhaaldelijk bewijzen daarvan gaf. Ik
heb van hem een zilveren sigarenkoker,
ingelegd met vreemdsoortige steenen, die in
de mijnen nabij de Noordpool gevonden
worden. Veel waard is het ding niet, en
mooi evenmin. Ik heb ook een luciferdoosje,
van een onbekend metaal, dat naar petroleum
riekt, en waarop zich geen enkele lucifer
laat afstrijken. Maar de schoonheid van die
keizerlijke geschenken zit natuurlijk in de
herinnering.
In Rusland het is nu jaren geleden
nam ik als acteur eene eerste plaats in.
Keizer Alexander stelde mijn talent zeer op
prijs. Hij kwam mij dikwijls in mijne beste
rollen hooren en verwaardigde zich zelfs
wel eens mij te applaudisseeren. Hij was
werkelijk geen slecht beoordeelaar van
kunst. Soms liet hij mij in zijne loge roepen
en complimenteerde mij met dat eigenaardige,
ijskoude enthousiasme, dat een Tsaar, die in
alle dingen gereserveerd moet zijn, zich mag
veroorloven. Ja, het gebeurde wel eens,
dat Zijne Majesteit zoo ver ging van mij bij
zekere gelegenheden om raad te vragen
natuurlijk enkel over zaken die met mijn
beroep in verband stonden dat spreekt
vanzelf. Zoo werd ik belast met het organi-
seeren van de voorstellingen in het Winter
paleis en in de overige keizerlijke residenties,
zoo vaak Zijne Majesteit daar feesten gaf.
Ik was dus gelukkig, gezien, goed bezol
digd, op mijne manier zelfs invloedrijk. Eiken
avond vóór het slapen gaan bad ik dan
ook de heiligen, dat alles zoo voor mij blijven
mocht. Ik was met mijne positie tevreden.
Mijne eerzucht had ik aan banden weten te
leggen.
Ouderloos en ongehuwd, woonde ik met
mijne zuster, een allerliefst deerntje van vijf
tien jaar, de vreugde van mijn hart, het zon
netje van mijn huis. Zij was mij lief boven
alles. Geen wonder ookDartel en schalksch
was zij, geestig en teeder, en vol edelmoedige
geestdrift voor al wat groot en schoon is.
Onder dat lachende uiterlijk school een vurig,
diep en vrij gemoed een hart vol van
hooge en stoute idealen. Mijne zuster behoor
de tot jüe uitverkorenen van het nationale
heroïsme, die bij ons zoo dikwijls jonge vrou
wen zijn. Eén ding maakte mij wel eens be
zorgd namelijk de buitengewone vrijheid van
haar spreken en de onafhankelijkheid van
haren geest, die haar ronduit deed zeggen
wat zij voelde en dacht, ook in tegenwoor
digheid van diegenen, voor wie men altoos
den mond gesloten en de ziel gedekt houden
moet.
Op zekeren dag, van Moskou komend, waar
ik eenige voorstellingen gegeven had, vond
ik mijne woning ledig. Mijne twee oude huis
bedienden zaten, oogenschijnlijk diep versla
gen, op eene bank in het portaal.
„Waar is mijne zuster?" vroeg ik.
„Ach," antwoordde de eene, want de ande
re sprak nooit „zij is wegZe zijn haar
komen weghalen. God erbarme zich over
haar
„Je bent gek," riep ik „of dronken!...'.
Weet je wel wat je daar zegt Komaan,
waar is mijne zuster
De oude man keek mij met wanhopige
oogen aan.
„Ik heb het u al gezegd," jammerde hij.
„Ze zijn gekomen en hebben haar meegeno
men de duivel weet waarheen
Ik dacht te bezwijmen van schrik. Maar
ik greep mij vast aan de deurlijst, en ik stiet
uit
„Waarom? Waaróm? Ze hebben toch
zeker iets gezegd Ze hebben haar toch niet
zóó meegenomen, zonder reden Ze moeten
toch gezegd hebben waaróm
Maar de oude antwoordde hoofdschuddend:
„Ze hebben niets gezegd. Ze zeggen nooit
iets Ze komen, als duivels, men weet
niet van waar. En dan, als ze weg zijn,
blijft er niets over dan zich de haren uit te
rukken en met het hoofd tegen den muur
te loopen."
„Maar zij dan?" drong ik aan. „Zij heeft
toch wèl iets gezegd Zij heeft geprotes
teerd, niet waar? Zij heeft gedreigd met mij,
met den Keizer, die mijn vriend is Zij
heeft wèl iets gezegd
„Wat zou zij gezegd hebben, het arme
kind Wat zou zij hebben kunnen zeggen
Zij heeft hare handjes gevouwen, als
voor de heilige beelden. Anders niet En
nu kunnen wij, wier leven zij was, haar be-
weenen zoolang er nog adem in ons is. Want
waar zij heen is, daar komt nooit iemand
van terug."
Ik begreep dat ik van de trouwe stumpers
geen licht over de zaak verkrijgen zou. Ik
liep dus de straat op, om navrage te doen.
Men stuurde mij van het eene departement
naar het andere, van Pontius naar Pilatus,
en overal stiet ik op stomme aangezichten,
gegrendelde zielen, geblindeerde oogen, als
op gevangenisdeuren. Men wist van niets
men kon mij niets zeggen. Sommigen
vermaanden mij, heel zacht te spreken, of
liever nog in het geheel niet te spreken, maar
stil naar "huis te gaan. In mijne wanhoop
wilde ik eene audiëntie aanvragen bij den
Keizer. Hij was goed, hij hield van mij.
Ik zou mij aan zijne voeten werpen, zijne
goedertierenheid inroepen Misschien ook
wist hij niets van hetgeen daar gedaan was
in zijnen naam. Neen, zeker niet
Maar een paar officieren, met wie ik
bevriend was, ontrieden mij dit plan ten
sterkste.
„Men moet daar nooit van spreken", zeiden
zij „nooit van spreken. Zoo iets overkomt
iedereen. Ook wij hebben zusters, vriendinnen,
die daarginds zijn. Men moet daar nooit van
■spreken.
Om mij in mijne smart wat afleiding te
verschaffen, noodigden zij mij dien avond te
soupeeren. Wij zouden ons bedrinken aan
champagne, de kellners uit het venster smij
ten, aJles kort en klein slaande dolste
dingen uithalen.
„Kom toch, beste kerelKom toch
Die goede vrienden
Eerst den volgenden morgen kon ik den
directeur van politie te spreken krijgen. Ik
kende hem goed. Dikwijls bewees hij mij
de eer van mij in mijne theaterloge te bezoe
ken. Hij was een aangenaam mensch, wiens
innemende manieren en geestige conversatie
ik bewonderde. Maar bij de eerste woorden,
die ik sprak, viel hij met een ontstemd gezicht
in
„SstDenk daar niet overEr zijn
van die dingen, waarover men liefst maar
nooit denken moet
En eensklaps begon hij met te vragen naar
allerlei intieme bijzonderheden omtrent eene
Eransche zangeres, die den vorigen avond
in de Opera opgetreden was, en van wie hij
gecharmeerd scheen te zijn.
Eindelijk, acht dagen na die vreeselijke ge
beurtenis acht dagen, voor mij eene eeuwig
heid van angst en hartzeer, van onuitspreke
lijke martelingen, onder welke ik krankzinnig
meende te worden gaf het theater eene
gala-voorstelling. De Keizer deed mij door een
adjudant bij zich ontbieden. Hij was als ge
woonlijk, hij was als altijd, ernstig en
uiterst treurig met iets vermoeids in Zijne
Majesteit, en iets kouds in zijne welwillend
heid. En ik Ik weet niet wat het was
ontzag, angst, of besef van zijne almacht
maar voor het aangezicht van dien kolos
kon ik het woord niet over mijne lippen
brengen, het ééne woord, dat mij zooeven
nog de borst had doen zwellen van hoop, mij
getrild had in de keel, mij gebrand had op
de tong, het woord genade 1Ik was
als verlamd, als ledig, als dood.
„Mijn compliment, Lubelski," zeide hij. „U
hebt van avond werkelijk uzelf overtroffen."
Hierop liet hij mij zijne hand kussen en
gaf mij met een minzaam gebaar mijn af
scheid.
Er verliepen twee jaren. Nog altoos wist
ik niets nog altoos had ik niets kunnen ver
nemen omtrent dat ontzettende geheim, dat
mij opeens beroofd had van wat mij op de
I wereld het liefst was. Zoo vaak ik een amb
tenaar ondervroeg, kreeg ik niets ten antwoord
dan dat verschrikte „sst!", waarmede men
mij van den beginne af al op mijn dringendste
smeeken den mond gestopt had. Al de invloed,
dien ik in het werk stelde, strekte slechts om
mijn leed nog te verzwaren en de duisternis
nog dichter te maken, die daar over het leven
van het arme, lieve kind gevallen was. U
kunt u wel voorstellen hoe weinig mijn hart
nog aan het theater toebehoorde, aan mijne
rollen, aan heel dat ontroerende bestaan,
waarin ik vroeger zoo geheel en al opging.
Maar ik dacht er geen oogenblik over, het
op te geven, hoe zwaar het mij ook viel.
Want juist door dit beroep kwam ik dagelijks
in aanraking met gewichtige personen, die ik
misschien eenmaal met goed gevolg voor
mijn ontzettend ongeluk interesseeren kon. Ik
volhardde dus, altoos nog hopend op een
lichtstraal, op eene redding.
Wat den Keizer betrof, hij bewaarde jegens
mij dezelfde ijskoude welwillendheid. Ook hij
zag wel, dat ik leed onder een heimelijk ver
driet, moedig verzwegen. En als ik hem in
de oogen keek ach, dan voelde ik broeder
lijk, dat ook hij niets wist en dat hij treu
rig was, met de eindelooze treurigheid van
zijn volk en dat de dood, langzaam aan,
zijne machtige gestalte van keizerlijken en
melancholieken reus sloopte. En dan rees er
een grenzenloos medelijden uit mijn hart
naar het zijneWaarom kon ik dan niet
den noodkreet slaken, die misschien mijne
zuster zou hebben gered Waarom
Helaas, ik weet het niet.
Na dagen en nachten van hernieuwde fol
tering, kon ik het zoo niet langer uithouden.
Ik besloot er alles op te wagen en begaf mij
ten tweeden male naar den directeur van de
politie.
„Hoor een6l', zeide ik beslist „ik zal u
niet met nuttelooze woorden lastig vallen.
Ik vraag u geen genade voor mijne zuster.
Ik vraag u enkel maar waar zij isik
vraag u enkel maar, of zij nog levend is, of
dood
De directeur maakte een verdrietig gebaar.
„Alweer?" zeide hij. „Waarom kan je dat
toch niet uitje hoofd zetten, mijn waarde
Je bent werkelijk niet verstandig en je plaagt
jezelf noodeloosKomaan, het is nu al
zoo lang geleden. Doe toch alsof zij dood was
„Dat is het juist, wat ik weten wou
drong ik aan. „Die onzekerheid vermoordt
mij. Is zij dood Of leeft zij nog Zeg
mij dat tenminste
„Je bent lastig, mijn waarde. Maar ik weet
er inderdaad niets vanHoe zou ik het
kunnen weten
„Maar doe er dan onderzoek naarDat
is toch uwe taakEn ik ik heb toch
het recht dat te verlangen
„Je staat er dus op Je wilt het
„Ja, ja!" riep ik. „Ik sta er op Ik wil het
„Goed dan. Het zij zoo. Ik zal er onder
zoek naar doen. Dat beloof ik je."
En zoo losweg liet hij er op volgen, al
spelende met zijn gouden pennehouder
„Alleen moet ik je verzoeken, mijn waarde,
om in het vervolg je zoogenaamde rechten
een beetje minder breed op te vatten."
Zes maanden na dit gesprek, op een avond
terwijl ik in mijne kleedkamer bezig was mij
te kostumeeren voor een rol, kwam een man
van de politie mij een verzegeld briefje over
handigen. Met koortsige haast trok ik het
open. Het papier droeg noch datum, noch
onderteekening. Er stonden met rood krijt
slechts de volgende woorden op geschreven:
„Uwe zuster leeft. Maar haar haar is ge
heel wit geworden."
Ik zag de wanden van de kamer, de spie
gels en de lichten eerst om mij heen draaien
en toen verdwijnen. Daarna viel ik als leven
loos op het karpet."
De verhaler stond op. Hij was wat bleek
geworden en stond gebogen, als een zieke.
Hij scheen ook op zijne beenen te wankelen,
bedwelmd door zijn leed of misschien
door de champagne; want hij had tamelijk
veel gedronken.
„Dat is nu vijfjaar geleden," zeide hij nog.
„Heden zou het arme kind juist drie-en-twin
tig jaar zijn En de keizer is dood
En er is een andere keizerEn niets is er
anders geworden
Met een handdruk nam hij afscheid van ons.
(N. R. Crt.)
Concurrentie tusschen echt-
genooten!
De Arnh. Crt. heeft de volgende advertentie:
Zeer tot mijn leedwezen ben ik verplicht
bekend te maken, dat mijn vrouw, E. M.
Markus, gebruik makende van hare bekend
heid met mijn handelsrelatiën, geheel buiten
mijne toestemming, onder den naam „Schel
lenbergMarkus" zelve een groothandel in
cacao en chocolade te Utrecht is begonnen,
en dat ik voor hare handelingen en verbin
tenissen te dier zake hoegenaamd niet aan
sprakelijk ben.
De door mij sedert jaren gedreven groot
handel in cacao en chocolade blijft gevestigd
Van Wijckskade 21 te Utrecht.
G. C. A. Schellenberg.
Te HAVELTERBERG, onder de
gemeente Havelte, had het volgende treurige
ongeluk plaats.
Bij het graven van zand in een z.g. zand-
gat is de 16-jarige Jan Molenkamp door in
stortende aarde bedolven, zonder dat dit door
iemand werd opgemerkt.
Toen eenige oogenblikken later J. Mulder
een kruiwagen zand wilde halen, zag hij den
kruiwagen van Molenkamp half vol staan.
Bij het graven stiet hij al spoedig op het
lijk van den armen jongen. Met nog een
ander bracht hij den zoo treurig omgekomen
jongeling naar de ouderlijke woning.
Te HILLEGOM heeft zich ten
huize van den heer A. Berkhout tengevolge
van bloedvergiftiging een treurig sterfgeval
voorgedaan.
Genoemde heer, die een schijnbaar onbe
duidend wondje aan de lip had, werd Zondag
zoodanig ongesteld, dat de hulp van dr. Kleyn
werd ingeroepen. Deze constateerde bloed
vergiftiging en achtte den toestand hopeloos
en de heer Berkhout is dan ook in de kracht
van zijn leven aan de gevolgen overleden.
Het Fanfarecorps „de Een
dracht" te KOLHORN hoopt Vrijdag 22
November hare 5e uitvoering voor de Leden
te geven, gevolgd door eene publieke uitvoe
ring op Zondag den 24en. Een tiental num
mers, als gewoonlijk afgewisseld door een
paar tooneelstukjes, zullen het programma
vullen.
Bij de laatst gehouden uitvoering is voor
het eerst het besproken-plaatsen-stelsel in
toepassing gebracht, waarvan een ruim ge
bruik gemaakt werd. Op het aanbevelens
waardige van dien maatregel wordt ook
voor de toekomst zeer gaarne gewezen.
De heer J. Gerrits te BURGER-
BRUG is benoemd tot brievengaarder aldaar.
Met goed gevolg is door den
heer H. Eecen Cz. te OUDKARSPEL, te
Amsterdam examen afgelegd in de Duitsche
Handelscorrespondentie.
DIRKSHORN.
Woensdag werd alhier gehouden de gewo
ne driemaandelijksche vergadering van het
Veefonds voor de gemeente Haringcarspel.
Verzekerd waren over de maanden Juli,
Augustus en September 1387 runderen. De
beloopen schade bedroeg f 742.76 voor 9 ont
eigende koeien. De omslag bedroeg 54 ct.
per rund.
Een bewoner van een boven
woning aan den Oosterweg te GRONINGEN
kwam, naar huis gaande, tot de minder aange
name ontdekking, dat zijn huisdeur verdwe
nen was achter een 'npaar meter hoog. plan-
ketsel. Wel is waar bevond zich ook in dit
planketsel een deur, doch deze was door een
hangslot zoo stevig gesloten, dat aan openen
niet te denken viel.
Wat te doen
Talrijke omstanders wisten raad, de een zei
dit, de andere dat, maar de bewoner vond het
het raadzaamst de hulp der politie in te roe
pen. Doch het bleek, dat deze haar „sterken
arm" niet kon leenen.
Wat toch is het geval
Toen voor een paar jaar het huis gebouwd
was, bleek een gedeelte te staan op een par
ticuliere gang, toebehoorende aan een ander
persoon. Deze eischte schadevergoeding, welke
geweigerd werd. Gevolg een procedure welke
eenigen tijd geleden eindigde.
De eischer werd in het gelijk gesteld, de
huisbaas moest dat gedeelte van 't huis
genoemde gang staande, op pl.m. l'/j
breed, binnen 4 weken na het beteekenen van
het vennis afbreken.
Deed hij dit niet, dan had de eischer het
recht hiertoe.
De huisbaas weigerde en zóo werd
op last van den eigenaar van den grond de
deur „geblokkeerd." Voor den huurder, die op
deze wijze gedupeerd wordt, natuurlijk alles
behalve aangenaam.
Ons werd medegedeeld dat hij en zijn ge
zin met behulp van een ladder door een raam
het huis in- en uitgaan. (N.G.C.)
Een ongeluk.
Toen Dinsdagavond de laatste Gooische
stoomtram van Laren nabij de Hartsvel-
derbrug bij DIEMEN was gekomen, zag de
machinist een wagep met een paard bespan-
j nen, die vóór de tram de brug wilde passee-
I ren.
Hoewel de machinist met de bel waar
schuwde, stoorden de twee personen die op
den bok van den wagen zaten, zich daar niet
aan,wat tengevolge had, dat er op de brug een
botsing plaats had tusschen tram en wagen,
zoodat het laatstbedoelde voertuig met het
paard in de sloot viel.
De voerman, zekere Mantels, geraakte onder
de tram en werd deerlijk verminkt opgeno
men en naar Watergraafsmeer vervoerd, waar
j dr. Adriani, die inmiddels ontboden was, eene
onmiddellijke opname in het Burger-Zieken
huis noodig achtte.
Zijn kameraad Bezemer, die in de sloot was
terecht gekomen bekwam een hoofdwond en
stelde zich in Diemen onder behandeling van
dokter Derkinderen. De machine is eenigszins
beschadigd en van een der wagens zijn eenige
ruiten gebroken.
Den burgemeester van Watergraafsmeer,
die dadelijk een onderzoek ter plaatse
instelde, is gebleken dat in deze de
machinist geen schuld heeft en het ongeluk
geheel aan onvoorzichtigheid van de zijde
van de voerlieden is te wijten. Deze, die te
Weesperkarspel thuis behoorden en aldaar
bleekers zijn, waren op een verjaarpartijtje
geweest en verkeerden onder den invloed van
sterken drank.
Mantels is aan de gevolgen in het Burger
ziekenhuis overleden.
die zelfs op 250 meter afstand der scholen
nog geen herberg duldt.
In de Westminster Gazette
rc-kent Morgan- Browne nog eens op,
wat de oorlog Engeland reeds, aan recht-
streeksche uitgaven, gekost heeft en nog
kosten zal gedurende 1902. Aannemende
dat in het volgende jaar do uitgaven 15
millioen boven de officiëele raming zullen
zijn, komt hij tot een gezamenlijk bedrag
van 173 675.000 of ongeveer 2084
millioen gulden.
Wolven als Huisdieren. Opeen
groote farm in den Nojrd Amerik-tanschen stiat
Neb aska, lezen we in de Vragen van den Dag,
ziju twee, op jingdigen leeftijd gehangen, thans ge
heel volwassen. g> ijze wolven de verklaarde lievelingen
van de kinderen van den farmer, dit- met de roofdieren
sollen en stoeien en allerlei spelletjes met hen be
denken. Eenigen lijd geleien heeft het wolvenpaar
drie nakomelingen Ier wereld gebracht een gebeur
tenis, die blijkbaar groot opzien verwekte in geheel
Noord-A merika. Eenige dagbladen verrastten althans
hun lezers met afbeeldingen dezer merkwaardige
isegrimfamilie en mst de porti etten der klojke jonge
wol ventemmers. T«»en de kinderen van den farmer
Bothwell vóó- omstreeks l1/* jaar hoorden, dat
op de met bosch begroeide bergeo san de grens van
het terrrtorinra Wyoming kort achter elkaar een wolf
en een wolvin» die pas gejongd had, gedood waren,
togen zy met eenige arbeiders op weg, om naar het
hol der doode dieren te gaan zoeken. Het toeval
wilde, dat dit weldra door hen ontdekt werd. Zij
vonden daar twee half verhongerde, zacht kreunende
jonge wolveu, die zij meenamen.
Van den beginne at aan betoonden de wilde vonde
lingen hun jeugdigen redders een waarlijk aandoenlijke
dankbaarheid. Elke liefkoozing en elk vriendelijk
woord werd door de wolfjes vergolden met duidelijke
teekenen van blijdschap en welbehagen Evenals jonge,
overmoedig dartele honden waren zij altijd tot spelen
bereid zij befen aan schoenen en meubelen, trokken
kleeden van tafels en dekens van bedden en groeven
gaten in zorgvuldig onderhouden bloemperken. Tien
de dieren grooter waren, schutte men een grasveld
met een hooge heining van stevig ijzergaas voor hen
af, en met dit terrein bleken zy bijzonder in hun
schik.
Ook thans nog zijn de aldus afgezonderde dieren
uitgelaten van blijdschap, als zij bezoek krygen van
hun verzorgers en verzorgsters. De wolven zijn thans
in 't bezit van de ontzettende kracht en vlugheid en
het schrikwekkend uiterlijk, aan hun ras eigen. Zij
hebben de gloeiende eu fonkelende oogen, de groote,
scherpe landen en de bloedroode tong alle attrU
buten, die van Roodkapje's tijd tot op den huldigen
dag den mensch met ontzetting vervullen. By de twee
in gevangenschap levende wolven fonkelden de oogen
echter niet van rooflust, maar van onschuldige vreugde;
zij laten hun tanden alleen zien in speel»chen
overmoed en met hun tong likken zy de handen der
onbevreesd met hen spelende menschenkinderen, aan
wie zij hun leven te danken hebben.
Molenstraat, S C H A G E N,
levert
Repareert alle soorten Meubelen.
Beleefd aanbevelend,
Joh. VAN LEEUWEN Hz.
Ondergeteekende bericht zijn geachte
cliëntèle en het publiek, dat hij zijne
zaak van het \oord heeft
Beleefd aanbevelend,
Uw Dw.,
van een in volle werking zijnde
te West zaan.
Prijs per lot f 0.35.
Door het Prov. Bestuur van
Noordholland is aanbesteed: Het onder
houd der Rijks Zeewerken op het eilland
Wit.RINGEN, gedurende de jaren 1902,1903
en 1904. Ramiag f 7200 per jaar. Minste in-
«chrijver Nanning Jan Poel, Wielingen, f 6697
per Jaar.
School en kroeg
De maire van Montbiliard in Frank
rijk verbood het opsn-in van drank
gelegenheden binnen een kring van 30
ineter ona de scholen. Hier is het be
ginsel uitgedrukt, dat de kroeg geen
goede voorbeelden te aanschouwen geeft
voor de jeugd
livuuiiwiujvuu .U1IUHU£,
50 Hoofdprijzen en 950 stuks
prachtige prijzen.
PrUs per lot 25 cent.
50.000 Loten.
Trekking in de maand Dec. a.s,
jol A* van Twuijver,
Noord, Schagen.
Verder gaat de burgemeester vanltïimes, In de Hoep, t© SCHAGEN
PT
zonder pijn, Plombeeron, enz., enz., en
tot het plaatsen van Echte Ameri-
ha&nsche Runsttariden a f 2.50
met garantie.
van
De Prijzen bestaan uit
le prijsf 1500.in contanten.
2e u i400.1/ i,
3e ir u 150 i, ii
4e n Een prachtige, solide Brand
kast. Verder: 50 Zilveren Remon
toirs; 2 Heerenfietsen, waarde 1120;
4 Pendules met coupes5 Gouden
Heeren Remontoirs 5 Gouden Dames
Horloges; 20 Mahonie Tafels 10 Re
gulateurs 2 Damesfietsen, waarde
f 120 50 flesschen Champagne; 50
Nikkelen Remontoirs 20 Penantkast
jes 10 halve dozijnen Stoelen met
rieten zitting of Weener model20
Karpetten8 soliede Kinderwagens op
veeren 20 Rijzweepen 25 Lappen
41/, el beste kwaliteit Kamgaren voor
manspakken 25 Klepkolenbakken; 25
Linnenkasten,
N.B. Voor de 50 laatste prijzen wordt
de keuza gelaten tusschen het voorwerp
of f 7.in contanten.
Noord, Schagen.
Na ontvangst van postwissel of
postzegels, met 5 cents verhooging,
franco toezending.
Van de
Damesmodetijdschrift,
Abonnementen bestelle men bij
P. TRAPMAN, Schagen.
Prijs per 3 maanden (6 nos.) f 0.75
fr. p. p. f 1.—.
WOKVIKItVKEK.
Opgericht 1765.
KONINKLIJKE FABRIEKEN.
Voedert uw Vee met de zuivere murwe
merk „$ter" en W/
uitmuntende door hoog eiwit— en
vetgehalte en grootste voedingswaarde.
Eer e-D i p 1 o m a Parijs 1900.
Zeven gouden medailles.
Vanaf heden weder verkrijgbaar
DE EERSTE SOORT
a 40 Cent de 5 ons.
Tevens eerste kwaliteit
Brood- en Koekbakker,
Laagzijde te NIEUWE NIEDORP.
KWEEKERIJ te
Anna Paalowna en Alkmaar.
Ruime Voorraad:
Vruchtboomen, Woud- en Sierboomem
Llpeboomen, Boet- en Veerplantsoen,
Klimplanten, Groene Planten, Blad
en Bloemheesters.
Prijscourant op aanvrage gratis.