Zondag 15 December 1901. 45ste Jaargang No. 3688. EERSTE BLAD. Gemeente S e h a g e n. Bekendmakingen. AANGIFTE Ter overdenking. TRANSVAAL. Buitenlandsch Nieuws. ABIT Alm» k Liilliivlli Dit blad verschij&t tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. ISsireass: «CHAUKjV, Laan, £0 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker J. 1 K E L. Prijs por jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25 iedere regel meer 5 cf. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent 3 vermiste Schapen, terwijl inlichtingen zijn te bekomen omtrent 1 achterge bleven schaap en een handschoen. De BURGEMEESTER van SCHAGEN brengt, ingevolge de aanschrijving van den Heer Commis saris der Koningin in deze provincie, ter kennis van belanghebbenden, dat ter gelegenheid van Kerst en van het Nieuwjaarsfeest het grenskantoor te Selzaete voor den invoer van Nederlaudsch slacht vee en schapen, van paaiden, geiten, kippen en slachtvleesch, op Dinsdag 24 en 31 December e k. van 92 uren, in plaats van op Woensdag 25 December 1901 en 1 Januari 1902, zal ge opend zijn. Bij dezolide gelegenheid zal het hulpkantoor te Slaak (Assenede) voor den invoer vaü Nederlandsche schapen, paarden, geiten en slachtvleesch op Don derdag 26 December 1901 en 2 Januari 1902, van 34 uren, in plaats vau op Dinsdag 24 en 31 December 1901 geopend zijn. SCHAGEN, 10 December 1901. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. TER f de II O BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente SCHAGEN breDgen ter kennis van wie het aangaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1883 geboreu mannelijke personen, of van hun vader, moe der, voogd of carator, dat bij de, ingevolge het Ko ninklijk besluit van den 16den November 1901 (Staatsblad No. 222) op 1 Januari 1902 in werking tredende Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212 vau 1901), het volgende is bepaald Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven: le. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Ko ninkrijk België verblijf houdt 2e. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft; 3e. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rgk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk België woonplaats heeft; 4e. ieder mannelijk ingezeten niel-Nederlander, zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4e A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder jarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of be zittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval, of al is deze bniten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die onderloos is, of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande aehttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft niet-Nederlander, die binnpn zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heelt; zoo hij verkeert in het geval> in die zinsnede onder Ab omschreven, in de gemeente w..ar zijn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waar de minderjarige verblijf houdt zoo hij verkeert in een der gevalle", in evenbe- doelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verhip f houdt; B. van hem> bedoeld in art 13, eerste zinsnede 4o, indien hij meerderjarig is: in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of do woon plaats gevestigd is of was op den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf ot woonplaats onderscheidenlijk ia het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven 1de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen, of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te honden ot woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd ot curator woonplaats hinuen het Rjjk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht, zich daartoe bij buigemeester en wethouders der gemeente, wtar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rnst do verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder curatele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder ot voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moedor of voogd verlaten is of indien hij onderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is, dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven, of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blij ft onder burgemeester en wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnienw ingeschreven 1. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van hel jaar, volgende op dat, waarin bij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zjjn verblijt binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninklijk België gevestigd heeft; 2. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 181e leveusjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar, zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België gevestigd heeft; 3. ieder maunenjk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, ea vóór hot intreden van het 21ste levensjaar, Nederlander of opnieuw rden, zoo bij in oen gevallen verkeert, of wiens vader, hier- B, de meerderjarige van ner zislc ïeveusiaai, ncumimjuc. v, -i - het Rijk woonplaats heert en haar gedurende de °r"TTiV;a geworden, zoo bij in een der hierboven afgaande achttien maanden in het Rijk of deikolo|n NeiléffiK, ffevallen Telkeert. of wiens vader, of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen géd 1 onder l ot^y heeft. Mwder 0f v0 'ev» Voor minde, jarig wordt voor de toepassing raö boven oakr o refT i* 'lat, na den Wen j rJe'hru aiieiük Niae' et waarin lij bef velaar, voK^Ajruari B I 'ntreda» ran i W,. «n1t>i de toepassing ian het bepaalde hierboven onder A gebonden hjjfte minderjarig is in den zin der Nederlandsche ret. Voor meerderjarig wotJt voor de toepassing v«ief bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die*>r, derjarig is in den zin-Van voormelde wet. Art 14. De insca.yving geschiedt 1 van hem, bedoeld in art. 13. eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder ot V°°zoo'hij binnen het Rijk verblijf houdt en zyn vader, moeder of voogd elders dan binnen het RyK plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf hou zoo hij door zijn vader, moeder ot voogd verlaten is, ouderloos is, of in wettelijker, zin geen vader of moeder heeft, en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblyf houdt, in de gemeente Amsterdam: zoo hij in het Koninkryk België verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2 van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o: zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Ryk, in de gemeente der woonplaats van vader» moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zij in het Koninkiyk België, in de gemeente Rotterdam 3. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede do zoo by woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Ryk, in de gemeente Amsterdam; zoo hy woonplaats heeft in het Koninkryk België, in de gemeente Rotterdam 4. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o.t indien hjj minderjarig ie: der gevallen jjlander, die 1 pk laats iet' v°lbracï'J^Cfth'-'Rïjk of in het i» 8 f#*)481, 'jtT'r woonplaats verkregen Snnaj-j 'ntredifl "i tinnei liet INT»' Ko heeft"; icfjftüsche 5. ieder manneljk meerderjarige, die naden lsten Januari van hot jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 2late levensjaar, Nederlander of opnieuw Neder lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4 omschreven gevallen verkeert 6. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar, ingezetene of opnieuw inge zetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de eeiste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van uiruiouii vuu mv"., 1.I- dit artikel moet wordon ingeschreven, geschiedt bmnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vjoeger ingeschreven, doch van het register afgo- voerd, na het terug erlangen van hot Nederlander schap of van het ingezetenschap, of na de vesnging van verblijt ot de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk België. De inschrijving geschiedt ia het register betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens de colonnes beschieten, zoodat zij slechts langzaam konden voortrukken. De Engel- zijDen leeftijd behoort. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cents van 'de artT.^iö lS^en 220?ertre llng j sche verliezen waren klein, die der Boeren Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in onbekend. deze Gemeente voor de militie moeten worden inge- j Een ander bericht zegt schreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen, Burgemees- j js nn(-raHfi dor Boeren was co- ter en Wethouders, ter Gemeente-Secretarie tusschen 1 1 i i u den lsten en den 31sten Januiri 1902 worden aan- richt tegen een kleine colonne onder be vel van kolonel Wilson en leidde tot een gegeven, met overlegging van een kosteloos verkrijg baar uittreksel nit de geboorte-akte van den in te schrijven pe.soon, indien deze elders is geboren. Voor het ontvangen van de aangifte zal zitting worden gehouden op iederen werkdag, van des voor- middags 9 ure tot des namiddags 4 nre. Gedaan voor de eerste maal te Schagen, den 6 December 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, DENIJS. H. J. POT. - )o( - Slechts woorden. Toen Marcus Tnllius Cicero op de middag hoogte van zijn roem stond en door de ongehoorde macht en volheid van zijn redenaarstalent do meest koudbloedige mannen warm deed worden, was er slechts één man in Home, die onder dien schitterenden woorden vloed kalm en zichzelf bleef. Metellius Cimbu was zijn naam. Tevergeefs poogden de bewonderaars van Cicero hem voor die betooverende welsprekendheid de ooren te openen. „Woorden het zijn niets dan woorden „Goed, maar erkent ge dan niet," zoo vraagde men hem, „dat die woorden van groote beteekenis worden, als Cicero die uitspreekt Stroomen niet onophoudelijk nieuwe rijkdommen toe uit de taal, die hij zoo heerlijk beheerscht Hoe kunstvol bouwt hij zijn zinnen opHoe heerlijke melodieën klinken er niet in zijn proza, vol toorn of zachtheid, vol liefde of haat, den meest tegenstrevende mèt zich voerend, den onver schilligste warm makend en meêsleepend „Woorden het zijn niets dan woorden 1" antwoordde opnieuw Metellius Cimbu en lette niet op het misnoegen van den ander. Omstreeks dezen tijd behaalde Cicero den grootsten zijner triomfen door een lijkrede, waarin hij de scheppende kracht van het leed verheerlijkte. „O, zie de vruchtbare kracht der smart", riep hij uit, „die zelfs den minst woordrijken man tot dichter maakt en den mond van den meest ongevoeligen mensch verheven woorden ontlokt! De smart is het, die het nooit ge hoorde uit het diepst der ziel te voorschijn roept, die de stemmen welsprekend maakt en het meest gesloten hart week en voor iederen weld'adigen indruk vatbaar maakt." Maar ook ditmaal zei Metellius Cimbu niet anders dan „Woorden het zijn niets dan woorden Nu gebeurde het, dat Tullio, de meest beminde dochter van Cicero, door eene ziekte werd weggenomen, terwijl de gevierde redenaar in dienst van den staat op reis Wa'%o.rs het kamp aanzagen, en e/> Af uur was naar Sicilië. T'V "fioNIloJ zij een hevfg vutu up' cle Metellius Cimbu werd door zijn diep- plaats, waar ze de soldaten vermoedden. vrij ernstig gevecht. De colonne had tien dagen geleden Heilbron verlaten en was slechts drie mij len naar het westen getrokken, tosn zij op de voorhoede der Boeren stiet, die haar opwachtte. Er volgde een loopend gevecht, gedurende hetwelk de Engelschen veertien mijlen in drie dagen aflegden. Den derden dag bevond kolonel Wilson, dat de vijand met een groote overmacht was gekomen en hij feitelijk omsingeld was door De Wet's commando. Daar hij niet in staat was, zich te bewegen, zond hij heliographisch bericht om versterkingen. De Wet wist, dat kolonel Rimington aan den noordelijken oever van de Kliprivier was, doch daar de rivier gezwollen was, meende hij, dat de Engelschman op zijn minst drie dagen noodig zou hebben om kolonel Wilson ter hulp te komen. Kolonel Rimington maakte evenwel ge forceerde marschen, na buitengewoon snel de rivier te zijn overgestoken, en viel de Boeren bij verrassing aan. Dezen openden hun linies en beide Engelsche afdeelingen vereenigden zich zonder tegenstand. Daarop begonnen de gecombineerde colonnes den terugtocht naar Heilbron. De Bieren omzwermden de achterhoede en de flanken en maakten het zoo lastig, dat een bereden detachement werd afge zonden om hen terug to drijven. Terwijl deze mannen in een vrij hevig gevecht waren gewikkeld, zag men een Boeren- troep van links naderen die poogde het convooi at te snijden. Daar ze onstuimig opdrongen, werd een deel van het bereden detachement teruggeroepen. Toen gaven de Boeren den strijd spoedig op eu moesten zes wagens achterlaten, die zich reeds in hun macht bevonden. De kracht van den aanval werd toen door den Boerenbevelhebber gestadig verminderd, maar hij bleef de colonnes beschieten, zoodat ze slechts weinig vorderden. Op vijf mijlen afstand van Heilbron werd een kamp opgeslagen. Vreezende voor een nachtelijken aanval, gebruikte kolonel Rimington een krijgslist. Hij liet de mannen uit zijn kamp in alle stilte achterwaarts trekken, zorgdragend de kampvuren te laten branden om de Boeren in den waan te brengen, dat hij zich nog daar bevond. De list gelukte volkomeD. Des nachts beslopen de Boere^wat zij getroffen vrienden opgedragen, Cicero tegémoet te reizen, en hem de verschrik kelijke tijding mede te deelen. Hij deed het, vervuld van medelijden, met de meest mogelijke omzichtigheid. Toen Cicero de zoo treurige boodschap vernomen had, verborg hij het gelaat in zijn toga en smeekte met een smartvol, afwijzend gebaar Metellius, heen te gaan, hem alléén te laten in de troostelooze een zaamheid van zijn diep en pijnlijk leed. Toen Metellius Cimbu tot zijne vrienden was teruggekeerd, bestormden ze hem met opge wonden vragen „Hoe nam hij die tijding wel op Wat heeft hij wel gezegd, onze groote redenaar En heel zachtjes zei Metellius „Hij heeft niets gezegdEn hij de Goden, voor het eerst is hij voor mij wel sprekend geweest 1" In lang hebben we niets van De Wet gehoord,dat wil zeggen, niet veel belangrijks. Nu evenwel heeft de groote Vrijstater, de meest sympathieke figuur van den geheelen oorlog, weer van zich doen hooren. We hadden al vernomen, dat De Wet een flinke Boerenmacht had geconcentreerd. Nu, met dat legertje heeft hij het de Engelschen weer geducht benauwd gemaakt. We zullen een bericht uit The Standard laten volgen Het bericht, dat hij 2000 man bij zich heeft, is mogelijk overdreven, doch zijn troepenmacht is zeker 1400 man sterk. Zijn eerste beweging tegen kolonel Wilson's colonne had een eenigszins ernstig gevecht ten gevolge. Na dien eersten aanval hadden de Engelschen drie dagen noodig om veertien mijlen af to leggen. Op den derden dag was Wilson hopeloos omsingeld, doch werd hij ontzet door Rimington, zooals reeds werd gemeld. Toen de beide colonnos op Heilbron terugtrokken, omzwermden de Boeren in grooten getale den rechtervleugel en de achterhoede, en maakten zij zelfs een deel van het convooi buit, hoewel zij spoedig genoodzaakt waren, dit weder te verlaten. Toch bleef De Wet voortdurend Toen hun vuren verminderde, hieven onver wacht de Britsche soldaten, die meer achteraf wareD gelagerd, een jubelkreet aan, waarop de Boeren, niet wetende wat hen overkwam, het hazenpad kozen. Zon der verdere ongevalleri, bereikten de Britsche colonnes daarop Heilbron, na een aiwezigheid van een week. Uit bovenstaande blijkt voldoende, dat, al geven de Engelschen geen verliezen op, ze flink voor den broek hebben gehad. De Engelschen hebben weer geducht ge voeld dat De Wet opnieuw in functie is. Nu volgt uit Londen de dooddoener, dat De Wet's commando uiteengedreven is. Een heel onaangenaam bericht is, dat de colonnes van generaal Bruce Hamilton na een nachtelijken marsch het geheele commando van Bethal, te Trichardfontein, verrast en gevangen genomen hebben. Zeven Raj3.Ee>1 zim U3 We van gen genomen. De het ijepiaiu'-Tvetf r"nïei zaam genoeg geweest, of er is verraad in 't spel. In de Kaapkolonie is het ook nog roerig. We hebben een bericht van Reuter over een aanval der Boeren op Tontelboschkop, waarbij 2 Boeren sneu velden en 14 gewond werden. Onder de laatsten was commandant Maritz, die door de rechterborst werd geschoten. De revolver, die Maritz droeg, werd verbrij zeld, en eenige stukken drongen met den kogel in de borst van den commandant. Toen de vjjand bevond, dat er geen kans was de plaats te veroveren, trok hij terug. Een troepje van 11 rebellen kwam te Draghvender en vernielde het telegraaf kantoor totaal De commando's van Clanwilliam, Calvinia en de naburige districten blijven voort durend veel talent en activiteit toonen om een gevecht te vermijden. Zij zijn samen gesteld voor minstens vier vijfde gedeelten uit plaatselijke rebellen, wier kennis van eiken bergpas volmaakt kan worden ge noemd. De moeilijkheden der Engelsche colonnes zijn vooral groot in het Zandvelt, langs de zeekust, waar de Engelsche wa gens een ontzettende last blijken te zijn, terwijl de Boerenwagens er gemakkelijk en licht over heen gaan. Weer, voor de zooveelste maal, vredes- geruchten Uit Brussel wordt melding gemaakt van het resultaat, dat een geheime conferentie tusschen dr. Leyds en het republikeinsche driemanschap opgeleverd zou hebben. De besprekingen liepen hoofdzakelijk over officieuze wenken, te Berlijn gegeven, dat de Duitsche regeering wel met de Russische en de Fransche in overleg wilde treden om vriendschappelijk tusschenbeide te komen bij Engeland, mits de Boeren hun eisch van volstrekte onafhankelijkheid, onaannemelijk voor de Britsche regeering, lieten vallen. Dr. Leyds en Fischer moeten reeds te kennen gegeven hebben, dat zij die voor waarde niet konden aanvaarden. In elk geval moesten de regeeringen in Zuid-Afrika geraadpleegd worden, welke dit werd nadrukkelijk gezegd in hun berichten niet van vredesvoorstellen noch van een waarschijnlijken vrede spreken. Men zou nu besloten hebben, president Steyn en waarnemend-president Schalk Burger mede- deeling te doen van het verhandelde, met het verzoek, hun gevoelens over den toe stand te kennen te geven, en in 't bijzon der na te gaan, wat de burgers zouden denken van eene overeenkomst met Enge land, waarbij de suzereiniteit van dit rijk slechts een vormelijk karakter zou dragen. De heeren te Brussel, voegt de bericht gever er bij, hebben maar zeer weinig verwachting, dat vrede zonder onafhankelijk heid voor de Boeren te velde aannemelijk zal zijn, maar zij achten het hun plicht, hun medeburgers met de gevoelens in Europa in kennis te stellen Londen, 13 Dec. De Standard verneemt van Dinsdag uit Pretoria, dat een strijdmacht onder bevel van I ouis Botha in oostelijk Transvaal opnieuw uiteengedreven is. 700 Man onder per soonlijk bevel van den Boerenopperbevel- hebber bevinden zich in stelling ten zuid westen vari Amsterdam; kleinere commando's zijn verzameld langs de Steenkoolspruit naar het zuiden tot Groot-Olifantrivier- station aan den Delagoa-spoorweg de rest is zonder samenhang verspreid. Het commando onder De Wet bestaat eveneens uit verschillende afdeelingjw De Wet zelf hield ongeveer 7CQ zich het overblijvende deel xinoc macht kwam in voelipgi ."aJpe_o e?r De laatsterenoen. te i. ïts*genoen. t aaW'"'* iunner de- *besPrej*di< str'ct! 00D ei&'J U.AAUCJ. ueo een e" in hC W- a toestand!6^ aclden aan, ziW"over to gevei,- wanneer de Engelsche regeering op zich wilde nemen de boerderijen te herbouwen. Delarey antwoordde, dat de Engelschen slechts onvoorwaardelijke overgave wilden aannemen. De b\jeenkomst werd opgeheven zonder dat een beslissing was genomen. Verwacht wordt, dat een nieuwe bijeenkomst binnenkort zal worden gehouden. P»1M ronitiit Jet ral. „De taal is gansch het volk." Dit gevleugeld woord is feitelijk „zoo oud als de weg naar Rome ".Reeds de Romeinen poogden de overwonnen volkeren door hun taal innig aan Rome te hechten. In latCouz. heeft keizer Napoleon hun voetspoo- Wij,Nederlanders, weten maar a'' dat d^ groote Vrizer W 1® 'W Vo i^.auers voo? goeW^ \Jr-c sch©n. En nu in onzon te methode ook nog overal toeg?*^ A Engeland tracht Malta en Afrika hunne onafhankeiijkheids-idéeën te ontnemen door de invoering van verplicht Engelsch. Rusland poogt Finland te slavoniseeren door de invoering van het Russisch bij de militie, bij de balie, bij de administratie en op de scholen. Op zijne beurt probeert Pruisen zjjne Poolsche gewesten op den Germaanschen stam te enten door eene wettelijke invoering van het Duitsch in school en kerk. Deze politiek van Pruisen heeft sedert eenige dagen niet alleen Duitschland, maar nog meer in Oostenrijk en Rusland groote beroering gebracht. Het uitgangspunt dier groote beweging ligt in Wreschen, een stadje in de Prui sische provincie Posen. Tot goed begrip van zaken meenen wij onzen lezers te moeten herinneren, dat dit stadje ligt in het gewest, dat vroeger een deel uitmaakte van het koninkrijk Polen. In dit stadje nu is de katholieke jeugd der katholieke stadsschool getuchtigd wegens haar verzet tegen het verplicht Duitsch bij de godsdienstlessen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1