Polei overziciit.
Woensdag I Januari 1902.
TRANSVAAL
p p r
J li il'
46ste Jaargang No. 3693.
Bureau8CHAGEA, Laan, D 4.
EERSTE BLAD.
Het Nieuwe Jaar.
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Het ABC
VAN HET LEYEN.
SGH
ANT.
Almttitit- Lailboivb
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. \T 1 k E L.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60.
Afzouderliike nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
IJelrendmaUiug.
De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis
van de ingezetenen, dit het aanbieden van- en het
rondgaan met aoogenaamde Nienwjairswenwben, hrtiij
gedrukt, hetzij geschreven, langs de hu'sen, niet zaï
worden toegelaten alsmede, dat de verschillende arm
besturen eene insameliog van vrijwillige gifteu lang»
de huizen zullen honden, ten einde nit de opbrengst
bij het einde dezes jaars eene buitengewene bedeeling
van levensmiddelen san de minvermogenden te kunnen
honden.
Schagen, 20 December 1901.
De Burgemeester,
H. J. POT.
IC e n n is»ge v i n g\
Burgemeester en Wethouders van Schagen noodigen
bij deze belanghebbenden, die over 1901 van de
gemeente iets te vorderen hebb-n, uit, hunne rekenin
gen vóór of op den len Ftbruari a.s. ter plaatselijke
Secretarie in te leveren.
Schagen, 23 December 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
II. J POT.
De Secretaris,
Denijs.
oO—O—O
Daar gaat straks wederom een jaar, om
nooit meer terug te komen.
Wij hooren als het ware, te midden der
stilte, zijn laatste voetstappen. Nog enkele
uren eft het is niet meer. Ja, dat hebben
wij vaak vernomen, maar hebben we het
ook verstaan 't Is spoedig gezegdEen
jaar verdwijnt, een nieuw is in aarftocht.
Niettemin kan geen—er»"1'™-""Anseh onver
schillig blijven bij af Hoe vele
nog, of liever boe weinige nog
Want menigmaal, in bet jaar ook dat
heengaat, werden wij opgeschrikt door bet
plotseling afbreken van een werkkring, die
nog zoo veel deed hopen. We hebben ze
zien vallen, jonge mannen en jonge vrouwen,
die met ons bet jaar zijn binnengegaan,
terwijl niets kon doeu vermoeden dat zij er
e scheiding6ure niet van zouden aan
schouwen. Menige nuttige werkzaamheid
werd op eenmaal gestaaktmenige akker,
waarop door de vlijt en bet overleg des
bouwmans reeds scboone vruchten werden
ingezameld, moest verder door anderen wor
den bewerkt. Deze ervaring komt zoo dik
wijls voor, dat wij er aan gewoon raken, en
op bet oogenblik, dat de slagen vallen, die
bekende personen uit onze omgeving doen
verdwijnen, maakt hetgeen gebeurt niet
'nn een ras vervlogen indruk. Doch als we
terwijl het jaar nog maar enkele uren
tellen beeft, tot rustig nadenken komen,
.n brengen de omstandigheden bet „Memento
nori" meer dan ooit tot ons bewustzijn.
En bet is goed, dat bet zoo is. Laten wij
ons af en toe maar eens rekenschap geven
van het bestaan der heilzame, maar dikwijls
zoo wreed werkende natuurwet, die al wat
eindig is, beperkt tot een korte spanne tijds.
De werkelijkheid wordt ons eerst dan dui
delijk, als we er ernstig over nadenken, en
het is een bron "van bemoediging, baar kalm
in de oogen te zien.
In deze ure der afzondering gaan de tafe-
reelen nit ons verleden den blik des geestes
voorbij, en nog eenmaal doorleven wij de
blijde en de droevige dagen van voorheen.
Vriendelijke oogen, thans gesloten, wenken
ons toe woorden van liefde en van hartelijk
heid, eenmaal tot ons gesproken, we hooren
ze nogmaals. Wij vinden onszelven terug aan
de sponde van dierbaren, die van ons werden
weggeruktwij voelen weder den handdruk
van een vriend, die heentrok naar den
vreemde. In het ontbladerd bosch zien wij
onzelven weder ronddwalen met onze gezellen,
vroolijk en uitgelaten; aan den nu verlaten
baard ontdekken wij de wederverschijning
van onze kinderen, toen de lust des buisgezins,
thans volwassen eu op eigen wieken drijvend,
om zich een weg te banen door een wereld,
waaruit voor hen evenmin als voor elk auder
menschenkind, de steer.en des aanstoots znllen
worden weggeruimd. Dat alles en veel meer
nog herleeft in de verschillende ontwikke
lingstijdperken, die als bet ware in één punt
des tijds worden samengevat.
Maar ook in meer uitgebreiden zin hebben
wij te berdenken. Ons land, ons wereldeel,
onze aarde.
Voor ons land is dit jaar een zéér beteeke-
nisvol geweest. Onze Koningin trad in bet
huwelijk en, moge al de zeer groote teleur
stelling die Haar en Haren man in November
van 1901 trof, heel het volk pijnlijk hebben
aangedaan, met het Vorstelijk Paar hopen
wij op een gelukkige vervulling van liefste
wenscben in 1902. Te traditiëu van ons
Vorstelijk gezin,' waaraan Koningin-moeder
Emma zooveel van baar wijsheid en liaar nobe-
lenzin schonk, hebben ons de lasterpraatjes,door
duisterlingen in do vijandige buitenlandsche
pers verspreid, geen oogenblik doen gelooven.
Vrede en voorspoed zij liet Koningshuis in
het komend jaar
Aan bet hoofd der regeering trad een
anti-liberaal ministerie. Hopen wij, dat ook zijn
beleid bet land ten zegen komt.
En nu wat bet gebeuren buiten ons land
betreft.
Een enkel jaar, zoo wordt beweerd, beduidt
niet veel in den loop der wereldhistorie. In
bet algemeen genomen, kan dat waar zijn,
hoewel de juisto waarde der feiten eerst
veel later te taxeeren is, wanneer we ze kun
nen beschouwen in bun samenhang met an
dere gebeurtenissen. Toch weten we zeer
goed, dat sommige jaren als bestemd zijn,
om lang in het geheugen te blijven. Met
bet jaar dat heengaat is zulks wel bepaald
het geval, als we de voornaamste zaken ons
voor den geest brengen, die bet achtereen
volgens uit zijn valies beeft geschud, dan
zulleu we moeten erkennen, dat bet niet van
bet wereldtooneel gaat zonder iets te hebben
uitgericht.
Maar dit ligt thans niet op onzen weg
ieder doe dat voor zich. En bedenke daarbij
ook zichzelf en zijn gezin. Zonder toe te geven
aan een optimisme, dat slechts de oppervlakte
der dingen in oogensclionw neemt en dan
oordeelt dat er geen reden is tot krachtigen
drang naar verbetering van nog zeer veel
misstanden, willen wij waakzaam en werk
zaam blijven, toenemeaden ijver aan den dag
leggen, om het jaar dat komt tot een zegen
van onszelven en van anderen te doen zijn.
Dat God dien arbeid kronedat Hij ons ver-
gunne ons vaderland, welvarend, ons buisge
zin gelukkig te zien.
Zij het komend jaar ons allen góed!
Door
IDA BOY-ED.
0-0-0
3.
Aan de smalle zijde was een deur. die
naar de dames-kajuit voerde, waarin twee
slaapplaatsen, een waschtafel en een kleine
kleerenkast, die Makarie „de lade" had
gedoopt, omdat ze daar meer op geleek,
dan op een werkelijke kast. Ook de dames
kajuit ontving haar licht van boven. Even
eens het stukje gang met de kombuis- aan
de andere zijde van het salon.
Het geheel leek wel een poppenwoning.
Peter was vooruitgesneld en wachtte op
de dames naast zijn fornuisje, waar op een
houtskoolvuur twee pannen stonden te
dampen.
In de kajuit was de tafel reeds gedekt,
zeer sierlijk, ofschoon alle schotels en borden
van de dikste en grofste soort waren. Maar
de veldbloemen, die de dames den vorigen
dag hadden geplukt, toen ze eene wandeling
op Langeland hadden gemaakt, stonden op
tafel,en aan de lamp had Peter klimop-ranken
bevestigd, die voortdurend trilden door de
beweging van het schip.
Reeds stond een schotel met bonte salade
op tafel, gemaakt van kropsla, roode wor
telen, kartoffelen en bloemkool een salade-
la Peter zooals Hammling dit gerecht
genoemd had, want deze salade was het
uoogste kunstgewrocht, dat Peter wist te
fabriceeren.
Mevrouw Makarie roemde de boonen, die
Peter had gekookt, en keek na of de aard
appels al reeds gaar waren.
Er bleef niets anders over te doen dan
het vleesch te braden op het spirituslicht,
terwijl Peter een paar flesschen rooden wijn
uit de kast in het salon haalde en ontkurkte.
Daarbij onderhield de gedienstige geest
zich voortdurend met zijne meesteres, zeer
bescheiden, maar toch vertrouwelijk.
Uit het gesprek bleek, dat alles aan
boord, ja, het gansche jacht, voor hem „ons"
was. „Onze servetten zijn alle vuil, ik
moet ze bepaald vanmiddag wasschen."
„Ons fornuis brandt vandaag niet best."
„Wij moeten morgen vroeg in Kiel thee
koopen, onze is op." En Makarie lachte
steeds vroolijk en zeide gehoorzaam„Ja,
Peter."
Evenals alle kinderlooze echtelieden, had
den ook de Mammling's de neiging, zich
een voorwerp uit te zoeken, waarop zij hun
genegenheid konden overbrengen.
Hun matroos Peter was hun gunsteling,
bun trots. Anecdoten van hem te ver
tellen, -was hun lievelingsgesprekzijn vol
komenheid te roemen, was hun een genot.
Zijn brieven bewaarden zij en zij vertoonden
ze als zeer grappige papieren aan hun
vrienden. Peter was gedurende zijn dienst
tijd oppasser bij den toenmaligen luitenant
Von Hollern geweest, en door dezen met
een schitterend getuigschrift aan de Mamm
ling's overgedaan. Dat was nu drie jaar
1 geleden. Eu sedert maakt Peter eiken win
ter tweemaal een tocht met een stoom
boot naar de Middellandsche Zee. In den
tusschentijd, wanneer het niet meer de
moeite was zich te laten aanwerven, leefde
hij op Willy Mammling's kosten, om vanaf
1 Mei tot midden October op de Lubina
zich weder in al zijne bekwaamheid als
zeeman, kok, bediende, iDkooper, vertrouwe
ling te toonen.
Hij was eerlijk, naïef en trouw, zooals
slechts een zeeman zijn kan, en had boven
dien de eerzucht, zich door steeds betere
kookmethoden onmisbaar te maken.
Terwijl Makarie zich met Peter onder
hield, moest zij eigenlijk langs Sylviaheen
praten, want deze leunde in de smalle
deuropening en keek er naar, hoe het
vleesch op het spirituslicht braadde.
Sylvia verlangde er naar, met haar
vriendin alleen te zijn, om dan eens met
haar te praten. Nu kon zij haar niemendal
zeggeD, en ook niet vragen. Maar Karie
was zeer verstandig. Zij raadde zooveel. Zij
verstond zoo goed de kunst, met discretie
indiscreet te zijn. Wellicht zeide zij als
Onder de Aziatische rijken, dio naast
China de bijzondere aandacht trokken, nemen
Japan, Afghanistan en Perzië de voornaamste
plaats in.
Japan heeft met vele Europeesche rijken
het zwak gemeen, dat het doorloopend aan
geldgebrek lijdt. Nauwelijks zijn do inkom
sten en uitgaven door verhoogde of nieuwe
belastingen in evenwicht gebracht, of leger
en vloot eischen niéuwe offers, die al weer
tot tekorten aanleiding geven.
Gedurende geheel bet jaar is in Japan
aan de versterking der weerbaarheid gewerkt.
De dreigende vooruitgeschoven posten van
Rusland eischten eene bijzondere voorzich
tigheid. Ten spijt van Engeland en Rusland,
nam de invloed van Japan in China en
Korea belangrijk toe. Ook in het vervolg
zal Japan zeker zijn volle aandacht aan zijne
naaste buren wijden. Het bezoek, dat
markies Ito in dezen herfst in 't bijzonder
aan Rusland bracht, kan op den verloop der
Oost-Aziatische kwestie van grooten invloed
zijn.
Do dood van Abd-er-Rahman, emir van
Afghanistan, gaf in den beginne redenen tot
ongerustheid. Men vreesde, dat bet stoot
kussen tusschen de Russische en Engelsche
bezittingen bet tooneel van een binnen-
landschen strijd zou worden.
Wanneer het zoover gekomen was, zouden
de Europeesche mogendheden geeu werkelooze
toekijkers hebben kunnen blijven, waardoor
de zaak zeer ingewikkeld had kunnen wor
den. Tot heden is de toestand echter dezelfde
gebleven. Habib Oellab is zijn vader, zonder
groot verzet der andere pretendenten, opge
volgd, Rusland en Engeland kunnen den
diplomatieken strijd te Kaboel voortzetten,
zonder dat er voorloopig vrees voor een
bloedigen strijd bestaat.
Mèt Afghanistan interesseerde Europa zich
tevens voor Perzië.
Rusland schrijdt onverpoosd op den weg
naar de Perzische Golf voort. Engeland ziet
met leedwezen deze voorwaartsche beweging.
Geen wonder, dat kuiperijen te Teheran aan
de orde van den dag zijn. De mislukte
aanslag op den Sjah wordt als een gevolg
dezer buiten- en binnenlandscbe intriges
beschouwd.
Aan het eind van ons overzicht willen wij
nog een oogenblik stilstaan bij bet wel en
wee, dat 1901 over Nederland bracht. In de
tweede maand des jaars werd door bet ge-
beele land met groote opgewektheid bet
-
huwelijk van Koningin Wilhelmina gevierd.
De stille hoop, dat eene nieuwe loot
den Oranjeboom tot nieuwen bloei zou
brengen, is tot beden in rook vervlogen. De
blijde vooruitzichten, die in deze richting ge
opend werden, zijn op eene groote teleurstel
ling nitgeloopen.
Natuurlijk nam de krijg onzer naneven in
Zuid-Afrika gedurende het geheele jaar ons
hoofd en hart in beslag. Nederland heeft
doorloopénd getrild van verontwaardiging bij
het langzaam uitmoorden van Vrijstaat en
Transvaal. De doodenkampen en soldaten-
rechtbanken mogen op de staatkundige
verhouding tot Engeland bunnen invloed niet
hebben doen gelden, in het hart des volks
hebben ze een doodelijken haat tegen de
staatkundige en militaire beulen gekweekt.
De algemeene verkiezingen in den zomer
waren voor de verschillende groepen der li
beralen en radicalen een groote tegenslag.
De overwinning, door de verbonden kerke-
lijken behaald, moest tot eene verandering
van regeeringspersonen leiden. Het ministerie-
Kuyper is nog tekort aan bet roer om het
goed te kunnen beoordeelen. Toch blijven wij
bet betreuren, dat de verwisseling beeft
plaats gehad. Vele belangrijke wetsontwerpen
zullen thans voor wie weet boe lang in por
tefeuille blijven.
In onze Oost blijft Atjeb nog altijd een
kluister aan bet been. Toch komt er nu en
dan een lichtstreep voor den dag, die op
vooruitgang wijst. Op Java werd de ver
betering en uitbreiding van de verkeerswegen
en irrigatiewerken voortgezet. Voor onze
bruine broeders daar ginds stappen in een
goede richting.
Het succes van De "Wet is en blijft bet
voornaamste nieuws. De bijzonderheden over
zijn aanval komen nu eenigszins los, ofschoon
de Engelsche bladen niet veel melden.
Daarom maar tevreden met andere bronnen.
De Petit Bleu schrijft
De colonne-Eirman, tijdelijk onder bevel
van majoor Williams, was gekampeerd op
een afgelegen kopje, welks zuidelijke belling
buitengewoon steil was. Aan den rand van
deze belling waren voorposten uitgezet. Aan
de noordzijde liep bet kopje flauw glooiend
af, zoodat daar de Britscbe voorposten ver
vooruitgeschoven waren en versterkingen
hadden aangelegd.
Uit de volledige bijzonderheden, welke ik
(Kitchener) heb ontvangen, volgt, dat de
Boeren in den nacht de bijna loodrechte
zuidelijke belling beklommen en zich van
den top meester maakten door op bet on
verwachtst de voorposten aan te grijpen. De
Boeren hadden de overmacht. Nog vóórdat
de Britscbe soldaten de tenten konden ver
laten, drongen de Boeren bet kamp binnen,
een ieder doodschietend die bun in den weg
trad. De soldaten, die uit de tenten traden,
de officieren die den stroom wilden stuiten,
werden met geweerschoten begroet. Een lui
tenant die in persoon den Maxim bedieude,
viel, door een kogel in bet hart getroffen.
Er ontstond een paniek onder de Britscbe
vanzelf iets, dat het onophoudelijk zwijgen juffrouw Sylvia morgeaoohtend vroeg gaarne
van Robert verklaarde.
Een verklaring immers was reeds troost.
Het onverklaarbare foltert tiendubbel. Wan
neer men smarten heelt te dulden, wil men
ook zoo gaarne weten de oorzaken ervan.
Bij de geringste koude die men vat, ligt
men in bed en denktwaar heb ik me dat
op den hals gehaald en men is tevreden
wanneer men kan narekenen daar en daar
ben ik uit een warme kamer gekomen en
heb in den focht gestaan. En bij dingen,
die niet de gezondheid, maar het ziele-
leven raken, redeneert men evenzoomen
wil wetenHoe komt dat Heb ik iets
misdreven
Maar Makarie was te zeer met haar werk
en met Peter bezig, om op het ernstige,
veelzeggende gelaat van haar vriendin te
letten.
Eindelijk was alles klaar. Peter kon de
heeren roepen, Willy Mammling zijn roer
aan den bootsman overgeven, en het eten
koH worden opgedragen.
Makarie en Syivia gingen op de eene
bank zitten. Tegenover hen namen de beide
heeren plaats.
„Ja", zeide Makarie, „we hebben van-
naar Schwerin wilde vertrekken, zou het voor
haar zeer onaangenaam zijn."
„O mijSylvia wist niet goed,
wat ze op deze, haar verrassende opmer
king zou zeggen.
Wist hij dan niet, dat elk uur langer
bij hem, haar een genadegeschenk was Of
wilde hij soms iets dergelijks van haar
hooren?
Zij had wel eens hooren beweren, dat
er mannen zijn, die steeds nog maar niet
willen gelooven, dat ze bemind worden, al
geeft men het hun ook nog zoo duidelijk te
kennen.
Was hij er zoo een Door zijn bijna
uitsluitend verkeer met mannen, door zyn
leven aan boord, steeds in de eenzaamheid
van de zee, had hij wellicht niet geleerd
met vrouwen om te gaan
„Jammer," merkte Makarie op. „Ik had
het mij zoo aardig voorgesteld, vanavond
ia Kiel. Ik wilde mijn kleed aantrekken,
en wij hadden naar den toren van Folkers
gegaan. Een beetje militaire muziek mag ik
wel."
Wanneer Makarie zeide „mijn kleed",
dan was er sprake van het éétige toilet,
soldaten, die zich echter zoo goed mogelijk
hielden. Toen de voorposten overweldigd
waren, moesten de Engelschen terugtrekken.
De helft der colonne ongeveer bevindt zich
thans aan de Elandsrivierbrug. De andere
helft is krijgsgevangen.
De vijftien-ponder weigerde na twee salvo"b
en de bediening viel onder de schoten der
aanvallers.
Een gewonde luitenant, die door de Boeren
voor dood werd gehouden, ontkwam. Deze
luitenant, zegt men, heeft twee karren be
laden met gesneuvelde of gewonde Boeren
zien vertrekken; de meesten van hen waren
gevallen in den aanval op de voorposten.
Een Britscb majoor, die als gewonde was
achtergelaten, bevestigt bet rapport van den
luitenant en voegt er bij, dat bij het aan
breken van den dag het slagveld was be
zaaid met Boerenlijken.
De Boeren moeten 1200 man sterk zijn ge
weest onder aanvoering van De Wet. Zij
hebben zich uitstekend gedragen en op bet
slagveld mannen achtergelaten om de ge
wonden te verzorgen.
Ten slotte geeft de „Petit Bleu" bet ver
baal der achtervolging van de zegevierende
Boeren door de cavalerie, die, zooals gewoon
lijk, geen resultaten had.
De Britscbe verliezen bij De Wet's overval
bedragen 6 officieren en 52 man gesneuveld,
9 officieren gewond en 4 officieren vermist.
Het aantal gekwetste manschappen is nog
niet bekend.
Van den tegenslag der Engelschen bij Tafel-
kop hebben we nog ee'nige bijzonderheden
die, we twijfelen er niet aan, onze lezers
zullen interesseeren. De correspondent van
Central News meldt het, en zegt zijn verhaal
van de gewonden uit dat gevecht vernomen
te hebben.
De colonnes van de kolonels Damant en
Rimington verlieten Frankfort den 19en en
trokken in de richting van Vrede den gebeelen
nacht door onder een zwaar onweder; drie
man werden door den bliksem gedood. In
de buurt van Tafelkop bestormde Damant
een wachtpost van de Boereneen man werd
gedood eu commandant Gijter gevangen ge
nomen. Bij het aanbreken van den dag werd
er met de transportwagens een lager gevormd;
oen klein geleide werd er bij achtergelaten.
Damant ging met twee veldstukken en een
pomporn en in bet geheel 95 man snel voor
waarts. Een troep Boeren werd op den lin
kervleugel ontdekt en daar ging bet been.
Op een randje komende, zag Damant een
troep van 70 man, in Engelsche uniform ge
kleed, druk bezig vee te drijven naar
hem toe. Eerst dacht
troep van Rimington's
vergissing werd echter
en bijna tegelijkertijd
troep Boeren ontdekt,
van bet Engelsche lager. De kanonnen
werden snel in stelling gebracht en afgevuurd,
maar nauwelijks wareu twee schoten gedaan,
of de Boeren lieten het vee, dat zij dreven,
in den steek en renden stoutmoedig op de
Engelsche stelling aan. Op een kleine 200 M.
afstands openden zij een nijdig vuur op de
kanonniers. Tegelijkertijd schoot een troep
men, dat bet een
colonne was. De
spoedig bemerkt,
werd een andere
nog verder links
daag genoeg, ofschoon niet veel. Daar was dat aan boord was: een zeer eenvoudige
niets anders dan visch en vleesch en aard- japon van wit cheviot. Bjj de wandelingen,
appelen en boonen. Nu, en visch dat wordt die men van boord uit ondernam, bleef ze
toch wel wat al te vervelend. in haar blauwe linnen jurk, en wanneer het
„Allemaal goed", meende haar man, en regende, trok ze daar een paletot over aan,
sneed rustig zijn groote stukken vleesch. precies zoo een als haar man dan droeg.
„Robbert", zeide mevrouw Makarie weer Zorgen over toilet, etc., maakten haar het
zij sprak den Daam van haar neef steeds
uit als werd hij met twee b's geschreven
„Robbert, wat denk je ervan, komen we
vandaag aan het einde van onze reis
Sylvia schrikte. De gedachte was nog
niet bij haar opgekomen, dat deze geringe
wind verhinderen zou, vandaag Kiel te
bereiken.
Hollern had zich juist druk tegen Willy
leven niet moeilijk.
„Ja, en Sylvia is bang wanneer we op
zee moeten slapen," zeide Mammling.
„Geen woord van waar," verzekerde zij,
bijna beleedigd.
„Je hebt het toch eens gezegd?"
„Zoo Ik herinner er mij niets van."
Hollern lachte.
„Wat zou natuurlijker zijn bij een jonge
Mammling verzet, die hem een ongehoord dame, die voor de eerste maal eene groote
groot stuk vleesch op zijn bord had willen zeereis met een jacht medemaakt."
leggen. Zoodoende antwoordde hij niet da- Een poos aten ze zwijgend door.
delijk. j „Maar het kan nog wel zijn, dat we nog
„Zooals de wind nu is, in geen geval. 1 wat wind krijgen. Vooruit komec er wolken
Hoogstens tot aan den vuurtoren. Daar opzetten, aan den horizont, tegen den wind
in," zeide de kapitein.
„Slecht weer vroeg Makarie.
Hollern haalde de schouders op.
Weder zwegen zjj. Sedert veertien dagen
hadden deze menschen reeds met elkaar ge
babbeld en elkaar gesproken over wat hen ge
meenschappelijk intereseeerde. Nieuws had
den ze elkaar nu niet meer mede te deelen.
Zoo moest het tenminste schijnen. Maar
de karige wisseling van woorden was bjj
geen van hen het teeken dat hun nieuwsbron
wa3 opgedroogd.
Sylvia zat te beven. Zij wachtte of de
getiefde man niet eenmaal zijn glas zou op
heffen en haar zou toedrinken, of tenminste
met zijn oogen iets zou zeggen.
En Robert von Hollern voelde, dat zjj
wachtte. Zijn hand, waarmede hij het glas
vasthield, begon te beven. Hij vermeed, in
vaste zelfbeheersching, haar in het gelaat
te zien. Hij werd nog stiller, omdat hij er
te zeer op bedacht moest zijD, onschuldige
woorden te kiezen.
Makarie was, sedert men aan tafel zat,
er plotseling mede bezig, wat die beidea
wel mochten denken, wat zij vandaag wel
aan elkaar zouden zeggen. Zou het werke
lijk mogelijk zijn, dat Robert en Sylvia niet-
verloofd vandaag van boord zonden gaan?
Maar dat zou immers toch
WiUy Mammling's gedachten waren op
een geheel anderen weg. De zeil tijd was
nu gauw aan zijn eind.
Binnen veertien dagen vond het afzeilen
van de keizerlijke jachtclub van Cuxhavcn
plaats. Hij wilde dan met de Lubina, die
dan door een vriend zou bestuurd worden,
zoomede met zijn hardzeiler de„Libelle"daar
aan deelnemen,en hoopte met het laatste jacht
een prijs te behalen. Ook was dat een
mooie gelegenheid om alle benijders en
betweters te toonen, hoe de Lubina zich
had gehouden met haar onvergelijkelijk
systeem. Gansch in stilte broedde hij over
verbeteringen, en had het plan, in den win
ter nog een vo'komener model te maken,
waarover Lij zelf- nog niet met zijne Karie
had gesproken.
WORDT VERVOLGD.