Donderdag £7 Februari L90& -UWU Jaargang No. 3709. GRONDBELASTING. Binnenlandsch Nieuws. Het A B C VAN HET LEVEN. SCHA Nuiis-, AIYT. AtTeruitiü- Laiiliullal Dit blad verechijr.t tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A.DVERTENTIEN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: H(I8iGKX, Laan, I) 4. UitgeverP. TRAPMAN. 1 edewerKer I. \Y I K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afoonderliike nummers 6 Cent. A.DVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 5 cf Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. (iemeento Sclntyen. BEKENDMAKINGEN. o De Burgemeester »ao Sehsgen brenjt, naar aanlei ding rai art. 15, 2e lid der Wet ven 2fi Hei 1870 (Stbl. no. 82) ter kennis van belanghebbenden, dat heden ter 8tcretarie deier gemeente gedurende 30 dagen ter inzage ia nedergelegd eene opgave van uitkomsten van meting en schatting, bedoeld in de artt. 15, 28 en 43 dier Wet. Schagen, den 25 Februari 1902. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. WIERINGERWAARD, 23 Febr. 1902. Voor een goedgevulde zaal trad hedenavond de Zangvereeniging „Apollo" op met een af wisselend programma. Blijkens de aandacht van het publiek en het applaus werden de verschillende nummers met smaak en gevoel voorgedragen, ofschoon, zooals 't altijd gaat 'teen beter, 't ander minder. Van de koornum mers bevielen ons het best de nummers 2,4, 6,10 en 12. De uitspraak was keurig, men had geen tekstboekje noodig. De vereeniging had zich de medewerking verzekerd vanMej.Lohoff, sopraan-soliste en pianiste, van Amsterdam, en den heer F. Felkers, op muzikaal gebied welbekend. Mej. Lohoff zong met een benijdenswaardige stem eenige liederen, alsmede een duét met den heer H. Zijp, begeleid op de piano door mej. Groneman en den heer Zijp voornoemd. Mej. Lohoff heeft mede door een solostuk voor piano getoond, een veelzijdig ontwikkeld muzikaal talent te bezitten. Ofschoon een solo voor orgel hier wel als een nieuwigheid mag beschouwd worden, bleek toch, dat het publiek er nog al mede ingenomen was. Na het laatste nummer nam de voorzitter van „Apollo", de heer J. Zijp, het woord, om namens de vereeniging dank te betuigen aan Mej. Lohoff en den heer Felkers, voor hunne belangelooze medewerking. De heer Zijp her innerde er nog even aan, dat „Apollo" op het gehouden concours te Wognum den tweeden prijs had mogen verwerven en bracht hulde aan den wakkeren, eminenten directeur, den heer P. Stadt. Ten slotte werd Mej. Lohoff en den heer Felkers namens de vereeniging een aardig souvenir aangeboden, waarvoor zij „Apollo hunnen hartelijken dank betuigden. De heer Felkers verklaarde zooiets heelemaal niet ver wacht te hebben, maar was er toch zeer erkentelijk voor en gaf de vereeniging de verzekering, dat hij steeds bereid zon bevonden worden, om, indien noodig, zijn steun te ver- leenen. Met bal en een gezellig zitje werd het concert besloten. Het Fanfarekorps „W. W." zal op Zondag 9 Maart a.s. een volksconcert geven tegen entree van 2B cent voor heer en dame en voorts 15 cent per persoon. Dit concert geeft geen vrijen toegang voor kunst lievende leden, aangezien daarvoor een andere avond zal worden bepaald. Kaarten zijn er al vele genomen en zijn nog dagelijks ver krijgbaar bij den heer Jb. Mosk, secretaris van „W. W." Van de vier in de gemeente BARSINGERHORN bestaande Fanfarekorp sen zal er slechts één deelnemen aan het concours te N. Niedorp, n.1. de Kreiler Kapel, onder directie van den heer F. Felkers te W ieringer waard. FEUILLETON. Doob IDA BOY-ED. 19. Sylvia voelde zich weder een nul, als lucht. Het deed haar genoegen, dat ze de beide mannen onaangenaam vond. Bruno Brand had zeer kort geknipt, zwart haar, 't zag er bjjna uit als een muizenvel en omdat het rondom zeer scherp was bij geknipt, scheen het alsof hij een Mephisto- kapje op had. Hj had een zenuwachtig, kregel gelaat, droeg een bril met dikke, zwarte randen, en had baard noch snor. Hij scheen veel ouder dan de ander. Zooveel l u 8tond hem zijne kleedingeen helderblauw flanellen hemd, bruine korte "L^8 jD b re ede, zwart zijden gordel. Deze kleeding was te jeugdig en herinnerde aan den zomer. Uudolf Lender geleek meer in zijne man °^- ®®*^e en had er als een knap ■Bk Ult8ezien, wanneer hij maar niet zoo ^geweest was. annn^rL!?der zaK er uit, of hij een groot vollfifr, Van hier. Hij had een rood snor met een dikke, blonde 6r in 't ar(i00r merkwaardig was, dat breed a ,m}dden onder den neus een W&t eidic8 waa- me°t^ad ?rÜgg6 ^°Ch schijning! p \aeze twee, een edele ver streken de 0e'i' 'eder teekenaar zou in drie 28 koppen tot carricaturea ver- Te CALLANTSOOG is een Volkskiesvereeniging opgericht, tellende reeds 41 leden. Het Bestuur is samengesteld als volgt: de heeren J. Roebers Voorzitter, P. J. Zipp Jr. Vice-Voorz., Jb. Vos Az. Secretaris. Fl. Hoek Vice-Secret., A. Kooger Penningmeester. Door den heer Reitsma van Den Helder, daartoe uitgenoodigd, werd een concept-pro gramma aangeboden, dat na een kleine wijzi ging werd goedgekeurd. Een aangename, gezellige geest heersehte op deze vergadering der jonge vereeniging. De uitvoering van de Kinder zangschool te BARSINGERHORN, onder leiding van den heer J. de Groot, is weder tot een goed einde gebracht. De eindrepetitie op Zaterdagavond was, als altijd, een uitvoe ring voor kinderenwat 'n genot Maar de Zondagavond is voor de grooteren bestemd en dan deelt Sinterklaas in de „Kin- der-cantate van Bernard Zweers" aan ieder der zingende kinderen een sinaasappel nit. Dezen keer waren er op Zondagavond meer bezoekers dan men verwacht had, met het oog op de vele uitvoeringen elders. Trouwens de moeite, die velen zich getroosten om de opvoering van eene kinder-operette te doen slagen, verdient wel een goed bezoek. Zoowel de Sint-Nikolaas-cantate van Zweers, als de kinderoperette „De Schoone Slaapster" van Richard Hol, zijn door de kinderen aardig gezongen en met onverdeelde aandacht door de aanwezigen aangehoord. De onontbeer lijke piano-begeleiding, zoo goed toevertrouwd aan den heer C. Spaans Dz., droeg het hare er toe bij om de uitvoering goed te maken. Voor de rol van den vader in de Sinter klaas-cantate gaf de heer K. Schoorl zijne medewerking, terwijl eenige dames ter afwis seling een drietal zangstukken voordroegen, die met bijval werden ontvangen. Dat vele jongelui onder het publiek nog met genoegen terugdachten aan aen tijd, dat zij bij eene vorige gelegenheid hadden mee gedaan in die kinder-operette, moge een waarborg zyn voor het voortbestaan der Kinderzangschool van den heer De Groot. Het Fanfarekorps „De Een dracht" te KOLHORN gaf Zondag j.1. voor eene ruim bezette zaal een uitvoering, die blykbaar goed in den smaak viel. Voortdurend valt er bij dit gezelschap vooruitgang waar te nemen, en wordt met dezelfde middelen beter effect verkregen. Voor de gewone afwisseling was ook gezorgd, en het tooneel- stukje ging dezen keer de krachten der ver- tooners niet te boven, maar liep vlot en opgewekt van stapel. Wel gingen er stemmen op uit het publiek en niet ten onrechte die ernstig bezwaar hadden tegen de vertooning van een stuk, waarin drankmisbruik schering en inslag was, maar wij gelooven, dat de keus ter goeder trouw is gedaan. Toch dient de leider van dit gedeelte van 't program er voortaan op bedacht te zijn geen stukken te kiezen, die aanstoot kannen geven, in welken vorm dan ook. Niet vra gen: „Wat vind ik mooi?" maar: „Wat is mooi „De Transvaalsche Boeren," dat als slot nummer ging, (dnet voor Tenor en Bariton met begeleiding) werd kranig gezongen, en daar de costunms en de flink uitkomende, pas sende achtergrond de illusie voltooiden, dave rend toegejuicht. WIERINGEN. De muziekvereeniging „Harmonie" alhier heeft j.1. Zondag besloten, deel te nemen aan het concours voor Harmonie- en Fanfare korpsen te N.-Niedorp op 15 Juni 1902. WIERINGEN. In de j.1. Vrijdagavond gehouden verga dering der afdeeling Wieringen v. d. Holland- sche M. v. Landbouw, ®s besloten geen paar- denfonds vanwege de afdeeling op te richten, doch dit aan de nieuw opgerichte vereeniging „Helpt Elkander" over te laten. De aangekondigde lezing vaD den heer Reijffert van Amsterdam, over Amerikaansche kracht voeders, kon niet plaats hebben, om reden de heer Reijffert vanwege het ijs in zee den overtocht niet maken kon. De heer L. Spaander sprak over de wer king van Raiffeiseubanken of landbouwcrediet- banken en met alle aandacht volgde men sprekers rede. Eenige personen deden toe zegging van hun steun aan den heer Spaan der, tot het oprichten van een landbouw- credietbank. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Mei a. s. aan den Heer L. C. Kolff op zijn verzoek eervol ontslag verleend als bur- gemeester van WIERINGEN. Na voldoende voorbereiding, is door den Directeur v. d. Openbaren Gezond heidsdienst te Amsterdam gediplomeerd als desinfecteur de heer Jb. Kalf te KOLHORN. Kwaadaardige ziekte. Te ZAANDAM komt een zeer eigenaardige ziekte voor, die blijkt hoogst gevaarlijk en besmettelijk te zijn. Eerst wist men niet wat het was, nu wordt beweerd dat hier met vlektyphns te doen is. By eene familie brak de ziekte nit en vijf leden dezer familie zijn reeds gestorven, die allen met den eerstaangetaste of andere lijders in aanraking zijn geweest. Behalve dezen, liggen nog meer aangetasten in de ziekenbarak. Krachtige maatregelen worden voorbereid en genomen, om de ziekte tot staan te brengen en zoo mogelijk meerdere gevallen te voort komen. Het is zeer moeilijk, juist t* weten .te komen, welke vorderingen de ziekte maakt, daar het hoogst gevaarlijk is, informatiën in te winnen bij de besmet verklaarde gezinnen, terwyl de doctoren en politie-autoriteiten in hun antwoorden zeer gereserveerd zijn. En dat men berichten uit de tweede hand niet altijd kan gelooven, behoeft zeker geen betoog. Wie bekend is met de ziekte, weet trouwens wel, dat zij een zeer kwaadaardig karakter heeft en voor hen, die nimmer van vlektyphus hoorden, is het voldoende te melden, dat te Zaandam na een lijden van bijna twee dagen aan de ziekte is overleden een persoon, die als rondreizend koopman een oogenblik maar in een besmet huis was geweest, om hen te overtuigen, dat de ziekte werkelijk zeer ge vreesd mag heeten. Ook te Koog a/d. Zaan is dezelfde ziekte geconstateerd. Nader meldt men, dat ook te Zaandijk en Wormerveer gevallen voorkomen. Meende men eerst, dat de ziekte was overge bracht door gonjezakken, aan den anderen kant wordt verzekerd, dat niet de zakken, maar het daarin aanwezige Bombay-zaad be smet is geweest. Pleegzusters uit Amsterdam zijn overge komen, om te Zaandam haar diensten te ver- leenen, deels in de barak, deels in de oude openbare school aan het Franschepad, waar alleen nog zangles wordt gegeven, en welke thans is ingericht als verblijfplaats van per sonen, die met één of meer der zieken in aanraking zijn geweest. Voor alle besmet verklaarde huizen zijn politieposten geplaatst en zoodra deze ontruimd zijn, worden zij oogenblikkelijk ontsmet. De inspecteur van het geneeskundig staats toezicht, dr. Dozy, heeft Maandag wederom een onderzoek ingesteld en termen gevonden, om de besmetting epidemisch te verklaren. Doctoren enz. raden uiterste voorzichtigheid aan en adviseeren eerstens tot ontwijking der besmette perceelen, indien men er geen dringende boodschap heeft, en tweedens tot het koken der melk, terwijl zij waarschuwen tegen het uitspoelen van potten, pannen, dweilen, enz. in het water der Zaan of der talrijke slooten. Een Tsaar-Peter-monument. Er bestaat zeer groote kans, dat ZAAN DAM spoedig een Tsaar-Peter-monnment zal bezitten. De vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer heeft reeds door den heer K. J. T. Kamman te Utrecht een ont werp doen vervaardigen. Het vertoont aan de voorzijde het horstbeeld van den grooten Tsaar, aan de achterzijde een inscriptie, links een schip en rechts het wapen van Rosland en wordt gedekt door de keizers kroon. Een oolijke inbreker. Men schrijft nit AMERSFOORT Een waarlijk oolijke inbreker is hier aan 't werk geweest. Door een raampje aan den achterkant van het door de bewoners tijdelijk verlaten huis binnengeklommen, heeft hij zich naar de slaapkamer van den heer des huizes begeven en zich de arme drommel had zeker in langen tijd niet zoo'n bed gehad in de beide jumeaux te slapen gelegd. Vooraf schijnt hij de kleerkast van den heer des huizes eens te hebben geïnspecteerd, althans eën laken pantalon lag op den grond naastde oude plunje van den onwelkomen gast, die zich onder meer voorzag van chemise, jaeger-pantalon en borstrok, enz. Wellicht uit dankbaarheid heeft de vriend overigens niets ontvreemd. a Een buitenkansje. Men schrijft aan de N. Ct. uit FRIESLAND In Friesland is tegenwoordig een „vliegen de" handel in nuchteren kalveren. De op- koopers kloppen om de eerste te zijn vaak de boeren te drie nor 's morgens op, om over den verkoop van de kalveren te onderhandelen, die des nachts mochten gebo ren zijn. Alle vleesch gaat naar Engeland de marktprijzen daar komen geregeld hooger op, zoodat de Friesohe boer eigenlijk maken kan wat hij vraagt. Het komt er niet op aan, of het kalf wat klein van stuk is, alles gaat toch naar Engeland Per stuk wordt van f 8 tot f 11 betaaldde boeren die de kalveren in voorkoop verkochten tegen f 6 a f 7 per stuk, kijken leelijk op hun neus. Gedurende het jaar 1901 zijn nit 34 van de 43 gemeenten in FRIESLAND 387 personen als landverhuizers vertrokken, voor verreweg het grootste gedeelte naar Noord- Amerika, enkelen naar Zuid-Afrika, Oost- Indië en landen in Europa. Onder dit cijfer waren 62 hoofden van gezinnen, die verge zeld gingen van 57 vronwen, 147 kinderen en 1 dienstbode, de overigen waren vrijge zellen. Van de hoofden en vrijgezellen waren er 29 welgesteld, 103 mingegoed en 50 be hoeftig; verder 107 Ned. Herv., 58 gerefor meerd, 6 roomsch-katholiek; 11 behoorden tot geen godsdienstige gezindte. Hoop op ver betering van bestaan was bij het grootste gedeelte doel van het vertrek. Ia 1900 vertrokken 374, in de laatste tien jaren te zamen 6300. Katholieke universiteit. In de „Maasbode" wordt medegedeeld, dat van katholieke zijde personeu van invloed bezig zijn, voorbereidende stappen te doen in zake de oprichting eener katholieke universi teit, en dat reeds een gift van f 20.000 voor zulk een universiteit is ontvangen. Gestikt. De 25-jarige knecht van den zandschipper Veenstra, liggende met zijn schip in het Noordzeekanaal bij de Hembrug, had zich in het vooronder ter ruste begeven by een Sot gloeiende koleD. De schipper vond hem en volgenden morgen bewusteloos en bij onderzoek van een geneeskundige bleek het, dat hij door kolendamp gestikt was. Noodlottige branden. In den nacht van Zaterdag op Zondag, om hulftwee, ontstond te Amsterdam brand in het voorvertrek van de derde étage van perceel 81 aan de Korte Houtstraat, bewoond door het gezin van den werkman W. Raet. Deze was op het genoemde nnr nog wegens zijn werkzaamheden afwezig en zijn vrouw was even de straat op gegaan om een kooltje vnur te halen. Gedurende haar afwezigheid hadden de beide in de bedstede liggende kinderen, Emanuel, oud 6 jaar en Barend, oud 3'/j jaar, een nachtlichtje weten te pak ken en waren daarmede in bed gaan spelen, met het noodlottig gevolg dat het bed in brand geraakte. De buren, die de achterkamer bewoonden, zagen rook nit het voorvertrek j komen, gingen zien wat gebeurd was, alar meerden de brandweer, "haalden de beide kinderen, die geen teeken van leven meer gaven, nit de bedstede en brachten die bij de bewoners der tweede étage. De officier Boele ter plaatse gekomen en hoorende wat gebeurd was, trachtte dadelijk de beide kinderen, die slechts onbeteekenende brandwonden hadden bekomen en schijnbaar bewusteloos waren, bij te brengen. Al het mogelijke werd gedaan, ook door den genees heer D. van Dieren, die gehaald was en spoedig ter plaatse was. Doch de dokter, moest, helaas den dood der beide kinderen constateeren, zij waren in den rook gestikt. Het brandje was onbeduidend, alleen de bedstede had door het vuur geleden. Het voor de ouders vreeselijke geval maakte in die buurt natuurlijk diepen indruk, en is voor hen ook materiëel ernstig, doordat hun boe- deltje niet verzekerd was. Zondagavond ongeveer halfzeven werd de brandweer wederom gealarmeerd voor een vrij feilen brand in de Groote Kattenburger- straat 58. De bewoners van het eerste boven huis van dit perceel roken omstreeks dien tijd op de trap een erge brandlacht en de man, Van Besten, ging naar boven om te zien of er ook onraad was bij de bewoners der tweede étage. Daar stond het portaal reeds vol rook, die blijkbaar kwam nit de achterkamer, bewoond door een van haar man gescheiden vrouw, Vinke geheeten. Van I lesten kon de deux dier kamer niet open krijgen en trapte toen het paneel in. Toen dit geschied was, sloegen hem de vlammen bijkans in het gelaat, zoodat hij haastig terug moest wijken en dadelijk de bewoonster der voorkamer, de weduwe Scharloo waarschuwde. De bewoners der beide étages vluchtten toen de straat op. De brandweer werd gealarmeerd en tastte, ter plaatse gekomen, onder bevel der officieren Boele en Lodewijks, de vlammen, die onderwijl achter hevig uitsloegen, met eenige stralen op de Vechtwaterleiding aan. Toen men den brand meester was, vond men in de achterkamer op den vloer het geheel verkoolde lijk van vrouw Vinke. Het lijk werd naar het Biunon-Gasthuis gebracht. Hoewel de oorzaak van den brand niet met zekerheid is te zeggen, mag met reden ver ondersteld worden, dat het ongelukkige slacht offer daarvan de oorzaak is geweest. Immers, vrouw inke, die geheel alleen leefde, stond bij de bewoners van het huis bekend als anderd hebben. Wat zij spraken, was voor Sylvia, of schoon ze nu reeds drie maanden in deze sfeer leefde, een boek met zeven zegelen. Bruno Brand had iets geschreven. Zoo veel begreep Sylvia eruit, dat het betrek king had op de stemming die moest heerschen bij de inrichting van woningen. Dat artikel zou een geweldigen opgang gemaakt hebben. Iedereen sprak slechts daarover. Men verwachtte er minstens een wereldhervorming van. De tegen standers van Brand lagen woedend op hun rug te spartelen. En wat al niet verder, 't was verbazend, wereld schokkend. Faulette kuste uit naam van allen Bruno Brand op het voorhoofd. Daarna las Max Ludolf Lee der een ge dicht voor, dat hij vandaag in den spoor trein had gemaakt. Het scheen Sylvia toe, dat het mooie verzen waren, en ze vond het aardig om er naar te luisteren. Maar de anderen toonden zich meê- gesleept van verrukking. Peze verzen waren een daadHet was de nieuwe lyriek Wanneer men er zeker van was, dat de menschheid ooren had om te hooren, dan zou Max Ludolf Lender de wereld ten top voeren. „Kan dat alles nu werkelijk?" dacht Sylvia. „Al is dat artikel werkelijk wat, al is dat gedicht bepaald mooi, spreekt dan inderdaad de heel© wereld erover Heeft die wereld werkelijk zooveel neiging, en getroost die zich werkelijk zooveel moeite, om zich daarover te bekommeren Heb ik dan vroeger geen ooreD en oogen gehad? Want vóór dezen tyd zal er toch ook veel voortgebracht zijn op allerlei gebied. Draait dan het heil der wereld en haar belangstelling werkelijk om deze productie van kunst Is dat het gewich tigste, alle tijden door Kenden deze menschen geen maat, of ontbrak haar dat Overschatten zij zich- zelven en hun beteekenis, of rekende de wereld hen te gering Was de uitvinding van een machine, het doorgraven van een tunnel niet gewichtiger voor de cultuur, dan een lyrisch gedicht? Maar het scheen, dat in dezen krftg voor geen andere zaken belangstelling bestond, men elkaar geen andere vraag stelde, als wat hebt ge vandaag op het gebied der kunst gewrocht Of er wel mannen waren, die zichzelf en hun kennis op de rechte waarde stelden En dan kwam haar Bobert in de ge dachten. Walk een kalme vastberadenheid, zonder zulk een geschreeuw over zichzelf te maken. Max Ludolf Lender keek menigmaal met zijn waterige oogjes welgevallig naar haar en dronk haar ook eenmaal toe. Bruno Brand was echter op de „hoogte" van de Oontils, en van daar af kon men die nietige aardwormen onmogelijk opmerken. Maar deze deed het echter eerlijker dan Contil,want door dezen laatste voelde Sylvia zich steeds bespied. Zij geloofde beslist, dat hij zeer gaarne haar weer zag vertrekken. Na het avondeten trok men in processie, op voorstel van Lender, naar het atelier, naar het ziekbed van den vriend. Vooraan ging Pauletfe. Zij droeg haar lila kleed en bad een krans van witte rozen op het roodbruine haar gedrukt. In haar hoog opgerichte rechterhand hield ze een brandende kaars. Eveuals ganzen volg den haar de mannen ieder met een Jicht, Sylvia met de lamp achteraan. Zij liepen zonder gedruis en langzaam. De kleine tuin lag onder de sneeuw. Zy drukte zwaar op de takken der struiken. Overal in 't rond was alles wit en heersehte groote stilte. Aan den donkerblauwen hemel schitterden onrustig de sterren.Het kleine stukje snesuw- vacht dat men hier zag, was slechts een hoekje van den wondertuin der witte natuur. En toch werkte het op Syivia overwel digend. En de eigenlijk toch onschuldige scherts van dezen tocht met lichten door den besneeuwden tuin, scheen haar een ont wijding. Zij voelde zich zoo vreemd hier. En dat gevoel van eenzaamheid deed haar bitter pijn. „Toch eon plaats te hebben, waar ik wer kelijk behoor 1" dacht ze. Conrad Brügge verheugde zich zeer over de processie en keek vergenoegd toe, hoe het gezelschap zich om zijn bed groepeerde, terwijl Sylvia met Schuberger glazen en flesschen haaide. Paulette danste weer eens en poseerde als „de droom," en Max Ludolf Lender improviseerde een gedicht op het marmer blok dat nog buiten onder het witte sneeuwdek lag, terwijl in zijn wit en blank binnenste reeds een edel stuk de mees terhand verbeidde, die het daaruit zou scheppen. Contil en Bruno Brand liepen later op den achtergrond van de kamer steeds op en neer, en spraken halfluid over verschil lende gewichtige dingen. Het scheeu alsof die twee mannen niet anders dau gewichtig konden zyn. Lender daarentegen kon vrooiijk zijn en begon Sylvia allerlei com plimenten te zeggen, wat Conrad Brügge blykbaar aardig en amusant vond. Bertie en Paulette zaten merkwaardig stil naast elkaar, en wanneer Bertie het woord tot haar richtte, scheen het steeds zeer beteekenisvol. Eindelijk viel het iemand in, dat het reods twaalf uur was en dat Contil en Bruno Brand samen nog wat hadden te werken, en dat de dokter voor den zieke een kalm leven zeer wenschelijk had g oordeeld. Allen braken op. Sylvia riep Schuberger, want ze moesten den boel nog opruimen, mea kon Brügge toch slecht naast een tafel laten slapen, waarop leege glazen en flesschen, sigaren en aschbakjes stonden. Ook m-jest Schuberger de kachel nog voor zien, want in het lichte gebouwtje was het niet warm. Bij het heen en weer loopen van het atelier naar het huis, zag Sylvia op de kamer van Contil het licht op. Voor in den tuin, naast het huis, spraken nog menschen. Misschien, dat Bertie met Lender, wellicht ook met Paulette, den schoonen, stillen winternacht inkeken. Het lachen van Lender was tenminste telkens te hooren. Dan werd het weder stil. Welk een heerlijke, reine adem in den nacht. De kou werkte verfrisschemjlhaar ontbrak nog de snijdende strengheid van de groote vorst. WOEDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 1