Zondag 30 Maart 1902.
46ste Jaargang No. 3718.
TWEEDE BLAD.
Hollands Noorderkwartier,
FEUILLETON.
Het ABC
VAN HET LEVEN.
binnen^dez^muren! ZWijgen d°°dS
Vergadering van de Vereexi-
GING TOT OnTWIKKEI.IXTAM DSM LaMBBOi w in
gehouden op Woensdag 26 Maart 1902, des
voormiddag» ten half elf ure, bij den heer
O. Schermer te Hoogwoud.
De Voorzitter, de heer K. Breebaart Jz.,
opende de vergadering met te zeggen
Mijneheeren
Het al» een voorrecht beschouwende, voor
den tweeden keer als voorzitter dezer Vereeni-
ging voor U te mogen optreden, roep ik U
een hartelijk „weest welkomtoe in deze
zaal, getooid met ontwikkelend levend groen.
Veroorlooft my. mij opnieuw bij U aan te
bevelen voor dezelfde zeer door mij op prijs
gestelde welwillendheid en toegevendheid, die
ik gedurende mijn vorig voorzitterschap Uwer
zijds heb mogen ondervinden. Voorwaar zal
het mij dan minder moeilijk vallen, de taak
van voorzitter te vervullen.
Voordat ik overga tot opening dezer bijeen
komst, wensch ik met een enkel woord te
wijzen op de meer gunstige voorwaarden,
waaronder on» landbouwbedrijf thans .kan
worden uitgeoefend.
Leefde gedurende een reeks van jaren de
landbouwer in een tijdperk van achteruitgang
en moest helaas tengevolge daarvan menig
oppassend man het opgeven, omdat zijn
weerstandsvermogen tekort schoot, in de
laatste jaren komt gelukkig hierin eenige
verandering ten goede.
Het heeft den schijn, hoewel ik het bijna
als de werkelijkheid vermeen te mogen con-
stateeren, dat juist die tijd der malaise, dien
wij hebben moeten doorleven, den stoot heeft
gegeven tot weder-opleving van ons bedrijf.
De moeilijke omstandigheden, waarin de
landbouw verkeerde, gaven aanleiding, dat
men naar middelen begon uit te zien, waar
door hij weer uit zijn verval was op te heffen.
Vooruitstrevende beoefenaars van en belang
stellenden in het landbouwbedrijf waren van
oordeel, dat meerdere ontwikkeling van den
boer een hoofdvereischte was, om verbetering
in den treurigen toestand te brengen.
Daarom werd goed en degelijk landbouw
onderwijs noodzakelijk geacht en voor ruim
25 jaar door het oprichten van een Rijksland
bouwschool, waaraan verbonden een Rijks-
landbouwproefstation, de eerste juiste schrede
op dezen weg gedaan.
De ondervinding deed al spoedig duidelijk
de overtuiging rijpen, dat deze inrichting al
léén niet voldoende hulp kon bieden, maar dat
landbouwonderwijs in wijderen kring moest
worden aangemoedigd en bevorderd.
Het oprichten en daarstellen van landbouw-
cursussen en later weer van landbouwwinter-
scholen, volgde, en werden tot meerdere voor
lichting en bevordering van de landbouw-
kennis, landbouwleeraren van Rijkswege en
zuivelconsulenten met Rijkssteun aangesteld.
Ook deed oordeelkundig gebruik van hulp
meststoffen het zijne, om de vruchtbaarheid
van den grond te vermeerderen en bracht
dit, gepaard met, of zonder aanwending van
groenbemesting, een geheelen ommekeer in
menig landbouwbedrijf te weeg. Verbetering
en uitbreiding van verkeerswegen bevorderde
de groenteteelt.
Konden wij den meerderen bloei van den
landbouw geheel meten naar den maatstaf van
de rijzing der landprijzen, dan zeer zeker zijn
er feiten te over, die er op wijzen, dat de
landbouwstand weer vooruitgaande is.
De concurrentie speelt echter hierbij ook
een groote rol en meen ik, dat eene waar
schuwing tegen te hoog opdrijven der land
prijzen gerechtvaardigd is, en dat overdrijving
in die richting wel eens wederom treurige
gevolgen voor de toekomst kon baren.
De Rijkslandbouwproefstations wonnen ge
durende hun bestaan gelukkig het ver
trouwen van den boer.
Professor Adolf Meyer, de directeur van
het aan de Rijkslandbouwschool verbonden
Proefstation, ontving onlangs bij gelegenheid
van zijn 25-jarig jubiló welverdiende hulde
voor zijn ijverig streven, dat hij toonde, door
als hoogst bekwaam scheikundige den land
bouw steeds ter zijde te staan.
De oprichting van dit Proefstation werd,
gedrongen door de daaraan gevoelde behoefte,
door meerderen gevolgd.
Dooi
IDA BOY-ED.
0-0-0
27.
Wanneer zij dat oogenblik van koelheid
in haar hart tegen de arme, lieve Karie
maar ongebeurd kon heeten
Hoe onrechtvaardig moest dat gevoel
geweest zijn, wanneer het haar nu zoo
hartstochtelijk berouwde-!
Of was de fijnheid van voelen zooveel
grooter tegenover een doode, die zijn ge
breken niet meer verontschuldigen kan en
op het beeld van zijn verleden niet meer
het ware licht werpen kan
Sylvia schreef ook aan Bertie
„In plaats van mij zelf, vindt ge deze
regelen. Een vreeselijk ongeluk geschiedde
Makarie is dood. Ik kan hier nu niet weg.
Wacht in Hamburg."
Zij adresseerde den brief naar Hamburg
aan het hotel, waar ze Bertie had willen
aantreffen.
Het ontbrak haar niet aan tijd, haar
roeder een langen brief te schrijven. Maar
e ontbrak haar wel aan de kracht daartoe,
was haar onmogelijk stil te zitten, met
iwn,fUW1?e. zwijgen van den nacht in het
eenige^611 Wat ^oen dat was het
brief nog ,m,et telegram en den
bet station. Maar het was
En zoo kunnen ook wij ons verheugen,
een Rijkslandbouwproefstation in onze naaste
omgeving te hebben gekregen, aan welke
inrichting de heer Van Loockeren Campagne
de eerste Directeur werd, en dat nü reeds
sedert een tiental jaren onder de bekwame
leiding staat van haren tweeden, zeer ver
dienstelijken Directeur, den heer Dr. K. H. M.
van der Zande.
Wat Dr. v. d. Zande voor de ontwikkeling
van den landbouw deed, mijneheerenwij
allen, die hem kennen, kunnen daarover oor-
deelen.
Van den beginne af was hij een volijverig
strijder in onze Vereeniging. om den land
bouw vooruit te helpen en is het mede aan
zijn initiatief te danken, dat de Regeering
het belangrijk besluit nam, om naast het
nieuwe Rijkslandbouwproefstation eene Rijks-
proefzuivelboerderij te bouwen.
Nederland is een der eerste landen, die
eene zoodanige inrichting daarstelde.
Moge ook deze inrichting spoedig met eere
genoemd worden
Waar ik daar juist als mijne meening uitte,
dat de landbouw uit zijn diep verval werd
opgeheven door meerdere landbouwwetenschap,
het gevolg van een ernstig streven van be
langstellende bevorderaars dezer branche van
volksbestaan, doet het ons zeker pijnlijk aan,
wanneer door den onvermijdelijken dood krach
tige en verdienstelijke medestrijders naast ons
worden weggemaaid.
Onze Vereeniging leed in den laatsten tijd
zware verliezen.
Onze algemeen geachte oud-voorzitter en
vriend, de heer S. de Jongh, en het door ons
allen geachte oud-bestuurslid de heer Lnitje
Visser, werden beiden in de kracht van hun
leven ten doode opgeroepen.
In hen verliest de Vereeniging warme voor
standers van de bevordering der ontwikkeling
van den landbouw.
Hunne nagedachtenis leve bjj ons in aan
gename herinnering voort 1
Een minder bij ons bekende persoon, maar
die toch zeer hooge achting verdiende en van
de oprichting af lid onzer vereeniging was,
is heengegaan, hoewel op hoogen leeftijd.
Niettegenstaande hij reeds 82 jaren telde,
bezat hij nog jeugdige kracht.
Hij was het, die als voorzitter van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
destijds krachtig ijverde voor goed en degelijk
landbouwonderwijs.
Mijne heeren Ik bedoel hier den heer Mr.
W. van der Vliet, die den landbouw een
goed hart toedroeg en zich op menig gebied
als een verdienstelijk man deed kennen.
V aar wij nu den steun van mannen als
bovengenoemden voortaan zullen moeten
derven, wordt er van onze krachten meer
gevergd.
Het is nu onze dure plicht, met verdubbelde
energie de handen aan den ploeg te slaan,
en innig vereenigd ons te beijveren, een
waakzaam oog te houden op de belangen
van den landbouw.
Vergunt mij dus, uwe hulp en medewerking
in te roepen tot het aanmoedigen van nieuwe
en jeugdige krachten, om met ons pal te staan,
te arbeiden en moedig mede te stryden ter
bereiking van het schoone doel, dat onze
vereeniging beoogt „de ontwikkeling van
den Landbouw."
Met den welgemeenden, oprechten wensch,
dat ook de heden door ons te houden beraad
slagingen en te nemen besluiten hiertoe
eenigszins bevorderlijk mogen zijn, verklaar
ik de 64ste algemeene vergadering der ver
eeniging voor geopend.
Hierna werden door den secretaris, den heer
W. Teengs, de zeer uitgebreide notulen ge
lezen en onder luid applaus goedgekeurd,
zonder eenige aanmerking.
De Voorz. doet daarna de volgende mede-
deelingen
le. Het ledental der vereeniging bedraagt
162.
2e. Het onderzoek naar de verschillende
soorten lijnkoek heeft plaats gehadde resul
taten zullen worden gepubliceerd.
3e. Het hoofdbestuur van de Hollandsche
Maatschappij zal met Noorderkwartier samen
op de a. s. tentoonstelling te Alkmaar, de
proef houden met verschillende stoomdorsch-
werktuigen enz., en zal door Noorderkwartier
een som van f 300 als maximum worden ge- j
geven. Het Bestuur van Noorderkwartier zal
de proef uitvoeren en alles onder zijne leiding
nemen. Het hoofdbestuur der H. M. v. L. zal
2 juryleden benoemen, eveneens het bestuur
van Noorderkwartier; het 5e lid der jury zal
hoogstwaarschijnlijk worden aangewezen door
de heeren fabrikanten, die met hunne werk
tuigen mededingen.
4. Tot leerling van den heer Pronk, om
tot veeverloskundige te worden opgeleid, is
benoemd de heer K. Bos. Er waren een
30-tal sollicitanten.
5. De veevoederproef zal niet plaats heb
ben. De uitgave van f 450, daarvoor noodig,
kan slecht op deze begrooting gevonden wor
den, en ook met het oog op andere proeven
werd het algemeen nuttiger geoordeeld, deze
proef nog 1 jaar te verdagen.
6. Lezingen bijenteelt hebben nog niet
plaats gehad, omdat door het bestuur was
gevraagd aan een tweetal groote bouwers
van koolplanten, of bijen ook nadeelig waren
door de bestuiving voor verschillende kool
soorten. Daarop was een ontkennend ant
woord gekomen, dus zouden die lezingen in
de maand April op 3 plaatsen geschieden.
7. De lezingen over het conserveeren van
groenten waren nog niet gehouden, omdat het
bestuur nog geen der zake kundig persoon
had kunnen vinden. De heer Hazeloop was
daarvoor wellicht de aangewezen persoon,
maar deze had het zeer druk.
8. De commissie voor de prijsvraag van
de kaasfabrieken had nog geen rapport
uitgebracht aangaande haar uitkeering van
f 160.aan den bekroonden inzender.
9. De commissie, benoemd tot het onder
zoek naar verschillende voederwijzen, was aan
't werk.
10. De Hoefsmidcursus te Schagen was
bezocht en zoowel de practische, als de theo
retische lessen marcheerden goed.
11. De miltvuur-kwestie was bij het be
stuur nog in onderzoek.
Ingekomen stukken volgden:
1. een drietal brieven met mededeeling van
verhindering om deze vergadering bij te wonen.
2. Dankbetuiging Smedenbond te Schagen
voor de subsidie, eu eveneens een dankbetui
ging van de Vereeniging van oud-leerlingen
van de Rijkslandbouwwinterschool, voor de
subsidie voor het te stichten melkcontróle-
station.
3. Een missive van het Landbouwcomité,
met verzoek, dat de vereeniging zich vertegen-
woordige op het congres, 3 April a.s. te
Utrecht te houden, waar gesproken zal wor
den over het al of niet houden van een
internationale landbouwtentoonstelling.
Bij acclamatie wordt besloten, een afge
vaardigde te zenden.
4. Een brief van de Pachtcommissiën, met
in de eerste plaats de mededeeling van leed
wezen over het verlies van den algemeenen
voorzitter, den heer S. de Jongh, en ten
tweede de vraag, hoe de Vereeniging
Noorderkwartier denkt over het voortbestaan
der Pachtcommissiën. Wanneer de alge
meene vergadering van Noorderkwartier het
voortbestaan van de Pachtcommissiën noodig
oordeelt, dan een klein bedrag uit te trekken.
missiën zijn opgericht, en hij zou eveneens
gaarne willen, dat Noorderkwartier voor deze
goede zaak een kleine ondersteuning bleef
geven. Spr. wil voor dit jaar f50.toestaan
en dan elk jaar over het te verleenen bedrag
besluiten.
Voorz. zegt, dat het bestuur het voorstel
van den heer Groneman gaarne overneemt.
De heer J. Breebaart Kz. wijst op de mo
gelijkheid, dat door de Regeering in deze
zaak zal worden voorzien en wil daarom niet
voor 5 jaar do subsidie reeds vaststellen.
De heer J. L. T. Groneman zegt, de subsidie
voor 1 jaar te willen geven, en vindt in het ge
zegde van den heer Breebaart een reden te meer.
om de Pachtcommissiën voorloopig te besten
digen, tot het tijdstip, waarop de Regeering
deze zaak zal kunnen overnemen.
De heer P. Buis zegt, dat de f50.wordt
gevraagd voor zoover noodig.
Bij acclamatie wordt f 50.toegestaan.
Het Jaarverslag der vereeniging zal in druk
verschijnen.
De rekening sloot in ontvang op f4016.695,
in uitgaaf op f 2084.05, met een batig slot
van f 1932.G45.
De commissie, belast met het nazien der
rekening, adviseerde tot goedkeuring. De
commissie gaf in overweging, het lidmaat
schap van het Paardenstamboek te schrappen.
Den heer Teengs, den penningmeester,
wordt dank gebracht voor zijn accuraat be
heer.
Het verslag van de vergadering van het
Nederlandsch Paardenstamboek wordt uitge
bracht door den heer W. Teengs.
De heer Dr. Scheij leest zijn zeer uitvoerig
rapport over de werkzaamheden van den
Zuivelconsulent over 1901.
In dat rapport is sprake van een onder
zoek van eenige kaasstremsels, naar de kracht
van hun stremmend vermogen.
De heer Best vraagt naar de resultaten
van dat onderzoek.
De heer Scheij kan daarover geen inlich
tingen geven, wat den heer R. Visser aanlei
ding geeft, voor te stellen, een klein bedrag
uit te trekken voor een onderzoek van ver
schillende kaasstremsels.
De heer Van der Zande zegt, dat nog niet
lang geleden Noorderkwartier deze zaak reeds
ter hand heeft genomen en de resultaten nog te
lezen zijn. Dat nu nog weer eens te doen,
acht spreker ongewenscht, te meer daar de
I particulieren voor weinig geld het zelf kun
nen laten onderzoeken. Spr. wijst ook op
het feit, dat verschillende fabrieken stremsel
koopen met een bepaald stremmend vermogen.
Volgen nu verschillende bestuursvoorstellen
a. Tot het steunen van fokvereenigingen.
Ingeleid door den heer C. Wijdenes Gz.
Spr. betoogt, dat het wenschelijk is, dat er
stelselmatig wordt gefokt en de fokvereeni
gingen zijn het, die dat voor oogen houden.
Nieuwe zaken hebben veelal moeite om zich
te ontwikkelen en daarom hebben ze flnan-
ciëelen steun noodig. De Provinciale Commissie
was er voor, dien steun te verleenen, doch
De heer P. Buis, algemeen secretaris der j °°k Noorderkwartier gevoelde, dat hier een
nieuw arbeidsveld was, en bracht daarvoor
achtereenvolgende jaren f 500.op do be
grooting.
Het bestuur heeft echter gemeend, dat dit
bedrag in verhouding tot de inkomsten der
Vereeniging, te hoog is en ook voor andere
zaken zijn haar financiën noodig.
Daar de Prov. Commissie in plaats van
f 2500, f 5000 subsidie heeft ont vangenmeende
het bestuur, dat deze commissie de fokver
eenigingen voldoende zou kunnen steunen.
Dit jaar wil Holl. N.kw. echter nog haar
steun verleenen tot een bedrag van f 300.
De Voorz. legt er den nadruk op, dat het
dit jaar voor 't laatst zou zijn.
Dat ontlokt een bestrijding van den heer
Wijdenes, die meent, dat het bestuur niet
zulk een besluit heeft genomenwel de mo-
Pachtcommissiën, deelt mede, dat in de laatste
bestuursvergadering is overwogen, of de com
missie nog reden van bestaan had, daar in
1900 en in 1901 geen enkele aanvraag bij
haar was ingekomen en haar kas was uit
geput. "V
Het bestuur van de pachtcommissiën was
niet eenstemmig. De meerderheid zou het
evenwel leed doen, als de commissie werd
ontbonden. De tijd, dat de pachtcommissie
werd opgericht, was voor haar niet gunstig.
In 1896 is zij opgericht en toen is er voor
den landbouw gekomen een tijd van actie, een
veel beter tijdperk voor den boerenstand.
Maar onmogelijk is het niet, dat de tijd
niet meer verre is van de reactie en dan zou
het bepaald jammer zijn, als de commissie
was ontbonden daarom zou Spr. zoo gaarne
«O VU WVSVSXAUXsU j UUUIVUI ZiUU UVU gUUUIQ
zien,dat doorNoorderkwartier gedurende enkele 1 gelijkheid daarvan,
jaren een klein crediet werd verleend, om de He lieer V ijn beweert,
kosten te bestrijden. Spr. zou daarom deze denlokkerij eu het
motie willen voorstellen: De vergadering, f 1000.— is gegeven
reeds bijna negen uur, en zeven uur was
het telegraafkantoor gesloten. Drews wilde
halsstarrig den armen geplaagden schimmel
niet meer voor de slede spannen. Het was
doelloos. De zorgen voor het oude dier
schenen hem nu geheel te beheerscben.
De doode vrouw kon toch niemand meer
helpen was zjjn antwoord.
Hoe brutaal scheen Sylvia deze bewijs
voering. Maar zij moest er wel in toe
stemmen, dat Karsten eerst den volgenden
morgen om zes uur ging.
Bepaald, 't was waar. brief noch telegram
kwamen er een paar minuten later om aan
hun adreseen. Maar Sylvia werd er nog
onrustiger door, dat ze" geen tijding koo
wegzenden, als 't ware geen verbinding
had met de wereld.
Zij maakte Mike Drews duidelijk, dat
men dadelijk een slaapkamer voor mijnheer
moest klaar maken.
Mike Drews wilde het allerliefst in de
keuken blijven zitten en weenen en daarbij
koffie drinken.
Zij snikte maar steeds en schonk
koffie in, terwijl vrouw Karsten en het
dienstmeisje bedrukt aan de tafel zaten
en op de koffie wachtten en over het groote
ongeluk van verleden jaar spraken, toen
vier visschers in een boot verdronken
waren. Twee lieten weduwen met kin
deren na. Ja, dat was harder, veel harder 1
En het scheen als meenden ze dat, als
voorname menschsn iets trof, dit ook wel
treurig was, maar niet zóó neen niet zóó
„Beslist de vraag, of de dood van een
mensch het brood voor de zijnen meêneemt,
over den graad van de smart?" vroeg Syl
via zich af.
Dat was ontzettend en toch tal-
gehoord de mededeelingen van het bestuur over
de pachtcommissiën, spreekt den wensch uit,
dat die commissiën niet worden ontbonden,
en geeft gedurende 5 jaar een bedrag van
f50.— per jaar.
De heer J. L. T. Groneman begint met te
zeggen, dat hij de eer heeft gehad, voorzitter
en algemeen voorzitter der pachtcommissiën te
zijn geweest. Hij deelt der vergadering nog eens
dat voor de paar-
Paardenstamboek wel
dus acht hij het niet
gewenscht, nu reeds te besluiten, geen sub
sidie meer aan de fokvereenigingen te zullen
geven.
Voorz. wijst er op, dat Noorderkwartierden
stoot aan de zaken geelt; als andereu nu de
zorg kunnen overnemen, geeft dat aan Noor
derkwartier weer gelegenheid, zich op ander
terrein te bewegen.
De heer P. Buis Jz. hoort steeds, dat de
OIJIX gun V-VAJV. JLJL ij UCCL t uci 'Ci QUUCi «lig, uug CCliO
uitvoerig mede, met welk goed doel die com- ffnanciëele toestand van de provinciale com
missie zoo is verbeterd; welnu, waarvoor zou
men dan dit jaar nog subsidie geven spr.
zon het nu reeds willen doen eindigen.
De heer J. L. T. Groneman is er ook voor,
dit jaar de snbsidie reeds te doen eindigen.
De provinciale commissie had f2500 snbsidie,
nn foOOJ; nu meent spr., dat, waar die com
missie in zooveel gnnstiger positie verkeert,
zij dit werk van Noorderkwartier wel kon
overnemen.
De heer Wijdene6 wijst er op, dat de pro
vinciale commissie dit jaar nog niet de fok
vereenigingen in haar program zal opnemen.
Voor het volgend jaar kan daarover met die
commissie worden geconfereerd. Geeft Noor
derkwartier dos geen subsidie, dan is dat
voor de fokvereenigingen een terugslag.
De heer Van der Zande wil de fokvereeni
gingen voor stooten en schokken sparen. De
provinciale commissie kan er dit jaar over
beraden, of ze het werk van Noorderkwartier
zal overnemen. Spr. wil de zorg van Noor
derkwartier voor die fokvereenigingen niet
plotseling weghalen. De Provinciale Com
missie kan die zorg dit jaar niet overnemen
en daarom zou Spr. de f300.— dit jaar nog
willen geven.
De heer R. Visser geeft nog eenige inlich
tingen over de provinciale commissie en acht
de hulp voor de fokvereenigingen nog
wel degelijk noodig.
De heer Groneman trekt zijn voorstel in
en algemeen is men vóór het toestaan van
f300.voor één jaar.
Schagen wordt bij acclamatie aangewezen
als de plaats voor de volgende vergadering.
Na de paoze wordt bekend gemaakt, dat
tot bestuursleden zijn gekozen de heeren D.
C. Rezelman te Anna Panlowna, C. Kooij te
Haringkarspel en R. Visser te Berkhout;
tot afgevaardigde naar de vergadering van
het Paardenstamboek, de heer W. Teengs, en
naar het Landhuishondknndig Congres de heer
Oortman Gerlings.
Voorz. doet nu voorlezing van een missive
van de commissie tot onderzoek van afzet
van kaas buiten hooge wik- en weegloonen
te Schagen, waarin wordt meegedeeld, dat bij
den Raad van Schagen een adres is ingediend,
om te Schagen eene kaasmarkt te stichten.
Voorz. zegt, dat hij persoonlijk een onderzoek
heeftingesteld bij den hr. Oudenhoven te Scha
gen,voorz. dezer commissie, om te vragen welke
bedoeling de commissie met dit schrijven be
oogde. Deze had hem medegedeeld, dat de
Vereeniging het had te beschouwen als een
bloote mededeeling.
De heer K. A. Kaan zegt, dat het de be
doeling der genoemde commissie is geweest,
dat door Noorderkwartier een adres van ad-
haesie aan den Raad van Schagen werd
gericht, 't Is voor dien Raad gewenscht, straks,
met het oog op de aanvraag van een kaas
markt bij Ged. Staten, dat een landbonwver-
eeniging ais Noorderkwartier aan zulk eene
stichting adhaesie betuigt. 'tLigt ook op den
weg van Noorderkwartier, een dergelijk adres
te zenden, omdat al meer uit den boezem der
Vereeniging is geklaagd over de hooge wik-
eu weegloonen.
Bij acclamatie wordt het voorstel van den
heer Kaan aangenomen.
b. Bestuursvoorstel tot het voortzetten der
proeven ter bestrijding van unjer. Inleider, de
heer C. Nobel, begon met te zeggen, dat in de
najaarsvergadering was besloten de unjer-
proeven voort te zetten. Deze proeven wer
den op tweeërlei manier gehouden le door
vergiftiging van den unjer, en ten 2o door
de voeding van het gras. Nu was gebleken,
dat de eerste manier van bestrijding gemak
kelijker was te doen en dat aan de tweede
wijze allerlei bezwaren waren verbonden,
welke bezwaren door Spr. werden genoemd.
Waarom voorgesteld werd, zich te bepalen
tot de eerste wijze van bestrijding. Er waren
door het bestuur reeds eenige stappen ge-
duan en bij twee personen roet de maat
regelen begonnen. Het bestuur vroeg een
som van f 150.voor deze zaak op de be-
grootiug, wat bij acclamatie werd toegestaan.
c. Tot het nemen van proeven, om te
onderzoekeu welke graad van rijpheid do
meest gewenschte is bij den oogst van land
bouwgewassen. De inleider, de heer K. Bree
baart Jz., deelde mede, dat het niet de bedoe
ling was, op klein bedrijf, maar op groot be-
drijf een controleproef te nemen en wel op
de plaats, door inleider bewoond.
De proef zal zoo mogelijk worden aange
vuld met een onderzoek naar kiemkracht,
looze voorbeelden vielen haar in.
Daar was een vriend van haar moeder
in de beste jaren van zijn leven wegge
roepen vrouw en kinderen hebben een
inkomen en de tijd heelde het leed.
Daar was een ander gestorven, een hoog
ambtenaar een zeer onverwachte dood
hoe ontzettend 1 de vrouw Hjjft onverzorgd
achter, het beetje pensioen, zes kinderen,
het heele bestaan in de war.
Vroeger was dat alles aan haar voor
bijgegaan.
Nu boorde ze alles, zag allesze had
zich vol ontzetting ooren en oogen wel
willen toesloppen.
Begon men eerst het leven en alles wat
rondom voorviel, recht te betrachten en met
attentie te beschouwen, dan stond er achter
veel een vreeselijke gestalte.
Het steenen gelaat der ruwe onbarm
hartigheid hoonde een elk.
Mike Drews volhardde zoo eigenzinnig
en tegelijk zoo klagend bij haar meening,
dat mijnheer bepaald den geheelen nacht
op zijn kamer zou blijven, zoodat men
morgen wel voor hem kon zorgen dat
Sylvia eindelijk begreep Mike Drews was
bang voor een doode.
Voor deze zelfde vrouw, met wie zij nog
geen twaalf uur geleden had geschertst.
Ho9 was dat mogelijk Kon er iets
dommers, meer kleinzieligs bestaan
Dus nam Sylvia vrouw Karsten met zich
naar boven.
Eenzaam, door het zachte licht der vele
lampen beschenen, lag daar Makarie.
Het scheen, als was haar gelaat voller,
als lag er een schemer van kleur over baar
wangen.
Vrouw Karaten fluisterde, dat zoo iets
altijd het geval was met een doode. Mor
gen zou niemand willen gelooven, dat er
een doode lag.
Onhoorbaar, voor de mogelijkheid sidde
rend van door een stoot of val van 't een of
ander voorwerp het zwijgen te ontwijden,
droegen Sylvia en de vrouw, Willy's zaken
uit de kamer.
Vrouw Karsten, die steeds weer haar
blauwen boezelaar aan de oogen bracht, be
dekte den grooten toiletspiegel van Makarie.
Wat was dat leelijk en wat onaardig
Buiten verklaarde de vrouw, waarom ze
dat deed een lijk mag zich niet spiegelen,
anders volgt er spoedig nog een doode.
Ja, toen de oude Karsten, de vader van
haar man, gestorven was, had men niet om
den kleinen spiegel gedacht en een half jaar
later lag de kleine Christiaan op de baar.
„Bijgeloof," mompelde Sylvia, terwijl haar
een siddering door de leden liep.
Wanneer er nu maar bloemen waren,
opdat, als Willy boven kwam, zijn lieve
vrouw een passend doodsbed zou hebben.
Maar er was in het heele huis geen enkele
bloem. Makarie hield daar niet van. De
vensterbanken werden er maar vuil door
gemaakt, zeide ze, en ten tweede ben ik
nooit gelukkig met mijn bloemen en ik
begiet ze te veel of te weinig, zoodat de
sterkste bladplanten het niet bij mij uit
houden.
Maar juist toen Sylvia met spijt er aan
dacht, dat zij de arme Karie geen bloemen
zou kunnen geven, kwam de oude Drews.
Hij droeg een klein bloempotje in den arm,
een maandroosje, waaraan een paar bleeke
bloemen en wat karig groen.
„Wanneer de juffrouw dat voor onze
goede mevrouw uil...."
En zoo kreeg Makarie in ha&r handen de
twee bleeke rozen en vrouw Karsten vouwde
de stille doode de handen op de borst.
Wat was het op eenmaal veranderd
de spiegel met den doek er overde
vreemde houding want de levende Ma
karie was zóó niet te denken met de
handen op de borst gevouwen en stijf twee
bloemen tusschen de starre vingers.
Straks was zij een slapende geweest, nü
was ze een doode.
En Sylvia stond daar en staarde haar
aan, en langzaam greep ern ongekende ont
zetting haar aan tot ze bang werd.
Ja, dat was de doodZoo liggen wjj
allen eenmaal.
Toen haar moeder stierf, had ze slechts
een wilde smart geen nadenken
geen gedachtende smart liet geen
ruimte voor andere gevoelens het viel
over haar als een lawine.
Nu zag ze den dood voor de eerste maal
met heldere gedachten.
En hij sprak tot haar en hg bracht haar
een angsteen grooten, vreeselijken angst!
Zoo daar te liggen en de onvervalde
plichten blijven achter zco daar te 1'ggen,
en de levenden komen aan het bed om
te richten en te vragenWaart ge steeds
goed Wat hebt ge gewrocht Wien goed
en wien leed gedaan Hebt ge het sieraad
dat u is toevertrouwd, wel goed bewaard
Ot hebt ge het begraven onder ongetemde
zelfzucht
Was de dood, de stomme, groote, zwarte
dood de leermeester, die het leven leert
verstaan
Den volgenden morgen, toen de dag
grauwde, opende Willy Mammling de deur
van zijn kamer. Juist liep Sylvia de gang