Zondag 30 Maart 1902. 46ste Jaargang No. 3718. TWEEDE BLAD. Hollands Noorderkwartier, FEUILLETON. Het ABC VAN HET LEVEN. binnen^dez^muren! ZWijgen d°°dS Vergadering van de Vereexi- GING TOT OnTWIKKEI.IXTAM DSM LaMBBOi w in gehouden op Woensdag 26 Maart 1902, des voormiddag» ten half elf ure, bij den heer O. Schermer te Hoogwoud. De Voorzitter, de heer K. Breebaart Jz., opende de vergadering met te zeggen Mijneheeren Het al» een voorrecht beschouwende, voor den tweeden keer als voorzitter dezer Vereeni- ging voor U te mogen optreden, roep ik U een hartelijk „weest welkomtoe in deze zaal, getooid met ontwikkelend levend groen. Veroorlooft my. mij opnieuw bij U aan te bevelen voor dezelfde zeer door mij op prijs gestelde welwillendheid en toegevendheid, die ik gedurende mijn vorig voorzitterschap Uwer zijds heb mogen ondervinden. Voorwaar zal het mij dan minder moeilijk vallen, de taak van voorzitter te vervullen. Voordat ik overga tot opening dezer bijeen komst, wensch ik met een enkel woord te wijzen op de meer gunstige voorwaarden, waaronder on» landbouwbedrijf thans .kan worden uitgeoefend. Leefde gedurende een reeks van jaren de landbouwer in een tijdperk van achteruitgang en moest helaas tengevolge daarvan menig oppassend man het opgeven, omdat zijn weerstandsvermogen tekort schoot, in de laatste jaren komt gelukkig hierin eenige verandering ten goede. Het heeft den schijn, hoewel ik het bijna als de werkelijkheid vermeen te mogen con- stateeren, dat juist die tijd der malaise, dien wij hebben moeten doorleven, den stoot heeft gegeven tot weder-opleving van ons bedrijf. De moeilijke omstandigheden, waarin de landbouw verkeerde, gaven aanleiding, dat men naar middelen begon uit te zien, waar door hij weer uit zijn verval was op te heffen. Vooruitstrevende beoefenaars van en belang stellenden in het landbouwbedrijf waren van oordeel, dat meerdere ontwikkeling van den boer een hoofdvereischte was, om verbetering in den treurigen toestand te brengen. Daarom werd goed en degelijk landbouw onderwijs noodzakelijk geacht en voor ruim 25 jaar door het oprichten van een Rijksland bouwschool, waaraan verbonden een Rijks- landbouwproefstation, de eerste juiste schrede op dezen weg gedaan. De ondervinding deed al spoedig duidelijk de overtuiging rijpen, dat deze inrichting al léén niet voldoende hulp kon bieden, maar dat landbouwonderwijs in wijderen kring moest worden aangemoedigd en bevorderd. Het oprichten en daarstellen van landbouw- cursussen en later weer van landbouwwinter- scholen, volgde, en werden tot meerdere voor lichting en bevordering van de landbouw- kennis, landbouwleeraren van Rijkswege en zuivelconsulenten met Rijkssteun aangesteld. Ook deed oordeelkundig gebruik van hulp meststoffen het zijne, om de vruchtbaarheid van den grond te vermeerderen en bracht dit, gepaard met, of zonder aanwending van groenbemesting, een geheelen ommekeer in menig landbouwbedrijf te weeg. Verbetering en uitbreiding van verkeerswegen bevorderde de groenteteelt. Konden wij den meerderen bloei van den landbouw geheel meten naar den maatstaf van de rijzing der landprijzen, dan zeer zeker zijn er feiten te over, die er op wijzen, dat de landbouwstand weer vooruitgaande is. De concurrentie speelt echter hierbij ook een groote rol en meen ik, dat eene waar schuwing tegen te hoog opdrijven der land prijzen gerechtvaardigd is, en dat overdrijving in die richting wel eens wederom treurige gevolgen voor de toekomst kon baren. De Rijkslandbouwproefstations wonnen ge durende hun bestaan gelukkig het ver trouwen van den boer. Professor Adolf Meyer, de directeur van het aan de Rijkslandbouwschool verbonden Proefstation, ontving onlangs bij gelegenheid van zijn 25-jarig jubiló welverdiende hulde voor zijn ijverig streven, dat hij toonde, door als hoogst bekwaam scheikundige den land bouw steeds ter zijde te staan. De oprichting van dit Proefstation werd, gedrongen door de daaraan gevoelde behoefte, door meerderen gevolgd. Dooi IDA BOY-ED. 0-0-0 27. Wanneer zij dat oogenblik van koelheid in haar hart tegen de arme, lieve Karie maar ongebeurd kon heeten Hoe onrechtvaardig moest dat gevoel geweest zijn, wanneer het haar nu zoo hartstochtelijk berouwde-! Of was de fijnheid van voelen zooveel grooter tegenover een doode, die zijn ge breken niet meer verontschuldigen kan en op het beeld van zijn verleden niet meer het ware licht werpen kan Sylvia schreef ook aan Bertie „In plaats van mij zelf, vindt ge deze regelen. Een vreeselijk ongeluk geschiedde Makarie is dood. Ik kan hier nu niet weg. Wacht in Hamburg." Zij adresseerde den brief naar Hamburg aan het hotel, waar ze Bertie had willen aantreffen. Het ontbrak haar niet aan tijd, haar roeder een langen brief te schrijven. Maar e ontbrak haar wel aan de kracht daartoe, was haar onmogelijk stil te zitten, met iwn,fUW1?e. zwijgen van den nacht in het eenige^611 Wat ^oen dat was het brief nog ,m,et telegram en den bet station. Maar het was En zoo kunnen ook wij ons verheugen, een Rijkslandbouwproefstation in onze naaste omgeving te hebben gekregen, aan welke inrichting de heer Van Loockeren Campagne de eerste Directeur werd, en dat nü reeds sedert een tiental jaren onder de bekwame leiding staat van haren tweeden, zeer ver dienstelijken Directeur, den heer Dr. K. H. M. van der Zande. Wat Dr. v. d. Zande voor de ontwikkeling van den landbouw deed, mijneheerenwij allen, die hem kennen, kunnen daarover oor- deelen. Van den beginne af was hij een volijverig strijder in onze Vereeniging. om den land bouw vooruit te helpen en is het mede aan zijn initiatief te danken, dat de Regeering het belangrijk besluit nam, om naast het nieuwe Rijkslandbouwproefstation eene Rijks- proefzuivelboerderij te bouwen. Nederland is een der eerste landen, die eene zoodanige inrichting daarstelde. Moge ook deze inrichting spoedig met eere genoemd worden Waar ik daar juist als mijne meening uitte, dat de landbouw uit zijn diep verval werd opgeheven door meerdere landbouwwetenschap, het gevolg van een ernstig streven van be langstellende bevorderaars dezer branche van volksbestaan, doet het ons zeker pijnlijk aan, wanneer door den onvermijdelijken dood krach tige en verdienstelijke medestrijders naast ons worden weggemaaid. Onze Vereeniging leed in den laatsten tijd zware verliezen. Onze algemeen geachte oud-voorzitter en vriend, de heer S. de Jongh, en het door ons allen geachte oud-bestuurslid de heer Lnitje Visser, werden beiden in de kracht van hun leven ten doode opgeroepen. In hen verliest de Vereeniging warme voor standers van de bevordering der ontwikkeling van den landbouw. Hunne nagedachtenis leve bjj ons in aan gename herinnering voort 1 Een minder bij ons bekende persoon, maar die toch zeer hooge achting verdiende en van de oprichting af lid onzer vereeniging was, is heengegaan, hoewel op hoogen leeftijd. Niettegenstaande hij reeds 82 jaren telde, bezat hij nog jeugdige kracht. Hij was het, die als voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, destijds krachtig ijverde voor goed en degelijk landbouwonderwijs. Mijne heeren Ik bedoel hier den heer Mr. W. van der Vliet, die den landbouw een goed hart toedroeg en zich op menig gebied als een verdienstelijk man deed kennen. V aar wij nu den steun van mannen als bovengenoemden voortaan zullen moeten derven, wordt er van onze krachten meer gevergd. Het is nu onze dure plicht, met verdubbelde energie de handen aan den ploeg te slaan, en innig vereenigd ons te beijveren, een waakzaam oog te houden op de belangen van den landbouw. Vergunt mij dus, uwe hulp en medewerking in te roepen tot het aanmoedigen van nieuwe en jeugdige krachten, om met ons pal te staan, te arbeiden en moedig mede te stryden ter bereiking van het schoone doel, dat onze vereeniging beoogt „de ontwikkeling van den Landbouw." Met den welgemeenden, oprechten wensch, dat ook de heden door ons te houden beraad slagingen en te nemen besluiten hiertoe eenigszins bevorderlijk mogen zijn, verklaar ik de 64ste algemeene vergadering der ver eeniging voor geopend. Hierna werden door den secretaris, den heer W. Teengs, de zeer uitgebreide notulen ge lezen en onder luid applaus goedgekeurd, zonder eenige aanmerking. De Voorz. doet daarna de volgende mede- deelingen le. Het ledental der vereeniging bedraagt 162. 2e. Het onderzoek naar de verschillende soorten lijnkoek heeft plaats gehadde resul taten zullen worden gepubliceerd. 3e. Het hoofdbestuur van de Hollandsche Maatschappij zal met Noorderkwartier samen op de a. s. tentoonstelling te Alkmaar, de proef houden met verschillende stoomdorsch- werktuigen enz., en zal door Noorderkwartier een som van f 300 als maximum worden ge- j geven. Het Bestuur van Noorderkwartier zal de proef uitvoeren en alles onder zijne leiding nemen. Het hoofdbestuur der H. M. v. L. zal 2 juryleden benoemen, eveneens het bestuur van Noorderkwartier; het 5e lid der jury zal hoogstwaarschijnlijk worden aangewezen door de heeren fabrikanten, die met hunne werk tuigen mededingen. 4. Tot leerling van den heer Pronk, om tot veeverloskundige te worden opgeleid, is benoemd de heer K. Bos. Er waren een 30-tal sollicitanten. 5. De veevoederproef zal niet plaats heb ben. De uitgave van f 450, daarvoor noodig, kan slecht op deze begrooting gevonden wor den, en ook met het oog op andere proeven werd het algemeen nuttiger geoordeeld, deze proef nog 1 jaar te verdagen. 6. Lezingen bijenteelt hebben nog niet plaats gehad, omdat door het bestuur was gevraagd aan een tweetal groote bouwers van koolplanten, of bijen ook nadeelig waren door de bestuiving voor verschillende kool soorten. Daarop was een ontkennend ant woord gekomen, dus zouden die lezingen in de maand April op 3 plaatsen geschieden. 7. De lezingen over het conserveeren van groenten waren nog niet gehouden, omdat het bestuur nog geen der zake kundig persoon had kunnen vinden. De heer Hazeloop was daarvoor wellicht de aangewezen persoon, maar deze had het zeer druk. 8. De commissie voor de prijsvraag van de kaasfabrieken had nog geen rapport uitgebracht aangaande haar uitkeering van f 160.aan den bekroonden inzender. 9. De commissie, benoemd tot het onder zoek naar verschillende voederwijzen, was aan 't werk. 10. De Hoefsmidcursus te Schagen was bezocht en zoowel de practische, als de theo retische lessen marcheerden goed. 11. De miltvuur-kwestie was bij het be stuur nog in onderzoek. Ingekomen stukken volgden: 1. een drietal brieven met mededeeling van verhindering om deze vergadering bij te wonen. 2. Dankbetuiging Smedenbond te Schagen voor de subsidie, eu eveneens een dankbetui ging van de Vereeniging van oud-leerlingen van de Rijkslandbouwwinterschool, voor de subsidie voor het te stichten melkcontróle- station. 3. Een missive van het Landbouwcomité, met verzoek, dat de vereeniging zich vertegen- woordige op het congres, 3 April a.s. te Utrecht te houden, waar gesproken zal wor den over het al of niet houden van een internationale landbouwtentoonstelling. Bij acclamatie wordt besloten, een afge vaardigde te zenden. 4. Een brief van de Pachtcommissiën, met in de eerste plaats de mededeeling van leed wezen over het verlies van den algemeenen voorzitter, den heer S. de Jongh, en ten tweede de vraag, hoe de Vereeniging Noorderkwartier denkt over het voortbestaan der Pachtcommissiën. Wanneer de alge meene vergadering van Noorderkwartier het voortbestaan van de Pachtcommissiën noodig oordeelt, dan een klein bedrag uit te trekken. missiën zijn opgericht, en hij zou eveneens gaarne willen, dat Noorderkwartier voor deze goede zaak een kleine ondersteuning bleef geven. Spr. wil voor dit jaar f50.toestaan en dan elk jaar over het te verleenen bedrag besluiten. Voorz. zegt, dat het bestuur het voorstel van den heer Groneman gaarne overneemt. De heer J. Breebaart Kz. wijst op de mo gelijkheid, dat door de Regeering in deze zaak zal worden voorzien en wil daarom niet voor 5 jaar do subsidie reeds vaststellen. De heer J. L. T. Groneman zegt, de subsidie voor 1 jaar te willen geven, en vindt in het ge zegde van den heer Breebaart een reden te meer. om de Pachtcommissiën voorloopig te besten digen, tot het tijdstip, waarop de Regeering deze zaak zal kunnen overnemen. De heer P. Buis zegt, dat de f50.wordt gevraagd voor zoover noodig. Bij acclamatie wordt f 50.toegestaan. Het Jaarverslag der vereeniging zal in druk verschijnen. De rekening sloot in ontvang op f4016.695, in uitgaaf op f 2084.05, met een batig slot van f 1932.G45. De commissie, belast met het nazien der rekening, adviseerde tot goedkeuring. De commissie gaf in overweging, het lidmaat schap van het Paardenstamboek te schrappen. Den heer Teengs, den penningmeester, wordt dank gebracht voor zijn accuraat be heer. Het verslag van de vergadering van het Nederlandsch Paardenstamboek wordt uitge bracht door den heer W. Teengs. De heer Dr. Scheij leest zijn zeer uitvoerig rapport over de werkzaamheden van den Zuivelconsulent over 1901. In dat rapport is sprake van een onder zoek van eenige kaasstremsels, naar de kracht van hun stremmend vermogen. De heer Best vraagt naar de resultaten van dat onderzoek. De heer Scheij kan daarover geen inlich tingen geven, wat den heer R. Visser aanlei ding geeft, voor te stellen, een klein bedrag uit te trekken voor een onderzoek van ver schillende kaasstremsels. De heer Van der Zande zegt, dat nog niet lang geleden Noorderkwartier deze zaak reeds ter hand heeft genomen en de resultaten nog te lezen zijn. Dat nu nog weer eens te doen, acht spreker ongewenscht, te meer daar de I particulieren voor weinig geld het zelf kun nen laten onderzoeken. Spr. wijst ook op het feit, dat verschillende fabrieken stremsel koopen met een bepaald stremmend vermogen. Volgen nu verschillende bestuursvoorstellen a. Tot het steunen van fokvereenigingen. Ingeleid door den heer C. Wijdenes Gz. Spr. betoogt, dat het wenschelijk is, dat er stelselmatig wordt gefokt en de fokvereeni gingen zijn het, die dat voor oogen houden. Nieuwe zaken hebben veelal moeite om zich te ontwikkelen en daarom hebben ze flnan- ciëelen steun noodig. De Provinciale Commissie was er voor, dien steun te verleenen, doch De heer P. Buis, algemeen secretaris der j °°k Noorderkwartier gevoelde, dat hier een nieuw arbeidsveld was, en bracht daarvoor achtereenvolgende jaren f 500.op do be grooting. Het bestuur heeft echter gemeend, dat dit bedrag in verhouding tot de inkomsten der Vereeniging, te hoog is en ook voor andere zaken zijn haar financiën noodig. Daar de Prov. Commissie in plaats van f 2500, f 5000 subsidie heeft ont vangenmeende het bestuur, dat deze commissie de fokver eenigingen voldoende zou kunnen steunen. Dit jaar wil Holl. N.kw. echter nog haar steun verleenen tot een bedrag van f 300. De Voorz. legt er den nadruk op, dat het dit jaar voor 't laatst zou zijn. Dat ontlokt een bestrijding van den heer Wijdenes, die meent, dat het bestuur niet zulk een besluit heeft genomenwel de mo- Pachtcommissiën, deelt mede, dat in de laatste bestuursvergadering is overwogen, of de com missie nog reden van bestaan had, daar in 1900 en in 1901 geen enkele aanvraag bij haar was ingekomen en haar kas was uit geput. "V Het bestuur van de pachtcommissiën was niet eenstemmig. De meerderheid zou het evenwel leed doen, als de commissie werd ontbonden. De tijd, dat de pachtcommissie werd opgericht, was voor haar niet gunstig. In 1896 is zij opgericht en toen is er voor den landbouw gekomen een tijd van actie, een veel beter tijdperk voor den boerenstand. Maar onmogelijk is het niet, dat de tijd niet meer verre is van de reactie en dan zou het bepaald jammer zijn, als de commissie was ontbonden daarom zou Spr. zoo gaarne «O VU WVSVSXAUXsU j UUUIVUI ZiUU UVU gUUUIQ zien,dat doorNoorderkwartier gedurende enkele 1 gelijkheid daarvan, jaren een klein crediet werd verleend, om de He lieer V ijn beweert, kosten te bestrijden. Spr. zou daarom deze denlokkerij eu het motie willen voorstellen: De vergadering, f 1000.— is gegeven reeds bijna negen uur, en zeven uur was het telegraafkantoor gesloten. Drews wilde halsstarrig den armen geplaagden schimmel niet meer voor de slede spannen. Het was doelloos. De zorgen voor het oude dier schenen hem nu geheel te beheerscben. De doode vrouw kon toch niemand meer helpen was zjjn antwoord. Hoe brutaal scheen Sylvia deze bewijs voering. Maar zij moest er wel in toe stemmen, dat Karsten eerst den volgenden morgen om zes uur ging. Bepaald, 't was waar. brief noch telegram kwamen er een paar minuten later om aan hun adreseen. Maar Sylvia werd er nog onrustiger door, dat ze" geen tijding koo wegzenden, als 't ware geen verbinding had met de wereld. Zij maakte Mike Drews duidelijk, dat men dadelijk een slaapkamer voor mijnheer moest klaar maken. Mike Drews wilde het allerliefst in de keuken blijven zitten en weenen en daarbij koffie drinken. Zij snikte maar steeds en schonk koffie in, terwijl vrouw Karsten en het dienstmeisje bedrukt aan de tafel zaten en op de koffie wachtten en over het groote ongeluk van verleden jaar spraken, toen vier visschers in een boot verdronken waren. Twee lieten weduwen met kin deren na. Ja, dat was harder, veel harder 1 En het scheen als meenden ze dat, als voorname menschsn iets trof, dit ook wel treurig was, maar niet zóó neen niet zóó „Beslist de vraag, of de dood van een mensch het brood voor de zijnen meêneemt, over den graad van de smart?" vroeg Syl via zich af. Dat was ontzettend en toch tal- gehoord de mededeelingen van het bestuur over de pachtcommissiën, spreekt den wensch uit, dat die commissiën niet worden ontbonden, en geeft gedurende 5 jaar een bedrag van f50.— per jaar. De heer J. L. T. Groneman begint met te zeggen, dat hij de eer heeft gehad, voorzitter en algemeen voorzitter der pachtcommissiën te zijn geweest. Hij deelt der vergadering nog eens dat voor de paar- Paardenstamboek wel dus acht hij het niet gewenscht, nu reeds te besluiten, geen sub sidie meer aan de fokvereenigingen te zullen geven. Voorz. wijst er op, dat Noorderkwartierden stoot aan de zaken geelt; als andereu nu de zorg kunnen overnemen, geeft dat aan Noor derkwartier weer gelegenheid, zich op ander terrein te bewegen. De heer P. Buis Jz. hoort steeds, dat de OIJIX gun V-VAJV. JLJL ij UCCL t uci 'Ci QUUCi «lig, uug CCliO uitvoerig mede, met welk goed doel die com- ffnanciëele toestand van de provinciale com missie zoo is verbeterd; welnu, waarvoor zou men dan dit jaar nog subsidie geven spr. zon het nu reeds willen doen eindigen. De heer J. L. T. Groneman is er ook voor, dit jaar de snbsidie reeds te doen eindigen. De provinciale commissie had f2500 snbsidie, nn foOOJ; nu meent spr., dat, waar die com missie in zooveel gnnstiger positie verkeert, zij dit werk van Noorderkwartier wel kon overnemen. De heer Wijdene6 wijst er op, dat de pro vinciale commissie dit jaar nog niet de fok vereenigingen in haar program zal opnemen. Voor het volgend jaar kan daarover met die commissie worden geconfereerd. Geeft Noor derkwartier dos geen subsidie, dan is dat voor de fokvereenigingen een terugslag. De heer Van der Zande wil de fokvereeni gingen voor stooten en schokken sparen. De provinciale commissie kan er dit jaar over beraden, of ze het werk van Noorderkwartier zal overnemen. Spr. wil de zorg van Noor derkwartier voor die fokvereenigingen niet plotseling weghalen. De Provinciale Com missie kan die zorg dit jaar niet overnemen en daarom zou Spr. de f300.— dit jaar nog willen geven. De heer R. Visser geeft nog eenige inlich tingen over de provinciale commissie en acht de hulp voor de fokvereenigingen nog wel degelijk noodig. De heer Groneman trekt zijn voorstel in en algemeen is men vóór het toestaan van f300.voor één jaar. Schagen wordt bij acclamatie aangewezen als de plaats voor de volgende vergadering. Na de paoze wordt bekend gemaakt, dat tot bestuursleden zijn gekozen de heeren D. C. Rezelman te Anna Panlowna, C. Kooij te Haringkarspel en R. Visser te Berkhout; tot afgevaardigde naar de vergadering van het Paardenstamboek, de heer W. Teengs, en naar het Landhuishondknndig Congres de heer Oortman Gerlings. Voorz. doet nu voorlezing van een missive van de commissie tot onderzoek van afzet van kaas buiten hooge wik- en weegloonen te Schagen, waarin wordt meegedeeld, dat bij den Raad van Schagen een adres is ingediend, om te Schagen eene kaasmarkt te stichten. Voorz. zegt, dat hij persoonlijk een onderzoek heeftingesteld bij den hr. Oudenhoven te Scha gen,voorz. dezer commissie, om te vragen welke bedoeling de commissie met dit schrijven be oogde. Deze had hem medegedeeld, dat de Vereeniging het had te beschouwen als een bloote mededeeling. De heer K. A. Kaan zegt, dat het de be doeling der genoemde commissie is geweest, dat door Noorderkwartier een adres van ad- haesie aan den Raad van Schagen werd gericht, 't Is voor dien Raad gewenscht, straks, met het oog op de aanvraag van een kaas markt bij Ged. Staten, dat een landbonwver- eeniging ais Noorderkwartier aan zulk eene stichting adhaesie betuigt. 'tLigt ook op den weg van Noorderkwartier, een dergelijk adres te zenden, omdat al meer uit den boezem der Vereeniging is geklaagd over de hooge wik- eu weegloonen. Bij acclamatie wordt het voorstel van den heer Kaan aangenomen. b. Bestuursvoorstel tot het voortzetten der proeven ter bestrijding van unjer. Inleider, de heer C. Nobel, begon met te zeggen, dat in de najaarsvergadering was besloten de unjer- proeven voort te zetten. Deze proeven wer den op tweeërlei manier gehouden le door vergiftiging van den unjer, en ten 2o door de voeding van het gras. Nu was gebleken, dat de eerste manier van bestrijding gemak kelijker was te doen en dat aan de tweede wijze allerlei bezwaren waren verbonden, welke bezwaren door Spr. werden genoemd. Waarom voorgesteld werd, zich te bepalen tot de eerste wijze van bestrijding. Er waren door het bestuur reeds eenige stappen ge- duan en bij twee personen roet de maat regelen begonnen. Het bestuur vroeg een som van f 150.voor deze zaak op de be- grootiug, wat bij acclamatie werd toegestaan. c. Tot het nemen van proeven, om te onderzoekeu welke graad van rijpheid do meest gewenschte is bij den oogst van land bouwgewassen. De inleider, de heer K. Bree baart Jz., deelde mede, dat het niet de bedoe ling was, op klein bedrijf, maar op groot be- drijf een controleproef te nemen en wel op de plaats, door inleider bewoond. De proef zal zoo mogelijk worden aange vuld met een onderzoek naar kiemkracht, looze voorbeelden vielen haar in. Daar was een vriend van haar moeder in de beste jaren van zijn leven wegge roepen vrouw en kinderen hebben een inkomen en de tijd heelde het leed. Daar was een ander gestorven, een hoog ambtenaar een zeer onverwachte dood hoe ontzettend 1 de vrouw Hjjft onverzorgd achter, het beetje pensioen, zes kinderen, het heele bestaan in de war. Vroeger was dat alles aan haar voor bijgegaan. Nu boorde ze alles, zag allesze had zich vol ontzetting ooren en oogen wel willen toesloppen. Begon men eerst het leven en alles wat rondom voorviel, recht te betrachten en met attentie te beschouwen, dan stond er achter veel een vreeselijke gestalte. Het steenen gelaat der ruwe onbarm hartigheid hoonde een elk. Mike Drews volhardde zoo eigenzinnig en tegelijk zoo klagend bij haar meening, dat mijnheer bepaald den geheelen nacht op zijn kamer zou blijven, zoodat men morgen wel voor hem kon zorgen dat Sylvia eindelijk begreep Mike Drews was bang voor een doode. Voor deze zelfde vrouw, met wie zij nog geen twaalf uur geleden had geschertst. Ho9 was dat mogelijk Kon er iets dommers, meer kleinzieligs bestaan Dus nam Sylvia vrouw Karsten met zich naar boven. Eenzaam, door het zachte licht der vele lampen beschenen, lag daar Makarie. Het scheen, als was haar gelaat voller, als lag er een schemer van kleur over baar wangen. Vrouw Karaten fluisterde, dat zoo iets altijd het geval was met een doode. Mor gen zou niemand willen gelooven, dat er een doode lag. Onhoorbaar, voor de mogelijkheid sidde rend van door een stoot of val van 't een of ander voorwerp het zwijgen te ontwijden, droegen Sylvia en de vrouw, Willy's zaken uit de kamer. Vrouw Karsten, die steeds weer haar blauwen boezelaar aan de oogen bracht, be dekte den grooten toiletspiegel van Makarie. Wat was dat leelijk en wat onaardig Buiten verklaarde de vrouw, waarom ze dat deed een lijk mag zich niet spiegelen, anders volgt er spoedig nog een doode. Ja, toen de oude Karsten, de vader van haar man, gestorven was, had men niet om den kleinen spiegel gedacht en een half jaar later lag de kleine Christiaan op de baar. „Bijgeloof," mompelde Sylvia, terwijl haar een siddering door de leden liep. Wanneer er nu maar bloemen waren, opdat, als Willy boven kwam, zijn lieve vrouw een passend doodsbed zou hebben. Maar er was in het heele huis geen enkele bloem. Makarie hield daar niet van. De vensterbanken werden er maar vuil door gemaakt, zeide ze, en ten tweede ben ik nooit gelukkig met mijn bloemen en ik begiet ze te veel of te weinig, zoodat de sterkste bladplanten het niet bij mij uit houden. Maar juist toen Sylvia met spijt er aan dacht, dat zij de arme Karie geen bloemen zou kunnen geven, kwam de oude Drews. Hij droeg een klein bloempotje in den arm, een maandroosje, waaraan een paar bleeke bloemen en wat karig groen. „Wanneer de juffrouw dat voor onze goede mevrouw uil...." En zoo kreeg Makarie in ha&r handen de twee bleeke rozen en vrouw Karsten vouwde de stille doode de handen op de borst. Wat was het op eenmaal veranderd de spiegel met den doek er overde vreemde houding want de levende Ma karie was zóó niet te denken met de handen op de borst gevouwen en stijf twee bloemen tusschen de starre vingers. Straks was zij een slapende geweest, nü was ze een doode. En Sylvia stond daar en staarde haar aan, en langzaam greep ern ongekende ont zetting haar aan tot ze bang werd. Ja, dat was de doodZoo liggen wjj allen eenmaal. Toen haar moeder stierf, had ze slechts een wilde smart geen nadenken geen gedachtende smart liet geen ruimte voor andere gevoelens het viel over haar als een lawine. Nu zag ze den dood voor de eerste maal met heldere gedachten. En hij sprak tot haar en hg bracht haar een angsteen grooten, vreeselijken angst! Zoo daar te liggen en de onvervalde plichten blijven achter zco daar te 1'ggen, en de levenden komen aan het bed om te richten en te vragenWaart ge steeds goed Wat hebt ge gewrocht Wien goed en wien leed gedaan Hebt ge het sieraad dat u is toevertrouwd, wel goed bewaard Ot hebt ge het begraven onder ongetemde zelfzucht Was de dood, de stomme, groote, zwarte dood de leermeester, die het leven leert verstaan Den volgenden morgen, toen de dag grauwde, opende Willy Mammling de deur van zijn kamer. Juist liep Sylvia de gang

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 5