Brieyei Rit Maasstad
Spring veeren-,
ba L. Beiineveld,
gemengd nieuws.
Predikbeurten.
ADVERTENTIES
Zondag 30 Maart 1902.
46ste Jaargang No. 3718.
DERDE BLAD.
Lentefeest.
Binnenlandsch Nieuws.
Uit den Ouden Tijd.
De beker van Bossu.
Kapok- en
Stroomatrassen,
Rolgordijnen,
Breukbanden,
SGHAGE
Nimws-,
DRAMT.
Aimltnlifi- LailRuwMad.
-oCoco-
Op een vroegen lentemorgen doet hij zijn
in tiede de herinneringsdag eener wereld-
g -eurtenis.
We vierden hem, vele jaren lang mis
schien, en het behoeft eigenlijk niet meer
g> zegd te worden welke gedachten hij doet
t en, welke gevoelens hij verlevendigt. Aan
<t woorden, op zoo menigen Paaschochtend
tut ons gesproken, knnnen geen nieuwe wor
den toegevoegd, daar zij slechts in andere
v "-men herhalen, wat ons reeds zoo vaak is
voorgehouden.
O, maar zou inderdaad het schoon der lente
ei door verduisterd worden, dat wij elkander
deolgónooten doen worden van de gewaar
wordingen, die zij opwekt Is het wel geheel
■waar, aat de bespreking van het feestmotief
geen noodzakelijk deel uitmaakt van de feest-
•v ruugde
Iets nieuws, we begrijpen wel, dat we
het niet te hooren zullen krijgen. Ook het
lied der vogelen, het suizen van den lentewind,
en de vroolijke stemmen der kinderen, die het
ontluiken der eerste bloempjes bespieden,
dat alles is zeer oud. Toch sluiten we daar
voor de ooren niet, integendeellang hebben
we gewenscht, het wederom te genieten, en
nu het eindelijk is gekomen, nu verkwikt het
ons opnieuw.
De Paaschklokken klingelen het lentelied
der Christelijke wereld en verkondigen den
aanvang van een nieuw tijdperk in de ge
schiedenis van de zedelijke ontwikkeling der
mensckheid.
Bij een pas gesloten graf, waar de bloedige
ontknooping was weggeborgen van de aan
grijpendste tragedie, ooit op het wereldtooneel
opgevoerd, leiden zij het lied des geloofs, der
hoop, der herleving. En het is ons zoo goed,
die klanken op te vangen, ons rekenschap te
geven van hetgeen zij verkondigen, ons op
te bouwen in de ideale levensbeschouwing,
die maar al te zeer gevaar loopt in den drang
der dagelijksche beslommeringen op den
achtergrond te geraken.
Wij kunnen ze niet missen, de feestdagen,
bestemd om het hoogere ons nabij te bren
gen. Er is geestverwantschap tusschen den
Christen der twintigste eeuw en de eerste
bezoekers van het graf, waar de Meester, na
harde worsteling, schijnbaar met een volko
men nederlaag was ter ruste gelegd. Ver
schrikt waren zij uiteengegaan, toen de storm
losbrak, die al hun verwachtingen vernietigde.
Zij hadden gehoopt, den Christus eenmaal
te zien tronen aan het hoofd van een bevrijd
en gelukkig Israël. En ach, hij was op sma-
<i lijke wijze tor dood gebracht, als een boos
doener zouden zij daarom maar niet hun
oud handwerk weer opnemen, en zuchtend
ei kennen, een nevelbeeld omhelsd te hebben?
Maar hoort, uit het graf spreekt een stem
rot hen, die hen vermaant, niet te wanhopen,
want er is een macht, sterker dan de dood.
Wat bestemd is voor de eeuwigheid, kan niet
v iloren gaan. Reeds het feit, dat die man-
i, u wederom tot elkander gaan, wijst er op,
dat in hen iets gemeenschappelijks leeft, het
welk hen van andere menschen onderscheidt
dat zij van hun Meester iets hebben ontvan
gen, wat niemand hun ooit zal kannen ont-
rooven. Zeker, hun begrippen droegen sterke
•poren van de meeningen der tijdgenooten
en weder waren het de verwachtingen van
t en zichtbare wederkomst huns Heeren, die
hen bezielden, hen tot spreken, tot handelen
aandreef.
Doch in dien vorm was het groote begin-
el van de geestelijke heerschappij des Mees
ters, van het Godsrijk, opgesloten. In dien
vorm kweekten zij het aan, droegen het ver
der, maakten zij er het vereenigingspunt van,
v. aar allen bijeenkomen, die iets hebben be
grepen van de groote gedachte, iets hebben ge
voeld van den grooten zegen, waarmede Jezus
de mensehheid heeft verrijkt.
En zoo is het gekomen, dat de toeleg der
vijanden is mislukt. De eerste zegepraal werd
bevochten op het oogenblik dat het voort
bestaan van het Godsrijk onafhankelijk werd
vgui de lichamelijke aanwezigheid van den
stichter. Het was de eerste dag eens nieuwen
levens dien eersten dag gedenken wjj op ons
I'aaschfeest.
Zaken van Godsdienst, afgescheiden van
theologische beschouwingen, moesten weer
een onderwerp van behandeling zijn overal,
waar de eene of andere zijde van het groote
maatschappelijke vraagstuk ter sprake wordt
gebracht, ook in de persof schuwt men
wellicht het gewagen van de dingen, die ons,
ook om hun sociale beteekenis, het hoogste
belang moesten inboezemen?
Voor elke gemeenschap is het Christelijk
beginsel het onmisbaar element. Een huma
niteit, niet gebouwd op den stevigen grond
slag eener innige betrekking tot God, als het
i(*eaal> Reeft geen levenskrachthaar
bezwijkt, onder de teleurstellingentot
net verzetten van bergen is zij niet in staat.
8 ~i8t met Alphonse Karrhoe
meer ik de menschen leer kennen, des te meer
.7an m'jn hond. De Christen: Hoe
leper myn^ kennis wordt van de menschen
en liun zwakheden, des te onwederstaanbaar-
1 wo drang, 0m alle krachten voor
nch- """tb0 ,n te spannen; hoe meer hun
Wordt^a tJ1 redelijk lijden mij zichtbaar
tot l.niÜf8 gelukkiger maakt het mij, iets
Het g Ü.f te Lnnen doen.
schar,r,ii ttiet naast, maar in de maat-
rlecht 6 éénde liefde tot God niet
heen teidf ?PWekking tot menschenliefde,
voldoe, uitvloeisel van één gevoel, dt
',,,t t aan (-en behoeftezal niet, als
einde \4,i,V°iu Vf 'wezell'ijkt kan worden, het
Als* v. e ",1C Dul;ihChelyke ellende daar zijn
ttacht \ai iidt eirenEel)' eu gelooven aan de
in het hart k ,Val'ge"e, dat deze hoop ons
gtzamesiin &f«ort, laat ons dan
begioetM
CCLIX.
Rotterdam, 26 Maart 1902.
Ter gelegenheid van de Paschen voel ik me
gestemd tot een aandoenlijk artikel. Eén vol
lieve wijsheid en zoete deugd over Paasch-
eieren en Paaschgedachten.
Ik wil die stemming dienstbaar maken aan
een of ander soortgelijk onderwerp. Gelegen-
heidspreekjes gaan me zoo slecht af. Ik san
er het passend ernstig gezicht niet bij bewa
ren. ik zie geen kans emotie te wekken.
Toch, de stemming is er, en het ware mits
dien roekeloosheid ze ongebruikt te laten.
Lente-frischheid is in mijn kamer èn in mijn
peinzend brein.
Ik wil wel eens praten met n over den
gemeenteraad en over eere-avonden. Ik hoor
't getjilp van vogelkens blij in het vroege
vooijaar, ruik zoete geuren van jonge bloem-
kens op pas groene wei.
Ik hoor een raadslid spreken, 'k zie bloemen
onder gaslicht op kleur-rammelend tooneel.
O, warreling van gedachten-families door
stil auteursbreinHoe zal ik u neêrvloeien
voor denkende lezers met mijn vlekkerigen,
azijn-gemengden inkt.
Als ik kiezen moet tusschen een wande
ling nn in jong-ontwakend buiten en een
raadszitting, kies ik het eerste, weliswaar,
maar ook het laatste heeft zijne bekoring.
Wie veel wil hooren praten, praten, praten,
eindeloos praten, moet in den Rotterdamschen
gemeenteraad zijn Nóóit is er zoo gepraat.
'eem, wen gij 't lieve buiten zoekt en zacht
aroma van teere lentelucht, een exemplaar
met u van de handelingen onzes raads en
lees in voor j aars vreugd verloren, een speech
van één der meest pratende Rotterdamsche
raadsleden.
Hoe dankbaar znlt ge n gevoelen jegens
mr. Kley, die nimmer praat. Welk een char
mant, welk prachtig raadslid 1
Taaier, droger, dorrer lectuur dan een raads-
verslag heeft nooit drukpersinkt gekost. Maar
zoo'n Rotterdamsch verslag1
Er wordt aldaar te veel gepraat, minstens
tien maal te veel. Er wordt gepraat door wie
iets te zeggen heeft, doch meerder malen door
wie niets te zeggen heeft.
Of, te zeggen is wat bar. Niets belang
wekkendste zeggen, is juister. Ziet, vrinden,
ik bezit een matige schrijfhandigheid en ik
zie kans te schrijven over wat ge mij opgeeft,
een inktpot, een aschbak, een sleutel, een kurk.
Maar ik zal zoo voorzichtig wezen het niet
te doen, opdat ik n niet vervele.
Ware ik raadslid en hadde ik een eeniger-
mate bruikbaar stemorgaan, ik zou evenzeer
kans zien over alles te praten, over elk denk
baar voorstel iets te zeggen. En wel minstens
t waalf Rotterdamsche raadsleden kunnen dit
evenzeer. Zij laten dan ook geen zitting pas-
seeren zonder iets te zeggen. Maar wèt zeg
gen zij Zelden iets wat hunne medeleden
en het publiek niet evenzeer weten. Hoogst
zelden iets nieuws.
Onze raad is geworden een praatclubje, een
debatingclub van aankomende advocaatjes,
een onderonsje van snappende gewichtigheden,
met verlof. Wie iets denkt, hoeft dat nu niet
altijd te zeggen.
Als ik een kurk voor me zie liggen, en ik
merk op dat die kurk zwart is, wien ver
plicht ik er dan meê, als ik opsta, deftig het
woord vraag en zegMeneer de voorzitter
Deze kurk is zwart. Waarom is zij zwart
omdat zij op een inktpot heeft gezeten. Zij
zou evengoed rood kunnen wezen, maar dan
had ook de inkt die kleur moeten hebben,
de inkt in mijn inktpot. Het komt mij voor,
meneer de voorzitter, dat inkt niet rood mag
zijn. Want men spreekt immers van zwart op
wit, wat bewijst, dat de stof waarmee men
schrijft, ook zwart moet zijn. Daarom geef ik
zoo de voorkeur aan zwarte kurken. Een
roode kurk zou mijn spreekwoorden-opvattin
gen geweld aandoen. Toch kan, in enkele
gevallen, een roode kurk gemotiveerd zijD.
Wanneer zij, bijvoorbeeld, op een wijnflesch
stak. Want welke wijn zou het 60ort wezen
dat een kurk zwart maaktDaarom is een
wijnkurk rood, maar een inktknrk is zwart,
meneer de voorzitter. Zóó, doch minder logisch,
en iets minder welsprekend, is het type van
een raadsrede. Een raadsrede moet van alle
markten thuis zijn, en steeds knnnen worden
uitgesproken.
Er zijn raadsleden, wier middag niet goed
is, wanneer zij niet een paar malen het woord
hebben gevoerd. Zij laten mitsdien geen
enkele gelegenheid voorbijgaan. En dat zel
den of nooit zoo'n raadsrede een opvatting
wijzigt, een stem overhaalt, om van een
nienw gezichtspunt openen niet eens te spre
ken. dat bedenkt ae raadsprater niet.
Hij praat al wat hij denkt en hjj wordt
beluisterd uit beleefdheid.
Hoe langer hoe erger wordt het raads-
praten, omdat de een den ander aansteekt.
Het is als de mazelenweinigen ontkomen
er aan.
Wanneer er vijf-en-veertig verstandige men
schen bijeen zijn, kan men verwachten dat
elk hunner over een of ander onderwerp iets
denkt. Dat spreekt van zelf. Men kan zijn
hersenen nn eenmaal niet stil zetten. Maar
dat het noodzakelijk is telkens te verklaren
dat men denkt en wat men denkt, dit ontken
ik beslist.
Waar blijft het prestige van een college
waarin zóó enorm veel gepraat en zóó enorm
weinig raaks wordt gezegd? En dat van de
niet-pratende leden Als ik raadslid wa6,
praatte ik stellig meê, om te voorkomen dat
het vulgus denken zou, dat ik niet dacht. Al
wat ik dacht, flapte ik er uit, ik zou de han
delingen helpen vullen en ik zou een ge
wichtig raadslid zijnMaar ik vrees, dat ik
thnisgekomen, mij meermalen plaatsen zou
voor mijnen spiegel en mezelf zachries de
wangen betikken en zeggen„O schalk, wat
heb je je vanmiddag weer aangesteld!"
Ook vrees ik, dat ik, wen ik later na-lezen
ging wat ik gezegd had, zwaar blozen zon
en vragenHeb ik daarvoor zooveel natio-
nalen tijd vermorst en vier-en-veertig wezens
tot luisteren gedwongen?
Een jaargang handelingen behoorde een
tempel van Delphi te zijn met het opschrift
Ken u zeiven. Helaas, dat is hij niet en 't
raadsgebabbel duurt voort
Ik constateer alleen, veroordeel niet in deze
mijn lentelijke Paaschstemming. We wonen
in 't vrije Nederland en de wet beschermt
het pratende raadslid. Daarom mag ik ZEd.
niet snoodelijk veroordeelen. Doch sedert
lang adviseer ik een ieder: lees geen raads-
verslagen meer, kauwt liever op ongebeukte
stokvisch. Dat is smakelijker.
Ik heb u hierboven nog iets beloofd over
„eere-avonden". Dit is een vroolijker onder
werp. Sedert onze politie-verordeningen
streng zijn, mogen we geen paaschvunrtjes
meer branden en geen eieren tikken. Alle
paaschpleziertjes zijn ons verboden. In ruil
daarvoor hebben wo nu „eere-avonden", ook
wel „benefices" genoemd. Het is een spe
ciaal Rotterdamsch gebrnik zoo tegen Paschen.
't Vervangt het eiertjestikken en 't is nog
vroolijker.
In onzen grooten schouwburg hebben we
de pret, een keer of zes maal. Dan komen
wij, 't goede publiek, een acteur of actrice
„eeren," znlks geschiedt met volle zalen èn
bloemen èn toejuiching.
Nergens zóó stellig als te Rotterdam
beschouwt men acteurs (de definitie is van
Mr. Van Hall in de Gids) als groote kin
deren. Men overstelpt ze op hun beurt
tegen Paschen met bloemen, hoe meer
bloemen hoe leuker. Zooals ouders voor hun
kinderen paascheitjes koopen, omdat 't nu
eenmaal zoo hoort, koopen schouwburg
bezoekers voor hunne acteurtjes en actricetjes
bloemen eu vermaken zich met de vreugd
der kleinen. Twintig, dertig, veertig bloem
stukken, groot en kostbaar, een paar honderd
galden blommen, elk op zijn beurt.
Van volksgebruiken spreekt men geen
kwaad en dies roddel ik niet van „eere
avonden." Het is een snoezig, onschuldig
plezier.
Maar voor iemand die 'tten eersten male
aanziet, is het lichtelijk dwaas. Ik heb een
Amsterdamsch vrieDd onlangs een eere-avond
laten bekijken en hij schepte er een ongemeen
behagen in. Hij vond het zóó curieus. Of
het niet verstandiger wezen zou, vroeg hij,
van al dat blommengeld een fonds voor
invalide acteurs te stichten Ik heb echter
verondersteld, dat lui, die graag een tientje
voor een bloemenmand geven, géén vijf
gulden in een invalidenfonds zouden willen
storten. De aardigheid zit 'm juist in de
bloemen.
Men geeft ze, zeker, maar men heeft er
tegelijk pret van. Zoo'n tooneel vol bloemen
en een aangedane er achter. Dat is aardiger
nog dan een paaschvuurtje.
Ik weiger meê te werken tot het afschaf
fen van volksgebruiken in dezen prozaïschen
tijd. Het geld kon beter besteed, doch wat
zou dit in geen enkele knnst worden ver
dienstelijke menschen zóó manifestaterig ge
huldigd. Wat maal 'k er om
Ik ben Rotterdammer en ik hond dus van
mijn Blaakje, mijn pratenden raad, mijn beurs-
praat, en mijn eere-avonden. Ze geven ons leven
een eigen bekoring.
ooooo
In alle bladen hebben we kunnen lezen,
dat bij het bezoek van Prins Hendrik aan
de stad Hoorn o. a. aan Z. H. de beker
getoond werd, die uit het Spaausche Admiraal
schip herkomstig zou zijn. Ik zeg zou zijn,
want ik voor mij twijfel er wel een beetje
aan, of dat voorwerp werkelijk aan Bossu
behoord heeft. Immers, mij dunkt, dat dau de
Hoornsche Kroniekschrijver Velius, die den slag
op de Zuiderzee in alle bijzonderheden beschrijft
en zelfs van den gouden keten de6 Spaanschen
Admiraals gewaagt, toch ook wel iets van
dezen beker zou gemeld hebben.
De beker nu, aan Z. H. getoond, hij zij
dan al of niet van Bossn afkomstig, is van
verguld zilver en op het deksel staat een
mannetje met een speer. Het opschrift luidt
volgens Dr. AbbingRiek ov Contes. ib mi
atteks, hetgeen hij vertaaltGraaf of niets.
Deze vertaling is echter niet in den haak.
In vroeger tijd gebruikte men namelijk dik
wijls een liggend streepje al3 verkortings-
teeken, zelfs om maar één letter weg te
kunnen laten.
Welnu,zoo'n verkortingsteeken staat ook hier
boven de E en dat streepje is door Dr. Abbing
over het hoofd gezien. Het opschrift is een
rijmpje en luidt:
Riek ov coktes ie mi f atexs
of een beetje nieuwerwetscher
Rien ou oontens
Je m'y atens,
hetgeen te beduiden schijnt„Eén van beide
heb ik mij voorgesteld, óf ik moet niets,
óf ik moet in alles mijn zin hebben.
Nu, als gevangene in de stad Hoorn heeft
de Graaf stellig wel niet in alles zijn zin
gehad. Zoo zal het wel zeer tegen zijn zin
geweest zijn, dat hij, op weg naar zijn ge
vangenis, vreeselijk door het granw werd
uitgejouwd.
En op de haven zijnde, kwam iemand uit
de herberg „'t Roode Hert" met een kan bier
in de hand en heette hem welkom met de
woorden „Mijnheer, het is beter dat gij naar
ons toekomt, dan dat wij naar u waren ge
komen. Op nw gezondheid!" De graaf bleef
daarop staan en dronk meê, omdat hij het
niet durfde laten. Ook terwijl hij in zijn
gevangenis was, schijnt men hem niet altijd
voor zeer groote onaangenaamheden te hebben
kunnen vrijwaren.
W. VAi MARKER
HEER HUGOWAARD. Voor de
vacante betrekking van onderwijzer aan
school no. 4 hebben zich 4 sollicitanten aan
gemeld.
-HEER HUGOWAARD. Op de den 26en
gehouden herstemming van Hoofdingelanden
van den polder tusschen de heeren Jb. Smit
en K. Kruijer is gekozen de heer K. Krnijer,
en tusschen de heerenP. Meereboer en W.
Oudhois is gekozen de heer W. Oudhuis.
HEER HUGOWAARD. De kiezers
lijst voor deze gemeente bevat 596 namen als
kiezers voor leden van de 2e Kamer en Provin
ciale Staten, en 531 namen als kiezers voor
leden van den Gemeenteraad.
Verleden week werd zekere
L. B. uit OUD-GASTEL gearresteerd, ver
dacht van mishandeling op zijn kind van
ongeveer vijftien maanden. Hieromtrent meldt
nu het D. v. Ndbr.:
De vronw was niet thnls, zoodat de vader
op het kind moest passen. Het schijnt daarop
lastig te zijn geworden. De man moet toen,
in zijn drift, het kind tusschen de knieën
hebben gezet en 't zoo geweldig daartusschen
gekneld, dat er eenige ribben zijn gebroken.
Een paar dagen later stierf 't kind.
Doop door onderdompeling.
In het thans in de Turfhaven teZUTEEN
liggende binnenbad had dezer dagen een doop
plechtigheid plaats. Drie vrouwen, waarvan
twee uit Velp en één te Zutfen woonachtig,
zouden opgenomen worden in de godsdien
stige sekte der Sabattisten.
Een der groote kuipen van het binnenbad
was in het water gelatenbij de knip stond
de voorganger, die het doopformulier voorlas,
terwijl een ander in de kuip stond, gereed om
de vrouwen één voor één geheel onder te
dompelen. De doopelingen, gekleed in een
lang gewaad, gingen zonder aarzelen te water,
en ondergingen onverschrokken de onderdom
peling, wat bij de huidige temperatuur van
net IJselwater wel geen aangename gewaar
wording moet geven. (Z. Crt.)
Hortretten telegrufeeren.
Het klinkt hiaat ongelooflik, dat iemands portret
kan getelegrafeerd worden van Rotteidem naar
Amsterdam, bij voo beeld, op dezelfde wijze ala
een gewoon telegram verioaden wordt. Maar desniet
tegenstaande kan het heel gemakketyk met behulp
van een telediagraaf, een wondervolle machine, uitge
vonden ongeveer twee jaar geieden door den heer
E A. Hummel te New-York. De uitvinding heeft
al heel wat van zich doen spreken, niet het minst
door het teit, dat het nitalnitend gebruik van het
toestel opgekocht is door een syndicaat van zes
Anerikaansche Nieuwsbladen voor een tijdvak van
twee jaren.
Deze tyJruimte evenwel is nn voorbij, en zonder
twijfel zal het niet zoo lang meer doren of de
telediagraaf zal haar weg naar de telegraafkantoren
der we eld gevonden hebben. De voordeelen er van
liggen voor bet grjjpen. Want niet alleen knnnen
door het apparaat portretten getelegrafrerd worden,
maar ook brieven en teekeningen kannen overgebracht
worden van de eene plaats naar de andere precies
zooals ze geschreven of geteekend zijn. De politie
kan nn de geljjkenia van een voortvlochtigen mis
dadiger overseinen van de eene plaats naar de andere,
van het eene land naar het andere, van het eene
eind der wereld naar het andere en daardoor z(jn
kana om te ontsnappen tot nnl reduceeren. Maar
ook zakenmensehen, die bijvoorbeeld de teekeniag
noodig hebben van een zeker machinedeel, vóór zy
per post hen zon kunnen bereiken, zouden van de
telediagraal groot gemak ondervinden, terwjjl de nit-
vinding voor de coaraulen inderdaad eeu gelnk mag
genoemd worden.
Er ia niets ingewikkelds in de werking van een
telediagraaf. Inderdaad, een kind kan ze begrypen.
Binnen een minuut ia h t instrument verbonden met
welke plaats in de wereld ook, mits natuurlijk aan
het net aangesloten.De telediagraaf is gelijk in voor
komen aan de phonograaf, en werkt nagenoeg op de
zelfde grondbeginselen.
Zij heeft een cyiinder, die heel snel weutelt, en
over de oppervlakte waarvan zich een arm nitstrekt
die in een pnnt van platina uitloopt in den geest
van de phonograaf die langzaam beweegt van links
naar rechts. De methode van het overbrengen van
een portret van de eene plaats naar de andere ia als
volgt
Een artist trekt de teekening over op een stak
bladtin, met een speciaal-bereiden inkt. Het bladtin
woidt dsn vast om den cyiinder van den overbrenger
gewikkeld met den kant der beelienia naar buiten,
in positie gehouden door een draad, loopende van
het eene eiud van den cyiinder naar het andere. De
laatste wordt dan op haar plaats gebracht, een haak
los gezet, en de omwenteling begint op dezelfde wjjze
als de phonogiaafcylinder.
Gelyktjjdig begint de cyiinder op de ontvangende
machine te wentelen. Om deze zijn drie vellen papier
geplaatst; eerst een vel gewoon teekenpapier, dan eea
vel cat bon papier, beide kanten zwart, en daarover
heen een stak weefsel, linaen. Nn is het natuurlijk
Je in een platioapnnt nitloopende arm, die de teekening
teekent, doordien hjj beweegt precies overal heen waar
heen de arm van den ovetbrenger gaat.
Zoolang de pnnt van den arm van den laatste op
het enkele bladtin blijft, loopt er een electrische
stroom van de eene mtchine naar de andere. Maar
zood'a de punt o\er de iuktlijnen van de teekening
heen gaat, ia de stroom verbioken. Dit maakt dat
de »rm op den ontvanger valt, en deze big ft gevallen,
a zyu gew.cht legeL het papier drukkend, totdat de
a> u> van «ten ove:benger over de inkilyneu heen is.
Bijgevo g raakt de arm van den ontvanger piet het
p.pier op den cyiinder totdat de stroom is verbroken
door den a m vao den overbrenger, gaande over de
teekening op het bladtin.
De teektüiigec op dexe manier verkregen, zijn
wondetdnidelijk, en behoeven niet noemenswaard te
woidea opgewerkt, voor de reproductie. De machines
kunnen gebruikt worden, voor welken afstand ook, en
het was, hel is haast onnoodig het te xeggeD, een
ha-dig s uk je van de zes Ameritaansche bladen, dat
ze zich. zij 't ook maar voor twee jaar. het mono
polie vei zeke den, toen de heer Hummel zyu uitvin
ding het eerst bekend maakte.
Vreemd genoeg, was de uitvinder van de teledia
graaf geen telegiafist. Hij was klokkenmaker en had
al zjjn kennis van de telegrafie nog uil de boeken te
halen, toen hg voor de eerste maal begon met na te
denken over wat hem voor oogen stond en dat later
sjjn uitvinding zon worden. Zonder twylel cal nog
veel verbeterd worden aan 's heeren Hnmmel'a toestel
in den loop des tijds. Maar dat neemt niet weg. dat
hem de eer toekomt, een der achoonste uitvindingen
van de eeuw gedaas te hebben.
Een merkwaardig versehjjnaeL
In Kenlen ia het verschijnsel opgemerkt, dat
daizenden eksters zich eiken avond boven de atid
vertnonen, om daar den aacht door te brengen.
Zij vinden ban lugies dan bjj voo-keur tegen
muren, waarlangs klimop groeit en die door de
schoorsteenen, welke er aan den anderen kant langs
loopen, een aingename warmte hebben.
Het schynt dat de vogels al vin verren afstand de
plaatsen ontdekken, die deze eigenschappen ver-
toonen.
In de zes werkdsgen van de vorige
week werden te Londen aangegeven 347 nieuwe pok-
kenlijd-rs. Dagelijks ongeveer worden 60 nieuwe ge
vallen geconstateerd. Thans zijn 1545 patiêo^-n onder
b handeling. Van de beginne af tot nn toe zijn 5242
ljjders behandeld, waarvan 725 atierven. Rekent men
de bevolking van Londen op ruim 5 000,000 inwoners,
dan komt op de duizend inwoners één geval voor.
Een nfenw vak.
In bet vindingrijke Amerika hebben sommige
vrouwen weer een nienw middel van bestaan oatdekt.
Het fietsen heeft daar zulk ren vlucht geaomen, dat
ecu rijwiel als het ware tot de huiselijke benoodigd-
beden behoort. Maar ieder fietser weet, hoe akelig
het rijden is met eeu wiel, dat atofBg is of waar zand
in den ketting zit, afgezien nog van den alordigen
aanblik, dien zulk een instrument oplevert. Nn zijn
er in New-York en andere groote steden vin Amerika
meisjea, die zich toeleggen op het schoonmaken vin
fietsen. Gewapend met eea tsschje, waarin de nood
zakelijkste werktuigen zijn, bezoeken zy hare klanten,
poetsen alle deelen der m'.cbines keurig op, daen
kleins reparaties en verdienen daarmee een rnim stuk
brood,
Een hevige brand en ontploffing
heiben in Leuven plaats gehad, in hel cautrnm der
stad. Het vuur begun in eeu drogistwinkel, waar een
bediende een flesch benzine uit de handen liet vallen.
Twee personen hebben zeer ernstige brandwonden
gek «gen, soodat men voor hnn leven vreest. Vyf
huizen zijn afgebrand
Veiligheid op Spoorwegen.
Eeu F-ansch spoorwegbeambte, de heer Marin, heeft
een middel bedacht dat ingeval het, geljjk bjj de
proefnemingen, blijlt voldoen vele ongelukken op
spooiwegen zal verboelen. Zulke rampen hebben her
haaldelijk plaats gehad, omdat de machinist niet er
op had gelet, dat het signaal op onveilig stond. Dit
verzuim kan ook bniten zijn schuld, door de lichten
van de locomotief, door bliksem, sneeuwjacht, mist,
worden veroorzaakt, zoodat een automatische aanwij
zing van groot nut kan zijn. Een dergelijke aanwjj.
zing heeft de heer Marin bedacht. Als het signaal
op onveilig gezet wordt, verheft zich tusschen de
sporen een staafje, dat dan een stoot geeft san een
hel bom, welke onder de locomotief is aangebracht en
aldus opgeheven wordt, waardoor de stoomfluit begint
te werken. Da machinist is dat, gewaarschuwd, en
tevens ziet hy op een wijzerplaat die naast hem staat,
een ronde vlrk verschijnen, als tweede waarschuwing.
Wil h(j dan de stoomfluit doen zwijgen, eu daartoe een
hefboom omdraaien, dan werkt deze tevens op de
wijzerplaat en wel zoo dat de roode plek verdwijnt
en door een nammer wordt vervangen Aan een vol
gend station kan men dan nagaan, of en hoevels kieren
de machinist voorbjj een op onveilig staand signaal
heeft gereden.
Hervormde Gemeente
SCHAGEN.
De godsdienstoefeningen beginnen gedu
rende het winterhalfjaar om tien uur.
31 Maart, 2e Paaschdag Ds. v. Kluüve,
EVANGELISATIE
Hoep, Schagen.
Zondag 30 Maart, len Paaechd, 's av. 6 uur
De. H. E. Vinke van Alkmaar.
Hervormde Gemeente
NOORD-ZIJPE.
31 'Maart, 2e Paaschdag, v.m. half tien,
Oudesluis, Ds. Groeneveld.
Hervormde gemeente
SINT MAARTEN 0. a.
31 Maart, 2e Paaschdag, v.m. 9*L uur,
Valkoog, Ds. Tinholt.
Doopsgezinde Gemeente
BARSINGERHORN.
31 Maart, Geen dienst.
Doopsgezinde Gemeente
ZIJPE.
31 Maart, 2e Paaschdag, v.m. kwart
voor tien, Zuid-Zjjpe.
Hervormde gemeente.
HARINGHUIZEN.
31 Maart, 2e Paaschdag, Ds. Briedé,
van Kolhorn.
Hervormde Gemeente
KOLHORN.
31 Maart, Geen dienst.
Hervormde Gemeente
HARINGCARSPEL.
31 Maart, Geen dienst.
Win koL