Brieven uil don Polder
c
De siijji (i iet liesrecil
Zondag 11 Mei 190*2.
TWEEDE BLAD.
46ste Jaargang No. 3730.
FEUILLETON.
Het A
VAN HET
B C
LEVEN.
Teunis Ploeger.
Land- en Tuinbouwonderwijs.
OURANT.
XXIX.
De Kermis een school des Levens.
JaapPoeh! Poeh I Je begint defrig te norden
ouwe! (Sinds Tys iet» t«d een kneveltje gekrege
heeft, spreekt Jaap heao nog geregeld met ,00we"
aan) Ik won je net eria gehad hebber over dut
misselijk besluit van den Raad van Anua Panlowna
Dsar zullen ze. moet je begrijpen, ie kermis wee
gaan invoeien, die ze sUelyke jaren geleJeu hadlen
afgeschaft
Tg»Hoe kom je daar zoo opeens bjj?
JaapDat aal ik je zeggen i ik kreeg daar straks
een b lef van een vriend van me, die me dit mirakel
meedeelde. Hg vroeg me of er geen nanleidmg non
gevonden karnen wo-den oro een geneeskundig onde--
zoek in te stellen neer de gesteldheid van de geest,
vermogens van rasdeieden Weet je er sut'en in den
Raad van Anna Panlowna bijv. twee Ite-chreven vade
ren die er een .Vergunning" op na honden. Die brave
menachen, die behooren tot de .voornitatrevende libe
rale richting", hebben zich afgetobd om dat verede
lende eo beschavende „feeat" weer ingevoerd te krijgen
Tjja: Dat is dankt me een prachtig onderwerp voor
den Mediene van Anni Panlowna In z'n duboele
kwaliteit van gemeente-geneesheer en Bestuurslid van
de Liberale Riesvereeniging kon ZijoWelEdelZeet
geleerde daa-over eeos een leaing houden.
Jaap: Paar zeg je zoowat 1 Ik zal m'n vriend dade
lijk schrgven. dat hij zich nsar dm Dokte.- Ingeeft
om 'm dat vooratelletje te doen.
Tqs: Dat lapje 'm Jaap, ala dat gebeurt, dan ben
ik van de party, dan moet ik hem hooren. Ik spreek
je Maandag wel, dan moet je zorgen dat je weet, 0
Dokter 't aanneemt, en ande:s Tennis Ploeger maar
dat komt op 'tzelfde neer.
Ei'ra Tijding.
„Heb ik van z'n levenDé's een ver
rassing, boor Jaap, Tys, beste jongens, hoe
gfiat het, hoe gaat het
„Patent meneer Ploeger riepen Jaap
en Tijs tegelijk, terwijl we elkaar hartelijk
de hand drukten.
„Kom, kom, wa's dat nu voor gekheid
Zeg jullie maar gerust Ploeger of'
Tennis, hoor 1 Onder óns geen kompli-
menten. Daarvoor zijn we veel te bevrind
met elkaar. Ga maar ganw zitten en doe of
e thuis bentDaar staan sigaren, hier
eb je lucifersEn Koosje zal je zoo
meteen wel een kop .thee inschenken, niet
waar, kindlief
Koosje deed of ze het niet hoorde en ging
metéén de kamer uit.
„Och ja," zei ik vergoelijkend, ofschoon
ik inwendig stierlijk het land had, „mijn
dochter lijdt tegenwoordig een beetje aan
hardhoorendheid Zeker zinkings of zoo
Enfin, met een paar watjes met Haarlemmer
olie zal dat wel weer overgaan Jonges,
jonges, wat heb ik jullie anders in een tijd
niet gezien
„Erg druk gehad I" zei Tijs, „enne....
„En dan schieten de vriendenbezoeken
er wel eens over," vulde ik glimlachend aan.
„Wat daarom nog niet zeggen wil," zei
Jaap, „dat we al dien tijd heelemaal niet aan
je gedacht zouden hebben. Integendeel
„O, integendeelviel Tijs in, „we heb
ben het vaak erg druk over jeZoo onder-
laatst nog, na de jongste Poldersche Raads
vergadering. Nie'waar, Jaap
„Ja, toen zeiën we zoo dadelijk tegen
mekaarof eigenlijk, aan Tijs komt de
eer toeNou, toen zei die zoo tegen me,
Jaap, zei die, wat weet ik nou 'n afgedrie-
dnvekatersch mooi onderwerp voor Tennis
Ploeger. Die moest nu 'eris schrijven over
het veredelende en beschavende van een ker
misfeest
„Ja," zei Tijs, „en hoe dénk je daar
nu over?"
„Wel, ik vind 't een prachtig onder
werp Dank je wél hoor Onder ons
gezeid, (want daar heeft 't publiek niets meê
noodig) 'k was juist om 'n onderwerp begaan,
want ik wist waarachtig niet meer, waar ik
het over hebben zou. Uit gebrek aan stof
was ik dan ook al aan een Geschiedenis van
den Boerenstand begonnen. Maar mijn zin
is het nietIk ben je dus bijzonder dank
baar, dat begrijp je wel. Ofschoon ik wist
er al wat van. 'k Had het al in „Extra" gele
zen Maar hoe drommel kwamen jnllie
toch op 't idee, om net te doen of de dokter
en ik eén persoon waren
„Wel, begrijp je dat niet?" lachte Tijs,
89.
Door
IDA BOY-ED.
0-0-0
„'t geeft natuurlijk meer waarde en kracht
,ian je brieven, als het publiek meent, dat ze
door 'n WelEdelZeerGeleerde geschreven zijn
„Snap je 'm zei Jaap met een guitig
knipoogje.
Moetje nog peultjes? Nee maar, jnllie
bent me toch snaakjes hoor! Jnllie blijft nn toch
eenwig en altyd dezelfde oolijke gladdekkers
van vroegerEn hoe aardig, hoe allervrien
delijkst om in „Extra Tijding" de aandacht
nog 'eris op me te vestigen. Ja, dat kan nooit
kwaad. Ik vind ook, de Polderbrieven van de
Schager Courant mochten ook wel eris in
Den Helder gelezen wordenEn op die
manier Maar. om op de zaak terug te
komen, jnllie wou, dat ik er 'n lezing over
hield, hè? om óók van de partij te kannen
zijn. Maar dat gaat nn eenmaal niet meer.
't Is al haast half Mot Lezingen trekken hier
het publiek alleen in den winter. Ik zal je
echter een Schager Courant sturen, of nóg
beterwe koudon nn dadelijk de kermis wel
eens opgaan
Wablief
Ja, da's te zeggen, in gedachten na
tuurlek. Kijk, daar slaan ze op het hoofd
van Jut! Wat valt daar al dadelijk niet vóél
te leeren. RrrrtDaar vliegt me het
ventje door een geweldigen slag naar boven!.
Triomfantelijk wijst het met z'n ijzeren vin
ger HXX) Kilo aan. Maar och heden, slechts
even draait de kermisman aan een stangetje
enflap daar ploft ons kereltje weer
in de laagte. Welnu, mijn jongens, gaat het
niet krek zoo in de politiek Met reuzen
kracht wordt soms iemand door de volks
massa omhoog gestuurd. Laat hij echter niet
al te trotsch op dien uitslag wezen, want
de stembus is grilligEén ruk slechts aan
het stangetje der publieke opinie naar 1 i n k 6
en flap I daar gaat de man weer naar
beneden. (Adres aan Troelstra of Heldt.1 Mocht
je later dus zelf nog eens afgevaardigde naar
de Tweede Kamer worden, blijft dan toch
altijd nederig, m'n jongens, ook na een 2de
of 3de verkiezing zelfs, gedachtig aan dat
ijzeren kereltje met z'n 1000 kilo, dat we hier
op de kermis gezien hebben. Ja, laat het
slaan op het hoofd van Jut je 'n les voor
heel je politieke leven zjjn. Dan zal reeds
dit kleine onderdeeltje van de kermis verede
lend op je werken.
Laat ons nn eens verder kijkenWat
hebben we daar Ah, de draaimolen Kijk
me die aardige krnllebol eensHoe fier
zit hij op z'n houten paard en hoe manhaftig
houdt hij de teugels, hè Denk je niet, dat
zoo'n kereltje op 't oogeublik heuseh in de
verbeelding is, dat hij zélf zijn ros bestuurt
Och, het kan geen kwaad.Hij zal zoo mot
één wei gewaarworden, dat zijn beele
rit slechts van een ander afhangt. Groote
menschen zijn minder gelukkig soms.
Ook d ie rijden maar al te vaak het leven
rond op ideeën-paardjes, die zij zelf meenen
te besturen, terwijl och zoo menigmaal hun
richting slechts door den wil van een han
diger medemensch bepaald wordt zonder dat
zij het ooit zullen ontdekken Maar onze
krullebol ontdekt het wel. Want zie, daar
staat de molen al weer stil! Kijk, die kleine
jongen daar, is handig op een leenw
geklauterd. Maar jawel, een groote lummel
dringt hem er af en hij zal zich met een
paard of een schuitje tevreden moeten stellen.
Tóch, neen„Da's gemeen!" roepen
drie andere groote jongens. „Jantje zat
er 't éérst op! Eraf, ofwezullen
je d'r af scheuren!" De groote lum
mel ruimt nu morrend zijn plaats in en ons
Jantje zet zich met een gelukkig gezicht weer
op den leenw!
De stem van dat drietal jongens was de
stem van het beleedigd rechtsgevoel. En dat
rechtsgevoel kon niet verzoend worden, dan
door een daid den lummel weg te drijven
en den kleinen jongen we«r te laten zitten
op de plaats die hem als eersten bestijger
toekwam. Wat gaf ik er niet voor, als
de Groote Mogendheden dit heerlyk kermis-
tooneeltje eens zagen. Misschien zou het zóó
beschavend en veredelend op hen werken,
dat zij bloosden van schaamtedat het
beleedigd rechtsgevoel ook in hen ging
werken en een daad verwekte. John Buil
uit Vrijstaat en Transvaal, de ballingen en
vervolgden weer in hun vreedzamè hoeven
Ja, bij den draaimolen zon je, ai kijkende, nog
oneindig veel méér kannen leeren. Doch we
moeten nn maar weer eens verder gaan.
Hier heb je 'n derderangs-paardenspel. Een
gedrang van geweld, want eenige mannen
in kleurige tricots staan op de balustrade, om
menschen te lokkeu Vooral de jengd ver
gaapt zich aan die mooie pakjes. Zoo'n kind
hondt natuurlijk dat goud- en zilvergalon voor
écht en benijdt wellicht den man, die aan
stonds onder muziek en handgeklap door het
circus vliegen zal. Maar morgen, als de tent
wordt atgebroken, dan ziet misschien zoo'n
meisje of knaap denzelfden man in een
armoedig en haveloos gewaad planken en
balken sjonwen en ontvangt alsdan een
indrnk die blijvend en daardoor heilzaam kan
wezen voor heel het volgend levendat
namelijk niet alles op de wereld zoo verruk
kelijk is, als het zich wel eens laat aanzien.
Dat het das raadzaam moet zijn, ook den
kaderen kant van een zaak eens te bekijken.
Omgekeerd evenzoo is niet alles even 1 e e-
1 ij k als het zich, oppervlakkig beschouwd,
wel eens voordoet. En kijk, dat, m'n beste
Jaap en Tijs, mochten jullie wel eens ter harte
nemenJnllie ziet maar al te dikwjjls
alleen het slechte enleelijke van een
zaak en valt er dan met groote knuppels op aan,
waardoor je meteen het mooie of het goeie
dat er wellicht achter stond, óók dood slaat.
Naar myn idéé gaat dat al even ver als de
baker, die met het waschwater tegelijk het
kindje wegwierp.
Ik heb eens in een kerkgebouw gezeten,
waar ik mij heb geërgerd, omdat in het
blad van de bank, waarop mijn bijbel lag,
een flesch en een glaasje waren uitgesneden.
Moet dit nu echter eeu motief zijn, om alle
banken de kerk uit te smijten Welnu, even
als die kerkbank door iemand was misbruikt,
zoo ook zullen sommigen een kermis, ja leder
volksfeest misbruiken. Maar dat zit 'in niet
in den aard van het féést, dat zit 'm in den
aard van de menschen die er aan deelnemen.
Mevrouw Mammling beschouwde Sylvia's
broer nu als familie en wilde door hem
tante genoemd worden. Zij zeide het hem
dadelyk bij de eerste begroeting en
Lyivia maakte zich een weinig angstig,
at Bertie spottend of uit de hoogte
frwu lachen. Maar hij nam de harte-
lykheid met groote beleefdheid aan.
j lTr 611 zusler samen de stad
doorwandelden, meende Sylvia, dat zij nu
ieirpriH n moederlijk gevoel koesterde
hare hnedl v!' .net alsof zij hem onder
toe «nn 1, r êeilomen. Zy schreef dat
vrnnur dat ze straks getrouwde
thnia xoa en dat haar huis dan een
hnn voor Bertie, net wat vroeger
geweest 6 ^UIS voor hen beiden was
speelt^M Z^D'-U ïe'de hij, „dat dit meê-
van tiet .^t Je Boven mij gesteld
zaagt." °8enblik af dat ge mij dwalen
auderen°0rrïee't., 200 streng over jezelf en
Onk'pL auhs dat heb je gedwaald."
«Dok dokters worden ziek."
heett meii„';^aur dat is 'ichcmelijk. Dat
ik mijn L ln 2Ün>Cd. En al ken
of dat hoeónn 1 orëacLme, my voor dit
voor jicht kV 4X1 toch niet. Niet eens
blaar bjj onze zielen is dat
heel iets anders."
„Het is hetzelfde," verzekerde hij.
„Ach," zeide zy, „dan behoeft een zoo
arm wurm als ik, dat nog voor anderen,
noch voor zichzelf den weg weet, zich te
schamon wanneer ze eens verkeerd doet.
Maar dat is toch niet waar, dat ik mezelf
zoo groot voorkwam, omdat gij dwaaldet."
„Toch wel," beweerde hij, „onbewust
wel. Ieder weet het van zichzelf, dat hij ook
dwaalt, dat hy bij tien verstandige stap
pen in zijn leven, er wel vijf dwaze doet.
Maar nochtans geniet zelfs de eenvoudigste
ziel, wanneer ze een andere ziet dwalen.
Wie een verhandeling over leedvermaak zou
willen schrijven, zou er om moeten denken,
dat zijn stof reusachtig groot zou zijn."
Maar het bleef, trots alle redeneering, er
bij zij voelde zich niet meer onzeker naast
hem. En hij liet het zich welgevallen, dat
haar toon tegenover hem anders geworden
was.
Op een Zaterdagavond kwam Willy, en
het samenzijn was heel aangenaam voor
allen.
In Willy's familie heerschte de meeDing,
dat hy eu de rechte vrouw kreeg. Zijn
moeder sprak er in 't breede over, dat
Sylvia eigenlijk degene was, die den stoot
had gegeven tot Willy's onderneming. En
omdat de zaken nu goed gingen, werd het
Sylvia als een groote verdienste aange
rekend, maar by niet-gelukken hadden
haar ook bepaald de grootste verwijten
getroffen. Ludwig en Agnes oordeelden
alleen naar het resultaat.
Syhia was er het meisje niet naar, zich
te laten berispen of vleien, w aar dat een
ander in den zin kwam. Maar daar ze
bemerkte, hoe onverschillig dat Willy liet,
De vastbesloten houding, door de vrijzin
nig-democraten aangenomen in het voorjaar
van 1901, heeft reeds hare vrachten gedragen.
Moge de Kamergroep, die thans van niet-
sociaal-democratischo zijde het algemeen
kiesrecht verdedigt, betrekkelijk slechts klein
zijn klein in verhouding tot de groote
massa van Katholieken, anti-revolutionnairen
en liberalen van verschillende scbakeering
het feit is niet meer weg te redeneeren, dat
onder de liberalen inzonderheid ook gaande
weg de gevoelens beginnen te veranderen en
men begint in te zien, dat de strijd voor het
algemeen kiesrecht niet te ontwijken is.
Natuurlijk is er tijd voor noodig om de
mannen, die, op vrijzinnigen grondslag staande,
toch de vrijzinnig-democraten met bitterheid
en felheid hebben bestreden, tot Jerkenning
van ongelijk te brengen. Redeneeringen hel
pen in deze niet, slechts de kracht en de nood
zakelijkheid der feiten.
In dit opzicht is voor onze linkerzijde de
Belgische beweging van groote beteekenis.
Daar zien zij, hoe de meest doctrinaire libe
ralen ten slotte, in het aangezicht van de
overheersching der clericalen, medestrijden
voor het algemeen kiesrecht, dat, hier door hen
noodlottig genoemd, ginds bij zeker niet
hooger staande maatschappelijke toestanden
als noodzakelijk wordt beschouwd.
De beweging van onze zuidelijke baren
heeft voorloopig slechts dit resultaat gehad,
de eenheid van alle aiiti-clericalen te bewijzen,
waar het geldt de verzekering van den ruimst
mogelijken volksinvloed op het bestoren der
gemeenschappelijke belangen.
Inderdaad, het is gebrek aan consequentie,
vrees voor spoken tevens, die nog altijd een
goed deel onzer liberalen van dien strijd voor
algemeen kiesrecht terughoudt. En ook bij
ons zullen,ovenals in België, onder den in wezen
conservatieven geest der thans overheerschen-
de partijen, langzamerhand den liberalen de
oogen opengaan, zoodat zij zullen trachten in
te nemen het standpunt, reeds voorlang door
de radicalen en in Jannari 1901 met groote
beslistheid ingenomen ook door dat gedeelte
van de Liberale Unie, dat sedert is geworden
de Vrijzinnig-Democratische Bond.
De voorboden van veranderde stemming
laten zich reeds bespeuren.
De Provincale Groninger Courant, die van
democratische gezindheid niet overvloeit, ont
ving van haren bekenden politieken mede
werker reeds een veelbesproken artikel, waarin
een zeer belangrijke zwenking naar de zijde
van de vrijzinnig-democraten was te bespeu
ren. Met ernst en kalmte, zelfs zonder het
gebruikelijke afgeven op de scheurmakers,
die de liberale gelederen heeten te hebben
verbroken, werd de vraag in de pers gedis
cussieerd, op welke wijze door gemeenschap
pelijke samenwerking van de verschillende
groepen der linkerzijde, al of niet met de
sociaal-democraten, practische, althans con
crete, duidelijk omschreven voorstellen kunnen
worden verkregen, waarmee alle groepen be
reid zijn bij de volgende algemeenê verkiezin
gen in zee te gaan.
Van sociaal-democratische zijde wordt deze
hnlp uit het liberale kamp niet met de meest
vriendschappelijke beweging begroet.
't Was dan ook niet te verwachten. Hoe
gaarne doet men het van die zijde niet voor
komen, alsof alleen de sociaal-democraten de
mannen zijn, die in de bres treden niet alleen
van het algemeen kiesrecht als eersten eisch
van eene democratische politiek, maar zelfs
voor recht en billijkheid in het algemeen.
Van al deze zaken hebben de sociaal-demo
craten natuurlijk het monopoliebuiten hen
geen heil!
Dat evenwel zoovelen, die niets gevoelen
voor het gemeenschappelijk-maken van grond,
fabrieken, werkplaatsen en de overige produc
tiemiddelen, toch reeds vóór jaren den strjjd
voor het algemeen kiesrecht hebben aange
vangen, schijnt voor hen niet als een feit
te bestaan.
Evenwel, hunne conclusie geen vast ac-
coord met andere, niet-sociaal-democratische
partijen om het algemeen kiesrecht te ver
overen is niet alleen begrijpelijk, maar
ook verstandig.
De verschillende democratische groepen,
staande op den bodem van verschillende
maatschappelijke,zelfs wijsgeerige overtuiging,
hebben ieder een andere taak en een andere
tactiek, al streven zij naar hetzelfde doel.
Toch zijn zij voor elkaar onmisbaar; zij
vullen elkaar aan in hun streven, dat zeker
niet zoo krachtig zou kunnen zijn, wanneer
een vaste band, door onderlinge afspraak
ontstaan, deze groepen bond.
Ook in België heeft men het knnnen zien.
Het is vooral de taak van de sociaal-demo-
cratie om degenen, die thans als het ware
nog niets gevoelen voor hun staatsburgerschap,
die nog niet bespeuren van hoeveel beteekenis
kan zijn deelneming aan den politieken stryd,
tot beter inzicht te brengen.
Hnn uitgangspunt het bestaan van een
klassenstrijd, die politiek en economisch moet
worden uitgevochten geeft hun meer
ingang en geloof in die kringen, waar deze
hun dikwijls ongunstigen stoiïelijken toestand
onder den indruk der socialistische prediking,
aan de overheersching cener bezittende klasse
gaan toeschrijven.
Er zai een tijd komen en deze des te
sneller naarmate het kiesrecht spoediger tot
in de breedste lagen zal zijn toegekend
dat andere inzichten daarvoor in de plaats
zullen komen, en men meer zal begrijpen van
bet samenstel onzer maatschappij en van de
onderlinge afhankelijkheid van alle factoren
det productie, dan nu.
Zoolang evenwel z»l men juist de onderste
volkslagen voortdurend meer en meer door het
gevoel van het bestaan van den klassenstrijd in
heftige beweging brengeneen beweging,
die ten slotte kan leiden tot eene uitbarsting
als vóór korten tijd in België.
Het ware verstandig, als ten onzent, met
het voorbeeld voor oogen van deze gan-
sche reeks van gebeurtenissen, die ook
hier in de toekomst met groote zekerheid is
te voorspellen, vroeger werd ingegrepen en
sneller werd gegeven wat ten slotte na veel
strijd en worsteling toch gegeven zal moeten
worden.
Voor een goed deel hebben de verschillende
groepen van de linkerzijde dit in de hand,
wanneer zy, zooals de Dnitschers het noemen,
gescheiden opmarcheeren om vereenigd den
slag te leveren. Op het breede politieke in
zicht bij een deel der liberalen komt het thans
zeker niet voor een gering deel aan. Zullen
de gebeurtenissen aan gene zijde van onze
Zuidelijke grenzen hun dien ruimeren blik
hebben gegeven
Zullen zij de oogen hebben uitgewreven
en bespeurd hebbeu, dat het niet meer is
van dazen tijd, het grootste gedeelte van het
volk nog altijd van rechtmatigen invloed
nam ze zich eveneens voor, zich daaraan
niet te storen. Ludwig en Agnes wilden
op een eigenaardige manier den baas
spelen.
„Je moet Wi!ly zóó behandelen
„Je moet hem daarheen leiden
„In jouw plaats zou ik Zoo heette
het elk oogenblik.
En Sylvia verwonderde zich daar verba
zend over. Hadden dan Ludwig en Agnes
niet gODoeg met zichzelf en hunne kinde
ren te doen Konden ze Willy dan niet
zijn eigen leven laten leven
Maar wellicht juist omdat hij zoo onge
naakbaar was, werden ze er toe gedreven,
zich met zijne aangelegenheden te bemoeien.
En dat trachten ze te doen door bemidde
ling van zijne verlooide. Sylvia had reeds
van moeder Mammling wat geleerd: ze had
van haar zoo'n soort geduld afge
keken, hetwelk de scherpste moraalprediker
wel niet zou hebben algekeurd. Ze had
het de oude vrouw zoovele malen zien
doenhet gesprek op iets anders leideD,
uitwijken, zwygen, liefdevol en vergoe
lijkend spreken, een zacht glimlachje vin
den, waar een scherp woord alles verstoord
had, ook al was het eigenlijk op zijn plaats
geweest.
En wanneer het Sylvia wat moeite kostte,
te doen wat de oude vrouw uit behoefte naar
vrede als vanzelf deed, dan troostte zij zich
eimede, dat deze kunst maar voor een poosje
behoefde beoefend te worden.
„Waarom zal ik terwille van Willy niet
een beetje toegevend zyn Hy ia gelukkig,
wanneer zijn moeder zon heeft. En moeder
is gelukkig wanneer ik goed ben met
Ludwig en Agnes."
Jgj de rechte vrouw voor Willy, een echte
parel, zeide de familie, en er viel nog
menig woord, dat niet vleiend was voor
de arme Makarie. Toen Sylvia eenmaal
zoo iets hooren moest, werd het haar bitter
te moede.
's Middags ging ze met Bertie naar het
kerkhof. Het was haar, als moest ze
Makarie schadeloos stellen, haar aandenken
levendiger houden.
Zij legde kransen op bet graf van de
familie Mammling. Het was door een
grooten zandsteen bedekt en door een ryke
bloemenpracht omgeven.
Bertie was er bij geweest, toen men haar
daar begroef, maar hij zeide, dat dit graf
in geen enkel opzicht met Mak&rie's doen
en laten was te vereenigen. Hij had
namenlijk, sedert Willy's vertellingen en
ook die van Sylvia, de latere Makarie
leeren kennen en haar geheel verloren zoo
als hij ze vroeger had liefgehad.
„En Willy, wien ik haar heb voorgesteld
zooals ik ze heb liefgehad, verloor zij ook.
Ik heb het bemerkt."
„Dat is verschrikkelijk I Dat is even
goed als een doode berooven."
„Het was de voorwaarde voor den rijk
dom, die nn voor jou in zijn hart is ge
komen. Dat zie ik nu in."
„Bertie?" riep ze, uitharstend. „Ben ik
werkelyk ryk Is het niet een vergissing,
een bedrog
„'tls erg. dat je zóó kunt vragen! Kent
Willy je twijfel
„Neen
„Je moet met hem daarover spreken,"
zeide Bertie streng.
„Wanneer hij bij my is, is alle twyfel
weg," zeide zij.
Daarop zweeg hij.
verstoken te laten Er zyn, wij zeiden het
reeds, gunstige voorboden. Maarhet
conservatisme is taai, en voortdurende, onver
zwakte strijd blijft noodig om het te over
winnen. Voor de zoogenaamde burgerlijke
democraten, die niet staan op het standpunt
van den klassenstrijd, is de taak weggelegd,
telkens en telkens weet bij de tegenwoordige,
vooral bij de vrijzinnige staatkundige groepen,
het bewustzijn levendig te roepen van de
hooge verplichting om het tijdperk der
democratie met vertrouwen op het volk in
te leiden.
Een taak zeker niet geringer van beteekenis
dan die, om uit een langdurige gevoelloosheid
de heffe des volks op te wekken.
II.
Het was een goede gedachte, ten behoeve
van de Land- en Tninbonwcursnssen, ook
een klein bedrag beschikbaar te stellen voor
het houden van zomerl essen.
't Is wel jammer, dat de drnkke bezig
heden het niet mogelijk maken, des zomers
nog meer te doen. Zoo ergens, dan dient
bij dezen tak van onderwijs de aanschouwe
lijkheid op den voorgrond te treden. Dingen,
die we gezien hebben, handelingen, die we
hebben zien verrichten (liefst gevolgd door
zelf nadoen), onthouden we veel beter dan
ellenlange redeneeringen over dezelfde zaken.
Toch kannen we niet alles rechtstreeks
laten waarnemen, wat by het Land- en Tuin
bouwonderwijs wordt behandeld. Schijnbaar
is dat de beste methode, die alles laat
zien en doen. Maar daarvoor zouden eenige
menscbeuleeftyden noodig zijn, om iets van
beteekenis uit te voeren. In vele gevallen
moet men reeds tevreden zijn, als men in de
gelegenheid is, de resultaten van het behan
delde onder het bereik der leerlingen te
brengen.
Met dit doel werd de eerste „zomerles"
van den Tninbouwcursus te Broek op Lan-
gendijk, de vorige week gegeven in het
Westland.
Als echte Langedijkers viel de aandacht
in de eerste plaats op de bloemkool, die in
het Westland tegenwoordig in verschillende
ontwikkelingsvoriuen is te zien. Op den
kouden grond stond bloemkool met sla er
tusschen. Beide zyn den vorigen herfst ge
zaaid, in den konden bak overwinterd en in
Maart naar het vrije veld overgebracht. De
sla is in den loop dezer maand klaar, om
vervangen te wordep door stokboonen.
Bij onze intrede in den Proeftuin te Naald-
wyk werden wij dadelijk verrast door het
feit, dat inen drnk bezig was met wortelen
plakken uit de peenrijen.
Peenrijen zijn bakken, verwarmd met een
laag paardemest van 30 c.M. waarin de
wortelen reeds in November zijn gezaaid.
Daartusschen is toen sla geplant, gezaaid in
September, verder boven en beneden een ry
bloemkool, denzeJfden tijd gezaaid en ge
plant. De sla was reeds geoogst. De bloem
kool vertoonde hier en daar reeds een bloem.
Van deze peenrijen waren de ramen reeds
verwijderd en overgebracht naar de kom
kommers, die ook al oenigen tijd in leverbaren
toestand verkeerden. Deze zijn ln Januari—
Februari gezaaid iu den zoogenaamden pit-
tenbak en later verplant.
De aardbeien werden ook al afgeleverd.
De meloenen bloeiden. Spinazieoch dat
was reeds oude kost. Doppers en peulen kon
den gepinkt worden, enz. enz., Verder hier
over uit te weiden, achten we overbodig.
Evenmin spreken we over de druiven en
perzikkassen. 't Westland, en vooral de Proef-
tnin te Naald wijk, is een bezoek overwaard.
Daar er onder 't gezelschap een tiental
kiezers staken, stelde men niet alleen belang
in Land- en Tuinbouwzakeu, maar natuurlijk
ook in de politiek. En daar nu toch Den
Haag in de reis lag, werd even in de Tweede
Kamer aangewipt. Nadat de reizigers (vrijwil
lig of gedwongen) van hun overjassen waren
ontdaau, werden ze toegelaten tot de publieke
tribune, waar men vrij gezicht heeft over de
aanwezige kamerleden. De hoeren waren
dien dag slecht opgekomen. We konden er
nog geen 50 tellen. Maar ter geruststelling
van de lezers der Schager Coniaut kunnen we
mededeelen, dat de heeren Fokker, Sluis en
Staalman op hun post waren. Die behoorec
dus tot de beste helft
's Avonds van denzelfden dag reisde hy
naar Sohwerin terug. Zyue zuster zag hem
ongaarne gaan. Het was haar toegeschenen,
dat ze in hem toch altyd een raadgever
had, in moeilyke oogenblikken.
Op den terugweg van het station naar
huis, dien zij deels te voet, deels met den
tram aflegde, voelde zij zich zeer ontstemd.
De stoffige hitte van den zomeravond in
de stad was afschnwelyk, de lucht was
door onaangename geuren bezwangerd.En dan
dat lawaai. En dat steeds door elkaar heen
krioelen en dat gewemel van alle vormen
en kleuren, dat het straatverkeer met zich
medebrengt. Geen rustpunt voor het oog,
geen frissche ademtocht voor de borst.
Een groot heimwee naar den reinen vrede
van Südaitood vervulde haar.
Ja, wat was ze dfiar gelukkig geweest.
Willy had gelijk gehad, zijn leven zoo ver
van de menschen en ver van de stad in
te richtenmen gaf in een stad onwille
keurig ruimte aan allerlei invloeden en
dingen, alsof ze van hooger waarde -waren
dan de mensch zelt.
Niet in haar humeur, kwam ze thuis.
„W at een gezicht", schertste de moeder,
„dat heb ik nog nooit van je gezien!"
„De lucht van Madrid ligt zwaar op my,
als het bewustzijn vaneen moord,"citeerde
Sylvia en omarmde de oude vrouw en draaide
met haar in de rondte, want op die vraag was
baar donkere stemming eensklaps verdwenen.
„Verlaugen naar Willy". sprak de moeder
lachend. „En hier dadelyk wat, om dat
j verlangen te stillen."
.Een brief! Een brief van Willy!"
Daar hij Zaterdagsavonds kwam en
Maandagsmorgecs weer heenging, zoo
schreef hy in dien tusschentyd hoogsteno