Brieven uil don Polder c De siijji (i iet liesrecil Zondag 11 Mei 190*2. TWEEDE BLAD. 46ste Jaargang No. 3730. FEUILLETON. Het A VAN HET B C LEVEN. Teunis Ploeger. Land- en Tuinbouwonderwijs. OURANT. XXIX. De Kermis een school des Levens. JaapPoeh! Poeh I Je begint defrig te norden ouwe! (Sinds Tys iet» t«d een kneveltje gekrege heeft, spreekt Jaap heao nog geregeld met ,00we" aan) Ik won je net eria gehad hebber over dut misselijk besluit van den Raad van Anua Panlowna Dsar zullen ze. moet je begrijpen, ie kermis wee gaan invoeien, die ze sUelyke jaren geleJeu hadlen afgeschaft Tg»Hoe kom je daar zoo opeens bjj? JaapDat aal ik je zeggen i ik kreeg daar straks een b lef van een vriend van me, die me dit mirakel meedeelde. Hg vroeg me of er geen nanleidmg non gevonden karnen wo-den oro een geneeskundig onde-- zoek in te stellen neer de gesteldheid van de geest, vermogens van rasdeieden Weet je er sut'en in den Raad van Anna Panlowna bijv. twee Ite-chreven vade ren die er een .Vergunning" op na honden. Die brave menachen, die behooren tot de .voornitatrevende libe rale richting", hebben zich afgetobd om dat verede lende eo beschavende „feeat" weer ingevoerd te krijgen Tjja: Dat is dankt me een prachtig onderwerp voor den Mediene van Anni Panlowna In z'n duboele kwaliteit van gemeente-geneesheer en Bestuurslid van de Liberale Riesvereeniging kon ZijoWelEdelZeet geleerde daa-over eeos een leaing houden. Jaap: Paar zeg je zoowat 1 Ik zal m'n vriend dade lijk schrgven. dat hij zich nsar dm Dokte.- Ingeeft om 'm dat vooratelletje te doen. Tqs: Dat lapje 'm Jaap, ala dat gebeurt, dan ben ik van de party, dan moet ik hem hooren. Ik spreek je Maandag wel, dan moet je zorgen dat je weet, 0 Dokter 't aanneemt, en ande:s Tennis Ploeger maar dat komt op 'tzelfde neer. Ei'ra Tijding. „Heb ik van z'n levenDé's een ver rassing, boor Jaap, Tys, beste jongens, hoe gfiat het, hoe gaat het „Patent meneer Ploeger riepen Jaap en Tijs tegelijk, terwijl we elkaar hartelijk de hand drukten. „Kom, kom, wa's dat nu voor gekheid Zeg jullie maar gerust Ploeger of' Tennis, hoor 1 Onder óns geen kompli- menten. Daarvoor zijn we veel te bevrind met elkaar. Ga maar ganw zitten en doe of e thuis bentDaar staan sigaren, hier eb je lucifersEn Koosje zal je zoo meteen wel een kop .thee inschenken, niet waar, kindlief Koosje deed of ze het niet hoorde en ging metéén de kamer uit. „Och ja," zei ik vergoelijkend, ofschoon ik inwendig stierlijk het land had, „mijn dochter lijdt tegenwoordig een beetje aan hardhoorendheid Zeker zinkings of zoo Enfin, met een paar watjes met Haarlemmer olie zal dat wel weer overgaan Jonges, jonges, wat heb ik jullie anders in een tijd niet gezien „Erg druk gehad I" zei Tijs, „enne.... „En dan schieten de vriendenbezoeken er wel eens over," vulde ik glimlachend aan. „Wat daarom nog niet zeggen wil," zei Jaap, „dat we al dien tijd heelemaal niet aan je gedacht zouden hebben. Integendeel „O, integendeelviel Tijs in, „we heb ben het vaak erg druk over jeZoo onder- laatst nog, na de jongste Poldersche Raads vergadering. Nie'waar, Jaap „Ja, toen zeiën we zoo dadelijk tegen mekaarof eigenlijk, aan Tijs komt de eer toeNou, toen zei die zoo tegen me, Jaap, zei die, wat weet ik nou 'n afgedrie- dnvekatersch mooi onderwerp voor Tennis Ploeger. Die moest nu 'eris schrijven over het veredelende en beschavende van een ker misfeest „Ja," zei Tijs, „en hoe dénk je daar nu over?" „Wel, ik vind 't een prachtig onder werp Dank je wél hoor Onder ons gezeid, (want daar heeft 't publiek niets meê noodig) 'k was juist om 'n onderwerp begaan, want ik wist waarachtig niet meer, waar ik het over hebben zou. Uit gebrek aan stof was ik dan ook al aan een Geschiedenis van den Boerenstand begonnen. Maar mijn zin is het nietIk ben je dus bijzonder dank baar, dat begrijp je wel. Ofschoon ik wist er al wat van. 'k Had het al in „Extra" gele zen Maar hoe drommel kwamen jnllie toch op 't idee, om net te doen of de dokter en ik eén persoon waren „Wel, begrijp je dat niet?" lachte Tijs, 89. Door IDA BOY-ED. 0-0-0 „'t geeft natuurlijk meer waarde en kracht ,ian je brieven, als het publiek meent, dat ze door 'n WelEdelZeerGeleerde geschreven zijn „Snap je 'm zei Jaap met een guitig knipoogje. Moetje nog peultjes? Nee maar, jnllie bent me toch snaakjes hoor! Jnllie blijft nn toch eenwig en altyd dezelfde oolijke gladdekkers van vroegerEn hoe aardig, hoe allervrien delijkst om in „Extra Tijding" de aandacht nog 'eris op me te vestigen. Ja, dat kan nooit kwaad. Ik vind ook, de Polderbrieven van de Schager Courant mochten ook wel eris in Den Helder gelezen wordenEn op die manier Maar. om op de zaak terug te komen, jnllie wou, dat ik er 'n lezing over hield, hè? om óók van de partij te kannen zijn. Maar dat gaat nn eenmaal niet meer. 't Is al haast half Mot Lezingen trekken hier het publiek alleen in den winter. Ik zal je echter een Schager Courant sturen, of nóg beterwe koudon nn dadelijk de kermis wel eens opgaan Wablief Ja, da's te zeggen, in gedachten na tuurlek. Kijk, daar slaan ze op het hoofd van Jut! Wat valt daar al dadelijk niet vóél te leeren. RrrrtDaar vliegt me het ventje door een geweldigen slag naar boven!. Triomfantelijk wijst het met z'n ijzeren vin ger HXX) Kilo aan. Maar och heden, slechts even draait de kermisman aan een stangetje enflap daar ploft ons kereltje weer in de laagte. Welnu, mijn jongens, gaat het niet krek zoo in de politiek Met reuzen kracht wordt soms iemand door de volks massa omhoog gestuurd. Laat hij echter niet al te trotsch op dien uitslag wezen, want de stembus is grilligEén ruk slechts aan het stangetje der publieke opinie naar 1 i n k 6 en flap I daar gaat de man weer naar beneden. (Adres aan Troelstra of Heldt.1 Mocht je later dus zelf nog eens afgevaardigde naar de Tweede Kamer worden, blijft dan toch altijd nederig, m'n jongens, ook na een 2de of 3de verkiezing zelfs, gedachtig aan dat ijzeren kereltje met z'n 1000 kilo, dat we hier op de kermis gezien hebben. Ja, laat het slaan op het hoofd van Jut je 'n les voor heel je politieke leven zjjn. Dan zal reeds dit kleine onderdeeltje van de kermis verede lend op je werken. Laat ons nn eens verder kijkenWat hebben we daar Ah, de draaimolen Kijk me die aardige krnllebol eensHoe fier zit hij op z'n houten paard en hoe manhaftig houdt hij de teugels, hè Denk je niet, dat zoo'n kereltje op 't oogeublik heuseh in de verbeelding is, dat hij zélf zijn ros bestuurt Och, het kan geen kwaad.Hij zal zoo mot één wei gewaarworden, dat zijn beele rit slechts van een ander afhangt. Groote menschen zijn minder gelukkig soms. Ook d ie rijden maar al te vaak het leven rond op ideeën-paardjes, die zij zelf meenen te besturen, terwijl och zoo menigmaal hun richting slechts door den wil van een han diger medemensch bepaald wordt zonder dat zij het ooit zullen ontdekken Maar onze krullebol ontdekt het wel. Want zie, daar staat de molen al weer stil! Kijk, die kleine jongen daar, is handig op een leenw geklauterd. Maar jawel, een groote lummel dringt hem er af en hij zal zich met een paard of een schuitje tevreden moeten stellen. Tóch, neen„Da's gemeen!" roepen drie andere groote jongens. „Jantje zat er 't éérst op! Eraf, ofwezullen je d'r af scheuren!" De groote lum mel ruimt nu morrend zijn plaats in en ons Jantje zet zich met een gelukkig gezicht weer op den leenw! De stem van dat drietal jongens was de stem van het beleedigd rechtsgevoel. En dat rechtsgevoel kon niet verzoend worden, dan door een daid den lummel weg te drijven en den kleinen jongen we«r te laten zitten op de plaats die hem als eersten bestijger toekwam. Wat gaf ik er niet voor, als de Groote Mogendheden dit heerlyk kermis- tooneeltje eens zagen. Misschien zou het zóó beschavend en veredelend op hen werken, dat zij bloosden van schaamtedat het beleedigd rechtsgevoel ook in hen ging werken en een daad verwekte. John Buil uit Vrijstaat en Transvaal, de ballingen en vervolgden weer in hun vreedzamè hoeven Ja, bij den draaimolen zon je, ai kijkende, nog oneindig veel méér kannen leeren. Doch we moeten nn maar weer eens verder gaan. Hier heb je 'n derderangs-paardenspel. Een gedrang van geweld, want eenige mannen in kleurige tricots staan op de balustrade, om menschen te lokkeu Vooral de jengd ver gaapt zich aan die mooie pakjes. Zoo'n kind hondt natuurlijk dat goud- en zilvergalon voor écht en benijdt wellicht den man, die aan stonds onder muziek en handgeklap door het circus vliegen zal. Maar morgen, als de tent wordt atgebroken, dan ziet misschien zoo'n meisje of knaap denzelfden man in een armoedig en haveloos gewaad planken en balken sjonwen en ontvangt alsdan een indrnk die blijvend en daardoor heilzaam kan wezen voor heel het volgend levendat namelijk niet alles op de wereld zoo verruk kelijk is, als het zich wel eens laat aanzien. Dat het das raadzaam moet zijn, ook den kaderen kant van een zaak eens te bekijken. Omgekeerd evenzoo is niet alles even 1 e e- 1 ij k als het zich, oppervlakkig beschouwd, wel eens voordoet. En kijk, dat, m'n beste Jaap en Tijs, mochten jullie wel eens ter harte nemenJnllie ziet maar al te dikwjjls alleen het slechte enleelijke van een zaak en valt er dan met groote knuppels op aan, waardoor je meteen het mooie of het goeie dat er wellicht achter stond, óók dood slaat. Naar myn idéé gaat dat al even ver als de baker, die met het waschwater tegelijk het kindje wegwierp. Ik heb eens in een kerkgebouw gezeten, waar ik mij heb geërgerd, omdat in het blad van de bank, waarop mijn bijbel lag, een flesch en een glaasje waren uitgesneden. Moet dit nu echter eeu motief zijn, om alle banken de kerk uit te smijten Welnu, even als die kerkbank door iemand was misbruikt, zoo ook zullen sommigen een kermis, ja leder volksfeest misbruiken. Maar dat zit 'in niet in den aard van het féést, dat zit 'm in den aard van de menschen die er aan deelnemen. Mevrouw Mammling beschouwde Sylvia's broer nu als familie en wilde door hem tante genoemd worden. Zij zeide het hem dadelyk bij de eerste begroeting en Lyivia maakte zich een weinig angstig, at Bertie spottend of uit de hoogte frwu lachen. Maar hij nam de harte- lykheid met groote beleefdheid aan. j lTr 611 zusler samen de stad doorwandelden, meende Sylvia, dat zij nu ieirpriH n moederlijk gevoel koesterde hare hnedl v!' .net alsof zij hem onder toe «nn 1, r êeilomen. Zy schreef dat vrnnur dat ze straks getrouwde thnia xoa en dat haar huis dan een hnn voor Bertie, net wat vroeger geweest 6 ^UIS voor hen beiden was speelt^M Z^D'-U ïe'de hij, „dat dit meê- van tiet .^t Je Boven mij gesteld zaagt." °8enblik af dat ge mij dwalen auderen°0rrïee't., 200 streng over jezelf en Onk'pL auhs dat heb je gedwaald." «Dok dokters worden ziek." heett meii„';^aur dat is 'ichcmelijk. Dat ik mijn L ln 2Ün>Cd. En al ken of dat hoeónn 1 orëacLme, my voor dit voor jicht kV 4X1 toch niet. Niet eens blaar bjj onze zielen is dat heel iets anders." „Het is hetzelfde," verzekerde hij. „Ach," zeide zy, „dan behoeft een zoo arm wurm als ik, dat nog voor anderen, noch voor zichzelf den weg weet, zich te schamon wanneer ze eens verkeerd doet. Maar dat is toch niet waar, dat ik mezelf zoo groot voorkwam, omdat gij dwaaldet." „Toch wel," beweerde hij, „onbewust wel. Ieder weet het van zichzelf, dat hij ook dwaalt, dat hy bij tien verstandige stap pen in zijn leven, er wel vijf dwaze doet. Maar nochtans geniet zelfs de eenvoudigste ziel, wanneer ze een andere ziet dwalen. Wie een verhandeling over leedvermaak zou willen schrijven, zou er om moeten denken, dat zijn stof reusachtig groot zou zijn." Maar het bleef, trots alle redeneering, er bij zij voelde zich niet meer onzeker naast hem. En hij liet het zich welgevallen, dat haar toon tegenover hem anders geworden was. Op een Zaterdagavond kwam Willy, en het samenzijn was heel aangenaam voor allen. In Willy's familie heerschte de meeDing, dat hy eu de rechte vrouw kreeg. Zijn moeder sprak er in 't breede over, dat Sylvia eigenlijk degene was, die den stoot had gegeven tot Willy's onderneming. En omdat de zaken nu goed gingen, werd het Sylvia als een groote verdienste aange rekend, maar by niet-gelukken hadden haar ook bepaald de grootste verwijten getroffen. Ludwig en Agnes oordeelden alleen naar het resultaat. Syhia was er het meisje niet naar, zich te laten berispen of vleien, w aar dat een ander in den zin kwam. Maar daar ze bemerkte, hoe onverschillig dat Willy liet, De vastbesloten houding, door de vrijzin nig-democraten aangenomen in het voorjaar van 1901, heeft reeds hare vrachten gedragen. Moge de Kamergroep, die thans van niet- sociaal-democratischo zijde het algemeen kiesrecht verdedigt, betrekkelijk slechts klein zijn klein in verhouding tot de groote massa van Katholieken, anti-revolutionnairen en liberalen van verschillende scbakeering het feit is niet meer weg te redeneeren, dat onder de liberalen inzonderheid ook gaande weg de gevoelens beginnen te veranderen en men begint in te zien, dat de strijd voor het algemeen kiesrecht niet te ontwijken is. Natuurlijk is er tijd voor noodig om de mannen, die, op vrijzinnigen grondslag staande, toch de vrijzinnig-democraten met bitterheid en felheid hebben bestreden, tot Jerkenning van ongelijk te brengen. Redeneeringen hel pen in deze niet, slechts de kracht en de nood zakelijkheid der feiten. In dit opzicht is voor onze linkerzijde de Belgische beweging van groote beteekenis. Daar zien zij, hoe de meest doctrinaire libe ralen ten slotte, in het aangezicht van de overheersching der clericalen, medestrijden voor het algemeen kiesrecht, dat, hier door hen noodlottig genoemd, ginds bij zeker niet hooger staande maatschappelijke toestanden als noodzakelijk wordt beschouwd. De beweging van onze zuidelijke baren heeft voorloopig slechts dit resultaat gehad, de eenheid van alle aiiti-clericalen te bewijzen, waar het geldt de verzekering van den ruimst mogelijken volksinvloed op het bestoren der gemeenschappelijke belangen. Inderdaad, het is gebrek aan consequentie, vrees voor spoken tevens, die nog altijd een goed deel onzer liberalen van dien strijd voor algemeen kiesrecht terughoudt. En ook bij ons zullen,ovenals in België, onder den in wezen conservatieven geest der thans overheerschen- de partijen, langzamerhand den liberalen de oogen opengaan, zoodat zij zullen trachten in te nemen het standpunt, reeds voorlang door de radicalen en in Jannari 1901 met groote beslistheid ingenomen ook door dat gedeelte van de Liberale Unie, dat sedert is geworden de Vrijzinnig-Democratische Bond. De voorboden van veranderde stemming laten zich reeds bespeuren. De Provincale Groninger Courant, die van democratische gezindheid niet overvloeit, ont ving van haren bekenden politieken mede werker reeds een veelbesproken artikel, waarin een zeer belangrijke zwenking naar de zijde van de vrijzinnig-democraten was te bespeu ren. Met ernst en kalmte, zelfs zonder het gebruikelijke afgeven op de scheurmakers, die de liberale gelederen heeten te hebben verbroken, werd de vraag in de pers gedis cussieerd, op welke wijze door gemeenschap pelijke samenwerking van de verschillende groepen der linkerzijde, al of niet met de sociaal-democraten, practische, althans con crete, duidelijk omschreven voorstellen kunnen worden verkregen, waarmee alle groepen be reid zijn bij de volgende algemeenê verkiezin gen in zee te gaan. Van sociaal-democratische zijde wordt deze hnlp uit het liberale kamp niet met de meest vriendschappelijke beweging begroet. 't Was dan ook niet te verwachten. Hoe gaarne doet men het van die zijde niet voor komen, alsof alleen de sociaal-democraten de mannen zijn, die in de bres treden niet alleen van het algemeen kiesrecht als eersten eisch van eene democratische politiek, maar zelfs voor recht en billijkheid in het algemeen. Van al deze zaken hebben de sociaal-demo craten natuurlijk het monopoliebuiten hen geen heil! Dat evenwel zoovelen, die niets gevoelen voor het gemeenschappelijk-maken van grond, fabrieken, werkplaatsen en de overige produc tiemiddelen, toch reeds vóór jaren den strjjd voor het algemeen kiesrecht hebben aange vangen, schijnt voor hen niet als een feit te bestaan. Evenwel, hunne conclusie geen vast ac- coord met andere, niet-sociaal-democratische partijen om het algemeen kiesrecht te ver overen is niet alleen begrijpelijk, maar ook verstandig. De verschillende democratische groepen, staande op den bodem van verschillende maatschappelijke,zelfs wijsgeerige overtuiging, hebben ieder een andere taak en een andere tactiek, al streven zij naar hetzelfde doel. Toch zijn zij voor elkaar onmisbaar; zij vullen elkaar aan in hun streven, dat zeker niet zoo krachtig zou kunnen zijn, wanneer een vaste band, door onderlinge afspraak ontstaan, deze groepen bond. Ook in België heeft men het knnnen zien. Het is vooral de taak van de sociaal-demo- cratie om degenen, die thans als het ware nog niets gevoelen voor hun staatsburgerschap, die nog niet bespeuren van hoeveel beteekenis kan zijn deelneming aan den politieken stryd, tot beter inzicht te brengen. Hnn uitgangspunt het bestaan van een klassenstrijd, die politiek en economisch moet worden uitgevochten geeft hun meer ingang en geloof in die kringen, waar deze hun dikwijls ongunstigen stoiïelijken toestand onder den indruk der socialistische prediking, aan de overheersching cener bezittende klasse gaan toeschrijven. Er zai een tijd komen en deze des te sneller naarmate het kiesrecht spoediger tot in de breedste lagen zal zijn toegekend dat andere inzichten daarvoor in de plaats zullen komen, en men meer zal begrijpen van bet samenstel onzer maatschappij en van de onderlinge afhankelijkheid van alle factoren det productie, dan nu. Zoolang evenwel z»l men juist de onderste volkslagen voortdurend meer en meer door het gevoel van het bestaan van den klassenstrijd in heftige beweging brengeneen beweging, die ten slotte kan leiden tot eene uitbarsting als vóór korten tijd in België. Het ware verstandig, als ten onzent, met het voorbeeld voor oogen van deze gan- sche reeks van gebeurtenissen, die ook hier in de toekomst met groote zekerheid is te voorspellen, vroeger werd ingegrepen en sneller werd gegeven wat ten slotte na veel strijd en worsteling toch gegeven zal moeten worden. Voor een goed deel hebben de verschillende groepen van de linkerzijde dit in de hand, wanneer zy, zooals de Dnitschers het noemen, gescheiden opmarcheeren om vereenigd den slag te leveren. Op het breede politieke in zicht bij een deel der liberalen komt het thans zeker niet voor een gering deel aan. Zullen de gebeurtenissen aan gene zijde van onze Zuidelijke grenzen hun dien ruimeren blik hebben gegeven Zullen zij de oogen hebben uitgewreven en bespeurd hebbeu, dat het niet meer is van dazen tijd, het grootste gedeelte van het volk nog altijd van rechtmatigen invloed nam ze zich eveneens voor, zich daaraan niet te storen. Ludwig en Agnes wilden op een eigenaardige manier den baas spelen. „Je moet Wi!ly zóó behandelen „Je moet hem daarheen leiden „In jouw plaats zou ik Zoo heette het elk oogenblik. En Sylvia verwonderde zich daar verba zend over. Hadden dan Ludwig en Agnes niet gODoeg met zichzelf en hunne kinde ren te doen Konden ze Willy dan niet zijn eigen leven laten leven Maar wellicht juist omdat hij zoo onge naakbaar was, werden ze er toe gedreven, zich met zijne aangelegenheden te bemoeien. En dat trachten ze te doen door bemidde ling van zijne verlooide. Sylvia had reeds van moeder Mammling wat geleerd: ze had van haar zoo'n soort geduld afge keken, hetwelk de scherpste moraalprediker wel niet zou hebben algekeurd. Ze had het de oude vrouw zoovele malen zien doenhet gesprek op iets anders leideD, uitwijken, zwygen, liefdevol en vergoe lijkend spreken, een zacht glimlachje vin den, waar een scherp woord alles verstoord had, ook al was het eigenlijk op zijn plaats geweest. En wanneer het Sylvia wat moeite kostte, te doen wat de oude vrouw uit behoefte naar vrede als vanzelf deed, dan troostte zij zich eimede, dat deze kunst maar voor een poosje behoefde beoefend te worden. „Waarom zal ik terwille van Willy niet een beetje toegevend zyn Hy ia gelukkig, wanneer zijn moeder zon heeft. En moeder is gelukkig wanneer ik goed ben met Ludwig en Agnes." Jgj de rechte vrouw voor Willy, een echte parel, zeide de familie, en er viel nog menig woord, dat niet vleiend was voor de arme Makarie. Toen Sylvia eenmaal zoo iets hooren moest, werd het haar bitter te moede. 's Middags ging ze met Bertie naar het kerkhof. Het was haar, als moest ze Makarie schadeloos stellen, haar aandenken levendiger houden. Zij legde kransen op bet graf van de familie Mammling. Het was door een grooten zandsteen bedekt en door een ryke bloemenpracht omgeven. Bertie was er bij geweest, toen men haar daar begroef, maar hij zeide, dat dit graf in geen enkel opzicht met Mak&rie's doen en laten was te vereenigen. Hij had namenlijk, sedert Willy's vertellingen en ook die van Sylvia, de latere Makarie leeren kennen en haar geheel verloren zoo als hij ze vroeger had liefgehad. „En Willy, wien ik haar heb voorgesteld zooals ik ze heb liefgehad, verloor zij ook. Ik heb het bemerkt." „Dat is verschrikkelijk I Dat is even goed als een doode berooven." „Het was de voorwaarde voor den rijk dom, die nn voor jou in zijn hart is ge komen. Dat zie ik nu in." „Bertie?" riep ze, uitharstend. „Ben ik werkelyk ryk Is het niet een vergissing, een bedrog „'tls erg. dat je zóó kunt vragen! Kent Willy je twijfel „Neen „Je moet met hem daarover spreken," zeide Bertie streng. „Wanneer hij bij my is, is alle twyfel weg," zeide zij. Daarop zweeg hij. verstoken te laten Er zyn, wij zeiden het reeds, gunstige voorboden. Maarhet conservatisme is taai, en voortdurende, onver zwakte strijd blijft noodig om het te over winnen. Voor de zoogenaamde burgerlijke democraten, die niet staan op het standpunt van den klassenstrijd, is de taak weggelegd, telkens en telkens weet bij de tegenwoordige, vooral bij de vrijzinnige staatkundige groepen, het bewustzijn levendig te roepen van de hooge verplichting om het tijdperk der democratie met vertrouwen op het volk in te leiden. Een taak zeker niet geringer van beteekenis dan die, om uit een langdurige gevoelloosheid de heffe des volks op te wekken. II. Het was een goede gedachte, ten behoeve van de Land- en Tninbonwcursnssen, ook een klein bedrag beschikbaar te stellen voor het houden van zomerl essen. 't Is wel jammer, dat de drnkke bezig heden het niet mogelijk maken, des zomers nog meer te doen. Zoo ergens, dan dient bij dezen tak van onderwijs de aanschouwe lijkheid op den voorgrond te treden. Dingen, die we gezien hebben, handelingen, die we hebben zien verrichten (liefst gevolgd door zelf nadoen), onthouden we veel beter dan ellenlange redeneeringen over dezelfde zaken. Toch kannen we niet alles rechtstreeks laten waarnemen, wat by het Land- en Tuin bouwonderwijs wordt behandeld. Schijnbaar is dat de beste methode, die alles laat zien en doen. Maar daarvoor zouden eenige menscbeuleeftyden noodig zijn, om iets van beteekenis uit te voeren. In vele gevallen moet men reeds tevreden zijn, als men in de gelegenheid is, de resultaten van het behan delde onder het bereik der leerlingen te brengen. Met dit doel werd de eerste „zomerles" van den Tninbouwcursus te Broek op Lan- gendijk, de vorige week gegeven in het Westland. Als echte Langedijkers viel de aandacht in de eerste plaats op de bloemkool, die in het Westland tegenwoordig in verschillende ontwikkelingsvoriuen is te zien. Op den kouden grond stond bloemkool met sla er tusschen. Beide zyn den vorigen herfst ge zaaid, in den konden bak overwinterd en in Maart naar het vrije veld overgebracht. De sla is in den loop dezer maand klaar, om vervangen te wordep door stokboonen. Bij onze intrede in den Proeftuin te Naald- wyk werden wij dadelijk verrast door het feit, dat inen drnk bezig was met wortelen plakken uit de peenrijen. Peenrijen zijn bakken, verwarmd met een laag paardemest van 30 c.M. waarin de wortelen reeds in November zijn gezaaid. Daartusschen is toen sla geplant, gezaaid in September, verder boven en beneden een ry bloemkool, denzeJfden tijd gezaaid en ge plant. De sla was reeds geoogst. De bloem kool vertoonde hier en daar reeds een bloem. Van deze peenrijen waren de ramen reeds verwijderd en overgebracht naar de kom kommers, die ook al oenigen tijd in leverbaren toestand verkeerden. Deze zijn ln Januari— Februari gezaaid iu den zoogenaamden pit- tenbak en later verplant. De aardbeien werden ook al afgeleverd. De meloenen bloeiden. Spinazieoch dat was reeds oude kost. Doppers en peulen kon den gepinkt worden, enz. enz., Verder hier over uit te weiden, achten we overbodig. Evenmin spreken we over de druiven en perzikkassen. 't Westland, en vooral de Proef- tnin te Naald wijk, is een bezoek overwaard. Daar er onder 't gezelschap een tiental kiezers staken, stelde men niet alleen belang in Land- en Tuinbouwzakeu, maar natuurlijk ook in de politiek. En daar nu toch Den Haag in de reis lag, werd even in de Tweede Kamer aangewipt. Nadat de reizigers (vrijwil lig of gedwongen) van hun overjassen waren ontdaau, werden ze toegelaten tot de publieke tribune, waar men vrij gezicht heeft over de aanwezige kamerleden. De hoeren waren dien dag slecht opgekomen. We konden er nog geen 50 tellen. Maar ter geruststelling van de lezers der Schager Coniaut kunnen we mededeelen, dat de heeren Fokker, Sluis en Staalman op hun post waren. Die behoorec dus tot de beste helft 's Avonds van denzelfden dag reisde hy naar Sohwerin terug. Zyue zuster zag hem ongaarne gaan. Het was haar toegeschenen, dat ze in hem toch altyd een raadgever had, in moeilyke oogenblikken. Op den terugweg van het station naar huis, dien zij deels te voet, deels met den tram aflegde, voelde zij zich zeer ontstemd. De stoffige hitte van den zomeravond in de stad was afschnwelyk, de lucht was door onaangename geuren bezwangerd.En dan dat lawaai. En dat steeds door elkaar heen krioelen en dat gewemel van alle vormen en kleuren, dat het straatverkeer met zich medebrengt. Geen rustpunt voor het oog, geen frissche ademtocht voor de borst. Een groot heimwee naar den reinen vrede van Südaitood vervulde haar. Ja, wat was ze dfiar gelukkig geweest. Willy had gelijk gehad, zijn leven zoo ver van de menschen en ver van de stad in te richtenmen gaf in een stad onwille keurig ruimte aan allerlei invloeden en dingen, alsof ze van hooger waarde -waren dan de mensch zelt. Niet in haar humeur, kwam ze thuis. „W at een gezicht", schertste de moeder, „dat heb ik nog nooit van je gezien!" „De lucht van Madrid ligt zwaar op my, als het bewustzijn vaneen moord,"citeerde Sylvia en omarmde de oude vrouw en draaide met haar in de rondte, want op die vraag was baar donkere stemming eensklaps verdwenen. „Verlaugen naar Willy". sprak de moeder lachend. „En hier dadelyk wat, om dat j verlangen te stillen." .Een brief! Een brief van Willy!" Daar hij Zaterdagsavonds kwam en Maandagsmorgecs weer heenging, zoo schreef hy in dien tusschentyd hoogsteno

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 5