Donderdag 29 Mei 1902. 46ste Jaargang No. 3735. Bureau: 8€IIAGE1T, liaan» D 4. UitgeverP. TRAPMAN, üledewerkerJ. W I K E L. Bericht aan onze op bet Abonné's GeïllustreerdZondagsblad. N ATIONALE ll ILITIE. FEUILLETON. Het A B C VAN HET LEVEN. Binnenlandsch Nieuws. AllElttl Nioiis-, Airafsitis- Lmiliiillal. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.00. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Wij deelen bij deze mede, dat het formulier, hetwelk aan nummer 22 van het Geïllustreerd Zondagsblad was toe gevoegd eo dat, ca behoorlijke invulling en toezending,als Bewijs van Aandeel strekt in de~G r a t i s-V e r 1 o t i n g van f 1000.—, ook kan worden inge leverd ten kantore van ons blad. waarvoor geen postzegel nocdlg is. Onze abonné's, die er dus de voorkeur aan mochten geven, om hetzelve even bij ons aan te reiken, dan wel per post aan het opgegeven adres in te zenden, kunnen daarmede evengoed volstaan. Voor velen onzer abonné's is dat wel licht gemakkelijker. DE UITGEVER. verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan arreatstraffen van twee tot zes dagen, alemede aan oproeping tot werkelijken dienst voor den tijd van drie tot zes maanden. Schagen, den 27 Mei 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H J POT. De Secretaris, DENIJS. Gremeento Schagen. BEKENDMAKINGEN. o-o POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zgn inlichtingen te bekomen omtrent een gevonden gedeelte van een naaimachine. Onderzoek van verlofgangers te lande. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bet onderzoek van de in die gemeente verblijfhoudende verlof gangers der Militie te land, voor zooverre eg vódr den 1 April 1902 in het genot van onbepaald verlol waren gesteld, zal plaats hebben te Schageni op Vrijdag den 13 JuDi 1902, des voormiddag» ten half 10 are, en dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat onderzoek, aan het Raadhoi» aldaar moeten bevinden, de onderetaande personen Lichting. Namen en Voornamen. Korps. 1895. Jongh de Anthoaie 4 Reg. Vest. Art. Visser Hark 2 Veld. Wit de Gerrit Reg. Gren en Jag. Dekker Pieter 4 Reg. Infanterie. Kussen Hendrik 4 Reg. Vest. Art. 1896. Melker Cornelis Jacobus 4 Weeland Maarten 1 Reg. Infanterie. Bakker Pieter 1 Hollander Jaeob 1 Delver Arnoldus 4 Floor Reger 4 1897. Bakker Cornelis 1 Keet Theodorus A. J. 4 1898. Ploeger Nicolaas J. 4 Dekker Johannea 4 Deutekom Hendricus 1 Groot Jacob 1 Twuijver van Willem 1 1899. Raven Jacob 1 Straalen van Willen A A. 1 Post Hendricus A. Tissing Jan Boontjes Dirk Koomec Louwrena 1900. Kossen Arie Zwaag Arie Geel Arie 1901. Koopman Jscobua Borat Gerrit Zoomede de verlofgangers onderzcek vallende, inspectie alsnog van elders in vestigen. Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleediog- en nitrnsting-stakken hun bij han vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne zakboekjea; dat zij, in uniform zijnde, onderworpen zjjn aan het reglement van krijgstucht, en zich bij Reg. Vest Art. e n Reg. Veld. Art. Reg. Vest. Reg Infanterie. 2 Reg. Veld. Art. 4 Vest. Reg. Pantserf. 1 Reg. Infanterie. 4 Vest. Art. 4 2 Reg. Huzaren. 4 Vest. Art. 4 n de termen voor het welke zich vóór den datum der elders in de gemeente komen Door I D A B O Y-E D. 0-0-0 44. Hollern dacht er aan, dat men ongeveer twee jaar geleden ook zoo bij elkaar was geweest. Slechts één ontbrak er Een vluchtige zucht gold deze gedachte. $b de man, was te zeer met zijn geest ij et tegenwoordige, om de afgestorvene zmdit kunnen gunnen dan deze kleine lnU,' .2o^,H eteeds meer, steeds duide- rj1"Sylvia was veranderd, e opflikkerende in haar oogen, dat em vroeger zoo had verontrust, was ver- Qwenen. w»?6 8nf?le wisseling in haar stemmingen SvJ00rblj Tenminste, Hollern kon deze Hif hT^ meer bdniig noemen, zij ^.as 401 vroeger zoo genoemd. Zeker, niet riin om het zoo eens te zeggen, wat ha geweest. Maar dat was het juist, vrageDm ervan had teruggehouden, haar te dat^oo ^af. bet meisje beleefd Hoe was Welken ee^ kunnen veranderen Door Wann1DV W8S da^ zo° veranderd erkenning1!, dat uit ei8ei1 kracht en nnng had bereikt! flembi °m zijnentwille?! °pte het hart vlugger. Kennisgeving. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier no. 2 der Perioneele belasting, dienst 1902 van de gemeente Schsgen op den 21 Mei jl. door den heer Directeur der Directe Belastingen te Amsterdam is exeentoir verklaard en op heden aan den heer Ontvanger der dirrote belas tingen binnen deze gemeente ter invordering is over gegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand, op de voldoeniog van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelgke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voort vloeien, te ontgaan. Schagen, den 26 Mei 1902. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, H. J. POT. L)e zorg voor- het gereed schap bij de Kaas- bereiding. O O Wanneer er ééu bedrijf is, dat groote zorg en op lettendheid vere.scht, ia het wel dat van den kaas- bereider. Zekerheid, dat het naar wenrch gaat, heeft men nooitvan alle kanten hangen hem gevaren boven bet hoofd, dat er een gebrek in de kaas op treedt. Een weinig verkeerde melk, schijnbaar geheel normaal, kan het bedrijf in de war brengen en groote schade berokkeoen. Daartegen kan men zich niet altijd vrij waren. Maar wat men vrèl kan, is, te zorgen dat het gereedtchap in orde ia. Aange zien het mg door ervaring gebleken is, dat dit niet altjjd het geval ia en dat het niet in orde zijnvan gereed schap alleen soms de oorzaak is vao een gebrek in de kasa, komt het mij niet ondienstig voor eenige ervaringen, daaromtrent opgedaan, mede te deelen. Een ieder ia er van overtuigd, dat het gereedschap, bg de zuivelbereiding in gebruik, goed gereinigd moet worden en niemand zal dit nalaten. Maar al is het, oppervlakkig beschouwd, goed in orde, al blinkt het je tegen, toch kan er nng wat aan haperen. Om maar eens een voorbeeld te noemen, de teems, waar door de melk gegoten wordt. Oppervlakkig bezien ontbreekt er niets aan, maar wanneer men met een mesje onder den rand steekt, die dikwgls wat los gelaten heeft en wat omgebogen ia, of men pentert eens tusachen de teems en den haak, waarmede men haar aan den wand der tobbe kan hangen, dan komt er toma te voorschgn een alijmige massa, bestaande uit een opeenhooping van melkresten, die zich daar langzamerhand verzameld hebben. Bij ieder gebiuik kan de op zichzelf goede melk hiervan iets mede- nemen en daardoor slecht worden. Want melkresten zgn, vooral in den warmen tgd, wanneer zij snel in hevig bederf overgaan, hoogst gevaarlijk. Wanneer dit het geval is, late men vooral de teems herstellen, zoo dat er geene schuilplaatsen voor ongerechtigheden meer zgn, of men koope een nieuwe. Ook de doorhaler levert gevaar op en wel door de houten handvatsels. Onderzoekt met een mesje of er geen wrongeldeeltjes onder 't hout blijven zitten. Het best is, een doorhaler te gebruiken zonder houten handvatselsdan is men zeker. Ik ken een kaas- bereider, die ze er direct van verwijdert bij den aan koop. Eene goede kaastobbe en de behandeling daarvan stelt eveneens hare eischen. De dubbele nieuwer- wetsr.he tobben zgn wel het meest te verbiezen. Een geverfde houten tobbe kan de oorzaak zijn van bet optreden van donkere stipjes in de kaas het zooge naamde blauwhoewel de mogelijkheid niet ia uitge sloten, dat deze kwaal ook andere oorzaken kan hebben. Maar wanneer de tobbe geverfd is (welke klenr doet er niet toe) ia er veel kans, dat er kleine verfdeeltjes in den wrongel geraken, vooral wanneer men zoogenaamd boekelt en daarbij op het laatst van Hoe aantrekkelijk was ze. Werkelijk een dwaas, die zich nü nog bedacht. Maar hij waagde het toch nog niet, met duidelijken blik te verraden den sterken indruk, dien ze op hem maakte. Hij voelde iets eigenaardigs tusschen Willy en Sylvia was iets. En plotseling kwam hem in de gedachte is zij het, die Willy zich wil trachten te veroveren Was dat het, wat tusschen deze twee bestond, onbegrijpelijk en toch merkbaar, dat van den een naar de andere steeds overging? Was het vragen en weigeren? Of vragen en aannemen Het bloed steeg hem naar de wangen. Deze vrouw scheen in zijn oog op eens honderdmaal meer waarde te krijgen. „Ik ben toen een dwaas geweest, een groote gek dacht hij. Toen had het hem slechts één woord behoeven te kosten dat wist hij heel goed. Maar hij had niet den moed gehad, het woord uit te spreken. Haar wezen en karakter schenen hem te onzeker, te wuft. Hij vreesde, haar zijn leven niet te kunnen toevertrouwen. Hij wist op dit oogenblik niet meer nauwkeurig, wat hem al zoo was „toe geschenen" en wat hij alzoo had „gevreesd." Slechts dat eenedat zijn liefde den rechten moed, het diepe zalige geloof had gemist; dêit was hem bekend. Wellicht echter was nog niets verloren. Wie zeide hem, dat daar werkelijk tus schen Willy en Sylvia iets bestond Het kon een verbeelding van zijn jaloezie zijn. Of er was misschien een kleine onaan genaamheid, een ontstemming, zooals dat voorkomen kan tusschen twee menschen, 't doorhalen nog al met kracht werkt. Deze verf. deeltjes nn vormen de donkere stippen, die den kaas op de tafel van den verbiöiker eeu zeer onoogljjk aanzien geven en derhalve .1e handelswaarde teer verminderen. Wanneer de kaas nog jong is en de verf nog niet vergaan en zich door de kaasmassa heen verspreid heeft, kan men in ieder stipje bg aterke vergrooting een uiterst klein stokje verf vinden. In deze gevallen maakte het verwijderen der verf of het t»slaan der tobbe een «inde aan het gebrek, waarmede men soms jaren sukkelde. Een beslagen tobbe kan ook al weer stoornis brengen. Zoo werd ik verleden zomer op een boer derij geroepen, waar men sinds eenigen tgd knjjpers maaktemen dacht, dat het 'hem in de melk zon zitten, doch daarin was niets geen verkeerds te vinden. Wat bleek nu de knijpers te veroorzaken Het zink der tobbe had ergens een klein gaatje. Melk kon daardoor tusschen den wand der tobbe en het zink komen, bedierf daar en besmette iederen dag opnienw de goede melk. De kngpers waren in dit geval ge- m kkelijk te verhelpen. Alen lette dus daarop; het beste middel is om in de bonten beslagen tobbe een paar heel kleine gaatjes te boren, dan wordt men vanzelf gewaarschuwd, wanneer er melk uitkomt. Een ongevertde tobbe is moeilgk goed te reinigen, denkt men. Het hout wordt doortrokken met de vocht- bestanddeelen, welke men er in verwerkt, met melk, met wei. ot, zooals de karn, met karnemelk. Uit die kleine openingetjes in 't hout zijn die 'tnelkbestand- deelen moeilgk te verwgderenze gaan tot bederf over en gaan ruiken. Steek maar eens bet hoofd in eene karnveelal neemt men een onfrissche lucht waar. Maar dit behoeft niet het geval te zgn i wan neer we maar een eenvoudig middel voor de reini ging ter band nemen en welwat gewone kalk. Ieder kaasbereider heeft het bij de hand. Begin met de tobbe of karn in het ruw om te spoelen en besmeer hiar vervolgens van binnen en ook den rand met wat kalk. Deze laat zich er gemakkelgk weer uit ver wgderen en de tobbe zal du volkomen naar den eisch gereinigd zijn cn de karn zal heerlijk frisch ruiken. Op verschillende plaatsen heb ik dit eenvoudige middel aangeraden en tot mijn genoegen heb ik be merkt, dat men het steeds is blgven grbruiken, ook al was het niet meer noodig voor de bestrijding van een kaasgebrek. Het heelt om verschil lende redenen veel voor op het boenen met klei, zooals de gewoonte is. Het hout wordt er glad door en men is niet genoodzaakt heel heet water te gebruiken, dat op den duur schadelijk werkt op het -ut. Ook bg weivaten en houten melkemmers kan kalk aangewend worden en voor metalen gereedschap, b v. voor de melkbussen, is eij ook zeer aan te bevelen. Heeft men een door haler met houten handvatsels, dan moet men deze ook met kalk besmeien, vooral op de reeds vermelde gevaarlijke plaats. Wegens haar bgtende werking zuivert de kalk van veel kwaad bovendien heeft zij de voordeelen geheel outchadeiyk te zijn en geen bijsmaak te geven, zoo als soda doen kan. In de kaasfabrieken gebruikt men veelal voor het roeren der melk bij 't op temperatuur brengea en later bij het nawar m m van den wrongel eeu houten hark. De reiniging hiervan is heel bezwaarlgk, soms haast onmogelgk. Met een pennemesje kan men op tal van plaatsen eeu slijuiige vuile massa, bestaande nit bedorven melkresten, daaruit te voorschgn halen. Van dien kant dreigt er dus ooi al weer gevaar, dat echter gemakkelijk te ontgaan is. In de kaas- fabriek te Hoogkarspel (Directeur de tmer BraDder) gebruikt meu al sinds lang een metalen roerder inplaats van de gevaarlijke houten hark. Wil men het toch met deze laatste doen, dan behandele men ze ook met wat kalk. Aan de houten melkemmers mag ook wel de aan dacht geschonken wordensoms kan men uit de naden weer diezeltde slgmige massa opdiepen. Metalen melk emmers verdienen de voorkeur. In de eerste plaats moei hel gereedschap aan den eisch voldoen, dat het te reinigen is: b v. een teems met houten rand en paardenharen bodem, die men nog in enkele gevallen ziet gebiuiken als melkteems is niet voldoende te reinigen. In de 2de plaats ver- zorge men het gereedschap goed en gebruike kalk en kokend water. Dit laatste vooral, wanneer het van metaal is. Een teems moet in kokend water gedom peld worden, eveneens de doorhaler, voordat men hem in de gestremde melk steekt. Het is mij opgevallen, hoe dikwgls het voorkomen van knijpers in verband stond met gereedschap, dat niet in den haak was Ea al k>n het zijn, dot het een tgdlang niet hindert, men loopt tcch aligd ge vaar, dat de schadelgke gevolgen zich vertoonen, vooral wzcceer het weder warm wordt en het bederf van de het goed gaat, moet zooveel mogelijk worden ver hoogd; men moet niet wachten totdat het kwaad er is en men wordt gedwongen maatregelen te nemen. Ook de veehoader, die de melk aan zgn fabriek levert, moet er zeker van zgn, dat er op niets, wat met de melk in aanraking komt, wat valt aan te merken, i ook al wordt hg niet gecontroleerd. Slechts wanneer ieder melkleverancier zijn best I doet, kan de fabriek met 't meest mogelijke voordeel werken, doch in dit opzicht is er aan den toestand aan vele onzer Noordhollandsche kaasfabrieken om verschillende redenen nog veel te verbeteren Dr. L. T. C. SCHEY, Zuivelconsnlent voor Noordholland. Hoorn, Alei 1902. die in één familie samenleven Was het niet zijn recht als man, den strijd om haar bezit op te nemen, zelfs al was Willy zijn mededinger? Haar doodelijk bleek worden bij het hotel, was dat niet geweest de ontroering over het eerste wederzien En wanneer dat zoo was, dan had zij hem bepaald nog lief. Ia snel elkaar opvolgen schoten deze gedachten hem door het hoofd. Een opgewekte hoop deed hem het harte zwellen. Plotseling viel het hem in, dat het al te opvallend misschien reeds was geweest, dat hij zoo lang had gezwegen. Hij wilde ook toonen, hoeveel ook hem interesseerde wat haar belang inboezemde. „Hoe maakt uw broer het vroeg hij. „Toen we anderhalf jaar geleden scheidden, giogt ge toch naar hem toe, nietwaar?" „Ja," zeida Sylvia en keek Bobert vast in de oogen. „Ik bleef drie maanden bij hem. Het gaat hem niet goed. Hij heelt veel geld verloren. Valsche vrienden hebben hem leeggeschud. Maar dat beteekent niets. Hij bezit veel talent, hij heeft geleerd en kan nut uit zijne ervaring putten. Veel erger is het, dat hij een onaangename ervaring heelt opgedaan in hartezaken. Ik was er bij en heb toegekeken. Hij gaf een wezen zijn beste, teerste, wellicht meest onbaatzuchtige gevoelens,en werd bedrogen." „Dat moet voor u een smartelijk gezicht zijn geweest," zeide hij, wat verlegen. Hij wist niet, wat hij van haar toon denken moest. „Zeer leerrijksprak zij. Het was te gevaarlijk, op dit thema verder door te gaan, dat voelde hij weL De heer Holle moet tot zijn teleurstelling .schoolgeld betalen voor zijn dochtertje, en nu wil hij dadelijk toegeven, dat hij volgens 't Reglement op de schoolgeldheffing geen aanspraak kan maken op vrijstelling daar van, doch gaarne wilde hij dan langs indi- j recten weg van het betalen van schoolgeld melk in de hand werkt. De zekerheid, dat D.. wn'dpn ver- l vrijgesteld worden. Bij zijne school bestaat geen gelegenheid voor de kinderen om te drinken. De heer H. nu, verschafte alle dagen uit zijn huisbak eenige emmers water. Niemand kan hem verplichten dat te doen en hij kan er mede ophouden, wanneer hem dat voegt. En ofschoon hij nooit over dat laatste gedacht heeft, zou hij er toe kunnen gebracht worden, waar B. en W. der ge meente voorgaan, volgens de letter de regle menten en verordeningen toe te passen. De heer Holle stelde nu voor, dat hij zich zou verplichten om de schoolkinderen altijd van drinkwater te voorzien, tegen een jaarlijk- sche tegemoetkoming, welke gelijk stond met het schoolgeld, jaarlijks door hem te betalen. Tevens wordt nog voorgelezen het ant woord van B. en W. op dat schrijven. Zij antwoordden, dat zij in geen geval konden goedvinden het voorstel van den heer Holle, waardoor deze langs indirecten weg van eene belasting zoude worden ontheven, welke ge regeld is bij verordening en moet worden toegepast zonder onderscheid van personen. B. en W. verzochten, indien de heer Holle in de noodzakelijkheid mocht worden ge bracht, om geen drinkwater meer te ver strekken, hun dat dan ten spoedigste te be richten, opdat zij dan de noodige maatregelen konden nemen ter verschaffing van drink water. Nadat de Raad door deze mededeelingen op de hoogte van de kwestie is gesteld, wordt door den Secretaris voorgelezen het voorstel van B. en W. in deze kwestie. B. en W. stellen zich hierbij op het standpunt, dat de verordening op de heffing vau school gelden zoo goed geldt voor de kinderen van een Hoofd der Sclrool, als voor die van de andere ingezetenen. B. en W. vinden de han delwijze van den heer Holle hoogst treurig, waar deze een salaris geniet van f 1000.— en waar bovendien nog bijkomt de vergoeding voor herhaliugsonderwijs. Er blijkt uit, dat hij geen sympathie gevoelt voor de Gemeente en geen liefde voor zijne leerlingen. B. en W. stellen voor, dat de Raad hun machtigt, met iemand anders dan den heer Holle eene overeenkomst te treffen voor het verschaffen van drinkwater aan de school kinderen te Kolhorn. Zonder discussie neemt de Raad dit voor stel met algemeene stemmen aan. De heer Beers is er natuurlijk voor, dat van gemeente wege aan de kinderen drinkwater wordt ver schaft, doch hij vindt het jammer dat deze zaak hier op deze manier behandeld moet worden en er vanwege B. en W. op een derge lijke manier moet worden opgetreden. Maar 't is een openbare zaak, dus moet ze ook in het openbaar behandeld worden. De heer Raat is 't hiermede eens. Ook Voorzitter had gehoopt, dat het heel anders geloopen ware. Hierna wordt gelezen een schrijven van den heer \V. de Boer, tegenwoordig verblij vende op het Herstellingsoord voor Onder wijzers te Lunteren, met verzoek zijn verlof met 1 maand te verlengen. De heer De Boer berichtte, dat, wellicht door den invloed van het gure weder en de ziekte van zijn kind (dat gelukkig weder herstellende is), zijn toe stand eer achteruit was gegaan dan vooruit. Bij dit schrijven van den heer De Boer was nog gevoegd een verklaring van den Genees heer van de inrichting, dat nog een maand verlof zeer wensehelyk was. Vergadering van den Raad van BARSINGERHORN, gehouden op Dins dag 27 Mei j.L, nam. 2 uur. Aanwezig alle leden. 1 Vacature. Na opening volgt lezing en goedkeuring der notulen. Ingekomen zijn brieven van Ged. St., waarbij goedkeuring der raadsbesluiten tot het doen van betalingen uit den post van onvoorziene uitgaven, en af- en overschrijvingen. Voorz. deelt mede, dat van den heerW.de Boer, H. d. S. te Haringhuizen, een dankbe tuiging was ingekomen voor het hem verleende verlof van 1 maand. Hij hoopte den 2en Juni weder in functie te treden. Voorz. zegt, dat er straks hieromtrent een schrijven is te be handelen. De heeren G. Beers en G. Smit onderzoeken hierna de Geloofsbrieven van het nieuwgeko- zen Raadslid, den lieer K. Jonker, en adviseeren tot toelating, waartoe de Raad besluit. Een suppletoire begrooting, in ontvangst hebbende eene gesloten geldleening, en in uitgaaf de aflossing eener bestaande geld leening, tot een bedrag van f 3600.—, wordt goedgekeurd. Bij raadsbesluit van 9 April 1901 was n.1. besloten tot het aangaan van een leening, groot f 3600.—, bij de Plattelandsche Bank, a 4'/i ten behoeve van het ver nieuwen van den gemeentetoren. Door liqui datie der Bank was dit bedrag afgelost en door den heer C. Bol aangeboden, aan de gemeente de som te leenen a 4 's jaars. Eveneens wordt goedgekeurd eene af- en overschrijving op <lo begrooting van 1902, n.1. om den post aflossing geldleen iug aan te vullen met f 97.87, te vinden uit den post onvoorziene uitgaven. Het plan is n.1. om de leening van 1898 bij de Platt. Bank, in resto groot f 97.87, geheel af to lossen uit de kas, dus er geen nieuwe leening voor aan te gaan. Vervolgens komt aan de orde de kwestie met het hoofd der school te Kolhorn, over het verschaffen van drinkwater aan de school kinderen. Bij B. en W. was een schrijven ingekomen d.d. 18 Mei 1902 van den heer G. Holle, dat hij na de Pinkstervacantie geen drinkwater meer wenscht te verschaffen uit zijn regenwaterbak aan do schoolkinderen. Tenzij het Gemeentebestuur inging op zijn bekend voorstel, verzocht de heer Holle, hem te berichten, waar hij zich voortaan kon ver voegen voor het verkrijgen van drinkwater voor de schoolkinderen. Dat genoemde voorstel van den heer Holle wordt, ter inlichting van den Raad, voor gelezen Het is gedateerd 16 Juli 1900 en behelst in 't kort het volgende Scheen het niet bijna, als wilde ze hem, van baars broeders ervaring sprekend, ver wijten, wat zij zijzelve door hem had ge leden Hij schaamde zich en had diep berouw. Hoe had hjj dat toen tcch zoo kunnen doen zoo stijf blijven, weigeren Zij was hem toen onbewust tegemoet ge komen Met milde handen had ze hem het geluk aangeboden. En hij bezat niet den moed, daarnaar te grijpen. Onbegrijpelijk 1 „Waarheen -wilt ge eigenlijk met ons gaan?" vroeg Sylvia. „Ik wilde naar den zuidelijken Elbe arm daar weet ik op kleinen afstand van Moorburg een koffiehuis. Wij moeten toch eten 't is een soort boerenherberg „Wanneer we onder een appelboom kunnen zitten en een'pancekoekje kunnen krijgen, ben ik tevreden." „Wat schijnt ze vergenoegd hoe vrij en opgewekt is haar toon," dacht Willy. En het witte, lichte scheepje joeg steeds voorwaarts. Nu eens scheen het op den zuidelijken oever toe te snellen, om het volgende oogenblik als een dartel lam ineens op den noordelijken kant toe te huppelen. Zoo dartelde het schijnbaar doelloos op den breeden stroom heen en weer. Sylvia zat en keek onafgebroken naar den man, die haar gausche jeugd had be- heerscht. En haar ziel was verwonderd „Ik wil niet beminnen om der liefde wille. Ik wil niet trouwen om het huwelijk zelf. Ik wil niet eene roeping vervullen,ik wil mijne roeping vervullen." Hoe dikwijls had ze het gedacht in het laatste jaar Nu kon ze zichzelf afvragenwas het werkelijk deze man, door wien ik myn eigen roeping zou vervullen Of had haar vurig, onrustig, verlangend meisjeshart in hem de liefde bemind door hem naar het huwelijk verlangd, alleen ter wille van het huwelijk Was het haar gegaan, evenals met duizend andere meisjes harten was geschied Al dat overgevende enthusiasme, waar mede ze de heerlijkheid van zijn persoon had bezongen ach, het was smartelijk mooi zoet-dwaas geweest Een meisjesdroom geweven uit ver langen en zelfbedrog? Of tóch een waarheid Een waarheid voor dat levenstijdperk En zooals Sylvia nu iu den zonnigen middag keek, was het haar, alsof ze een visioen had De verre omtrek lag onder de warme lucht. Deze verzwakte de kleuren en lijnen van de verte en trok voor haar verbeelding, tot onduidelijkheid het omhullend, een dun nen, blauwen sluier. En in deze verte weg wandelde een gestalte met zwevende schreden zachtsteeds verdersteeds verder En het gaf een zachta, fijne, wee moedige smart, haar zoo te zien verdwijnen... Zij nam zooveel met zich mede ljjden, dat tegelijk rijkdom was geweestwaan, dat toch haar had opgeheven alb groote w aarheid... Een traan sctioot er in Sylvia soogen Maar boven dit zachte, fijne gevoel van weemoed, verhief zich een ander gevoel, sterk en fier en zeker. SLOT VOLGT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 1