Donderdag 29 Mei 1902.
46ste Jaargang No. 3735.
Bureau: 8€IIAGE1T, liaan» D 4.
UitgeverP. TRAPMAN,
üledewerkerJ. W I K E L.
Bericht aan onze
op bet
Abonné's
GeïllustreerdZondagsblad.
N ATIONALE ll ILITIE.
FEUILLETON.
Het A B C
VAN HET LEVEN.
Binnenlandsch Nieuws.
AllElttl Nioiis-,
Airafsitis- Lmiliiillal.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Wij deelen bij deze mede, dat het
formulier, hetwelk aan nummer 22 van
het Geïllustreerd Zondagsblad was toe
gevoegd eo dat, ca behoorlijke invulling
en toezending,als Bewijs van Aandeel
strekt in de~G r a t i s-V e r 1 o t i n g van
f 1000.—, ook kan worden inge
leverd ten kantore van ons blad.
waarvoor geen postzegel nocdlg is.
Onze abonné's, die er dus de voorkeur
aan mochten geven, om hetzelve even
bij ons aan te reiken, dan wel per post
aan het opgegeven adres in te zenden,
kunnen daarmede evengoed volstaan.
Voor velen onzer abonné's is dat wel
licht gemakkelijker.
DE UITGEVER.
verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan
arreatstraffen van twee tot zes dagen, alemede aan
oproeping tot werkelijken dienst voor den tijd van
drie tot zes maanden.
Schagen, den 27 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H J POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Gremeento Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
o-o
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zgn inlichtingen te
bekomen omtrent een gevonden gedeelte van een
naaimachine.
Onderzoek van verlofgangers te lande.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat bet onderzoek
van de in die gemeente verblijfhoudende verlof
gangers der Militie te land, voor zooverre eg vódr
den 1 April 1902 in het genot van onbepaald verlol
waren gesteld, zal plaats hebben te Schageni op
Vrijdag den 13 JuDi 1902, des voormiddag» ten half
10 are, en dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich
voor dat onderzoek, aan het Raadhoi» aldaar moeten
bevinden, de onderetaande personen
Lichting. Namen en Voornamen. Korps.
1895. Jongh de Anthoaie 4 Reg. Vest. Art.
Visser Hark 2 Veld.
Wit de Gerrit Reg. Gren en Jag.
Dekker Pieter 4 Reg. Infanterie.
Kussen Hendrik 4 Reg. Vest. Art.
1896. Melker Cornelis Jacobus 4
Weeland Maarten 1 Reg. Infanterie.
Bakker Pieter 1
Hollander Jaeob 1
Delver Arnoldus 4
Floor Reger 4
1897. Bakker Cornelis 1
Keet Theodorus A. J. 4
1898. Ploeger Nicolaas J. 4
Dekker Johannea 4
Deutekom Hendricus 1
Groot Jacob 1
Twuijver van Willem 1
1899. Raven Jacob 1
Straalen van Willen A A. 1
Post Hendricus A.
Tissing Jan
Boontjes Dirk
Koomec Louwrena
1900. Kossen Arie
Zwaag Arie
Geel Arie
1901. Koopman Jscobua
Borat Gerrit
Zoomede de verlofgangers
onderzcek vallende,
inspectie alsnog van elders in
vestigen.
Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij
moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien
van de kleediog- en nitrnsting-stakken hun bij han
vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne
zakboekjea; dat zij, in uniform zijnde, onderworpen
zjjn aan het reglement van krijgstucht, en zich bij
Reg. Vest Art.
e n
Reg. Veld. Art.
Reg. Vest.
Reg Infanterie.
2 Reg. Veld. Art.
4 Vest.
Reg. Pantserf.
1 Reg. Infanterie.
4 Vest. Art.
4
2 Reg. Huzaren.
4 Vest. Art.
4 n
de termen voor het
welke zich vóór den datum der
elders in de gemeente komen
Door
I D A B O Y-E D.
0-0-0
44.
Hollern dacht er aan, dat men ongeveer
twee jaar geleden ook zoo bij elkaar was
geweest.
Slechts één ontbrak er
Een vluchtige zucht gold deze gedachte.
$b de man, was te zeer met zijn geest
ij et tegenwoordige, om de afgestorvene
zmdit kunnen gunnen dan deze kleine
lnU,' .2o^,H eteeds meer, steeds duide-
rj1"Sylvia was veranderd,
e opflikkerende in haar oogen, dat
em vroeger zoo had verontrust, was ver-
Qwenen.
w»?6 8nf?le wisseling in haar stemmingen
SvJ00rblj Tenminste, Hollern kon deze
Hif hT^ meer bdniig noemen,
zij ^.as 401 vroeger zoo genoemd. Zeker,
niet riin om het zoo eens te zeggen,
wat ha geweest. Maar dat was het juist,
vrageDm ervan had teruggehouden, haar te
dat^oo ^af. bet meisje beleefd Hoe was
Welken ee^ kunnen veranderen Door
Wann1DV W8S da^ zo° veranderd
erkenning1!, dat uit ei8ei1 kracht en
nnng had bereikt!
flembi °m zijnentwille?!
°pte het hart vlugger.
Kennisgeving.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der gemeente
Schagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
dier gemeente, dat het kohier no. 2 der Perioneele
belasting, dienst 1902 van de gemeente Schsgen op
den 21 Mei jl. door den heer Directeur der Directe
Belastingen te Amsterdam is exeentoir verklaard en
op heden aan den heer Ontvanger der dirrote belas
tingen binnen deze gemeente ter invordering is over
gegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt
alzoo vermaand, op de voldoeniog van zijnen aanslag
behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelgke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 26 Mei 1902.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
H. J. POT.
L)e zorg voor- het gereed
schap bij de Kaas-
bereiding.
O O
Wanneer er ééu bedrijf is, dat groote zorg en op
lettendheid vere.scht, ia het wel dat van den kaas-
bereider. Zekerheid, dat het naar wenrch gaat, heeft
men nooitvan alle kanten hangen hem gevaren
boven bet hoofd, dat er een gebrek in de kaas op
treedt. Een weinig verkeerde melk, schijnbaar geheel
normaal, kan het bedrijf in de war brengen en
groote schade berokkeoen. Daartegen kan men
zich niet altijd vrij waren. Maar wat men vrèl kan,
is, te zorgen dat het gereedtchap in orde ia. Aange
zien het mg door ervaring gebleken is, dat dit niet
altjjd het geval ia en dat het niet in orde zijnvan gereed
schap alleen soms de oorzaak is vao een gebrek in
de kasa, komt het mij niet ondienstig voor eenige
ervaringen, daaromtrent opgedaan, mede te deelen.
Een ieder ia er van overtuigd, dat het gereedschap,
bg de zuivelbereiding in gebruik, goed gereinigd
moet worden en niemand zal dit nalaten. Maar al is
het, oppervlakkig beschouwd, goed in orde, al blinkt
het je tegen, toch kan er nng wat aan haperen. Om
maar eens een voorbeeld te noemen, de teems, waar
door de melk gegoten wordt. Oppervlakkig bezien
ontbreekt er niets aan, maar wanneer men met een
mesje onder den rand steekt, die dikwgls wat los
gelaten heeft en wat omgebogen ia, of men pentert
eens tusachen de teems en den haak, waarmede men
haar aan den wand der tobbe kan hangen, dan komt
er toma te voorschgn een alijmige massa, bestaande
uit een opeenhooping van melkresten, die zich daar
langzamerhand verzameld hebben. Bij ieder gebiuik
kan de op zichzelf goede melk hiervan iets mede-
nemen en daardoor slecht worden. Want melkresten
zgn, vooral in den warmen tgd, wanneer zij snel in
hevig bederf overgaan, hoogst gevaarlijk. Wanneer
dit het geval is, late men vooral de teems herstellen, zoo
dat er geene schuilplaatsen voor ongerechtigheden
meer zgn, of men koope een nieuwe.
Ook de doorhaler levert gevaar op en wel door de
houten handvatsels. Onderzoekt met een mesje of er
geen wrongeldeeltjes onder 't hout blijven zitten. Het
best is, een doorhaler te gebruiken zonder houten
handvatselsdan is men zeker. Ik ken een kaas-
bereider, die ze er direct van verwijdert bij den aan
koop.
Eene goede kaastobbe en de behandeling daarvan
stelt eveneens hare eischen. De dubbele nieuwer-
wetsr.he tobben zgn wel het meest te verbiezen. Een
geverfde houten tobbe kan de oorzaak zijn van bet
optreden van donkere stipjes in de kaas het zooge
naamde blauwhoewel de mogelijkheid niet ia uitge
sloten, dat deze kwaal ook andere oorzaken kan
hebben. Maar wanneer de tobbe geverfd is (welke
klenr doet er niet toe) ia er veel kans, dat er kleine
verfdeeltjes in den wrongel geraken, vooral wanneer
men zoogenaamd boekelt en daarbij op het laatst van
Hoe aantrekkelijk was ze. Werkelijk
een dwaas, die zich nü nog bedacht.
Maar hij waagde het toch nog niet, met
duidelijken blik te verraden den sterken
indruk, dien ze op hem maakte.
Hij voelde iets eigenaardigs tusschen
Willy en Sylvia was iets.
En plotseling kwam hem in de gedachte
is zij het, die Willy zich wil trachten te
veroveren
Was dat het, wat tusschen deze twee
bestond, onbegrijpelijk en toch merkbaar,
dat van den een naar de andere steeds
overging? Was het vragen en weigeren?
Of vragen en aannemen
Het bloed steeg hem naar de wangen.
Deze vrouw scheen in zijn oog op eens
honderdmaal meer waarde te krijgen.
„Ik ben toen een dwaas geweest, een
groote gek dacht hij.
Toen had het hem slechts één woord
behoeven te kosten dat wist hij heel goed.
Maar hij had niet den moed gehad, het
woord uit te spreken.
Haar wezen en karakter schenen hem te
onzeker, te wuft. Hij vreesde, haar zijn
leven niet te kunnen toevertrouwen.
Hij wist op dit oogenblik niet meer
nauwkeurig, wat hem al zoo was „toe
geschenen" en wat hij alzoo had „gevreesd."
Slechts dat eenedat zijn liefde den
rechten moed, het diepe zalige geloof had
gemist; dêit was hem bekend.
Wellicht echter was nog niets verloren.
Wie zeide hem, dat daar werkelijk tus
schen Willy en Sylvia iets bestond
Het kon een verbeelding van zijn jaloezie
zijn. Of er was misschien een kleine onaan
genaamheid, een ontstemming, zooals dat
voorkomen kan tusschen twee menschen,
't doorhalen nog al met kracht werkt. Deze verf.
deeltjes nn vormen de donkere stippen, die den kaas
op de tafel van den verbiöiker eeu zeer onoogljjk
aanzien geven en derhalve .1e handelswaarde teer
verminderen. Wanneer de kaas nog jong is en de
verf nog niet vergaan en zich door de kaasmassa
heen verspreid heeft, kan men in ieder stipje bg
aterke vergrooting een uiterst klein stokje verf vinden.
In deze gevallen maakte het verwijderen der verf
of het t»slaan der tobbe een «inde aan het gebrek,
waarmede men soms jaren sukkelde.
Een beslagen tobbe kan ook al weer stoornis
brengen. Zoo werd ik verleden zomer op een boer
derij geroepen, waar men sinds eenigen tgd knjjpers
maaktemen dacht, dat het 'hem in de melk zon
zitten, doch daarin was niets geen verkeerds te
vinden.
Wat bleek nu de knijpers te veroorzaken Het zink
der tobbe had ergens een klein gaatje. Melk kon
daardoor tusschen den wand der tobbe en het zink
komen, bedierf daar en besmette iederen dag opnienw
de goede melk. De kngpers waren in dit geval ge-
m kkelijk te verhelpen. Alen lette dus daarop; het
beste middel is om in de bonten beslagen tobbe een
paar heel kleine gaatjes te boren, dan wordt men
vanzelf gewaarschuwd, wanneer er melk uitkomt.
Een ongevertde tobbe is moeilgk goed te reinigen,
denkt men. Het hout wordt doortrokken met de vocht-
bestanddeelen, welke men er in verwerkt, met melk,
met wei. ot, zooals de karn, met karnemelk. Uit die
kleine openingetjes in 't hout zijn die 'tnelkbestand-
deelen moeilgk te verwgderenze gaan tot bederf
over en gaan ruiken. Steek maar eens bet hoofd in
eene karnveelal neemt men een onfrissche lucht
waar. Maar dit behoeft niet het geval te zgn i wan
neer we maar een eenvoudig middel voor de reini
ging ter band nemen en welwat gewone kalk. Ieder
kaasbereider heeft het bij de hand. Begin met de
tobbe of karn in het ruw om te spoelen en besmeer
hiar vervolgens van binnen en ook den rand met
wat kalk. Deze laat zich er gemakkelgk weer uit ver
wgderen en de tobbe zal du volkomen naar den eisch
gereinigd zijn cn de karn zal heerlijk frisch ruiken.
Op verschillende plaatsen heb ik dit eenvoudige
middel aangeraden en tot mijn genoegen heb ik be
merkt, dat men het steeds is blgven grbruiken, ook
al was het niet meer noodig voor de bestrijding van
een kaasgebrek. Het heelt om verschil lende redenen
veel voor op het boenen met klei, zooals de gewoonte
is. Het hout wordt er glad door en men is niet
genoodzaakt heel heet water te gebruiken, dat op den
duur schadelijk werkt op het -ut. Ook bg weivaten
en houten melkemmers kan kalk aangewend worden
en voor metalen gereedschap, b v. voor de melkbussen,
is eij ook zeer aan te bevelen. Heeft men een door
haler met houten handvatsels, dan moet men deze
ook met kalk besmeien, vooral op de reeds vermelde
gevaarlijke plaats.
Wegens haar bgtende werking zuivert de kalk van
veel kwaad bovendien heeft zij de voordeelen geheel
outchadeiyk te zijn en geen bijsmaak te geven, zoo
als soda doen kan.
In de kaasfabrieken gebruikt men veelal voor het
roeren der melk bij 't op temperatuur brengea en
later bij het nawar m m van den wrongel eeu houten
hark. De reiniging hiervan is heel bezwaarlgk, soms
haast onmogelgk. Met een pennemesje kan men op
tal van plaatsen eeu slijuiige vuile massa, bestaande
nit bedorven melkresten, daaruit te voorschgn halen.
Van dien kant dreigt er dus ooi al weer gevaar,
dat echter gemakkelijk te ontgaan is. In de kaas-
fabriek te Hoogkarspel (Directeur de tmer BraDder)
gebruikt meu al sinds lang een metalen roerder
inplaats van de gevaarlijke houten hark. Wil men
het toch met deze laatste doen, dan behandele men
ze ook met wat kalk.
Aan de houten melkemmers mag ook wel de aan
dacht geschonken wordensoms kan men uit de naden
weer diezeltde slgmige massa opdiepen. Metalen melk
emmers verdienen de voorkeur.
In de eerste plaats moei hel gereedschap aan den
eisch voldoen, dat het te reinigen is: b v. een teems
met houten rand en paardenharen bodem, die men
nog in enkele gevallen ziet gebiuiken als melkteems
is niet voldoende te reinigen. In de 2de plaats ver-
zorge men het gereedschap goed en gebruike kalk en
kokend water. Dit laatste vooral, wanneer het van
metaal is. Een teems moet in kokend water gedom
peld worden, eveneens de doorhaler, voordat men hem
in de gestremde melk steekt.
Het is mij opgevallen, hoe dikwgls het voorkomen
van knijpers in verband stond met gereedschap, dat
niet in den haak was Ea al k>n het zijn, dot het
een tgdlang niet hindert, men loopt tcch aligd ge
vaar, dat de schadelgke gevolgen zich vertoonen,
vooral wzcceer het weder warm wordt en het bederf
van de
het goed gaat, moet zooveel mogelijk worden ver
hoogd; men moet niet wachten totdat het kwaad er
is en men wordt gedwongen maatregelen te nemen.
Ook de veehoader, die de melk aan zgn fabriek levert,
moet er zeker van zgn, dat er op niets, wat met de
melk in aanraking komt, wat valt aan te merken,
i ook al wordt hg niet gecontroleerd.
Slechts wanneer ieder melkleverancier zijn best
I doet, kan de fabriek met 't meest mogelijke voordeel
werken, doch in dit opzicht is er aan den toestand
aan vele onzer Noordhollandsche kaasfabrieken om
verschillende redenen nog veel te verbeteren
Dr. L. T. C. SCHEY,
Zuivelconsnlent voor Noordholland.
Hoorn, Alei 1902.
die in één familie samenleven
Was het niet zijn recht als man, den
strijd om haar bezit op te nemen, zelfs al
was Willy zijn mededinger?
Haar doodelijk bleek worden bij het
hotel, was dat niet geweest de ontroering
over het eerste wederzien
En wanneer dat zoo was, dan had zij
hem bepaald nog lief.
Ia snel elkaar opvolgen schoten deze
gedachten hem door het hoofd.
Een opgewekte hoop deed hem het harte
zwellen.
Plotseling viel het hem in, dat het al te
opvallend misschien reeds was geweest, dat
hij zoo lang had gezwegen. Hij wilde ook
toonen, hoeveel ook hem interesseerde wat
haar belang inboezemde.
„Hoe maakt uw broer het vroeg hij.
„Toen we anderhalf jaar geleden scheidden,
giogt ge toch naar hem toe, nietwaar?"
„Ja," zeida Sylvia en keek Bobert vast
in de oogen. „Ik bleef drie maanden bij
hem. Het gaat hem niet goed. Hij heelt
veel geld verloren. Valsche vrienden hebben
hem leeggeschud. Maar dat beteekent niets.
Hij bezit veel talent, hij heeft geleerd en
kan nut uit zijne ervaring putten. Veel
erger is het, dat hij een onaangename
ervaring heelt opgedaan in hartezaken. Ik
was er bij en heb toegekeken. Hij gaf een
wezen zijn beste, teerste, wellicht meest
onbaatzuchtige gevoelens,en werd bedrogen."
„Dat moet voor u een smartelijk gezicht
zijn geweest," zeide hij, wat verlegen. Hij
wist niet, wat hij van haar toon denken
moest.
„Zeer leerrijksprak zij.
Het was te gevaarlijk, op dit thema
verder door te gaan, dat voelde hij weL
De heer Holle moet tot zijn teleurstelling
.schoolgeld betalen voor zijn dochtertje, en
nu wil hij dadelijk toegeven, dat hij volgens
't Reglement op de schoolgeldheffing geen
aanspraak kan maken op vrijstelling daar
van, doch gaarne wilde hij dan langs indi-
j recten weg van het betalen van schoolgeld
melk in de hand werkt. De zekerheid, dat D..
wn'dpn ver- l vrijgesteld worden. Bij zijne school bestaat
geen gelegenheid voor de kinderen om te
drinken. De heer H. nu, verschafte alle
dagen uit zijn huisbak eenige emmers water.
Niemand kan hem verplichten dat te doen
en hij kan er mede ophouden, wanneer hem
dat voegt. En ofschoon hij nooit over dat
laatste gedacht heeft, zou hij er toe kunnen
gebracht worden, waar B. en W. der ge
meente voorgaan, volgens de letter de regle
menten en verordeningen toe te passen. De
heer Holle stelde nu voor, dat hij zich zou
verplichten om de schoolkinderen altijd van
drinkwater te voorzien, tegen een jaarlijk-
sche tegemoetkoming, welke gelijk stond met
het schoolgeld, jaarlijks door hem te betalen.
Tevens wordt nog voorgelezen het ant
woord van B. en W. op dat schrijven. Zij
antwoordden, dat zij in geen geval konden
goedvinden het voorstel van den heer Holle,
waardoor deze langs indirecten weg van eene
belasting zoude worden ontheven, welke ge
regeld is bij verordening en moet worden
toegepast zonder onderscheid van personen.
B. en W. verzochten, indien de heer Holle
in de noodzakelijkheid mocht worden ge
bracht, om geen drinkwater meer te ver
strekken, hun dat dan ten spoedigste te be
richten, opdat zij dan de noodige maatregelen
konden nemen ter verschaffing van drink
water.
Nadat de Raad door deze mededeelingen
op de hoogte van de kwestie is gesteld,
wordt door den Secretaris voorgelezen het
voorstel van B. en W. in deze kwestie.
B. en W. stellen zich hierbij op het standpunt,
dat de verordening op de heffing vau school
gelden zoo goed geldt voor de kinderen van
een Hoofd der Sclrool, als voor die van de
andere ingezetenen. B. en W. vinden de han
delwijze van den heer Holle hoogst treurig,
waar deze een salaris geniet van f 1000.—
en waar bovendien nog bijkomt de vergoeding
voor herhaliugsonderwijs. Er blijkt uit, dat
hij geen sympathie gevoelt voor de Gemeente
en geen liefde voor zijne leerlingen.
B. en W. stellen voor, dat de Raad hun
machtigt, met iemand anders dan den heer
Holle eene overeenkomst te treffen voor het
verschaffen van drinkwater aan de school
kinderen te Kolhorn.
Zonder discussie neemt de Raad dit voor
stel met algemeene stemmen aan. De heer
Beers is er natuurlijk voor, dat van gemeente
wege aan de kinderen drinkwater wordt ver
schaft, doch hij vindt het jammer dat deze
zaak hier op deze manier behandeld moet
worden en er vanwege B. en W. op een derge
lijke manier moet worden opgetreden. Maar
't is een openbare zaak, dus moet ze ook in
het openbaar behandeld worden.
De heer Raat is 't hiermede eens. Ook
Voorzitter had gehoopt, dat het heel anders
geloopen ware.
Hierna wordt gelezen een schrijven van
den heer \V. de Boer, tegenwoordig verblij
vende op het Herstellingsoord voor Onder
wijzers te Lunteren, met verzoek zijn verlof
met 1 maand te verlengen. De heer De Boer
berichtte, dat, wellicht door den invloed van
het gure weder en de ziekte van zijn kind
(dat gelukkig weder herstellende is), zijn toe
stand eer achteruit was gegaan dan vooruit.
Bij dit schrijven van den heer De Boer was
nog gevoegd een verklaring van den Genees
heer van de inrichting, dat nog een maand
verlof zeer wensehelyk was.
Vergadering van den Raad
van BARSINGERHORN, gehouden op Dins
dag 27 Mei j.L, nam. 2 uur.
Aanwezig alle leden. 1 Vacature.
Na opening volgt lezing en goedkeuring
der notulen.
Ingekomen zijn brieven van Ged. St., waarbij
goedkeuring der raadsbesluiten tot het doen
van betalingen uit den post van onvoorziene
uitgaven, en af- en overschrijvingen.
Voorz. deelt mede, dat van den heerW.de
Boer, H. d. S. te Haringhuizen, een dankbe
tuiging was ingekomen voor het hem verleende
verlof van 1 maand. Hij hoopte den 2en Juni
weder in functie te treden. Voorz. zegt, dat
er straks hieromtrent een schrijven is te be
handelen.
De heeren G. Beers en G. Smit onderzoeken
hierna de Geloofsbrieven van het nieuwgeko-
zen Raadslid, den lieer K. Jonker, en adviseeren
tot toelating, waartoe de Raad besluit.
Een suppletoire begrooting, in ontvangst
hebbende eene gesloten geldleening, en in
uitgaaf de aflossing eener bestaande geld
leening, tot een bedrag van f 3600.—, wordt
goedgekeurd. Bij raadsbesluit van 9 April 1901
was n.1. besloten tot het aangaan van een
leening, groot f 3600.—, bij de Plattelandsche
Bank, a 4'/i ten behoeve van het ver
nieuwen van den gemeentetoren. Door liqui
datie der Bank was dit bedrag afgelost en
door den heer C. Bol aangeboden, aan de
gemeente de som te leenen a 4 's jaars.
Eveneens wordt goedgekeurd eene af- en
overschrijving op <lo begrooting van 1902,
n.1. om den post aflossing geldleen iug aan te
vullen met f 97.87, te vinden uit den post
onvoorziene uitgaven. Het plan is n.1. om de
leening van 1898 bij de Platt. Bank, in resto
groot f 97.87, geheel af to lossen uit de kas,
dus er geen nieuwe leening voor aan te gaan.
Vervolgens komt aan de orde de kwestie
met het hoofd der school te Kolhorn, over
het verschaffen van drinkwater aan de school
kinderen. Bij B. en W. was een schrijven
ingekomen d.d. 18 Mei 1902 van den heer
G. Holle, dat hij na de Pinkstervacantie geen
drinkwater meer wenscht te verschaffen uit
zijn regenwaterbak aan do schoolkinderen.
Tenzij het Gemeentebestuur inging op zijn
bekend voorstel, verzocht de heer Holle, hem
te berichten, waar hij zich voortaan kon ver
voegen voor het verkrijgen van drinkwater
voor de schoolkinderen.
Dat genoemde voorstel van den heer Holle
wordt, ter inlichting van den Raad, voor
gelezen Het is gedateerd 16 Juli 1900 en
behelst in 't kort het volgende
Scheen het niet bijna, als wilde ze hem,
van baars broeders ervaring sprekend, ver
wijten, wat zij zijzelve door hem had ge
leden
Hij schaamde zich en had diep berouw.
Hoe had hjj dat toen tcch zoo kunnen
doen zoo stijf blijven, weigeren
Zij was hem toen onbewust tegemoet ge
komen Met milde handen had ze hem
het geluk aangeboden.
En hij bezat niet den moed, daarnaar te
grijpen.
Onbegrijpelijk 1
„Waarheen -wilt ge eigenlijk met ons
gaan?" vroeg Sylvia.
„Ik wilde naar den zuidelijken Elbe arm
daar weet ik op kleinen afstand van
Moorburg een koffiehuis. Wij moeten toch
eten 't is een soort boerenherberg
„Wanneer we onder een appelboom
kunnen zitten en een'pancekoekje kunnen
krijgen, ben ik tevreden."
„Wat schijnt ze vergenoegd hoe
vrij en opgewekt is haar toon," dacht Willy.
En het witte, lichte scheepje joeg steeds
voorwaarts.
Nu eens scheen het op den zuidelijken
oever toe te snellen, om het volgende
oogenblik als een dartel lam ineens op
den noordelijken kant toe te huppelen.
Zoo dartelde het schijnbaar doelloos op
den breeden stroom heen en weer.
Sylvia zat en keek onafgebroken naar
den man, die haar gausche jeugd had be-
heerscht.
En haar ziel was verwonderd
„Ik wil niet beminnen om der liefde
wille. Ik wil niet trouwen om het huwelijk
zelf. Ik wil niet eene roeping vervullen,ik
wil mijne roeping vervullen."
Hoe dikwijls had ze het gedacht in het
laatste jaar
Nu kon ze zichzelf afvragenwas het
werkelijk deze man, door wien ik myn
eigen roeping zou vervullen
Of had haar vurig, onrustig, verlangend
meisjeshart in hem de liefde bemind
door hem naar het huwelijk verlangd, alleen
ter wille van het huwelijk Was het haar
gegaan, evenals met duizend andere meisjes
harten was geschied
Al dat overgevende enthusiasme, waar
mede ze de heerlijkheid van zijn persoon
had bezongen ach, het was smartelijk
mooi zoet-dwaas geweest
Een meisjesdroom geweven uit ver
langen en zelfbedrog?
Of tóch een waarheid Een waarheid
voor dat levenstijdperk
En zooals Sylvia nu iu den zonnigen
middag keek, was het haar, alsof ze een
visioen had
De verre omtrek lag onder de warme
lucht. Deze verzwakte de kleuren en lijnen
van de verte en trok voor haar verbeelding,
tot onduidelijkheid het omhullend, een dun
nen, blauwen sluier.
En in deze verte weg wandelde een
gestalte met zwevende schreden
zachtsteeds verdersteeds verder
En het gaf een zachta, fijne, wee
moedige smart, haar zoo te zien verdwijnen...
Zij nam zooveel met zich mede ljjden,
dat tegelijk rijkdom was geweestwaan, dat
toch haar had opgeheven alb groote w aarheid...
Een traan sctioot er in Sylvia soogen
Maar boven dit zachte, fijne gevoel van
weemoed, verhief zich een ander gevoel,
sterk en fier en zeker.
SLOT VOLGT.