AHiriiiiin- k Lu liivllil.
Zondag I Juni 1902.
46ste Jaargang No. 3736.
EERSTE BLAD.
NATIONALE MILITIE.
Teunis Ploeger.
Buiteidandsch Nieuws.
TRANSVAAL.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCHACHSJÜ, ILaan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 5 cf.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit ticee bladen.
CJ e m e n t o S c h a g e n.
BEKENDMAKINGEN.
o-o
POLITIE.
Ter Smrstarie deaer gf meer te iijn inlichtingen Ie
bekaaien omt ent een gevonden Dim etc ei t n n r,
een portemonnnie, een portefeuille en een
dauieshnndachoen.
oo
liennisgeving.
Bnegemeeeter en Wethoniers van Sc, ha gen
Oenen ».tt 94 fsi 95 der elgemeene politie-ver-
ordening voor die gemeente
Brengen ter algemeene kennis, dat ia het belang
der openbare gezondheid alle verzamelingen van af.
val. vuiluia, mest of dergelykeatoff-n, zich bevindende
op de erven of andere plaatsen in de kom der ge
meente, moeten zijn opgeruimd lóó 1 Juli a s.
Op behoorlijk afgedekre mestvaalten, zich bevin
dende op de erven bij boerderijen, is deze bepaling
niet van toepassing.
Nalatigheid met betrekking tot het vo.enslaande is
strslbaar met eene geldboete van ten hoogste t 25 Of
hechtenis van ten hoogare 6 dagen.
Schagen, 30 Mei 1902.
Burgemeester en Wethouder» voornoemd,
H. J. POT.
De Secretari*.
DENIJS.
Onderzoek van verlofgangera te lande
Burgemeester en Wethondera van Schagen, brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat bet onderzoek
van de in die gemeente verblijf houdende verlof
gangera der Militie te land, voor zooverre zij tóó.
den 1 April 1902 in het genot van onbepaald verlol
waren gesteld, zal plaats hebben te Schagen, op
Vrydag den 18 Jnni 1902, des voormiddags ten half
10 are, en dat mitsdien op ovengenoemd tijdstip zich
voor dat onderzoek, aan het Raadhuis aldaar moeten
herinden, de onderstaande personen
Lichting. Namen en Vooinamen. Korps.
1895. Joogh de AntbOhie 4 Reg. Veet. Art
Visser Hark
Wit de Qenit
Dekker Pieter
Kussen Hendrik
Melker Cornelis Jacobus 4
Weeland Maarten
Bakker Pieter
Hollander Jacob
Delver Arnoldns
Floor Reijer
Bakker Cornelis
Keet Theodorus A J.
Ploeger Nicoiaas J.
Dekker JohaDnea
Deutekom Hendricns
Groot Jacob
Twuyver van Willem
Raven Jacob
1S96.
1S97.
1898.
Rcg Gren.enJsg.
4 lieg. Infanterie.
Reg. Vest. Art.
R-g Infanterie.
1899.
1
1
1
4
4
1
4
4
4
1 Reg
1
1
1
Reg. Vest. Art.
n n ii
Reg. Veld. Art.
Reg. Vest.
Infanterie.
Straalen van Willem A A.l
2 Reg. Veld. Art.
4 Vest.
Reg. Pantserf.
1 Reg Infanterie.
4 Vest. Art.
4 V u
2 Reg. Huzaren.
4 Vest. Art.
a V
de termen voor bet
welke zich vóór den datum der
elders in de gemeente komen
Post flendricus A.
Tissing Jan
Boontjes Dirk
Koomec Lonwrens
1900. Kossen Arie
Zwaag Ar ie
Geel Arie
1901. Koopman J.oobns
Borat Gerrit
Zoomede de verlofgangers
ondersoek vallende,
inspectie alsnog van
vestigen.
Belanghebbenden woiden verder herinnerd, dat zy
moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien
van de kleediog- en uitrnsting-stukken hun bij hun
vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne
zakboekjesdat zij, in uniform zijnde, onderworpen
zyn aan net reglement van kiijgstncht, en zich bij
verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan
arreststraSen van twee tot zes dagen, alsmede aan
oproeping tot werkeüjken dienst voor den tijd van
drie tot zes maanden.
Schagen, den 27 Mei 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
moeite en slaagt gij er in, uw compositie door
een zanggezelschap of muziekcorps in de ooren
van het publiek te doen schetterenhet
pabliek is enthousiastvleiende toespraken
volgen verslaggevers (die natuurlijk van alle3
verstand hebben) verheffen n als een soort
van toonkunstgenie, en aw ziel is door dat
alles als een onmetelijke hemel van glanzend
geluk. Maar zie, pas drinkt ge van den top
uwer glorie met volle teugen de heerlyke
berglucht in, of daar komen de nijdige
recensenten aandwarrelen en hier hoort ge
fluisteren dat nw compositie vrij zwakjes is
en daar weet men te vertellen, dat een
geniale vriend u geholpen heeft, en elders
weer wordt door iemand verkondigd, dat uw
heele compositie voor driekwart aan andere
mnziekstakken is ontleend, zoodat onmiddellijk
uw glorie als componist ten grave zinkt.
Of wel, ge zijt gekozen als Kamerlid en
in de overstelping van nw zieleweelde,
schrijft gij (bijaldien ge het geluk mocht
hebben een eigen orgaan te bezitten) een
jubelend artikel in uw blad met dpn juich
kreet tot refrein: „X. is gekozen!" En zie
een afgunstig recensent toont aan, dat niet
alleen uw schitterend refrein, maar ook bij
kans uw heele artikel reeds door Van der
Palm hij gelegenheid der landing van Willem j
I was gebruikt, waardoor niet alleen de
ballon van uw glorie onbarmhartig doorge
stoken word, maar u bovendien de nacht
merrie werd bezorgd, dat het publiek n voor
verwaand genoeg moet houden om u zelf
met den eersten onzer Koningen gelijk te
durven stellen.
Of, mogelijk ook zijt ge op zekeren morgen
met de verrassende ontdekking ontwaakt,
dat er een schryver in n sluimert en daarop
wordt het ééne stuk na het andere door u
uitgetranspireerd. De donderende toejuichin
gen van een dankbaar publiek zijn het loon
voor nw zweet, zoodat gij n reeds opnieuw
aan den arbeid hebt gezet, als plotseling nw
oog valt op een ontnuchterend artikeltje in
„De Algemeene Gids" of zoo, waarin een
stekelig verslaggever, n recenseerend, vraagt,
om toch in 'shemelsnaam wat minder duister
te ziju in 't vervolg en weg is de mooie
droom van uw jonge schrijversgeluk.
Of wellicht verkeert ge in het geval van
ondergeteekende en schrijft af en toe een
Polderbrief. Maar ach hemel, dan is het
nóg erger
De
maar niet vergeven,
niet genoemd heeft,
bij zichzelf en Kras,
wie de auteur is en
o één vindt nw brieven te
licht, de ander te zwaar op de hand. De
één zon n graag wat minder hatelijk zien
(alsof ze dat ooit waren), een ander vindt ze
niet hatelijk genoeg. Klaas noemt ze te lang,
Piet noemt ze te kort en Gerrit vindt ze
zoo miserabel flauw, dat hij voor de Schager
Courant bedanken wil, vergetend dat niemand
hem dwingt om ze te lezen als hij dat
niet wil. Kris weer, kan het den schrijver
dat hij hèm zijn naam
maar zweert niettemin
officiéél te weten,
noemt dan den naam
van iemand die even gekuifd met het auteur
schap der Polderbrieven zon zijn, als een
ordentelijk schilder met het hem toegedachte
vaderschap eener mislukte waterverfteokening.
Een ander weer gevoelt zich persoonlijk
beleedigd door deze of gene uitdrukking,
terwijl de schrijver toch iets heel algemeen
bedoeld heeft en wil de Schager deswege
boycotten, die dan ook nog maar enkel op
haar doodskleed wacht.
Ja, het is curieus, zoovelen zich indertijd
om het schetsje, „Mijn vriend Wind
buil"' hebben boosgemaakt en dat, terwijl de
briefschrijver totaal aan niemand in 't bijzon
der gedaoht had, maar slechts een heel
algemeen en louter fantasiebeeld had pogen
te geven. Lieve hemel nog toe, ik had nooit
kunnen denken, dat de familie Windbuil in
onzen eenvoudigen Polder zoo talrijk verte-
nèt zoolang aanhield, tot ik mijn geest van
een tamelijk groot rijnflproduct had ontlast.
Natuurlijk dat over de (êcensenten liep Hier
is het
Recensenten, die betweters,
Zijn vervloekte glorievreters,
Staag verslindend iedere bloem
Van uw versch verworven roem.
Nauwelijks geurde 't wierookwolkje
Van nw eigen dankbaar volkje,
Nauwelijks mocht je 'n mild publiek,
Dol op klettrend handmusiek,
Onder lauw'ren dik bedelven.
Dat je 't borstje trots ging welven,
Ol, als uitgevaste rnnderen
Hollen recensenten aan
Om die Hulde ga inch te plnndereD,
En je roem vliegt naar de maan
En der recensenten magen
Kannen «onder wat verdragen I
Aan een Polderbrief wat knabbelen,
Op een veraje soet te sabblen,
Compositie, zang, sonnetten,
Preek, verslagen, operetten,
Uitroepteekens, komma's, rusten,
Alles schijnt dat tuig te lusten
En daarom, ik vloek n, rampzalige kliek,
Die eeuwig en immer 'tgeloovig publiek
Uw wyaheid ia 'toor gonst, zoo vóók geminrknnt,
En schuldelooze brieven hun onschuld misgunt.
Ik vloek u, die geestlooze rijmen bekladt
Alsof er zoo waar, toch wat geest nog in zat 1
Ja, nogmaals, ik vloek n, o benl critikastren,
Die gonzend en brommend maar eindloos blijft
[lastren,
En echter, ik werp weer, uw maag ten gerief.
Opnieuw voor uw klauwen mijn zóóvealaten brief;
Knauwt, vermaalt hem, stopt je balgen,
Tot je er eindelijk van gaat walgen I
MM mnktt te seeL
In België hebben de aanvullingsverkiezin
gen voor de Kamer en den Senaat plaats ge
had. De helft der Kamer trad af, terwijl
bovendien, door vermeerdering der bevolking,
14 nieuwe ledryi gekozen moesten worden.
De uitslag was, gelijk te verwachten was
de clericale meerderheid blijft bestaan. Van
de 14 nieuwe leden werd de rechterzijde met
7 versterkt, terwijl de vooruitstrevenden het
tweede zevental ontvingen. Verder verloren
de liberalen twee zetels te Dinant., die aan
de clericalen kwamen. De nieuwe Kamer zal
bestaan uit 94 clericalen en 72 leden van de
linkerzijde. Er zijn er, die in deze verkiezin
gen een nederlaag voor de linkerzijde zien.
Dat is echter al naar men het nemen wil.
Wanneer iemand, die aan handen en voeten
stevig gebonden is, voor den zooveelsten keer
zich inspant, om zich los te wringen, en daarin
niet slaagt, dan is dat geen bewijs, dat zijne
krachten verminderd zijn. Het toont alleen
aan, dat zijne krachten nog altijd voor de
kluisters te gering ziju, en misschien ook
zelfs, dat dit wel altijd zoo blijven zal, indien
althans anderen hem niet te hulp komen.
Zoo'n gekneveld persoon is de vooruit
strevende partij in België, en de band is
het meervoudig kiesrecht, en die hem te hulp
moeten komen, zijn grondwetsherziening en
algemeen kiesrecht. Nu is het juist de cleri
cale meerderheid, die die hulp tegenhoudt.
Het kan derhalve nog wel eenigen tijd zoo
blijven. Het gebenrt wel meer, dat men ver
schillende beschouwingen over de eene of
andere politieke gebeurtenis vindt. Dat hangt
natuurlijk geheel van het standpunt af,
waarop de waarnemer zich plaatst. Zoo zijn
er, die uit de hangende kabinetscrisis in
zal den vijanden van Chili geen hulp verleenen. bouwer en de welvaart van land en volk
Beide landen zullen in een conflict tnsschen ondermijnen. De padihoopen, nn open en
Peru en Bolivia neutraal blijven en het grens- bloot onder de boomen opgestapeld, terwijl
geschil zal op vreedzame wijze worden beslecht, zij vroeger moesten worden bewaakt door
't Is waarlijk heel mooi, doch als waarborg versterkte wallen, bewijzen de toeneming van
voor de rust in Zuid-Amerika van weinig
waarde.De bevolking is te onrustig, de regeerin
gen in de verschillende republieken zijn te onbe
stendig oorlogen en opstanden moeten te vaak
dienen tot versterking van eene persoonlijke
positie, of om de begunstigde partij van zijne
plaats te dringen, feiten die het onmogelijk ma
ken om aan een bestendigen vrede te kunnen
gelooven.
Zelfs deze gesloten overeenkomst is niet
anders dan een zeepbel, heel kleurig en
schoon, doch zonder innerlijke kracht. De
strijd, dien de Pruisische regeering tegen het
Polendom heeft aangebonden, komt ook al
met de medaille, die eene keerzijde heeft,
overeen.
Zal de kracht der Polen door het kwart-
milliard mark gebroken worden? Wij zullen
het probeeren, zegt Von Bülow. 't Is echter
nog maar de eerste wissel, dien ik op de
Polen trek. Straks worden in het Oosten de
tractcmenten der ambtenaren verhoogd, opdat
zij beter tegen zekeren druk bestand zullen
zijn. Wij zullen er groote domeinen aanleg
gen, waardoor de boschdorpen opnieuw tot
bloei zullen komen en de krachtige Dnitsche
houtvester zal daar zijn, wat de Poolsche
priester reeds te lang is geweestde steun
en raadsman der bevolking. Zoo zullen
Posen en West-Pruisen verduitscht worden.
En de keerzijde isde strijd, dien de regeering
tegen de Polen heeft aangebonden, zal hen
te hechter vereenigengeen opofferingen
zullen te groot blijken, om hunne nationali
teit te handhaven; het Polendom in het
oosten van Pruisen zal een rots blijken,
waarop de woelende golven van het ger
manisme als schuim uit elkander zullen
spatten.
Wij gelooven, dat Yon Bülow druk bezig
is, het vat der Danaïden te vullen. Wie al
de beschouwingen over het Drievoudig Ver
bond las, zal hier geschreven vinden, dat
zijn kracht nog onverzwakt bestaat, en elders,
dat het verbond druk bezig is een langzamen
dood te sterven.
De waarheid zal hier wel in 't midden
liggen. Zeker is het, dat de ontevredenheid
tegen dat verbond in Oostenrijk en Italië
gaandeweg toeneemt. De Czechen in Boheme
hebben steeds tegen Duitschland gestreden,
de machtige Poolsche partij in Oostenrijk
vertoont grooten last, zich bij de Bohemers
aan te sluiten. De redenen, die Italië naar
de Midden-Europeesche staten dreven, bestaan
niet meer. In plaats van vijanden en tegen
standers, zijn Italianen en Pran6ehen goede
vrienden geworden, die het over elkanders
positie in de Middellandsche Zee geheel eens
ziju geworden. De Duitsche haDdelstarieven
hebben in Italië groote ontevredenheid ver
wekt. Een en ander heeft velen van het
Drievoudig Verbond vervreemd. Toch kan
het verbond in de tegenwoordige omstandig
heden nog vele jaren blijven bestaan. Het
staatkundig evenwicht op het vasteland van
Europa eischt de triple-alliantie. Werd dit
evenwicht verbroken, dan zou een oorlog
niet kunnen uitblijven. Daar evenwel alle
rijken den vrede wenschen, zyn èn het ver
bond tusschen Rusland en Frankrijk, èn dat
tusschen de rijken van het Drievoudig Ver
bond, noodzakelijk om dien te bewaren. Hoe
wel dus van karakter veranderd, is het doel
hetzelfde gebleven. En daardoor zal het
verbond wel blijven bestaan.
de openbare veiligheid in dit land, waar
vroeger roof en doodslag aan de orde van
den dag was. De reinheid der dorpen,eenmaal
holen vol vuilnisde betere wegen, in dit
land zonder wegende bevordering van de
peper-cultuurde gegraven kanalen en de
betere brnggen hebben dit ruwe, doch voor
rede en ontwikkeling vatbare volk doen
gevoelen, dat de zoo gehate kafir nog wel
iets anders kan dan moorden en branden
Het stelstel van den laatsten tijd deed veel
laster verstommen."
Voeren wij den strijd op hnmane wijze?
Deze vraag wordt door den heer Van Kol op
bevestigende wijze beantwoord„do woningen
der kampongs, de oogsten der velden, de
voorraden in de rijstschuren der vlakten ble
ven in de laatste jaren steeds gespaard."
Elke instructie aan de commandanten der
mobiele troepen stelt die commandanten ver
antwoordelijk voor „elk molest dat der bevol
king mocht geschieden"; het doel van gene
raal Van Hentsz is pacificeeren, niet vernielen.
En men hoore nu nog, ten slotte, dit ge
tuigenis van den heer Van Kol
„De vreedzame inwoner, do landbouwer,
wii vrede, en wierp van zich af het juk der
oelamapartij, nu machteloos geworden en die
voortaan tevergeefs zal trachten dezen kamp
als heiligen oorlog te doen erkennen. De
Atjehers hebben geleerd, ons geldelijk beheer
te vertrouwen, de eerlijkheid onzer rechts
spraak te erkennen, geloof te hechten aan
het eenmaal door ons gegeven woord. Wij
heffen den hassil en maakten een eind aan
de tallooze knevelarijen en vexatiën der
vorstenwij deelen op strikt eerlijke wijze
een ieder het zijne dier belastingen uit.
Wij beletten den smokkelhandel, gaan
knoeierijen tegen, en hebben zorg gedragen
dat de hoofden belang hebben bij de wel
vaart van hun land" „De oorlog is
geheel en al van karakter veranderdvan
een volksoorlog is hij bendenkrijg geworden,
dien wij voeren ten bate van den iulander"
„Een humaan en helderziend bestuur
was in staat het bewijs te leveren dat, zich
nederleggende bij onze overmacht, de Atjeher
niet langer onverzoenlijk blijft staan tegen
over onze Regeering „De vrede is
in aantocht."
XXXI.
Over recensenten en zekere eigenaardige
ziekteverschijnselen.
„Hé, recensenten," vroeg Grietje, terwijl
ze mijn thee aanreikte, waardoor haar oog
toch'vie^' »wat ^J11 dat nu
„Recensenten, vrouw," gaf ik ten ant-
inst' "Z'^Q een kwaadaardig soort van
eu> die zich voeden met de suiker van
niinU-w' 6011 ni)dig gedierte, dat je de
FgmyKste steken toebrengt, juist op het oogen-
_J 'ie er het minst op verdacht bent"
Reó ze bij m'n weten nooit gezien,"
1 Grietje, terwijl ze weer aan haar naai-
w<*k ging.
„Dat komt, vrouw, omdat jij nog nooit,
min in geschrift als op eenige bijeen-
het openbaar bent opgetreden,
zoo
komst, m
anders"
Grieti"''*' 200 *ets moet het wel wezen," zei
in ket^^J ze verdiepte zich maar niet verder
oaderv
mSmeren'"irwerP' terwiJ1 ik zelf v00rt te
Bddi i ,over der recensenten aard en menig-
nooit ^an': Grietje mag ze dan nog
hebben, dit neemt niet weg, dat
Gg zwermen worden aangetroffen. j Tennis Ploeger, (die tot nog toe den geestes-
Ge °f gy gevoelt n bijvoorbeeld musicus akker van onzen Polder met den ploeg van
zelf lan'X)üeert een marsch of zoo iets, die u het proza beploegen mocht), ik zeg, van
ïlte
"g niet slecht voorkom tpni inheit ze mnrrren heeft ook mii die riimziekte nlntselinc
er recensenten aard en menig-
e mag ze
geuwoordigd zou zijn. Natuurlijk zullen er j Spanje lezen, dat de kerkelijke invloed in de
n ti weer wezen die na 't verschijnen van hofkringen nog altijd onverzwakt bestaat,
bovenstaande bekentenis beweren gaan „Heb
je 't wel gezien, Teunis begint zoete brood
jes te bakken 1 Ja, ja, de man krijgt berouw
over z'n 6chrijverszonden."
Och neen, waarde heeren, daar is nu heele-
maal geen sprake van. Alleen heb ik spijt
dat mijn goedige natuur mij altoos weerhoudt
om sommige schreeuwers, (vooral Donderdags
in Schagen vindt je van die luidruchtige
recenseerende levenmakers) eens onder han
den te nemen op een manier zooals zij reeds
dubbel en dwars verdiend hadden.
„Maar m'n lieve man," hebt ge misschien
reeds lang gedacht, „waarom schrijf je
dan toch nog,
die venijnige
wordt
Ik zou echter met evenveel recht aan een
zenuwlijder kunnen vragen„Maar waarom
schrik je toch telkens zoo?" Want m'n
schrijven, waarde lezer, is een ziekte, zich
kenmerkend door een ondragelijke jeukte in
de vingers, waarvan ik niet eerder bevrijd
wordt, dan na een Polderbrief neergekrabbeld
te hebben. Dan ben ik er weer voor een poosje
af. Dikwijls slechts voor een week, soms
voor veertien dagen, ja, 'n enkele maal voor
maanden zelfs.
Ook de rijmzucht is me een eigenaardige
ziekte gebleken en wat erger is, een besmet
telijke zelfs. Immers, aanvankelijk slechts
leed Koosje aan die ellendige kwaal, maar
verleden week heb ik ook Grietje al op een
paar rijmregels betrapt.
Doch wat bepaald verschrikkelijk is, van
morgen heeft die rampzalige ziekte ook mij,
A T J E H.
Het Socialistische Kamerlid de heer Van
hofkringen nog altijd onverzwakt bestaat, Kol heeft, zooals onzen lezers wellicht bekend
dat Spanje nog is, wat het steeds waseen is, eene reis ondernomen naar onze Oost-
land, waar de nieuwere idééën geen wortel Indische bezittingen, teneinde door persoon-
kunnen schieten. Wij willen juist het tegen- lijke onderzoekingen en studiën zich op de
gestelde beweren. Wanneer de minister van hoogte te stellen van de toeslanden aldaar,
binnenlandsche zaken, Moret J. Prendergast, Zoo heeft hij ook bezocht de Atjeh-landen en
en die van landbouw, Canalejas, eischen, dat over zijne bevindingen aldaar een reeks van
vriê°rt""^ slecht voorkomt; gij jubelt zei morgen heeft ook mij die rijmziekte plotseling
•kirig, rij1 voor en ook die zijn in verruk- zoo heftig aangetast, dat ik onmiddellijk in
he volheid van uw geluk doet ge «en delirium van verzen geraakte, hetwelk
de sociale en kerkelijke hervormingen, die
in het regeeringsprogramma z:jn aangekon
digd, uitgevoerd zullen worden, en in dien
eisch zoo krachtig blijken te zijn, dat zij
eene crisis veroorzaken, dan meenen wij, dat
Spanje met gezwinden pas het pad van her-
i vormingen opgaat.
I Het hof moge het opnieuw met een onver
als je zoo voortdurend door valscht conservatief kabinet probeeren, de
recensenten beten gekweld partij die haar voormannen reeds in het kabi
net wist te brengen, zal in kracht en invloed
winnen en binnen korter of langer tijd haar
doel bereiken. Verschillend zijn ook al de
inzichten over Zuid-Amerika, de Polen-kwes
tie, het Drievoudig Verbond, de revolution-
naire beweging in Afghanistan, de positie
van den Sultan in Arabië en Tripoli. Voor
Zuid-Amerika wil men in de overeenkomst
tusschen Chili en Argentinië een tijdperk van
rast zien. Zooals men weet, heeft het tns
schen Chili en Argentinië eenigen tijd zeer
critiek gestaan. Chili had de bergpassen in
het neutraal gebied van de Andes, die naar
Argentinië leiden, in bezit genomen en ver
sterkt, in welke handeling Argentinië eene
schending van de bestaande overeenkomsten
zag. Van beide zijden rustte men zich krach
tig tot den oorlog uit. Het leger werd ver
sterkt, krijgsmateriaal in grooten voorraad
opgeslagen, oorlogsschepen besteld't zon er
dus van langs gaan!
Op het goede oagenblik is mon evenwel
tot de volgende overeenkomst gekomen
Beide landen zeggen de bestelde slagsche
pen afArgentinië verbindt zich de Straat
van Mageihaen niet te versterken. Argentinië
artikelen geschreven in het „Soerabajaasch
Handelsblad." En die artikelen zullen voor
velen eene verrassing zijn geweest. De heer
Van Kol. die met zijne medestanders in de
Tweede Kamer steeds zoo te keer is gegaan
tegen den Atjeh-oorlog en den laatsten tijd
den oorlog van Engeland tegen Transvaal op
één lyn stelde met den Atjeh-oorlog, op het heerschte Maandag ongetwijfeld" antfmTsnM
punt van wreedheid en onrechtvaardigheid maar Woensdag was men niet weinig be-
Voor de zooveelste maal kunnen we dit
overzicht aanvangen met de mededeeling
vredesgeruchten te over, feitelijke mededee-
lingen niet ééne.
De rjflveuing News weet het volgende over
de vredesonderhandelingen meê te deelen
„Toen de Boeren-leiders uit Vereenfgiug te
Pretoria kwamen, hadden zij, naar zij ver
klaarden, van de meerderheid van de com
mando's de volmacht ontvangen alle aan
spraken op onafhankelijkheid prijs te geven
en, wat de overige punten betrof, onder de
best mogelijke voorwaarden vrede te sluiten.
Alle bijzaken werden daarop in den breede
behandeld en eiken dag betuigden de voor
mannen van de Boeren, op twee na, hun vol
doening over de door Kitchener en Milner
uiteengezette Eugelsche plannen. Zaterdag
werd den Boeren-leiders beduid, dat de
samensprekingeu lang genoeg geduurd had
den en dat het gewenscht was, dat de con
ferentie nu tot een besluit kwam. Tot ieders
verrassing beproefden zij nu Maandag een of
twee van de allervoornaamste hoofdpunten
opnieuw aan de orde te stellen, en verklaar
den zij, dat zij volstrekt niet zeker waren,
de groote minderheid te Vereeniging voor
de aanneming van de Engelsche voorstellen
te kunnen winnen. Deze volkomen zwenking
van de voormannen van de Boeren was niet
alleen voor Kitchener een verrassing, maar het
bericht ervan was ook een volkomen en onaan
gename verrassing voor het Engelsche kabinet,
dat in vroegere mededeelingen de verzeke
ring had ontvangen, dat de vrede slechts
een kwestie was van weinige uren. Het
kabinet gaf nu Dinsdag aan Kitchener last,
geen verdere beraadslagingen meer te Pre
toria toe te laten, de gedelegeerden dadelijk
naar Vereeniging terug te zenden en te ver
langen, dat binnen twee dagen antwoord
gegeven moest worden. In Downing-strant
en doel, geeft nu van de toestanden in Atjeh
een getuigenis, waarin hij die meer heeft te
prijzen, dan te laken.
In het Handelsblad vonden wij een artikel,
ontleend aan de verklaringen van den heer
Van Kol, en wij achten het niet ondienstig,
onzen lezers daaruit iets mede te deelen.
Voeren wij strijd tegen het Atjehsche volk?
Neen, antwoordt de heer Van Kolde benden
zorgd over de uitkomst van de beraadslaging
te Vereeniging. Elk uur werd het bericht
verwacht dat de voormannen van de Boereu
van Pretoria vertrokken waren. Het is nu de
zaak van de 180 te Vereeniging vergaderde
burgers, onverwijld mede te deelen, of zij de
Engelsche vredesvoorwaarden al dan niet
aannemen."
I De conferentie te Pretoria is Woensdag
worden gevormd door uitgeweken misdadi- afgeloopen en Bóeren-gedelegeerden hebbeS
gers avontuur-zuchtige jongelieden en - die stad verlaten. Lord Milner is naar Johan-
slechts hoogst zeldzaam meer - door enkele nesburg vertrokken.
fanatieke kaflr-haters. De bevolking, op onze Minister Balfonr' heeft in het Lanerhui»
bescherming rekenende, begint zelf reeds de meegedeeld dat hij Maandag a s mededeel
wyLT win VrnJT' tef,thar« koste lifgen hoopte te kunnen doen over den vrede,
willen leven. Van de 150 adathoofden zyn Maar hij voegde er aan toe, dat het niet
met meer dan 9 nog m verzet. zeker was, dat hij dit zou kunnen doen.
,,Kg v duV „e j f!e^!gd' Jer- We ZQilen dus nog een paar dagen geduld
klaart de heer an Kol te recht. Hij „is thans moeten oefenen s
meer een veiligheidsdienst geworden, waarvan Voor de Boeren is er eene ongelukkige
de Atjehers zeiven, althans de groote massa tijding meê te deelen: Hun commandant
van het voHi, het groote nut en de noodza- Malan v erj bij Somerset-O,«t
kelijkheid beginnen te begrijpen. Wel zit bij Kaapkolonie doodelijk gewond
dit krijgshaftig volk het gewapend rooven in gen genomen. Malan heeft
het bloed, doch ook zij beginnen in te zien, schen
dat de struikroovers eene voortdurende be
dreiging vormen voor den vreedzamen land-
in de
ge van-
de Engel-
veel afbreuk gedaan en 't is
jammer, dat «en zoo kranige aanvoerder
in handen der Engelscheu is gevallen. Veel