j
Jtlinknil Jplrlaal.
Donderdag 3 Juli li*02
4tisle Jaargang No. 3745.
Uit en voor de Pers.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Algemoeo
ANT
AiurtBBtie- LailliivlUi
Dit blad verschiji.t tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Hij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AÜVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: fcCHAGEiS, Laan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Bedewerker .1. ]\KE L
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIBN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
t i etneont« Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
o-o
POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzo ht cmlrer.t twee vermiste j
lammeren.
Bargtmef-ster en Wetbondets v;«n Fchigen, bren
gen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge
de door den R.3ad dier geraeenle vastgestelde regeling,
betrekke ijk het onderzoek naar de broeiing v»n hooi,
enz.:
Ie. de eeroeeote ia ve deel l in eene noordelijke eu
eene zuidelyke hooiaUkerswijk. en de scheidings
lijn tns chen die wijken wordt geacht te zijn getrok
ken vanaf de brut; tau de Lmge Snoeit door de
Hoep over de iiia-kt, naar eu d«or de Heerenstrant,
langs de Loet, d n Menisweg en het pad» l«K>pende
langs het Schagerwiel, ea vandaar laDg* deu dijk,
liggende aan den Zuiokaot van den polvitr Burghorn,
tot aan de gemeente St. Maarten.
2e. dat voor het loopei.de jiar tot booisiek rs zijn
benoemd, voor de ncorde.ijke wijk Willem B 1 e e-
kcr (Noord, wijk A, lo. 42; en Klaas (Lovers
(Loet wijk F no. 13).
Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speet s,
Lnan wijk I) no. 42 en T h ij s 13 y post, Laan,
wijk D no. 62.
3e. dal ingevolge bet bepaalde bij de politie-ver
ordening voor die gemeente, ieder houder van hooi
en ftroo, die daarin gevaar voor braüd door broeiing
ontdekt, verplicht is onverwijld kennis te geven aan
den Bu'gemeeeter en een der hooistekers voor de
booi>tekerswijk waarin hij woonachtig is- znllei.de
de hooistekers bovendien ten allen tijde tot het onder
zoeken van het Ikoï en van het stroo moeten worden J
toegelaten
4e dat niet-Daleving der Fub 3 vermelde bepaling
stralbaar is gesteld met eene boe'e van ten hoogste
f 25.—.
SchageD, den 27 Juni 1102.
Burg» meester en Wethouders voornoemd,
U. J POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Zondag 27 Juni j.1. was het een jaar
geleden, dat het Christelijk volksdeel de over
winning behaalde in den stembusstrijd, waar
van het gevolg was het huidige ministerie.
'tls te begrijpen, dat de „Standaard", het
hoofdorgaan van het Protestante deel van
dat Christelijke volksdeel, dien dag niet onop
gemerkt kou laten voorbijgaan, en ze juicht
er dan ook geducht op los
En nu, na een jaar, komt deze herinnering
vanzelf by ons op, zegt het blad o.m., en
gedenken we met dankbaarheid de groote
diDgen, die de Heere aan ons gedaan heeft.
Aan ons Christelijk volksdeel is verademing
geschonken.
De bloem der hope geurt op zijn pad.
Het ziet met verlangen niet alleen, maar
ook met vertrouwen uit naar dex toekomst,
die vervulling brengen kan van zoo menigen,
lang gekoesterdenrechtmatigen wensch.
Daarbij zien we natuurlijk niet op het bezet
ten door geestverwanten van allerlei post en
betrekking.
Zeker, ook.daarin is ons onrecht geschied.
De pas door ons gepubliceerde statistiek
inzake de Burgemeesters-benoemingen, toont
het, wat men er ook over redeneere, duidelijk
en onwedersprekelijk aan.
Maar ware dat stuiten van het onrecht der
uitsluiting het eenige wit, waarnaar gejaagd
was, we zouden op de stembus-overwinning
toch waarlijk niet met zooveel innigen dank
kunnen terugzien.
Voor onze beginselen zijn we in het krijt
getreden. Voor de overwinning van wac ons
boven alles heilig en dierbaar is, werd jaren
lang de worsteling volgehoudenen geen
Door
OTTO ELSNEE.
o-o-o
9.
„Je bent toch zeker dadelijk op dat
aanbod ingegaan vroeg Hilde's vader.
„Ik wilde eerst eens booren, wat u er
van dachtantwoordde Hiide zoet.
„Natuurlijk moet je het aannemen
Het is een waar geluk dat het lot ors
daar brengtIk wist waarachtig al niet
meer, waarmede ik de dageljjksche uitgaven
moest bestrijden Je hebt tijd genoeg,
om naast je betrekking bij mijnheer Ratt-
hauer. de kleinigheden te 'bezorgen, die de
huishouding van je eischt.In het ergste
geval sta je een nur eerder op en ga je
een uur later naar bed Wanneer men
jong is, kan alles Natuurlijk moogt ge
van het geld, dat ge verdient, een deel zelf
houden. Met het restje kan ik het me
eindelijk eens wat aangenamer maken. Ik
heb een beter leven noodig. Ik word een
dagje ouder, en het is niet meer dan
billijk, dat gij er voor helpt zorgen, dat
daarvoor de middelen aanwezig zijn."
Hilde zweeg, opdat de toom, dien ze in
haar binnenste voelde op komen, zich niet in
bittere woorden zou uiten.
„Mijn rekening was gantch anders."
„Daar ben ik dan nieuwsgierig naar
„Ik hoopte het geld voor mijzelf te
kunnen houden."
„Heelemaali"
mindere triomf werd behaald dan een voor
den Naam van God, zooals het aan den avond
van 27 Juni door den leider der anti-revolu-
tionnaire partij werd uitgesproken.
Die beteekenis blijft ons volk aan de over
winning hechten.
Dat er ook op het terrein van ons politieke
leven, op het gebied van den Staat gerekend
worde met den geopen baarden wil Gods, dat
is het, wat ons volk in de overwinning
juichen deeden dit bljjft het verwachten
van de mannen, die tot het dienen van de
Kroon zijn geroepen blijft het verwachten
van hen, die door het Christelijke volksdeel
naar de Staten-Generaal zijn afgevaardigd.
Dan wordt gewezen op de Liberale bladen,
die natuurlijk over dezen uitslag niet juichten
en de toekomst voor ons land donker inzagen
en die over verschillende dingen, die in dit
jaar gebeurd zijn, den staf braken en klaag
den over het weinige, dat eigenlijk was
gebeurd.
Die toon was te verstaan, zegt de
„Standaard".
Men meende in ernst, dat aan de zaken
des lands ondenkelijke schade was toege
bracht, en dat stemde in waarheid tot moede
loosheid, verbitterde zelfs een enkele maal.
Want natuurlijk bestond links de eerlijke
overtuiging, dat alleen op het daar bewan
delde pad het heil voor land en volk te
vinden was.
Nu, na een jaar, is het de tijd nog niet
om een oordeel te vellen.
Wie dat doet, is voorbarig
Zoo min als wij nu reeds van verwezen
lijkte verwachtingen zou en knnnen spreken,
zoo min kan de tegenpartij nu reeds over
teleurstelling klagen.
De arbeid moet in eigenlijken zin nog
aanvangen.
Wel bood, wat verricht werd, in meer dan
één opzicht, goede hope.
Men heeft aan allerlei maatregelen reeds
duidelyk kunnen zien, dat de wind gekeerd is.
Dat de trein een tegenovergestelde rich
ting uitgaat, dan voorheen.
Met de hinderlijke uitsluiting is gebroken
de partij-bevoorrechting heelt opgehouden.
En geconstateerd mag worden, dat de tegen
partij ons in dit jaar niet de beschuldiging
voor de voeten werpen kon, die onzerzijds
haar op dit stuk met zooveel recht gedaan
wordt.
Maar wij herhalendat is niet het doel
geweest, waarom de stembusstrijd is gevoerd.
En daarom herinneren we op dezen gedenk
dag er aan, dat we voor ideale goederen
den strijd hebben aangebonden.
Toen te Utrecht bet vorig jaar de Dcpu-
taten in grooteD getale saamkwamen, sprak
de voorzitter van het Centraal-Comité het
schoone woord: „Volharden bij het ideaal."
Dat was vóór den strijd.
En nu, na de overwinning, die ops door
de gunste onzes Gods werd geschonken nu
de regeertaak door de Christelijke partijen
is aanvaardnu de practijk haar eischen
stelt en het moeilijke, gewichtige werk voor
Kabinet en Kamer staat aan te vangen nu
6chijnt het ons gewenscht, ons volk nog eens
te herinneren, dat we het ideaal niet uit het
oog hebben te verliezen, en dat we in hooger
en lager kring ons hebben te beijveren, om
te doen uitkomen, dat de stembusuitslag van
27 Juni 1901 is geweest een triomf voor den
Naam onzes God6. Tot zoover de Standaard.
We zullen maar afwachten wat of de
zegeningen zullen zijn, die Kuyper ons zal
brengen. Misschien nog meer Roomsche
kerken van gemeente-geld.
„De Nieuwe Courant" voegt aan het
gefemel van de „Standaard" toe:
Wij voegen er een bede bijVerlos ons
van den preektoon, Heer
In den verkiezingstijd is onze smaak grof
en zijn onze magen sterk.
Thans maakt gefemel óns licht wee en
draaiïug der oogen draait ons het harte om
in liet sterfelijk lijf.
We willen wachten, met veel geduld, meer
dan een dag en een nacht. Maar als reeds
nu een jubiienm moet worden gevierd ter
herdenking van „de groote dingen die de
Heere aan ons volk heeft gedaan"we
hebben een afkeer van het vloeken, maar:
wat deksel, waarop wachten we dan
Raadsvergadering te ZIJPE,
Dinsdag j.1., v.m. 10 uur. Afwezig de heer
Mann.
Na opening der vergadering volgt lezing
der notulen en goedkeuring zonder op- of
aanmerkingen.
De Voorzitter deelt mede, dat aan de school
te Schagerbrug als waarnemend hoofd is be
noemd de heer Bos, onderwijzer aldaar, en
tot tijdelijk onderwijzer de heer Hartog van
Alkmaar. B. en W. stellen voor, het tracte-
ment van den heer Bos gedurende de vaca
ture te stellen op f 900.per jaar. Hij be
hoeft niet het volle tractement te genieten
van het hoofd, maar f 900.komt hem toe.
De heer Hartog zou f 600.per jaar genie
ten, stellen B. en W. voor. Met algemeene
stemmen neemt de Raad deze voorstellen
aan.
De Voorzitter deelt mede, dat er zich 20
sollicitanten voor hoofd te Schagerbrug heb
ben aangemeld, en dat gisteren B. en W. en
de Secretaris van den beer De Vries afscheid
hebben genomen en hem bedankt hebben
voor de vele diensten, der gemeente bewezen.
Verder is ingekomen eene aanvrage om
eervol ontslag tegen 1 Sept. a.s., van den
lieer P. Greidanus. Hoofd der School te Bur-
gerbrug, wegens ongeschiktheid. Hierbij wer
den overgelegd verklaringen van ongeschikt
heid van den heer Districts-schooJopziener
te Alkmaar en Gedeputeerde Staten.
Met algemeene stemmen wordt aan dit ver
zoek voldaan.
In verband hiermede zegt de Voorz., dat de
heer Greidanus nog geen 40, doch slechts 31
dienstjaren heeft, en hij daardoor niet kan
beschikken over het volle pensioen. B. en W.
stellen daarom voor, om den heer Greidanus
van gemeentewege eene toelage te verstrek
ken van f 60.jaarlijks, waardoor hij toch
tot het volle bedrag komt. Allen voor.
Een suppletoir kohier der hondenbelasting
wordt vastgesteld op f 30.
Ingekomen is een brief van Ged. Staten,
dat de politie-verordening thans is goedge
keurd.
Bij de kas-verificatie is gebleken, dat er
f 5085.76'/i in kas was.
Bij de rondvraag belooit de Voorzitter op
een opmerking van den heer Erancis, dat er
zoo spoedig mogelijk eene oproeping voor
hoofd der school te Burgerbrug zal worden
gedaan. Vervolgens sluiting.
Raadsvergadering te ANNA
PAULOWNA, Maandag j.1., v.m. 10 uur. Aan
wezig alle leden.
Na opening, lezing en goedkeuring der
notulen.
Aangeboden wordt de staat van af- en over
schrijvingen op de rekening der gemeente
over 1901, tot een bedrag van f 1322.39'/,,
j en staat van uitgaven, welke voldaan worden
uit den post voor onvoorziene uitgaven. Deze
J staten worden door den Raad vastgesteld, en
znllen aan Ged. Staten worden ingezonden
ter goedkeuring.
Voor het College van Zetters worden dub
beltallen opgemaakt, noodig door het aftre
den der heeren Jb. Stammes en J. K. Kaan.
De dubbeltallen luiden: J. Stammes en K.
van GijtenbeekJ. K. Kaan en H. Jonker.
Op verzoek wordt aan mej. Olthuijs tegen
1 Aug. eervol ontslag verleend als onder
wijzeres.
De Voorzitter doet hierna de mededee-
lingen
dat 17 sollicitanten zich hebben aangemeld
voor de betrekkiug van onderwijzeres
dat voor len Onderwijzer aan school no. 1
zich geen enkele sollicitant heeft aangemeld,
en dat er thaus eene herhaalde oproeping
heeft plaats gehad. De Voorz. merkt op, dat,
wanneer zich ook dan nog geen sollicitanten
aanmelden, er tot verhooging van jaarwedde
zal moeten worden overgegaan
dat het kohier van den Hoofdelijken Om
slag goedgekeurd van heeren Ged. Staten is
terugontvangen.
Voorgelezen wordt hierna een schrijven van
den heer Raap, waarin hij mededeelt, zijne
benoeming tot H. d. S. aan school no. 3 gaarne
aan te nemen en zijn dank betuigt voor het
in hem gestelde vertrouwen.
Hierna wordt overgegaan tot de behande
ling van de nieuwe politie-verordening.
De heer Geerligs merkt, in verband met
art. 1U3 (dit bepaalt, dat B. en W. voor de
aan het station komende vracht- en personen
wagens een tarief van vervoerprijzen kunnen
vaststellen) op, dat er thans wel eens mis
bruik gepleegd wordt met de prijzendat de
een meer moet betalen dan de ander, of dat
men soms veel te veel moet betalen.
De heer Volder brengt een idéé over van
iemand, met wien de heer V. eens sprak, om
de paaltjes voor de aan het station komende
rijtuigen te verpachten.
De Voorz. neemt hier nota van.
De heer De Graaf zegt, dat in art. 99,
waarin wordt bepaald, dat rijtuigen op veeren
j tusschen 1 uur na zonsondergang tot 1 uur
voor zonsopgang voorzien moeten zijn van
eene brandende lantaarn, niet gesproken wordt
van hondenkarren, en spr. meent, dat er
bij het behandelen dezer bepaling ook bedoeld
is, hondenkarren in 't artikel op te nemen.
De heer Van Wijk licht in, dat bij Provin
ciaal Reglement op de wegen reeds is voor
geschreven wat de heer Do Graaf wil.
De heer Bakker kan niet in de verordening
vinden, dat er des winters bij ijs brandbijten
gehakt moeten worden. Spi. zou dit ver
plichtend willon stellen. Art. 112 geeft wel
verlof tot het maken van brandbijten, maar
de heer Bakker wil de verplichting. Hij wi!
voor elk perceel een brandbijt laten hakken
van 1 meter in 't vierkant.
Op de vraag van Voorz., of de heer B.
een voorstel van zijn opmerking maakt, aut-
woordt deze bevestigend, waarna goedge
vonden wordt, dit in een volgende vergade
ring te behandelen.
De heer Van Mullem heeft iets re zeggen
over art. 110, waarbij o. m. verboden is te
zwemmen op .minder dan 50 Meter van de
openbare wegen. De heer Van Mullem zegt,
dat in de voor-vergadering besproken is, de
afstand 100 Meter te laten als vroeger. Hij
gelooft, dat de afstand van 50 Meter is
genomen met 'toog op de badplaats hieraan
de Kleine Sluis, waar het zoo'n goed, afge
sloten terrein is, maar spr. heeft ook het oog
op b. v. Oostpolder en Breezand en noemt
het kwetsend voor 't zedelijk gevoel, te zwem
men op zoo'n korten afstand van den weg.
Hij wilde daarom ingelascht hebben in ge
noemde bepaling van art. 110; mits afgesloten
„Tenminste het grootste deel."
„Mag ik vragen voor welk doel Mis
schien om het geld aan opschik te be
steden
„Ik denk er wel aan, eetis wat meer
aan mijn garderobe te besteden, dan mij
tot dusver mogelijk was," antwoordde zij.
i „Maar voor verkwisten geloof ik niet, dat
ik eenigen aanleg heb. Wat ik in het oog
houd, is alleen de zorg voor mijn toekomst."
„Wat moet dat beteekeren vroeg de
oude man barsch.
„Heeft u dan nog nooit eens aan de
mogelijkheid gedacht, dat ik zou kunnen
trouwen
„Ah zoo," klonk het terug „Nu, ik
heb daar niets op tegen, wanneer ge maar
een partij kiest, die je kan brengen buiten
de dagelijkscbe zorgen. Maar ik verzoek
je, bij die geschiedenis mij niet te vergeten.
Ik houd het voor noodig, je op één punt
opmerkzaam te maken. Bij de geringe
inkomsten, die ik beb, was het geen kleinig
heid, je op te voeden, en je dat te laten
worden wat je nu bentOp je dank
baarheid wil ik niet rekenen, cfschoon jij
mij die in de hoogste mate verschuldigd
bent
„Vader klonk het van tusschen Hilde's
saamgeknepen lippen.
„Ja, ja laat mij eens uitspreken bet
gevoel van dankbaarheid schijnt alzoo in
uw hart niet zeer sterk te zijn. Zoo
verklaar ik je dan, dat ik niet den minsten
lust heb, afstand van je te doen De
wet beveelt, dat de kinderen voor de
ouders hebben te zorgen, wanneer dezen
niet meer in staat zijn, voor zichzelf te
i zorgen Ge et je dus niet aan de b< drie-
gelijke hoop over, dat je je van mjj zult
kunnen losmaken, wanneer het je goed
gaat en je de luim mocht krijgen, je eigen,
meer aangenamen weg te gaan."
Hij was opgesprongen en strekte de
vuist dreigend naar Hilde uit.
Deze zocht tevergeefs naar een antwoord.
Daaraan had ze nog nooit gedacht
De droomen, die ze van de toekomst bad
gekoesterd, zagen er andera uitZij had
er zich immer op verheugd, dat eens de
dag zou komen, waarop ze van de tegen
woordigheid van dezen egoïst zou verlost
worden. En nu begreep ze, dat, zoolang
als hij leefde, zij aan hem zou zijn vast
geklonken
Men was weer spoedig in de oude sfeer.
De scheiding van eeDige dagen had niet Let
mirste gunstige resultaat op de verhouding
tusschen vader en dochter gehad. Dadelijk na
het wederzien was de strijd opnieuw ont
brand.
Reeds den volgenden dsg vroeg de vader
„Ben je al bij mijnheer RattLauer
geweest
„Neen
„Ge zult toch de betrekking bij hem
aannemen
„Ik heb dat anders bij mijzelf beslist.
Het zal beter zijn, als ik ervan afzie
Nu brak de bom los.
„Je wilt dus den garschen dag luieren
en niets doen. Of weiger je soms uit trots,
omdat ik het wensch? Je moet evenwel
niet geloover, dat je maar met mij kunt
spelen.... Ik zal je toonen, dat ik Diet
alleen in dit huis iets heb te zeggen, maar
dat ik ever je lot ook alles heb te
beslissen."
Op Hilde hadden dergelijke woorden
terrein. Spr. wil er nu geen voorstel van
maken, doch later kan het wel.
De heer Van Mullem had nog graag
gezien, dat er ook bepalingen waren gemaakt
over het vasthonden van eenden, omreden
deze veel schade toebrengen en dat wel aan
eens anders eigendom.
Spr. heeft verder in deze verordening gezien
(art. 94j dat, wanneer B. en W. dit nood
zakelijk achten, de honden in de gemeente
vastgehouden moeten worden. Hij vraagt of
het opgaat, dat groote honden, die schrik
aanjagend zijn voor kinderen, losloopen langs
den weg. Om iemand aan te wijzen, Slijker-
tnan heeft een zeer grooten hondmen zegt
hij doet geen kwaad, maar er is geen school
kind, dat meer langs Slijkerman durft. De
bond heeft nog niet gebeten, maar moeten
we den put dempen, als 't kalf verdronken
j is Spr. wil er ernstig op wijzen, maatrege
len te nemen, dat de honden op 't erf
moeten blijven, of anders strafbaar zijn.
De Voorz. wijst er op, dat de eigenaars
van losloopende honden f2.belasting beta
lenvoor vaststaande honden f 1.En hij
ziet geen kans, om een politie-verordening
te maken, die in alle mogelijkheden
voorziet.
De heer Stammes vestigt de aandacht op
art. 25, dat zegt, dat het houden van dieren,
die voor de bewoners hinderlijk zijn, of schade
veroorzaken, in de buurten der gemeente,
door B. en W. verboden kan worden. Dit
artikel, meent de heer Stammes, voorziet ge
heel in de bezwaren van den heer v. Mullem.
Is er een hinderlijke hond, heb je daar last
van, klaag er dan over.
De heer De Graaf zegt, dat de heer Van
Mullem persé wil, dat de weg ten allen tijde
voor losloopende honden verboden is.
De heer Stammes herhaalt nogmaals zijne
meening. De heer Rezelman meent, dat art.
25 alleen slaat op de buurten. Hij wil
dan de woorden „in de buurten der gemeente"
schrappen, en dus art. 25 laten gelden voor
de geheele gemeente.
De Voorz. kan zich hiermede vereenigen.
Hij vraagt, ol' de heer Van Mullem dan te
vreden is, waarop deze bevestigend antwoordt.
De wijziging wordt hierop met algemeene
stemmen goedgevonden.
De verdere heeren hebben geen aanmer
kingen op de politie-verordening, waarna ze
vastgesteld wordt, en aan Ged. Staten zal
worden opgezonden ter goedkeuring.
Bij de rondvraag heeft de heer Stammes
eene klacht, dat de nummering der huizen
veel te wenschen overlaat.
Voorz. is het daar volkomen mee eens, doch
door den sterken bijbouw te Breezand is
daar niets aan te doen. Voorz. zal echter
voor verbetering zorgen.
De heer Waiboer zegt, dat men bij den
overweg van het spoor te Breezand vaak
wel een half uur of een kwartier moet
wachten, wat zeer lastig is.
Voorz. licht in, dat de wachteres daar twee
overwegen moet behandelen en dat dit de
reden wel zal zijn. Hij doet echter toezegging
van onderzoek.
Hierna wordt de vergadering gesloten,
Vergadering van den Raad
der gemeente OUDE NIEDORP, op Maandag
30 Juni 1902, namidd ags 7 uur.
Tegenwoordig alle ledenVoorz. de Bur
gemeester, de heer A. Wonder Rz.
De oorz. opeut met het gebruikelijk wel
kom de vergadering, waarna de notulen der
vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
Ter uitvoering van het besluit van de
vorige vergadering, hebben Burgemeester
en Wethouders door den heer Vis van Oud-
juist een andere uitwerking dan de oude beer
dachthet scheen haar niet te betreffen.
Zij had du een borst, waartegen ze haar
hoofd kon neerleggen. Sedert de liefde
bezit van haar hart had genomen, was
daar geen plaats meer voor haat en nijd.
De treurige uren van den largen dag
weiden rijkelijk vergoed door de oogen-
blikken, waarop ze in Axels blauwe oogen
kijken mocht.
Zonder terughouding, had Hilde Axel
een blik geschonken in haar treurig leven
en de omstandigheden, waarin ze zich
bevond.
„Ik heb je lief," was zijn antwoord, „van
het oogenblik af, dat ik je z.8g, voelde ik
het. Het is waar, het noodlot heeft hin
dernissen tusscheD ons opgeworpen. Maar
vertrouw op mij, ik gevoel kracht geroeg
in mij, om die ter zijde te zetten."
Maar Hiide kon niet dadelijk met zulk
een licht gemoed de zorgen ter zijde zetten
die zich van haar meester maakten. Zij
kende niet die kinderlijke gelukzaligheid
van andere meisjes. Haar in de school
des levens gescherpt verstand zeide haar,
dat het schip van haar lot niet zonder
storm rustig in de haven van vrede zou
binnenloopen.
Hoe innig ze Axel ook liefhad, toch
doken er in haar geest andere wezers cp.
Zij dacht veel aan de bedelares, die zij
op dien Zondag in het bosch had ontmoet.
In de gesloten lade van haar kast lag
de briet, dien haar de brdelares had gegeven.
Hilde nam tem dikwijls in de handen en
keek naar het schrift. Het waren sierii ke
letters, zoo fijn en kracht g van karakter,
zooals dat alleen door de hand van een
welopgevoed mensch kan worden neer
geschreven. Alleen de naam en de woon
plaats van de onbekende vrouw stond er
in vermeld:
Vrouw Bertius, Berlijn, Ktögel 8, Hof,
4 trappen.
Zoo terloops had Hilde eens gevraagd,
ic welk deel van do stad deze straat lag.'
Toen kwam ze te weten, dat het een erg
donker steegje was in het oudste deel van
de stad, een toevluchtsoord voor de armsten,
of voor hen, die het een of ander op hun
kerfstok hadden.
Hilde schaamde zich bijna naar de straat
te hebben gevraagd.
Op een goeden dag met vader had
ze weer ruzie gehad en haar hart was vol
bitterheid. In deze stemming nam ze iets
van het geld. dat haar vader haar had
gegeven om k koe pen te doen, deed er de
rest van de goudsiukken van den graaf bij
en zond een kleine som aan de bedelares.
Maar niet direct, langs een omweg, opdat
het spoor dat ar ders op haar zou uit-
loopen, uitgewisebt zou werden. Een
schoolvriendin van Hilde was kort geleden
met een koepman in Hamburg getrouwd.
Deze zond zij den brief met het vtrzoek,
dien op de post te doen voor haar.
Hilde was tevreden. Zij had het besef
een goede dai*d te heblen gedaan.
Op een dag hoerde ze, dat graat Tassilo
doodziek was. Ilei ds den eersten dag den
besten h d hij koorts gekregen en met de
zwakke krachten, waarover de patiënt lad
te lesckilken. was dat zeer gevaarlijk en
moest men op het ergste voorbereid zijn.
WORDT VERVOLGD.