j Jtlinknil Jplrlaal. Donderdag 3 Juli li*02 4tisle Jaargang No. 3745. Uit en voor de Pers. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Algemoeo ANT AiurtBBtie- LailliivlUi Dit blad verschiji.t tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Hij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AÜVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: fcCHAGEiS, Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. Bedewerker .1. ]\KE L Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTKNTIBN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. t i etneont« Schagen. BEKENDMAKINGEN. o-o POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzo ht cmlrer.t twee vermiste j lammeren. Bargtmef-ster en Wetbondets v;«n Fchigen, bren gen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge de door den R.3ad dier geraeenle vastgestelde regeling, betrekke ijk het onderzoek naar de broeiing v»n hooi, enz.: Ie. de eeroeeote ia ve deel l in eene noordelijke eu eene zuidelyke hooiaUkerswijk. en de scheidings lijn tns chen die wijken wordt geacht te zijn getrok ken vanaf de brut; tau de Lmge Snoeit door de Hoep over de iiia-kt, naar eu d«or de Heerenstrant, langs de Loet, d n Menisweg en het pad» l«K>pende langs het Schagerwiel, ea vandaar laDg* deu dijk, liggende aan den Zuiokaot van den polvitr Burghorn, tot aan de gemeente St. Maarten. 2e. dat voor het loopei.de jiar tot booisiek rs zijn benoemd, voor de ncorde.ijke wijk Willem B 1 e e- kcr (Noord, wijk A, lo. 42; en Klaas (Lovers (Loet wijk F no. 13). Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speet s, Lnan wijk I) no. 42 en T h ij s 13 y post, Laan, wijk D no. 62. 3e. dal ingevolge bet bepaalde bij de politie-ver ordening voor die gemeente, ieder houder van hooi en ftroo, die daarin gevaar voor braüd door broeiing ontdekt, verplicht is onverwijld kennis te geven aan den Bu'gemeeeter en een der hooistekers voor de booi>tekerswijk waarin hij woonachtig is- znllei.de de hooistekers bovendien ten allen tijde tot het onder zoeken van het Ikoï en van het stroo moeten worden J toegelaten 4e dat niet-Daleving der Fub 3 vermelde bepaling stralbaar is gesteld met eene boe'e van ten hoogste f 25.—. SchageD, den 27 Juni 1102. Burg» meester en Wethouders voornoemd, U. J POT. De Secretaris, DENIJS. Zondag 27 Juni j.1. was het een jaar geleden, dat het Christelijk volksdeel de over winning behaalde in den stembusstrijd, waar van het gevolg was het huidige ministerie. 'tls te begrijpen, dat de „Standaard", het hoofdorgaan van het Protestante deel van dat Christelijke volksdeel, dien dag niet onop gemerkt kou laten voorbijgaan, en ze juicht er dan ook geducht op los En nu, na een jaar, komt deze herinnering vanzelf by ons op, zegt het blad o.m., en gedenken we met dankbaarheid de groote diDgen, die de Heere aan ons gedaan heeft. Aan ons Christelijk volksdeel is verademing geschonken. De bloem der hope geurt op zijn pad. Het ziet met verlangen niet alleen, maar ook met vertrouwen uit naar dex toekomst, die vervulling brengen kan van zoo menigen, lang gekoesterdenrechtmatigen wensch. Daarbij zien we natuurlijk niet op het bezet ten door geestverwanten van allerlei post en betrekking. Zeker, ook.daarin is ons onrecht geschied. De pas door ons gepubliceerde statistiek inzake de Burgemeesters-benoemingen, toont het, wat men er ook over redeneere, duidelijk en onwedersprekelijk aan. Maar ware dat stuiten van het onrecht der uitsluiting het eenige wit, waarnaar gejaagd was, we zouden op de stembus-overwinning toch waarlijk niet met zooveel innigen dank kunnen terugzien. Voor onze beginselen zijn we in het krijt getreden. Voor de overwinning van wac ons boven alles heilig en dierbaar is, werd jaren lang de worsteling volgehoudenen geen Door OTTO ELSNEE. o-o-o 9. „Je bent toch zeker dadelijk op dat aanbod ingegaan vroeg Hilde's vader. „Ik wilde eerst eens booren, wat u er van dachtantwoordde Hiide zoet. „Natuurlijk moet je het aannemen Het is een waar geluk dat het lot ors daar brengtIk wist waarachtig al niet meer, waarmede ik de dageljjksche uitgaven moest bestrijden Je hebt tijd genoeg, om naast je betrekking bij mijnheer Ratt- hauer. de kleinigheden te 'bezorgen, die de huishouding van je eischt.In het ergste geval sta je een nur eerder op en ga je een uur later naar bed Wanneer men jong is, kan alles Natuurlijk moogt ge van het geld, dat ge verdient, een deel zelf houden. Met het restje kan ik het me eindelijk eens wat aangenamer maken. Ik heb een beter leven noodig. Ik word een dagje ouder, en het is niet meer dan billijk, dat gij er voor helpt zorgen, dat daarvoor de middelen aanwezig zijn." Hilde zweeg, opdat de toom, dien ze in haar binnenste voelde op komen, zich niet in bittere woorden zou uiten. „Mijn rekening was gantch anders." „Daar ben ik dan nieuwsgierig naar „Ik hoopte het geld voor mijzelf te kunnen houden." „Heelemaali" mindere triomf werd behaald dan een voor den Naam van God, zooals het aan den avond van 27 Juni door den leider der anti-revolu- tionnaire partij werd uitgesproken. Die beteekenis blijft ons volk aan de over winning hechten. Dat er ook op het terrein van ons politieke leven, op het gebied van den Staat gerekend worde met den geopen baarden wil Gods, dat is het, wat ons volk in de overwinning juichen deeden dit bljjft het verwachten van de mannen, die tot het dienen van de Kroon zijn geroepen blijft het verwachten van hen, die door het Christelijke volksdeel naar de Staten-Generaal zijn afgevaardigd. Dan wordt gewezen op de Liberale bladen, die natuurlijk over dezen uitslag niet juichten en de toekomst voor ons land donker inzagen en die over verschillende dingen, die in dit jaar gebeurd zijn, den staf braken en klaag den over het weinige, dat eigenlijk was gebeurd. Die toon was te verstaan, zegt de „Standaard". Men meende in ernst, dat aan de zaken des lands ondenkelijke schade was toege bracht, en dat stemde in waarheid tot moede loosheid, verbitterde zelfs een enkele maal. Want natuurlijk bestond links de eerlijke overtuiging, dat alleen op het daar bewan delde pad het heil voor land en volk te vinden was. Nu, na een jaar, is het de tijd nog niet om een oordeel te vellen. Wie dat doet, is voorbarig Zoo min als wij nu reeds van verwezen lijkte verwachtingen zou en knnnen spreken, zoo min kan de tegenpartij nu reeds over teleurstelling klagen. De arbeid moet in eigenlijken zin nog aanvangen. Wel bood, wat verricht werd, in meer dan één opzicht, goede hope. Men heeft aan allerlei maatregelen reeds duidelyk kunnen zien, dat de wind gekeerd is. Dat de trein een tegenovergestelde rich ting uitgaat, dan voorheen. Met de hinderlijke uitsluiting is gebroken de partij-bevoorrechting heelt opgehouden. En geconstateerd mag worden, dat de tegen partij ons in dit jaar niet de beschuldiging voor de voeten werpen kon, die onzerzijds haar op dit stuk met zooveel recht gedaan wordt. Maar wij herhalendat is niet het doel geweest, waarom de stembusstrijd is gevoerd. En daarom herinneren we op dezen gedenk dag er aan, dat we voor ideale goederen den strijd hebben aangebonden. Toen te Utrecht bet vorig jaar de Dcpu- taten in grooteD getale saamkwamen, sprak de voorzitter van het Centraal-Comité het schoone woord: „Volharden bij het ideaal." Dat was vóór den strijd. En nu, na de overwinning, die ops door de gunste onzes Gods werd geschonken nu de regeertaak door de Christelijke partijen is aanvaardnu de practijk haar eischen stelt en het moeilijke, gewichtige werk voor Kabinet en Kamer staat aan te vangen nu 6chijnt het ons gewenscht, ons volk nog eens te herinneren, dat we het ideaal niet uit het oog hebben te verliezen, en dat we in hooger en lager kring ons hebben te beijveren, om te doen uitkomen, dat de stembusuitslag van 27 Juni 1901 is geweest een triomf voor den Naam onzes God6. Tot zoover de Standaard. We zullen maar afwachten wat of de zegeningen zullen zijn, die Kuyper ons zal brengen. Misschien nog meer Roomsche kerken van gemeente-geld. „De Nieuwe Courant" voegt aan het gefemel van de „Standaard" toe: Wij voegen er een bede bijVerlos ons van den preektoon, Heer In den verkiezingstijd is onze smaak grof en zijn onze magen sterk. Thans maakt gefemel óns licht wee en draaiïug der oogen draait ons het harte om in liet sterfelijk lijf. We willen wachten, met veel geduld, meer dan een dag en een nacht. Maar als reeds nu een jubiienm moet worden gevierd ter herdenking van „de groote dingen die de Heere aan ons volk heeft gedaan"we hebben een afkeer van het vloeken, maar: wat deksel, waarop wachten we dan Raadsvergadering te ZIJPE, Dinsdag j.1., v.m. 10 uur. Afwezig de heer Mann. Na opening der vergadering volgt lezing der notulen en goedkeuring zonder op- of aanmerkingen. De Voorzitter deelt mede, dat aan de school te Schagerbrug als waarnemend hoofd is be noemd de heer Bos, onderwijzer aldaar, en tot tijdelijk onderwijzer de heer Hartog van Alkmaar. B. en W. stellen voor, het tracte- ment van den heer Bos gedurende de vaca ture te stellen op f 900.per jaar. Hij be hoeft niet het volle tractement te genieten van het hoofd, maar f 900.komt hem toe. De heer Hartog zou f 600.per jaar genie ten, stellen B. en W. voor. Met algemeene stemmen neemt de Raad deze voorstellen aan. De Voorzitter deelt mede, dat er zich 20 sollicitanten voor hoofd te Schagerbrug heb ben aangemeld, en dat gisteren B. en W. en de Secretaris van den beer De Vries afscheid hebben genomen en hem bedankt hebben voor de vele diensten, der gemeente bewezen. Verder is ingekomen eene aanvrage om eervol ontslag tegen 1 Sept. a.s., van den lieer P. Greidanus. Hoofd der School te Bur- gerbrug, wegens ongeschiktheid. Hierbij wer den overgelegd verklaringen van ongeschikt heid van den heer Districts-schooJopziener te Alkmaar en Gedeputeerde Staten. Met algemeene stemmen wordt aan dit ver zoek voldaan. In verband hiermede zegt de Voorz., dat de heer Greidanus nog geen 40, doch slechts 31 dienstjaren heeft, en hij daardoor niet kan beschikken over het volle pensioen. B. en W. stellen daarom voor, om den heer Greidanus van gemeentewege eene toelage te verstrek ken van f 60.jaarlijks, waardoor hij toch tot het volle bedrag komt. Allen voor. Een suppletoir kohier der hondenbelasting wordt vastgesteld op f 30. Ingekomen is een brief van Ged. Staten, dat de politie-verordening thans is goedge keurd. Bij de kas-verificatie is gebleken, dat er f 5085.76'/i in kas was. Bij de rondvraag belooit de Voorzitter op een opmerking van den heer Erancis, dat er zoo spoedig mogelijk eene oproeping voor hoofd der school te Burgerbrug zal worden gedaan. Vervolgens sluiting. Raadsvergadering te ANNA PAULOWNA, Maandag j.1., v.m. 10 uur. Aan wezig alle leden. Na opening, lezing en goedkeuring der notulen. Aangeboden wordt de staat van af- en over schrijvingen op de rekening der gemeente over 1901, tot een bedrag van f 1322.39'/,, j en staat van uitgaven, welke voldaan worden uit den post voor onvoorziene uitgaven. Deze J staten worden door den Raad vastgesteld, en znllen aan Ged. Staten worden ingezonden ter goedkeuring. Voor het College van Zetters worden dub beltallen opgemaakt, noodig door het aftre den der heeren Jb. Stammes en J. K. Kaan. De dubbeltallen luiden: J. Stammes en K. van GijtenbeekJ. K. Kaan en H. Jonker. Op verzoek wordt aan mej. Olthuijs tegen 1 Aug. eervol ontslag verleend als onder wijzeres. De Voorzitter doet hierna de mededee- lingen dat 17 sollicitanten zich hebben aangemeld voor de betrekkiug van onderwijzeres dat voor len Onderwijzer aan school no. 1 zich geen enkele sollicitant heeft aangemeld, en dat er thaus eene herhaalde oproeping heeft plaats gehad. De Voorz. merkt op, dat, wanneer zich ook dan nog geen sollicitanten aanmelden, er tot verhooging van jaarwedde zal moeten worden overgegaan dat het kohier van den Hoofdelijken Om slag goedgekeurd van heeren Ged. Staten is terugontvangen. Voorgelezen wordt hierna een schrijven van den heer Raap, waarin hij mededeelt, zijne benoeming tot H. d. S. aan school no. 3 gaarne aan te nemen en zijn dank betuigt voor het in hem gestelde vertrouwen. Hierna wordt overgegaan tot de behande ling van de nieuwe politie-verordening. De heer Geerligs merkt, in verband met art. 1U3 (dit bepaalt, dat B. en W. voor de aan het station komende vracht- en personen wagens een tarief van vervoerprijzen kunnen vaststellen) op, dat er thans wel eens mis bruik gepleegd wordt met de prijzendat de een meer moet betalen dan de ander, of dat men soms veel te veel moet betalen. De heer Volder brengt een idéé over van iemand, met wien de heer V. eens sprak, om de paaltjes voor de aan het station komende rijtuigen te verpachten. De Voorz. neemt hier nota van. De heer De Graaf zegt, dat in art. 99, waarin wordt bepaald, dat rijtuigen op veeren j tusschen 1 uur na zonsondergang tot 1 uur voor zonsopgang voorzien moeten zijn van eene brandende lantaarn, niet gesproken wordt van hondenkarren, en spr. meent, dat er bij het behandelen dezer bepaling ook bedoeld is, hondenkarren in 't artikel op te nemen. De heer Van Wijk licht in, dat bij Provin ciaal Reglement op de wegen reeds is voor geschreven wat de heer Do Graaf wil. De heer Bakker kan niet in de verordening vinden, dat er des winters bij ijs brandbijten gehakt moeten worden. Spi. zou dit ver plichtend willon stellen. Art. 112 geeft wel verlof tot het maken van brandbijten, maar de heer Bakker wil de verplichting. Hij wi! voor elk perceel een brandbijt laten hakken van 1 meter in 't vierkant. Op de vraag van Voorz., of de heer B. een voorstel van zijn opmerking maakt, aut- woordt deze bevestigend, waarna goedge vonden wordt, dit in een volgende vergade ring te behandelen. De heer Van Mullem heeft iets re zeggen over art. 110, waarbij o. m. verboden is te zwemmen op .minder dan 50 Meter van de openbare wegen. De heer Van Mullem zegt, dat in de voor-vergadering besproken is, de afstand 100 Meter te laten als vroeger. Hij gelooft, dat de afstand van 50 Meter is genomen met 'toog op de badplaats hieraan de Kleine Sluis, waar het zoo'n goed, afge sloten terrein is, maar spr. heeft ook het oog op b. v. Oostpolder en Breezand en noemt het kwetsend voor 't zedelijk gevoel, te zwem men op zoo'n korten afstand van den weg. Hij wilde daarom ingelascht hebben in ge noemde bepaling van art. 110; mits afgesloten „Tenminste het grootste deel." „Mag ik vragen voor welk doel Mis schien om het geld aan opschik te be steden „Ik denk er wel aan, eetis wat meer aan mijn garderobe te besteden, dan mij tot dusver mogelijk was," antwoordde zij. i „Maar voor verkwisten geloof ik niet, dat ik eenigen aanleg heb. Wat ik in het oog houd, is alleen de zorg voor mijn toekomst." „Wat moet dat beteekeren vroeg de oude man barsch. „Heeft u dan nog nooit eens aan de mogelijkheid gedacht, dat ik zou kunnen trouwen „Ah zoo," klonk het terug „Nu, ik heb daar niets op tegen, wanneer ge maar een partij kiest, die je kan brengen buiten de dagelijkscbe zorgen. Maar ik verzoek je, bij die geschiedenis mij niet te vergeten. Ik houd het voor noodig, je op één punt opmerkzaam te maken. Bij de geringe inkomsten, die ik beb, was het geen kleinig heid, je op te voeden, en je dat te laten worden wat je nu bentOp je dank baarheid wil ik niet rekenen, cfschoon jij mij die in de hoogste mate verschuldigd bent „Vader klonk het van tusschen Hilde's saamgeknepen lippen. „Ja, ja laat mij eens uitspreken bet gevoel van dankbaarheid schijnt alzoo in uw hart niet zeer sterk te zijn. Zoo verklaar ik je dan, dat ik niet den minsten lust heb, afstand van je te doen De wet beveelt, dat de kinderen voor de ouders hebben te zorgen, wanneer dezen niet meer in staat zijn, voor zichzelf te i zorgen Ge et je dus niet aan de b< drie- gelijke hoop over, dat je je van mjj zult kunnen losmaken, wanneer het je goed gaat en je de luim mocht krijgen, je eigen, meer aangenamen weg te gaan." Hij was opgesprongen en strekte de vuist dreigend naar Hilde uit. Deze zocht tevergeefs naar een antwoord. Daaraan had ze nog nooit gedacht De droomen, die ze van de toekomst bad gekoesterd, zagen er andera uitZij had er zich immer op verheugd, dat eens de dag zou komen, waarop ze van de tegen woordigheid van dezen egoïst zou verlost worden. En nu begreep ze, dat, zoolang als hij leefde, zij aan hem zou zijn vast geklonken Men was weer spoedig in de oude sfeer. De scheiding van eeDige dagen had niet Let mirste gunstige resultaat op de verhouding tusschen vader en dochter gehad. Dadelijk na het wederzien was de strijd opnieuw ont brand. Reeds den volgenden dsg vroeg de vader „Ben je al bij mijnheer RattLauer geweest „Neen „Ge zult toch de betrekking bij hem aannemen „Ik heb dat anders bij mijzelf beslist. Het zal beter zijn, als ik ervan afzie Nu brak de bom los. „Je wilt dus den garschen dag luieren en niets doen. Of weiger je soms uit trots, omdat ik het wensch? Je moet evenwel niet geloover, dat je maar met mij kunt spelen.... Ik zal je toonen, dat ik Diet alleen in dit huis iets heb te zeggen, maar dat ik ever je lot ook alles heb te beslissen." Op Hilde hadden dergelijke woorden terrein. Spr. wil er nu geen voorstel van maken, doch later kan het wel. De heer Van Mullem had nog graag gezien, dat er ook bepalingen waren gemaakt over het vasthonden van eenden, omreden deze veel schade toebrengen en dat wel aan eens anders eigendom. Spr. heeft verder in deze verordening gezien (art. 94j dat, wanneer B. en W. dit nood zakelijk achten, de honden in de gemeente vastgehouden moeten worden. Hij vraagt of het opgaat, dat groote honden, die schrik aanjagend zijn voor kinderen, losloopen langs den weg. Om iemand aan te wijzen, Slijker- tnan heeft een zeer grooten hondmen zegt hij doet geen kwaad, maar er is geen school kind, dat meer langs Slijkerman durft. De bond heeft nog niet gebeten, maar moeten we den put dempen, als 't kalf verdronken j is Spr. wil er ernstig op wijzen, maatrege len te nemen, dat de honden op 't erf moeten blijven, of anders strafbaar zijn. De Voorz. wijst er op, dat de eigenaars van losloopende honden f2.belasting beta lenvoor vaststaande honden f 1.En hij ziet geen kans, om een politie-verordening te maken, die in alle mogelijkheden voorziet. De heer Stammes vestigt de aandacht op art. 25, dat zegt, dat het houden van dieren, die voor de bewoners hinderlijk zijn, of schade veroorzaken, in de buurten der gemeente, door B. en W. verboden kan worden. Dit artikel, meent de heer Stammes, voorziet ge heel in de bezwaren van den heer v. Mullem. Is er een hinderlijke hond, heb je daar last van, klaag er dan over. De heer De Graaf zegt, dat de heer Van Mullem persé wil, dat de weg ten allen tijde voor losloopende honden verboden is. De heer Stammes herhaalt nogmaals zijne meening. De heer Rezelman meent, dat art. 25 alleen slaat op de buurten. Hij wil dan de woorden „in de buurten der gemeente" schrappen, en dus art. 25 laten gelden voor de geheele gemeente. De Voorz. kan zich hiermede vereenigen. Hij vraagt, ol' de heer Van Mullem dan te vreden is, waarop deze bevestigend antwoordt. De wijziging wordt hierop met algemeene stemmen goedgevonden. De verdere heeren hebben geen aanmer kingen op de politie-verordening, waarna ze vastgesteld wordt, en aan Ged. Staten zal worden opgezonden ter goedkeuring. Bij de rondvraag heeft de heer Stammes eene klacht, dat de nummering der huizen veel te wenschen overlaat. Voorz. is het daar volkomen mee eens, doch door den sterken bijbouw te Breezand is daar niets aan te doen. Voorz. zal echter voor verbetering zorgen. De heer Waiboer zegt, dat men bij den overweg van het spoor te Breezand vaak wel een half uur of een kwartier moet wachten, wat zeer lastig is. Voorz. licht in, dat de wachteres daar twee overwegen moet behandelen en dat dit de reden wel zal zijn. Hij doet echter toezegging van onderzoek. Hierna wordt de vergadering gesloten, Vergadering van den Raad der gemeente OUDE NIEDORP, op Maandag 30 Juni 1902, namidd ags 7 uur. Tegenwoordig alle ledenVoorz. de Bur gemeester, de heer A. Wonder Rz. De oorz. opeut met het gebruikelijk wel kom de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. Ter uitvoering van het besluit van de vorige vergadering, hebben Burgemeester en Wethouders door den heer Vis van Oud- juist een andere uitwerking dan de oude beer dachthet scheen haar niet te betreffen. Zij had du een borst, waartegen ze haar hoofd kon neerleggen. Sedert de liefde bezit van haar hart had genomen, was daar geen plaats meer voor haat en nijd. De treurige uren van den largen dag weiden rijkelijk vergoed door de oogen- blikken, waarop ze in Axels blauwe oogen kijken mocht. Zonder terughouding, had Hilde Axel een blik geschonken in haar treurig leven en de omstandigheden, waarin ze zich bevond. „Ik heb je lief," was zijn antwoord, „van het oogenblik af, dat ik je z.8g, voelde ik het. Het is waar, het noodlot heeft hin dernissen tusscheD ons opgeworpen. Maar vertrouw op mij, ik gevoel kracht geroeg in mij, om die ter zijde te zetten." Maar Hiide kon niet dadelijk met zulk een licht gemoed de zorgen ter zijde zetten die zich van haar meester maakten. Zij kende niet die kinderlijke gelukzaligheid van andere meisjes. Haar in de school des levens gescherpt verstand zeide haar, dat het schip van haar lot niet zonder storm rustig in de haven van vrede zou binnenloopen. Hoe innig ze Axel ook liefhad, toch doken er in haar geest andere wezers cp. Zij dacht veel aan de bedelares, die zij op dien Zondag in het bosch had ontmoet. In de gesloten lade van haar kast lag de briet, dien haar de brdelares had gegeven. Hilde nam tem dikwijls in de handen en keek naar het schrift. Het waren sierii ke letters, zoo fijn en kracht g van karakter, zooals dat alleen door de hand van een welopgevoed mensch kan worden neer geschreven. Alleen de naam en de woon plaats van de onbekende vrouw stond er in vermeld: Vrouw Bertius, Berlijn, Ktögel 8, Hof, 4 trappen. Zoo terloops had Hilde eens gevraagd, ic welk deel van do stad deze straat lag.' Toen kwam ze te weten, dat het een erg donker steegje was in het oudste deel van de stad, een toevluchtsoord voor de armsten, of voor hen, die het een of ander op hun kerfstok hadden. Hilde schaamde zich bijna naar de straat te hebben gevraagd. Op een goeden dag met vader had ze weer ruzie gehad en haar hart was vol bitterheid. In deze stemming nam ze iets van het geld. dat haar vader haar had gegeven om k koe pen te doen, deed er de rest van de goudsiukken van den graaf bij en zond een kleine som aan de bedelares. Maar niet direct, langs een omweg, opdat het spoor dat ar ders op haar zou uit- loopen, uitgewisebt zou werden. Een schoolvriendin van Hilde was kort geleden met een koepman in Hamburg getrouwd. Deze zond zij den brief met het vtrzoek, dien op de post te doen voor haar. Hilde was tevreden. Zij had het besef een goede dai*d te heblen gedaan. Op een dag hoerde ze, dat graat Tassilo doodziek was. Ilei ds den eersten dag den besten h d hij koorts gekregen en met de zwakke krachten, waarover de patiënt lad te lesckilken. was dat zeer gevaarlijk en moest men op het ergste voorbereid zijn. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 1