Brieien uit dei Polder.
Hlmkfnd Ipflaal.
Zondag 27 Juli 1902.
46ste Jaargang No. 3732.
TWEEDE BLAD.
Onze Boerenstand in
de Middeleeuwen.
FEUILLETON.
Over banketbakkers en
moderne medici.
Teunis Ploeger.
Kantongerecht Schagen.
Plaatselijk Nieuws.
MANT.
IV.
(Slot)
Het waren niet alleen de krijgen en
veeten van nabnrige Vorsten en Heeren. maar
niet minder de inlandsche verdeeldheden en
partijschappen, in onderscheidene Nederland- j
sche gewesten ontbrand, die de ellenden van
het landvolk soms tot een ontzettende hoogte
deden stijgen.
Zoo is in Holland de verdeeldheid tusschen
Hoekschen en Kabeljanwschen en de stroop
en plundertochten, daaruit ontsproten, een
der voornaamste oorzaken geweest van den
honger en kommer des volks, die tot het
zoogenaamde kaas- en broodspel aanleiding
gaven. Volgens Bilderdijk beteekende de af
beelding van een stuk brood en kaas op de
vaandels der opstandelingen niet zoo zeer,
dat het den gemeenen man om het dage-
lijksch onderhoud te doen was, als wel, dat
de misnoegden boeren waren, van wie deze
levensmiddelen komen moesten.
Hoe het zij, tot de verwarring, in den
lande ontstaan, droeg ook niet weinig bij.
de willekeurige verandering der muntwaarde,
welke de Keizer-Grsaf zich tot herstel zijner
achterlijke geldmiddelen veroorloolde. W ant
nu liepen de boeren en al wie maar geld
schnldig was, met reiszakken vol geld het
land en de steden af, om aan hun landheeren
en andere Schuldeischers betaling op te
dringen, zelfs eer de termijn van afdoening
nog was verschenen, en het misnoegen, daar
uit geboren, werd algemeen. Ook de onte
vredenheid over de invordering van het
maand- en ruitergeld werkte tot de onlusten
meê. Door geheel Kennemerland en Noord-
Holland liepen de boeren bijeen, en trachtten
de burgers der steden in hun opstand meê
te sleepen. Doch de uitslag van den opstand
was wederom rampzalig cn verergerde hun
lot. De Westfriesche steden en dorpen, be
halve Enkhuizen en de plaatsen die geen
deel aan het oproer genomen hadden, moesten
6000 Andriesguldens en een jaarlijksche huis
schatting van twee stuivers opbrengen(') en
verbeurden hun privilegiën. Hetzij men nu
de schuld van het oproer hoofdzakelijk aan
de verkeerde maatregelen van den Vorst en
de willekeurig geheven oorlogslasten toe
schrijft, of die, in meerdere of mindere mate,
aan brooddronkenheid van het landvolk wijt,
men ziet toch uit den aard hunner klachten
en grieven, dat de oorzaken, die in Duitsch-
land aanleiding gaven tot den loeienoorlog,
dien men niet zonder grond den ijselijksten
jammerkreet der verdrukte menschheid ge
noemd heeft, hier te lande niet, of althans
geenszins in die mate, aanwezig waren.
De toestand der Nederlandsche gewesten
onder den Bourgondischen scepter was voor
het landvolk alleszins gunstig en onder Filips
den Goede steeg hun welvaart aanmerkelijk
door de verbetering van landbouw en vee
teelt, waarin vooral de Zuid-Nederlandsche
steden en gewesten bet spoor van die van
Italië volgden. En de verbeteringen, daar
ingevoerd, verbreidden zich over Engeland.
Frankrijk en andere landen van Europa
Alom waren door de Graven veemarkten
ingesteld, waar paarden, rundvee en schapen
te koop werden aangevoerd en verkreeg
daardoor de binnen- en buitenlandsche vee
handel grooten aanwas. Noorsche en Deen-
sche boeren kwamen soms met hun vee
over, en zetten zich in onderscheidene streken
neer, om het in onze grasvelden vet te
weiden. Terwijl de kermissen op het platte
land, uit kerkelijke plechtigheden ontstaan,
als van zelve middelpunten van handelsver
keer voor de plattelandsbevolking werden,
hield de Landsheer daarentegen aan zich
het instellen van jaarmarkten, tot het be
zoeken waarvan hij landzaat en vreemdeling
vrijgeleide verloende. De paardenmarkt te
Valkenburg en de rundermarkt van Schoorl
hadden destijds al een groote vermaardheid
en de omzet van vee, welke zich aad deze
middelpunten van handelsverkeer had ver-
Men vergete niet, hoe ontzettend duur
het geld toenmaals was.
bonden, was zeer aanzienlijk. De Friesche en
Westfriesche paarden werden zelfs naar Italië
uitgevoerd, waar zij voor de statiewagens
van aanzienlijke vrouwen werden gebezigd.
De Hollandsche runderen gingen in gestalte
en zwaarte die van alle nabnrige landen te
boven. Alleen te Assendelft telde men 4000
koeien en er werd berekend, dat de vier
naast aangelegen dorpen meer melk ople
verden, dan de invoer van den Eijnwijn op
de stapelplaats te Dordrecht bedroeg. De
opbrengst van boter en kaas werd gerekend
op een aanzienlijker waarde dan die der
specerijen uit OosVlndië en men schatte die
op een millioen Karolus-guldens. waarbij men
de veel grootere waarde van het geld, dan
het in onze eeuw heeft, niet uit het oog moet
verliezen.
Wat eindelijk den invloed van den meer
en meer opgekomen en ontwikkelden boeren
stand op 's Lands openbare aangelegenheden
aangaat, rechtstreeks bestond die nog
volstrekt niet Er was in de toenmalige
staatsvormen voor een onmiddellijken invloed
van „dorpers en huisluiden" nog geen plaats.
Toch mag men niet voorbijzien, dat de
vierscharen van welgeboren mannen, waarvan
men reeds in de oudste keuren van Rijnland
leest, van een vermeerdering van aanzien
en invloed der landzaten getuigen. Ook dient
niet vergeten, dat in een landwaarde water
staat van zoo'n hoog belang is, aan de bewoners
van het platteland door het deelnemen aan
het bestuur van dijken, dammen, kanalen en
andere groote werken, onder de benaming
van buren, geërfden, ingelan
den, poldermeesters, heemraden
een veelbeteekenende macht en invloed was
toegekend, ja, in deze betrekkingen werden
zij soms als „raadslieden des gemeenen lands"
beschouwd. Willem II hechtte dan ook ten
jare 1255 zooveel gewicht aan het gevoelen
zijner Heemraden, dat, toen hij een besluit
had genomen tot het leggen eener spui-sluis
te Sparendam, bestemd om voor groote
schepen te dienen, en do Heemraden van
het landschap zich daartegen verzetten, hij
niet aarzelde zijn vorige verordening in te
trekken en bij een open brief plechtig te ver
klaren en te beloven„dat hij tot welzijn
zijner onderdanen, en het gemeenschappelijk
nut ter harte nemende, de sluis niet zou
doen leggen zonder het goedvinden der
Heemraden, zoowel die het thans waren,
als die het in volgende tijden wezen zouden."
De trap van ontwikkeling, de zedelijke
en huishoudelijke toestand der boerenklasse
gedurende de 16e eeuw wordt ons door een
tijdgenoot op treffende wijze geschilderd en
wij kunnen dus niet beter doen dan hem zelf
aan het woord te laten „De aard van
den Nederlandschen boer," zegt hij, „is onder
scheiden. Zij, die het Noordelijkste gedeelte
des vaderlands bewonen, voeren een vrij
strenge en sobere levenswijze, minder door
armoede genoopt, dan door zuinigheid, die
z(j als het beste inkomen beschouwen, terwijl
zij zich van grof brood met kaas en melk
of wei tot levensonderhoud bedienen. Onder
dezen zegt men, dat er somiijds gevonden
worden, die een leeftijd van honderd jaren
bereikten, terwijl hun kracht nog ongebroken
en hun ouderdom nog bloeiend is; afkeerig
van wijn en sterken drank, altoos bedrijvig
werkzaam en hun arbeiders wakker nagaande.
De jongelingschap onder hen gaat gedurende
een gedeelte van 't jaar naar Duitschland
en de Noorsche kusten scheep, of bezoekt
die van Spanje over zee, en vaart in het
late najaar ter haringvangst, alleenlijk in
den winter zich een weinig meer dan
gewoonlijk te goed doende. In de meer
Zuidelijke streken, waar de bodem weliger
is en vruchtbaarder, laten zij den grond door
gehuurde handen bearbeiden en geven zich
meer over aan gemak en ledigheid, waartoe
zij door een hun erfelijk eigen traagheid
worden genoopt, en brengen den tijd door
met, feesthonden en brassen, terwijl zij hun
gepachte akkers en weilanden, als waren
die hun eigendom, aan hun kinderen ter
bezitting overlaten een gewoonte, welke
zij zóó stijfhoofdig volgen, dat men hun
verzet soms niet dan met geweld en doodslag
verwinnen kan".
Zoodanig was de gesteltenis van den
vaderlandschen boerenstand, toen de Hertog
van Alva dreigde, dat hij de Hollanders in
hun melk- en botervaten versmoren zou, en
daardoor een sprekend blijk gaf, hoe hoog
de welvaart en rijkdom van die klasse ook
bij den weelderigen Znidlander stond aan-
geschreven. Trouwens, het blijkt op allerlei j
wijzen, dat Holland's bloei en rijkdom in
den morgenstond der nieuwere tijden niet
enkel uit handel en nijverheid ontsproten.
Immers, resumeeiende wat wij schreven
over onzen boerenstand in de Middeleeuwen,
hebben wij gezien een bevolking, aanvankelijk
in de diepste vernedering verzonken en door
onteerende voorrechten harer overheerschers
verdrukt, die zich allengs, en doorgaans
zonder schokken, verheft, door vlijtigen
arbeid tot welstand opklimt, zich van een
verlagende dienstbaarheid geleidelijk ontslaat,
tot den rijkdom en het aanzien des lands
krachtdadig medewerkt, den landbouw
boven hetgeen hij in naburige gewesten was
volmaakt, in de veeteelt boven alle toen
malige volken uitmunt, en alzoo het woord
van Rome's weisprekenden Redenaar bevestigt
toen hij schreef: Van al de bedrijven,
waardoor men vermogen wint, is niets
heilzamer, niets vruchtbaarder, niets den
vrijen mensch meer betamende, dan veld
en akkerbouw.
Amst.
S. J. van Heijstervelt.
XXXIV.
o—
Onlangs kreeg ik een brief van een bacterie-
schuwe koekjesliefhebster, waarin zij mij
verzocht, de aandacht te willen vestigen op
de animo, waarmee door de heeren banket
bakkers in onze Hollandsche steden de bacil
len-cultuur wordt bevorderd.
Haar jongste ondervindingen zijn dan ook
zeer zeker bedenkelijk en verontrustend voor
de vele gemoederen, die door de waarschu
wende stemmen onzer huidige doctoren voor
en na zijn wakker geschud.
„In het zakje, bestemd om de door mij
bestelde koekjes tijdelijk te huisvesten",
schrijft ze, „werd door de winkeljuffrouw
lustig geblazen om het te openen. Nu valt
er op een frisschen ademtocht niets te zeg
gen, maar alles op zijn plaats. En ik
geloof, dat niemand mjj zal tegenspreken, als
ik beweer, dat een koekjeszak niet de geëigende
plaats voor eventuëel frissche ademtochtjes is.
„Na dit intermezzo verdween de hand der
winkeljuffrouw in de koekjestrommel en
bracht in tempo's de koekjes van daaruit in
den zak over, waarna deze op de weegschaal
geplaatst, gewogen en zooals dit met
concrete zaken dikwijls gaat te zwaar
bevonden werd. Vier koekjes werden weer
als Handgepiick naar de trommel ver
voerd twee er van kwamen na een rijpelijk
wegen en overwegen weer in mjjn zak terug.
Dit alles steeds met behulp van dezelfde
vingertjes, die even daarna in de geldlade
frommelden tusschen het van bacillen kri
oelende koper- en zilvergeld, om misschien
na enkele seconden weer ten behoeve van
een nieuwen klant in de koekjestrommel te
grasduinen.
„Zouden de heeren banketbakkers niet eens
in overweging willen nemen, dat een proces
als het bovenstaande in staat is, om de meest
hartstochtelijke koekjesliefhebster van haar
voorliefde voor het ons gehemelte streelend
gebak voor goed te genezen 'i En daar het
toch in hun belang is, zulks te voorkomen,
schijnt het mij niet ondienstig hen in bedenking
te geven, mèt de fraaie buitenlandsche bena
mingen van Patisserie, Confiserie,
Salon de llafraichissement, enz.,
ook de buitenlandsche methode over te nemen
om met behulp van schopjes of tangetjes de
koekjes en gebakjes te verplaatsen. Wanneer
dan, evenals in het buitenland, de betaling
mocht geschieden aan „C a i s s e", door een
en dezelide „Caissière bediend, en de
winkeljuffrouwen ons onze zakjes zouden
i willen afstaan zonder ze vooraf open geblazen
te hebben, zullen we weer van onze taartjes
j en koekjes kunnen genieten zonder genotver-
storende bacillen-visioenen".
Zooals ik zei, ik acht de recente ervaringen
dezer dame zoo verontrustend voor de gemoe
deren, die door de eindelooze waarschuwin
gen onzer moderne doctoren uit hun dommel
Door
OTTO ELSNER.
o-o-o
16.
Sedert den dag, waarop Axel zijn moe
der had medegedeeld, dat hij met Hilde
Schwarz was verloofd, had Lij riet meer
over het geval gesproken. En evenzoo
vermeed zij het, daarover te beginnen.
Maar zij sloeg eiken stap, dien hij deed, wel
gade met het oog eener moeder. Zij zag,
dat hij al het mogelijke deed, zich een
verzekerde toekomst te scheppen. Onop
houdelijk schreef en kreeg hij brieven.
Nu eens kwamen ze van gemeentebesturen,
dan weer van particulierenmaar allen
deden ze de moeder de mededeeling, hoe
ernstig hij naar het doel streefde, dat
hij zich voor oogen had gesteld.
Het geheele optreden van Axel bewees,
dat hij een geheel ander persoon was
geworden. Hij, die het geld anders even
zorgeloos uitgaf, als hij het had gekregen,
was nu zeer spaarzaam. Van de som, die
hij als steeds nog van zijn moeder ontving,
scheen hij nauwelijks iets te gebruiken.
Het geld, dat hjj aan zijn kameraden had
geleend, inde hij weer met groote beslistheid.
De beide paarden, die hij in Potsdam hield,
verkocht hij de keurige woning, die hij
daar met alle luxe had ingericht en be
woonde met zijn vrienden, werd dadelijk
te koop gepresenteerd.
Met een zwaar hart kwam mevrouw
Bertram dit alles te weten.
Axel gedroeg zich zeer correct en be
scheiden, zooals hij dat steeds had gedaan.
Ook niet aan de minste opmerkzaamheid
liet hij het ontbreken. Slechts, dat van
zjjn gelaat de vroolijkheid was geweken
en dat hij, die anders niet het minste ge
daan zou hebben zonder haar te raadple
gen nu zwijgend en op zichzelf steu
nende, zijn weg ging, dat was het verschil.
„Vader in den Hemel", bad de beang
stigde vrouw, „wat hij ook doe, al is 't
dan tegen mijn wil geef hem uw zegen."
Fransje Petersen werd op de villa geroe
pen, om de noodige bestellingen op te
nemen voor den aanstaanden herfst. Eerst
was ze bang geweest, dat men haar ver
geten zou, en nu was ze toch wel wat bang.
een flinke terechtwijzing te zullen ont
vangen. Mat een zwaar hart was ze heen
gegaan, maar stralend van geluk kwam
ze terug.
„Nu, hoe was het?" vroeg de moeder.
„Zóó goed als het nog nooit is geweest!
Mevrouw Bertram heeft het geval met
geen woord aangeroerd. Ik moest een kop
koffie drinken en een koekje gebruiken.
Daarbij bespraken we de costumes, die ik
zou maken. Voor u en de kinderen heeft
ze mij ook 't een en ander beloofd,
dat Kathe moet halen. Mij heeft Elli
Reventlow een mooi theeservies cadeau
gedaan een stuk voor je huishouden,
zooals zij zeide, wanneer ik eenmaal een
eigen haard zal hebben."
„Dom dingDenk je dan reeds aan
trouwen
Fransje bloosde tot over de ooren, want
ze had het geheim van haar hart nog aan
geen levende ziel toevertrouwd.
van onwetendheid zijn wakker geschud, dat
ik geen oogenblik heb geaarzeld, om aan
haar vriendelijk verzoek te voldoen.
Ja, als men dat zoo nagaat, dan beleven
we toch een heerlijken tijd Wat wisten b.v.
onze vaders en grootvaders van bacillen,
microben, bacteriën of hoe dat ziektekwee-
kend gespuis verder heeten mag Wat wisten
zij van zoovele andere dingen, die toch zoo
schadelijk voor de gezondheid zijn
Ach neen, vrij lieten ze ons, in onze jeugd,
des zomers met bloote voeten langs het
Scheveningsche of Zandvoortsche strand
loopen, om er te spelen en er te graven naar
hartelust, om er onder blij gejuich de eene
golf na de andere over onze voeten te laten
gaan. Vrij mochten wij onze vliegers oplaten,
van de duinen naar beneden rollen, een
glaasje limonade drinken met een rietje.
Want die brave lieden meenden, in hnn
onwetendheid, dat dit alles onschadelijk was.
ja, vreeselijker nog, dat dit onze gezondheid
zelfs zou bevorderen.
Gelukkig echter hebben we in onze dagen
mannen als b.v. Dr. Francken, badarts van het
Kurhaus te Scheveningen, die reeds in 1895
schreef
„De pen brandt mij sedert jaren in de hand,
om te schrijven over het in zee loopen van
de kinderen aan ons strand." Hoe Dr. Fran
cken jaren lang die brandende pen in de
hand heeft kunnen houden, zullen stellig
onze knappe medici wel weten te verklaren.
Genoeg, des dokters ongeschroeide vingeren
hebben een ernstige waarschuwing geschre
ven tegen dat op bloote voeten in zee loopen
van onze kinderen. Thans weet ieder, hoe
schadelijk voor de gezondheid dit is. Allerlei
akelige ziekte-aandoeningen, als darmkatarrh,
verschijnselen van valsche croup, blaaskramp,
ja zelfs ontsteking van het hersenvlies, kun
nen het gevolg zijn van den koelen golfslag,
nog daargelaten het afschuwelijke gevaar van
in een stukje glas te trappen.
En weer een ander medicus heeft gewaar
schuwd voor d i t en een derde voor dat en
zoo weten wij nu véél, zéér veel in het be
lang onzer gezondheid en die onzer kindeyen,
wat aan onze ouders en grootouders totaai
onbekend was: Ieder gelezen boek dient ont
smet alvorens een ander het mag aanraken.
Een glaasje limonade met een rietje kan
iemand hartverlamming bezorgen, het rollen
van de duinen een gebroken nek. Zelfs het
schijnbaar onnoozele nationale oplaten vaneen
vlieger is een nationale ramp vanwege het
staren in de scherpe lucht.
Maar nu gij eindelijk de menschheid hebt
wakker geschud uit den diepen slaap harer
onwetendheid, o hooggeleerde medici van het
heden, nu zijn wij u ten zeerste dankbaar. En
alles willen wij laten wat gij nadeelig voor
ons houdt, omdat wij onze gezondheid op
prijs stellen als een zeldzamen schat. En
alles willen wij onzen kinderen verbieden, wat
gij schadelijk voor hen acht, omdat wij onze
kleinen van harte liefhebben. Maar met eerbied
vragen wij u thans, o hooggeleerde moderne
medici, wat mogen wij en onze kinderen nu
wèl doen
CORRESPONDENTIE:
B. te S. Brochure in dank ontvangen.
Ik zal u schryven.
P. te H. Uw voorstel kan ons weinig
bekoren. Voor den heer Staalman toch heb
ben wij persoonlijk èn als Raadslid èn als
afgevaardigde, de grootste sympathie, alhoe
wel z ij n richting volstrekt niet de onze is.
Alleen met 's mans eigenaardige reclame-make
rij en met de dialogen van Jaap en Tys hebben
wij ons wel eens veroorloofd, een enkele maal
een beetje den draak te steken.
K. te A. P. Bij gelegenheid.
T. P.
Uitspraken op Maandag 21 Juli.
A. B. te Schagen. Ontbreken der namen
van logeergasten in het nachtregister. Vrijge
sproken.
J. D. W. te Haringhuizen. Rijden met een
motorrijwiel zonder vergunning van Ged. St.
van Noord-Holland, f 5 of' 2 dagen.
J. F. te Eenigenburg, los laten loopen van
een paard, 60 cent of 1 dag.
S. K. te Barsingerhorn, los laten loopen
van een paard, f 3 of 2 dagen.
Mevrouw Bertram was baar heel anders
toegeschenen. Haar geheele optreden
was anderszij zag er treurig uit. Ook
Elli Reventlow was Fransje anders voor
gekomen dan gewoonlijk. Zij zag er even
bleek uit als de witte waterlelies, waarvan
ze zoo hield. Over haar anders zoo vroolijk
kijkende oogen lag een sluier, net alsof ze
veel weende.
Vrouw Petersen schudde het hoofd. Zij
wilde niet begrijpen, dat zulke rijke men-
schen ook nog verdriet konden hebben.
Zij toch hadden geen zorgen. Wanneer zij
en Fransje slechts het tiende deel van zulk
een groot vermogen hadden als Axel's
moeder of Elli Reventlow, dan zouden ze
wel vroolijk en opgewekt zijn, zóó zelfs,
dat een elk, die met haar verkeerde, er
door zou worden aangestoken.
In het huis van den muziekleeraar werd
bij het zwijgen volhard. De oude man keek
als een stier, wanneer Hilde afwe
zig en naar haar verloofde- was. Tel
kens gaf hij zijn ergernis op de grofste
wijze lucht en dat eindigde meest
al met toespelingen, die Hilde het bloed
naar de wangen dreven. Merkwaardiger
wijs gaf zij, die anders zich nooit stil
hield, nu slechts hoogst zelden eenig ant
woord.
Hoezeer zij Axel ook lief had, met zijn
ideale wereldopvatting kon ze zich maar
zeer slecht vereenigen. Het vooruitzicht,
dat haar hun toekomst bood, was maar weinig
aanlokkend. Haar helder, in de stormen
van het werkelijke leven gescherpt oog zag
in de verte, dat hetgeen hij haar bood,
weinig meer was dan armoede en wellicht
zelfs de naakte ellende.
Hilde had dikwijls genoeg moeite, haar
J. T. te Zijdewind, visschen in gesloten
vischtijd, f 1 of 1 dag, met verbeurd verklaring
van den hengel of 1 dag.
L. S. te Callantsoog, tappen na gesloten
tijd, f 1 of 1 dag.
D. B. te Callantsoog, A. Z. te 't Zand, J. Z. te
idem, G. K. te idem, R. H. te Callantsoog,
A. T. te idem, C. H., zonder bekende woon
plaats, J. H., idem, wegens aanwezig zijn in
een herberg na het sluitingsuur, allen f 1
of 1 dag.
W. v. d. S. te Anna Paulowna, als eigenaar
van een merrie, die hij heeft laten dekken
door een hengst, die daarvoor niet goedge
keurd was, f 1 of 1 dag.
P. M., idem, idem.
J. S. te Anna Paulowna, bezigen van een
hengst tot dekken van merriën, zonder dat
die hengst daarvoor was goedgekeurd, f 3
of 2 dagen.
P. Z. te Warmenhuizen, dronkenschap, f 1
of 1 dag.
J. K. te Amsterdam, hardloopen zonder
vergunning van B. en W. van Schagen, f' 2
of 2 dagen.
J. G. te Anna Paulowna, hondenwagen los
en onbeheerd laten staan, f 1 of 1 dag.
C. de J. te Wieringerwaard, rijden met
honden zonder muilkorf, van rechtsvervolging
ontslagen.
P. B. te Zijpe, loopen op eens anders land
zonder toestemming, f 6 of 3 dagen.
J. Z. te Kolhorn, rijden met honden zonder
muilkorf, f 1 of 1 dag.
M. P. te Haringcarspel, straatschenderij,
f 5 of 3 dagen.
P. v. S. te Anna Paulowna, H. K. te idem,
K. H. te idem, als eigenaars van merriën, die
zij hebben laten dekken door een hengst, die
daarvoor niet goedgekeurd was, f 1 of 1 dag.
A. B. te Schagen, tappen van sterken drank
zonder vergunning, f 15 of 6 dagen.
A. P. te Schagen, dronkenschap, f4 ofSd.
verdriet daarover neer te drukken.
Terwijl de weduwe van den handelsraad
nog wikte en woog, hoe zij zich tegenover
Axel's plannen moest gedragen, geschiedde
er iets, waarop ze niet was voorbereid.
Op een dag kwam Elli bij haar in de
bibliotheek.
„Tantetje, ik heb een verzoek 1"
„Spreeklieveling," antwoordde de oude
dame, van het boek opkijkend, waarin ze
had gelezen.
„Eerst zou ik u wel schaakmat willen
zetten," zeide Elli, terwijl zij haar bleek
gezichtje zoo vroolijk trok, als het haar
maar mogelijk was.
„Hoe moet ik dat begrijpen
„Nu ja ik zou vooruit wel de belofte
willen hebben, dat u mijn wensch, dien ik
u aanstonds zal zeggen, wilde toestaan."
„Wanneer het maar eenigszins mogelijk
is dan zeker, mijn kind."
Zij streek Elli met de rechterhand tee-
der over het hoofd en drukte haar een
kus op de wangen.
„Welnu dan, verzet u toch niet tegen de
keus, die Axel heeft gedaan. Sta hem toe,
dat hij het meisje, dat hij lief heeft, ook
trouwt."
Mevrouw Bertram kromp ineen.
„Jij riep ze verbaasd„dat raadt
jij me
„Jawel, tante 1"
Een oogenblik was ze sprakeloos. Dan
trok ze Elli naast zich op een stoel
„Hoor eens, ElliDaar jij nu zelf dit
geval aanroert, zullen we het ook met de
grootste openhartigheid bespreken. Ik
heb het nooit tegenover jou aangeroerd
niet, mijn lief kind, zooals ge wei weet,
uit gebrek aan vertrouwen, maar omdat,
Schagen, 26 Juli 1902.
Donderdag j.L, ten lO'/j ure,
vergaderde de Tweede Coöperatieve Vereeni-
ging tot aankoop van Veevoeder, enz., alhier,
in het lokaal van den heer J. Vader Az.
De Voorz., de heer C. Asjes, opende de
vergadering de Secretaris, de heer Jb. de Moor,
las de notulen, die onveranderd werden goed
gekeurd.
Daarna werd het uitstekend gestelde jaar
verslag gelezen daaruit stippen we aan, dat
het aantal leden toenam, maar het aantal
geleverde lijnkoeken daarentegen af. De oor
zaak daarvan is, dat te Nieuwe Niedorp een
Coöp. Vereen, is opgericht, zoodat te Lutjewin
kel 35000 stuks werden geleverd tegen 64000
stuks vorig jaar, wat dus een vermindering
gaf van 2900U stuks. Ook de knoeierijen van
den leverancier van vorigjaar hebben bepaald
een ongunstigen invloed op het bestellen voor
dit jaar uitgeoefend.
Hot aantal geleverde lijnkoeken bedroeg
421.832; An.erikaansche koek 26.250 K.G. Vorig
jaar bedroeg het gezamenlijk getal 510.660,
tegen nu 448.082, dus thans 62 578 minder.
Over dm leverancier van dit jaar kan men
tevreden zijn de aanbestedings-voorwaarden
ei6chen verandering. Er was namelijk gecon
tracteerd op de voorwaarde, dat de gemid
delde analyse der 5 leveringen moest voldoen
aan het gegarandeerde. Zoodoende kon de
leverancier na een le leveriDg, die lang niet
aan de eischen voldeed, in de wier volgende
leveringen di goed maken, om zoodoende tot
een gemiddeld voor de 5 leveringen te komen,
dat aan den eisch voldeed. De mogelijkheid
was dus groot, dat men steeds kreeg 1 leve
ring die slecht was en 4 die aan de eischen
voldeden. De speling, die aan het Proefstation
te Hoorn werd toegelaten, was zoo, dat men
dan altijd buiten korting bleef. Was op deze
wijze niet gecontracteerd, dan zou van de
eerste levering gekort kunnen zijn.
De ontvangsten bedroegen f47741.36; uit
gaven f 47565.31; batig saldo f 179.05. Er
moest nog worden terugbetaald aan de
leden f 137.06, das bleef in kas f 41.99.
Het lijukoekstof had opgebracht f 143.85.
Kunstmest was niet geleverd.
De Commissie tot nazien der rekening, be
staande uit de heeren P. Huiberts, Anna
Paulowna, H. Jimmink, Zijpe en J. Pz. de
Wit, Schagen, had schriftelijk mededeeling
gedaan, dat zy tot goedkeuring der rekening
zooals ge wel kunt denken, mijn hart in
zijn diepste schuilhoeken daarbij* siddert
„Maar tantetje dat weet toch immers
iedereen
„En welke reden gelooft men, die mij
ervan afhoudt, mijn toestemming te geven
Wellicht omdat Hilde Schwarz arm is?
Neen, Elli! Wie dat oordeel velt, kent mij
al heel slecht. Ik geef toe, dat ik als
schoondochter gaarne een meisje had, dat
tot onzen stand behoorde. Maar dat alleen
kan bij m:j nooit den doorslag geven. Mijne
weigering ontstaat uit een heel andere
reden."
„Die is?"
„Dat ik steeds heb gehoopt, dat jij, Elli,
eenmaal als Axel's vrouw hier zoudt zijn
binnengekomen."
Het jonge meisje lachte helder.
„Maar, lieve tanteAxel en ik een
paar neen, dit is te komiek."
Zij sloeg de handen in elkaar en schudde
het hoofd zoo overmoedig, dat de blonde
krullen heen en weer dansten.
Mevrouw Bertram vertrouwde haar eigen
oogen niet.
„Ik dacht, dat je hem liefbadt", zeide ze.
„Als een goed vriendden besten dien
ik op de wereld bezitals een broer
zeker maar trouwen nooit
Weder lachte zij zóó helder en vroolijk,
dat ze zichzelf bijna niet meester kon
blijver.
„Welk een dwaling. Maar je schijnt
Axel dan toch steeds nog gaarne te mogen".
„Ik zeide het u reedsals een broeder.
Maar daar trouwt men toch niet mede. Wij
hebber, simen hal gespeeld, en als kinde
ren schik gehad 1 Maar dat moest, nu, nu
we volwassen waren, toch ophouden."