Brieien uit dei Polder. Hlmkfnd Ipflaal. Zondag 27 Juli 1902. 46ste Jaargang No. 3732. TWEEDE BLAD. Onze Boerenstand in de Middeleeuwen. FEUILLETON. Over banketbakkers en moderne medici. Teunis Ploeger. Kantongerecht Schagen. Plaatselijk Nieuws. MANT. IV. (Slot) Het waren niet alleen de krijgen en veeten van nabnrige Vorsten en Heeren. maar niet minder de inlandsche verdeeldheden en partijschappen, in onderscheidene Nederland- j sche gewesten ontbrand, die de ellenden van het landvolk soms tot een ontzettende hoogte deden stijgen. Zoo is in Holland de verdeeldheid tusschen Hoekschen en Kabeljanwschen en de stroop en plundertochten, daaruit ontsproten, een der voornaamste oorzaken geweest van den honger en kommer des volks, die tot het zoogenaamde kaas- en broodspel aanleiding gaven. Volgens Bilderdijk beteekende de af beelding van een stuk brood en kaas op de vaandels der opstandelingen niet zoo zeer, dat het den gemeenen man om het dage- lijksch onderhoud te doen was, als wel, dat de misnoegden boeren waren, van wie deze levensmiddelen komen moesten. Hoe het zij, tot de verwarring, in den lande ontstaan, droeg ook niet weinig bij. de willekeurige verandering der muntwaarde, welke de Keizer-Grsaf zich tot herstel zijner achterlijke geldmiddelen veroorloolde. W ant nu liepen de boeren en al wie maar geld schnldig was, met reiszakken vol geld het land en de steden af, om aan hun landheeren en andere Schuldeischers betaling op te dringen, zelfs eer de termijn van afdoening nog was verschenen, en het misnoegen, daar uit geboren, werd algemeen. Ook de onte vredenheid over de invordering van het maand- en ruitergeld werkte tot de onlusten meê. Door geheel Kennemerland en Noord- Holland liepen de boeren bijeen, en trachtten de burgers der steden in hun opstand meê te sleepen. Doch de uitslag van den opstand was wederom rampzalig cn verergerde hun lot. De Westfriesche steden en dorpen, be halve Enkhuizen en de plaatsen die geen deel aan het oproer genomen hadden, moesten 6000 Andriesguldens en een jaarlijksche huis schatting van twee stuivers opbrengen(') en verbeurden hun privilegiën. Hetzij men nu de schuld van het oproer hoofdzakelijk aan de verkeerde maatregelen van den Vorst en de willekeurig geheven oorlogslasten toe schrijft, of die, in meerdere of mindere mate, aan brooddronkenheid van het landvolk wijt, men ziet toch uit den aard hunner klachten en grieven, dat de oorzaken, die in Duitsch- land aanleiding gaven tot den loeienoorlog, dien men niet zonder grond den ijselijksten jammerkreet der verdrukte menschheid ge noemd heeft, hier te lande niet, of althans geenszins in die mate, aanwezig waren. De toestand der Nederlandsche gewesten onder den Bourgondischen scepter was voor het landvolk alleszins gunstig en onder Filips den Goede steeg hun welvaart aanmerkelijk door de verbetering van landbouw en vee teelt, waarin vooral de Zuid-Nederlandsche steden en gewesten bet spoor van die van Italië volgden. En de verbeteringen, daar ingevoerd, verbreidden zich over Engeland. Frankrijk en andere landen van Europa Alom waren door de Graven veemarkten ingesteld, waar paarden, rundvee en schapen te koop werden aangevoerd en verkreeg daardoor de binnen- en buitenlandsche vee handel grooten aanwas. Noorsche en Deen- sche boeren kwamen soms met hun vee over, en zetten zich in onderscheidene streken neer, om het in onze grasvelden vet te weiden. Terwijl de kermissen op het platte land, uit kerkelijke plechtigheden ontstaan, als van zelve middelpunten van handelsver keer voor de plattelandsbevolking werden, hield de Landsheer daarentegen aan zich het instellen van jaarmarkten, tot het be zoeken waarvan hij landzaat en vreemdeling vrijgeleide verloende. De paardenmarkt te Valkenburg en de rundermarkt van Schoorl hadden destijds al een groote vermaardheid en de omzet van vee, welke zich aad deze middelpunten van handelsverkeer had ver- Men vergete niet, hoe ontzettend duur het geld toenmaals was. bonden, was zeer aanzienlijk. De Friesche en Westfriesche paarden werden zelfs naar Italië uitgevoerd, waar zij voor de statiewagens van aanzienlijke vrouwen werden gebezigd. De Hollandsche runderen gingen in gestalte en zwaarte die van alle nabnrige landen te boven. Alleen te Assendelft telde men 4000 koeien en er werd berekend, dat de vier naast aangelegen dorpen meer melk ople verden, dan de invoer van den Eijnwijn op de stapelplaats te Dordrecht bedroeg. De opbrengst van boter en kaas werd gerekend op een aanzienlijker waarde dan die der specerijen uit OosVlndië en men schatte die op een millioen Karolus-guldens. waarbij men de veel grootere waarde van het geld, dan het in onze eeuw heeft, niet uit het oog moet verliezen. Wat eindelijk den invloed van den meer en meer opgekomen en ontwikkelden boeren stand op 's Lands openbare aangelegenheden aangaat, rechtstreeks bestond die nog volstrekt niet Er was in de toenmalige staatsvormen voor een onmiddellijken invloed van „dorpers en huisluiden" nog geen plaats. Toch mag men niet voorbijzien, dat de vierscharen van welgeboren mannen, waarvan men reeds in de oudste keuren van Rijnland leest, van een vermeerdering van aanzien en invloed der landzaten getuigen. Ook dient niet vergeten, dat in een landwaarde water staat van zoo'n hoog belang is, aan de bewoners van het platteland door het deelnemen aan het bestuur van dijken, dammen, kanalen en andere groote werken, onder de benaming van buren, geërfden, ingelan den, poldermeesters, heemraden een veelbeteekenende macht en invloed was toegekend, ja, in deze betrekkingen werden zij soms als „raadslieden des gemeenen lands" beschouwd. Willem II hechtte dan ook ten jare 1255 zooveel gewicht aan het gevoelen zijner Heemraden, dat, toen hij een besluit had genomen tot het leggen eener spui-sluis te Sparendam, bestemd om voor groote schepen te dienen, en do Heemraden van het landschap zich daartegen verzetten, hij niet aarzelde zijn vorige verordening in te trekken en bij een open brief plechtig te ver klaren en te beloven„dat hij tot welzijn zijner onderdanen, en het gemeenschappelijk nut ter harte nemende, de sluis niet zou doen leggen zonder het goedvinden der Heemraden, zoowel die het thans waren, als die het in volgende tijden wezen zouden." De trap van ontwikkeling, de zedelijke en huishoudelijke toestand der boerenklasse gedurende de 16e eeuw wordt ons door een tijdgenoot op treffende wijze geschilderd en wij kunnen dus niet beter doen dan hem zelf aan het woord te laten „De aard van den Nederlandschen boer," zegt hij, „is onder scheiden. Zij, die het Noordelijkste gedeelte des vaderlands bewonen, voeren een vrij strenge en sobere levenswijze, minder door armoede genoopt, dan door zuinigheid, die z(j als het beste inkomen beschouwen, terwijl zij zich van grof brood met kaas en melk of wei tot levensonderhoud bedienen. Onder dezen zegt men, dat er somiijds gevonden worden, die een leeftijd van honderd jaren bereikten, terwijl hun kracht nog ongebroken en hun ouderdom nog bloeiend is; afkeerig van wijn en sterken drank, altoos bedrijvig werkzaam en hun arbeiders wakker nagaande. De jongelingschap onder hen gaat gedurende een gedeelte van 't jaar naar Duitschland en de Noorsche kusten scheep, of bezoekt die van Spanje over zee, en vaart in het late najaar ter haringvangst, alleenlijk in den winter zich een weinig meer dan gewoonlijk te goed doende. In de meer Zuidelijke streken, waar de bodem weliger is en vruchtbaarder, laten zij den grond door gehuurde handen bearbeiden en geven zich meer over aan gemak en ledigheid, waartoe zij door een hun erfelijk eigen traagheid worden genoopt, en brengen den tijd door met, feesthonden en brassen, terwijl zij hun gepachte akkers en weilanden, als waren die hun eigendom, aan hun kinderen ter bezitting overlaten een gewoonte, welke zij zóó stijfhoofdig volgen, dat men hun verzet soms niet dan met geweld en doodslag verwinnen kan". Zoodanig was de gesteltenis van den vaderlandschen boerenstand, toen de Hertog van Alva dreigde, dat hij de Hollanders in hun melk- en botervaten versmoren zou, en daardoor een sprekend blijk gaf, hoe hoog de welvaart en rijkdom van die klasse ook bij den weelderigen Znidlander stond aan- geschreven. Trouwens, het blijkt op allerlei j wijzen, dat Holland's bloei en rijkdom in den morgenstond der nieuwere tijden niet enkel uit handel en nijverheid ontsproten. Immers, resumeeiende wat wij schreven over onzen boerenstand in de Middeleeuwen, hebben wij gezien een bevolking, aanvankelijk in de diepste vernedering verzonken en door onteerende voorrechten harer overheerschers verdrukt, die zich allengs, en doorgaans zonder schokken, verheft, door vlijtigen arbeid tot welstand opklimt, zich van een verlagende dienstbaarheid geleidelijk ontslaat, tot den rijkdom en het aanzien des lands krachtdadig medewerkt, den landbouw boven hetgeen hij in naburige gewesten was volmaakt, in de veeteelt boven alle toen malige volken uitmunt, en alzoo het woord van Rome's weisprekenden Redenaar bevestigt toen hij schreef: Van al de bedrijven, waardoor men vermogen wint, is niets heilzamer, niets vruchtbaarder, niets den vrijen mensch meer betamende, dan veld en akkerbouw. Amst. S. J. van Heijstervelt. XXXIV. o— Onlangs kreeg ik een brief van een bacterie- schuwe koekjesliefhebster, waarin zij mij verzocht, de aandacht te willen vestigen op de animo, waarmee door de heeren banket bakkers in onze Hollandsche steden de bacil len-cultuur wordt bevorderd. Haar jongste ondervindingen zijn dan ook zeer zeker bedenkelijk en verontrustend voor de vele gemoederen, die door de waarschu wende stemmen onzer huidige doctoren voor en na zijn wakker geschud. „In het zakje, bestemd om de door mij bestelde koekjes tijdelijk te huisvesten", schrijft ze, „werd door de winkeljuffrouw lustig geblazen om het te openen. Nu valt er op een frisschen ademtocht niets te zeg gen, maar alles op zijn plaats. En ik geloof, dat niemand mjj zal tegenspreken, als ik beweer, dat een koekjeszak niet de geëigende plaats voor eventuëel frissche ademtochtjes is. „Na dit intermezzo verdween de hand der winkeljuffrouw in de koekjestrommel en bracht in tempo's de koekjes van daaruit in den zak over, waarna deze op de weegschaal geplaatst, gewogen en zooals dit met concrete zaken dikwijls gaat te zwaar bevonden werd. Vier koekjes werden weer als Handgepiick naar de trommel ver voerd twee er van kwamen na een rijpelijk wegen en overwegen weer in mjjn zak terug. Dit alles steeds met behulp van dezelfde vingertjes, die even daarna in de geldlade frommelden tusschen het van bacillen kri oelende koper- en zilvergeld, om misschien na enkele seconden weer ten behoeve van een nieuwen klant in de koekjestrommel te grasduinen. „Zouden de heeren banketbakkers niet eens in overweging willen nemen, dat een proces als het bovenstaande in staat is, om de meest hartstochtelijke koekjesliefhebster van haar voorliefde voor het ons gehemelte streelend gebak voor goed te genezen 'i En daar het toch in hun belang is, zulks te voorkomen, schijnt het mij niet ondienstig hen in bedenking te geven, mèt de fraaie buitenlandsche bena mingen van Patisserie, Confiserie, Salon de llafraichissement, enz., ook de buitenlandsche methode over te nemen om met behulp van schopjes of tangetjes de koekjes en gebakjes te verplaatsen. Wanneer dan, evenals in het buitenland, de betaling mocht geschieden aan „C a i s s e", door een en dezelide „Caissière bediend, en de winkeljuffrouwen ons onze zakjes zouden i willen afstaan zonder ze vooraf open geblazen te hebben, zullen we weer van onze taartjes j en koekjes kunnen genieten zonder genotver- storende bacillen-visioenen". Zooals ik zei, ik acht de recente ervaringen dezer dame zoo verontrustend voor de gemoe deren, die door de eindelooze waarschuwin gen onzer moderne doctoren uit hun dommel Door OTTO ELSNER. o-o-o 16. Sedert den dag, waarop Axel zijn moe der had medegedeeld, dat hij met Hilde Schwarz was verloofd, had Lij riet meer over het geval gesproken. En evenzoo vermeed zij het, daarover te beginnen. Maar zij sloeg eiken stap, dien hij deed, wel gade met het oog eener moeder. Zij zag, dat hij al het mogelijke deed, zich een verzekerde toekomst te scheppen. Onop houdelijk schreef en kreeg hij brieven. Nu eens kwamen ze van gemeentebesturen, dan weer van particulierenmaar allen deden ze de moeder de mededeeling, hoe ernstig hij naar het doel streefde, dat hij zich voor oogen had gesteld. Het geheele optreden van Axel bewees, dat hij een geheel ander persoon was geworden. Hij, die het geld anders even zorgeloos uitgaf, als hij het had gekregen, was nu zeer spaarzaam. Van de som, die hij als steeds nog van zijn moeder ontving, scheen hij nauwelijks iets te gebruiken. Het geld, dat hjj aan zijn kameraden had geleend, inde hij weer met groote beslistheid. De beide paarden, die hij in Potsdam hield, verkocht hij de keurige woning, die hij daar met alle luxe had ingericht en be woonde met zijn vrienden, werd dadelijk te koop gepresenteerd. Met een zwaar hart kwam mevrouw Bertram dit alles te weten. Axel gedroeg zich zeer correct en be scheiden, zooals hij dat steeds had gedaan. Ook niet aan de minste opmerkzaamheid liet hij het ontbreken. Slechts, dat van zjjn gelaat de vroolijkheid was geweken en dat hij, die anders niet het minste ge daan zou hebben zonder haar te raadple gen nu zwijgend en op zichzelf steu nende, zijn weg ging, dat was het verschil. „Vader in den Hemel", bad de beang stigde vrouw, „wat hij ook doe, al is 't dan tegen mijn wil geef hem uw zegen." Fransje Petersen werd op de villa geroe pen, om de noodige bestellingen op te nemen voor den aanstaanden herfst. Eerst was ze bang geweest, dat men haar ver geten zou, en nu was ze toch wel wat bang. een flinke terechtwijzing te zullen ont vangen. Mat een zwaar hart was ze heen gegaan, maar stralend van geluk kwam ze terug. „Nu, hoe was het?" vroeg de moeder. „Zóó goed als het nog nooit is geweest! Mevrouw Bertram heeft het geval met geen woord aangeroerd. Ik moest een kop koffie drinken en een koekje gebruiken. Daarbij bespraken we de costumes, die ik zou maken. Voor u en de kinderen heeft ze mij ook 't een en ander beloofd, dat Kathe moet halen. Mij heeft Elli Reventlow een mooi theeservies cadeau gedaan een stuk voor je huishouden, zooals zij zeide, wanneer ik eenmaal een eigen haard zal hebben." „Dom dingDenk je dan reeds aan trouwen Fransje bloosde tot over de ooren, want ze had het geheim van haar hart nog aan geen levende ziel toevertrouwd. van onwetendheid zijn wakker geschud, dat ik geen oogenblik heb geaarzeld, om aan haar vriendelijk verzoek te voldoen. Ja, als men dat zoo nagaat, dan beleven we toch een heerlijken tijd Wat wisten b.v. onze vaders en grootvaders van bacillen, microben, bacteriën of hoe dat ziektekwee- kend gespuis verder heeten mag Wat wisten zij van zoovele andere dingen, die toch zoo schadelijk voor de gezondheid zijn Ach neen, vrij lieten ze ons, in onze jeugd, des zomers met bloote voeten langs het Scheveningsche of Zandvoortsche strand loopen, om er te spelen en er te graven naar hartelust, om er onder blij gejuich de eene golf na de andere over onze voeten te laten gaan. Vrij mochten wij onze vliegers oplaten, van de duinen naar beneden rollen, een glaasje limonade drinken met een rietje. Want die brave lieden meenden, in hnn onwetendheid, dat dit alles onschadelijk was. ja, vreeselijker nog, dat dit onze gezondheid zelfs zou bevorderen. Gelukkig echter hebben we in onze dagen mannen als b.v. Dr. Francken, badarts van het Kurhaus te Scheveningen, die reeds in 1895 schreef „De pen brandt mij sedert jaren in de hand, om te schrijven over het in zee loopen van de kinderen aan ons strand." Hoe Dr. Fran cken jaren lang die brandende pen in de hand heeft kunnen houden, zullen stellig onze knappe medici wel weten te verklaren. Genoeg, des dokters ongeschroeide vingeren hebben een ernstige waarschuwing geschre ven tegen dat op bloote voeten in zee loopen van onze kinderen. Thans weet ieder, hoe schadelijk voor de gezondheid dit is. Allerlei akelige ziekte-aandoeningen, als darmkatarrh, verschijnselen van valsche croup, blaaskramp, ja zelfs ontsteking van het hersenvlies, kun nen het gevolg zijn van den koelen golfslag, nog daargelaten het afschuwelijke gevaar van in een stukje glas te trappen. En weer een ander medicus heeft gewaar schuwd voor d i t en een derde voor dat en zoo weten wij nu véél, zéér veel in het be lang onzer gezondheid en die onzer kindeyen, wat aan onze ouders en grootouders totaai onbekend was: Ieder gelezen boek dient ont smet alvorens een ander het mag aanraken. Een glaasje limonade met een rietje kan iemand hartverlamming bezorgen, het rollen van de duinen een gebroken nek. Zelfs het schijnbaar onnoozele nationale oplaten vaneen vlieger is een nationale ramp vanwege het staren in de scherpe lucht. Maar nu gij eindelijk de menschheid hebt wakker geschud uit den diepen slaap harer onwetendheid, o hooggeleerde medici van het heden, nu zijn wij u ten zeerste dankbaar. En alles willen wij laten wat gij nadeelig voor ons houdt, omdat wij onze gezondheid op prijs stellen als een zeldzamen schat. En alles willen wij onzen kinderen verbieden, wat gij schadelijk voor hen acht, omdat wij onze kleinen van harte liefhebben. Maar met eerbied vragen wij u thans, o hooggeleerde moderne medici, wat mogen wij en onze kinderen nu wèl doen CORRESPONDENTIE: B. te S. Brochure in dank ontvangen. Ik zal u schryven. P. te H. Uw voorstel kan ons weinig bekoren. Voor den heer Staalman toch heb ben wij persoonlijk èn als Raadslid èn als afgevaardigde, de grootste sympathie, alhoe wel z ij n richting volstrekt niet de onze is. Alleen met 's mans eigenaardige reclame-make rij en met de dialogen van Jaap en Tys hebben wij ons wel eens veroorloofd, een enkele maal een beetje den draak te steken. K. te A. P. Bij gelegenheid. T. P. Uitspraken op Maandag 21 Juli. A. B. te Schagen. Ontbreken der namen van logeergasten in het nachtregister. Vrijge sproken. J. D. W. te Haringhuizen. Rijden met een motorrijwiel zonder vergunning van Ged. St. van Noord-Holland, f 5 of' 2 dagen. J. F. te Eenigenburg, los laten loopen van een paard, 60 cent of 1 dag. S. K. te Barsingerhorn, los laten loopen van een paard, f 3 of 2 dagen. Mevrouw Bertram was baar heel anders toegeschenen. Haar geheele optreden was anderszij zag er treurig uit. Ook Elli Reventlow was Fransje anders voor gekomen dan gewoonlijk. Zij zag er even bleek uit als de witte waterlelies, waarvan ze zoo hield. Over haar anders zoo vroolijk kijkende oogen lag een sluier, net alsof ze veel weende. Vrouw Petersen schudde het hoofd. Zij wilde niet begrijpen, dat zulke rijke men- schen ook nog verdriet konden hebben. Zij toch hadden geen zorgen. Wanneer zij en Fransje slechts het tiende deel van zulk een groot vermogen hadden als Axel's moeder of Elli Reventlow, dan zouden ze wel vroolijk en opgewekt zijn, zóó zelfs, dat een elk, die met haar verkeerde, er door zou worden aangestoken. In het huis van den muziekleeraar werd bij het zwijgen volhard. De oude man keek als een stier, wanneer Hilde afwe zig en naar haar verloofde- was. Tel kens gaf hij zijn ergernis op de grofste wijze lucht en dat eindigde meest al met toespelingen, die Hilde het bloed naar de wangen dreven. Merkwaardiger wijs gaf zij, die anders zich nooit stil hield, nu slechts hoogst zelden eenig ant woord. Hoezeer zij Axel ook lief had, met zijn ideale wereldopvatting kon ze zich maar zeer slecht vereenigen. Het vooruitzicht, dat haar hun toekomst bood, was maar weinig aanlokkend. Haar helder, in de stormen van het werkelijke leven gescherpt oog zag in de verte, dat hetgeen hij haar bood, weinig meer was dan armoede en wellicht zelfs de naakte ellende. Hilde had dikwijls genoeg moeite, haar J. T. te Zijdewind, visschen in gesloten vischtijd, f 1 of 1 dag, met verbeurd verklaring van den hengel of 1 dag. L. S. te Callantsoog, tappen na gesloten tijd, f 1 of 1 dag. D. B. te Callantsoog, A. Z. te 't Zand, J. Z. te idem, G. K. te idem, R. H. te Callantsoog, A. T. te idem, C. H., zonder bekende woon plaats, J. H., idem, wegens aanwezig zijn in een herberg na het sluitingsuur, allen f 1 of 1 dag. W. v. d. S. te Anna Paulowna, als eigenaar van een merrie, die hij heeft laten dekken door een hengst, die daarvoor niet goedge keurd was, f 1 of 1 dag. P. M., idem, idem. J. S. te Anna Paulowna, bezigen van een hengst tot dekken van merriën, zonder dat die hengst daarvoor was goedgekeurd, f 3 of 2 dagen. P. Z. te Warmenhuizen, dronkenschap, f 1 of 1 dag. J. K. te Amsterdam, hardloopen zonder vergunning van B. en W. van Schagen, f' 2 of 2 dagen. J. G. te Anna Paulowna, hondenwagen los en onbeheerd laten staan, f 1 of 1 dag. C. de J. te Wieringerwaard, rijden met honden zonder muilkorf, van rechtsvervolging ontslagen. P. B. te Zijpe, loopen op eens anders land zonder toestemming, f 6 of 3 dagen. J. Z. te Kolhorn, rijden met honden zonder muilkorf, f 1 of 1 dag. M. P. te Haringcarspel, straatschenderij, f 5 of 3 dagen. P. v. S. te Anna Paulowna, H. K. te idem, K. H. te idem, als eigenaars van merriën, die zij hebben laten dekken door een hengst, die daarvoor niet goedgekeurd was, f 1 of 1 dag. A. B. te Schagen, tappen van sterken drank zonder vergunning, f 15 of 6 dagen. A. P. te Schagen, dronkenschap, f4 ofSd. verdriet daarover neer te drukken. Terwijl de weduwe van den handelsraad nog wikte en woog, hoe zij zich tegenover Axel's plannen moest gedragen, geschiedde er iets, waarop ze niet was voorbereid. Op een dag kwam Elli bij haar in de bibliotheek. „Tantetje, ik heb een verzoek 1" „Spreeklieveling," antwoordde de oude dame, van het boek opkijkend, waarin ze had gelezen. „Eerst zou ik u wel schaakmat willen zetten," zeide Elli, terwijl zij haar bleek gezichtje zoo vroolijk trok, als het haar maar mogelijk was. „Hoe moet ik dat begrijpen „Nu ja ik zou vooruit wel de belofte willen hebben, dat u mijn wensch, dien ik u aanstonds zal zeggen, wilde toestaan." „Wanneer het maar eenigszins mogelijk is dan zeker, mijn kind." Zij streek Elli met de rechterhand tee- der over het hoofd en drukte haar een kus op de wangen. „Welnu dan, verzet u toch niet tegen de keus, die Axel heeft gedaan. Sta hem toe, dat hij het meisje, dat hij lief heeft, ook trouwt." Mevrouw Bertram kromp ineen. „Jij riep ze verbaasd„dat raadt jij me „Jawel, tante 1" Een oogenblik was ze sprakeloos. Dan trok ze Elli naast zich op een stoel „Hoor eens, ElliDaar jij nu zelf dit geval aanroert, zullen we het ook met de grootste openhartigheid bespreken. Ik heb het nooit tegenover jou aangeroerd niet, mijn lief kind, zooals ge wei weet, uit gebrek aan vertrouwen, maar omdat, Schagen, 26 Juli 1902. Donderdag j.L, ten lO'/j ure, vergaderde de Tweede Coöperatieve Vereeni- ging tot aankoop van Veevoeder, enz., alhier, in het lokaal van den heer J. Vader Az. De Voorz., de heer C. Asjes, opende de vergadering de Secretaris, de heer Jb. de Moor, las de notulen, die onveranderd werden goed gekeurd. Daarna werd het uitstekend gestelde jaar verslag gelezen daaruit stippen we aan, dat het aantal leden toenam, maar het aantal geleverde lijnkoeken daarentegen af. De oor zaak daarvan is, dat te Nieuwe Niedorp een Coöp. Vereen, is opgericht, zoodat te Lutjewin kel 35000 stuks werden geleverd tegen 64000 stuks vorig jaar, wat dus een vermindering gaf van 2900U stuks. Ook de knoeierijen van den leverancier van vorigjaar hebben bepaald een ongunstigen invloed op het bestellen voor dit jaar uitgeoefend. Hot aantal geleverde lijnkoeken bedroeg 421.832; An.erikaansche koek 26.250 K.G. Vorig jaar bedroeg het gezamenlijk getal 510.660, tegen nu 448.082, dus thans 62 578 minder. Over dm leverancier van dit jaar kan men tevreden zijn de aanbestedings-voorwaarden ei6chen verandering. Er was namelijk gecon tracteerd op de voorwaarde, dat de gemid delde analyse der 5 leveringen moest voldoen aan het gegarandeerde. Zoodoende kon de leverancier na een le leveriDg, die lang niet aan de eischen voldeed, in de wier volgende leveringen di goed maken, om zoodoende tot een gemiddeld voor de 5 leveringen te komen, dat aan den eisch voldeed. De mogelijkheid was dus groot, dat men steeds kreeg 1 leve ring die slecht was en 4 die aan de eischen voldeden. De speling, die aan het Proefstation te Hoorn werd toegelaten, was zoo, dat men dan altijd buiten korting bleef. Was op deze wijze niet gecontracteerd, dan zou van de eerste levering gekort kunnen zijn. De ontvangsten bedroegen f47741.36; uit gaven f 47565.31; batig saldo f 179.05. Er moest nog worden terugbetaald aan de leden f 137.06, das bleef in kas f 41.99. Het lijukoekstof had opgebracht f 143.85. Kunstmest was niet geleverd. De Commissie tot nazien der rekening, be staande uit de heeren P. Huiberts, Anna Paulowna, H. Jimmink, Zijpe en J. Pz. de Wit, Schagen, had schriftelijk mededeeling gedaan, dat zy tot goedkeuring der rekening zooals ge wel kunt denken, mijn hart in zijn diepste schuilhoeken daarbij* siddert „Maar tantetje dat weet toch immers iedereen „En welke reden gelooft men, die mij ervan afhoudt, mijn toestemming te geven Wellicht omdat Hilde Schwarz arm is? Neen, Elli! Wie dat oordeel velt, kent mij al heel slecht. Ik geef toe, dat ik als schoondochter gaarne een meisje had, dat tot onzen stand behoorde. Maar dat alleen kan bij m:j nooit den doorslag geven. Mijne weigering ontstaat uit een heel andere reden." „Die is?" „Dat ik steeds heb gehoopt, dat jij, Elli, eenmaal als Axel's vrouw hier zoudt zijn binnengekomen." Het jonge meisje lachte helder. „Maar, lieve tanteAxel en ik een paar neen, dit is te komiek." Zij sloeg de handen in elkaar en schudde het hoofd zoo overmoedig, dat de blonde krullen heen en weer dansten. Mevrouw Bertram vertrouwde haar eigen oogen niet. „Ik dacht, dat je hem liefbadt", zeide ze. „Als een goed vriendden besten dien ik op de wereld bezitals een broer zeker maar trouwen nooit Weder lachte zij zóó helder en vroolijk, dat ze zichzelf bijna niet meester kon blijver. „Welk een dwaling. Maar je schijnt Axel dan toch steeds nog gaarne te mogen". „Ik zeide het u reedsals een broeder. Maar daar trouwt men toch niet mede. Wij hebber, simen hal gespeeld, en als kinde ren schik gehad 1 Maar dat moest, nu, nu we volwassen waren, toch ophouden."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 5