Zondag 24 Augustus
iöslc Jaargang No. 4760.
DERDE BLAD,
De scheiding der
Schager- en Niedorper
Koggen.
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
SCHAGER
Alititei Bitlis-,
COURANT.
Alitrititit- k Liiüinili
I(o) I—
In ouzen tijd vormen de Schager- en de Nie
dorper Koggen, als waterschap beschouwd, 1
ieder een afzonderlijk gebied.'
Elk dezer deelen heeft zijn eigen boezem,
waarop de omliggende polders hun water
uitmalen, en elk dezer beide boezems heeft zijn
eigen strijkmolens, in tateren tijd versterkt
door een stoomgemaal. Zooals bekend is, staan
de strijkmolens en het stoomgemaal, dienende
tot afmaling van den Niedorper Koggeboezem
nabij Lutjewinkel, en die, welke den Schager
Koggeboezem afmalen, nabij Kolhorn.
Overeenkomstig het verschil in hoogte-lig
ging der gronden in de beide Koggen, hebben
hunne boezems een verschillend zomerpeil
dat van den Niedorper Koggeboezem is 0.66 M.
onder A.P. en dat van den Schager Kogge
boezem is 0.93 M. A.P. De laatste ligt dus
dieper dan de eerste en een noodzakelijk gevolg
hiervan is, dat de gemeenschap tusschen de
beide boezems, ten behoeve van de scheep
vaart, moet worden bewerkstelligd door eene
schutsluis. Deze ligt aan het einde van de
Kromme Gouw nabij Kolhorn.
De scheiding der beide Koggen heeft
plaats gehad in het midden der 17e eeuw.
Vóór dien tijd hadden de verschillende
gronden der Schager- en Niedorper Koggen
een gemeenschappelijken boezem, waarop hun
water werd uitgemalen, en die boezem stroom
de of op de Zuiderzee door sluizen te Kol
horn, op de plaats waar thans de Schager
Koggeboezem tegen den Westfrieschen dijk
loopt. Op die plaats hebben dezer dagen
de werklieden bij het bouwen der walmnren
langs den dijk te Kolhorn, veel last gehad
met het verwijderen van zwaar oud paal
werk in den djjk.
De Koggeboezem kon. wanneer wind of
tij het spuien te Kolhorn belette, ook geloosd
worden op den Raaksmaatsboezem door twee
verlaten of sluizeneen bij Oude Niedorp
(Niedorper Verlaat) en een in het gehucht
Tolke (in den Tolkerdijk).
Verschillende omstandigheden hebben sa
mengewerkt om de waterloozing op alle de
drie plaatsen bovengenoemd zoodanig te
bemoeilijken, dat men naar eene betere afwa
tering van den boezem omzag.
Toen tusschen de jaren 1626 en 1650 ach
tereenvolgens de Heerhugowaard, de Scha-
gerwaard, de Bleekmeer, de Schaapskuilmeer,
de Woudmeer en de Berkmeer waren droog
gemaakt, waarbij de gelegenheid tot water
berging natuurlijk zeer werd verminderd,
moest het peil van Raaksmaatsboezem, waartoe
die meren vroeger behoorden, vooral in tijden
van waterbezwaar aanmerkelijk rijzen.
Dit was weder een beletsel voor de Schager-
en Niedorper Koggen, om zijn water door de
Niedorper- en Tolker verlaten te loozen.
Daarbij kwam, dat na de aaudijking van
de Wieringerwaard in 1610 zich buiten de
sluizen te Kolhorn eene aanslibbing had ge
vormd en dat de vloeden in zee steeds hooger
liepen. Het gebeurde soms in den herfst, dat
de zeesluizen drie weken achtereen gesloten
moesten blijven.
De toestand werd meer en meer ondragelijk.
De regenten van Niedorp en Winkel en de
molenmeesters der polders, binnen hun gebied
gelegen, raadpleegden herhaalde malen met
elkander over de middelen ter verbetering,
en kwamen tot de overtuiging dat het vol
strekt noodig was, den boezem van Schager-
en Niedorper Koggen niet langer door
spniïng, maar door afmaling te ontlasten.
Doch hierin kon men niet tot een vergelijk
komen met de schillende besturen van de landen
der Schagerkogge.
Burgemeesters, schepenen en regeerders
van Niedorp en Winkel (het Burgerlijk Be
stuur alzoo), met het meerendeel van de mo
lenmeesters der Niedorperkogge gingen daarop
hun eigen weg en wendden zich op 16 Mei
1661 tot de Staten, met het verzoek om zoo
veel strijkmolens te mogen oprichten als zij
voor het uitmalen van den Koggeboezem
noodig zouden achten en eene voldoende uitwa-
teriugsluis in den Westfrieschen zeedijk te
mogen aanleggen.
In December van dat jaar werd de Niedor
perkogge bezocht door het Ooilege van
Gecommitteerde Raden van Holland (wier
bevoegdheid ongeveer gelijk' was aan die dei-
tegenwoordige Gedeputeerde Staten) en op
hun advies werd op 16 September 1653 het
verlangde octrooi (verlof) aan adressanten der
Kogge verleend.
Ten opzichte van de Schagerkogge werd
door de Staten bepaald, dat, indien Regenten
der Schagerkogge tot deze onderneming
wilden medewerken, zij daartoe gerechtigd
zouden zijn, mits betalende naar evenredig
heid hunner landenzoo niet, dan zon het
werk door de Niedorperkogge alleen voor
eigen kosten worden ondernomen. Voor dit
laatste geval werd aan Gecommitteerde Raden
en de Rekenkamer opgedragen, de voorwaar
den der scheiding tusschen de Koggen te
keipen beramen, en, ingeval van verschil,
daaromtrent te beslissen.
De besturen der landen van de Schagerkogge
waren het in deze zaak niet met elkander
eens. De Regenten van Schagen waren bepaald
vóór de afscheiding der beide koggen doch
Kolhorn en te Barsingerhorn waar de
gronden het laagst en tevens het dichtst bij
uitwateringsluizen gelegen waren, was
®6n beducht voor waterbezwaar wanneer de
1 'edorperkogge voor zichzelf ging zorgen
c dus van afwatering naar dien kant
geen sprake meer kon zijn.
vr«e ^enten van Schagen erkenden, dat de
Reri Van kuren van Kolhorn en Barsin-
orn gegrond was en verbonden zich
daarom bij schriftelijke overeenkomst op
6 November 1663, om, indien zulks vereischt
werd, met Kolhorn, Barsingerhorn en Haring
huizen te zullen overgaan tot het beramen
en bewerkstelligen van doeltreffende midde
len, hetzij door oprichting van strijkmolens,
invoering van een maal peil, of iets dergelijks,
ten einde Kolhorn en Barsingerhorn te ver
lichten en de belangen der Kogge te dienen,
een en ander voor gemeenschappelijke reke
ning der Kogge. j
Door deze verzekering gerustgesteld, heb-
ben Regenten van Barsingerhorn en Kolhorn
aan het verlangen der Regenten van Schagen
toegegeven en hiermede was de scheiding
der Schager- en Niedorper Koggen beslist
uitgemaakt.
Door schepenen van Oude Niedorp, Nieuwe
Niedorp en Winkel werden nu in overleg met
molenmeesters uit de Niedorperkogge, de noo-
dige plannen der uit te voeren werken en
wijze van beheer ontworpen en door Gecom
mitteerde Raden goedgekeurd op 5 Novem
ber 1656.
Het aantal strijkmolens werd bepaald op
vijf. De kosten van onderhoud werden omge
slagen over de 'polders in de Kogge, geers-
geersgelijk, de onderhoudskosten van den
boezem bleven eveneens voor gemeene reke
ning. Doch iedere polder bleef belast met het
onderhoud zijner kaden, tegen den boezem
gelegen. Alleen ten aanzien van de kaden,
langs de Schagerkogge gelegen, werd bepaald
dat zoolang die kogge niet zelf een strijkge-
maal had gesticht, het onderhoud dier kaden
voor een zeker deel ten laste van de geheele
Niedorperkogge zou komen.
De uitvoering der werken bleef opgedragen
aan Gecommitteerden, totdat na de voltooiing
een blijvend Bestuur werd ingesteld met den
Schout der Kogge als Dijkgraaf.
De inrichting of samenstelling van het
Bestuur over dit nieuwe strijkgemaal is langen
tijd een punt van quaestie geweest, en wel
om de volgende redenen.
Het waren hier de leden van de dorps
besturen geweest, die het initiatief tot
oprichting van het strijkgemaal hadden
genomen, die het octrooi hadden aange
vraagd en verkregen en daarmede over
eenkomstig kwam de waardigheid van bestuur
toe aan de vijf waarschappen of vertegen
woordigers der dorpen onder den Schout der
Kogge als Dijkgraaf. Ook-in de Vier Noorder
Koggen lieten de dorpen op deze wijze de
belangen der bemaling door hunne waar
schappen behartigen.
Daartegenover werd aangevoerd, dat de
dorpsbesturen in de Niedorperkogge van
ouds hadden gemeend, zich niet met de zorg
voor de bemaling te moeten belasten en dat
daarom de eerste vier watermolens in de
Kogge in het jaar 1514 waren gesticht door
de vereenigde landeigenaars zei ven. In dit
opzicht was hier dus geene vereeniging van
dorps- en waterschapsbestuur als beginsel
aangenomen.
Gecommitteerde Raden bleken ook deze
meening te zijn toegedaan en beslisten bij
Reglement van 5 Nov. 1655, dat de Officier
der Niedorperkogge zou optreden als Dijk
graaf en dat onder hem het Bestuur zou
worden gevormd door vijf Heemraden, door
hem te kiezen uit dubbeltallen, door de
molenmeesters van alle polders in de Kogge
bij stemming aan te wijzen, in dier voege,
dat eeu der Heemraden uit Oude Niedorp.
twee uit Nieuwe Niedorp en twee uit Winkel
moesten zijn.
Nadat de Schagerkogge van de Niedorper
Kogge was gescheiden, werd in de eerste al
spoedig een maalpeil ingevoerd, waaraan alle
polders zich hadden te houden, met uitzon- i
dering van den polder Burghorn.
De bedijkers van Burghorn hadden om-
streeks 1466 een watermolen gebouwd nabij
den ouden dijk, waarschijnlijk wel de
oudste in de Schager Kogge welke molen I
uitsloeg op het water in den Schager polder.
En nu schijnt het, dat Schagen niet heeft j
kunnen beletten, dat Burghorn onbeperkt
van zijn recht tot uitmaling op den polder Scha
gen gebruik bleef maken. (Genoemde Burg-
hornder molen bestaat thans niet meer).
Met de invoering van het maalpeil in de
Schagerkogge werd de molenaar van den j
Kaagmolen aangesteld als seingever.
De werking van het strijkgemaal van den
Niedorperkogge-boezem was zoo gun
stig, dat de Schagerkogge steeds meer hare
tekortkoming gevoelde en door Barsinger
horn en Haringhuizen het eerst werd ge
wezen op de wenschelijkheid van eene afwa
tering, zooals men al sedert tientallen van
jaren onder Niedorp en Winkel bezateen
strijkgemaal dus.
In 1730 werden hierover onderhandelingen
gehouden tusschen de Regenten van genoemde
dorpen en die van Schagen, doch ook nu
plaatste Schagen zich tegenover de andere
dorpen, bezwaar makende tegen de kosten.
Regenten van Barsingerhorn en Haring
huizen riepen nu de bemiddeling van Gecom-
initteerde Raden in, met dit gevolg, dat op
9 Januari 1738 de gezamenlijke Regenten
uit de dorpen der Schagerkogge besloten,
om drie strijkmolens op te richten. Gecommit
teerde Raden beslisten daarop, dat die molens
te Kolhorn zouden worden geplaatst.
De inrichting van Bestuur was hier spoe
diger gereed, dan indertijd in de Niedorper
kogge.
Hier, in de Schagerkogge, hadden de dorps
besturen zich altjjd met de zorg voorde bema
ling belast, de molens doen bouwen en in
het beheer daarvan voorzien. En zoo schijnen
ook de Waarschappen der dorpen dadelijk de
uitvoering van het plan tot het bouwen der
strijkmolens op zich genomen te hebben. Zij
waren het. die in alle daarop betrekking
hebbende zaken zich wendden tot Gecommit
teerde Raden. Aan hen is ook voortdurend
het Bestuur der Schagerkogge-strijkmolens
opgedragen geweest, met den Baljuw, tevens
schout der Heerlijkheid Schagen, als Dijkgraaf
B- P. S. Jz.
Men meldt uit UTRECHT
Ook te Utrecht is den Boerengene
raals Woensdag een warme, hartelijke
ontvangst bereid. Een groote menigte
had zich op het Stationsplein opgesteld,
om hun aankomst af te wachten. Op
het station bevond zich een talrijk publiek.
Op den juisten tijd kwam de trein
te Utrecht aan. Nauwelijks hadden de
generaals het spoorwegrijtuig verlaten, of
kreten alsLeve de Boerengeneraals,
Leve De Wet! enz, weerklonken.
Op het perron kwam prof. De Louter
het drietal tegemoet en hield een korte,
doch kernachtige toespraak tot ben. Hij
herinnerde, hoe president Kruger te
Utrecht een rustig verblijf heeft gevonden
en hoo ook in deze stad het volk heeft
medegeleefd met het Boerenvolk, hoe
ook in Utrecht duizenden zijn bijeenge
bracht tot leniging van de nooden van
het strijdende volk, en voorts, hoe ook
daar duizenden gebeden zijn opgestegen
voor het broedervolk in Zuid-Afrika.
Verder werden de generaals nog toe
gesproken door ds. Elaarhaver, namens
de afdeeling van het Christelijk Nationaal
Boerencomité en door den heer De Beer
namens de Israëlietische gemeente te
Utrecht.
Onder geestdriftige toejuichingen ver
lieten daarna de generaals met hun
gezelschap, bestaande uit de deputatie,
dr Leijds, Reitz, Bredell enz. het station
om plaats te nemen in de gereedstaande
rijtuigen. Het publiek werd steeds geest
driftiger. Men zong het Transvaalsche
volkslied en hief luide hoera's aan.
In draf ging het naar het Hotel des
Pays-Bas. Spoedig werd doorgereden
□aar Eruger's villa. Langs den geheelen
weg stond een talrijk publiek en werdcu
de generaals uitbundig toegejuicht.
Enkele oogenblikken vertoonden zich
de generaals op het balkon
Om half twee begaf men zich weer
naar Pays-Bas, waar een bijeenkomst
van de verschillende Boerenleider plaats
vond. De generaals zijn denzelfden dag
weer naar Den Haag teruggekeerd.
Een ongeluk.
Een voor 'n bakwagen gespannen jong
paard van zekeren Box te WATERGANG
schrikte nabij de Amsterdamsche poort
te Purmerend door de stoomboot „Eens
gezindheid". In dolle vaart vloog 't dier
regelrecht op 't café-restaurant van den
heer Droog aan eo door de glazen deur
op den hoek naar binnen, waar 't halver
wege in 't lokaal bleef staan, omdat de
breede wagen er niet door kon. De
schrik onder de bezoekers was niet te
beschrijven. Door de glasscherven heeft
't paard zich hier en daar bezeerd. De
voerman, die op den wagen was blijven
zitten, kwam met den schrik vrij.
Een Haagsche correspon
dent van de Haarl, Ct. schrijft, naar
aanleiding van het in de Engelsche pers
weer verspreide praatje over de groote
geldsommen, aan de Republieken toebe-
hoorende, die president Kruger en de
andere gedelegeerden in Europa in veilig
heid gebracht zouden hebben
„Hoewel het uit den aard der zaak
dwaas is, dat een President op verlof
immers dat was Eruger's positie
in het bezit zou zijn van millioenen,
toekomende aan de regeering, en waar
hij bovendien tijdens zijn reis er aan
bloot stond, gevisiteerd te worden, waarbij
deze fondsen in elk geval zouden wor
den verbeurd verklaard, hebben wij toch
gemeend, dat het wenschelijk was door
authentieke mededeelingen te trachten,
deze lasterpraatjes voor goed uit de
wereld te helpen.
Van den heer De Bruyn, secretaris
der delegatie, die zoo iemand goed
op de hoogte kan zijn, vernamen wij
het volgende„Wel verre van hier
gekomen te zijn in het bezit van staats
fondsen, heeft President Kruger voor
zijn vertrek uit Zuid-Afrika zijo geheele
saldo, ten bedrage van 40.000, bij de
Nationale Bank te Pretoria als renteloos
voorschot ter beschikking gesteld van
de regeering, daar voor het onderhoud
der commando's en verdere krijgskosten
zeer veel geld, vooral aan contanten,
noodig was. Niet alleen echter heeft hij
van zijn gereed geld afstand gedaan ten
behoeve van den staat, maar bovendien
heeft hij zijn kinderen de beschikking ge
geven over bijna zijn geheele grond
bezit, om zoo noodig ook dit ten behoeve
van den staat aan te wenden.
Voor zichzelf heeft hjj, behalve het
geld noodig voor zijn reis naar Europa
en zijn eerste uitgaven aldaar, slechts
twee hoeven overgehouden, van welker
opbrengst bij thans kan leveD." In plaats
dus van op staatskosten te leven, heeft
Kruger een voorbeeld gegeven van on
baatzuchtigheid, waaraan sommige Engel
sche autoriteiten, die aan leger-leverantie
e. a. een broodje verdienen, wel een
voorbeeld mochten nemen 1
Wat de gedelegeerden betreft, zij
waren ten hoogste verontwaardigd een
dergelijk verwijt te moeten hooren. Voor
alles wat *ij in het belang van den Staat
in voorschot hebben uitgegeven, bestaan
kwitanties, en in de tegenwoordige om
standigheden zal het zeer de vraag zijn,
of zij zich deze voorschotten ooit zullen
zien terugbetaald.
Het zal te bezien staan, of na deze
verklaring, die ook in de buitenlandsche
pers haar weg zal vinden, de lasteraars
hun praatjes zullen durven volhouden.
Van intrekken natuurlijk geen sprake!"
Tijdelijke ambtenaren
bij den telegraafdienst.
Onder den titel van tijdelijke ambte
naren zijn op het telegraafkantoor te
AMSTERDAM en op enkele andere
kantoren een zestigtal personen in dienst,
die bij het uitbreken van den oorlog
met Transvaal, verdreven werden en naar
het vaderland terugkeerden.
Thans zijn zij weder één a twee jaren
hier en behooren naar verzekerd
werd tot de beste ambtenaren van den
dienst gerekend te worden.
Deze bannelingen werden dezer dagen
pijnlijk verrast met de mededeeling,„dat
bij het hoofdbestuur wordt overwogen,
binnen welken termijn hunne dienstwaar-
neming bij de Ned. Post- en Telegraaf-
administratie behoort te eindigen."
Een treurige tijding
Weliswaar werden deze ambtenaren
er op gewezen, dat hunne betrekking
slechts tijdelijk was en zij geen rechten
op verhooging of vaste aanstelling kon
den doen gelden, doch hierbij heeft
men stellig in het oog gehouden de
mogelijkheid op een voor de Z.-A Repu
blieken gunstigen afloop van den oorlog,
waardoor zij hunne vroegere betrekkin
gen weêr zouden kunnen innemen.
De uitslag van den krijg is evenwel
van dien aard geweest, dat hun zelfs de
toegang tot Transvaal is ontzegd, zoodat
zij, met hunne gezinnen, tot den bedel
staf worden gebracht, wanneer niet een
middel wordt gevonden om hen in
's Rijks dienst te houden.
Wij hopen en vertrouwen, dat de Re
geering alsnog zoodanige bepaliagen zal
weten te treffen, dat de betrokken
ambtenaren voor algeheelen ondergang
behoed worden.
Marktbericht van WINKEL
van 21 Aug 1902.
Groote muizen f 0.65 a f 0.70, graafjes
f 0 80, blauwe aardappelen f 0.75, eigen
heimers f 0 90, slaboonen f 0.35 a f 0.45,
snijboonen f 1 20 a 11.25, peren f2.60
a f3.60, appelen f3.10 a f3.50, bieten
f 1.per 100, blauwe pruimen f 0.55
a 0.75, roode aalbessen 81/, a 9 cent,
komkommers 3 a 4 cent, wortelen 3
cent per bos.
Geslaagd voor examen
handteekenen L O. de heer C. van Hee-
rikhuizen te Amsterdam, vroeger te
LUTJEWINKEL.
SINT MAARTEN. Het Bestuur van
het Begrafenisfonds, in 1848 opgericht
te Eenigenburg, hield den 19 dezer zijne
gewone jaarvergadering in de herberg van
den hr. J.Sc'nermerhorn.De hr.A. Klerk,als
Commissaris aan de beurt van aftreding,
werd herkozen. Het onderzoek der reke
ningen over 1901 leidde tot geene op-
of aanmerkingenzo werden goedge
keurd, die van het begrafenis-fonds in
ontvangst op f3698.14 5, uitgaaf f 3863.95,
nadeelig saldo f 165.805; die van het
fonds van toelage in ontvangst op
f303.525 uitgaaf f 138.54® batig saldo
f 164.98. Het nadeelig saldo van het
begrafenisfonds was een gevolg van het
in den loop van 1901 tot een te hoog
bedrag uitzetten van gelden.
Beter ten halve gekeerd...
Een inwoner van DRIEL had reeds
twee vrouwtjes gehad, maar geraakte op
70-jarigen leeftijd nu weer verliefd op
een weeuwtje. De huwelijksaf kondigin
gen waren reeds geschied, toen de oude
heer tot andere gedachten kwam en er
stil van door ging, tot groot vermaak
der dorpelingenavond aan avond is nu
de woning van het bruidje door groepjes
ouden en jongen omringd, die door het zin
gen van liederen haar in het smartelijk
verlies trachten te troosten.
Woensdagmorgen zat
een gezelschap Amerikanen op een der
banken voor het hotel Weimar aan de
Spaansche kade te ROTTERDAM het
45 meter hooge Witte Huis te bewon
deren, toen een der dames haar reticule,
inhoudende talrijke gouden ringen en
broches, bezet met kostbare diamanten,
welke zij op de bank naast zich had
gelegd, vermiste.
Een jongen, die in de buurt van do
bank rondliep, heeft zich vermoedelijk
ijlings met zijo kostbaren buit uit de
voeten gemaakt.
De Amerikanen waren Woesdagnacht
per s.s. Potsdam gearriveerd op hun
doorreis naar Dusseldorf.
Een weerprofeet.
De voorspellingen van Capré voor de
eerste twee weken van Augustus zijn
precies uitgekomen. Helaas, voor de
laatBte helft der maand voorspelt hij
niets beters. Hij kondigt aan, dat de
dampkring-storingen, waarvan wij de
slachtoffers zijn, nog aanhouden.
Yan 18 tot 31 Aug. onzeker en twijfel
achtig, wel enkele mooie dagen De lee-
lijke dagen zijn 21 Aug. en van 24 toe
29 Aug. Na den 29sten komt een gere
gelde sterke depressie over Engeland,
waardóór Z. W. en W. N W. winden
over het kanaal waaien en regenachtig
weer brengen.
Een Bri t s c he paires van
ouden adel, lady Raglan, heeft zichzelf
ter bezichtiging aangeboden voor drie
pence. Het ziekenhuis in haar residentie
is zeer noodlijdend en kan, naar het
schijnt, maar niet genoeg geld krijgen.
Daarom heeft de adellijke dame in hetplaat-
seljjk blad een advertentie doen plaatsen,
waarin zij mededeelt, dat zij Woensdag
20 Augustus van 5 tot 7 uur namiddags
te zien zou zijn in haar kasteel, gekleed in
haar kroningstooi met de kroon op bet
hoofd, tegen betaling van drie stuivers.
Lady Raglan zou plaats nemen in den
zetel door haar in de Westminster Abdij
gebruikt.
Bijgeloof in Bosnië.
Een merkwaardig geval van bijgeloof
heeft zich in het district Rogatza in
Bosnië voorgedaan. Een boer, wonende
in het dorp Arensvicza, pleegde zelf
moord door zich op te hangen. Kort
daarna ontstond een hevige droogte, die
den oogst met algeheelen ondergang be
dreigde. De boeren kwamen bij elkaar
en verband brengend tusschen de droogte
en den zelfmoord, besloten zij het graf
van den zelfmoordenaar te openen en
water op het lijk te gieten, ten einde
hierdoor den langverwachten regen te
verkrijgen. Na aldus gedaan te hebben,
werd het graf met eenige plechtigheid
weer dicht gemaakt. De regen bleef
echter uit en de boeren, die zich aan
dit zonderlinge bedrijf hadden schuldig
gemaakt, werden door de gendarmen
gevangen genomen.
Niet alleen in Engeland,
ook in Neder-Oostenrijk en Boheme heb
ben de te velde staande gewassen zeer
geleden door zware regens.
In Zuid- l'iról trad de rivier de Naif
buiten haar oevers. Een huis stortte
gedeeltelijk in, waarbij twee menschen
omkwamen en acht ernstig werden ge
kwetst.
De Engelsche bladen ver-
genoegen zich, om de nieuwsgierigheid
van het publiek zooveel mogelijk te vol
doen, met mededeeüng van de kleinste
bijzonderheden omtrent het verblijf van
het Boeren-drietal in Londen te doen.
Zoo wordt o. a. verteld, hoe De Wet
ontsnapt is aan een menigte Londenaars
die het met hun misplaatste manifesta
ties den generaal erg lastig maakte.
De Wet en Botha verlieten hun hotel
om een uitstapje in den omtrek te doen,
maar werden onmiddellijk omringd door
een dichte menschen menigte, die hen aan
het hotel opgewacht had. De beide gene
raals namen daarop een cab, maar hol
lend en dravend volgde de menigte het
rijtuig en belegerde als het ware het
magazijn, waar de generaals tot het doen
van inkoopen binnengegaan waren.
De last veroorzakende menigte werd
hoe langer hoe dichter, toen De Wet
plotseling een idee kreeg.
Hij gaf last, om de pakjes uit het