Zondag 24 Augustus iöslc Jaargang No. 4760. DERDE BLAD, De scheiding der Schager- en Niedorper Koggen. Binnenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. SCHAGER Alititei Bitlis-, COURANT. Alitrititit- k Liiüinili I(o) I— In ouzen tijd vormen de Schager- en de Nie dorper Koggen, als waterschap beschouwd, 1 ieder een afzonderlijk gebied.' Elk dezer deelen heeft zijn eigen boezem, waarop de omliggende polders hun water uitmalen, en elk dezer beide boezems heeft zijn eigen strijkmolens, in tateren tijd versterkt door een stoomgemaal. Zooals bekend is, staan de strijkmolens en het stoomgemaal, dienende tot afmaling van den Niedorper Koggeboezem nabij Lutjewinkel, en die, welke den Schager Koggeboezem afmalen, nabij Kolhorn. Overeenkomstig het verschil in hoogte-lig ging der gronden in de beide Koggen, hebben hunne boezems een verschillend zomerpeil dat van den Niedorper Koggeboezem is 0.66 M. onder A.P. en dat van den Schager Kogge boezem is 0.93 M. A.P. De laatste ligt dus dieper dan de eerste en een noodzakelijk gevolg hiervan is, dat de gemeenschap tusschen de beide boezems, ten behoeve van de scheep vaart, moet worden bewerkstelligd door eene schutsluis. Deze ligt aan het einde van de Kromme Gouw nabij Kolhorn. De scheiding der beide Koggen heeft plaats gehad in het midden der 17e eeuw. Vóór dien tijd hadden de verschillende gronden der Schager- en Niedorper Koggen een gemeenschappelijken boezem, waarop hun water werd uitgemalen, en die boezem stroom de of op de Zuiderzee door sluizen te Kol horn, op de plaats waar thans de Schager Koggeboezem tegen den Westfrieschen dijk loopt. Op die plaats hebben dezer dagen de werklieden bij het bouwen der walmnren langs den dijk te Kolhorn, veel last gehad met het verwijderen van zwaar oud paal werk in den djjk. De Koggeboezem kon. wanneer wind of tij het spuien te Kolhorn belette, ook geloosd worden op den Raaksmaatsboezem door twee verlaten of sluizeneen bij Oude Niedorp (Niedorper Verlaat) en een in het gehucht Tolke (in den Tolkerdijk). Verschillende omstandigheden hebben sa mengewerkt om de waterloozing op alle de drie plaatsen bovengenoemd zoodanig te bemoeilijken, dat men naar eene betere afwa tering van den boezem omzag. Toen tusschen de jaren 1626 en 1650 ach tereenvolgens de Heerhugowaard, de Scha- gerwaard, de Bleekmeer, de Schaapskuilmeer, de Woudmeer en de Berkmeer waren droog gemaakt, waarbij de gelegenheid tot water berging natuurlijk zeer werd verminderd, moest het peil van Raaksmaatsboezem, waartoe die meren vroeger behoorden, vooral in tijden van waterbezwaar aanmerkelijk rijzen. Dit was weder een beletsel voor de Schager- en Niedorper Koggen, om zijn water door de Niedorper- en Tolker verlaten te loozen. Daarbij kwam, dat na de aaudijking van de Wieringerwaard in 1610 zich buiten de sluizen te Kolhorn eene aanslibbing had ge vormd en dat de vloeden in zee steeds hooger liepen. Het gebeurde soms in den herfst, dat de zeesluizen drie weken achtereen gesloten moesten blijven. De toestand werd meer en meer ondragelijk. De regenten van Niedorp en Winkel en de molenmeesters der polders, binnen hun gebied gelegen, raadpleegden herhaalde malen met elkander over de middelen ter verbetering, en kwamen tot de overtuiging dat het vol strekt noodig was, den boezem van Schager- en Niedorper Koggen niet langer door spniïng, maar door afmaling te ontlasten. Doch hierin kon men niet tot een vergelijk komen met de schillende besturen van de landen der Schagerkogge. Burgemeesters, schepenen en regeerders van Niedorp en Winkel (het Burgerlijk Be stuur alzoo), met het meerendeel van de mo lenmeesters der Niedorperkogge gingen daarop hun eigen weg en wendden zich op 16 Mei 1661 tot de Staten, met het verzoek om zoo veel strijkmolens te mogen oprichten als zij voor het uitmalen van den Koggeboezem noodig zouden achten en eene voldoende uitwa- teriugsluis in den Westfrieschen zeedijk te mogen aanleggen. In December van dat jaar werd de Niedor perkogge bezocht door het Ooilege van Gecommitteerde Raden van Holland (wier bevoegdheid ongeveer gelijk' was aan die dei- tegenwoordige Gedeputeerde Staten) en op hun advies werd op 16 September 1653 het verlangde octrooi (verlof) aan adressanten der Kogge verleend. Ten opzichte van de Schagerkogge werd door de Staten bepaald, dat, indien Regenten der Schagerkogge tot deze onderneming wilden medewerken, zij daartoe gerechtigd zouden zijn, mits betalende naar evenredig heid hunner landenzoo niet, dan zon het werk door de Niedorperkogge alleen voor eigen kosten worden ondernomen. Voor dit laatste geval werd aan Gecommitteerde Raden en de Rekenkamer opgedragen, de voorwaar den der scheiding tusschen de Koggen te keipen beramen, en, ingeval van verschil, daaromtrent te beslissen. De besturen der landen van de Schagerkogge waren het in deze zaak niet met elkander eens. De Regenten van Schagen waren bepaald vóór de afscheiding der beide koggen doch Kolhorn en te Barsingerhorn waar de gronden het laagst en tevens het dichtst bij uitwateringsluizen gelegen waren, was ®6n beducht voor waterbezwaar wanneer de 1 'edorperkogge voor zichzelf ging zorgen c dus van afwatering naar dien kant geen sprake meer kon zijn. vr«e ^enten van Schagen erkenden, dat de Reri Van kuren van Kolhorn en Barsin- orn gegrond was en verbonden zich daarom bij schriftelijke overeenkomst op 6 November 1663, om, indien zulks vereischt werd, met Kolhorn, Barsingerhorn en Haring huizen te zullen overgaan tot het beramen en bewerkstelligen van doeltreffende midde len, hetzij door oprichting van strijkmolens, invoering van een maal peil, of iets dergelijks, ten einde Kolhorn en Barsingerhorn te ver lichten en de belangen der Kogge te dienen, een en ander voor gemeenschappelijke reke ning der Kogge. j Door deze verzekering gerustgesteld, heb- ben Regenten van Barsingerhorn en Kolhorn aan het verlangen der Regenten van Schagen toegegeven en hiermede was de scheiding der Schager- en Niedorper Koggen beslist uitgemaakt. Door schepenen van Oude Niedorp, Nieuwe Niedorp en Winkel werden nu in overleg met molenmeesters uit de Niedorperkogge, de noo- dige plannen der uit te voeren werken en wijze van beheer ontworpen en door Gecom mitteerde Raden goedgekeurd op 5 Novem ber 1656. Het aantal strijkmolens werd bepaald op vijf. De kosten van onderhoud werden omge slagen over de 'polders in de Kogge, geers- geersgelijk, de onderhoudskosten van den boezem bleven eveneens voor gemeene reke ning. Doch iedere polder bleef belast met het onderhoud zijner kaden, tegen den boezem gelegen. Alleen ten aanzien van de kaden, langs de Schagerkogge gelegen, werd bepaald dat zoolang die kogge niet zelf een strijkge- maal had gesticht, het onderhoud dier kaden voor een zeker deel ten laste van de geheele Niedorperkogge zou komen. De uitvoering der werken bleef opgedragen aan Gecommitteerden, totdat na de voltooiing een blijvend Bestuur werd ingesteld met den Schout der Kogge als Dijkgraaf. De inrichting of samenstelling van het Bestuur over dit nieuwe strijkgemaal is langen tijd een punt van quaestie geweest, en wel om de volgende redenen. Het waren hier de leden van de dorps besturen geweest, die het initiatief tot oprichting van het strijkgemaal hadden genomen, die het octrooi hadden aange vraagd en verkregen en daarmede over eenkomstig kwam de waardigheid van bestuur toe aan de vijf waarschappen of vertegen woordigers der dorpen onder den Schout der Kogge als Dijkgraaf. Ook-in de Vier Noorder Koggen lieten de dorpen op deze wijze de belangen der bemaling door hunne waar schappen behartigen. Daartegenover werd aangevoerd, dat de dorpsbesturen in de Niedorperkogge van ouds hadden gemeend, zich niet met de zorg voor de bemaling te moeten belasten en dat daarom de eerste vier watermolens in de Kogge in het jaar 1514 waren gesticht door de vereenigde landeigenaars zei ven. In dit opzicht was hier dus geene vereeniging van dorps- en waterschapsbestuur als beginsel aangenomen. Gecommitteerde Raden bleken ook deze meening te zijn toegedaan en beslisten bij Reglement van 5 Nov. 1655, dat de Officier der Niedorperkogge zou optreden als Dijk graaf en dat onder hem het Bestuur zou worden gevormd door vijf Heemraden, door hem te kiezen uit dubbeltallen, door de molenmeesters van alle polders in de Kogge bij stemming aan te wijzen, in dier voege, dat eeu der Heemraden uit Oude Niedorp. twee uit Nieuwe Niedorp en twee uit Winkel moesten zijn. Nadat de Schagerkogge van de Niedorper Kogge was gescheiden, werd in de eerste al spoedig een maalpeil ingevoerd, waaraan alle polders zich hadden te houden, met uitzon- i dering van den polder Burghorn. De bedijkers van Burghorn hadden om- streeks 1466 een watermolen gebouwd nabij den ouden dijk, waarschijnlijk wel de oudste in de Schager Kogge welke molen I uitsloeg op het water in den Schager polder. En nu schijnt het, dat Schagen niet heeft j kunnen beletten, dat Burghorn onbeperkt van zijn recht tot uitmaling op den polder Scha gen gebruik bleef maken. (Genoemde Burg- hornder molen bestaat thans niet meer). Met de invoering van het maalpeil in de Schagerkogge werd de molenaar van den j Kaagmolen aangesteld als seingever. De werking van het strijkgemaal van den Niedorperkogge-boezem was zoo gun stig, dat de Schagerkogge steeds meer hare tekortkoming gevoelde en door Barsinger horn en Haringhuizen het eerst werd ge wezen op de wenschelijkheid van eene afwa tering, zooals men al sedert tientallen van jaren onder Niedorp en Winkel bezateen strijkgemaal dus. In 1730 werden hierover onderhandelingen gehouden tusschen de Regenten van genoemde dorpen en die van Schagen, doch ook nu plaatste Schagen zich tegenover de andere dorpen, bezwaar makende tegen de kosten. Regenten van Barsingerhorn en Haring huizen riepen nu de bemiddeling van Gecom- initteerde Raden in, met dit gevolg, dat op 9 Januari 1738 de gezamenlijke Regenten uit de dorpen der Schagerkogge besloten, om drie strijkmolens op te richten. Gecommit teerde Raden beslisten daarop, dat die molens te Kolhorn zouden worden geplaatst. De inrichting van Bestuur was hier spoe diger gereed, dan indertijd in de Niedorper kogge. Hier, in de Schagerkogge, hadden de dorps besturen zich altjjd met de zorg voorde bema ling belast, de molens doen bouwen en in het beheer daarvan voorzien. En zoo schijnen ook de Waarschappen der dorpen dadelijk de uitvoering van het plan tot het bouwen der strijkmolens op zich genomen te hebben. Zij waren het. die in alle daarop betrekking hebbende zaken zich wendden tot Gecommit teerde Raden. Aan hen is ook voortdurend het Bestuur der Schagerkogge-strijkmolens opgedragen geweest, met den Baljuw, tevens schout der Heerlijkheid Schagen, als Dijkgraaf B- P. S. Jz. Men meldt uit UTRECHT Ook te Utrecht is den Boerengene raals Woensdag een warme, hartelijke ontvangst bereid. Een groote menigte had zich op het Stationsplein opgesteld, om hun aankomst af te wachten. Op het station bevond zich een talrijk publiek. Op den juisten tijd kwam de trein te Utrecht aan. Nauwelijks hadden de generaals het spoorwegrijtuig verlaten, of kreten alsLeve de Boerengeneraals, Leve De Wet! enz, weerklonken. Op het perron kwam prof. De Louter het drietal tegemoet en hield een korte, doch kernachtige toespraak tot ben. Hij herinnerde, hoe president Kruger te Utrecht een rustig verblijf heeft gevonden en hoo ook in deze stad het volk heeft medegeleefd met het Boerenvolk, hoe ook in Utrecht duizenden zijn bijeenge bracht tot leniging van de nooden van het strijdende volk, en voorts, hoe ook daar duizenden gebeden zijn opgestegen voor het broedervolk in Zuid-Afrika. Verder werden de generaals nog toe gesproken door ds. Elaarhaver, namens de afdeeling van het Christelijk Nationaal Boerencomité en door den heer De Beer namens de Israëlietische gemeente te Utrecht. Onder geestdriftige toejuichingen ver lieten daarna de generaals met hun gezelschap, bestaande uit de deputatie, dr Leijds, Reitz, Bredell enz. het station om plaats te nemen in de gereedstaande rijtuigen. Het publiek werd steeds geest driftiger. Men zong het Transvaalsche volkslied en hief luide hoera's aan. In draf ging het naar het Hotel des Pays-Bas. Spoedig werd doorgereden □aar Eruger's villa. Langs den geheelen weg stond een talrijk publiek en werdcu de generaals uitbundig toegejuicht. Enkele oogenblikken vertoonden zich de generaals op het balkon Om half twee begaf men zich weer naar Pays-Bas, waar een bijeenkomst van de verschillende Boerenleider plaats vond. De generaals zijn denzelfden dag weer naar Den Haag teruggekeerd. Een ongeluk. Een voor 'n bakwagen gespannen jong paard van zekeren Box te WATERGANG schrikte nabij de Amsterdamsche poort te Purmerend door de stoomboot „Eens gezindheid". In dolle vaart vloog 't dier regelrecht op 't café-restaurant van den heer Droog aan eo door de glazen deur op den hoek naar binnen, waar 't halver wege in 't lokaal bleef staan, omdat de breede wagen er niet door kon. De schrik onder de bezoekers was niet te beschrijven. Door de glasscherven heeft 't paard zich hier en daar bezeerd. De voerman, die op den wagen was blijven zitten, kwam met den schrik vrij. Een Haagsche correspon dent van de Haarl, Ct. schrijft, naar aanleiding van het in de Engelsche pers weer verspreide praatje over de groote geldsommen, aan de Republieken toebe- hoorende, die president Kruger en de andere gedelegeerden in Europa in veilig heid gebracht zouden hebben „Hoewel het uit den aard der zaak dwaas is, dat een President op verlof immers dat was Eruger's positie in het bezit zou zijn van millioenen, toekomende aan de regeering, en waar hij bovendien tijdens zijn reis er aan bloot stond, gevisiteerd te worden, waarbij deze fondsen in elk geval zouden wor den verbeurd verklaard, hebben wij toch gemeend, dat het wenschelijk was door authentieke mededeelingen te trachten, deze lasterpraatjes voor goed uit de wereld te helpen. Van den heer De Bruyn, secretaris der delegatie, die zoo iemand goed op de hoogte kan zijn, vernamen wij het volgende„Wel verre van hier gekomen te zijn in het bezit van staats fondsen, heeft President Kruger voor zijn vertrek uit Zuid-Afrika zijo geheele saldo, ten bedrage van 40.000, bij de Nationale Bank te Pretoria als renteloos voorschot ter beschikking gesteld van de regeering, daar voor het onderhoud der commando's en verdere krijgskosten zeer veel geld, vooral aan contanten, noodig was. Niet alleen echter heeft hij van zijn gereed geld afstand gedaan ten behoeve van den staat, maar bovendien heeft hij zijn kinderen de beschikking ge geven over bijna zijn geheele grond bezit, om zoo noodig ook dit ten behoeve van den staat aan te wenden. Voor zichzelf heeft hjj, behalve het geld noodig voor zijn reis naar Europa en zijn eerste uitgaven aldaar, slechts twee hoeven overgehouden, van welker opbrengst bij thans kan leveD." In plaats dus van op staatskosten te leven, heeft Kruger een voorbeeld gegeven van on baatzuchtigheid, waaraan sommige Engel sche autoriteiten, die aan leger-leverantie e. a. een broodje verdienen, wel een voorbeeld mochten nemen 1 Wat de gedelegeerden betreft, zij waren ten hoogste verontwaardigd een dergelijk verwijt te moeten hooren. Voor alles wat *ij in het belang van den Staat in voorschot hebben uitgegeven, bestaan kwitanties, en in de tegenwoordige om standigheden zal het zeer de vraag zijn, of zij zich deze voorschotten ooit zullen zien terugbetaald. Het zal te bezien staan, of na deze verklaring, die ook in de buitenlandsche pers haar weg zal vinden, de lasteraars hun praatjes zullen durven volhouden. Van intrekken natuurlijk geen sprake!" Tijdelijke ambtenaren bij den telegraafdienst. Onder den titel van tijdelijke ambte naren zijn op het telegraafkantoor te AMSTERDAM en op enkele andere kantoren een zestigtal personen in dienst, die bij het uitbreken van den oorlog met Transvaal, verdreven werden en naar het vaderland terugkeerden. Thans zijn zij weder één a twee jaren hier en behooren naar verzekerd werd tot de beste ambtenaren van den dienst gerekend te worden. Deze bannelingen werden dezer dagen pijnlijk verrast met de mededeeling,„dat bij het hoofdbestuur wordt overwogen, binnen welken termijn hunne dienstwaar- neming bij de Ned. Post- en Telegraaf- administratie behoort te eindigen." Een treurige tijding Weliswaar werden deze ambtenaren er op gewezen, dat hunne betrekking slechts tijdelijk was en zij geen rechten op verhooging of vaste aanstelling kon den doen gelden, doch hierbij heeft men stellig in het oog gehouden de mogelijkheid op een voor de Z.-A Repu blieken gunstigen afloop van den oorlog, waardoor zij hunne vroegere betrekkin gen weêr zouden kunnen innemen. De uitslag van den krijg is evenwel van dien aard geweest, dat hun zelfs de toegang tot Transvaal is ontzegd, zoodat zij, met hunne gezinnen, tot den bedel staf worden gebracht, wanneer niet een middel wordt gevonden om hen in 's Rijks dienst te houden. Wij hopen en vertrouwen, dat de Re geering alsnog zoodanige bepaliagen zal weten te treffen, dat de betrokken ambtenaren voor algeheelen ondergang behoed worden. Marktbericht van WINKEL van 21 Aug 1902. Groote muizen f 0.65 a f 0.70, graafjes f 0 80, blauwe aardappelen f 0.75, eigen heimers f 0 90, slaboonen f 0.35 a f 0.45, snijboonen f 1 20 a 11.25, peren f2.60 a f3.60, appelen f3.10 a f3.50, bieten f 1.per 100, blauwe pruimen f 0.55 a 0.75, roode aalbessen 81/, a 9 cent, komkommers 3 a 4 cent, wortelen 3 cent per bos. Geslaagd voor examen handteekenen L O. de heer C. van Hee- rikhuizen te Amsterdam, vroeger te LUTJEWINKEL. SINT MAARTEN. Het Bestuur van het Begrafenisfonds, in 1848 opgericht te Eenigenburg, hield den 19 dezer zijne gewone jaarvergadering in de herberg van den hr. J.Sc'nermerhorn.De hr.A. Klerk,als Commissaris aan de beurt van aftreding, werd herkozen. Het onderzoek der reke ningen over 1901 leidde tot geene op- of aanmerkingenzo werden goedge keurd, die van het begrafenis-fonds in ontvangst op f3698.14 5, uitgaaf f 3863.95, nadeelig saldo f 165.805; die van het fonds van toelage in ontvangst op f303.525 uitgaaf f 138.54® batig saldo f 164.98. Het nadeelig saldo van het begrafenisfonds was een gevolg van het in den loop van 1901 tot een te hoog bedrag uitzetten van gelden. Beter ten halve gekeerd... Een inwoner van DRIEL had reeds twee vrouwtjes gehad, maar geraakte op 70-jarigen leeftijd nu weer verliefd op een weeuwtje. De huwelijksaf kondigin gen waren reeds geschied, toen de oude heer tot andere gedachten kwam en er stil van door ging, tot groot vermaak der dorpelingenavond aan avond is nu de woning van het bruidje door groepjes ouden en jongen omringd, die door het zin gen van liederen haar in het smartelijk verlies trachten te troosten. Woensdagmorgen zat een gezelschap Amerikanen op een der banken voor het hotel Weimar aan de Spaansche kade te ROTTERDAM het 45 meter hooge Witte Huis te bewon deren, toen een der dames haar reticule, inhoudende talrijke gouden ringen en broches, bezet met kostbare diamanten, welke zij op de bank naast zich had gelegd, vermiste. Een jongen, die in de buurt van do bank rondliep, heeft zich vermoedelijk ijlings met zijo kostbaren buit uit de voeten gemaakt. De Amerikanen waren Woesdagnacht per s.s. Potsdam gearriveerd op hun doorreis naar Dusseldorf. Een weerprofeet. De voorspellingen van Capré voor de eerste twee weken van Augustus zijn precies uitgekomen. Helaas, voor de laatBte helft der maand voorspelt hij niets beters. Hij kondigt aan, dat de dampkring-storingen, waarvan wij de slachtoffers zijn, nog aanhouden. Yan 18 tot 31 Aug. onzeker en twijfel achtig, wel enkele mooie dagen De lee- lijke dagen zijn 21 Aug. en van 24 toe 29 Aug. Na den 29sten komt een gere gelde sterke depressie over Engeland, waardóór Z. W. en W. N W. winden over het kanaal waaien en regenachtig weer brengen. Een Bri t s c he paires van ouden adel, lady Raglan, heeft zichzelf ter bezichtiging aangeboden voor drie pence. Het ziekenhuis in haar residentie is zeer noodlijdend en kan, naar het schijnt, maar niet genoeg geld krijgen. Daarom heeft de adellijke dame in hetplaat- seljjk blad een advertentie doen plaatsen, waarin zij mededeelt, dat zij Woensdag 20 Augustus van 5 tot 7 uur namiddags te zien zou zijn in haar kasteel, gekleed in haar kroningstooi met de kroon op bet hoofd, tegen betaling van drie stuivers. Lady Raglan zou plaats nemen in den zetel door haar in de Westminster Abdij gebruikt. Bijgeloof in Bosnië. Een merkwaardig geval van bijgeloof heeft zich in het district Rogatza in Bosnië voorgedaan. Een boer, wonende in het dorp Arensvicza, pleegde zelf moord door zich op te hangen. Kort daarna ontstond een hevige droogte, die den oogst met algeheelen ondergang be dreigde. De boeren kwamen bij elkaar en verband brengend tusschen de droogte en den zelfmoord, besloten zij het graf van den zelfmoordenaar te openen en water op het lijk te gieten, ten einde hierdoor den langverwachten regen te verkrijgen. Na aldus gedaan te hebben, werd het graf met eenige plechtigheid weer dicht gemaakt. De regen bleef echter uit en de boeren, die zich aan dit zonderlinge bedrijf hadden schuldig gemaakt, werden door de gendarmen gevangen genomen. Niet alleen in Engeland, ook in Neder-Oostenrijk en Boheme heb ben de te velde staande gewassen zeer geleden door zware regens. In Zuid- l'iról trad de rivier de Naif buiten haar oevers. Een huis stortte gedeeltelijk in, waarbij twee menschen omkwamen en acht ernstig werden ge kwetst. De Engelsche bladen ver- genoegen zich, om de nieuwsgierigheid van het publiek zooveel mogelijk te vol doen, met mededeeüng van de kleinste bijzonderheden omtrent het verblijf van het Boeren-drietal in Londen te doen. Zoo wordt o. a. verteld, hoe De Wet ontsnapt is aan een menigte Londenaars die het met hun misplaatste manifesta ties den generaal erg lastig maakte. De Wet en Botha verlieten hun hotel om een uitstapje in den omtrek te doen, maar werden onmiddellijk omringd door een dichte menschen menigte, die hen aan het hotel opgewacht had. De beide gene raals namen daarop een cab, maar hol lend en dravend volgde de menigte het rijtuig en belegerde als het ware het magazijn, waar de generaals tot het doen van inkoopen binnengegaan waren. De last veroorzakende menigte werd hoe langer hoe dichter, toen De Wet plotseling een idee kreeg. Hij gaf last, om de pakjes uit het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 13