1
Niim-,
Almlsilifi- k LuüiiTllil.
Brieyen uit den Polier.
Folitt overcat der ral
Zondag 31 Augustus HK>2.
46ste Jaargang No. 3762.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A DVBRTBNTIEN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau 8CH.4GEX, liaan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 c>
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD.
Leve onze
Koningin
Het Barbierstertje.
Breêzander Grappen.
i Teunis Ploeger.
Buiteniandsch Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
MANT
DU nummer bestaat uit twee bladen.
(^etneonto S c h a g e n,
BEKENDMAKINGEN.
o-o—
Openbare Versraderins
van den RAAD der gemeente SCHAGEN,
Dp Dinsdag 2 September 1902,
des voormiddags ten 10 ure.
Punten van behandeling
Benoeming Wethouder.
Ingekomen Stukken.
Vaststelling gemeenterekening 1901.
Schagen, den 29 Augustus 1902.
De Burgemeester,
H. J. POT.
1.
2.
3.
nog, te Santa Maria de los Angeles, in de door Uwe Eminentie levend verbrand. Het
provincie Alieante, indertijd heksenmeesters waren mijn vader, mijne moeder, mijne vier
levend te hebben doen verbranden broeders, myne vier zusters, en mijn
neef
f
Als de kleuren onzer vlagge
Eenheid zwoeren, houw en trouw,
Zoo ook zwoeren eenheid samen
Holland, Volk en VanNassouw.
o—
Als het land, de lacht, het water
In één Aarde wordt gezien,
Zoo ook onafscheidbaar ziet men
Neêrland, Volk en Wilhelmien.
—o
Als een ouderpaar vereenigd
Met het kind der reine min,
Zoo ook zijn tezaam verbonden
Neêrland, Volk en Koningin.
o—
Daarom was ons Volk zoo angstig
Bij de ziekte der Vorstin,
Smeekte om 't behoud der Vrouwe,
Moeder van ons huisgezin.
o
Daarom juichte ieders harte
Toen de blijde mare klonk
„God behield voor Volk en Lande,
„Wat Hij 'teêlst aan Neêrland schonk."
o—
Daarom jubelt thans ook Schagen,
Met heel Neêrland één van zin,
Op den jaardag der Vorstinne:
„Leve onze Koningin
Schagen, 81 Ang. 1902
M. VISSER.
DOOB
JEAN RICHEPIN.
—O—o—O—
„Werkelijk, jong barbierstertje, je verstaat
je kunst. Nog nooit van mijn leven, zoolang
ik mij scheren laat, ben ik met zóó'n lichte
hand geschoren."
„En als ik het zeggen mag, Uwe Eminen
tie, met al den eerbied dien ik n verschuldigd
ben, het scheren van Uwe Eminentie is
geen gemakkelijke taak. Nog nooit van mijn
leven, zoo waar als ik hier sta, heeft iets mij
zóóveel moeite gekost."
„het is zeker, dat mijn baardhaar buiten
gewoon hard en weerbarstig is."
„En het is niet minder zeker, met verlof
gezegd, dat de huid van Uwe Eminentie
buitengewoon sterk gerimpeld is."
„En toch, jong barbierstertje, heb je mij
geen enkel maal gesneden, en je hebt tot het
laatste haar in de laatste plooi afgeschoren,
zonder dat ik het staal van je scheermes zelfs
maar heb voelen drukken."
„Dat komt, al zeg ik het zelf, doordat ik
als barbierster éénig ben."
„Ik zal je er een brevet voor geven, met
Bijn zegel gestempeld."
,0, duizendmaal dank, Uwe Eminentie
Hier nam de barbierster weder den zeep-
kwast op en zeepte het gerimpelde gelaat
van den grooten man opnieuw met een dikke
schuimlaag in.
„Wat doe je nu, wat doe je nu, jonge
barbierster Ben je gek
„Ik merk wel, dat Uwe Eminentie nooit
geschoren is geworden, zooals zij het verdient.
De baard van Uwe Eminentie is waardig dat
"ij tweemaal onder handen genomen wordt
*n ik zou mij een gewetensbezwaar er van
m&ken, hem niet de zeer buitengewone eer
bewijzen, die hem verschuldigd is."
„Pas" op, jong barbierstertjeJe lijkt mij
vleistertje te zijn, en van dat soort van
®eoschen hond ik niet."
„Als ik een vleister was, zou ik dan gezegd
ffibben, dat de baard van Uwe Eminentie stug
18 en hare hnid buitengewoon gerimpeld
„Dat is wel waar, jong barbierstertje.
itewijg dan aan mijn baard al de eer, die je
bön schuldig meent te zijn. Ik ben overigens
benieuwd, te zien wat je scheermes nu nog
scheren vinden zal."
Veel meer nog, dan Uwe Eminentie
Inderdaad vond de barbierster in plooien en
v& holten en groeven, nog stoppels
baren, over welke het staal van haar
"bbeermes kraste.
ww 6 ^nt werkelijk, 'jonge barbierster, eene
barbierster
éezenZ°U *k bat ook niet wezen, vooral op
levw nu 8e wensch van mijn gansche
„Wat ijk7erVuldwordt?"
hièrstertiJp baarmcê zeggen, jong bar-
«CSfe" ei"blaar je nader!"
- Jlerinnert zich Uwe Eminentie
„lk heb, jong barbierstertje, veel heksen
meesters in veel provinciën levend doen ver
branden. Die allen kan ik mij niet herinneren."
„Dat waren Gitanos, die ik bedoel. Laat
Uwe Eminentie zich maar eens bezinnen
„O, Gitanos, die heksenmeesters waren en
levend verbrand werden hoe zon ik mij
die allen in, het bijzonder kunnen bezinnen
Mijn geheugen is er vol van begrijp je
wel
„Die ik bedoel, waren eene gansche familie,
elf personen."
„Wat zijn elf personen, jong barbierstertje,
onder de duizend en duizend, wier onreine
ziel ik gelouterd heb door het vuur vau den
brandstapel?.... Maar waar wil je toch heen,
met die elf levend verbrande heksenmeesters?
En welk verband bestaat er tnsschen hunnen
dood en den wensch van je gansche leven
„Hun dood, dien Uwe Eminentie vergeten
is, staat mij nog voor. Op den dag, toen Uwe
Eminentie die elf personen levend deed ver
branden, was ik vijf jaar. Ik ben nu acht
tien."
„Zoo zoo
„Ja. En gedurende al de dertien jaren, die er
liggen tusschen den dag van heden en den
dag van toen, heb ik in mijn hart de hoop
gekoesterd, dat het uur zou aanbreken,
waarop ik Uwe Eminentie zou mogen barbie
ren."
„Wat is je hand zacht, jong barbierstertje,
terwijl je dit zegt 1"
„Vindt Uwe Eminentie?"
„Ja, zeker vind ik dat, jong barbierstertje.
Maar hoe komt het toch, dat je hand zoo
zacht is
„Begrijpt Uwe Eminentie dan niet de be
wondering die ik voor haar heb, en hoe mijn
hart overvloeit van vreugde en trots, bij de
gedachte dat ik weldra de officiëele barbier
ster van Uwe Eminentie worden zal
„Aha?"
Én glimlachend liet zij er op volgeu
„De officiëele barbierster. de getitelde bar
bierster, de geëerde barbierster, de roemruch
tige barbierster, mag ik zeggen, van den
geduchten en doorluchtigen Groot-Inquisiteur
die zóóveel ketters en heksenmeesters levend
verbranden deed
„Maar ben je daar dan zoo zeker van, jong
barbierstertje, dat je weldra de getitelde, de
geëerde, de roemruchtige barbierster van den
Groot-Inquisiteur zult zijn
„Uwe Eminentie is veelte rechtvaardig om
mij na het afleggen van zulk een proef, dat
voorrecht te weigeren. Laat Uwe Eminentie
eens hare hand wrijven over haar verheven
aangezicht, dan zal zij voelen, dat de huid
er van nu zoo glad en lenig is, als de huid
van een jong meisje."
„Dat is, in trouwe, wel waar, jong barbier
stertje Als de huid van een jong meisje
„En wie anders zou Uwe Eminentie zoo
meesterlijk hebben kunnen scheren Nie
mand ter wereld daar ben ik zeker van."
„Inderdaad, niemand ter wereld, jong bar
bierstertje. Je hebt dan ook gelijk met op
mijne rechtvaardigheid te rekenen. Ik benoem
je, volgens je wensch, tot mijne lijfbarbierster."
„Ah! Ik kus Uwe Eminentie de handen!
De hemel zij geprezenZoo ziet dan mijn
geduld de bloem van mijnen droom ontloken!"
Hier geschiedde het, dat de Groot-Inquisi
teur, zich met de hand onder de kin strij
kende, daar tusschen de ontelbare ravijnen,
die zijn kwabbige vleesch doorgroefden, een
hard en eenzaam haar ontmoette, blijkbaar
door de barbierster over het hoofd gezien.
„Wat is dat nu Hoe komt 't, dat dit haar
niet afgeschoren is
„Ik vreesde, dat ik, door het af te scheren,
Uwe Eminentie pijn zon doen. Het is een
José, die mijn man had moeien worden."
En terwijl de Groot-Inquisiteur haar aan
zag met vervaarde trekken, onbewegelijk
gehouden door den magischen blik waarmede
zij hem versteende, doorvlijmde de jonge bar
bierster met eene enkele snede van het scheer
mes, breed, diep en langzaam, hem de keel,
terwijl zij elfmaal prevelde:
„Amen 1" (R. Ct.)
heeft u ontbroken, om er ook maar de aller
eerste gevolgen van te voorzien en het ont
breekt n totaal aan g e m o ed, waardoor nw
aardigheid geen aardigheid meer i s, doch
bittere ironie! Nu is ironie wel eens goed
om toegediend te worden aan wie ze noodig
hebben, en in dat geval soms even heilzaam
als een bitter drankje, maar de ironie, door
u in argeloosheid begaan met uw „Spot 1
Spot! Spot! Spotgoedkoop", enz. kan daar
niet toe gerekend worden. Zoo tenminste
denken de meeste andere menscben in den
Polder er over en het kwam ons daarom
waarlangs de weg van den intocht loopt,
zijn verplicht de denren en ramen dier huizen
te sluiten, terwijl op al die gebouwen een
streng waakzaam oog wordt gehouden.
Zou men niet zeggen, dat een zegevierende
veldheer, na een hardnekkig en langdurig
beleg, zijn intocht in de gevallen vesting
houdt? Zeker zal Wilhelm zich niet op zijn
gemak te midden der ontevreden Polen ge
voelen. Dat is hij eerst recht, wanneer hij
bij zijne trouwe Brandenburgers verblijft, en
in hoogdravende woorden den lof der Mar
kers kan zingen. Zoo'n klinkende feestrede
XXXVI.
o
(Een ernstig woordje.)
Het aantal couranten is tegenwoordig
legio en van alles moet er bedacht worden,
om zich abonné's te verwerven. Het eene
blad geeft een premie werk, het andere een
kinderfeest, een derde een verzekering tegen
ongelukken, een vierde de kans op een kos
teloos uitstapje naar Brussel, enz., enz.
Zoo poogt de Algemeene Gids den
strijd om het bestaan vol te houden en zich
veld te winnen, door wekelijks vijf gulden
onder haar lezers en adverteerders te ver
loten, terwijl ze haar abonné's tevens het
recht geeft, driemaal gratis te adverteeren.
Niemand kan haar dat kwalijk nemen na
tuurlijk. Alleen zijn we maar een beetje bang,
dat zij met het verleenen van dit laatste
privilegie, zichzelf wel eens den hals kon
afsnijden.
Misschien klinkt dat dwaas, maar na het
lezen van dezen brief zal het stellig minder
dwaas lijken, dan bet zich oppervlakkig wel
voordoet.
Niet ieder toch is een man van zaken.
Tal van lezers heeft de Algemeene Gids,
die nooit van z'n leven iets té adverteeren
zouden hebben. En toch, ook z ij hebben het
recht, voor niemendal een annonce te doen
plaatsen. En wat ziet men nu hier in den
Polder (met name in het Breêzand) gebeuren
Dat anderen voor hen van dat recht ge
bruik maken, door, op hun naam, adver
tenties in de Algemeene Gids te
doen opnemen, die hen in een bespottelijk
daglicht plaatsen. Brutaler kan het wel niet!
Dit grapje duurt nu al lang genoeg, om er
eens de aandacht op te vestigen.
Zoo laat men b.v. een man, wiens laatste
spruit reeds laDg gehuwd is, een kinder
meisje vragen, om op een jongetje te passen.
Iemand die slechts eenige buren geregeld
scheert, vraagt zoo spoedig mogelijk een
eenigszins gevorderd barbiersleerling.
Nu bevatten deze beide advertenties tot
op zekere hoogte tenminste nog een aardig
heid. Maar leelijker wordt het al, wanneer
men iemand, wien het door bekwaamheid
en werkkracht wat meê begint te loopen in
de wereld, uit afgunst de volgende an
nonce in de pen geeft
Geld beschikbaar
Ondergeteekende plaatst en bezorgt gelden
op le en 2e hypotheek, tegen zoo laag
mogelijke rente. Te spreken Woensdags
en Vrijdags tusschen 9 en 12 uur. (Volgt
naam).
Breêzand, Anna Paulowna.
Toch heeft zoo'n man nog niet bepaald
aanleiding, om zich over de grap(?) te zijnen
koste te ergeren. Beter benijd, dan beklaagd,
1 kan hij denken. Maar de aardigheid wordt
wenschelijk voor, n ook de meening van die is ons dezer dagen weder overgeseind. Daarin
anderen eens te doen kennen. Want hensch, wordt de Mark den hoeksteen van het Rijk
we denken niet dadelijk het ergste van onzen genoemd, het fundament, waarop het geheele
evenmensch, we gelooven nog maar altijd, trotsche gebouw rust. Het zou er voor het
dat ge in nw onschuld handelt en waar Duitsche rijk zeker al heel treurig uitzien, wan-
we dus voor de keuze staan uw zoogenaamde neer slechts een enkel deel in staat moest zijn,
grappen aan boosheid of domheid te! de verschillende deelen bij elkafider te houden 1
moeten toeschrijven, daar willen we liefst Het komt ons voor, dat de keizer met zulke
maar aannemen, dat ze een uitvloeisel zijn
van een al te innige omhelzing der woorden
van den PredikerWie kennis ver
meerdert, vermeerdert smart.
Maar ook» nog andere gevolgen heeft nw
domme grappenmakerij dan die, waarop wij
reeds gewezen hebben. Ik lees b.v. in d e
Algemeene Gids de volgende annonce:
„Anna Paulowna, (Breezand).
Zaterdag den 30 dezer, des avonds te 7Vi
uur, zal bij ondergeteekende een Openbare
Vergadering gehouden worden.
Op deze vergadering zal de heer H. Lelie
spreken over het Pont aan de Kooij en
eenige algemeene belangen. Waar alle bewo
ners van het Westdeel, voornamelijk Breezand,
hierbij belang hebben, wordt men verzocht
deze vergadering vooral bij te wonen.
A. Keizer."
En kijk, nu raak ik aan 't twijfelen. Is
deze advertentie nu in ernst door den heer
Keizer zélf geplaatst, of is zij weer het
geesteskind van dezen of genen Breêzander
grappenmaker In het eerste geval zou ik
er wellicht willen heen rijden. De vrees
echter, voor het lapje te worden gehouden,
zal mij tenslotte zeer waarschijnlijk doen
besluiten, mijn karretje maar op de deel te
laten staan. Dezelfde twijfel zal natuurlijk
ook ten opzichte van vele andere annonces
kunnen opkomen. Men ziet het, bet ver
trouwen in de advertentie-rubriek is door
de Breêzander grappen geschokt. Duren die
aardigheden nog een poosje voort, dan ver
liest die rubriek haar waarde geheel,
waardoor serieuze adverteerders weldra de
kosten van iedere annonce in de Alge
meene Gids als weggesmeten geld zullen
beschouwen. Vandaar, dat wij begonnen met
de vrees uit te spreken, dat deze courant,
met aan ieder harer abonné's gratis-adver-
tentierecht te verleenen, zichzelf wel eens
den hals kon afsnijden.
Correspondentie:
A. Z. te A. P. Alleen menschen, die niet
lezen kannen, zullen zich er aan ergeren.
Aan velen: Blijkens het bovenstaande, is
reeds aan uw verlangen voldaan.
T. P.
afschuwelijk, wanneer men een schoenmaker,
haar, waarvan de wortel diep zit zóó diep, die zelf uit gebrek aan werk uit wieden gaat,
dat hij reikt tot aan het hart." in de Algemeene Gids een schoenma-
„Maar, waarlijk, je bent een weinig gek, kersknecht laat vragen, of wanneer men een
jong barbierstertjeZeg, je bent een weinig jongen man, die met niets anders dan een
gekmandje koopwaar langs de huizen (en hoe
„Dat geloof ik toch niet, met Uwer Emi- verspreid staan die hier) zijn kost moet be-
nentie welnemen dat geloof ik toch niet."
„Je begrijpt wel, indien je half gek bent,
dan wil ik je niet tot mijne lijfbarbierster."
„Och, de ljjfbarbierster van Uwe Eminentie,
dat zal ik niet lang wezen bij Santa Maria
de los Angeles
„Waarom Omdat ik oud ben, niet
waar, en den dood nabij
„Veel nader bij, dan Uwe Eminentie meent."
„Wat wil je daarmeê zeggen, jong barbier
stertje Verklaar je nader?"
De jonge barbierster zwaaide haar scheer
mes, waarvan zij de snede ving op de palm
harer hand had aangezet, en vroeg toen met
hare vleiende stem
„Verkiest Uwe Eminentie, dat ik ook dit
laatste haar nog afscheer, waarvan de wor
tel zóó diep, zóó diep zit, dat hij reikt tot
aan het hart?"
„Wel zeker verkies ik dat, jong barbier
stertje, wel zeker. Ik sta er op, dat je ook
dit laatste haar afscheert. Ik sta er op
„Werkelijk?"
„Ja, werkelijk. Mijne hnid moet glad zijn,
volmaakt glad, zooals de jouwe, begrijp je
„En zooals mijn geweten óók met Uwer
Eminentie welnemen 1 Zooals mijn geweten
óók."
Hier drukte de jonge barbierster op de snede
van het scheermes een kns, een langen kus,
waarbij het tipje van haar gespitste tODgetje
een klein, klein druppeltje speeksel achterliet.
En daarop sprak zij, met eene stem, die uit
het diepste van haar binnenste scheen te
komen
„Te Santa Maria de los Angeles, in de
provincie Alieante, werden, nu dertien jaar
geleden, elf heksenmeesters, die Gitanos waren,
scharrelen, de advertentie laat plaatsen
„SpotSpotSpot
Spotgoedkoop is 't bij den Heer... (volgt naam.)
Groote opruiming
van alle soorten van goederen alsbevers,
baai, keper, duffel, flanel, linnen, katoentjes,
in alle soorten, alles beneden inkoopsprijs.
Verder diverse soorten strooien hoeden.
Spotgoedkoop Spotgoedkoop
Zie de Etalage."
Inderdaad, dit is geen grap meer, maar
bittere ironie
Een timmerman, die bijna geen werk voor
zichzelf had, liet men twee bekwame knechts
vragen, die voor geruimen tijd vast werk
zouden hebben, en op een boerderijtje met
anderhalve koe, een bedrijfboer.
Het gevolg was, dat er bij den eigenaar,
die aan de advertentie beelemaal onschuldig
was, eenige brieven inkwamen niet alleen,
maar dat zich zelfs iemand in persoon kwam
aanmelden. De arme drommel kwam notabene
heel uit de Haarlemmermeer en had zich die
verre reis en de kosten moeten getroosten
enkel om te vernemen, dat hij de dupe van
een aardigheid was geworden.
Inderdaad, hceren grappenmakers het gaat
te ver. Maar in den eenvoud uwer harten
hebt ge stellig die advertenties bedacht.
We willen dat gaarne aannemen. We wil
len aannemen, dat ge er niet de minste notie
van hebt, dat cr tot het uithalen van een
publieke grap drie dingen noodig zijn, waar
over ge nu eenmaal niet in voldoende mate
schijnt te beschikken, te weten geest, ver
stand en gemoed! 'tls waar, een
1 Wij vreezen, dat de jeugdige koning van
Spanje den verkeerden weg opgaat. Daar-
meê willen wij niet zeggen, dat de vorst
op de paden van ontucht en losbandigheid
is verdwaald geraakt, integendeel, doch wij
meenen, dat hij druk bezig is, van het toch
al ongenaakbare Spaansche hof een conser
vatieve vesting te maken, waarin voor een
liberaal idéé geen plaats is. Dat zou voor
Spanje hoogst jammer zijn, want er is onte
vredenheid in voldoende mate, en wanneer
al de ontstemde elementen zich aaneen
scharen, dan is er voor Alphonsus
plaats meer te Madrid.
Aller oogen waren sedert lang naar den
troon gericht. Er bestoud allerwego eene
stille hoop, dat met het nieuwe regime ook
een nieuwe richting in het bestuur zou wor-
geeu
redevoeringen druk bezig is, den separatis-
tischen en particularistischen geest bij zijne
samengekoppelde germaansche stammen te
ontwikkelen en te versterken.
Waarlijk, het is een goed spreker, die het
een zwijger verbetert, en terecht zegt ons
goed oud-Hollandsch spreekwoordspreken
is zilver, doch zwijgen is gond.
Redevoeringen, die de wereld verbazen, zijn
nu eenmaal een stokpaardje, dat Wilhelm
gaarne berijdt. Aan zijn lust tot praten kan
de Keizer thans weer in 't bijzonder voldoen.
De Koning van Italië toch is de gast des
Keizers in Berlijn, en op de feesten, die ter
eere van den vriend en bondgenoot gegeven
worden, valt allicht wat te keuveleD.
Aan het gala-diner volgde de gebruikelijke
toast. Van harte werd het welkom toege
roepen aan den zoon van den ridderlijken
Humbert, die een getrouw bondgenoot van
zijn vader en zijn grootvader was geweest.
Victor Emmanuel werd begroet als een bond
genoot, die, de traditie getrouw, het Verbond
heeft hernieuwd, waardoor de Europeesche
vrede weer voor vele jaren was bevestigd.
Zwaar op de hand is deze improvisatie zeker
niet, doch wat niet was, kan nog worden.
Victor Emmanuel antwoordde daaropDe
gevoelens van den Keizer zijn een kostbaar
onderpand voor de vriendschap, die ik weder-
keerig gevoel. Onze volken, getrouw aan
de herinnering der vriendschapsbanden, die de
vaderen hunner souvereinen vereenigden, zul
len voortschrijden op den weg der beschaving
onder de bescherming van den Driebond.
De hernieuwing van den Driebond heeft
niet alleen de bron van keizerlijke en konink
lijke welsprekendheid doen borrelen, zij heeft
mede een regen van hooge ridderorden over
de Huizen van Savoije en Hohenzollern uit
gestort.
De ministers, gezanten, secretarissen en wie
al niet meer, die hebben medegewerkt om het
zaakje op te knappen, zijn door de vorsten
heel netjes in de kleeren gestoken, 't Is in
allen gevalle eene goedkoope belooning. Men
kan evenwel aannemen, dat de koning van
Italië met zijn minister van buitenlandsche
zaken en meer staatkundige grootheden,
niet alleen naar Berlijn zijn gekomen, om een
praatje over de wereldwaarde van het Drie
voudig Verbond te houden.
Italië heeft voor zijn wijnen en zuidvruch
ten behoefte aan de Duitsche markten. Het
ligt nu voor de hand, dat bij de besprekin
gen over de politiek, ook de economische
verhoudingen tot gedachten wisseling aanlei
ding zullen geven. Men zal wel op eene
i gepaste manier graaf Von Bülow kennis
geven, hoe men in Italië over de nieuwe
tarieven denkt en wat men van Dnitschland
verwacht. En nu mogeu de agrarische vrien
den van den kanselier moord en brand schreeu
wen, zeker is het, dat Italië voor zich con
cessies zal weten te verkrijgen.
Het is bekend, dat de Keizer de handels
verdragen noodzakelijk acht en ook, dat hy
zijne veeleischende Jonkers niet het onderste
uit de kan zal gunnen. Hier niet uit vrees,
dat zij het bekende deksel op den neus zullen
krijgen, doch meer, omdat hij een beslist
tegenstander van den broodwoeker is. In
reizen en trekken, onderbroken door toastrijke
festijnen, begint Keizer Wilhelm een tegen
hanger in president Roosevelt te krijgen. Deze
maakt thans een reisje door eenige Staten en
reeds bij een paar gelegenheden is het
den vorst zonden zijn.
Doch het blijkt al meer en meer, dat de
koning een eenzijdige partijman is, die een
werktuig in de handen van den adel en de gees
telijkheid zal worden. Op zijne rondreis door
de provinciën heeft de koning zooveel moge
lijk alle vrijzinnigen op een afstand van
zich weten te houden.
Zelfs liberale volksvertegenwoordigers, leden
van provinciale raden en groote industriëelen
werden tot de feestelijkheden en partijen niet
toegelaten, wanneer ze als liberaal stonden
opgeschreven. Wy overdreven werkelijk niet
met onze vrees voor den verkeerden weg,
want inderdaad dat belooft wat voor de
toekomst. Het zal ons benieuwen, of de vorst Jen
ook een bezoek aan Catalonië
niet onder stoelen en banken steekt.
In Rhode Island is de president opnieuw
tegen de trusts te velde getrokken. Onder
zijne republikeinsche partijgenooten heeft hij
daardoor heel wat ontstemming teweeg ge
bracht. Er zijn er reeds, die hem om deze
redenen bij de presidentsverkiezing willen
laten vallen. Door zijn aanval op bet verbon
den grootkapitaal heeft de president zich
onder het volk, zoowel republikeinen als
democraten, duizenden voorstanders verwor
ven, die hem zeker in den aanstaanden strijd
krachtig zullen steunen. In Maine heeft
Roosevelt verteld, hoe hij over de Monroeleer
denkt. Hij meent, dat de natiën, die thans
in Amerika wonen, over hun eigen lot moe-
beschikken en dat het land niet langer
een bezoek aan Catalonië zal brengen m^wo«lrn .1.7 T
Europa dus aau landhonger
heen. In Amerika zal
het nog altijd onder den sta a: van beleg zuch
tende Barcelona zal dat bezoek wel een
streng militair karakter moeten dragen. Wij
kunnen ons zoo voorstellen, dat het pro
gramma eensluidend zal zijn met dat, wat
opgemaakt is voor het bezoek, dat keizer
Wilhelm aan zijn Poolsche hoofdstad Posen
zal brengen. Bij die gelegenheid worden in
de stad 90.000 soldaten geconcentreerd. Al
de
straten worden links en rechts door een
driedubbele terwijl het
béétje geeist verraden, uw advertenties wèl, gevolg van den keizer uitsluitend uit offi-
althans sómmige. Maar het verstand eieren
hij
tn
lijdt, ga elders
niet geduld worden.
S C H A G E R B R U G. De heer P. J.
Bossen deed met gunstig gevolg examen voor
surnumerair bij de Posterijen en Telegrafie.
Tot kaasmaker in defabriek
,„i k. - n k T T"De Leek" BARSINGERHORN is be-
bestaan. De bewoners der huizen, uoemd de heer J. Wiedijk te OudcarspeL