Zondag 12 October 11)02.
46ste Jaargang No. 3774.
TWEEDE BLAD.
Fragmenten
Een liberale partij
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
JUtia Jl.
Schagen's bevolking om
streeks 400.
n« verbeelding voert ons thans vele eenwen
•t verledene terug. We staan aan den ingang
n Je hamrik of marke der tegenwoordige
.meeiite Schagen, omstreeks 400. De ham-
- streek, in de
Ook door het zoeken van eieren voorziet
hg gedeeltelijk in zijn bestaan. Een lang
koord wordt daartoe door twee personen
dwars over de tallooze rietzoomen getrokken
en uit de nesten van het waterwild, die
daardoor zichtbaar worden, raapt na een
derde persoon de eieren.
Groote weelde is het voor deze arme strand
bewoners, wanneer zij een zeehond of bruin-
visch knnnen bemachtigen, of wanneer de
winterstorm hnn een afgedwaald zeemonster
nitde ijszee op het strand werpt. Het spek
daarvan ife hnn een lekkernij, de traan dient
bun tot voedsel voor de eenvondige aarden
lamp, terwijl de vellen tot riemen worden
gesnedeD, of in nog smaller reepen, om te
worden gevlochten tot een stevig touwwerk.
Dubbele weelde echter, wanneer de verbol
gen oceaan hnn een schip tegemoet voert.
Schip en lading zijn dan hun buit en de
manschappen mogen al gered worden,
bij en na de algemeeoe verkiezingen er aan
leiding toe geeft. Als zij, ondanks den draai,
dien zij is begonnen te nemen, nog niet ten
volle wordt vertrouwd, dan dient zy het
voorbeeld van Tijl Uilenspiegel te volgen en
met zelfkennis te belijden, dat zij het er ook
naar gemaakt heeft.
Maar of al dan niet geschiede, wat wij
inzóóver hopen, in allen gevalle is het
geheel afgezien van de vrijzinnig-democraten
een onwaarheid, een misleidend spelen
met een woord, een misbrnik hetwelk slechts
voortduring van politieke verwarring en van
politiek bederf ten gevolge kan hebben, nog
steeds te spreken van een „liberale partij".
Want zulk een partij is er al laog niet meer.
Wat er is, dat zijn menschen, die nog allen
„liberalen" zich Doemen, ofschoon zij te
zamen vormen een verzameling van vogelen
met zeer diverse plnimage. Maar een liberale
partij, saamgebonden door gemeenschappelijke
rblijkt ons e n moerassige streek, in de manschappen mogen al gered woraen, ze i paruj, saamgeuomieu aoor gemeei
middellijke nabijheid der zee. Hier en daar worden verkocht op de markt te Stavoren of beginselen op alle hoofdpunten, en eenheid
ui-;U 4con-uirro liifV»iorpn- van nrpdrficrsliin fcnoncnd. hesranl
jt*aren we terpen of wierden (kunstmatige blijven in de hamrik in eeuwige lijfeigen-
wgten), waarop de hnizen der bewoners zijn schap.
jonwd. Het dijkwezen toch is nog vol- Ook hier verschil van standen alzoo. maar
•gfct niet tot eene voldoende hoogte bij den eenvoud der leefwijze wordt dat
„evoerd. Voortdurend overstroomt de standsverschil weinig gevoeld. We kunnen
het land en zonder die terpen zon dan ook met gerustheid zeggen, dat de bevöl-
>t wonen hier den mensch totaal onmoge-1 king, als geheel, hier wel leeft in de
k zijn
k Vee te houden, als zijn naburen, I grootste soberheid, maar teveDS een vrijheid
hem daardoor echter niet gegeven, ja, ook geniet, die ze voor niets ter wereld wil
afstaan.
Wee dan ook de naburige hamrik die het
te onzaliger ure wagen mocht, die vrijheid te
belagen. Dan gaat de drie ellen lange bode
staf van hand tot liand, aan de punt in het
vuur gehard en aan het andere einde van een
strik voorzien, om de weerbare bevolking ten
strijde op te roepen. Bij onmiddellijk dreigend
gevaar is het de heirpijl. die nacht en dag,
zonder oponthoud, van huis tot huis rondgaat
en waar hij verschijnt, daar moeten de man
nen oogenblikkelyk opbreken.
Ziedaar het leven van den Schager Wilde,
maar een leven, onderworpen toch* reeds aan
zekere maatschappelijke orde, krachtens wetten,
door den drang der noodzakelijkheid nit den boe
zem van het volk zelf ontsprotenonbeschre
ven weliswaar, maar niettemin door de oud
sten en vroedsten met gewetensvolle nauwge
zetheid telkenmale aan het opbloeiende ge
slacht overgedragen als en kostbare schat.
Amst. S. J. van Heystervelt.
strijd met de wilde dieren (waar de Inan-
>n der Oostelijke marken zoo tuk op zijn)
hem ten eeDenmale ontzegd. Want nergens
■eft men hier boschgrond aan, zoo menig-
aldig op de hoogere gedeelten.
j)e weinige huizen die we er zien, zijn
nnzalige, geteerde houten hutten^ gedekt
iet een rieten dak, waarin een opening is
•emaakt om den rook door te laten, terwijl
e van binnen alleen het allernoodzakelijkste
misraad bevatten.
Het huishouden neemt dan ook weinig tijd
n beslag.
Toch vinden we de vrouwen van de hamrik
Jlen druk in de weer. Van zeewier en biezen
[raaien zij een soort van touwwerk, waarvan
ueer anderen netten voor de vischvangst
rnoopen. Elders scheppen zij met de hand
Ie veenachtige modder, die ze, in wind en
ion gedroogd, gebruiken om He spijzen te
koken. (De drank dezer menschen bestaat
rewoonlijk alleen uit regenwater, dat zij bij
len ingang van hnn woningen in kuilen
jpnngen en bewaren).
Op weer andere plaatsen zijn de vrouwen
bezig de ziltige derrie te branden. Op die
panier en met inmenging van zeewater,
rekken zij het zont nit de derrie en dat
naakt voor de arme bevolking nog een kleine
tering nit.
Om ook de mannen te ontmoeten, begeven
iij ons thans naar een ander gedeelte van
ie hamrik.
Wees echter op uw hoede voor die moe
rassige plek, met wegedoorn en watervlier
bewassen de minste stap kan doodelijk voor
n zijnonder het bedrieglijk groen zoudt ge
in een zwarte modder wegzinken en de drij
vende bodem zou zich zwijgend over u sluiten,
of er niets gebeurd w as.
Wel mogen we dus voorzichtig zijn op
onzen wandeltocht, die ten doel heeft, ook
den man in zijn bedrijf te zien.
We vinden hem aan het strand, waar hij
jacht maakt met pijl en boog, of met behulp
van drijvend aas aan laüge lijnen, op de tal
looze zeevogels, die er rondfladderen, of wel,
hij drijft met zijn kaan op de binnenwateren
van gedragslijn toonend, bestaat noch in de
Kamer, noch in den lande.
Zie naar 's lands vergaderzaal. Over de
vrijzinnig-democratische partij aldaar moge
men gnnstig of ongunstig oordeelen, toch zal
haar ergste bediller niet betwisten, dat zij in
haar doen en laten aan de eischen eener
party beantwoordt. Maar het bonte gezelschap
van hen, die allen zichzelven tooien met het
etiket van liberaal Van partijleven geen
spoor, en van gemeenschappelijke levens
openbaring slechts teekeuen op een gedeelte
van het politieke veld. Hoe zou het ook an
ders met een Bink en een Borgesius aan
den eenen, met een Roëll en een Van Styrum
aan den anderen kant
In den lande is het eveneens, 't Zon een
trsgi-komlsch vermaak zijn, een legkaart te
maken van de ware kleuren aller „liberale"
kiesvereenigingen. En wat de pers betreft
vergelijk bijvoorbeeld met elkaar de houding
van liet Handelsblad en dio van Het Vader
land bij een, pok uit partij-oogpunt, zóó ern-
tige en gewichtige gelegenheid als de her
stemming in Amsterdam IX.
Qaarne beamen wij dan ook de meening,
onlangs ontwikkeld door de Nieuwe Courant,
het oud-liberale orgaan van de residentie, dat
het hoog tijd wordt aan geknutsel en geknoei
een eind te maken, en weer een liberale par
tij in het leven te roepen,die een beginsel vaandel
onomfloerst omhoog durft heffen. Wel betwijfe
len wij een beetje heel erg de juistheid van haar
in een snppletoire begrooting voor 1902, waar
van de ontvangsten zijn: leening f200.
en verkoop onde brandspnithnisje 150.en
de uitgaven f 250.voor het maken van
een nieuw huisje.
De verordening tot regeling van het her-
halingsonderwijs aan de 3 scholen in Hoog
woud, was door den schoolopziener terugge
zonden met een paar kleine bemerkingen.
Zoo wenschte hij voor het vak „vaderland-
sche ge6chiedenis" te lezenkennis der
tegenwoordige staatsregeling en een omschrij
ving van het (doel van het) vak moeet nog
worden opgenomen. Niemand heeft bezwaar
om aan het verlangen van den schoolopz.
te voldoen.
Op voorstel van den heer Schermer wordt
goedgevonden, bij publicatie aan de aan
plakborden bekend te maken, wanneer het
herhalingsonderwijs begint, enz.
Verder deelt Voorz. mede, dat voor het
militair onderricht, dat dezen winter te
Aartswoud zal plaats hebben, eenige werk
tuigen en toestellen moeten worden aange
schaft, die volgens eene ontvangen opgave
niet meer dan f40.— zullen kosten, \oorts
werd het wenschelijk geoordeeld, aan elk der
heide met het onderricht belaste onderoffi
cieren, voor iederen oefeningsavond f 0.20 ver
tering te betalen, aangezien andprs tot
inkwartiering kon worden overgegaan.
Men vindt algemeen die voorbereidende
oefeningen voor de jongens zeer nuttig en
heeft dan ook geenerlei bezwaar tegen het
doen dezer uitgaven.
De oefeningen zullen plaats hebben eiken
Maandag- en Donderdagavond van half zeven
tot half negenzij zullen aanvangen den
lsten Maandag na den 15den November en
eindigen uit. Februari.
Voor kennisgeving wordt nog aangenomen
de mededeeling, dat tot zetters zijn herbe
noemd de heeren K. van Diepen en J. Schermer.
Hierna wordt voorlezing gedaan van het
„beroep der Boeren-Goneraals op de beschaafde
wereld en de begeleidende missive, waarbij
verzocht wofdt, eene inzameling van gelden
te willen bevorderen.
De heer Schermer gelooft wel, dat de
behoefte groot zal wezen en zon er das wel
vóór wezen, een collecte te honden.
De Voorz. vraagthoe moeten we dat dan
doen; een commissie, of Kees Knin rond
stnren met de bus
De heer Vijn acht een commissie beter en
verwachting, dat haar gi trouwen, donjkwanli- ook de heor Vel verwacht 't minste van een bus.
Ten aanzien van de vrijzinnig-democraten
volgt meer dan één liberaal persorgaan, en
ook meer dan één liberaal spreker in verga- I
deringen, een eigenaardige tactiek. De eene
maal wordt terecht geconstateerd, dat zij met
de liberale partij gebroken hebbenzij heeten j
dan scheurmakers, afvalligen, 'eigenlijk thuis
behoorende bij de sociaal-democraten. Den
anderen keer daarentegen soms zelfs maar
eenige regelen druks verder, of weinige
oogenblikken later worden zij voorgestel
als toch slechts een fractie van de
liberalen, als de te ongeduldige voorhoede
van dezen, en dientengevolge tijdelijk hun
eigen weg gaande, maar voorbestemd om
weder terag te keeren tot de vroegere
gemeenschap.
Wie dit laatste zeggen, zonder het te ge-
looven, behoorden met die onbetamelijke
aardigheid eindelijk op te honden. En wie
tarief geslonken, kwalitatief te helderder znllen
uitblinken. Wel i6 het voor ons boven twijfel,
dat die herboren liberale partij, in de nieuwe
tijdsomstandigheden, een zuiver-conservatieve,
in den goeden zin van het woord, wezen zal.
Wel voorzien wij, dat zij juist daarom in
nauwere aanraking zal komen met de rech
terflank der anti-revolutionnairen en met
het grootste deel der Katholieken misschien
bestemd, om met dezen te zamen op een niet
meer ver verwijderd tijdstip 's lands bewind
te voeren. Doch dit vooruitzicht kan ons
allerminst afschrikken van den wenseh, dat
er op die wijze meer klaarheid en waarheid
kome in de politieke verhoudingen, en dat
aldus nit de politieke wateren verwijderd
worde, wat ze troebel houdt.
V e r g a d f van d e n Baad:
het zeggen, omdat zij het in gemoede geloo- j der gemeente HOOGWOUD, op Donderdag j
9 October 1902, voormiddags 10 uur.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorz. opent de vergadering, waarna
rond. Met een enkelen oogopslag herkent hij -Y - .7
de plaats voor veel of weinig vangst. Hij ven, zullen goed doen wat beter uit hun
weet op welke ondiepten, onder kroos en oogente kijken dan zullen bij wel tot de
kwalster, tusschen het rnischende riet en de j ontdekking komen, dat zij vasthouden aan
buigende biezen, hij den roodgevinden baars en e®11 hersensschim.
den groenachtig gevlekten karper kan ver
rassen. Hij kent evengoed de donkere, bescha
duwde plek waar de bruine brasem zich ver
bergt en de glinsterende karper in de holen
onder den oever wegschuilt, als den modde-
rigen bodem, waar de zeelt verblijf houdt en
waaruit hij paling en aal kan opjagen.
Zijn vangst is gewoonlijk overvloedig. Doch
dit verwondert hem volstrekt niet, want in
den feestnacht van den 14den Juni heeft
bij met staken en stokken zijn netten en an
der vlschgerei in den rook van het Belders-
vflur uitgespannen en de op die manier
doorwolkte mazen worden door den goeden
Beider, den lichtenden zomergod, mildelijk
gezegend en trekken steeds een rijkdom van
risch.
1
Onmogelijk is het zeker niet, dat de hui
dige vrijzinnig democraten en een deel van
de Liberale Unie-mannen wederom in hetzelfdo
gelid komen te staan. Wij voor ons hopen
dit. Maar toch slechts onder deze stellige en
onontwijkbare voorwaarde, dat de bedoelde
mannen van de Liberale Unie hnn halfslach
tig karakter afleggen, niet langer tegelijkertijd
willen en uiet-willen, geen enkelen slag meer
om den arm honden en, zonder op de kier
te laten een deur, waardoor zij weer ontsnap
pen kunnen, vierkant zich stellen in den
dienst der vrijzinnige democratie.
Wij schrijven dit niet zoo onomwonden,
omdat het ons een lust is, aan de Liberale
Unie en haar volgelingen onaangenaam te
wezen. Wij doen het, omdat haar gedraging
de notulen van de vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Op de vraag van den heer Vijn, of er al
antwoord ontvangen is op het adres aan de
Koningin, betreffende het herhalingsonder
wijs aan de Langereizer school (vergunning
om dat ooderwys ook aan de meisjes
'savonds te mogen geven) antwoordt Voorz.
ontkennend.
Meegedeeld wordt, dat bij de jongste
kasverificatie bij den Gemeente-ontvanger,
f 4184.40* in kas was.
De heeren Hartog en Kooij zonden in
navolging van N. Niedorp, die commissie
willen doen bestaan nit meisjes.
Als er dan een commissie wezen zal, vindt
Voorz. 't beter, daarvoor mannen te nemen.
De Voorz. zou ook niet bij arme lui willen
aankloppen, maar de heeren Kooij eo anderen
meenen, dat er nog wel arme menschen
konden wezen, die 't onaangenaam zouden
vinden, als men hen voorbijging. Daarom
is 't beter, niemand voorbij te gaan. Ieder blijft
toch altijd vrij om er al of niet aan te geven.
Ten slotte wordt goedgevonden de commis
sie samen te stellen en te verdeelen als volgt
Voor de Weere en 't gedeelte van Lambert-
schaag de heeren Vijn en Dirk van Diepen.
Voor de Gouw de heeren Hartog en Th.Terra.
Voor 't Noord- en Znideind de heeren
Van Diepen en C. Schilder.
Voor de Kerkelaan en de Paad de heeren
Schermer en P. Truijens.
Voor den Boekeiweg en Langereis de hee
ren Kooij en Tennis de Beurs.
Voor Aarts woud (Kerkbuurt) de heeren
Jan Schagen en P. Groot Jbz.
Voor de Dijkbunrt, Boezem, enz. de heeren
P. Hartog Jbz. en D. Pluister.
Aan de aanplakborden en in 't krantje van
Houdijk zal bekend gemaakt worden, dat
de commissiën tusschen 20 en 30 October
zullen rondgaan, terwijl bovendien afkondi
ging in de kerken verzocht zal worden.
Hierop wordt behandeld de armen-begroo-
ting voor 1903, die wordt goedgekeurd en
vastgesteld op een ontvangst en uitgaaf van
f 1970.50.
Minder voorspoedig gaat 't met de thans aan
de orde zijnde gemeente-begrooting voor 1903.
In verband met de naderhand gemaakte
aanmerkingen worden daaruit hier de volgende
Voorts wordt algemeen goedgevonden, een
leening van f200 aan te gaan, om daarmee posten vermeld. Uitgaven: jaarwedde burge-
te betalen het nieuwe braudspuithuisje in de meester f 600.id. secretaris f 600.id.
Weere. De rente mag hoogstens 4'/, °/0 be- ontvanger f 380.id. ambtenaar ter secre-
dragen en in 1904 wordt de laatste termijn tarie, conciërge en bode f 385.schrijf- en
afgelost. De leening zal worden opgenomen bureaubehoeften ter secretarie f 475.kosten
registers v. d. burgerlijken stand f 80.id.
der bevolkingsregisters f 30.abonnement
o. h. Staatsblad, Prov. blad en dagbladen
f 50.jaarwedde v.d. ambt. van den Bnrg.
Stand f 75.advertentiën f 30.aanschaffing
tijdschriften f20.bezoldiging schatters der
dranklokaliteiten, onderhond straten f20.
id. wegen en voetpaden f 10.id. wandel
plaatsen en plantsoenen f 75.subsidie aan
Volksmin f 100.rente van geldleening
f 718.70, aflossingen f 2200.—, nadeelig saldo
van 1900 f 381.47*, onvoorziene uitgaven
f 40.18*. Ontvangsten 40 opcenten geb. eigen
dommen f 1043.70, 10 opcenten ongeb. eigen
dommen f 876.29, 50 tot 75 opcent v.d. person.
belasting f 1985.77*, hoofdelijke omslag
f 4000.De totale ontvangsten en uitgaven
bedragen f 21132.06.
De heer Kooij komt terug op de personeele
opcenten. Er is indertijd besloten om die te
verminderen en voor alle perceelen gelijk te
stellen op 36. en nu zijn er bij de begrooting
maar weer 50 tot 76 op genomen, alsof er
niets gebeurd is.
De heer Vijn kenrt ook deze begrooting
beslist niet goed. Spr. haalt de Gemeentewet
voor den dag en vraagt, of daai niet in staat,
dat B. en W. tot uitvoering verplicht zijn,
als ze 30 dagen na toezending van een besluit
aan Ged. Staten, geen antwoord ontvangen.
Spr. meent dat dit duidelijk genoeg staat in
de artt. 197 en 198. (Die echter niet het heffen
van belastingen betreffen, en al ware dat
wèl zoo, die dan toch nog niet vaD toe
passing zonden zjjn, omdat er geen besluit
ter goedkeuring is aangeboden, doch slechts
advies gevraagd is. Verslaggever.)
De Secr. zegt, dat nog altijd op antwoord
wordt gewacht op den brief om inlichtingen
aan Ged. Staten.
De heer Vijn wil daar echter niets van
weten. Verleden jaar 23 October is al besloten
om die inlichtingen te vragen, zegt Spr. en
de brief was gedateerd 5 November, dus die
moet weggeraakt, of niet ontvangen zijn,
anders hadden Ged. Staten allang geantwoord.
De Voorz. meent, dat „we non al zoo
mooi op dreef zijn en
De heer Vijn Nee hoor 1 beslist niet. Wij
benne hier geen marionetten
De heer Kooij gelooft niet, dat het dagel.
bestunr dat maar in zijn macht heeft, om
die opcenten te bepalendat moeten wij toch
beslissen, meent Spr. en 't is hier toch aan
genomen, om die opcenten te verlagen.
De Voorz. doet de vraag, waar dan het
geld vandaan moet komen.
De heeren Vijn en Kooij: Ja, dan moet het
dagel. bestuur maar weer met voorstellen
aankomen.
De Secretaris zou nn maar een brief aan
Ged. Staten willen schrijven, met verzoek
om antwoord.
Dat mag dan wel per aangeteekenden brief,
meent de heer Vijnanders komt er weer
geen antwoord.
Als we niet f 1000.minder aflossen, dan
komen we er nief, zegt de Voorz., want de
begrooting is al krap.
De heer Van Diepen zou wel voorstellen
willen, om, als de f 100.— weer aan „Volks
min" gegeven wordt, er bij te bepalen, dat
dat geld in de gemeente blijven'inoet.
De heer Kooij En dan do kinderen zeker
geen pleizier meer hebben
De heer Hartog zegt, dat het geld voor
verreweg 't grootste deel hier blijft; alles
wordt hier gekochtalleen wat stalgeld gaat
buiten de gemeente.
De heeren Hartog, Kooy en Vel zijn 't met
den Voorz. eens, dat er niet vlug behoeft te
worden afgelost. Dan kan met 36 opcenten
alles evengoed zijn gang gaan.
De Secret. zegt, dat de begrooting toch
ingezonden moet worden vóór 1 November.
Dat kan niet schelen, antwoordt de heer
Vijn. Dan had ze maar eerder in den Baad
gebracht moeten zijn. U (tot den Secret.) wist
we), dat die begrooting zóó niet goed was
en bestrijding zon vindeD, en nn is er net
zoo lang gewacht, tot 't hoog tijd is, om de
begrooting in te zenden, zeker in de ver
wachting, dat de zaak weer voor een jaar
van de baan zou wezen.
De Secret.: Ja maar we kunnen op't oogen-
blik niet anders handelen, heeren dan loopt
de heele boel in de war.
De heer Vijn Dan de boel maar in de war!
Dat is nw eigen schuld. Ik bedank er har
telijk voor, weer met eeu kluitje in 't riet
gestuurd te worden. Ik keur die begrooting
Roman van
WILHELM MEIJER FÖRSTER.
0-0-0
L
HOOFDSTUK I.
Io de beide rennen waren de blauw
rode kleuren van graaf Johan Szatek met
foeite overwinnaar gebleven, en nu volgde
jaren-en-jaren-oude strijd om de gou
den zweep, waarvoor zijn stal niet minder
d*» drie paarden zadelen liet, om, zoo mo-
ook op dezen mooien prijs vandaag
rSiag te leggen.
Prinses Yon Wartenberg trof Szatek op
6 trap der tribune en toen zij hem
T°orbijgiI)gi zeide zij lachend tot hem „U
1&j Weder winnen, graaf, zooals u alles
flaar hij echter alleen met een
pJ°uderophaIen antwoordde, hield ze Maria
"^totschiD, die naast haar ging, een
°°genblik vast en wendde zich nogmaals
Statek
-S'een Ja Ik wil wedden, ik wil geld
eg«toen. Dus spreek op."
*Ml' was in een slechte luim, dat kon
hem aanzien, maar tegenover de
ncseg kon hij aan deze stemming geen
drukking geven.
wel» *ee" k®' Diet. Wie kan vooruit
*®ten l»1 "jj6 een ren za' afl°°Pen Le goden
de^^dar §e hebt toch drie paarden bij
„En Stennsberg heeft er een, en die
eene zal winnen."
„Meent u werkelijk
„Ja, doorluchtigheid, dat meen ik."
Zij keek hem een oogenblik twijfelend
aan, a's wist zij niet recht zeker, of hij
niet bloot uit onverschilligheid baar dit
antwoord gegeven had want niemand
werd door de dames op iederen rén zoo
zeer met vragen om goede raadgevingen
overstelpt, als juist hij, en dat men daar
ten slotte ongeduldig bij wordt, is niet te
verwonderen maar hij keek, een trede
op de trap hooger staande dan zy,
over haar heen, alsof zij er in 't geheel
niet was. met zulk een duistere gelaats
uitdrukking, dat zij geen lust had het ge
sprek voort te zetten.
Zij nam de zware zyden plooien van
haar robe bij elkaar en schoot zich achter
Maria Rostotscbin door de menschen-
menigte heen, die zich rondom de tribune
verdroDg. Zij was echter nog niet tot
de barrière van de zadelplaats gekomen,
of zij zag Szatek weer raast zich, die haar
nageloopen was.
„Een vraag, doorluchtigheid
„Ja...?"
„Heeft u Lena gezien De kleine
Stennsberg
„Neen. Hoe zoo
„O niets. Ik dacht maar
Hij wilde achteruittreden en weer naar
de tribune gaan, maar de prinses legde
hem lachend de band op deD arm. „U heelt
er ook van gehoord, niet waar Dat Lena
in een pereion gestopt zal worden Het
werd reeds gisteren in de stad verteld
het is een kostelijk idée. Kom meê, ik zal
u Lena wijzen."
Een zenuwachtig trillen was op het
gelaat van Szatek duidelijk merkbaar dan
antwoordde hjj plomp
aarom moet ze in een pension
„Ja, waarom Zij lachte. „Lena heeft
geen zin haar vader nog minder, maar
Schwerin verlangt het. Schwerin is een
tyran. Hij zal Lena in een klooster stop
pen, als hy maar doorzetten kan." En spot
tend Szatek van terzijde monsterend, die
met samengeknepen lippen naast haar ging,
zeide zij
„Wees een man, Szatek, daag Schwerin
uit. Schi8t jij den majoor nu eens dood.
Want er is niemand, die op een vijftien
jarig bakvischje zoo tot over de ooren ver
liefd is, als jy."
Hij sprong heftig op: „Ik 1 Op wie
„Op Lena."
Berlijn had schitterender ren dagen, dan
die van de gouden zweep maar het was
een dag in de vroege lente en dan stroomt
half Berlijn naar de renbaan.
De oude Frankforter straatweg, die
maandenlang stil en verlaten lag, dhtagt
op dezen dag van de gouden zweep een
eindelooze rij van allerlei voertuigen.
De vlier bloeit. De kastanjes bloeien.
De velden rechts en links van den straat
weg zijn met een groen grastapijt over
dekt, waarover een zoele Zuidenwind
strijkt. De kerseboomen bloeien in de
boomgaarden. In de dorpen ziet men de
eerste zwaluwen.
De groote stad ligt ver afmen hoort
en ziet niets meer van haar.
„Kisertet", den dag tevoren onder
geleide van den ritmeester, Lena, zijn
trainer, zijn jockey, zjjn staljongens en
den ganschen aanhang, waarmede een be
roemd renpaard reist, van Hamburg aan
gekomen, stond eenigszins apart in den
zuidelijksten hoek van de zadelplaats, om,
van een dichten menschenhoop omgeven,
voor den grooten ren toilet te maken.
„Hij heeft verleden week de handicap
te Hamburg gewonnen, Stennsberg vroeg
een van de omstanders.
En de ritmeester knikte, zonder te ant
woorden.
Hij had de armen over de borst ge
kruist, hoofd en bovenlijf wat gebogen,1
hij miste geene beweging van het paard
en volgde alles, wat de staljongens deden,
die met kam, borstel en spons en water
emmer naast Mr. Salden den trainerstonden.
Af en toe boog hij zich geheel voorover en
wisselde eenige woorden in 't Engelsch met
den trainer, die juist het lichte zadel op
het dier legde somwijlen wendde hij zich
ook tot Lena, die naast hem stond en met
gravin Steichoven sprak, dan kruiste
hij de armen weder over elkaar en keek
zwijgend naar het paard.
Hij zag er moede uit. Zijn haar was
aan de slapen vergrijsd en de oogen had
den iets dofs. Hij droeg een donkerblauw
costunm van Fransche snit, een opvallend
hoogen boord, grijze handschoenen, zonder
welke men hem maar zelden zag. Met zijn
verbrand gelaat en straffe houding was hij
altijd nog een mooie man. Maar wie
Stennsberg voor tien jaren had gezien,
toen hij met James de Eerste in Liverpool
den grootsten ren won, toen, trots zijn veertig
jaren, nog de beste rijder van Europa, en
hem nu weer eens ontmoette, die zou hem
moeilijk hebben herkend.
Meer dan honderd menschen stonden in
een kring om „Kisertet", bezitters van
renstallen, eenige dames, meest echter
officieren.
Eenïgen, die ook naderbij kwamen en zich
nieuwsgierig door den kring drongen,
vroegen, op het paard wijzend: „Wie is dat
En de omstanders antwoordden halfluid,
op den toon van verwondering over zulk
een vraag „Kisertet".
„Ah zoo, Kisertet 1"
Zij bogen zich verder voorover om het
beroemdste paard van de laatste tien jaar
te bewonderen.
Een aandacbt'ge stilte lag er ovrr den
kring, zelfs de dames spraken slechts
halfluid. Men had een paard voor zich,
dat alle groote rennen der laatste jaren
had gewonnen, welks portret in elke
geïllustreerde courant te zien was geweest,
een paard dat nog nauwelijks een jaar
geleden een groot vermogen wasrd was
geweest. De hengst was in den jubileum-
prijs te Weenen in den vorigen herfst
gestort de kunst van den trainer had
hem weer klaar gekregen 't was moge
lijk, dat het dier met de „gerepareerde bee-
nen" nog menigen ren winnen kon.Maar goed
beschouwd, was het dier slechts een ruïne
van vroeger.
De trainer liet een leêren riem op den
grond vallen, de staljorgens zagen het niet,
hij zelf kon zich niet bukken, omdat hij
bezig was het zadel in orde te brengen
toen trad Lena naar voren, nam den riem
op en reikte hem dien over.
Hij lachte verlegen„Miss Lena
En zij lachte ook„Men moet helpen."
Alle omstanders lachten, zelfs het ern
stige gelaat van den ritmeester vertrok