Zondag 12 October 11)02. 46ste Jaargang No. 3774. TWEEDE BLAD. Fragmenten Een liberale partij Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. JUtia Jl. Schagen's bevolking om streeks 400. n« verbeelding voert ons thans vele eenwen •t verledene terug. We staan aan den ingang n Je hamrik of marke der tegenwoordige .meeiite Schagen, omstreeks 400. De ham- - streek, in de Ook door het zoeken van eieren voorziet hg gedeeltelijk in zijn bestaan. Een lang koord wordt daartoe door twee personen dwars over de tallooze rietzoomen getrokken en uit de nesten van het waterwild, die daardoor zichtbaar worden, raapt na een derde persoon de eieren. Groote weelde is het voor deze arme strand bewoners, wanneer zij een zeehond of bruin- visch knnnen bemachtigen, of wanneer de winterstorm hnn een afgedwaald zeemonster nitde ijszee op het strand werpt. Het spek daarvan ife hnn een lekkernij, de traan dient bun tot voedsel voor de eenvondige aarden lamp, terwijl de vellen tot riemen worden gesnedeD, of in nog smaller reepen, om te worden gevlochten tot een stevig touwwerk. Dubbele weelde echter, wanneer de verbol gen oceaan hnn een schip tegemoet voert. Schip en lading zijn dan hun buit en de manschappen mogen al gered worden, bij en na de algemeeoe verkiezingen er aan leiding toe geeft. Als zij, ondanks den draai, dien zij is begonnen te nemen, nog niet ten volle wordt vertrouwd, dan dient zy het voorbeeld van Tijl Uilenspiegel te volgen en met zelfkennis te belijden, dat zij het er ook naar gemaakt heeft. Maar of al dan niet geschiede, wat wij inzóóver hopen, in allen gevalle is het geheel afgezien van de vrijzinnig-democraten een onwaarheid, een misleidend spelen met een woord, een misbrnik hetwelk slechts voortduring van politieke verwarring en van politiek bederf ten gevolge kan hebben, nog steeds te spreken van een „liberale partij". Want zulk een partij is er al laog niet meer. Wat er is, dat zijn menschen, die nog allen „liberalen" zich Doemen, ofschoon zij te zamen vormen een verzameling van vogelen met zeer diverse plnimage. Maar een liberale partij, saamgebonden door gemeenschappelijke rblijkt ons e n moerassige streek, in de manschappen mogen al gered woraen, ze i paruj, saamgeuomieu aoor gemeei middellijke nabijheid der zee. Hier en daar worden verkocht op de markt te Stavoren of beginselen op alle hoofdpunten, en eenheid ui-;U 4con-uirro liifV»iorpn- van nrpdrficrsliin fcnoncnd. hesranl jt*aren we terpen of wierden (kunstmatige blijven in de hamrik in eeuwige lijfeigen- wgten), waarop de hnizen der bewoners zijn schap. jonwd. Het dijkwezen toch is nog vol- Ook hier verschil van standen alzoo. maar •gfct niet tot eene voldoende hoogte bij den eenvoud der leefwijze wordt dat „evoerd. Voortdurend overstroomt de standsverschil weinig gevoeld. We kunnen het land en zonder die terpen zon dan ook met gerustheid zeggen, dat de bevöl- >t wonen hier den mensch totaal onmoge-1 king, als geheel, hier wel leeft in de k zijn k Vee te houden, als zijn naburen, I grootste soberheid, maar teveDS een vrijheid hem daardoor echter niet gegeven, ja, ook geniet, die ze voor niets ter wereld wil afstaan. Wee dan ook de naburige hamrik die het te onzaliger ure wagen mocht, die vrijheid te belagen. Dan gaat de drie ellen lange bode staf van hand tot liand, aan de punt in het vuur gehard en aan het andere einde van een strik voorzien, om de weerbare bevolking ten strijde op te roepen. Bij onmiddellijk dreigend gevaar is het de heirpijl. die nacht en dag, zonder oponthoud, van huis tot huis rondgaat en waar hij verschijnt, daar moeten de man nen oogenblikkelyk opbreken. Ziedaar het leven van den Schager Wilde, maar een leven, onderworpen toch* reeds aan zekere maatschappelijke orde, krachtens wetten, door den drang der noodzakelijkheid nit den boe zem van het volk zelf ontsprotenonbeschre ven weliswaar, maar niettemin door de oud sten en vroedsten met gewetensvolle nauwge zetheid telkenmale aan het opbloeiende ge slacht overgedragen als en kostbare schat. Amst. S. J. van Heystervelt. strijd met de wilde dieren (waar de Inan- >n der Oostelijke marken zoo tuk op zijn) hem ten eeDenmale ontzegd. Want nergens ■eft men hier boschgrond aan, zoo menig- aldig op de hoogere gedeelten. j)e weinige huizen die we er zien, zijn nnzalige, geteerde houten hutten^ gedekt iet een rieten dak, waarin een opening is •emaakt om den rook door te laten, terwijl e van binnen alleen het allernoodzakelijkste misraad bevatten. Het huishouden neemt dan ook weinig tijd n beslag. Toch vinden we de vrouwen van de hamrik Jlen druk in de weer. Van zeewier en biezen [raaien zij een soort van touwwerk, waarvan ueer anderen netten voor de vischvangst rnoopen. Elders scheppen zij met de hand Ie veenachtige modder, die ze, in wind en ion gedroogd, gebruiken om He spijzen te koken. (De drank dezer menschen bestaat rewoonlijk alleen uit regenwater, dat zij bij len ingang van hnn woningen in kuilen jpnngen en bewaren). Op weer andere plaatsen zijn de vrouwen bezig de ziltige derrie te branden. Op die panier en met inmenging van zeewater, rekken zij het zont nit de derrie en dat naakt voor de arme bevolking nog een kleine tering nit. Om ook de mannen te ontmoeten, begeven iij ons thans naar een ander gedeelte van ie hamrik. Wees echter op uw hoede voor die moe rassige plek, met wegedoorn en watervlier bewassen de minste stap kan doodelijk voor n zijnonder het bedrieglijk groen zoudt ge in een zwarte modder wegzinken en de drij vende bodem zou zich zwijgend over u sluiten, of er niets gebeurd w as. Wel mogen we dus voorzichtig zijn op onzen wandeltocht, die ten doel heeft, ook den man in zijn bedrijf te zien. We vinden hem aan het strand, waar hij jacht maakt met pijl en boog, of met behulp van drijvend aas aan laüge lijnen, op de tal looze zeevogels, die er rondfladderen, of wel, hij drijft met zijn kaan op de binnenwateren van gedragslijn toonend, bestaat noch in de Kamer, noch in den lande. Zie naar 's lands vergaderzaal. Over de vrijzinnig-democratische partij aldaar moge men gnnstig of ongunstig oordeelen, toch zal haar ergste bediller niet betwisten, dat zij in haar doen en laten aan de eischen eener party beantwoordt. Maar het bonte gezelschap van hen, die allen zichzelven tooien met het etiket van liberaal Van partijleven geen spoor, en van gemeenschappelijke levens openbaring slechts teekeuen op een gedeelte van het politieke veld. Hoe zou het ook an ders met een Bink en een Borgesius aan den eenen, met een Roëll en een Van Styrum aan den anderen kant In den lande is het eveneens, 't Zon een trsgi-komlsch vermaak zijn, een legkaart te maken van de ware kleuren aller „liberale" kiesvereenigingen. En wat de pers betreft vergelijk bijvoorbeeld met elkaar de houding van liet Handelsblad en dio van Het Vader land bij een, pok uit partij-oogpunt, zóó ern- tige en gewichtige gelegenheid als de her stemming in Amsterdam IX. Qaarne beamen wij dan ook de meening, onlangs ontwikkeld door de Nieuwe Courant, het oud-liberale orgaan van de residentie, dat het hoog tijd wordt aan geknutsel en geknoei een eind te maken, en weer een liberale par tij in het leven te roepen,die een beginsel vaandel onomfloerst omhoog durft heffen. Wel betwijfe len wij een beetje heel erg de juistheid van haar in een snppletoire begrooting voor 1902, waar van de ontvangsten zijn: leening f200. en verkoop onde brandspnithnisje 150.en de uitgaven f 250.voor het maken van een nieuw huisje. De verordening tot regeling van het her- halingsonderwijs aan de 3 scholen in Hoog woud, was door den schoolopziener terugge zonden met een paar kleine bemerkingen. Zoo wenschte hij voor het vak „vaderland- sche ge6chiedenis" te lezenkennis der tegenwoordige staatsregeling en een omschrij ving van het (doel van het) vak moeet nog worden opgenomen. Niemand heeft bezwaar om aan het verlangen van den schoolopz. te voldoen. Op voorstel van den heer Schermer wordt goedgevonden, bij publicatie aan de aan plakborden bekend te maken, wanneer het herhalingsonderwijs begint, enz. Verder deelt Voorz. mede, dat voor het militair onderricht, dat dezen winter te Aartswoud zal plaats hebben, eenige werk tuigen en toestellen moeten worden aange schaft, die volgens eene ontvangen opgave niet meer dan f40.— zullen kosten, \oorts werd het wenschelijk geoordeeld, aan elk der heide met het onderricht belaste onderoffi cieren, voor iederen oefeningsavond f 0.20 ver tering te betalen, aangezien andprs tot inkwartiering kon worden overgegaan. Men vindt algemeen die voorbereidende oefeningen voor de jongens zeer nuttig en heeft dan ook geenerlei bezwaar tegen het doen dezer uitgaven. De oefeningen zullen plaats hebben eiken Maandag- en Donderdagavond van half zeven tot half negenzij zullen aanvangen den lsten Maandag na den 15den November en eindigen uit. Februari. Voor kennisgeving wordt nog aangenomen de mededeeling, dat tot zetters zijn herbe noemd de heeren K. van Diepen en J. Schermer. Hierna wordt voorlezing gedaan van het „beroep der Boeren-Goneraals op de beschaafde wereld en de begeleidende missive, waarbij verzocht wofdt, eene inzameling van gelden te willen bevorderen. De heer Schermer gelooft wel, dat de behoefte groot zal wezen en zon er das wel vóór wezen, een collecte te honden. De Voorz. vraagthoe moeten we dat dan doen; een commissie, of Kees Knin rond stnren met de bus De heer Vijn acht een commissie beter en verwachting, dat haar gi trouwen, donjkwanli- ook de heor Vel verwacht 't minste van een bus. Ten aanzien van de vrijzinnig-democraten volgt meer dan één liberaal persorgaan, en ook meer dan één liberaal spreker in verga- I deringen, een eigenaardige tactiek. De eene maal wordt terecht geconstateerd, dat zij met de liberale partij gebroken hebbenzij heeten j dan scheurmakers, afvalligen, 'eigenlijk thuis behoorende bij de sociaal-democraten. Den anderen keer daarentegen soms zelfs maar eenige regelen druks verder, of weinige oogenblikken later worden zij voorgestel als toch slechts een fractie van de liberalen, als de te ongeduldige voorhoede van dezen, en dientengevolge tijdelijk hun eigen weg gaande, maar voorbestemd om weder terag te keeren tot de vroegere gemeenschap. Wie dit laatste zeggen, zonder het te ge- looven, behoorden met die onbetamelijke aardigheid eindelijk op te honden. En wie tarief geslonken, kwalitatief te helderder znllen uitblinken. Wel i6 het voor ons boven twijfel, dat die herboren liberale partij, in de nieuwe tijdsomstandigheden, een zuiver-conservatieve, in den goeden zin van het woord, wezen zal. Wel voorzien wij, dat zij juist daarom in nauwere aanraking zal komen met de rech terflank der anti-revolutionnairen en met het grootste deel der Katholieken misschien bestemd, om met dezen te zamen op een niet meer ver verwijderd tijdstip 's lands bewind te voeren. Doch dit vooruitzicht kan ons allerminst afschrikken van den wenseh, dat er op die wijze meer klaarheid en waarheid kome in de politieke verhoudingen, en dat aldus nit de politieke wateren verwijderd worde, wat ze troebel houdt. V e r g a d f van d e n Baad: het zeggen, omdat zij het in gemoede geloo- j der gemeente HOOGWOUD, op Donderdag j 9 October 1902, voormiddags 10 uur. Tegenwoordig alle leden. De Voorz. opent de vergadering, waarna rond. Met een enkelen oogopslag herkent hij -Y - .7 de plaats voor veel of weinig vangst. Hij ven, zullen goed doen wat beter uit hun weet op welke ondiepten, onder kroos en oogente kijken dan zullen bij wel tot de kwalster, tusschen het rnischende riet en de j ontdekking komen, dat zij vasthouden aan buigende biezen, hij den roodgevinden baars en e®11 hersensschim. den groenachtig gevlekten karper kan ver rassen. Hij kent evengoed de donkere, bescha duwde plek waar de bruine brasem zich ver bergt en de glinsterende karper in de holen onder den oever wegschuilt, als den modde- rigen bodem, waar de zeelt verblijf houdt en waaruit hij paling en aal kan opjagen. Zijn vangst is gewoonlijk overvloedig. Doch dit verwondert hem volstrekt niet, want in den feestnacht van den 14den Juni heeft bij met staken en stokken zijn netten en an der vlschgerei in den rook van het Belders- vflur uitgespannen en de op die manier doorwolkte mazen worden door den goeden Beider, den lichtenden zomergod, mildelijk gezegend en trekken steeds een rijkdom van risch. 1 Onmogelijk is het zeker niet, dat de hui dige vrijzinnig democraten en een deel van de Liberale Unie-mannen wederom in hetzelfdo gelid komen te staan. Wij voor ons hopen dit. Maar toch slechts onder deze stellige en onontwijkbare voorwaarde, dat de bedoelde mannen van de Liberale Unie hnn halfslach tig karakter afleggen, niet langer tegelijkertijd willen en uiet-willen, geen enkelen slag meer om den arm honden en, zonder op de kier te laten een deur, waardoor zij weer ontsnap pen kunnen, vierkant zich stellen in den dienst der vrijzinnige democratie. Wij schrijven dit niet zoo onomwonden, omdat het ons een lust is, aan de Liberale Unie en haar volgelingen onaangenaam te wezen. Wij doen het, omdat haar gedraging de notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Op de vraag van den heer Vijn, of er al antwoord ontvangen is op het adres aan de Koningin, betreffende het herhalingsonder wijs aan de Langereizer school (vergunning om dat ooderwys ook aan de meisjes 'savonds te mogen geven) antwoordt Voorz. ontkennend. Meegedeeld wordt, dat bij de jongste kasverificatie bij den Gemeente-ontvanger, f 4184.40* in kas was. De heeren Hartog en Kooij zonden in navolging van N. Niedorp, die commissie willen doen bestaan nit meisjes. Als er dan een commissie wezen zal, vindt Voorz. 't beter, daarvoor mannen te nemen. De Voorz. zou ook niet bij arme lui willen aankloppen, maar de heeren Kooij eo anderen meenen, dat er nog wel arme menschen konden wezen, die 't onaangenaam zouden vinden, als men hen voorbijging. Daarom is 't beter, niemand voorbij te gaan. Ieder blijft toch altijd vrij om er al of niet aan te geven. Ten slotte wordt goedgevonden de commis sie samen te stellen en te verdeelen als volgt Voor de Weere en 't gedeelte van Lambert- schaag de heeren Vijn en Dirk van Diepen. Voor de Gouw de heeren Hartog en Th.Terra. Voor 't Noord- en Znideind de heeren Van Diepen en C. Schilder. Voor de Kerkelaan en de Paad de heeren Schermer en P. Truijens. Voor den Boekeiweg en Langereis de hee ren Kooij en Tennis de Beurs. Voor Aarts woud (Kerkbuurt) de heeren Jan Schagen en P. Groot Jbz. Voor de Dijkbunrt, Boezem, enz. de heeren P. Hartog Jbz. en D. Pluister. Aan de aanplakborden en in 't krantje van Houdijk zal bekend gemaakt worden, dat de commissiën tusschen 20 en 30 October zullen rondgaan, terwijl bovendien afkondi ging in de kerken verzocht zal worden. Hierop wordt behandeld de armen-begroo- ting voor 1903, die wordt goedgekeurd en vastgesteld op een ontvangst en uitgaaf van f 1970.50. Minder voorspoedig gaat 't met de thans aan de orde zijnde gemeente-begrooting voor 1903. In verband met de naderhand gemaakte aanmerkingen worden daaruit hier de volgende Voorts wordt algemeen goedgevonden, een leening van f200 aan te gaan, om daarmee posten vermeld. Uitgaven: jaarwedde burge- te betalen het nieuwe braudspuithuisje in de meester f 600.id. secretaris f 600.id. Weere. De rente mag hoogstens 4'/, °/0 be- ontvanger f 380.id. ambtenaar ter secre- dragen en in 1904 wordt de laatste termijn tarie, conciërge en bode f 385.schrijf- en afgelost. De leening zal worden opgenomen bureaubehoeften ter secretarie f 475.kosten registers v. d. burgerlijken stand f 80.id. der bevolkingsregisters f 30.abonnement o. h. Staatsblad, Prov. blad en dagbladen f 50.jaarwedde v.d. ambt. van den Bnrg. Stand f 75.advertentiën f 30.aanschaffing tijdschriften f20.bezoldiging schatters der dranklokaliteiten, onderhond straten f20. id. wegen en voetpaden f 10.id. wandel plaatsen en plantsoenen f 75.subsidie aan Volksmin f 100.rente van geldleening f 718.70, aflossingen f 2200.—, nadeelig saldo van 1900 f 381.47*, onvoorziene uitgaven f 40.18*. Ontvangsten 40 opcenten geb. eigen dommen f 1043.70, 10 opcenten ongeb. eigen dommen f 876.29, 50 tot 75 opcent v.d. person. belasting f 1985.77*, hoofdelijke omslag f 4000.De totale ontvangsten en uitgaven bedragen f 21132.06. De heer Kooij komt terug op de personeele opcenten. Er is indertijd besloten om die te verminderen en voor alle perceelen gelijk te stellen op 36. en nu zijn er bij de begrooting maar weer 50 tot 76 op genomen, alsof er niets gebeurd is. De heer Vijn kenrt ook deze begrooting beslist niet goed. Spr. haalt de Gemeentewet voor den dag en vraagt, of daai niet in staat, dat B. en W. tot uitvoering verplicht zijn, als ze 30 dagen na toezending van een besluit aan Ged. Staten, geen antwoord ontvangen. Spr. meent dat dit duidelijk genoeg staat in de artt. 197 en 198. (Die echter niet het heffen van belastingen betreffen, en al ware dat wèl zoo, die dan toch nog niet vaD toe passing zonden zjjn, omdat er geen besluit ter goedkeuring is aangeboden, doch slechts advies gevraagd is. Verslaggever.) De Secr. zegt, dat nog altijd op antwoord wordt gewacht op den brief om inlichtingen aan Ged. Staten. De heer Vijn wil daar echter niets van weten. Verleden jaar 23 October is al besloten om die inlichtingen te vragen, zegt Spr. en de brief was gedateerd 5 November, dus die moet weggeraakt, of niet ontvangen zijn, anders hadden Ged. Staten allang geantwoord. De Voorz. meent, dat „we non al zoo mooi op dreef zijn en De heer Vijn Nee hoor 1 beslist niet. Wij benne hier geen marionetten De heer Kooij gelooft niet, dat het dagel. bestunr dat maar in zijn macht heeft, om die opcenten te bepalendat moeten wij toch beslissen, meent Spr. en 't is hier toch aan genomen, om die opcenten te verlagen. De Voorz. doet de vraag, waar dan het geld vandaan moet komen. De heeren Vijn en Kooij: Ja, dan moet het dagel. bestuur maar weer met voorstellen aankomen. De Secretaris zou nn maar een brief aan Ged. Staten willen schrijven, met verzoek om antwoord. Dat mag dan wel per aangeteekenden brief, meent de heer Vijnanders komt er weer geen antwoord. Als we niet f 1000.minder aflossen, dan komen we er nief, zegt de Voorz., want de begrooting is al krap. De heer Van Diepen zou wel voorstellen willen, om, als de f 100.— weer aan „Volks min" gegeven wordt, er bij te bepalen, dat dat geld in de gemeente blijven'inoet. De heer Kooij En dan do kinderen zeker geen pleizier meer hebben De heer Hartog zegt, dat het geld voor verreweg 't grootste deel hier blijft; alles wordt hier gekochtalleen wat stalgeld gaat buiten de gemeente. De heeren Hartog, Kooy en Vel zijn 't met den Voorz. eens, dat er niet vlug behoeft te worden afgelost. Dan kan met 36 opcenten alles evengoed zijn gang gaan. De Secret. zegt, dat de begrooting toch ingezonden moet worden vóór 1 November. Dat kan niet schelen, antwoordt de heer Vijn. Dan had ze maar eerder in den Baad gebracht moeten zijn. U (tot den Secret.) wist we), dat die begrooting zóó niet goed was en bestrijding zon vindeD, en nn is er net zoo lang gewacht, tot 't hoog tijd is, om de begrooting in te zenden, zeker in de ver wachting, dat de zaak weer voor een jaar van de baan zou wezen. De Secret.: Ja maar we kunnen op't oogen- blik niet anders handelen, heeren dan loopt de heele boel in de war. De heer Vijn Dan de boel maar in de war! Dat is nw eigen schuld. Ik bedank er har telijk voor, weer met eeu kluitje in 't riet gestuurd te worden. Ik keur die begrooting Roman van WILHELM MEIJER FÖRSTER. 0-0-0 L HOOFDSTUK I. Io de beide rennen waren de blauw rode kleuren van graaf Johan Szatek met foeite overwinnaar gebleven, en nu volgde jaren-en-jaren-oude strijd om de gou den zweep, waarvoor zijn stal niet minder d*» drie paarden zadelen liet, om, zoo mo- ook op dezen mooien prijs vandaag rSiag te leggen. Prinses Yon Wartenberg trof Szatek op 6 trap der tribune en toen zij hem T°orbijgiI)gi zeide zij lachend tot hem „U 1&j Weder winnen, graaf, zooals u alles flaar hij echter alleen met een pJ°uderophaIen antwoordde, hield ze Maria "^totschiD, die naast haar ging, een °°genblik vast en wendde zich nogmaals Statek -S'een Ja Ik wil wedden, ik wil geld eg«toen. Dus spreek op." *Ml' was in een slechte luim, dat kon hem aanzien, maar tegenover de ncseg kon hij aan deze stemming geen drukking geven. wel» *ee" k®' Diet. Wie kan vooruit *®ten l»1 "jj6 een ren za' afl°°Pen Le goden de^^dar §e hebt toch drie paarden bij „En Stennsberg heeft er een, en die eene zal winnen." „Meent u werkelijk „Ja, doorluchtigheid, dat meen ik." Zij keek hem een oogenblik twijfelend aan, a's wist zij niet recht zeker, of hij niet bloot uit onverschilligheid baar dit antwoord gegeven had want niemand werd door de dames op iederen rén zoo zeer met vragen om goede raadgevingen overstelpt, als juist hij, en dat men daar ten slotte ongeduldig bij wordt, is niet te verwonderen maar hij keek, een trede op de trap hooger staande dan zy, over haar heen, alsof zij er in 't geheel niet was. met zulk een duistere gelaats uitdrukking, dat zij geen lust had het ge sprek voort te zetten. Zij nam de zware zyden plooien van haar robe bij elkaar en schoot zich achter Maria Rostotscbin door de menschen- menigte heen, die zich rondom de tribune verdroDg. Zij was echter nog niet tot de barrière van de zadelplaats gekomen, of zij zag Szatek weer raast zich, die haar nageloopen was. „Een vraag, doorluchtigheid „Ja...?" „Heeft u Lena gezien De kleine Stennsberg „Neen. Hoe zoo „O niets. Ik dacht maar Hij wilde achteruittreden en weer naar de tribune gaan, maar de prinses legde hem lachend de band op deD arm. „U heelt er ook van gehoord, niet waar Dat Lena in een pereion gestopt zal worden Het werd reeds gisteren in de stad verteld het is een kostelijk idée. Kom meê, ik zal u Lena wijzen." Een zenuwachtig trillen was op het gelaat van Szatek duidelijk merkbaar dan antwoordde hjj plomp aarom moet ze in een pension „Ja, waarom Zij lachte. „Lena heeft geen zin haar vader nog minder, maar Schwerin verlangt het. Schwerin is een tyran. Hij zal Lena in een klooster stop pen, als hy maar doorzetten kan." En spot tend Szatek van terzijde monsterend, die met samengeknepen lippen naast haar ging, zeide zij „Wees een man, Szatek, daag Schwerin uit. Schi8t jij den majoor nu eens dood. Want er is niemand, die op een vijftien jarig bakvischje zoo tot over de ooren ver liefd is, als jy." Hij sprong heftig op: „Ik 1 Op wie „Op Lena." Berlijn had schitterender ren dagen, dan die van de gouden zweep maar het was een dag in de vroege lente en dan stroomt half Berlijn naar de renbaan. De oude Frankforter straatweg, die maandenlang stil en verlaten lag, dhtagt op dezen dag van de gouden zweep een eindelooze rij van allerlei voertuigen. De vlier bloeit. De kastanjes bloeien. De velden rechts en links van den straat weg zijn met een groen grastapijt over dekt, waarover een zoele Zuidenwind strijkt. De kerseboomen bloeien in de boomgaarden. In de dorpen ziet men de eerste zwaluwen. De groote stad ligt ver afmen hoort en ziet niets meer van haar. „Kisertet", den dag tevoren onder geleide van den ritmeester, Lena, zijn trainer, zijn jockey, zjjn staljongens en den ganschen aanhang, waarmede een be roemd renpaard reist, van Hamburg aan gekomen, stond eenigszins apart in den zuidelijksten hoek van de zadelplaats, om, van een dichten menschenhoop omgeven, voor den grooten ren toilet te maken. „Hij heeft verleden week de handicap te Hamburg gewonnen, Stennsberg vroeg een van de omstanders. En de ritmeester knikte, zonder te ant woorden. Hij had de armen over de borst ge kruist, hoofd en bovenlijf wat gebogen,1 hij miste geene beweging van het paard en volgde alles, wat de staljongens deden, die met kam, borstel en spons en water emmer naast Mr. Salden den trainerstonden. Af en toe boog hij zich geheel voorover en wisselde eenige woorden in 't Engelsch met den trainer, die juist het lichte zadel op het dier legde somwijlen wendde hij zich ook tot Lena, die naast hem stond en met gravin Steichoven sprak, dan kruiste hij de armen weder over elkaar en keek zwijgend naar het paard. Hij zag er moede uit. Zijn haar was aan de slapen vergrijsd en de oogen had den iets dofs. Hij droeg een donkerblauw costunm van Fransche snit, een opvallend hoogen boord, grijze handschoenen, zonder welke men hem maar zelden zag. Met zijn verbrand gelaat en straffe houding was hij altijd nog een mooie man. Maar wie Stennsberg voor tien jaren had gezien, toen hij met James de Eerste in Liverpool den grootsten ren won, toen, trots zijn veertig jaren, nog de beste rijder van Europa, en hem nu weer eens ontmoette, die zou hem moeilijk hebben herkend. Meer dan honderd menschen stonden in een kring om „Kisertet", bezitters van renstallen, eenige dames, meest echter officieren. Eenïgen, die ook naderbij kwamen en zich nieuwsgierig door den kring drongen, vroegen, op het paard wijzend: „Wie is dat En de omstanders antwoordden halfluid, op den toon van verwondering over zulk een vraag „Kisertet". „Ah zoo, Kisertet 1" Zij bogen zich verder voorover om het beroemdste paard van de laatste tien jaar te bewonderen. Een aandacbt'ge stilte lag er ovrr den kring, zelfs de dames spraken slechts halfluid. Men had een paard voor zich, dat alle groote rennen der laatste jaren had gewonnen, welks portret in elke geïllustreerde courant te zien was geweest, een paard dat nog nauwelijks een jaar geleden een groot vermogen wasrd was geweest. De hengst was in den jubileum- prijs te Weenen in den vorigen herfst gestort de kunst van den trainer had hem weer klaar gekregen 't was moge lijk, dat het dier met de „gerepareerde bee- nen" nog menigen ren winnen kon.Maar goed beschouwd, was het dier slechts een ruïne van vroeger. De trainer liet een leêren riem op den grond vallen, de staljorgens zagen het niet, hij zelf kon zich niet bukken, omdat hij bezig was het zadel in orde te brengen toen trad Lena naar voren, nam den riem op en reikte hem dien over. Hij lachte verlegen„Miss Lena En zij lachte ook„Men moet helpen." Alle omstanders lachten, zelfs het ern stige gelaat van den ritmeester vertrok

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 5