AIigiggi Nieiws-, P. F. m Ü8R SI88D, P. BOON, JE LtMBBOÜffLOTEI. De Firma W. F. STOEL k ZOON, TANDARTS, ERlNGE Zondag 19 October 1902. 4Ösle Jaargang No. 3776. DERDE BLAD. ADVBRTENTIKN. SPANBROEK. deNafuur-V/ollen Ondergoederen MOTORSCHEPEN MOTOREN Inflnenza,Hoest,Borst- otKeelaandoening M e i i a n t h e, Binnenlandsch Nieuws. aartE*» Goedgekeurd bij Koninklijk Beslnit Houthandel en Stoomzagerij, le ALKMAAR, naar den Haag verhuisd, is alleen Zaterdags te Helder te consulteeren Ka- naaiweg 99. SCHAGER G 80 BA KT. AiuriïBtiR- Liiikiiviut DE GORILLA. Ken gebeurtenis in een circus. Wij hielden allen veel van Zenobia, niet alleen om haar mooie, bleeke gezichtje, maar ook omdat zjj zoo'n lief, goed meisje was. Daarbij kwam, dat ze tegen iedereen, van den direc- tenr af tot den laagsten stalknecht toe, zonder onderscheid, zich vriendelijk betoonde. Een circns is anders zeker niet de plaats, waar men fijn tactgevoel bij 't personeel kan verwachten, maar Zenobia had met dat al geen reden om zich over de behandeling der leden van het gezelschap ook maar in 't minst te beklagen. Niemand sprak ooit een onvertogen woord in haar bijzijn niemand waagde een ongepaste grap met haar. Toch imponeerde zij vol strekt niet. Zij was een klein eenvondig 17-jarig meisje, dat een onbeduidend nummertje van het pro gramma uitvoerdeook verdiende zü minder dan de andere artiesten, mij in clnis, die de eer genoot het geachte publiek drie gedresseerde olifanten voor te stellen. Merkwaardig was 't, dat de beste, althans de knapste kerel van het heele gezelschap, 't meisje 't minst achting betoonde. Toch hield hij van ons allen 't meest van haar, alleen zyn eerbied was meer egoïst dan de onze. Als wij tevreden waren, wanneer zij met haar zilveren stemmetje lachend ons iets had gezegd, dan was 8tavarta, zoo heet het „wonder der wereld," nog ver van tevreden. En hij zon zich dan ook niet met 't bezit van alleen haar ziel vergenoegd hebben, gesteld al, dat ze hem die gegeven had. Dien avond gebeurde er in onzen circns iets verschrikkelijks. Het publiek, dat zeer talrijk was opgekomen, vulde 't geheele amphitheateralleen de galerij moest, als t« gevaarlijk bij brandgevaar, onbezet blijven. Er waren reeds eenige nummers van ons program afgespeeld. Het publiek volgde toen met groote belangstelling onze lieve Zenobia „in haar evolutiën op den ijzerdraad"; en niet zoozeer om de bijzonderheid van hare toeren, trok zij ieders aandacht, als wel om de aan trekkelijkheid van haar persoontje. En wjj, die wisten, dat 't voor Zenobia een bijzonder gevaarlijke avond was, daar 't vangnet onder den draad, wegens te kleine ruimte, door een strak-gespannen zeil had moeten vervangen worden, wij volgden hare bewegingen met meer angst, dan de kleine Zenobia zelve scheen te bezitten. Ik zelf had, naar gewoonte, post gevat achter het gordijn, dat de stallen aan de oogen der toeschouwers onttrekt. Ik zag Zenobia den ijzerdraad betreden, een kleine japansche parasol in de hand, toen ik op-eens tot mijn verwondering bemerkte, dat de draad bijzonder schudde en Zenobia ach terwaarts terug scheen te willen. Eerst begreep ik dit niet goed. Zenobla's bewegingen waren niet heftig genoeg, dat déérdoor de draad zóó sterk kon bewegen, en ik wist, dat zij slechts op heel critieke momenten terugkeerde. „Wat is er toch vroeg ik toen een mijner collega's. „Ze keert terug, zeker omdat de draad zoo schommelt. Maar waarom loopt ze niet liever naar het andere eindpunt Dat is toch gemakkelijker dan rugwaarts gaan." Op dót oogenblik zagen we een paniek onder 't publiek ontstaanangstige kreten werden gehoord. En allen gingen overeind staan en riepen en zwaaiden met de armen. Ik vloog den circus in en zag en begreep toen allee. Zenobia trachtte terug te keeren op 't hevig bewegende koord, dat niet tengevolge harer bewegingen zóó schudde, maar door 't trek ken van Krollo, den grooten Gorilla, die tot onzen circus behoorde en die aan 't andere eindpunt zijn zware, bruine pooten om 't touw bad geslagen. Ik stiet een kreet van ontzetting uituit duizenden kelen hoorde ik een angstigen schreeuw na, toen zag ik Zenobia vanaf die vreeselijke hoogte in de arena vallen. Ik hield niet minder vaD haar, dan al de anderen, maar ik alleen behield op dat ver schrikkelijke moment mijn tegenwoordigheid van geest. Snel draaide ik mij om, liep langs 't gordijn en vloog, zoo ving als mijn beenen mij dragen konden, naar de gereserveerde galerij, langs welke de gorilla alleen den draad had kunnen bereiken. En mij aldus spoedende, kwam ik de wilde-dieren-galerij voorbjj, doch wie zal mijn verbazing schet sen, toen ik daar den grooten Gorilla, over eind in zijn hok, zijn armen naar mij uit zag strekken. Hij was in zijn kooi, terwijl ik twintig seconden vroeger hem in de manege gezien had Hoe kon dat Ik streek met mijn hana langs mijn voorhoofd, alsof ik een boozen droom wilde verdrijvenik rukte aan de Storen kooi, maar de deur was gesloten, kon de gorilla haar gesloten hebben 't was mogeljjk. Kon hij in twintig seconden in zijn kooi teruggekeerd zijn en die schrikkelijke daad volbracht hebben ook dat was mogelijk. Maar was 't aan te nemen, dat dit beest, dat zichzelf zijn vrjjheid had verworven, tich weer zoo snel in vrijwillige gevangen- tohap had begevenNeenneendat kon n'et. ^k snelde hierop naar de galerij, doch juist to?n ik de deur, die hier toegang toe gaf, *Ude openen, hoorde ik leven achter de deur. tk was met één sprong op zij en verborg kdj tusschen een groep oude coulissen, die aST' ^gedankt, stonden, toen hoorde ik de deur opengaan en ik een kleinen man in vleeschkleurig tricot aar de apenkooi snellen en zich tegen de leunen. Deze man was Stavarta. jij beestBeest!", riep hjj op een toon, h»T,!iag8t en afschuw verried. „O, waren mijn maar sterk genoeg om jou 't leven vee. uit je afschuwelijke lichaam te rukken. Maar wacht maar, wacht maar Hij ging toen van de kooi weg, keek even achter zich, alsof hij daar iemand ver wacht had, en verdween. Ik ging toen op een ouden, gebroken stoel zitten, die zich ook tusschen de coulissen bevond en over dacht, wat dit alles wel beteekenen kon. Doch voor dat ik mijn gedachten verzameld had, kwamen eenige mannen, doodsbleek en sidderend, naar de kool toe. „Ja, hier is hijriep een van hen. „Ik heb 't altijd wel gezegdWe zouden nog eens 'n ongeluk met hem krijgen." „Zenobia riep ik uit. „Hoe ie 't met Zenobia „Meer dood dan levend I", zeide Ravello, de leeuwentemmer. „Maar ze leeft nog". „Zou ze in leven blijven?", vroeg ik. „Misschien. De dokters zeggen, dat er veel kans op is. Haar val werd gebroken door een trapeze." „Goddank En dat boosaardige dier moet vanavond nog dood geschoten worden," zeide de directeur, op den Gorilla wijzend,die hem zijn hoed trachtte te ontnemen. „Liefst dadelijkDirectriep men. „Ja. En als Stavarta niet zoo'n tegenwoor digheid van geest had getoond, dan zou hij misschien nóg meer onheil hebben aangericht. „Stavarta r1, riep ik, „Stavarta wat deed hjj dan „Wel. Hij wachtte op de galerij om op te treden als Zenobia haar nummer had gespeeld. En toen hij zag, dat 't publiek onrustig werd, liep hij naar de balustrade en zag toen, hoe Zenobia viel eu dat de gorilla weer tegen de galerij opklouterde. Zonder toen aan zijn eigen leven te denken, wierp hij zich op 't dier. Doch de gorilla was hem te ving af en rende, door hem achtervolgd, naar zijn kooi terug. Toen heeft hij ganw de deur op slot gedaan en den grendel er voor geschoven." „Heeft Stavarta u dat gezegd vroeg ik. „Ja, Stavarta." „Stavarta liegtriep ik uit. En uit de massa der menschen zag ik toen iemand op mij afkomen en een hand viel zwaar op mijn gezicht Stavarta's hand. „Ik heb gelogen, zeg je. knaapje bul derde hij. ,,'t Is je ijverzucht, mannetje, die je deze parten speelt. Je was steeds jaloersch op de liefde, die zij voor me had. Je was jaloersch. Altijd. En waag je nu te zeggen, dat ik gelogen heb en achter mijn rug durf je dat zeggen „Ja, je hebt ook gelogen", antwoordde ik, hem kalm in de oogen ziende, „en waarom je 't gedaan hebt, dat zullen we spoedig genoeg te weten komen. Ik, jaloersch op jou Kom, je weet, dat ze niemand van ons lief had, en allerminst jou. „Menschen, let eens goed op Stavarta en luistert, naar wat ik je te zeggen heb „Op 't oogenblik, dat ik Zenobia vallen zag, rende ik de trappen af, om me te wreken op den gorilla, den moordenaar van onze kleine Zenobia. Toen ik nn echter hier op deze plek kwam, zag ik tot mijn groote verbazing Krollo rustig in zijn kooi zitten." r „Dat lieg je, dat lieg je", riep Stavarta en j wilde zich op mij werpen, doch de anderen hielden hem terug. „De kooi was gesloten en gegrendeld". „Gegrendeld riepen sommigen, „Ja, gegrendeld, en Stavarta was er niet bij. Ik hoorde diarna pas iemand op de galerij, jou Stavarta Ik zag je op de kooi afspringen, en ik hoorde je 't dier vervloeken. Daarop zag je om, alsof je verwacht hadt, dat er toen juist iemand binnen zou gekomen zijn." „Dat lieg je. Dat is gelogenschreeuwde Stavarta en hij trachtte zich wederom op mij te werpen, doch men hield hem bij zijn armen vast. „Maar waarvoor zou hn dit alles uit zijn duim zuigen vroeg onze directeur hem. „Omdat hij mij haatschreeuwde Stavarta met vuurrood gezicht j „omdat hij mij den roem der redding wil ontnemen." „Wees stil, Stavarta," antwoordde hem de directeur. En zich daarop tot mjj wendende, zeide hij „Je hebt den gorilla, evenals wy, in de manege gezien. Hoe verklaar jij dat dan „Volg me maar eens," zeide ik hierop. „Ik geloof wel, dat ik 't u zal knnnen vertellen." En ik ging met hen naar de deur, betrad de galery, Stavarta was inmiddels doodsbleek geworden. Op die galerij waren zes loges. De eerste deur stond open ik keek in die loge zij was leeg. De tweede was evenzoo leeg van de derde was de deur op slot. „Waar is de sleutel van deze deur vroeg ik den portier, die zich ook onder de aanwezi gen bevond. „Hier is hij, meneer." En daar traden wij binnen en bleven verstomd van schrik bij den ingang der loge staaneen groote. bruine pels lag op den gronddaarnaast lag een gebroken apenmasker; de pels was gescheurd. Bruine, harige handschoenen lagen op een stoel. Aan een der vingers was nog een ring. en deze ring behoorde aan Stavarta Zenobia bleef in leven. Zjj was echter mank en moet nog heden ten dage een krukje gebruiken. Zij is nu mijn vrouwtje. Stavarta, die de misdaad uit wraak had begaan, daar Zenobia zijn huwelijksaanzoek afgeslagen had, er bij zeggende dat ze mij liefhad, vergiftigde zich in de gevangenis. De ongelukkige had zichzelven terecht gesteld. Hippos, het weekblad voor paardenfokkerij, uitgegeven door de Erven B. van der Kamp te Groningen, schrijft:- Wij vernemen van de Uitgevers van dit blad, dat hij hen ter perse ligt een werkje van den ook bij onze lezers welbekenden bekwa men en populairen schrijver, den heer A. van Leeuwen, districts-veearts te Groningen, ge titeld Koopvernietigende gebreken bij het Het is bekend dat de „verborgen" gebre ken bij het vee een groote rol spelen in den veehandel, vooral in den paarden- en rundvee handel, en aanleiding geven of knnnen geven tot ontbinding of vernietiging van den koop, weshalve zij ook wel koopvernietigende ge breken worden genoemd. Deze ontbinding of vernietiging van den koop is evenwel niet zoo eenvoudig, als som migen misschien zouden denken. De ingewijde weet zeer wel, welke enorme moeilijkheden zich daarbij knnnen voordoen. De handel in vee is een handel in levende wezens, die aan veel meer invloeden van buiten bloot staan dan doode voorwerpen, terwijl de by hen voor komende ziekten en gebreken, kortom alle afwijkingen van het normale leven, zich on der verschillende omstandigheden zeer ver schillend knnnen voordoen. Bovendien bestaat bij de belanghebbende Êersonen, die zich bezig houden met den andel in vee, dikwijls volslagen onbekendheid met de wettelijke bepalingen welke daarop betrekking hebben. By de samenstelling van het werkje heeft de schrijver zich voor oogen gesteld een kring van lezers, bestaande uit rechtsgeleerden, voor wie het nuttig kan zijn iets aangaande vee handel en daaruit eventueel voortspruitende geschillen, te weten veeartsen, die by eventueel benoeming tot gerechtelijk expert een kleine handleiding omtrent den te volgen weg wel kunnen gebruiken, on bovendien toch reeds zoo vaak de rol van scheidsrechter te vervullen hebben en laatst, niet het minst, landbouwers, veehandelaars en slagers, die er onmiddellijk belang bij hebben zooveel mogelijk van het behandeld onderwerp op de hoogte te zijn, omdat hunne geldelijke belangen dikwijls ten nauwste hiermede in betrekking staan. Wjj zien deze nieuwe pennevrucht van den schryver der Ouderdomskenmerken bjj het Pnard met belangstelling tegemoet en vertrouwen, dat de Uitgevers, die zich tegenover de Paardenfokkerij en den handel zeer verdienstelijk maken door hunne uit gaven, ook met dit voortbrengsel hunner steeds werkende persen een welverdiend succes zullen hebben. Statistiek der geldmiddelen. Aan de statistiek der geldmiddelen over het jaar 1901 wordt het volgende ontleend Vermogensbelasting. Aantal aanslagen voor vermogens van 13000 tot beneden 30000 41322 30000 60000 16792 60000 100000 13024 100000 200000 6762 200000 500000 3679 600000 1000000 997 1000000 en daarboven 462 Totaal aantal aangeslagenen 82038 Opbrengst der veimogensbel.f7.621.671.—. Successierecht. Opbrengst v. h. successierecht f 8,291.695.— W aarde van hetgeen geërfd is „235.417.114.— Bedrag van hetgeen daarvan in de rechte nederdalende linie geërfd is 139.968.180.— Getal nalatenschappen, waarvan suc cessierecht werd betaald 9799 Aantal nalatenschappen, waarvan het zuiver saldo elk 1 ton en meer bedroeg 398 Aantal nalatenschappen, waarvan het zuiver saldo millioen en meer bedroeg 61 F. Op de voordraoht voor onderwijzer te Deemster komt voor de heer P. Ditmars te ANNA PAULOWNA. In een onzer vorige nummers werd medegedeeld, dat door het bestuur van den Polder Geestmer Ambacht (Oosterdijk en Molengeerzen) naar aanleiding van een door de Banne Eenigenburg gedaan verzoek in begin sel was besloten, het visebwater in ge noemden polder te verpachten, doch dat vooraf de verschillende Banne-besturen in de gelegenheid zouden worden gesteld, hunne bezwaren hiertegen in te brengen. Naar aanleiding dier ingebrachte bezwa ren is thans door het Best. van genoemden Polder een besluit genomen, strekkende tot bestendiging van den ouden toestand. DeNbr. schrijft: „Men zal zich herinneren, dat het vorige jaar 2 lotelingen uit de gemeente BOXTEL, die in hetzelfde jaar geboren waren, de overeenkomst hadden aange gaan, dat de houder van het hoogste nummer voor den dienst zou worden aangewezen, terwijl de trekker van het laagste nummer daarvan zou worden vrijgesteld; dat de Militieraad met die overeenkomst onvoorwaardelijk geen ge noegen nam, maar verlangde, dat de houder van het hoogste nummer genees kundig zou worden onderzochtdat de Militieraad bij ongeschiktbevinding van den houder van het hoogste nummer, den trekker van het laagste nummer voor den dienst aanwees en Gedeputeerde Staten en de Koningin die beslissing hebben gehandhaafddat die beslissing in hoofdzaak hierop was gegrond dat van „dienstplichtig" worden van de 'wee broeders geen sprake kon zijn, daar de een lichamelijk ongeschikt bleek om voor den dienst te worden aangewezen dat de beslissing van de Koningin werd genomen in strijd met het advies van den Raad van State. Te 'a-Hertogenbosch doet zich voor de lichting van het volgende jaar een soortgelijk geval voor. Naar wij vernemen, bestaat bij de broeders, die in hetzelfde jaar geboren I zijn en dit jaar voor de militie geloot hebben, het plan eveneens bedoelde over eenkomst aan te gaan. Met belangstelling ziet men nu de beslissing van den Militieraad tegemoet, daar de beide lotelingen het voornemen hebben zich geen van beiden geneeskun dig te doen onderzoeken. Ongeluk. Een ernstig ongeluk had Woensdag avond te ruim 6 uur aan het station te DE BILT plaats. De heer M. M. 8., 61 jaar, wonende te Zeist, kwam met zijn echtgenoote van uit Amersfoort met den trein aldaar aan. Nadat plaatskaarten waren genomen naar Zeist, begaf zich genoemde heer, die zeer slecht van gezicht was en erg doof, naar het retirade-gebouwtje, onder wijl de echtgenoote op een kleinen afstand bleef wachten. Toen hij dit weder verliet, liep hij onbewust van het ver hoogde perron en kwam juist te vallen voor den binnenkomenden locaaltrein no. 628 van Zeist. Vreeselijk verminkt werd zijn lichaam door het spoedig toegeschoten personeel van onder de looomotief vandaan gehaaid en met denzelfden trein naar Utrecht vervoerd. Voordat men 't station Utrecht had bereikt, waren de levensgeesten reeds geweken. Het verminkte lichaam werd naar het hoofdbureau van politie aan de Ganzenmarkt gebracht. De toestand van zijne echtgenoote, die zich eerst later huiswaarts begaf, kan men zich wel denken. Schuttersleed. Schutters op klompen, schutters die op een bepaald uur wegloopen, schutters die zonder uniform-kleeding op de oefeningen verschijnen, doove schutters die best kunnen hooren, van allerlei soort treft men in ons land aan. Te OUDEPEKELA is er onlangs eene nieuwe categorie bijgekomen. Drie schutters, die van gemeentewege gekleed zouden worden, weigerden de hen, door den Commandant en den Bur gemeester aangeboden kleeding te ont vangen, omdat ze reeds vroeger door andere personen gedragen waren ze verlangden nieuwe kleeren. De schutters raad veroordeelde deze drie tot eene geldboete en tot het zichzelf aanschaf fen van nieuwe kleedingstukken of ge noegen te nemen met de oude! Van dit vonnis zijn de drie in hooger beroep ge komen bij Gedeputeerden van de pro vincie Groningen. Met 4e schapenhouderij gaat het in DRENTE achteruit. Te Gasselte waren vroeger twee schaap herders, in de laatste jaren maar éen en met November e k. zal ook de laatste den herdersstaf neerleggen, omdat er geen schapen meer overblijven. Te Drouwen levert het schepersberoep geen bestaan meer op. Te Borger, waar men vroeger 1200 k 1800 schapen had, was het aan tal met de jongste telling tot 835 ge daald. Te Buinen loopt het eveneens achteruit, terwijl te Kes en te Westdorp de schapenkudden nog ongeveer op den zelfden voet blijven. De hooge prijzen van dit jaar hebben tot de vermindering van de schapenhouderij bijgedragen. T e HEUGUM bij Maastricht heeft een hevige brand gewoed, waarbij verschillende huizen in de asch zijn gelegd Gebrek aan water en onvoldoende brand- bluechmiddelen, gepaard aan een sterken wind. waren oorzaak dat het vuur zoodanig om zich heen kon grijpen, dat er aan geen blusschen te denken viel en de brand, die 's morgens was begonnen, tot den avocd voortwoekerde. Men schrijft: Bij de loting te HILLEGOM deed zich het volgende voor De veldwachter riep den naam af van een der lotelingen, waarop als antwoord van een der anderen volgdeIs reeds lang overleden. De burgemeester nam toen een lot nit de bus en trok voor den reeds op 20 Mei j 1. gestorvene no. 26. De militie-commissaris vroeg toen, of no. 26 reden had tot vrijstelling, dan wel of gebreken zijn dienstneming ver hinderden. Tegen deze loting is bij Ged. Staten protest aangeteekend, met verzoek tot nietigverklaring. Zaandam, trekt 28 October. 1 «ruiden per lot. Hoofdprijs4 vette koeien. 8 c h a g e n, A. VAN T WUIJ VER. Eiken-, Dennen-, Amerikaansch Grenen-, Grenen- en Vuren Bestek hout. Buitenlandsch gezaagd en ge schaafd Hout, Sneedelen voor Kisthout, Paal bal ken, Ellens, Kolders, Juffers, Sparren, enz. MWM— belast zich gaarne met het bouwen van en het plaatsen van van verschillend fabrikaat in bestaande vaartuigen. behoeft lijdende te zijn aan indien men maar direct de toevlucht neemt tot de allerwege be kroonde en wereldberoemde Superior, Druiven-Borat honing-Extract uit de Kon. Stoomfabriek „DE HONINGBLOEM" van H. i¥. van Schalk Co., gevestigd te 's-Gra- venhage (Holland). Verkrijgbaar in flacons van f Ö.4Ö, f O.f O en f fl.OO bij alle HH. Drogisten en Comes- tibleshandelaren, bij J, ItOT- tt.AWR te Schaven, en bij Th. K.J.OPGIIIAAL te Hchagerbru^. JflN'REEK.' ZAAHDAM H00Rrt*EMKHUI7FNftri^ Inlichtingen bij C. de Boer, Doodgraver, in de Hoep,te 8CHAGEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 9