Beisdotoi. mm 'zf imïï 1 daselijkf IER- j Vermist, Dienstbode, Jb. Schollee, I sie Aiuip een jonge Ram, Bedrijf boer. VOOR SCHAGEN. Gevraagd TUIGEN en GAREELS, J. ROTGANS, Mr. Smid, Valkoog. Handel in IJZERWAREN, Koe- en Paardekettingen. Spit- en Hooigraven, (nieuw model), Struik'pntrekke'8, <-zr aifiz u swpnoqajeo -H-H J00l uw 1N1QV hoek Houttil en Waagple'ra. GEVRAAGD: V ermi§t: A. M. Hegeman, Wieringen beleediging van een ambtenaar, f8 boete subs. 8 d. hecht. M. Tol, Helder ordeverstoring in een Gods dienstige bijeenkomst (Leger des Heils), 14 dagen hecht J. Meester, strooperij (van bagger), f3 boete gnbs. 2 dagen hecht. W. Ondhnis, Heer Hugowaard, beleediging, f 16 boete subs. 10 dagen hecht. Jb. Spaans, Avenhorn, diefstal, 14 dagen S. Lap, Texel, wederspannigheid, 14 dagen hecht. J. Blokdijk, Hoorn, ordeverstoring Leger des Heils, 7 dagen hecht, G. J. Schieven, Hoorn, id., niet bewezen, vrijgesproken. K. Klever, Andijk. strooperij (van bagger), f3 boete snbs. 2 dagen hecht. K. Meester, id. id., 2 maal gepleegd, f6 boete snbs. 4 dagen hecht. F. v. Ophem, Wervershoof, id., f 3 boete snbs. 2 dagen hecht. A. Rovers, Hoorn, ordeverstoring Leger des Heils en wederspannigheid, 14 d. hecht. S. Dekker, Andijk. strooperij (van bagger), f 3 boete subs. 2 d. hecht. C. Mos, Andijk, verduistering. 2 mnd. hecht. C. Dekker, Blokker, mishandeling, 8 dagen hecht" R. Goed, Medemblik, mishandeling, niet bewezen, vrijgesproken. Het is opmerkelijk, hoe elke streek in zekeren zin z'n eigen wild heeft. Hier vindt je konijnen, ginds hazen, daar weer herten, op een andere plaats zwijnen, (die trouwens overal nog al voorkomen) en zoo zijn om nu aan ons doel te komen Hoorn en Enkhuizen vermaard wegens hun enormen rijkdom aan blaffende viervoeters. De groote jacht is er dan ook niet geopend, of ze worden bij menigten aan den wekelijkschen afslag in het Gerechtsgebouw te Alkmaar gebracht. Van Hoorn, waar 't seizoen al voorbij is, was er vandaag nog slechts een (van Herman Heinrich Nijmann, een honden- snorder aldaar), maar Enkhuizen leverde een vijftal mooie exemplaren (afkomstig van Joh. Plinger, Jan Jongejeugd, Jacob de Graaf, Pieter Dam en Frans Haremaker.) De kwaliteit van de Enkhuizers is zeker beter dan die van de Hoornschen tenminste voor den laatstgenoemde werd f6.gevraagd en voor de Enkhuizers allemaal f6.Wan betalers gelieven één dag hechtenis te komen opnemen. Een nieuw uitgestrekt terrein voor de hondenjacht is ontdekt op Texel. Wie nou zijn geweer bewaard heeft 1en zijn jachtrecht niet verpacht. Van de Po), de Gemeente-veldwachter, had er een paar stuks, van Piet en Toon Buis. De Officier vroeg voor elk f6. De manier om de blaffers onder schot te brengen, verschilt nog te Texel en te Hoorn of Enkhnizen. In laatstgenoemde plaatsen zijn ze „heb" als ze zonder belastingpenning rondmarcheeren, en te Texel vielen ze der politie in handen, omdat ze wel aangegeven waren voor de belasting, maar in een lagere klas dan waartoe ze behoorden. Enfin, 't maakt weinig uit, of je van den hond ge beten wordt, of van de kat. In den nacht van Zondag 12 op 13 Octo- ber was er in de herberg van Pieter Vlaar in de Groote Buurt te Wieringerwaard een amusant bal geweest. Maar 't was een bal met een touwtje d'r aan, en aan dat touwtje hingen ze vandaag 't ding nog ereis op, zeker niet ten pleziere van Benjamin Drooger uit Anna Paulowna, die in den bewusten nacht Piet Vlaar met een bezoek vereerd had en die in plaats van Drooger, natter werd, zoo zelfs, dat hij op 't laatst den veldwachter Hendrik Boekel allerlei leelijke dingen, te mooi om hier uit te stallen, toe- douwde, alleen omdat deze een paar „kame raden" van hem (ook al van de natte gemeente) de deur uitgezet had. De Officier achtte 't in 't algemeen niet wenschelijk, dat de politie al te kleinzeerig is en de woorden van brooddronken jongens te nauw opneemt. Wat hier gezegd was, kon echter niet door den beugel. De beklaagde stond gunstig bekend en had bij den Burge meester zijn spijt over 't gebeurde uitgedrukt; daarom vroeg ZEd.G. de lichte straf van f 6 boete subs. 6 dagen hechtenis. Die Klaas de Vries, destijds schildersknecht te Hoorn, thans wegens landlooperij te Utrecht in hechtenis en veroordeeld tot opzending naar Veenhuizen (niet hier achter Oude Nie- dorp hooris toch een ware ongeluksvogel. Eerst krijgt hij op Zaterdag 18 October mot met moeder de vrouw, en wel zoo hoog gaande, dat moeke 'tnoodig acht hem eens gevoelig te straffen. Niet, dat hij 100 regels schrijven moest, of z'n sommen overmaken, maar hij mocht morgen z'n Zondagsche kleeren niet aan, iets wat voor Klaas veel erger was. Hij zon natuurlijk op middelen om aan die ramp te ontkomen en kreeg 't lumineuze idéé om in 't portaal van de groote Cooperja, ja, die Engelschen Zij zjjn in alles groot. In paarden, als renners, en wat natuurlijk daarmede niets heeft te maken, ook in litteratuur." Maar hjj wist met den besten wil van de wereld niet de bijzonderheden van het drama, en zoodoende maakte hjj er zich met een uitvlucht afdat 'hjj op dit oogen- blik geei, tijd had, zich met Lena bezig te houden, maar dat hij morgen, ja, mor gen, op het thema zou terugkomen. En toen Lena de kamer verlaten had, mot het boek io de hand, belde hjj dade lijk om zijn bediende. „Je gaat oogenblikkelijk naar den boek handelaar en haalt Hamlet van Shake- speare. Je zegt er niemand een woord van. Je brengt het boek hier in mjjn kamer en stopt het weg, als ik eens niet present mocht zijn, daar in dien hoek. Begrepen „Ja", antwoordde Clemens, maar de titel van het boek en de schrijver was als potjeslatijn voor hem, en daarom schreef de majoor alles op een papiertje. Het was avond. Buiten, op het Nollen- dorterplein, brandden reeds de lantaarns, en gedurende het half uur wachtens dacht Schwerin moede,- in herinneringen verloren, aan de drie of vier Hamiets, die hem in den loop van de veertig jaar op de plan ken waren verschenen. Het was zijn bedoeling geweest, van avond naar de club te gaan; in plaats daarvan zat hjj met reuzenhaast te lezen in het boek, en dat tot over middernacht toe. Eerst met groote ergernis, dan opmerk zamer, en ten slotte met een soort zelf- achting. Hij begreep naar alle waarschijn lijkheid van de dichterlijke schoonheden en den diepen zin van het drama slechts weinig, maar de gang van de geschiedenis sociëteit, 't was net Zaterdagavond zijn ouwen bonker te ruilen om een behoorlijke Zondagsche overjas. Die over zijn werkpakje heen, en hij was weer netjes. Hij trof 't bij zonder, want de heer Ch. Oortman Gerlings was net naar binnen en van dien mag men veronderstellen, dat- z'n overjas, wat de kwa liteit aangaat, voor Klaas ruim voldoende was. Klaas liet dan ook z'n neus krullen bij de gedachte, dat morgen alleman, de burge meester incluis, z'n Zondagsche pet of kachel pijp voor hem zou lichten. Maar jawel, je moet maar Job heeten. De heer Oortman Gerlings kon zich bij 't naar huis gaan om twaalf uur. met den besten wil van de wereld niet in Klaas' bon ker werken. Hij liet 't ding dan ook naar 't „beroo" brengen met verzoek, zijn overjas op te sporen. Dat opsporen zou zoo malsch niet gegaan hebben, ware 't niet, dat Klaas een herken- ningsteeken in z'n bonker had achtergelaten, n.1.een stuk leverworst. Het was den hoofdagent Bakker bekend, dat onze patiënt „altijd zoo iets bijzonders had". Den volgenden morgen nog vóór Klaas naar de kerk had kunnen gaan, werd er huiszoeking bij hem gedaan, met dat gevolg, dat de „geleende" overjas onder een paar dekens opgesnord werd. Daar stond hij nuDe overjas weg, de leverworst weg, de bonker in beslag genomen. Geen gelegenheid om in passend costunm den dag des Heeren te vieren en aangekalkt voor diefstal, om niet eens te spreken van de allerprettigste stemming, waarin moeder de vrouw zoo langzamerhand gekomen was. Heden diende zijn zaak voor de rechtbank. De O. v. J. scheen 't niet onwaarschijnlijk te vinden, dat 't Klaas te doen geweest was om „van de straat" (en bij moeder vandaan?) te komen. ZEd.G. eischte 5 mnd. hecht. Wijden wij eerst, om van den rommel af te komen, onze belangstelling eenige oogenblik- ken aan de diverse vechtpartijtjes etc., die „voorgedragen" werden. We krijgen dan le. Pieter Loos van Spanbroek, Remmert Jonker en Corn. Fr. Immink van Obdam, die Zondagavond 12 October in de herberg van Koelemeij te Spanbroek ongezouten Gerrit de Boer van Hoogwoud op een pak rammeling hadden getracteerd, zóó, dat hij met bloedende ooren er van zat te suffen. Daar waren niet minder dan 6 getuigen opgeroepen. Koelemeii de kastelein, die blijkbaar stond te „draaien' als een zeker (moeilijk te noemen) voorwerp in de sluis. Jan Slikker, Dirk van Straalen, Arie Koomen en Joh. van der Zei, allen van Spanbroek, benevens natuurlijk de geslagene zelf. Het was wel weer2 kijven, 2 schuld. Immink wist goed zijn positie van „onschul dig wichtje" te handhaven. Bewijzen van zijn meedoen werden niet geleverd, dus moest voor hem vrijspraak gevraagd worden. Tegen Loos werd een maand en tegen Jonker 3 weken heel t. geëischt. 2e. Jan Roos, boerenknecht te Oost woud, die 16 Oct. geloot had te Medemblik voor de militie (hij zal zoo ongeveer anderhalf el te klein zijn voor den dienst) en 's middags om een uur of twee, nadat er te Opperdoes behoorlijk „opgestoken" was, een 8-jarigen jongen aldaar Piet Ott Ez in een vlaag van lotingswaanzin op den grond gesmeten had, voor welk feit de O. v. J. 14 dagen hecht, tegen hem eischte. 8e. Dirk Klopper, een 27-jarige arbeider te Opperdoes, die op denzelfden lotingsdag, toen in de herberg van Koomen de nationale veeten tusschen de Opperdoezers en Twiskers werden uitgevochten, zichzelf tot uitsmijter promo- I veerde en bij die gelegenheid Maarten Scheer zoodanig tegen een ijzeren paal van een afluiving buiten de deur aankwakte, dat deze er haast aan hangen bleef, in ieder geval er een bloedende hoofdwonde meê bekwam. Eisch 7 dagen hecht. 4e Bernardns Admiraal, Hendrik Peere boom en J. P. H. Slenters, opperlui te Alk maar, die op Maandagochtend 20 October om half zeven in de Nieuwpoortslaan aan 't werk hadden moeten gaan, maar dit niet deden en die den baas, Gerardus Bakker, toen hij om acht uur met ander volk op 't werk kwam, een pak slaag toedienden. Wegens dit „treurig staaltje van Maandag- houwerij", eischte de O. v. J.tegen Admi raal 3 weken en tegen Peereboom en Slenters een maand gevangenis. Bij 't afroepen van den naam Johannes Martinus Schoon 6taken alle suffende en slapende baliekluivers den kop omhoog en zij, die anders op de banken zaten of lagen, ver drongen elkaar om over de balie te hangen. „Dat is dat sakie uit Medemblik zegvan die jood, die meineed gedaan heeft" zoo werd er gezegd. Het „sakie" had echter niet 't knal-effect, dat 't publiek verwacht had. Zooals voor 14 dagen is verteld, zat Zondagavond 5 October genoemde Schoon in de herberg van zijn zuster de wed. Schouten in de Nieuwstraat te Medemblik in een gesprek met een zoon van haar en een logé, den koopman Marcus Dingsdag, toen de gem.-veldwachter Joh. van Rijn reeds voor de tweede maal kwam en de stof werkten op hem met een kracht, zooals dat alleen maar een naïeve ziel kan ondervinden. Op zulk een wjj ze gebeurde het, dat Schwe rin, steeds denzelfden krijgslist volgend, den winter door een respectabel getal drama's las, en het gelukte hem op een avond in de club, de lui in de grootste verwonde ring te brengen, door met zjjn groote kennis van allerlei oude en nieuwe werken te pronken, en met minachting te behan delen. die onkunde van anderen. Schwerin toonde zich dan ven ntwaardigd. „Het is een schandaal", zeide hij, „een schandaalen zonder dat hjj het zich zelf wilde bekennen, vervulde hem deze triomf van zijn kennis en weten met een misschien grootere genoegdoening, dan alle overwinningen op de renbaan te zamen Zoo giog het den winter door. Toen echter de lente kwam en de zon eiken dag een paar minuten later onderging, werd Schwerin onrustig, opgewonden, en op een PaaschmaaEdag gaf hij zijn voor nemen te kennen, dien middag naar de ren baan te gaan. De kleine mevrouw Von Pauly was buiten zichzelve van schrik„Bij dezen oostenwind, majoor Nu ge uw hoesten pas kwjjt bent ..11.. Naar de renbaan 1 Een moment aarzelde Schwerin het was misschien groote lichtzinnigheid maar het ging hem sis een in dienst oud geworden soldatenpaard, dat de trompet hoort schallen en dan de overtuiging krijgt daar bij te moeten zijn. „Neen, neen, ik moet", zeide hjj, „ik, ik en hij begon te liegen, „ik heb daar verplichtingen, zeer gewichtige, bet is onmogeljjk absoluut En zoodoende ging hjj werkeljjk. „sluiten." Schoon heeft 't land aan Van Rijn en spaart hem geen onaangenaamheid, of liever sart hem zooveel als hij buiten de strafwet kan. Op dat oogenblik dacht hij Van Rijn dan ook weer een por onder water te geven door hem tersluiks toe te voegen „je hoeft hier niet te komen smoezen, zwijn 1" De woorden waren echter gehoord door den veldwachter Herman Wichman, die op straat was blijven staan en dies stuurde Van Rijn zijn wel beschreven foliovelletje naar Alkmaar. Schoon voelde zich in de klem en wou er zoo graag weer uit. Hij trachtte de rechtbank wijs te maken, dat de geuite woorden (je hoeft hier niet te komen smoezen had hij heelemaal niet gezegd) sloegen op het gesprek met Marcus Dingsdag over een slechten handelaar Noodt, en tot staving daarvan had hij den getnige Dingsdag laten komen, die inderdaad bij kris en kras zwoer, dat de crimineele woorden betrekking hadden op Noodt en dat beslist niemand anders bedoeld en geen ander woord ot een beleediging aan Van Rijn gesproken kon zijn. Maar Van Rijn was toen ziek en op ver zoek van den Officier werd gewacht tot hij beter was. Vandaag was Van Rijn present, ofschoon,aan zijn uiterlijk te zien, nog niet geheel hersteld. Van Rijn hield volWichman eveneens ambtseedig procesverbaal van 2 veldwachters.... en Dingsdag zat in de val. Maar er zijn men- schen gladder dan een aal, en zoo ook Marcus Dingsdag. Hij vroeg onmiddellijk voorlezing van zijn vorige verklaring, wat trouwens niet gedaan werd, en kwam daar in zoover op terug, dat hij niet wist of de woorden, die hij gehoord had, op Van Rijn gemunt waren. Kortom, hij Jlet nu de mogelijkheid van beleediging bestaan. De President wees hem op dat verschil van getuigenis en ried hem aan, voortaan voorzichtiger in zijn uitdrukkingen te zijn. De Officier zei, dat hij (Dingsdag) nog juist bijtijds eieren voor zijn geld gekozen had, wat maar goed ook was, want ZEd. G. was stellig van plan, hem wegens meineed te dagvaarden. Marcus wist er dus net nog uit te kruipen, maar Schoon zat er des te vaster in. Tegen hem eischte de O. v. J. f20 boete subs. gO d. hechtenis. Louw Veeken, 26-jarig landbouwer te Span broek, zoon van zijn vader Klaas Veeken, was op 22 October, 's ochtends 7 uur, opeen rare manier aan 't kleeren spoelen. Daar zat n.1. nog een mensch in die kleeren en wel Jan de Moei, 49 jaar, werkman bij Volkert Wester. De heeren zaten in dubbelen zin „in eikaars vaarwater". Ieder had een baggerschuitje Louw's was nog leeg en Jan's was al vol; ze voeren in de Wijzend en Louw haalde Jan in, Jan kon niet of ging niet vlug genoeg op zij en dus aanvaring. (D u s, want ze hadden den vorigen dag al onaangenaamheden gehad, omdat ze op mekaars „plasie" baggerden.) Eerst Jan's baggerbeugelstok stuk (zeg 't eens 10 keer achter elkaartoen Jan achter over te water, waarbij Louw hem bij wijze van kleerenspoelen een keer of wat onderdompelde. Zooals gewoonlijk bij aanvaringen de bodem van Jan zonk en Louw, die er in overgestapt was, meê naar de diepte (ongelukkig maar van een half el.) Eindelijk de petten te water en als een paar katers, die al vechtende in 't water terecht gekomen zjjn, kwamen beiden den wal weer opkrabbelen. Evenals toen, gaf ook nu de een den ander de schuld en daar de verklaring van een getuige, Leendert de Rijk, boerenknecht van Sijbecarspel, belangrijk afweek van zijn verklaring, Indertijd aan Lut- tenbroek gedaan (de O. v. J. en ook de Pre sident schenen rog al aan omkooping te gelooven) werd op verzoek van het O. M. de zaak geschorst tot a.s. week. Volkert Wester hoorde nog f 1.boete of 1 dag hechtenis tegen zich eischen omdat hij, toen Veeken naar huis was gegaan om droge kousen etc., zijn baggerbeugelstok had stuk getrapt. De Officier vond 't „treurigen moed" van Veeken, om, na wat hij gedaan had, van dit prulzaakje nog justitiezaken te maken. Beleefd, doch ernstig verzoeken wij den geachten president, of wie er over te zeggen heeft, om, als het weer donker wordt in de rechtszaal, zjj het dan niet het licht der wijs heid, dan toch dat der gaspitten over ons, verslaggevers, te doen schijnen. ADVKBTEKT1EN. Ondergeteekenden betuigen hiermede hunnen hartelijken dank aan Familie, Buren en Vrienden, voor de vele blijken van belangstelling, onder vonden bij de herdenking van hunne 50-jarige Echtvereenieing. Jb. ZANDER en Echlgenoote. Barsingerhorn, Nov. 1902. Er woei een Oostenwind, maar overigens was het de mooiste lentedag, toen Schwe rin in eeD rijtuig door den dichten men- schenstroom reed en nacr Charlottenburg ging, en toen hij daar buiten in den frisschen wind stond, toen was het hem alsof hjj uit een vasten droom ontwaakte. „Ik heb mij laten gevangenzetten", dacht hij, „totaal. Ik was er dezen winter heel Da aan toe, in te dutten. De duivel mag weten, wat geest er in mij gevaren is, maar ik geloof werkeljjk, dat het niet veel had gescheeld, of ik zat nu in huis met een paar viltpantoffels aan de voeten." Hij zag zich weder verplaatst naar het Nollendorferplein, 't was een donkere winteravond, Lena in haar rouwkleeren, de kleine dame des huizes eveneens in het zwarthij dacht aan Hamlet en aan zjjn angst van betrapt te worden dat hij het een of ander niet zou wetenhjj her innerde zich zjjn pogingen om tenminste eenmaal in de week trouw naar de club te gaan, en hjj zag weder de lamp, de thee, de pantoffels, bet magere, kleine gezicht, dat alles vereend bij elk naar-huis-komen, hem afwachtend als een hulpeloozen ouden heer. Paarden draafden, vlaggen wapperden, en de majoor schoof als een jongen, de beide handen in de zakken tusschen de menschen door en trachtte een deuntje te fluiten. „Dat begint te vervelen, dat moet anders worden, anders worden. Dat moet weer worden als vroeger. Ook met Lena. Dat kind gaat thuis ten gronde, evenals ik zelf." Hij schudde honderd bekenden de hand en dronk een glas sek, en wedde en won, en dronk nog een glas, en won weer en Een R.C. Weduwnaar Rit den boerenstaud, «enigszins bemiddeld, zoekt langs dezen weg ifl kennis te komen met een Weta of Boerendochter boven de 30 jaar, ook iets bemiddeld, om na wederzijdsch goedvinden een huwelijk aan te gaan. Geheimhouding verzekerd. Brieven franco, bureau dezer Cou rant, onder no. 108. Wie wil een WEESMEISJE, pas uit de Weesinrichting, ongeschikt in huishoudelijkheid, doch zacht van karakter en gewillig, als dienstbode, doch zonder salaris, in huis nemen en haar een weinig onderricht geven Liefst in een Christelijk gezin Brieven franco, onder letters G. M., Bureau van dit Blad. onder SCHAGEN. Woensdag 19 Nov. (Kaasmarkt), een Degene, die ze terugbezorgt, kan op een flinke belooning rekenen. Adres: G. GRIN, Wieringerwaard. om tegen Kerstmis in dienst te treden liefst ongeveer 16 a 17 jaar, P G. R. 2WA II, St. Maarten. W n k e 1 i e r. TE KOOP: bij C. WIT, Winkel Het zaïlRZaftd, door den heer J. VAN DER DEURE samengesteld uit door de vogels meest gewilde fijne zaden, is alom erkend als het beste voor zaDgvogels. Ook wordt de aandacht gevestigd op het onovertroffen fioeif- dermeel, dat steeds blijkt het meest eieren gevend voeder te zijn. Verkrijgbaar bij SCHAGEN. STALSCHOPPEN. VORKEN, KOE- en PAARDESCHAREN, (van de beste merken,) enz., enz. Aanbevelend, J b. üeliollee, Donderdags op de M.arkt te Schagen' DOR8CH MACHINE te huur voor Handkracht en Rosmolen. '•H&aW '9SI v 'pu9[aAoqu«B muBzuim •)5J9JjSI0A 9CUW»8 U9PJOM nijjL., -sfud a® snSopjpw sjjeaS 0gBjA 'ospAsq 9» HBB ojsO •za® "zu® '8a«z '3{9iztita 'U95[^9jd83S IJ99SJ99AI'M;^ l&pniipa DJB8HI[0A ^p 'p^ -pugragajin Ciq }9q si ouoqdoamjQ aqj^ '-B)l '819)B99Tn sufiz ÜI9}8 9p lUerpgq n rapsflJj, ra 00000 '9SI 6aM|eBUe)) 'Ü3CTI3H pjijlia-iuamaïfoq-oj^ gelegenheid tot het gebruik van warm BROOD, KOFFIE, CHOCOLA DE, enz. enz., in de Aanbevelend, W. t ongehuwd, om met Februari in di te treden. A. VISSER, merkblauw op gat en blauw over het schoft en hakje in het linkeroor. Terug te bezorgen bij Th. APEL DOORN, Pade, Opmeer. Op flinke belooning kan gerekend worden. Als zoodanig biedt zich iemand aan, onverschillig waar, die goed be kend is met de bouwerij, heeft een klein gezin, twee zoons, van wie een kan melken en met paarden omgaan. Franco brieven onder lett- G. Hulppostkantoor, Anna Paulowna. reed 's avoDds met Otto Oetingen in diens dogcart via Charlottenbu rg naar Berlijn. 1 Hij oineerde weder in eon hötel, hjj ging met Otto naar een wintertuin hjj was tot middernacht, en later nog, de vrooljjke Schwerin, die, zooals alle luidjes verzeker den, bij een vernuftige en vroolijke levens wijze nooit oud worden zou. Dan reed hij in een open rijtuig om 's nachts twee uur door de Diergaarde naar huis en zong een lied en kwam met vasten tred in zijn woniDg en zeide tot de met pantoffels wachtende mevrouw Pauly acneer we niet ernstige vjjanden willen worden, mjjn zeer geëerde mevrouw, dan moet dat nu ophouden. Nooit meer pantoffels, nooit meer thee, nooit meer dat wachten. De duivel hale me, dat kan ik niet verdragen. Ik ben geen grijsaard, mijn zeer geëerde mevrouw, ik ben nog geen man, die niet met het leven heeft af gerekend. Wanneer het u goed is, zullen we zamen nog een flesch. drinken, want het is nog vroeg vandaag." En toen zjj verschrikt, bijna niet in staat een woord te uiten en als onder suggesti e d6 kamer uitgegaan was, om de verlangt le flesch te halen, vond ze hem bjj haar terugkomst voor het open raam. „Het is lente buiten en hj 'er binnen heerscht een atmosfeer, alsof het Kerstmis was. Dat moet alles anders woï den, mijn geëerde dame,deze heeie hu, 'shouding moet omgedraaid wordeD,zon der u in uw eer als huishoudster te willen su mtasten. Zjjn wjj op de wereld om louter als ver drietige menschen te leven Neen immers, neenl" Hjj trok zelf de flesch open en schonk den wjjn in de glazen, niet in de dunne glazen, die mevrouw Von Pauly bevende vingers op tatel had geze in twee dikke bierglazen. „Op uw welzjjn. mijn en op ons aller welzijn. Dat 18 Lt glas, dat wjj met elkander in en drinken, want van nu af wil m a mjjn vaste besluit niet meer ontvangen wordeD." Twee groote tranen stonden haar oogen, maar de majoor deed net a dat niet zag, legde met een ptoJJ* eB weging haar de hand op den »eh stiet vrooljjk met haar aan vf00. „Daarom, geen vijandschap. AltiJ ljjke gezichten. Dat is de hootdzaaK. i jong blijven. Vrooljjk 11 Dat was voor langen tijd Schwer1' laatste vroolijke dag. Met dat rijden i» open rjjtuig en aan het open venster S' had hij zich in dien kouden oostenwin geduchte verkoudheid op den bals ge hij werd ziek, en de gevolgen meende de geneesheer, niet geheel zyn te maken. Het werd een wekenlang^ bed bljjven en terwijl nu buiteB werL de lente kwam en de oostenwind naa westen omging en de mooie Mei zij tocht deed, lag de majoor achter vensters in dikke doeken j eD, mocht niet rooken, hjj mocht nietdr hjj kreeg 's morgens bouillon s m bouillon, 's avonds bouillon, alle driem geweekte zemelen, hij werd vier weken 1^ niet geschoren,en toen de dokter na met een tevreden lachje Schwerin toes» op te staan, was de majoor zoo zwak, hjj bjjna in elkaar zaktfl, WOEDT VERVOLGD

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 6