Zondag 30 November AiHfó. 46sU Jaargang No. 3788. DERDE BLAD. Als de zomer in 't land is. ^^°^g"rtVjn linnen Terpakje Bionenlandsch Nieuws. 'rK Gemengd Nieuws. Plaatselijk Nieuws. nm Nitm-, GDU1AAIT. Mum 4 Zweedsche novelle van ALFRED HEDENSTJERNA. oo— oo— Juffrouw Elin was begonnen, over hare toekomst, hare zes-en-twintig jaren en hare loopbaan als gouvernante eens ernstig na te denken. In vijf famieljes was zij tot dusver reeds in betrekking geweest. Heel wat erva ring had zij opgedaan. Dat gaf haar zoo af en toe ruimschoots stof tot peinzen. En het eindpunt van dit gepeins was al toos een mooi, wit huisje, met twee verdie pingen, eene veranda en gestreepte jaloezieën. Groote, groene, lommerrijke kastanjes be schaduwden dit vriendelijke nest de heer lijkste bloemenpracht verkwikte het oog daar achter in den tuin en Elin zag, in haar visioen, zichzelve in een licht ochtendkleedje op de veranda zitten. Zy was geborgen zij was nitgeslapen zy was bezorgd voor haai' gansche leven zij behoefde zich het hoofd niet meer te breken over lesuren en verve lende schoolboeken. Maar toch een zeker iets was er in dit perspectief, wat haar niet beviel. Want ter wijl zij zichzelve daar zoo tevreden en onbe zorgd zag zitten, kwam er altoos een kléin heertje aangewaggeld een klein heertje, met een brilletje en gladgekamde haartjes een buitengewoon net en keurig onderhouden klein heertje, met zachte, blauwe oogen, en blinkend gepoetste schoecen, en roode, bolle wangen, en een behaaglijk buikje, en achting en aanzien, en alles wat in de wereld maar aangenaam was. Deze kleine, blonde heer behoorde nu een maal bij het mooie witte hnis, en bij de kastanjes, en bij de veranda, en bij de lieve bloemen, en bij het gevoel van geborgen-zijn, van rust en van onaf hankelijkheid. Ot, juister gesproken dit alie6 behoorde bij hem en aan hem. Kort en goed men moe6t al deze dingen, het heertje en heel de rest, bij elkander nemen. Alles of niets. Juffrouw Elin wist, dat zij dit alles werke lijk nemen kou. Zij, wist dat, wanneer de landheer Ljungholm de volgende maal in Wikbo kwam, en hare lessen afgeloopen waren, en zij zich in den salon vertoond'en het nette heertje begroet had, zij wist, dat zij dan maar stil en eenzaam in den tuin had te gaan wandelen, en zich te laten inha len, en tusschen de klapbesstruiken zich met min of meer goed gespeelde verrassing had om te kaeren, en verbaasd en geduldig aan te hooren hoe verliefd mijnheer Ljungholm op haar was, en hem een beetje vriendelijk in zijne goedige blauwe oogen te kijken, en een beetje te blozen en te beven, en toe te laten, dat mijnheer Ljungholm de mouw van zijne jas om haar middel sloeg en zijn flets blond snorretje haar op de lippen drnkte. Zij wist, dat zij dit weinige slechts te doen had, om binnenkort den rang en den titel te dragen van mevrouw Ljungholm. Zóó gemukkelijk kon zy bewoonster en bezitster worden van een groot, mooi, lief en veilig eigen huls. Zoo gemakkelijk kon zij zich voorgoed bevrijden van de vervelende vervoegingen, van de gamma's en van de kinderen, en ook van die eeuwige, martelende rekensom, hoo iemand met een salaris van driehonderd kronen 's jaars netjes en orden telijk en zoo mogelijk een klein beetje chic voor den dag kon komen En daarom ja ja 1 Zij wilde nn niet langer aarzelen. Zij wilde toehappen. Daar toe was zij nu stellig besloten, en dit kon men ook wel zien aan haar vastberaden gezichtje en aan hare opeengedrukte lippen, terwijl zij de stoep afging en hare handschoe nen dichtknoopte. Zij wilde nog voor het eerste lesuur eene morgenwandeling maken. Het lichte, blauw gestreepte zomerkleedje zat als gegoten om hare kleine, maar allerliefste figuur. Zwarte weerbarstige lokjes krulden glanzend van onder het kanten hoedje over het blanke voorhoofd. De handschoen wilde over de poezele hand haast niet heen, en door het dunne neteldoek van het japonnetje schemerde de bovenarm, die de parasol vast hield, om de handen vrij te laten, gespierd als de arm van een jongeling, maar tevens vol en malsch gerond als bij een vrouwen- pe van Rubens. Ja ja zij was dat aanhoudende zwerven en sloven ben geworden dat reizen in de derde klasse dat zoeken naar goedkoope en toch een beetje toonbare stofje6 dat tobben om een paar schoenen voor een kroon onder den prijs te koopen en om een paar handschoenen er te doen uitzien als nieuw met benzine. En terwijl zy daar zoo onder de oude lin den ju den frisschen Juni-morgen naar het ti viert je slenterde, nam mijnheer Ljungholm t*ne steeds aangenamere gestalte voor haar t^n en tenslotte meende zij, dat hij vol trekt niet zoo'n kwaad figuur aan hare zijde z°n slaan, wanneer zij samen in den zacht Sëpolsterden landauer met de twee deftige -""Uine koetspaarden van Hamra door de straten van de residentie reden. «Goeden morgen, juffrouw Kron .Zij schrikte er haast van, toen hij van zijn oelotnrnerd rustplaatsje onder eene der oude j®®*® opstond, de jonge doctor Lunn **^lijk. Maar toen keek zij monter op en hem vriendelijk terug, da juffrouw Kron mijne roeiboot ligt ■"■ginds, vlak hier bij. Hebt n lust? Zullen nn 660 öeetje °P het meer gaan varen 't Is joooi weer en lekker op 't water." in" a.' ja' meneer Lnnn nu is de zomer u t land 1 drachtige riemslagen 1 Uit het ri- ion^6tnaai buiten >n het meer En de Iroawens, ook in zijn tercoetuam had j uffrouw Kron hem altoos veel knapper gevonden dan de andere heeren uit de buurt. Zijne forsche en toch lenige gestalte boog zich by het roeien rhythmisch voorwsarts en achterwaarts. De stroohoed was naar achter gegleden en liet het volle, bruine, van het zweet en vochtige haar over het voorhoofd vrij. De brnine oogen glim lachten voortdurend, hoewel de mond meestal ernstig bleef. Och, wat was het een aangenaam gevoel, En toen zij zich eindelyk omkeerde, trok zij hare kleine leerlinge op haren schoot, kuste haar op de wangen vol zomersproeten, en finisterde „Nn is de zomer in 'tland, Lanraatje!" ANNA PAULOWNA. In de verga- bier achter in het bootje slap en willoos neer dering van stemgerechtigden der Ned. Herv. te zitten en zich door de geweldige kracht Gemeente zijn tot leden van het kiescollege van die armen voort te laten stuwenEn de j herbenoemd de heeren J. Schenk, M. 't Hart zon scheen zoo helder, en de groene oevers en J. Koster en is gekozen in de plaats vaa glimlachten zoo vriendelijk, en de tegen den den hr. M. D. van den Ilerg de hr. D. Slikker, boeg aaukabbelende golfjes klokten en fluis- j Tot notabelen zijn herbenoemd de heeren terden „Nn is de zomer in 't land Midden op den glinsterenden blauwen plas hield hij eensklaps stil, veegde, onmanierlijk als een jongen, zijn voorhoofd met de mouw van zijn linnen jasje ai. en zeide „Juffrouw El juffrouw Kron mor- geu ga ik hier vandaan." „O werkelijk, meneer Luun „Ja. Ik moet tegen den herfst eene plaats als hnlpleeraar gaan vervallen. Er zijn ia ons vuk niet veel vooruitzichten men moet aanpakken wat men krijgen kan al is het niet juist zoo erg aanlokkelijk." „Ja dat kan ik mij wel denken. Het moet erg moeilijk zijn „Ziet u over een jaar of vijf heb ik misschien eene betrekking als leeraar aan een gymnasium in eene kleine stadmaar dan zal ik ook heel wat langer dan twintig jaar geleerd en gestreefd hebben, sedert ik als tienjarig kereltje naar het gymnasium SinS-" Juffrouw Elin boog zich een weinig over boord en liet het water door hare vingers loopen. „En dns als wij elkaar later nog weer eens mochten ontmoeten, juifrouw Elin, dan zal alles wel heel anders geworden zijn „Anders geworden?... Ja, voor do wereld in 't algemeen, en misschien ook wel voor u, meneer Lunn. Maar voor eene arme gou vernante brengt de tijd gewoonlijk niet veel veranderingen ten minste niet ten goede!" O, wat werd zy rood terwijl zij dit zeide 1 „Maar", vroeg de jonge doctor „is u er dau zoo zeker van, dat u nog nog gou vernante zult wezen, als wij elkaar weer eens ontmoeten, juffrouw Elin? Zij lachte en vond dat dit eene zonderlinge vraag was. Maar de blik, dien zij op zijn warme gelaat richtte, glinsterde. „'t Is wel hard, juffrouw Elin, om... om arm te zijn 1" „Ja! dat weet God, meneer Lunn!" „Ik bedoel, weet u Ik bedoel niet zoozyer omdat men werken en ontberen moet maar veel meer nog omdat omdat men, als men arm is, dikwijls niet eens mag zeggen, mag uitspreken, wat men zoo gaarne hebben zon „Dat zal wel waar zijn, ja Maar, hemel, wat zijn wij al lang op hot water 1 Nu moet ik naar huis om mijne les te geven, moeten omkeeren." Wederom schoot het bootje door het water. Beiden zwegen en straks stonden zij weder onder de onde linden en zeiden elkaar vaarwel. „Onze kennismaking is zoo kort geweest, juffrouw Elin. Pas eene maand kennen wij elkaarZou u 't mij erg kwalijk nemon, als ik u bij gelegenheid eens een bezoek bracht, om u mijn bestaan te herinneren „Wel neen Dat wil zeggen als uw weg u toevallig naar de plaats mocht voeren, waar ik mij ophoud dku". „Ja ja! Maar ik bedoel ik bedoel eigen lijk als ik nu zélf eens mijn weg daar heen voerde hoe dan Zij lachte een beetje verlegen. „Wel", antwoordde zij „ik behoef toch niet te weten, hoe en langs welken weg u eigenlijk komt niet waar „Nn tot weerziens dan, juffrouw Elin!" „Het ga u goed, meneer Luun!" Hij bleef staan, leunde tegen den met mos begroeiden 6tam der onde linde en tuurde haar met langen, warmen blik na. Zij echter trippelde met lichte, veerkrachtige schreden, die haar mooi figuurtje nog ééns zoo bekoorlijk maakten, langs het voetpad naar huis. Het zwarte nekhaar glinsterde in de Jnni-zon boven het kraagje van haar lichte kleed, en hare kleine schoenen met de hooge hakjes drnkten fijne, scherp geteekende voetsporen iu het vochtige zand. En zoo ging zij en vatte hare taak weder Het Jb. Siewerts en C. A. van der Waal en is ge kozen in plaats van wijlen den heer J. C. van Wijk, de heer D. Slikker. Woningnood w o onscheepj es. Er is in de twee laatste jaren, zoowel in de steden als ten plattenlande van FRIES LAND, heel wat bygebouwd en toch hondt de wouingnood aan. Niet enkel geldt dit arbeiderswoningen, maar ook burgerhuizen en panden, waarin eene affaire kan worden uit geoefend. Komt nn een hnis te hnnr of te koop, aan gegadigden geen gebrek, met het gevolg, dat de prijzen oploopen en van 30 tot 60 pCt. meer bedragen dan voor eenige jaren. Tóen was op menig dorp een burgerhuis niet te verhuren tegen een prijs, dat men rente maken kon vaak stond het leeg of werd om toch iets te maken verhuurd aan eeu arbeider voor een laag sommetje. Nu geen gebrek aan soliede huurders en gaat hij tot verkoop over, hij maakt een goede som. Tengevolge van het gebrek aan woningen vermeerdert het aantal woonscheepjes, die nu niet de drijvende ark worden voor kermis reizigers of' polderjongens, neen, do woon scheepjes krijgen een vaste ligplaats en wor den bevolkt door arbeidersgezinnen. Daar het vastliggen dier scheepjes in do Provinciale vaarwaters verboden is, welk ver bod ook geldt voor kanalen in verscheidene gemeenten en daarbij in beheer, worden dezo scheepjes meest gelegd in particulier water, waarvoor aan den eigenaar verlof gevraagd wordt en deze dit toestaat al of niet tegen eene kleine vergoeding. Op dio wijze wonen deze arbeiders veel goedkooper dan iu een tegen hoogen prijs gehuurd huis, maar moeten zich daarentegen ook het gemis aan menig klein comfort getroosten. (Tel.) In eene vergadering van de afdeeling OUDKARSPEL dei Landbouw- en Handelsvereniging is besloten, zich, evenals de afdeeling Broek op Langendijk, van de Hoofdvereeuiging uf te scheiden. Lotorijen. Door den Minister van Justitie woidt ver klaard in de Memorie van Antwoord betref fende zijn begrootiDg, dat in gereedheid is gebracht een wetsontwerp tot het tegengaan van loterijen, dat bereids het departement Wij heeft verlaten en eerlang de Kamer zal kun nen bot eiken, terwijl aanvulling en verscher ping van eenige bepalingen van het Straf wetboek, op de speelzncht betrekking heb bende, in overweging zijn. Onvoorzichtig. Eene dame te ASSEN heeft met hare drie kinderen gevaar geloopen's. nachts door kolen damp te stikken, die uit een vulkachel, wuar- van de afvoerbuis was gesloten, zich in het slaapvertrek verspreidde. De dame was reeds in den toestand van overgang, waarin de kolendamp zijn slachtoffers met looden zwaarte ter neder drukt, en op het pnnt het bewustzijn te verliezen, toen zij zich plotse- ling in een meer of minder helder oogenblik het lot van Zola herinnerde, uit bed strom pelde en een raam openstiet, wat haar en hare kinderen de redding bracht. Uit spijt. Verleden Vrijdag had zich voor 't Kantongerecht te MAAS TRICHT te verantwoorden een man uit een der naburige dorpen, die met zijn kar over het land van een ander gereden had. Zoowel aanklager, in dit geval eene weduwe, als do beklaagde waren aanwezig. Do man hoorde een vonnis tegen zich uit spreken. Na afloop der zaak vroeg de kanton rechter, of de man nog iets tot zijne verde diging wenschto in 't midden te brengen, waarop de beklaagde in zijn dialect ten antwoord gaf „Mijnheer de rechter, weet n ook, waarom zij mij een proces-verbaal heeft laten maken?" En 't antwoord, hetwelk hij zelf gaf, luidde heb, bejaarde knecht door kon en ontbering. Zijn lijk bleef in een bocht van 't zeil voor weg spoelen bewaard. En eerst hedenmorgen werd schipper Fop pen nit zijn benarde positie van een anders wissen dood gered. De Baron Ren gors stoomde door het ijs naar het verongelukte schip en zette op ongeveer 300 M. afstand de vlet overboord. Niet zonder gevaar bereikte men de tjalk en liet den geheel verstijfden Foppen en 't lijk in de vlet zakken. Aan boord van de postboot opgenomen, werd de overlevende liefderijk verwarmd en verkwikt in de machinekamer. In geen twee dagen had hij, voorzoover zijn geheugen reikt, iets gegeten of gedronken. Wel zat er brood en spek in de jas, maar het vermogen om het iu den mond te brengen, had ontbroken. Door de felle vorst zijn handen en beenen bevroren. Thans wordt hij op 't eiland zorg vol verpleegd. Een woord van lof komt de bemanning van do postboot toe, die al herhaalde malen met groote moeite schipbreukelingen op de Zuiderzee heeft gered. Hanx Holzer, de wereldwan delaar, die 24 Augustusj.1. meteen kruiwagen aan de hand per voet de reis van Cnlemborg naar Weenen aanvaardde, heeft het te Mainz moeten opgeven. In een briefkaart, 18 dezer door hem aan den heer J. Wagemaker te Cnlemborg geschreven, deelt hij mede, dat hij, drie maanden geleden, is aangetast door typhus en thans nog te Mainz ligt in het St. Rochns-hospitaal. op. tiet was alles nog hetzelfde gebleven volmaakt hetzelfde als gisteren en teren: de kinderen, en de vervoegingen,en «omdat ik vroeger met haar gevrijd de gamma's, en het karige loon, en het brood maar 'k wilde baar niet. aan eene vreemde tafel, en de ondergeschikt heid der huurliuge. Het was alles, alles vol maakt hetzelfde gebleven. Maar toch glim lachte juffrouw Elin, en hare oogen straalden zacht, en zij voelde haar hart kloppen van eene blijdschap eene blijdschap, die hare Algemeen gelach volgde. Uit het zeemansleven. Men schrijft van URK, van 21 November: Hedenmorgen kwam de nieuwe postboot Baron Rengers, die van Enkhuizen uit, Urk mevrouw en patronesse waarschijnlijk nooit't gezicht, doch werd, uit den koers stoomende, van haar leven had gekend. door den opkomenden nevel aan 't oog ont- Voor de deur van het groote hnis stond de trokken. Waarom die richting gevolgd was jonge, bleeke huishoudster, van wie juffronw bleek eerst bij aankomst alhier. Kron anders niet de minste notitie nam. Nu Alras verbreidde zich het treurige nieuws,dat echter vatte zij haar om het middel, draaide de postboot een dooden èn een half bevroren op- haar een paar maal in 't rond, en juichte: „Juffrouw Lund nu is de zomer in 't land Boven in de leerkamer was het benauwd varende van een gezonken tjalk aan boord had. Het bleken te zijn de 76-jarige knecht Barends, door de felle vorst doodgevroren, en de 23- jarige, ongehuwde schipper Albert Foppen en duf en ongezellig En er moest les worden van het te Harderwijk thuisbehoorende tjalk- gegeven in de aardrijkskunde van alle vak- schip „De vrouw Aaltje". Ontzettend is het ken het meest gehate. lijden van beiden geweest. En de kleine Laura was van morgen dom- L.l. Dinsdag van Lemmer komende, waren mer en onbevattelijker dan ooit. Zij verplaat ste Warschau aau den Rijn, verklaarde dat Post de hoofdstad van Bohemen was, en zocht op de landkaart den Balkan in Portugal. Maar juffrouw Elin had er niets van ge hoord. Zij had het venster geopend, stond er voor, en tuurde nog slechts naar de oude lindelaan langs het riviertje en naar den grooten waterplas, die daar achter In de mid dagzon lag te glimmeren. ze door sterken wind en ijs genoodzaakt bij 't Enkhnizer Zand te ankeren. Kort daarna sloeg het schip aan den grond, werd lek en zonk in circa vijf voet water. De opvarenden zochten een toevlucht op de lading turf en weldra door het wassende water op de gaffel, slechts een weinig door het zeil beschut tegen den ijzigen. snerpenden Oostenwind. Een etmaal hebben ze samen in dien han gen toestand doorgebracht. Toen bezweek de De vinnige kon van verleden week en het natte, gure weer, dat er op gevolgd is, hebben te Londen den dood ver oorzaakt van een groot aantal stakkers, die den nacht onderden hlooten hemel plegen door te brengen. Maandag kreeg de Coroner van Centraal-Londen kennis van 20 sterfgevallen van dien aard. Het Heilsleger heeft geen ruimte genoeg om 's nachts de zwermen ramp zalige dakloozen te herbergen. De A me r i k a a n sche handdruk. De handdruk, de „handshake", is in Ame rika algemeen. Een redenaar, die gesproken heeft naar genoegen van zijn toehoorders, ziet zich genoodzaakt al deze dankbaren de hand te schudden. Hoe harder men hierbij de hand van zijn evenmensch bijeenknijpt, des te hartelijker is de gezindheid. De Géne- stet heeft een lied op den handdruk gemaakt en ergert zich aan een slappe hand, die sommige menschen gewoon zijn te geven. In Amerika zon hij hier geen last van hebben. Hier loopt men eerder gevaar, den schouder ontwricht te krijgen. Vooral „goede" vrienden zijn in Amerika gevaarlijk. Een kapitein in Iowa, Clanaham geheeten, heeft zijn rechterhand verloren, doordat een vriend deze zoo hartelijk drukte, dat hij hom de beentjes binnenin had verbrijzeld, waardoor een verzwering ontstond, met het gevolg, (lat de hand moest worden afgezet. Het pikante van de zaak is, dat thans de gezondheidscommissie, zonder rekening te houden met de warmte van het Amerikaausche hart, op kouden toon in een circulaire heeft aanbevolen om met de gewoonte te breken elkander de botten te breken in plaats van elkander de hand te geven. Wellicht zou de groet der Ohineezen, die de neuzen tegen elkander drukken, nit hygiënisch oogpunt ook aanbevelenswaardig zijn voor de Yankees. De reis om de wereld In 38 m i n u t e d. Dat is geen droom. De directeur-generaal van de Commercial Cable Cy., de heer George Ward, heeft do onderhandelingen ten einde gebracht voor de verlenging van den Stille- Zuidzee-Kabel tot aan Shanghai en het leggen van een nieuwe kabelverbinding tusscheD de Sandwich-eilanden en de Philippijnen. In een gesprek met den secretaris van het depar tement van Mariue te New-York heeft de heer Ward gezegd, dat hij in Juli e. k. in staat zal zijn een telegrafische depêche in 38 minuten de reis om de wereld te laten doen. Dat wil zeggen, dat men dan een com missie van New-York naar Cairo, of van Tokio naar Amsterdam zal kunnen overbren gen in minder tijd dan men noodig heeft om te dejeuneeren, altijd in de onderstelling dat de kantoren van aangifte en van ontvangst en... de bestellers wat meewerken. De 11.000 maagden, Bekend is de legende van de heilige Ursnla, die met 11.000 Romeinsche jonkvrouwen om streeks het eind der derde eeuw te Keulen den marteldood zon hebben ondergaan. De oorsprong van deze legende is vaak nagegaan, vooral ter verklaring van dat ongelooflijke getal van 11.000. In de „Frankf. Ztg." kwamen daarover in de laatste dagen weder allerlei gissingen voor. Wij herinneren ons een geestige verklaring welke omstreeks 40 jaar geleden door een Latinist te AMSTERDAM werd gegeven. Hij herinnerde aan de gewoonte der oude Romei nen om, als zij met vele dochters gezegend waren, deze te nummeren, en dus naar de volgorde der geboorte aan te dniden als Prima, Secunda. Tertia,Decima, Undecima enz. [Eerste, Tweede. Derde, Tiende Elfde], Met de oudste gebeurde dit natuurlijk eerst als No. 2 was gekomen. Van deze namen werden dan verkleinwoorden gevormd, zooals wij van Antje, Mieije enz. spreken, en wel door bijvoeging van den uitgang -illa. Zoo heette de ondste dochter dan Primilla, en de elfde Undecimilla. De 11.000 gezellinnen van de heilige Ursnla krimpen dns ineen tot een enkele persoon, vermoedelijk een elfde dochter, die steeds met haar kindernaam „Undecimilla" ge noemd werd. Deze naam is later door wie dit niet begrepen, tot „undecim milia" [11.000] vervormd en aldus in de legende overgegaan, welke eerst eenige eeuwen later te boek werd gesteld. Deze vernuftige gissing wordt bevestigd door een onde kroniek, die van de graf tomben van elk der martelaressen spreekt, en verhaalt, dat die zich alle in de toen vermoedelijk nog een kleine Ursulakerk bevonden, wat enkel opgaat indien het getal zelf gering was. Een treurige vergissing. De „Davos Anzeiger" verhaalt, hoe kort geleden een zieke heer uit Hamburg op weg naar Davos, waar hij ver van zijn gezin wilde overwinteren, het slachtoffer is geworden van een treurige vergissing. Hij had te Bazel overnacht en reed den volgenden ochtend naar den trein in de hotel-omnibus, waarop men ook de handkoffers had geladen van een ander reiziger die elders heen moest. De portier liet die koffers in den coupé brengen waar de Hamburger zieke had plaats geno men, meenende dat zij dezen toebehoorden, die er geen kwaad in zag, denkende dat de andere reiziger wel zon komen en intusschen in een anderen conpé zat. Toen de zieke te Zürich even was uitgestapt om wat te nutti gen, traden een paar politie-agenten op hem toe, die last hadden hem gevangen te nemen. Uit Bazel was getelegrapheerd, dat de koffers gestolen waren Geen vertooning van beschei den, van den brief uit Davos, waar men hem wachtte, geen aanbod van cautie baattede zieke werd gevankelijk naar Bazel terugge voerd, waar hij in de gevangenis werd opge sloten en hem zelfs de hnlp van een arts werd geweigerd. Bij het verhoor kwam echter de vergissing" aan het licht, en nu liet men hem vrij. Hy reisde terstond naar Davos, maar kwam daar in ellendigen toe stand aan en overleed twee dagen later. Een blikken bruid. Aan de Belgische grenzen kwam on langs een rijtuig met een vroolijk bruiloftsgezelschap. Op de voorste bank zat de bruidegom, in fluisterend gesprek met zijn bruid, die, achter haar witten sluier, stil en half in gepeins verzonken, naar hem Bcheen te luisteren. De grensbeambten visiteerden het rijtuig vrij vluchtig, maar toen het heen zou rijden, merkte een hunner op, dat ie bruid zoo onbeweeglijk stil zat. Hij riep haar iets toe, maar bij kreeg geen antwoord en zij bewoog zich niet. Toen sprong hij op de trede van het rijtuig, rukte den sluier der bruid af en zag dat de bruid een pop van blik wasj welke waarschijnlijk met sterken drauk was gevuld. Hij. had echter geen gelegenheid zijn vermoeden omtrent de blikken bruid nader te bevestigen, want het rijtuig rolde in snelle vaart heen en was weldra uit het gezicht. WatDuitschland gaf! De Duitsche Boerenbulpbond beeft, volgens het thans uitgebrachte verslag, tot 1 November jl. in ronde som 700 000 mark bijeengebracht, waarbij 60.000 door don vrouwenbond werden gestort. Behalve dit laatste bedrag zijn 167.000 mark in goederen en 156.000 mark aan geld naar Amerika verzonden. Voorts zijn 37.000 mark in geld tot ondersteuning in Europa gebruikt en 50.000 mark ter beschikking gesteld van de Duitsche regeering om gevang* Duitschers na hun invrijheidstelling r aar Europa te vervoeren. Aan de drie gene raals is tijder8 hun bezoek le Berlijn 200.000 mark overgedragen, zoodat nog 30.000 mark in kas is. Schagen, 29 November 1902. De 6de Algemeene Vergade- ring d.er „Vereeniging van Oudleerlingen der Rijkslandbouwwinterschool te Schagen" zal gehouden worden op Woensdag 17 December 1902, in de Landbouw-sociëteit „Cérès" te Schagen, 's morgens 10 unr. Op de agenda komen voor: Rekening en verantwoording, en rapport der financiëele Lommissie; Jaarverslag; Benoeming van een bestuurslid. (Aftredend en niet her kiesbaar J. Best Nz.)benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Station voor Melkonderzoek. (Altredend en niet herkiesbaar J. Zijp. Az.) Aanwijzing van een financiëele Commissie voor 1903. Ver slag der Commissie van Toezicht op bet „Station voor Melkonderzoek." Rapporteur J; Zijp. Verslag van de voor rekening der ereeniging aangelegde melklijsten. Rappor teur G. Nobel. Bestuursvoorstellen a Om over te gaan tot uitloting van enkele obligatie- bedragen, welke het vorige jaar zijn gestort ten behoeve van de installatie van het labora torium voor Melkonderzoek. b Om ten behoeve van het „Station voor Melkonder zoek wederom nic de Verenigingskas een bedrag van f26.- af te zonderen, ais „Reser vefonds voor deze instelling, c Om nit de Verenigingskas f 12.60 bij te dragen in de kosten van samenstelling en verspreiding eener brochure, speciaal handelend over „de betaling op gehalte aan zuivelfabrieken" Het belang van de bessenteeit, als bijverdien ste. Inleider C. Smit Cz. Het conserveeren van vruchten en groenten met „Wek's Steri lisator Aanschouwelijk toe te lichten door den Voorzitter. Op Excursie, Inleider G. Nobel. „De Landbouwwiiiterschool in gevaar In leider J. Best Nz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 9