Zondag 30 November AiHfó.
46sU Jaargang No. 3788.
DERDE BLAD.
Als de zomer in 't land is.
^^°^g"rtVjn linnen Terpakje
Bionenlandsch Nieuws.
'rK
Gemengd Nieuws.
Plaatselijk Nieuws.
nm Nitm-,
GDU1AAIT.
Mum 4
Zweedsche novelle van
ALFRED HEDENSTJERNA.
oo— oo—
Juffrouw Elin was begonnen, over hare
toekomst, hare zes-en-twintig jaren en hare
loopbaan als gouvernante eens ernstig na te
denken. In vijf famieljes was zij tot dusver
reeds in betrekking geweest. Heel wat erva
ring had zij opgedaan. Dat gaf haar zoo af
en toe ruimschoots stof tot peinzen.
En het eindpunt van dit gepeins was al
toos een mooi, wit huisje, met twee verdie
pingen, eene veranda en gestreepte jaloezieën.
Groote, groene, lommerrijke kastanjes be
schaduwden dit vriendelijke nest de heer
lijkste bloemenpracht verkwikte het oog daar
achter in den tuin en Elin zag, in haar
visioen, zichzelve in een licht ochtendkleedje
op de veranda zitten. Zy was geborgen zij
was nitgeslapen zy was bezorgd voor haai'
gansche leven zij behoefde zich het hoofd
niet meer te breken over lesuren en verve
lende schoolboeken.
Maar toch een zeker iets was er in dit
perspectief, wat haar niet beviel. Want ter
wijl zij zichzelve daar zoo tevreden en onbe
zorgd zag zitten, kwam er altoos een kléin
heertje aangewaggeld een klein heertje,
met een brilletje en gladgekamde haartjes
een buitengewoon net en keurig onderhouden
klein heertje, met zachte, blauwe oogen, en
blinkend gepoetste schoecen, en roode, bolle
wangen, en een behaaglijk buikje, en achting
en aanzien, en alles wat in de wereld maar
aangenaam was.
Deze kleine, blonde heer behoorde nu een
maal bij het mooie witte hnis, en bij de
kastanjes, en bij de veranda, en bij de lieve
bloemen, en bij het gevoel van geborgen-zijn,
van rust en van onaf hankelijkheid. Ot, juister
gesproken dit alie6 behoorde bij hem en
aan hem. Kort en goed men moe6t al
deze dingen, het heertje en heel de rest, bij
elkander nemen. Alles of niets.
Juffrouw Elin wist, dat zij dit alles werke
lijk nemen kou. Zij, wist dat, wanneer de
landheer Ljungholm de volgende maal in
Wikbo kwam, en hare lessen afgeloopen
waren, en zij zich in den salon vertoond'en
het nette heertje begroet had, zij wist, dat
zij dan maar stil en eenzaam in den tuin
had te gaan wandelen, en zich te laten inha
len, en tusschen de klapbesstruiken zich met
min of meer goed gespeelde verrassing had
om te kaeren, en verbaasd en geduldig aan
te hooren hoe verliefd mijnheer Ljungholm
op haar was, en hem een beetje vriendelijk
in zijne goedige blauwe oogen te kijken, en
een beetje te blozen en te beven, en toe te
laten, dat mijnheer Ljungholm de mouw van
zijne jas om haar middel sloeg en zijn flets
blond snorretje haar op de lippen drnkte.
Zij wist, dat zij dit weinige slechts te doen
had, om binnenkort den rang en den titel
te dragen van mevrouw Ljungholm.
Zóó gemukkelijk kon zy bewoonster en
bezitster worden van een groot, mooi, lief en
veilig eigen huls. Zoo gemakkelijk kon zij
zich voorgoed bevrijden van de vervelende
vervoegingen, van de gamma's en van de
kinderen, en ook van die eeuwige, martelende
rekensom, hoo iemand met een salaris van
driehonderd kronen 's jaars netjes en orden
telijk en zoo mogelijk een klein beetje chic
voor den dag kon komen
En daarom ja ja 1 Zij wilde nn niet
langer aarzelen. Zij wilde toehappen. Daar
toe was zij nu stellig besloten, en dit kon
men ook wel zien aan haar vastberaden
gezichtje en aan hare opeengedrukte lippen,
terwijl zij de stoep afging en hare handschoe
nen dichtknoopte. Zij wilde nog voor het eerste
lesuur eene morgenwandeling maken. Het
lichte, blauw gestreepte zomerkleedje zat als
gegoten om hare kleine, maar allerliefste
figuur. Zwarte weerbarstige lokjes krulden
glanzend van onder het kanten hoedje over
het blanke voorhoofd. De handschoen wilde
over de poezele hand haast niet heen, en
door het dunne neteldoek van het japonnetje
schemerde de bovenarm, die de parasol vast
hield, om de handen vrij te laten, gespierd
als de arm van een jongeling, maar tevens
vol en malsch gerond als bij een vrouwen-
pe van Rubens.
Ja ja zij was dat aanhoudende zwerven
en sloven ben geworden dat reizen in de
derde klasse dat zoeken naar goedkoope
en toch een beetje toonbare stofje6 dat
tobben om een paar schoenen voor een kroon
onder den prijs te koopen en om een paar
handschoenen er te doen uitzien als nieuw
met benzine.
En terwijl zy daar zoo onder de oude lin
den ju den frisschen Juni-morgen naar het
ti viert je slenterde, nam mijnheer Ljungholm
t*ne steeds aangenamere gestalte voor haar
t^n en tenslotte meende zij, dat hij vol
trekt niet zoo'n kwaad figuur aan hare zijde
z°n slaan, wanneer zij samen in den zacht
Sëpolsterden landauer met de twee deftige
-""Uine koetspaarden van Hamra door de straten
van de residentie reden.
«Goeden morgen, juffrouw Kron
.Zij schrikte er haast van, toen hij van zijn
oelotnrnerd rustplaatsje onder eene der oude
j®®*® opstond, de jonge doctor Lunn
**^lijk. Maar toen keek zij monter op en
hem vriendelijk terug,
da juffrouw Kron mijne roeiboot ligt
■"■ginds, vlak hier bij. Hebt n lust? Zullen
nn 660 öeetje °P het meer gaan varen 't Is
joooi weer en lekker op 't water."
in" a.' ja' meneer Lnnn nu is de zomer
u t land 1
drachtige riemslagen 1 Uit het ri-
ion^6tnaai buiten >n het meer En de
Iroawens, ook in zijn
tercoetuam had j uffrouw Kron hem altoos
veel knapper gevonden dan de andere heeren
uit de buurt. Zijne forsche en toch lenige
gestalte boog zich by het roeien rhythmisch
voorwsarts en achterwaarts. De stroohoed
was naar achter gegleden en liet het volle,
bruine, van het zweet en vochtige haar over
het voorhoofd vrij. De brnine oogen glim
lachten voortdurend, hoewel de mond meestal
ernstig bleef.
Och, wat was het een aangenaam gevoel,
En toen zij zich eindelyk omkeerde, trok
zij hare kleine leerlinge op haren schoot,
kuste haar op de wangen vol zomersproeten,
en finisterde
„Nn is de zomer in 'tland, Lanraatje!"
ANNA PAULOWNA. In de verga-
bier achter in het bootje slap en willoos neer dering van stemgerechtigden der Ned. Herv.
te zitten en zich door de geweldige kracht Gemeente zijn tot leden van het kiescollege
van die armen voort te laten stuwenEn de j herbenoemd de heeren J. Schenk, M. 't Hart
zon scheen zoo helder, en de groene oevers en J. Koster en is gekozen in de plaats vaa
glimlachten zoo vriendelijk, en de tegen den den hr. M. D. van den Ilerg de hr. D. Slikker,
boeg aaukabbelende golfjes klokten en fluis- j Tot notabelen zijn herbenoemd de heeren
terden „Nn is de zomer in 't land
Midden op den glinsterenden blauwen plas
hield hij eensklaps stil, veegde, onmanierlijk
als een jongen, zijn voorhoofd met de mouw
van zijn linnen jasje ai. en zeide
„Juffrouw El juffrouw Kron mor-
geu ga ik hier vandaan."
„O werkelijk, meneer Luun
„Ja. Ik moet tegen den herfst eene plaats
als hnlpleeraar gaan vervallen. Er zijn ia
ons vuk niet veel vooruitzichten men moet
aanpakken wat men krijgen kan al is het
niet juist zoo erg aanlokkelijk."
„Ja dat kan ik mij wel denken. Het
moet erg moeilijk zijn
„Ziet u over een jaar of vijf heb ik
misschien eene betrekking als leeraar aan een
gymnasium in eene kleine stadmaar dan
zal ik ook heel wat langer dan twintig
jaar geleerd en gestreefd hebben, sedert ik
als tienjarig kereltje naar het gymnasium
SinS-"
Juffrouw Elin boog zich een weinig over
boord en liet het water door hare vingers
loopen.
„En dns als wij elkaar later nog weer
eens mochten ontmoeten, juifrouw Elin,
dan zal alles wel heel anders geworden
zijn
„Anders geworden?... Ja, voor do wereld
in 't algemeen, en misschien ook wel voor
u, meneer Lunn. Maar voor eene arme gou
vernante brengt de tijd gewoonlijk niet veel
veranderingen ten minste niet ten goede!"
O, wat werd zy rood terwijl zij dit zeide 1
„Maar", vroeg de jonge doctor „is u er
dau zoo zeker van, dat u nog nog gou
vernante zult wezen, als wij elkaar weer eens
ontmoeten, juffrouw Elin?
Zij lachte en vond dat dit eene zonderlinge
vraag was. Maar de blik, dien zij op zijn
warme gelaat richtte, glinsterde.
„'t Is wel hard, juffrouw Elin, om... om
arm te zijn 1"
„Ja! dat weet God, meneer Lunn!"
„Ik bedoel, weet u Ik bedoel niet zoozyer
omdat men werken en ontberen moet maar
veel meer nog omdat omdat men, als men
arm is, dikwijls niet eens mag zeggen,
mag uitspreken, wat men zoo gaarne
hebben zon
„Dat zal wel waar zijn, ja Maar, hemel,
wat zijn wij al lang op hot water 1 Nu moet
ik naar huis om mijne les te geven,
moeten omkeeren."
Wederom schoot het bootje door het water.
Beiden zwegen en straks stonden zij weder
onder de onde linden en zeiden elkaar vaarwel.
„Onze kennismaking is zoo kort geweest,
juffrouw Elin. Pas eene maand kennen wij
elkaarZou u 't mij erg kwalijk nemon,
als ik u bij gelegenheid eens een bezoek
bracht, om u mijn bestaan te herinneren
„Wel neen Dat wil zeggen als uw weg
u toevallig naar de plaats mocht voeren,
waar ik mij ophoud dku".
„Ja ja! Maar ik bedoel ik bedoel eigen
lijk als ik nu zélf eens mijn weg daar
heen voerde hoe dan
Zij lachte een beetje verlegen.
„Wel", antwoordde zij „ik behoef toch
niet te weten, hoe en langs welken weg u
eigenlijk komt niet waar
„Nn tot weerziens dan, juffrouw Elin!"
„Het ga u goed, meneer Luun!"
Hij bleef staan, leunde tegen den met mos
begroeiden 6tam der onde linde en tuurde
haar met langen, warmen blik na.
Zij echter trippelde met lichte, veerkrachtige
schreden, die haar mooi figuurtje nog ééns
zoo bekoorlijk maakten, langs het voetpad
naar huis. Het zwarte nekhaar glinsterde in
de Jnni-zon boven het kraagje van haar
lichte kleed, en hare kleine schoenen met de
hooge hakjes drnkten fijne, scherp geteekende
voetsporen iu het vochtige zand.
En zoo ging zij en vatte hare taak weder
Het
Jb. Siewerts en C. A. van der Waal en is ge
kozen in plaats van wijlen den heer J. C.
van Wijk, de heer D. Slikker.
Woningnood w o onscheepj es.
Er is in de twee laatste jaren, zoowel in
de steden als ten plattenlande van FRIES
LAND, heel wat bygebouwd en toch hondt
de wouingnood aan. Niet enkel geldt dit
arbeiderswoningen, maar ook burgerhuizen en
panden, waarin eene affaire kan worden uit
geoefend. Komt nn een hnis te hnnr of te
koop, aan gegadigden geen gebrek, met het
gevolg, dat de prijzen oploopen en van 30 tot
60 pCt. meer bedragen dan voor eenige jaren.
Tóen was op menig dorp een burgerhuis
niet te verhuren tegen een prijs, dat men
rente maken kon vaak stond het leeg of
werd om toch iets te maken verhuurd
aan eeu arbeider voor een laag sommetje.
Nu geen gebrek aan soliede huurders en
gaat hij tot verkoop over, hij maakt een
goede som.
Tengevolge van het gebrek aan woningen
vermeerdert het aantal woonscheepjes, die nu
niet de drijvende ark worden voor kermis
reizigers of' polderjongens, neen, do woon
scheepjes krijgen een vaste ligplaats en wor
den bevolkt door arbeidersgezinnen.
Daar het vastliggen dier scheepjes in do
Provinciale vaarwaters verboden is, welk ver
bod ook geldt voor kanalen in verscheidene
gemeenten en daarbij in beheer, worden dezo
scheepjes meest gelegd in particulier water,
waarvoor aan den eigenaar verlof gevraagd
wordt en deze dit toestaat al of niet tegen
eene kleine vergoeding.
Op dio wijze wonen deze arbeiders veel
goedkooper dan iu een tegen hoogen prijs
gehuurd huis, maar moeten zich daarentegen
ook het gemis aan menig klein comfort
getroosten. (Tel.)
In eene vergadering van de
afdeeling OUDKARSPEL dei Landbouw- en
Handelsvereniging is besloten, zich, evenals
de afdeeling Broek op Langendijk, van de
Hoofdvereeuiging uf te scheiden.
Lotorijen.
Door den Minister van Justitie woidt ver
klaard in de Memorie van Antwoord betref
fende zijn begrootiDg, dat in gereedheid is
gebracht een wetsontwerp tot het tegengaan
van loterijen, dat bereids het departement
Wij heeft verlaten en eerlang de Kamer zal kun
nen bot eiken, terwijl aanvulling en verscher
ping van eenige bepalingen van het Straf
wetboek, op de speelzncht betrekking heb
bende, in overweging zijn.
Onvoorzichtig.
Eene dame te ASSEN heeft met hare drie
kinderen gevaar geloopen's. nachts door kolen
damp te stikken, die uit een vulkachel, wuar-
van de afvoerbuis was gesloten, zich in het
slaapvertrek verspreidde. De dame was reeds
in den toestand van overgang, waarin de
kolendamp zijn slachtoffers met looden
zwaarte ter neder drukt, en op het pnnt het
bewustzijn te verliezen, toen zij zich plotse-
ling in een meer of minder helder oogenblik
het lot van Zola herinnerde, uit bed strom
pelde en een raam openstiet, wat haar en
hare kinderen de redding bracht.
Uit spijt. Verleden Vrijdag
had zich voor 't Kantongerecht te MAAS
TRICHT te verantwoorden een man uit een
der naburige dorpen, die met zijn kar over
het land van een ander gereden had. Zoowel
aanklager, in dit geval eene weduwe, als do
beklaagde waren aanwezig.
Do man hoorde een vonnis tegen zich uit
spreken. Na afloop der zaak vroeg de kanton
rechter, of de man nog iets tot zijne verde
diging wenschto in 't midden te brengen,
waarop de beklaagde in zijn dialect ten
antwoord gaf
„Mijnheer de rechter, weet n ook, waarom
zij mij een proces-verbaal heeft laten maken?"
En 't antwoord, hetwelk hij zelf gaf, luidde
heb,
bejaarde knecht door kon en ontbering. Zijn
lijk bleef in een bocht van 't zeil voor weg
spoelen bewaard.
En eerst hedenmorgen werd schipper Fop
pen nit zijn benarde positie van een anders
wissen dood gered. De Baron Ren gors stoomde
door het ijs naar het verongelukte schip en
zette op ongeveer 300 M. afstand de vlet
overboord. Niet zonder gevaar bereikte men
de tjalk en liet den geheel verstijfden
Foppen en 't lijk in de vlet zakken.
Aan boord van de postboot opgenomen,
werd de overlevende liefderijk verwarmd en
verkwikt in de machinekamer. In geen twee
dagen had hij, voorzoover zijn geheugen reikt,
iets gegeten of gedronken. Wel zat er brood
en spek in de jas, maar het vermogen om
het iu den mond te brengen, had ontbroken.
Door de felle vorst zijn handen en beenen
bevroren. Thans wordt hij op 't eiland zorg
vol verpleegd.
Een woord van lof komt de bemanning
van do postboot toe, die al herhaalde malen
met groote moeite schipbreukelingen op de
Zuiderzee heeft gered.
Hanx Holzer, de wereldwan
delaar, die 24 Augustusj.1. meteen kruiwagen
aan de hand per voet de reis van Cnlemborg
naar Weenen aanvaardde, heeft het te Mainz
moeten opgeven. In een briefkaart, 18 dezer
door hem aan den heer J. Wagemaker te
Cnlemborg geschreven, deelt hij mede, dat hij,
drie maanden geleden, is aangetast door
typhus en thans nog te Mainz ligt in het
St. Rochns-hospitaal.
op. tiet was alles nog hetzelfde gebleven
volmaakt hetzelfde als gisteren en
teren: de kinderen, en de vervoegingen,en «omdat ik vroeger met haar gevrijd
de gamma's, en het karige loon, en het brood maar 'k wilde baar niet.
aan eene vreemde tafel, en de ondergeschikt
heid der huurliuge. Het was alles, alles vol
maakt hetzelfde gebleven. Maar toch glim
lachte juffrouw Elin, en hare oogen straalden
zacht, en zij voelde haar hart kloppen van
eene blijdschap eene blijdschap, die hare
Algemeen gelach volgde.
Uit het zeemansleven. Men
schrijft van URK, van 21 November:
Hedenmorgen kwam de nieuwe postboot
Baron Rengers, die van Enkhuizen uit, Urk
mevrouw en patronesse waarschijnlijk nooit't gezicht, doch werd, uit den koers stoomende,
van haar leven had gekend. door den opkomenden nevel aan 't oog ont-
Voor de deur van het groote hnis stond de trokken. Waarom die richting gevolgd was
jonge, bleeke huishoudster, van wie juffronw bleek eerst bij aankomst alhier.
Kron anders niet de minste notitie nam. Nu Alras verbreidde zich het treurige nieuws,dat
echter vatte zij haar om het middel, draaide de postboot een dooden èn een half bevroren op-
haar een paar maal in 't rond, en juichte:
„Juffrouw Lund nu is de zomer in 't
land
Boven in de leerkamer was het benauwd
varende van een gezonken tjalk aan boord had.
Het bleken te zijn de 76-jarige knecht Barends,
door de felle vorst doodgevroren, en de 23-
jarige, ongehuwde schipper Albert Foppen
en duf en ongezellig En er moest les worden van het te Harderwijk thuisbehoorende tjalk-
gegeven in de aardrijkskunde van alle vak- schip „De vrouw Aaltje". Ontzettend is het
ken het meest gehate. lijden van beiden geweest.
En de kleine Laura was van morgen dom- L.l. Dinsdag van Lemmer komende, waren
mer en onbevattelijker dan ooit. Zij verplaat
ste Warschau aau den Rijn, verklaarde dat
Post de hoofdstad van Bohemen was, en
zocht op de landkaart den Balkan in Portugal.
Maar juffrouw Elin had er niets van ge
hoord. Zij had het venster geopend, stond er
voor, en tuurde nog slechts naar de oude
lindelaan langs het riviertje en naar den
grooten waterplas, die daar achter In de mid
dagzon lag te glimmeren.
ze door sterken wind en ijs genoodzaakt bij
't Enkhnizer Zand te ankeren. Kort daarna
sloeg het schip aan den grond, werd lek en
zonk in circa vijf voet water. De opvarenden
zochten een toevlucht op de lading turf en
weldra door het wassende water op de gaffel,
slechts een weinig door het zeil beschut
tegen den ijzigen. snerpenden Oostenwind.
Een etmaal hebben ze samen in dien han
gen toestand doorgebracht. Toen bezweek de
De vinnige kon van verleden
week en het natte, gure weer, dat er op
gevolgd is, hebben te Londen den dood ver
oorzaakt van een groot aantal stakkers, die
den nacht onderden hlooten hemel plegen door
te brengen. Maandag kreeg de Coroner van
Centraal-Londen kennis van 20 sterfgevallen
van dien aard. Het Heilsleger heeft geen
ruimte genoeg om 's nachts de zwermen ramp
zalige dakloozen te herbergen.
De A me r i k a a n sche handdruk.
De handdruk, de „handshake", is in Ame
rika algemeen. Een redenaar, die gesproken
heeft naar genoegen van zijn toehoorders,
ziet zich genoodzaakt al deze dankbaren de
hand te schudden. Hoe harder men hierbij
de hand van zijn evenmensch bijeenknijpt,
des te hartelijker is de gezindheid. De Géne-
stet heeft een lied op den handdruk gemaakt
en ergert zich aan een slappe hand, die
sommige menschen gewoon zijn te geven.
In Amerika zon hij hier geen last van
hebben. Hier loopt men eerder gevaar, den
schouder ontwricht te krijgen. Vooral „goede"
vrienden zijn in Amerika gevaarlijk. Een
kapitein in Iowa, Clanaham geheeten, heeft
zijn rechterhand verloren, doordat een vriend
deze zoo hartelijk drukte, dat hij hom de
beentjes binnenin had verbrijzeld, waardoor
een verzwering ontstond, met het gevolg,
(lat de hand moest worden afgezet.
Het pikante van de zaak is, dat thans de
gezondheidscommissie, zonder rekening te
houden met de warmte van het Amerikaausche
hart, op kouden toon in een circulaire heeft
aanbevolen om met de gewoonte te breken
elkander de botten te breken in plaats van
elkander de hand te geven. Wellicht zou de
groet der Ohineezen, die de neuzen tegen
elkander drukken, nit hygiënisch oogpunt
ook aanbevelenswaardig zijn voor de Yankees.
De reis om de wereld In 38
m i n u t e d.
Dat is geen droom. De directeur-generaal
van de Commercial Cable Cy., de heer George
Ward, heeft do onderhandelingen ten einde
gebracht voor de verlenging van den Stille-
Zuidzee-Kabel tot aan Shanghai en het leggen
van een nieuwe kabelverbinding tusscheD de
Sandwich-eilanden en de Philippijnen. In een
gesprek met den secretaris van het depar
tement van Mariue te New-York heeft de
heer Ward gezegd, dat hij in Juli e. k. in
staat zal zijn een telegrafische depêche in
38 minuten de reis om de wereld te laten
doen. Dat wil zeggen, dat men dan een com
missie van New-York naar Cairo, of van
Tokio naar Amsterdam zal kunnen overbren
gen in minder tijd dan men noodig heeft om
te dejeuneeren, altijd in de onderstelling dat
de kantoren van aangifte en van ontvangst
en... de bestellers wat meewerken.
De 11.000 maagden,
Bekend is de legende van de heilige Ursnla,
die met 11.000 Romeinsche jonkvrouwen om
streeks het eind der derde eeuw te Keulen
den marteldood zon hebben ondergaan. De
oorsprong van deze legende is vaak nagegaan,
vooral ter verklaring van dat ongelooflijke
getal van 11.000. In de „Frankf. Ztg." kwamen
daarover in de laatste dagen weder allerlei
gissingen voor.
Wij herinneren ons een geestige verklaring
welke omstreeks 40 jaar geleden door een
Latinist te AMSTERDAM werd gegeven. Hij
herinnerde aan de gewoonte der oude Romei
nen om, als zij met vele dochters gezegend
waren, deze te nummeren, en dus naar de
volgorde der geboorte aan te dniden als
Prima, Secunda. Tertia,Decima, Undecima
enz. [Eerste, Tweede. Derde, Tiende
Elfde], Met de oudste gebeurde dit natuurlijk
eerst als No. 2 was gekomen. Van deze
namen werden dan verkleinwoorden gevormd,
zooals wij van Antje, Mieije enz. spreken, en
wel door bijvoeging van den uitgang -illa.
Zoo heette de ondste dochter dan Primilla,
en de elfde Undecimilla.
De 11.000 gezellinnen van de heilige Ursnla
krimpen dns ineen tot een enkele persoon,
vermoedelijk een elfde dochter, die steeds
met haar kindernaam „Undecimilla" ge
noemd werd. Deze naam is later door wie
dit niet begrepen, tot „undecim milia" [11.000]
vervormd en aldus in de legende overgegaan,
welke eerst eenige eeuwen later te boek
werd gesteld.
Deze vernuftige gissing wordt bevestigd
door een onde kroniek, die van de graf
tomben van elk der martelaressen spreekt,
en verhaalt, dat die zich alle in de toen
vermoedelijk nog een kleine Ursulakerk
bevonden, wat enkel opgaat indien het getal
zelf gering was.
Een treurige vergissing.
De „Davos Anzeiger" verhaalt, hoe kort
geleden een zieke heer uit Hamburg op weg
naar Davos, waar hij ver van zijn gezin wilde
overwinteren, het slachtoffer is geworden van
een treurige vergissing. Hij had te Bazel
overnacht en reed den volgenden ochtend
naar den trein in de hotel-omnibus, waarop
men ook de handkoffers had geladen van een
ander reiziger die elders heen moest. De
portier liet die koffers in den coupé brengen
waar de Hamburger zieke had plaats geno
men, meenende dat zij dezen toebehoorden,
die er geen kwaad in zag, denkende dat de
andere reiziger wel zon komen en intusschen
in een anderen conpé zat. Toen de zieke te
Zürich even was uitgestapt om wat te nutti
gen, traden een paar politie-agenten op hem
toe, die last hadden hem gevangen te nemen.
Uit Bazel was getelegrapheerd, dat de koffers
gestolen waren Geen vertooning van beschei
den, van den brief uit Davos, waar men hem
wachtte, geen aanbod van cautie baattede
zieke werd gevankelijk naar Bazel terugge
voerd, waar hij in de gevangenis werd opge
sloten en hem zelfs de hnlp van een arts
werd geweigerd. Bij het verhoor kwam
echter de vergissing" aan het licht, en nu
liet men hem vrij. Hy reisde terstond naar
Davos, maar kwam daar in ellendigen toe
stand aan en overleed twee dagen later.
Een blikken bruid.
Aan de Belgische grenzen kwam on
langs een rijtuig met een vroolijk
bruiloftsgezelschap.
Op de voorste bank zat de bruidegom,
in fluisterend gesprek met zijn bruid,
die, achter haar witten sluier, stil en
half in gepeins verzonken, naar hem
Bcheen te luisteren.
De grensbeambten visiteerden het
rijtuig vrij vluchtig, maar toen het heen
zou rijden, merkte een hunner op, dat
ie bruid zoo onbeweeglijk stil zat. Hij
riep haar iets toe, maar bij kreeg geen
antwoord en zij bewoog zich niet.
Toen sprong hij op de trede van het rijtuig,
rukte den sluier der bruid af en zag
dat de bruid een pop van blik wasj welke
waarschijnlijk met sterken drauk was
gevuld.
Hij. had echter geen gelegenheid zijn
vermoeden omtrent de blikken bruid
nader te bevestigen, want het rijtuig
rolde in snelle vaart heen en was weldra
uit het gezicht.
WatDuitschland gaf!
De Duitsche Boerenbulpbond beeft,
volgens het thans uitgebrachte verslag,
tot 1 November jl. in ronde som 700 000
mark bijeengebracht, waarbij 60.000 door
don vrouwenbond werden gestort. Behalve
dit laatste bedrag zijn 167.000 mark in
goederen en 156.000 mark aan geld naar
Amerika verzonden.
Voorts zijn 37.000 mark in geld tot
ondersteuning in Europa gebruikt en
50.000 mark ter beschikking gesteld van
de Duitsche regeering om gevang*
Duitschers na hun invrijheidstelling r aar
Europa te vervoeren. Aan de drie gene
raals is tijder8 hun bezoek le Berlijn
200.000 mark overgedragen, zoodat nog
30.000 mark in kas is.
Schagen, 29 November 1902.
De 6de Algemeene Vergade-
ring d.er „Vereeniging van Oudleerlingen der
Rijkslandbouwwinterschool te Schagen" zal
gehouden worden op Woensdag 17 December
1902, in de Landbouw-sociëteit „Cérès" te
Schagen, 's morgens 10 unr.
Op de agenda komen voor: Rekening en
verantwoording, en rapport der financiëele
Lommissie; Jaarverslag; Benoeming van
een bestuurslid. (Aftredend en niet her
kiesbaar J. Best Nz.)benoeming van
een lid der Commissie van Toezicht op het
Station voor Melkonderzoek. (Altredend en
niet herkiesbaar J. Zijp. Az.) Aanwijzing
van een financiëele Commissie voor 1903. Ver
slag der Commissie van Toezicht op bet
„Station voor Melkonderzoek." Rapporteur
J; Zijp. Verslag van de voor rekening der
ereeniging aangelegde melklijsten. Rappor
teur G. Nobel. Bestuursvoorstellen a Om
over te gaan tot uitloting van enkele obligatie-
bedragen, welke het vorige jaar zijn gestort
ten behoeve van de installatie van het labora
torium voor Melkonderzoek. b Om ten
behoeve van het „Station voor Melkonder
zoek wederom nic de Verenigingskas een
bedrag van f26.- af te zonderen, ais „Reser
vefonds voor deze instelling, c Om nit
de Verenigingskas f 12.60 bij te dragen in
de kosten van samenstelling en verspreiding
eener brochure, speciaal handelend over
„de betaling op gehalte aan zuivelfabrieken"
Het belang van de bessenteeit, als bijverdien
ste. Inleider C. Smit Cz. Het conserveeren
van vruchten en groenten met „Wek's Steri
lisator Aanschouwelijk toe te lichten door
den Voorzitter. Op Excursie, Inleider G. Nobel.
„De Landbouwwiiiterschool in gevaar In
leider J. Best Nz.