Donderdag 12 Februari 1903. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Hf Uit en voor de Pers. Chamberlain in Zuid-Afrika. De kroonprinses van Saksen. FEUILLETON. 10. IHGEZONDEH. Binnenlandsch Nieuws. SCHAKER AIkimi 47ait J&&i g&ng No. 3809. COURANT. AlTertciUe- Lul)nil Bureau ®CM AO El¥, Siatui, 19 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I E L. De buitenlandsche pers over de staking. De Zwitsersche pers heeft zich zeer uitvoerig op de hoogte laten houden van de laatste gebeurtenissen hier te lande. In de vooruitstrevend liberale Bund vinden wij de opmerking, dat de arbeiders door de overwinning zóó verhit zijn, dat zij nu tot alles in staat zijn. De „Neue Züricher Zeitung" zegt onder meer Het onbezonnen prijsgeven van het gezag in Nederland is een gebeurtenis van zeer ernstige beteekenis, ook voor de aangrenzende Staten. Dat onder die omstandigheden een Regeering passief blijft en, om enkole bepa lingen niet te schenden, de hoogste belangen op het spel zet, is kortweg ongehoord en haast niet te gelooven. Het „Journal de Genève" wijst op de onzekerheid van den Staat, waar telkens stakingen dreigen. Er is slechts een order van de aanvoerders der werklieden noodig om een onduldbaren toestand te scheppen. Op deze wijze hangt de bloei van een land, de vooruitgang van zijn handel, zijn scheep vaart, zijn rijkdom, en de rol die hij in de wereld speelt, af van grillen, die niet te voorzien zijn. Onder dit verontrustende stelsel leeft het tegenwoordig geslacht, en het begint er aan te wennen als aan een chronische ziekte, die zich telkens door een crisis openbaart, en waarvan het zeker is, dat zij vandaag of morgen op den dood uitloopt. Het moet erkend, dat de Hollandsche leiders der staking meesters zijn in hun kunst. Zij beschikken over hun mannen als slaven, die niet durven weigeren, ook al wilden zij. En dat gebeurt in de 20e eeuw, de opvolgster van de eeuw, waarin men de rechten van den mensch heeft uitgevonden, om er een tyranniek wapen van te maken. Dat brengt nog weer te sterker aan het licht het contrast tusschen theorieën en werkelijkheid. Als men door stakingen tot den heilstaat moet komen, wie zal daarnaar dan nog verlangen De radicale „Vossische Ztg.", een Duitsch hoofdblad, zegt over de staking De directies van de spoorwegmaatschappijen hebben het offer, dat hun zeker moeilijk genoeg is gevallen, in het belang van het algemeen welzijn gebracht, maar als men den blik in de naaste toekomst richt en zich de gevolgen voorstelt, wat blijkt dan Allereerst is in Nederland een van de belangrijkste grondslagen van het verkeer tot in zijn diepste diepte geschokt. Welk koopman, welk fabrikant, welke onderneming zal zich slechts één oogenblik veilig voelen bij bet besef dat de aan het spoor toevertrouwde goederen onder zekere omstandigheden kunnen gewei gerd worden, omdat zij door een of andere firma, die de arbeiders in den ban hebben gedaan, vervaardigd, geleverd of ook maar naar het station gebracht zijn Van een onpartijdig onderzoek is geen sprake meer. Men heeft een krachtproef geleverd, en weet thans, dat men onder alle omstandigheden zijn wil kan doorzetten. Zaterdag was een sociaal-democraat heer en meester van het station te Haarlem. Gelooft men, dat zulk een voorbeeld van onmacht van den stations chef zoo spoedig verdwijnen zal uit het geheugen van het personeel —o—o— Tot dusverre was het steeds toejuichingen en hartelijke ontvangst, wat de Engelsche i. bladen vermeldden over Chamberlain's reis in Zuid-Afrika. Daar is plotseling verandering in gekomenChamberlain brengt een be zoek aan Bloemfontein en ziedaar, een kink in den kabel. Den grooten minister werd door Christiaan 1 de Wet en andere onafhankelijke Boeren een adres aangeboden, waarin tal van grieven tegen Engeland. Niet minder werd beweerd, dan dat de vredesvoorwaarden niet werden nagekomen en dat op de Oranjerivier-Kolonie een verpletterende financiëele druk werd gelegd. Het ging er heftig toe op deza conferentie. Chamberlain wees op bitsen toon het ver zoek af, om alle vragen te overwegen. Die vragen zijn, zeide hij, in strijd met de vredes voorwaarden. Toen Ch. de Wet trachtte te antwoorden, gelastte Chamberlain hem, te gaan zitten, waarop De Wet het woord overliet aan Hertzog. En toen nu Hertzog op een bepaald punt Chamberlain tegensprak, riep dezeTsa, ik ben hier niet gekomen om tegengesproken te worden Het adres van De Wet's groep van burgers drong hoofdzakelijk aan op algemeene am nestie, volledige oorlogsvergoeding en instel ling van eene gerechtelijke commissie. Dit laatste weigerde Chamberlain, omdat daar door de ontevredenheid slechts verergeren en de samensmelting der rassen vertraagd worden zou. De samenkomst, die drie uren duurde, is dus vrijwel zonder resultaat gebleven, het geen de volgelingen van De Wet natuurlijk ontevreden stemde, al lieten zij zich in het openbaar in tegenovergestelden zin uit. Volgens sommige telegrammen hield De Wet nog eene rede, nadat Hertzog gesproken had. De Wet verklaarde toen, dat er geen samenwerking van de burgers mogelijk is, zoolang Piet de Wet en Chris Botha beweer den, de vertegenwoordigers te blijven van het Boerenvolk en in dit geval zou hij, Ch. de Wet, een halsstarrig, zij het niet een gewa pend, verzet tegen de regeering volhouden. Chamberlain zeide andermaal, de aanbieding van deze lompe petitie door de Boeren, slechts denkbeeldige grieven inhoudend, te betreuren. De Britsche regeering zou getrouw de vredesvoorwaarden toepassen, maar zij zou de bondgenooten niet vergeten die mogen in geen geval de onderhoorigen worden van de andere burgers Algemeen is men van oordeel dat door deze ontmoeting de toestand slechter is geworden in plaats van beter. De indruk, dien de Boeren van Chamberlain hebben gekregen, is zeer zuinig en weinig vertrouwenwekkend. 0—0— Het slot van de liefdes-historie van de kroonprinses van Saksen is, dat zij zich vrij willig in een gesticht voor zenuwlijders heeft laten opnemen. Giron, de geliefde, is „huis toe" gegaan en heeft aan een persman gezegd, dat de scheiding maar tijdelijk is, maar dat hij zich geheel zal schikken naar de wenschen van de kroonprinses. Een van de kinderen van de kroonprinses was ernstig ziek geworden en de moeder verzocht door middel van haar advocaten toegelaten te worden aan het ziekbed, hetgeen evenwel door den Saksischen koning is gewei gerd. Von Seydewitz, de Saksische minister van het koninklijk huis, beweert, dat de Kroon prinses diep berouw heeft over haren misstap dat zij langzamerhand den waren aard van Giron heeft leeren kennen en zich nu graag Roman van M. GRAVIN VON BÜNAU. 0-0-0 Het jonge meisje liet zich door Kurt's schijnbare zorg voor zijn vrouw, om den tuin leiden. Zij praatte zichzelve voor, dat ze zijn blikken en optreden de vorige maal verkeerd moest hebben begrepen. De schrik had zich zeker op zijn gelaat afgebeeld. Hoe had ze ook maar een seconde lang zoo iets afschuwelijks kunnen denken Maar in bet diepst van haar ziel bleef een zwak, onbestemd iets achter, dat ze geen naam wist te geven. Zjj vermeed zooveel mogelijk elk alleen zijn met haar zwager. Ondanks dat ze het niet geheel met haar geweten overeen kon brengen, besloot ze, het officieren-bal mede te maken,Irma drong er ijverig op aan, dat ze het zou doen. Zij gevoelde zich veel beter en verheugde zich over de beschrijving van het feest, die Ilse haar zou kunnen geven. Dat gaf den doorslag en deed alle bedenkingen verdwijnen. „Kom in je balkleed nog even bij me, Ilse. Ik zou je zóó gaarne nog eens zien," „Ja, Irma, bepaald. Maar er zal niet veel aan mij te zien zijn. Een witte japon geen versiering, geen bloemen niets." „Heeft Ortzin je dan geen bloemen ge zonden „Zeker, heerlijke rozen 1 Zal ik ze hier brengen Ik zal ze hier voor je neerzet ten." „Neentot geen prijs. Je weet, ik houd niet van afgesneden bloemen, en deze rozen moet jij bepaald houdenIlse, spreek nu alles eens goed af met Ortzin. Hij is hier in langen tijd niet geweest. Ik wou, dat je maar geborgen waart." „Ach, Axel je weet, Ortzin heet Axel en wij noemen elkaar heimelijk bij den voornaam dus Axel, Irma, die loopt niet weg." De heerlijke kuiltjes kwamen in Ilse's blozende waDgen. „Daarom, maak je geen zorgen. Tot aan de lente, dat duurt niet meer zoo laDg. Dan komt oom Isegrim uit Napels naar huis en wij vieren vroolijk onze verloving maar je moet er voor zorgen, dan weer gezond te zijn." „Kleed je nu aan, Ilse, je hebt niet veel tijd meer." „Meer dan genoeg kleeden gaat vlug genoeg." Irma keek haar na. „Mooi, gezond en bemind", zeide zij zacht voor zich heen. „Hoe vast zou ik aan het leven hangen, wanneer ik was als zij." Het vuur in den haard doofde langzaam uit. Enkele blauwe vlammetjes flikkerden nog even. De wind huilde door den schoor steen. Buiten dwarrelden de eerste sneeuw vlokken door de lucht, maar het werd geen wit kleed op de vuile aarde. Alles verdween weer en loste zich op in een vuile, drabbige massa. Irma leunde achterover in de kussens. Het druipen van do goot folterde haar zenuwen. Lezen kon ze niet bij het matte licht en een scherper licht deed haar oogen van hem wil losmaken. Het echtscheidiDgs- proces zal, zooals bepaald was, den llden Februari voor de laatste maal dienen. Het gerecht zal zich alleen met de vraag bezig houden, of de aanwezige bewijsstukken vol doende zijn, om de scheiding uit te spreken. Het bedrag van de jaarljjksche toelage aan de prinses moet door de hoven te Dresden en Salzburg in gemeen overleg worden vastgesteld. Te Weenen vertoont men neiging, om het gebeurde met prinses Louise meer aan den medischen kant te bekijken. Immers, ver standsverbijstering komt bij zwangerschap meer voor, zooais nog eenige jaren geleden met de hertogin van Cumberland het geval was, die in dien toestand haar verstand geheel kwijt raakte. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven.) Anna Paulowna, 9 Februari 1903. Geachte Redacteur Beleefd verzoek ik u voor het volgende een plaatsje in uw blad, om op datgene, wat uw verslaggever als tegenweer inzond, het oog te doen vallen, voor zoover het d e zaak betreft, ('s Mans boosheidsuitin gen laat ik onaangeroerd.) Waar uw verslaggever zicb beroept op het antwoord van den heer Staalman, (stel, dat dit zoo geweest is, als hij meedeelt), daar begeeft hij zich op g e v a a r 1 ij k terrein. Immers, het gaat niet aan, uit het ant woord van een zeer gevat spreker een tot dezen gerichte vraag op te maken. Zoo zou men waarlijk tot de conclusie kunnen komen, dat de woorden van den heer Staal man uw verslaggever tot de vraag naar een uitgewerkt plan zouden hebben gevoerd en op die wijze zou het velen met mij begrijpelijk kunnen worden, dat hij, trots mijne herhaling om iiv het kort beginselen te geven, tot zulk eene verbazende onjuist heid kon komen. Eigenaardig is dat woord uitgegalmd bij beginselen. Hiermede zegt toch uw verslaggever zelf zoo duidelijk mogelijk, en zoo krachtig mogelijk (wellicht zonder het te bedoelen), waarom het mij te doen was. En op de zaak komt het toch maar aan Omdat die vreemde holle vaten zoo gevaarlijk zijn, zal ik ze met voorzich tigheid passeeren en liever u, Mijnheer de Redacteur, met bescheidenheid het werk uit de handen nemen en uw verslaggever ant woorden op da vraag: „Wie herhaalt tot driemaal toe iets, als hij met éénmaal had kunnen volstaan Juist, mijnheer de Verslaggever, als hij met éénmaal had kunnen vol staan, maar, hélaas, u zelf levert het bewijs, dat hij niet mot éénmaal, ja, nog niet met driemaal kon volstaan. Eerst als er gegalmd wordt, hoort u juist. Indien de heer Staalman belooft, let wel, belooft aan het publiek in „V eer burg," aan, zooals hij zeide, zijne kie zers nog wel, dat hij gaarne te gelegener tijd zich over dit onderwerp wil uiten, (om maar de eigen woorden van uw verslaggever te gebruiken) dan bedoelt hij natuurlijk tegen over de toehoorders, aan wie hij dit belooft. Mag men van den spreker veronderstellen, dat hij tijdens deze belofte er aan dacht, om bijv. die uiting in een Engelsch dag blad te plaatsen Wat uw verslaggever er mede voor heeft, mij als verslaggever van de „Algemeene Gids" voor te stellen, en in welk verband dit gebracht moet worden met de zaak, verklaar ik niet te begrijpen. U bij voorbaat dankende voor de plaatsing, met de stellige belofte, bij u voor deze zaak niet meer te zullen aankloppen, heb ik de eer te zijn, Hw dienstw., K. L. VAN GORKOM. DIRKSHORN. Zaterdagavond vergaderde alhier de afd. Harenkarspei van de Landbouw- en Handels- vereeniging. Om de slechte opkomst (er waren slechts zes leden tegenwoordig) besloot men alleen de huishoudelijke werkzaamheden af te doen en in een tegen den 14 dezer te houden vergadering den Beschrijvingsbrief voor de Alg. Vergadering te behandelen. Uit de rekening van den penningmeester, den heer W. de Jongh, bleek, dat de ont vangsten over 1902 hebben bedragen f92.14 de uitgaven f 74.36, zoodat er een klein batig saldo is. 't Verslag van den Secr., den hr. A.Blad, maakte melding van een kleine toename in ledental. Op 1 Jan. 1902 bedroeg 't aantal leden 73, nu zijn er 76 leden. Er werden 6 gewone vergaderingen gehouden, gemiddeld door 20 personen bijgewoond. De aftredende leden van 't Bestuur, de heeren A. Blad en D. van Duin, werden bij acclamatie herkozen. Treurig. Zaterdag heeft te NIJMEGEN een droevig ongeval plaats gegrepen. De jongeheer S., wegens tijdelijke afwezigheid der zijnen ge- 1 logeerd bij de familie De V., schoot al spelende met een flobert den twaalfjarigen De V. door de borst. Eerst Zondag is de kogel door dr. Haspels verwijderd kunnen wordenmen vreest zeer voor het leven van den knaap. Weggejaagd. De stoker Kleuning van de „Cerberus", die de vorige week in „Frascati"te Amsterdam in uniform als spreker optrad, is voor den troep weggejaagd uit den dienst. Staten van NOORD-HOLLAND. Ged. Staten van Noord-Holland noodigen de gezondheidscommissiën uit, als overgangs maatregel ten spoedigste over te gaan tot het opmaken van eene raming van inkomsten I en uitgaven, loopende over het tijdvak van de j benoeming der commissie tot aan 31 Dec. 1903. Zoodra die ramingen aan het college van Ged. Staten zijn toegezonden, stellen zij zich voor, den gemeentebesturen te verzoeken, uit voering te geven aan art. 28 alinea 1 der Gezondheidswet. Ged. Staten hebben voorts goedgekeurd het besluit van den Raad der gemeente Enk huizen, tot het houden eener voorjaarsmarkt op Donderdag vóór 30 April en een naj aars- markt op Donderdag vóór den tweeden Maan dag van November. Een vreeselijk drama is te HEDIKHUIZEN bij Heusden afgespeeld. Zekere v. d. G. heeft zijn meisje, met hare moeder uit de kerk te Vlijmen komende, doodgeschoten en zichzelf eenige oogenblik- ken daarna met een geweerschot van het leven 1 beroofd. De beweegreden moet deze zijn, dat v. d. G. geen toestemming kon bekomen tot een huwelijk. Hij moet zijn plan -vooraf aan anderen hebben medegedeeld. Nader wordt gemeld De 28-jarige G. v. d. Griend wilde naar het schijnt met geweld aan de 17-jarige Hubertha Coliet zijne liefde opdringen. Het schijnt, dat het meisje zich daaraan niet geheel heeft kunnen of durven onttrekken, daar v. d. G. ongunstig bekend stond. Toen zij Zondag met hare moeder den dienst in de Herv. kerk te Vlijmen had bijge woond, werden zij nabij Hedikhuizen door v. d. G. opgewacht, die vroeg Bertha alleen te spreken. De moeder meende dit niet te moeten toestaan, waarop v. d. G. dreigde Bertha te zullen doodschieten. Toen zij nog een eind gegaan waren, legde v. d. G. zijn geweer aan en schoot het meisje naast haar moeder neer. Hij liep toon een weiland in, zette het geweer op den grond, trapte het met den voet af en kreeg de volle lading in den balk. Hoewel hy nog leefde, is hij te half twaalf 's nachts overleden. De toestand der moeder was onbeschrijfelijk. De inwoners van ons klein dorpje zijn met deernis en afgrijzen over dit gruwelstuk vervuld. De maréchaussee uit Heusden stelde direct oen onderzoek in. Een, verkooping, die wat op bracht, Uit Schiedam meldt men Gisteren had alhier bij een ingezetene de verkoop bij executie plaats van een inboedel, waarvan de eigenaar eenige be lasting schuldig was. Zeer waarschjjnlijk had zich een combinatie gevormd, met het gevolg, dat alle stukken verkocht werden voor a 1 cent, zoodat de opbrengst van de geheele verkooping was 17 centen. Voor een paar dagen is te GRONINGEN in een woning aan den Zwar ten weg een oude vrouw overleden, die voor behoeftig doorging en dan ook zeer armoedig leefde van den steun, haar verleend door hst burgerlijk armbestuur, door de kerkelijke ge meente en door een zoon, die als brood venter met zijn kar Eben Haezer hard werkte om iets meê te verdienen. Na het overlijden van de oude vrouw vond men tot aller verbazing ongeveer f 600 aan kleingeld en tiengulden stukken verborgen in den voet van een ouds lamp en op verschillende plaatsen in een 1 kabinet. Dit kabinet bracht echter nog meer verrassingen. Toen de heer Pieters, taxateur alhier, die den geheelen inboedel gekocht had, bedoeld kabinet opende, vond hij daarin drie spaarbankboekjes van de Nuts-spaarbank, waarop samen ongeveer f 1800 was inge schreven, en waarop gedeeltelijk nog 20 jaren rente te goed was. Genoemde heer Pieters heeft de boekjes dadelijk doen teruggeven aan den zoon, iemand met vrij beperkte geestvermogens, die nu geheel onverwacht gekomen is in het bezit van een klein kapi taaltje, dat op f3000 wordt geschat. (N. Gron. Crt.) Ds. De Koe. Naar „De Gele Gooilander" verneemt, zal ds. De Koe, bekend door zijn „Marine preek" en zijn toetreden tot de kolonie te Blaricum, de vestiging "Walden, waar hij de laatsts maanden doorbracht, verlaten. Waarschijnlijk zal hij voortaan optreden als verkondiger der sociaal-democratische ideeën, op de wijze als do Friesche aociaal- dem. predikanten in het orgaan „De Blijde Wereld". In navolging van andere plaatsen, zijn te KOLHORN de eerste stap pen gedaan om te geraken tot coöperatieve winkelnering. Het aantal deelnemers is vol doende om de zaak met vrucht door te zetten. Een bestuur is gekozen en de aandeelen tot aanschaffing van den inventaris geplaatst. De heer C. vanTwniver te NIEUWE NIEDORP is benoemd 'tot onder wijzer te Spanbroek. zoo n pijn. Wat was zulk een eenzame avond toch lang en hoe eindeloos duurde de nacht1 Rusteloos luisterde ze uur aan uur naar het tikken van de klok, naar het vallen van den regen alles zoo eentonig en haar tóch opwindend Zij greep naar hot fleschje metmorphine dat in de lade van haar nachttafeltje stond. Voor eenige uren had ze dan tenminste rust. Wien schaadde het, als zij zich deze verlichting schonk Haarzelf, had de dok ter gezegd ach, haar schaadde of nutte niets meer, dat wist ze wel Daar naderden lichte schreden en Irma verborg snel het zoceven gezochte fleschje met morphine en richtte zich op. Het dienstmeisje liep met hooggehouden lamp achter Ilse aan, terwijl deze, helder door het licht beschenen, mooi als een sprookjeskind, naar Irma's bed snelde. „Beval ik je Het witte, geurige kleed viel in zachte plooien om de gracieuse gestalte. Het licht achterover geworpen hoofd was enkel versierd door een kroon van gouden vlech ten. Om den hals was een snoer paarlen gehangen een oud erfstuk. „Wanneer je moeder je nu eens zóó had kunnen zien, Ilse Ilse trok haar lange handschoenen aan. „Ik geloof, dat het een heerlijke avond zal zyn." Haar lief gelaat droeg de uitdrukking van zalige verwachting. De kleine voeten maakten onwillekeurig een ongeduldige dansbeweging. „Het rijtuig staat reeds voor", herinnerde hot meisje. „Ahvanavond in uniform Ilse zette groote oogen op, toeD Kurt in de uniform van zjjn oud regiment aan Irma'a bed kwam. „Waarom niet? Op een zoo overwegend militair feest past een uniform beter". „En staat je bovendien voortreffelijk", plaagde Ilse. Zjj nam den kanten doek dien het meisje haar overhandigde, en wierp dien luchtigjes over haar hoofd. „Goeden nacht, lieve Irma." „Je komt straks nog bij me en vertelt me alles, Ilse Irma legde haar heete, droge hand op den arm van haar zuster. „Wanneer ik je maar niet stoor." „Ach, ik slaap toch niet". Irma's oogen rustten lang op de beide mooie, levenslustige gestalten aan haar bedde elegante officier met het fijnbe- sneden, donkere gelaat, de schitterende bruine oogen, die zich tot dat heerlijke blonde kind ovorboogHaar man en haar zuster Zij snikte zacht. „Scheelt je wat vroeg Kurt. Ilse was reeds vooruit naar de deur gegaan. „Ik ben zoo koud," antwoordde Irma zacht. „Koud Geen wonder, het vuur is ook uitgegaan 1" Hjj nam de tang en roerde in de kolen rond. „Geef je geen moeite. Het is alles asch", zeide Irma toonloos. „Ga, en laat Ilse Diet wachten." De tang viel kletterend op den grond. Kurt liep vlug achter het jonge meisje aan de deur uit. Hij keek zelfs niet één maal om. Y au beneden at klonk een zacht geroep: „Klaar 1" Het portier werd dichtgeslagen. Een windstoot ging door den schoor steen. De asch in den haard vloog omhoog, grauwe vlokken stoven op het kleed. „Asch, niets dan aschherbaalde Irm». Zjj drukte steunend het hoofd diep La het kussen, HOOFDSTUK VI. Het gansche stadje was in opschudding, als het huzarenregiment een bal gaf. Do verafwonende landadel moest zijn iatrek nemen in het juist niet elegante hötel. Reeds weken van te voren werden kamero gereserveerd. Alle loondienaars en keuken meiden der stad waren in drukke bezig heid, om hulp te bieden rechts en links. Zulk een feest, waarbij een paar hon derd personen tegenwoordig waren,daar viel nogal het een en ander bij te doen. Acht dagen lang werd er in het casino ge veegd en gepoetst. De jonge luitenant» mopperdon, zij durfden nauwelijks meer met hun vuile voeten de gladgeboendo zaal betreden. Dat duurde goddank tot het feest voorbij was, dan keerde de oude gemoedelijkheid weer terug. De jacht honden mochten weer op de sofa's liggen en de grond was als vroeger, en een paar vuile voeten me.er of minder gaven geen ergernistot het volgende jaar, als opnieuw het casinobal alles weder oöderst- boven keerde. De officieren moesten vandaag boven dineeren otiü het eenigste hotel, waar reeds vele families logeerden en de jonge I meisjes reeds geëngageerd konden worden voor vanavond, of zij vroegen zichzelf ten eten bij getrouwde kameraden. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1