iröoötis totailt PI Timmerlieden Slagerskn echt Timmerlieden Timmerlieden solid^ gtfiraifr!) ollaitdh JfjMrdettoarlier." „Adolf," Billstein Haiduk „Sultan, „Christiaan," Dispouible, bij Jn. GOVERS te Bnigsliu. „LA BOM," F. F. Mammen, H. DÖSGENAAB, ALKMAAR. V Dienstbode. een Werkman, H O OI. „FELIX FAÜRE," SCHOENWINKEL KEI KAR, castreeren X HEEFT GEOPEND. is P. STROOMER Ju., ADVEHTEOTIKft. Wordt gevangd bij W. Blaauboer Gz Broodbakker, St. Maarten. gevraagd, Wordt gevraagd, zoo spoedig mogelijk of half April, een flinke Ter goed met het vak bekend, A. A. Kraan, Wieringen. Terstond gevraagd, bij J. DE GRAAF. Anna Paulowna. gevraagd, bij C. A. KOMEN te Anna Paulowna. Gevraagd, voor Schagen en Omstreken, voor de met gouden medaille bekroonde Hengsten-V" ereeniging dekking staan beschikbaar No. 627 N. P. s., bij den heer G. G r i n, aan den Walingsweg, te Wieringerwaard; dit jaar te Schagen bekroond met Rijkspremie ad f 400 No. 488 N. P. 8„ bij den heer Jr. Boon te Ben ningbroek; dit jaar te Schagen bekroond met lste Provinciale subsidie ad f 250 No. 467, N. P. 8., bij den heer IJ. Blokker, in „de Nachtegaal," te H e i 1 o o dit jaar te Beverwijk bekroond met lste Provinciale subsidie ad f 250.—. Hèt drkgeld voor allen bedraagt Van deze dek gelden kan door heeren eigenaren bij het niet drachtig zijn hunner merriën, de helft worden teruggevorderd. Aan de hengsthouders is opge dragen, bij den eersten sprong de dekgelden te innen en worden heeren eigenaren van merriën beleefd ver zocht, bij den eersten sprong het dekgeld te voldoen, I~>e Hengst Biscuitioe-b^schuit, uit de beschuitfabriek „De Vernieu wing" te Sint Pankras. Flink rabat. A. DE DOES. Gevraagd, tegen half April of 1 Mei, wegens huwelijk der tegenwoordige, flinke No. 625 N. p. Sstaat ter dekkint beschik. baar bij Butler Kaan te bingerwaard, en No. 753 N. P. S., bij Willem Kaan te Caelantboog, en tijdelijk (tot half April) bij Ntcolaat Kaan te W ieringerwaard, allen tegen een dekgeld van f 10.en niet drachtig f 5.terug. Ter dekking beschikbaar leuren een dehareld van 6 sld. a contant. Wagenmaker, HEER HÜG0WAARD, houdt zich beleefd aanbevolen tot het TeekeniDgen en a. d. Doet uwe bestellingen van Bouquets, losse Bloemen, Fantasiestukken,Kamer planten, Tafeldecoratiën, enzaan bovenstaand adres Speciaal ingericht voor de Bouquetterie. R, KAAN, „Cérès" Schagen. Gevraagdy die goed kan ploegen en melken, bij A, D. W a i b o e r, Kolhorn. Aan hetzelfde adres te koop ongeveer 5 duizend kilo De gunstig bekend staande Hengst staat ter dekking beschikbaar bij P. TIESSEN, Waardpolder, gem. Barsingerhorn, tegen een dekgeld van IO ld. a contant bij den eer sten sprong, bij niet drachtig 5 S?3d. terug. K. A. KAAN Co. Gevraagd P.G,, wegens huwelijk der tegen woordige, om met 15 April in dienst te treden, bij G. BLOM, Terdiek, Nieuwe Niedorp. Ondergeteekende bericht, dat hij een Ruime keuze, werk, en goedkoop. Onder beleefde aanbeveling, Uw dienstwillige dienaar, JACOB JONKER, TE KOOP: een vlug bij den weg loopende- bij D DE LEEUW, Callantsoog. HL e t adres voor het van Hengsten, Klophengsten en Varkens te EGMONDERMEER, bij Alkmaar. Zou dat op een aar jaar bij ons ok niet lfc<fcne? Deer moste ze eres in een gehaime over spreken vind ik. Maar den een beetje taielijk. want den kenne de meisters en de „2 ionges vooruit wete, of ze op de ten- Stellingsdag ok er broer ofneeêetegR8 hewwe keune, omdat ze den wete of ze vrai bewwe of niet. Voor ma in zoons hoeft het aa-s niet, want die hew ik leert„as er ai is ga je rage, as er tentoonstelling is ga je kaike en deer mee uit Een ouwer, die van z'n kindeie houdt. Schagen, 3 April 1903. o M. d. R.,,17- Hoe ongaarne ook, maar de uitslag der Ka merverkiezing in ons distriet, en^et bijzoni- der ook in onze gemeente, verplicht mij, e ulaatsie in uw blad te vragen voor het geven van een verklaring, omdat ik in den uitslag meen te moeten lezen een vinger- TLat' ik, om kort en duidelijk te zijn, zeggen, dat de uitslag mij het volgende deed opmerken 1. dat vanaf de hoogte, waarop men m de vooruitstrevende politiek in ons district was gekomen, men eenige afdeelingen terug Vi2.' dat het vertrouwen, tot tweemaal toe, bij periodieke verkiezingen, onzen afgetreden afgevaardigde, Mr. E F.kker geschonkeu, aan den oandidaat, door hemzelf aanbevolen en ondersteund, werd onthouden. Alzoo voor mannen als Mr. Fokker geen plaats meer in ons district Het schijnt, dat het allesbeheerschend vraagstuk in deze verkiezing is geweest: de stakingswetten. Vóór of tegen de regeenngs- wetten betreffende de staking, ziedaar de eenige vraag. En wel sterk op den voorgrond treden moest deze vraag voor velen, die uit het al of niet aannemen dezer wetten als beslist gevolg zich denken óf vrede, óf binnenland- schen oorlog. Ook in onze gemeente schijnt dit het alles- beheerschende standpunt te zijn geweest. Immers, de heer Van Foreest, die nimmer op politiek terrein zich liet hooren, maar wiens eerste aanbeveling thans was „beslist voor stander der aanhangige stakingswetten, de heer Van Foreest behaalde in onze gemeente meer stemmen dan bij beide vorige verkiezin gen mannen van zijne richting zoo ongeveer, mochten bereiken. En ziedaar juist voor mij de vingerwijzing. Immers, het verzamelen van handteekeningen voor het manifest Jhr. Berg c.s., wat door mij in onze gemeente werd loopende gemaakt, was een daad, die lijnrecht stond tegenover wat Jhr. Mr Van Foreest en ook Mr. Sybran- dy de uitverkorenen deed zijn. En tóch is het, mijne overtuiging, dat het verzamelen van handteekeningen voor bedoeld manifest is geweest het dienen van den vrede op de j u i s t e wijze. De zakelijke uiteenzetting hunner meening, de groote rechtvaardigheidszin dien de twintig onderteekenaren in hun manifest deden door schemeren, de humane toon van argumentee ren, verwekte bij mij de meening, dat het verzamelen van handteekeningen voor dit verzoekschrift aan de Regeering, mocht heeten, het verzamelen van „V redesstemmen". De verkiezingsuitslag vermocht niet, tnjj in deze van gedachten te veranderen. Verwerping der afdeeling strafwetten schijnt mij de beste waarborg voor de vredige en blijvend vredige oplossing der troebelen. Voor de mede-ondeiteekenaren van het manifest der XX in onze gemeente zal het duidelijk zijn, hoop ik, dat bedoeling van dit schrijven is, mij tegenover U, en liefst open lijk, te verantwoorden. En gaarne geef ik bij deze de verzekering, dat ik, consequent in mijne meening, mij van de herstemming zal onthouden. Voor uwe bereidwilligheid tot plaatsing in uw eerstvolgend nummer, M. de R., gaarne mijn dank. Achtend, UEd. ond. dr., J. KEUKEN. N. Niedorp, 2 April 1903. o Mijnheer de Redacteur De wijze, waarop in Uw blad van Zondag 29 Maart 1.1. onder de rubriek „Arrond. Rechtbank", ons optreden in de zaak „Jon ker" wordt omschreven en daarop een valsch licht werpt, alsmede onze reputatie zeer in opspraak brengt, noopt ons tot tegenspraak. Vergun ons deswege dit in zuiverder licht te plaatsen. Bewuste Jonker is ten onzen kantore ge komen met de bedoeling, zijne goederen te doen overschrijven ten name van zijn vader. Afgezien echter van onze meening, of wij een dergelijke daad ónsecuur vonden, zooals U in Uw verslag te kennen geeft, hebben wij zulks beslist geweigerd. Dat wij hem daarna hebben voorgesteld een obligatie te doen maken, ten behoeve van zijn vader, is niet geschied tengevolge van onze weigering tot het opmaken eener woekeraar, die sinds j'aren naar zjjn voor vaderen in de hel is verhuisd, wist alleen de oude Sutherland ervan. En hij was niet een man, om delicate familiegeschiedenissen van zjjn chef aan de groote klok te hangen. Ik ben eenigermate verwonderd, dat jjj van de geschiedenis op de hoogte bent. Heeft vader je daar dan over gesproken?" „Neen ik vernam het door een toeval. Want ik was in de kamer daarnaast, toen jij het laatste onderhoud met vader hadt." „Dus op de gewone manier van de vrouwen, als luistervink. Nu, dat stelt me eenigszins gerust en versterkt me in de meening, dat alle overige medeweters onder de groene zoden sluimeren. Maar nu genoeg daarvan. Heb je mij misschien nog een nuttigen wenk te geven met be trekking tot je man „Niet, dat ik weet. Alleen deze, dat ge er erg op moet passen, dat ge hem niet opwindt. Hg is een hartlijder, en elke heftige gemoedsbeweging kan hem dooden." „Alle drommels 1 en dat zegt ge zoo matig Maak jij je daarover dan niet bezorgd „O ja. Maar ik zie niet in, dat het ermee verbeterd zou worden, wanneer ik iederen keer in tranen uitbarstte." „Dat is een opvatting, waartegen niets is in te brengen en die het recht geeft er z«er openlijk over te praten. Je zeide. dat je man nog niets had gespaard. Is er dan een levensverzekering „Op mijn verzoek heeft hij dadelijk na ons trouwen een poging gedaan om zich te verzekeren, maar de dokter keurde hem af." „Dat is erg. Wanneer hg dan den een pf anderen dag eens sterft, wat moet er kracht voor zaak, in koopacte, doch wel degelijk naar aanleiding van het feit, flat hij ons mededeelde dat zijn vader hem herhaalde malen geld bad geleend en hij niet gaarne zon zien, dat deze voor zijne vordering niet gedekt zon zijn bij gebrek aan bewijs. Tot het opmaken van deze obligatie, waar bij wij hem wel degelijk hebben attent ge- maakt het bedrag niet hooger op te geven dan dat hij werkelijk a u zijn vader verschul digd was, achtten wij ons bevoegd. Dat nu later is gebleken, dat die schuld 1 aan zijn vader niet bestond en de schuldbe kentenis dientengevolge valsch was, is ons inziens heel iets anders, dan zooals u in uw verslag laat uitkomen, dat wij willens en wetenB hem tot het doen opmaken eener valsche obligatie zouden hebben aangezet. Het is dan ook daarom, dat wij, in bet belang van onzen goeden naam, waar wij boven alles prijs op stellen, met protesteeren tegen deze geheel onware stelling van de toedracht dezer zaa genoemd verslag voorkomende. U nog wijzende op het verslag van deze week in „de Alkmaarder", dat geheel con form de waarheid is, zult u het ons ten goede houden, dat wij, in verband daarmede, vermeenen dat hier aan een te goeder trouw onjuiste voorstelling van uw verslaggever moet gedacht worden. Met dank voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, Alkmaar. PLUIMGRAAFF Co. IN ANTWOORD. Als de heer Pluimgraaf! den minder gun- stigen indruk wil uitwisschen, die wellicht bij sommige lezers van mijn rechtsverslag ten opzichte van de werkzaamheid van zijn kan toor is ontstaan, dan maakt hij 't zich daar bij wat al te gemakkelijk. De verschillende aanmerkingen op 't rechtsverslag in de Alge- meene Gids zijn geen van alle toepasselijk op hetgeen in mijn verslag te zijnen opzichte voorkomt, en derhalve had hij voor de Schager wel een speciaal schrijven ter plaat sing mogen aanbieden, wilde hjj eenig gun stig effect sorteeren. Een dergelijke slordig heid in het verdedigen van zijn goeden naam is op zichzelf al geen aanbeveling voor een makelaarskantoor. Tot recht begrip van de zaak volge hier het voor den heer Pluimgraaf! misschien minder aangename gedeelte uit mijn verslag. „De President wees hem er echter op, en nu komen we aan een puntje, dat eensklaps de aandacht van 't geëerde auditorium gaande maakte dat hij toch al in November, dus twee maanden vóór zijn failliet, bij een zaak waarnemer hier in Alkmaar (een naam noemde Z.E A niet) geweest was om te infor- meeren, op welke wijze hij zijn boeltje zou kunnen redden. „O, jazei de sloome na eenig bedenken bij Pluimgraaf! „In 't belang van den heer Pluimgraaf! zelf had de President zeker den naam maar liever niet genoemd. Het bleek dan ook, dat deze zaakwaarnemer zijn cliënt zoo prachtig van den wal in de sloot geholpen had, als maar mogelijk is. Op z ij n raad had Jonker de schuldvordering van zijn vader ad f 1200 onderteekend, iets wat nu mede oorzaak werd van de kwalificatiebankbreuk. „De Officier was dan ook zoo goed, in zijn requisitoir ten voordeele van zijn patiënt op te merken, dat hij in handen van dergelijke beunhazen was gekomen, die niet nage laten hadden hem voor zijn goeie geld kwajen raad te geven. HèHè Aan zoo'n trawaffel zou je tot Pinkster toe genoeg hebben, als je niet heelemaal een harde bokking bent. „De Officier meende een rechtmatige straf te moeten vragen en eischte 8 maanden ge vangenis met aftrek van preventieve hecht., een eisch.dien de verdediger Mr. A. Prins,zooals men wel gelooven zal, te hoog vond. Hij wierp Pluimgraaf! nog een aardige pruim op I zijn oog en vroeg ton slotte een zeer geringe gevangenisstraf, eveneens met aftrek van preventief." Zooals men ziet, komt daarin niets voor over een „onsecuie daad", „weigering tot het opmaken eener koopacte" of het „willens en wetens tot het doen opmaken eener valsche obligatie aanzetten" en het schrijven des heeren Pluimgraaf! moet derhalve worden opgevat als een bezwaar tegen het aange- i haalde gedeelte in 't algemeen en als een uitnoodiging om den minder gunstigeu indruk bij de lezers te helpen wegnemen. Wat nu j dit laatste betreft, moet ik den heer PJuim- i graaf! de verzekering geven, dat ik geen woord van het geschrevene wensch terug te nemen of te verzachten. I En de President, èn de Officier van Justitie, èn de verdediger van Jonker, Mr. A. Prins, waren 't er geheel over eens, dat Jonker door de firma Pluimgraaf! zoodanig „geholpen" was, dat hjj maar liever mocht wenschen in 't geheel niet geholpen te zijn, en op hunne meeningen was en is de indruk, dien ik weergaf, gebaseerd. Het blijft dan ook waar, dat Jonker van den wal in de sloot kwam en dat, wat hij door tusschenkomst van de firma Pluimgraaf! deed, later zooals ik schreef mede oorzaak werd, dat zijn handelwijze moest worden gekwalificeerd als bankbreuk. Als de heer Pluimgraaf! nu ver zekert, dat de firma met het niet bestaan der schuld onbekend was, dan blijft toch nog over, dat de man, zij 't dan ook te goeder t r o n w, „van den wal in de sloot om brj dit beeld te blijven geholpen was, en van kwade trouw heb ik nergens gerept. Op de bewering van den heer Pluimgraaf!, dat hij zijn ministerie verleend heeft op grond van valsche inlichtingen, wil ik thans niet dieper ingaan en over dingen, die ik niet ge schreven heb of over 't verslag van de Alk maarder, behoeft verder zeker niet te worden uitgeweid. pE VERSLAGG£VER, om met Mei of eerder in dienst te treden, een bij Joh. NEUVEL, Anna Paulowna. f ÏO.contant. N. BEigenaren van in 1902 geld gebleven merriën kunnen tot 1 Aug. 1903 het halve dekgeld terugvorderen bij den heer G. G r i n voor de merriën door „Adolf," bij den heer J r. Boon voor de merriën door „Billstein," bij den heer IJ. Blok ker voor de merriën door „Haiduk" en bij den heer J. Govers te Burgerbrug, voor de merriën door „Adalbert" gedekt. Het Bestuur K. BREEBAART Jz., Voorz C. SCHOEN, Secr. *>1 Namens de Hengstenhouders, N. D. KAAN e. a. de uitmuntend dravende dekheng8t maken en repareeren van alle soorten Rijtuigen< een dan van jou worden?" De jonge vrouw scheen een paar secon den na te denken, of ze in haar vertrou welijke mededeelingeD nog een stap ver der gaan mocht. En met merkbaar aarzelen zeide ze tenslotte„Ik zal wel een klein pensioen van de vennootschap krijgen. En dan eenig privaat vermogen is er; naar mjjn weten, ongeveer vijftig duizend mark." De oogen van h .ar broeder begonnen te schitteren. „Dat was tenminste een appeltje voor den dorst. En er zijn, hoop ik, geen lastige bloedverwanten, die bjj den dood van je man daarvan een deel komen halen?" Verschrikt keek Hermice hem aan. „Ik begrÜP je niet. Moet mg dan volgens de wet niet de gansche nalatenschap toeval len Mijn man heeft een zuster, maar die had naar zijne meening niet het minste recht van hem te erven." „Wanneer hjj je hjj testament tot alge- heele erfgename heeft benoemd neen. En dat heeft hg misschien reeds lang gedaan In zichtbare opgewondenheid schudde de jonge vrouw het hoofd. „Hij heeft tot dusverre geen testament gemaaktik weet het bepaald. Hjj houdt zich ook niet voor ziek en volgens het strenge verbod van den dokter mag hij van het ernstige van zijn toestand ook niet op de hoogte wor den gebracht." „Dan zal, wanneer hjj sterft, zjjn zuster de erfgename zjjn en jjj moet je met een bescheiden deel tevreden stellen." „Maat dat is zooveel als mij tot bede lares makenl" voer Hermine in groote boosheid uit Dat mag natuurlijk nooit gebeuren." Zoo meen ik het ook. Doch er is maar één middel, om dat te verhinderen No. 338 N. P. S., r i geplaatst op de aanbevelingslijst van rvN»lte{l 't Nederlandsch Paarden-Stamboek, keuring Maart 1903, en in September op de Landbouw-tentoonstelling te Alkmaar bekroond als schoonst en best gaand tuigpaard met den eer sten p r ij s, je man moet zoo spoedig mogeljjk ten jouwen gunste een testament maken. Als verstandige vrouw, zal je hem er wel toe brengeD, dat te doen." Hermine verzonk in nadenken cd de kleine vouwen op haar voorhoofd verriedeD, hoe onvriendelijk deze gedachten waren. Toen ze bjjna hun bestemming hadden bereikt, zeide ze beslist„Ik kan daar zelf niet om vragen. Dat zou hem te zeer ontstemmen, want de gedachte aan dood gaan is hem zoo ellendig En ook, wanneer hjj aan mijn verzoek voldeed, zou hjj in de eerste ergernis over mijn dwingen, zijn zuster rijkelijker bedenken, dan anders zgn plan zou zgn." „Dan was het misschien doelmatig, dat ik Maar zjj liet hem niet eens uit spreken „Neen, dat gaat evenmin. Ik moet een andereD, minder verdachten weg kiezen, om tot mgn doel te geraken. En ik geloof, dien gevonden te hebben. Misschien zullen we er samen nog wel eens over redeneeren." Hg begeerde niet te weten, waarin haar plan bestond en slechts schijnbaar onver schillig vroeg hjj langs zjjn neus at„Is de zuster van je man getrouwd „Neen. Ze is onderwijzeres aan een hoogereburgerschool en woont bjj ons in huis." „O, een oude jongejufFeren een ge leerde nog bovendien. Voor dat deel der vrouwelijke wereld heb ik mijn le"en lang zeer weinig sympathie gehad." „Een oude jongejufFer kan men ze moei lijk noemen. Maar het is toch niet nood zakelijk, datje sympathie voor haar gevoelt. Ik houd niet van onze schoonzuster. Ze heeft op mg'n zwakken, goedigen echtgenoot een invloed, die mg niet bevalt. En ik verdenk er haar zeer sterk van, dat ze op de eene of andere manier tegen mg intri geert. Zoodra zich daartoe een gelegenheid aanbiedt, moet ze het huis uit" Een vijandige scherpte was er in haar stem, evenals in de uitdrukking van haar schoon gelaat. En toen George Müller weder met zgn eigenaardig vorschenden, bgna loerenden blik als 't ware over haar heen keek, zag hij een gloed van cnverzoenljjken haat in de bruine oogen tegenover hem fonkelen Maar hij kon geen verdere vragen doen aan zijn zuster, want reeds hield het rijtuig voor het huis stil en de oude Nitschke snelde gedienstig toe, om het handkof fertje van den Amerikaan in ontvangst te nemen. HOOFDSTUK IV. Volgens de opdracht, die Gerard Winter hem bad gegeven, was de portier, zoodra hg het rgtuig had zien aankomen, naar de deur van de schatkamer gesneld, om door een luid kloppen het afgesproken teeken te geven. Want onder geen enkele omstan digheid wilde Gerard Winter het zich ont nemen laten, zgn zwager met alle hem toekomende eer aan de deur van zijn woning ontvangen. Haastig gooide hg op het afgewachte signaal de deur van de schatkamer in het slot en snelde naar buiten. Een minuut later verliet ook Joseph Bartel zgn plaats en sloop op merkwaardig stille wgze, die al zgn bewegingen eigen was, de gang in naar de vensters die op de straat uitkeken. Wanneer hg zich daar naast de middelste en grootste der drie brandkasten in de vensternis plaatste, kon hg alles goed zien, zonder Rreezand, Anna Paulowna. zelf gezien te worden. En hg betrok dezen post van verspieder zoo dikwijls, dat wel nog andere beweegredenen hem daar toe moesten leiden, dan louter gewone nieuwsgierigheid. Op dat oogenblik bezielde hem bepaald de wensch, den terugkeerenden Amerikaan te zien, over wien de boekhouder hem b0' een en ander had medegedeeld. En bij waB nog juist bjj tgds gekomen, om te zi0K hoe Gerard Winter op de onderste trede van de steeuen trap zijn zwager met groote hartelijkheid de hand sohudde. voor hjj hem op eenigszins plechtige wijze in huis geleidde, 't Een of apder in de elegaDte versohijning van der Amerikaan moest de opmerkzaamheid van den armen B«i«l hebben getroffen want hg zag er ernstig en triest uit. Maar een minuut later hel- j derde zijn gelaat weer op en met schitte rende oogen keek hij naar de sierlijke meis* jesgestalfe, die daar op het huis toestop'6 en waarin hg dadelijk Martlia Winter herkend. Zij had tijdens de afwezigheid van Her mine nog eenmaal het huis verlaten en een pakje boeken in haar hand bewees, rn0b welk doel dat geschied was. Toen ze zich gereed maakte, de steenen treden op te gaan en daarom haar japon van voren een weinig oplichtte, gleed onbemerkt een der boeken uit het pakje en viel op den grond. De bespieder aan het venster, wien Diets van de bewegingen van het jonge meisie ontging, had het kleine voorval zeer nauw keurig waargenomen en het was hem van het gelaat te lezen, boe blij hjj daarover was. Eindelijk een gelegenheid, om per soonlijk met haar in aanraking te komen. Daarop had hjj reeds maanden lang tever geefs gewacht. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 6