feuilleton.
SS edewerkerJ. W IKKE L.
Binnenlandseb Nieuws.
DE VROUW VAN
DEN BOEKHOUDER.
'wordt vervolgd.
Dub,derdag 9 April
I
iüóié J&aigjuüg Fi o. ób&5.
ROT
i aé
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- cn
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
JBore&uRaian, 4.
Uitgever P. TRAPMAN.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 6 Cent.
ADVERTSNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 6c
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit -nummer behoort een. bijvoegsel
Raadsvergadering te ZT.TPE,
Dinsdag j.1. Afwezig de heer Cf. Nobel.
Na opening volgt leziDg en goedkeuring
notulen.
Van den heer G. Nobel is ingekomen een
brief, waarin hij mededeelt, dat zijn vertrek
naar Alkmaar vroeger is geweest dan oor
spronkelijk voorgenomen, en hij zoodoende
geen persoonlijk afscheid van de Raadsleden
heeft kunnen nemen. Hij zegt dank voor de
ondervonden vriendschap en het vertrouwen,
dat hij van de Raadsleden genootaan B. en W.
voor den aangenamen toon dor beraadsla
gingen. Aan de ingezetenen van Zijpe zegt
hij dank, wijl die hem 24 jaren aaneen waar
dig hebben gekeurd, hunne belangen te
behartigen, wat hij steeds met ambitie heeft
gedaan.
Met instemming wordt de inhoud van
dezen brief vernomen en besloten een tegen-
hrief te zenden. Voorzitter zegt, dat het onge
twijfeld allen leed doet, dat we den heer
Nobel moeten missen als mede-raadslid en
Wethouder. Werkelijk was de heer Nobel
steeds op zijn post, dat kunnen vooral spr.
en de heer Schuijt verklaren, die in 't col
lege van B. en W. aangenaam met hem
hebben samengewerkt.
Ingekomen is van den heer Weeshof oen
adres, waayn hij zijn dank betuigt voor het
hem toegestane verlof, en tevens eervol ont
slag aanvraagt tegen 1 Mei, wegens zijne
benoeming te Zaandam. Toegestaan.
In een tweede adres vraagt de heer Wees
hof verlenging van zijn verlof tot 1 Mei, op
dezelfde condities, daar hij langer dan tot
1 April in 's Rijks dienst moet blijven.
Met algemeene stemmen ingewilligd.
Aan "den heer Wind wordt op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als directeur der
algemeene begraafplaats, tegen 1 Mei,
wegens vertrek uit de Gemeente.
Tot Hoofd der School te St. Maartensbrug
wordt benoemd, met 8 stemmen, de heer
A. Olie, onderwijzer te Hauwert, die no. 4
stond op de voordracht. Op de voordracht
stonden mede, als no. 1, 2 en 8 de heeren
B. de Vries te Zuid-Scharwoude, H. v. Aspe-
ren te Nijenga en S. Wijn te Holysloot.
De hftér' H. Volger te Winkel, thans waar
nemend onderwijzer te St. Maartensbrug,
wordt met 9 stemmen benoemd tot onderwij
zer te Schagerbrug, in plaats van den heer
Weeshof.
No. 2 op de voordacht was de heer Teeiing
te Burgerbrug en no. 3 de beer M. Tuinman
te Metslawier.
Tot Directeur der Algemeene Begraafplaats
wordt met 7 stemmen gekozen de heer W.
Blaauw te St Maartensbrug. Er waren 9 sol
licitanten.
Aan de Ned. Vereen, voor Gemeentebelan
gen wordt toegezegd een bedrag van t 10. i
als steun in de hooge kosten van het gedane
onderzoek en het daarover uitgebrachte rap
port van pensionneering van ambtenaren, en
hunne weduwen en weezen.
Beloten wordt dat het verslag van den
toestand der Gemeente bij de Raadsleden zal
circuleeren. Daar zullen de ingekomen versla
gen van de 5 commissies tot wering van
schoolverzuim worden bijgevoegd.
Aan de orde is nu het punt der couvocatie
Benoeming Wethouder. Voorzitter deelt
echter mede, dat dit nu niet kan geschieden,
doordat de Raad onvoltallig is, wegens bet
vertrek uit de Gemeente van den heer Nobel,
die daarmede heeft opgehouden lid van den
Raad te zijn. Hij stelt daarom voor, een
waarnemend wethouder te benoemen. Hiertoe
wordt besloten.
Do le stemming heeft tot uitslag: G Nieuw-
land, 5 stemmen; A. Bakker Jz., 3stemmen;
Jb. de Moor, 2 stemmen.
De heeren Bakker en De Moor verzoeken,
niet op ben te stemmen, daar zij eene
eventuëele benoeming beslist niet zullen aan
nemen.
De 2e stemming heeft tot uitslag G. Nieuw-
land, 7; De Moor 1; Bakker en Van
Beusekom 1 stem.
Dus gekozen tot waarnemend wethouder
de heer G. Nieuwland, die de functie aan
neemt.
Aan de heeren Wind en Blankstein wordt
op hun verzoek ontslag verleend als leden der
Commissie tot Wering van Schoolverzuim.
Voorz. deelt nog mede, dat de heer J.
Blankstein, arts te 't Zand, de Gemeente
heeft verlaten en als zijn opvolger heeft
aangewezen den heer Peters, die door B. en
W. is aangenomen.
Ingekomen zijn voorts nog verzoekschriften
van den heer Blankstein en van Mej. Netten
onderwijzeres te 't Zand, om ontheffing van
Hoofdelijken Omslag, wegens vertrek uit de
Gemeente. Ingewilligd.
Rondvraag levert niets op. Hierna sluiting.
- WINKEL.
Met dit mooie weer ontwikkelt zich alles
bijzonder vroeg in de natuur. Wij hebben de
vogels reeds bezig gezien met den nestenbouw.
Onwillekeurig kwam ons hierbij de gedachte
te binnen aan de barbaarsche gewoonte van
de jeugd en soms ook van onderen, om de
nesten met wat daarin is, te vernielen. Wij
staan hier voor een kwaad, dat niet alleen
uit een zedelijk oogpunt, maaT ook in het
belang van onzen land- en tuinbouw ten
zeerste is af te keuren.
De wetgever heeft dit laatste ook begrepen.
Sedert 1880 bestaat er in ons land een wet
tot bescherming van diersoorten, nuttig voor
landbouw en houtteelt.
Opdat niemand in deze omgeving, nu de
moordperiode weei aanstaande is, onbekend
heid hiermede kunne voorwenden, deelen
we enkele hooidbepnlingen dezer wet mede.
Artikel 1 zegtHet is verboden in het
wild levende zoogdieren of vogels, nuttig voor
landbouw of houtteelt, te vangen, te docden,
te vervoeren, te koop aan te bieden, te ver-
koopen, af te leveren, of ten verkoop of ter
aflevering in voorraad te hebben. Dergelijke
bepaling bestaat er ten opzichte van de eieren.
Hat vervoeren hiervan is ook zelfs strafbaar.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing
aan of in een woning of op het daarbij
behoorend afgesloten erf. Het spreekt vanzelf,
dat er dan toestemming van den eigenaar of
gebruiker noodig is.
„Wat is een afgesloten erf hebben wij
met het oog hierop wel eens hooren vragen.
De wet zegtAls afgesloten wordt be
schouwd het erf, dat ter hoogte van ten min
ste één meter omringd is door een muur, heg,
schuttiDg, raster- of traliewerk, of omgeven
door een sloot ter breedte van ten minste
twee meter op en ter diepte van ten minste één
meter vijftig centimeter onder het maaiveld.
Overtreding van deze wet wordt gestraft
met geldboete van vijftig cents tot twintig
gulden, maar als de schuldige binnen twee
jaar weer veroordeeld wordt voor hetzelfde
feit, wordt do boeie verdubbeld en kan in
plaats van boete, gevangenisstraf worden opge
legd van zeven dagen.
Op de volgende zoogdieren en vogels zijn
deze bepalingen van toepassing egel, gewone
veldspitsmuis, alle soorten van vleermuizen,
koekoek, alle zwaluwvogels, boomkrnipertje,
boomklever, winterkoninkje zwartkop, hof
zanger, grasmusch, braamsluiper, fluiter,
gele hofzanger, tjiftjof, geelborstje, rood
staart je, zwart rood staartje, roodborstje, gras
pieper, boompieper, gele kwikstaart, witte
kwikstaart, bastaardnacbtegaal, goudhaantje
en de meezen.
Het is eveneens verboden meeuwen en
spreeuwen te dooden, maar in bijzondere ge
vallen kan de Commissaris der provincie
vergunning geven, hiervan af te wijken.
Lijsters en veldloeuwerikken mogen alleen
geduiende de maanden October, November
en December worden gevangen.
Kievitseieren mogen, zooals algemeen be
kend is, tot 1 Mei worden geraapt, maar de
vogels zelfmag men niet meenemen of
dooden.
Wij weten wel, dat de politie de banden
vaak meer dan vol heeft met het doen
naleven van allerlei wetten en verordeningen,
maar wij meenen, dat de handhaving der
door ons bedoelde wet, in aller belang ge-
eisebt mag worden. En dit blijkt ons niet
zoo heel moeilijk, daar, zooals uit het boven
staande blijkt, de schuldige niet eens op
heeterdaad betrapt behoeft te worden, aange
zien reeds het vervoeren der nuttige
vogels en hun eieren strafbaar is.
- WIERINGERWAARD.
De Zangvereeniging „Apollo" gaf j.1. Zon
dag een concert, voornamelijk ten pleiziere
van de kunstlievende leden. Deze vereeniging,
die in den laatsten tijd nog ul te kampen
heeft gehad met allerlei treurige omstan
digheden, mag zich evenwel nog verheugen
in oen aantal zangers en zangeressen, die
zich mogen laten hooren. Uit den aard der
omstandighedeu was het aantal koornummers
niet groot. De zes nummers werden met
groote aandacht aangehoord. Uitspraak, into-
natio en voordracht vielen te loven.
Hoewel „nood gedrongen", werd de operette
„Mignon" opgevoerd. Dit „nood gedrongen"
is een uitdrukking van den geachten direc
teur, we'ke hij vóór den aanvang van 't
concert in een toespraak tot het publiek
bezigde. Stellen wij de vraag; wat is
er tegen, een operette op te voeren, dan zou j
't publiek daar eenparig op kunnen antwoor-1
don zoo'n operette neem je meê naar huis,
je denkt er nog eens over na, je doorleeft
nog eens wat ren tooneele is gebracht, in
één woord je begrijptEn dit laatste doet
de deur dicht. Werkt zoo'n operette immers
j niet in dubbelen zin ontwikkelend
In de eerste plaats toch door den mooien
zang, die ten gehoore wordt gebracht en in
do tweede plaats door de moraal. Is het voor
zangers en zangeressen niet een uitstekende
j oefening, waar ieder zoo zelfstandig moet
optreden Heeft dit niet weer zijn voordeel
in het koorzingen Hoe dit zij, de operette
heeft een kolossaal succes gehad. Het publiek
heeft genoten. Er is met groote accuratesse
en zuiverheid gezongen door de opvoerenden.
Aan wien de eer
Een goede leiding en ernstige studie heb
ben het succes verzekerd. Persoon voor per
soon na te gaan, zou hier ondoenlijk wezen.
Allen hebben uitgemunt. Mignon was aller
liefst, Brandt onverbeterlijk, juffrouw Krol
eenig, Krol echt, en Kris om te stelen, enz.,
i enz.
1 Een woord van bijzondere waardeering
j komt toe aan den directeur, den heer P. Stadt,
voor zijn goede leiding en de praktische
j wenken, spelers en speleressen gegeven. Even-
eens komt een woord van hulde toe aan den
i pianist-accompagnateur, den heer E. Felkers.
Accompagneeren is een moeilijk werk: men
ziet niet de woorden, men ziet de actie en
regelt daarnaar zijn spel. Dat zoo iets een
uitstekend musicus veieischt, is te begrijpen.
De heer Felkers is dan ook genoeg als zoo
danig bekend. De Voorzitter van „Apollo"
bracht hem na afloop een woord van welge-
meenden dank. Bij deze hier onze hulde. Ook
nogmaals aan de Zang vereeniging „Apollo"
en haar directeur. Dat zij bloeie
DIRKSHORN.
Zondagmiddag werd voor de kinderen der
Zondagsschool alhier en hun ouders de kin-
der-operette Asschepoetster van P. Vasseur
opgevoerd. Genoten de kinderen in hooge
mate van deze voor hen zoo vreemde vertoo-
ning in de prachtige costnmes, niet minder j
waren de ouders voldaan.
Nu, er mag gezegd worden, dat de jeugdige j
artistjes allen met zorg hun rollen hadden
ingestudeerd en goed, zeer goed gespeeld heb- i
ben. Vrij en ongedwongen bewogen zjj zich
op het tooneel, natuurlijk was hun spel, zuiver
hun zang, en goed verstaanbaar wat zij zeg
den. Zij verdienen allen lof voor wat zij
geleverd hebben. Op den avond van den 2en
Paaschdag zal de vertooning herhaald worden
voor hen, die nü niet van do gelegenheid
konden profiteeren.
De opbrengst van die tweede opvoering zal
dienen tot dekking van de kosten, welke
gemaakt zijn, terwijl het mogelijke overschot
zal gestort worden in de kas van het zieken
fonds voor de gemeente Haringcarspel.
Door het Kerkbestuur te
VALKOOG hebben de volgende benoemin
gen plaats gehad, noodig wegens het vertrek
van den heer N. van Albada: tot secretaris is
benoemd de heer P. de Boer en tot koster de
beer D. Leeuwenkamp, beiden te Valkoog en
tot organist do heer P. do Heer van Sint
Maarten.
De lieer C. Stam Pz, vroeger
te 't ZAND, heeft met gunstig gevolg te
Amsterdam het arts-examen afgelegd.
Spoorweg EGMOND AAN ZEE
over ALKMAAR naar BERGEN.
Eon wetsontwerp is ingediend bij
Tweede Kamer tot onteigening van
dommen in de gemeenten Eginond Binnen,
Alkmaar en Bergen, noodig voor den aanleg
van bovenbedoelden spoorweg.
Deze spoorweg vangt aan te Egmond aan j
Zee, loopt vandaar door de gemeente Egmond j
Binnen, in oostelijke richting den Staats- j
spoorweg Den HelderAmsterdam kruisende
ten Zuiden van do Egmondervaart naar I
Alkmaar, vandaar, genoemden Staatsspoorweg j
andermaal kruisende, in Noordelijke richting, I
ten westen langs het Noord-Hollandsche
Kanaal tot aan den Haleweg en voorts in
Westelijke richting tot en eindigende te
Bergen.
Een vermakelijk voorval.
Uit een provinciestad schrijft men
De schutterij in 't gelid; in 't front een
groote loods, met een gegolfd zinken dak. Op
de plaats do schutters, er voor een adjudant;
op 't dak der loods 3 werkliedeo, die door
allerlei grimassen trachten, de schutters aan
't lachen te maken, doch 't wil niet lukken.
Adjudant beveelt: geeft acht! Een der werk
lieden wil een uiterste poging wagenhij
maakt een luchtsprong, een meter de hoogte
in. Doch 't dak is er niet op berekend, 't Kraakt,
't scheurt, twee boenen verdwijnen, een
lichaam vedwijnt; hoofd mot twee armen
blijven nog even zichtbaar. De goheele schut
terij schudt van het lachen, de adjudant
woedend. Hij draait zich om en, of hij wil of
niet, hij proest 't ook uit. De armen moeten
de
't opgeven, alles verdwijnt, alleen 't gat in,
't dak blijftde grappenmaker verdwenen,
't Is gelukt, de geheele schutterij is aan 't
lachen gemaakt, maar de oorzaak ervan ziet
ze niethij is er echter goed afgekomen.
Men schrijft:
Te DEN HELDER heeft de plaatselijke
afdeeling van den Matrozenbond den boycot
uitgesproken ovei een caféhouder aan den
Kanaalweg aldaar, die bij een verhoor voor
den commissaris van politie zonder noodzaak
zou hebben getuigd tegen een matroos, die
in zijn café manifesten had verspreid, naar
het heette. De inrichting, die het goeddeels
van de zeelui moet hebben, staat nu verlaten,
en om te voorkómen dat er nog een enkelen
matroos in zou verzeilen, wordt er eiken
avond „gepost". Donderdagavond werden
deze posten door een patrouille verwijderd,
omdat ze aanleiding gaven tot volksverzame
lingen.
D oor de V r.-D. Kiesvereeniging
te KOLHORN werd in hare vergadering
van Zaterdag j 1. onder meer besloten, dat
voortaan bij elke verkiezing minstens twee
rijtuigen zouden disponibel zijn, om den kie
zers de gang naar de stembus te vergemak
kelijken.
Maandag 6 April heeft de
Coöperatieve Winkelvereeniging „De Onder
neming" te KOLHORN hare deuren voor
Leden en Niet-Leden geopend. De spoorweg
staking en de stremming in het transport-
vervoer waren oorzaak, dat de winkelvoorraad
niet volledig was. Binnen niet al te langen
tijd hoopt het Bestuur echter met alles gereed
te zijn.
In afwijking van de sinds
jaren gevolgde gewoonte te KOLHORN, om
op den lsten Paaschavond een tooneeluit-
voering te geven, waarvan de baten strekken
tot stjjving van het schoolfeest-fonds, zal
nu het Fanfarecorps „De Eendracht" op
treden met een program, dat er als gewoon
lijk zeer aanlokkelijk uitziet.
De plaat van „Het Vol k".
„Het Volk" deelt mede, dat tegen hare admi
nistratie en tegen eenige winkeliers, die even
eens geweigerd hebben de plaat „In den naam
van Christus" van voor de ramen weg te
nemen, door de politie proces-verbaal is opge
maakt.
Het „N v. d. D." kan hieraan nog het vol
gende toevoegen
Er is door den Minister van Justitie tot de
betrokken autoriteiten een aanschrijving ge
richt, waarin de aandacht werd gevestigd op
bovenbedoelde plaat oorspronkelijk een hij
voegsel van „Het Volk" waarop dr.
Kuyper wordt voorgesteld een werkman
worgende.
Art. 271 Strafrecht stelt strafbaar: hij die
een geschrift of afbeelding van beleedigenden
iDhoud verspreidt, openlijk ten toon stelt of
aanslaat.
Het misdrijf kan, waar 't tegen particuliere
personen gepleegd wordt, alleen vervolgd
worden op klachten van deze laatsten. Is de
beleediging echter aangedaan aan „een amb
tenaar gedurende of ter zake van de recht
matige uitoefening zijner bediening", dan kan
bet feit ambtshalve worden vervolgd.
Het schijnt zulk een vervolging te zijn,
wolke men wil uitlokken,'want dr. Kuyper
persoonlijk heeft geen klacht ingediend.
In de gemeente OUDKARSPEL
heeft zich een geval van kroep met doode-
lijken afloop voorgedaan bij een 7-jarig meisje.
De te OUDKARSPEL nog slechts
korten tijd bestaande Kiesvereeniging Bur
gerplicht is ontbonden.
Roman vaD
A. O. KLAUSZMANN.
—0-0-0
Bartel was vol bezorgdheid, dat een
voorbijganger hem vóór zou kunnen zijn.
Maar in de straat was op dat oogenblik
geen mensch te zien en het boek lag nog
op het trottoir, toen Bartel naar buiten
snelde om het op te rapen. Hij had daar
mede expres gewacht, tot de onderwijzeres
haar woning reeds was binnengegaanen
hij kon haar het boek niet dadelijk terug
geven, want dan zou hij ook tevens ver
raden, dat hij achter het venster op de
loer gestaan had.
Het trof goed, dat de portier, die het
koffertje van den Amerikaan had binnen
gedragen, nog niet weer op zijn post was.
Zoodoende kon Bartel het boek onopge
merkt oprapen en wegstoppen. Eerst toen
hij weer in de schatkamer aan zijn lesse
naar zat, haalde hij zijn schat te voorschijn,
om het eens nader te bekijken. Het was
een veelgelezen boek uit een leesbib,ui
thoek, het eerste deel, met den titel: „Door
eigen kracht". Het was voor Martha dus
geen verlies van beteekonis en het was
niet erg, als ze eerst morgen weer in haar
rechtmatig bezit kwam. en daarom liet Bartel
het zonder ernstige gewetenswroeging weer
in zijn zak verdwijnen.
Met verdubbelden ijver nam hjj zijn ordar-
brjken werk nu op en toen na een half
uur de boekhouder tot zijn bezigheid
terugkeerde en in zichtbaar opgewonden
stemming vertelde, welk een magnifieke,
voorname, aardige kerel zijn zwager was,
verried hij met geen enkel woord en met
geen teeken, dat dit alles voor hem oud
niéuws was, omdat hij den Amerikaan zelf
reeds had gezien.
Het officiëele uur van sluiten was acht
uur. Maar Bartel nam dat nooit zeer nauw.
Hij eindigde in den regel eerst dèn, als
hij zijl dagwerk af had. Ook vandaag
was hij van alle ambtenaren de laatste, die
heergiog. Hij sloeg de richting naar de
in de nabijheid gelegen Veldstraat ia, waar
hij woonde. Maar onderweg stapte hij een
vieeschwinkel binnen, om een klein stukje
worst te koopen, waarbij men, zooals in
Breslau gewoonte is, nog een stuk brood
op den koop toe krijgt. Wanneer het al eenigs-
zins bevreemdend was, dat de fatterig
gekieede klerk zulk een boodschap deed,
nog meer bevreemding wekte de woning
op^ die hem huisvestte. Want bet kamertje,
dat hij zich had gehuurd, kon zelfs don
meest bescheiden mensen niet voldoen. Het
eenige luxe voorwerp, dat er werd gevonden,
was 'eon groote spiegel met zeer fijn go-
slepen glas, en dat kostbare stuk, dat
niet zijn hospita, maar hom toebehoorde,
gold dan ook de eerste liefdevolle blik
van den boekhouder, nadat hij zich van
den meegebrachten schat ontdaan en zjjn
lamp aangestoken had.
Hij was in het dageljjksch leven ook
geen verkwister dat zou degeen. die hem
in zijn woning kon gadeslaan, wel dadelijk
duidr'jjk worden. Want de gekochte
worst en het meêgebrachte stukje droog
brood was zjjn gekeole avondmaal, terwijl
een petroleumstel op een kastje verried,
dat hij zelf menigmaal zyn eigen middag
eten klaar maakte.
Hij at haastig en zonder smaak, ais
iemand die de noodzakelijkheid van eten
erkent, maar het slechts als een lastige tijd
verspilling beschouwt; en zoodra de laatste
beet verdwenen was, bagon hij in het gevon
den boek te lezen. Dat hjj den viezen band
eerst met grooten hartstocht aan zijn lippen
drukte, was een eerbied betuiging, die het
al reeds door vele handen gegane boek
hoogstwaarschijnlijk niet vele malen was
te beurt gevallen, en zji gold ook
blijkbaar niet het werk, waarvan hij
den inhoud nog niet eens kende, maar wel
degene, die het boek verloren had.
Vlug gingen de levendige oogea van
den boekhouder over de eerste bladzijden
van het boek. De schildering van een idyl
lisch familieleven, welke den aanvang van
het boek vormde, scheen hem weinig te
interesseeren. Dan echter drukten zijn
trekken steeds meer en meer belangstel
ling uit en zijn lippen bewogen zich som-
i wijlen, als voerde hij een toespraak met
i deD romanheld, wiens geschiedenis verteld
werd.
En het was wel begrijpelijk, dat Josef
Bartel voor den armen vondeling, die, na
een vrengdelooze jeugd, over duizend hin
dernissen heen, door de kracht en de taai
heid van zijn wil zich tot een beteekeuisvolle
positie opwerkte, zeer veel belangstelling
koesterde. Hij meende toch in dit stak
geschiedenis een deel van zjjn eigen leven
te zien.
Zeker, hij was geen ouderlooze vondeling
geweest, maar het onderscheid was toch
niet al te groot. De arme jonge vrouw, die
men eens van de straat at met haar een
jarig kind stervend naar het ziekenhuis te
Breslau had gebracht, had eenige papieren
bij zich gehad, waaruit bleek, dat de zigeu
ner Josef Bartel in een burgerlijk huwe
lijk was geboren. Maar de hemel alleen
kon weten, in weik land de vader, die nog
vóór de geboorte van het kind haar had
verlaten, rondzwierf. En evenmin als
Josef eenig idéé had van zijn vader, wist
bij zich van zijne moeder iets te herinneren.
Daar uit alle papieren kon worden aange
toond, dat bet huwelijk te Breslau had
plaats gevonden, had de stad Breslau zich
i belast met de opvoeding van het kind. En
j Josef Bartei's jengd begon met het vreug-
I deloos bestaan in een stadsweeshuis, met
al het groote en kleine lijden, daaraan ver
bonden. Niet voor zijn opvoeders, maar wel
voor de andere weeskinderen werd zijn
nationaliteit een onuitputtelijke bron van
plagerijen. Do zigeunerjongen was altijd
het voorwerp van aller verachting. Waar
er iets misdreven was, kon Josef er zeker
van zijn, als den dader te wordeD aange
wezen en moest hij de straf ondergaan van
anderer euveldaden. Van den eersten dag
tot den laatsten, dat hij in hot weeshuis
was geweest, was hij steeds do zondebok
gebleven. En het had hem aan moed
ontbroken, om zich tegen die onrechtvaar
digheden te verzetten. Ook de aanvanke
lijke pogingen om zich te wreken over
den smaad en iast hem aangedaan, had hjj
al spoedig gestaakt, daar bij ras bsmerkte
dat, hoe handig hij 't ook aanlegde, hij
steeds de strat ontving en zoodoende zijn
I positie wel verergerde, in plaats van ver
beterde. Maar hij had de herinnering aan
ieder schimpwoord, aan iedere onver
diende beleediging in zijn hart bewaard.
En des nachts, wanneer hij in zijn bed de
vuisten balde en op de tanden knarste,
had hij met vroegrijp verstand zjjn groot
wraakplan gesmeed dat plan, waarvan
de goede uitslag hem ééns tot heer en
gebieder maken zou over allen, voor wie
hjj ru in het stof kruipen moest.
Hij had te dikwijls aan eigen lijf ervaren,
wat de macht van den sterkste beteekende,
dan dat hij niet met al zijn hartstocht ver-
langen zou, ook eens die macht te bezitten.
En hij was nog een kleine knaap, toen hjj
bereids begrepen had, dat er voor hem
slechts een éénige weg was, om het be
geerde doel te b- reiken de weg name
lijk, die door rusteloozen arbeid tot rijkdom
voerde. Want rijkdom was macht, dat had
zijn beweeglijke, scherpe, steeds loerende
opmerkzaamheid al reeds vroegtijdig be
merkt, lang voordat eon zijner kornuiten
tot deze wetenschap was gekomen.
Ea met ijzeren volharding had hjj zich,
trots alle tegenkantingen, op zijn doornenpad
staande gehouden. Hg had het weten door
te zetten, dat hij uit het weeshuis niet
naar een ambachtsman werd gezonden,
maar dat mea bem op een kantoor deed.
En gedurende deze bezigheid, had hij zich
in tallooze nachten de kennis eigen ge
maakt, die hem op een goeden dag in
staat stelde, een beteekoDende plaats op
een koopmanskantoor in te nemen. Zonder
een eigenljjkeD leertijd doorloopen te heb
ben, was hij eerst kommies en later chef-de-
bureau geworden; op deD post, dien men hem
I opdroeg, steeds met de grootste nauwkeu
righeid zijn plicht vervullend en tegeljjk
zjjn kennis verrjjkend.