feuilleton. SS edewerkerJ. W IKKE L. Binnenlandseb Nieuws. DE VROUW VAN DEN BOEKHOUDER. 'wordt vervolgd. Dub,derdag 9 April I iüóié J&aigjuüg Fi o. ób&5. ROT i aé Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- cn Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. JBore&uRaian, 4. Uitgever P. TRAPMAN. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 6 Cent. ADVERTSNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 6c Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit -nummer behoort een. bijvoegsel Raadsvergadering te ZT.TPE, Dinsdag j.1. Afwezig de heer Cf. Nobel. Na opening volgt leziDg en goedkeuring notulen. Van den heer G. Nobel is ingekomen een brief, waarin hij mededeelt, dat zijn vertrek naar Alkmaar vroeger is geweest dan oor spronkelijk voorgenomen, en hij zoodoende geen persoonlijk afscheid van de Raadsleden heeft kunnen nemen. Hij zegt dank voor de ondervonden vriendschap en het vertrouwen, dat hij van de Raadsleden genootaan B. en W. voor den aangenamen toon dor beraadsla gingen. Aan de ingezetenen van Zijpe zegt hij dank, wijl die hem 24 jaren aaneen waar dig hebben gekeurd, hunne belangen te behartigen, wat hij steeds met ambitie heeft gedaan. Met instemming wordt de inhoud van dezen brief vernomen en besloten een tegen- hrief te zenden. Voorzitter zegt, dat het onge twijfeld allen leed doet, dat we den heer Nobel moeten missen als mede-raadslid en Wethouder. Werkelijk was de heer Nobel steeds op zijn post, dat kunnen vooral spr. en de heer Schuijt verklaren, die in 't col lege van B. en W. aangenaam met hem hebben samengewerkt. Ingekomen is van den heer Weeshof oen adres, waayn hij zijn dank betuigt voor het hem toegestane verlof, en tevens eervol ont slag aanvraagt tegen 1 Mei, wegens zijne benoeming te Zaandam. Toegestaan. In een tweede adres vraagt de heer Wees hof verlenging van zijn verlof tot 1 Mei, op dezelfde condities, daar hij langer dan tot 1 April in 's Rijks dienst moet blijven. Met algemeene stemmen ingewilligd. Aan "den heer Wind wordt op zijn verzoek eervol ontslag verleend als directeur der algemeene begraafplaats, tegen 1 Mei, wegens vertrek uit de Gemeente. Tot Hoofd der School te St. Maartensbrug wordt benoemd, met 8 stemmen, de heer A. Olie, onderwijzer te Hauwert, die no. 4 stond op de voordracht. Op de voordracht stonden mede, als no. 1, 2 en 8 de heeren B. de Vries te Zuid-Scharwoude, H. v. Aspe- ren te Nijenga en S. Wijn te Holysloot. De hftér' H. Volger te Winkel, thans waar nemend onderwijzer te St. Maartensbrug, wordt met 9 stemmen benoemd tot onderwij zer te Schagerbrug, in plaats van den heer Weeshof. No. 2 op de voordacht was de heer Teeiing te Burgerbrug en no. 3 de beer M. Tuinman te Metslawier. Tot Directeur der Algemeene Begraafplaats wordt met 7 stemmen gekozen de heer W. Blaauw te St Maartensbrug. Er waren 9 sol licitanten. Aan de Ned. Vereen, voor Gemeentebelan gen wordt toegezegd een bedrag van t 10. i als steun in de hooge kosten van het gedane onderzoek en het daarover uitgebrachte rap port van pensionneering van ambtenaren, en hunne weduwen en weezen. Beloten wordt dat het verslag van den toestand der Gemeente bij de Raadsleden zal circuleeren. Daar zullen de ingekomen versla gen van de 5 commissies tot wering van schoolverzuim worden bijgevoegd. Aan de orde is nu het punt der couvocatie Benoeming Wethouder. Voorzitter deelt echter mede, dat dit nu niet kan geschieden, doordat de Raad onvoltallig is, wegens bet vertrek uit de Gemeente van den heer Nobel, die daarmede heeft opgehouden lid van den Raad te zijn. Hij stelt daarom voor, een waarnemend wethouder te benoemen. Hiertoe wordt besloten. Do le stemming heeft tot uitslag: G Nieuw- land, 5 stemmen; A. Bakker Jz., 3stemmen; Jb. de Moor, 2 stemmen. De heeren Bakker en De Moor verzoeken, niet op ben te stemmen, daar zij eene eventuëele benoeming beslist niet zullen aan nemen. De 2e stemming heeft tot uitslag G. Nieuw- land, 7; De Moor 1; Bakker en Van Beusekom 1 stem. Dus gekozen tot waarnemend wethouder de heer G. Nieuwland, die de functie aan neemt. Aan de heeren Wind en Blankstein wordt op hun verzoek ontslag verleend als leden der Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Voorz. deelt nog mede, dat de heer J. Blankstein, arts te 't Zand, de Gemeente heeft verlaten en als zijn opvolger heeft aangewezen den heer Peters, die door B. en W. is aangenomen. Ingekomen zijn voorts nog verzoekschriften van den heer Blankstein en van Mej. Netten onderwijzeres te 't Zand, om ontheffing van Hoofdelijken Omslag, wegens vertrek uit de Gemeente. Ingewilligd. Rondvraag levert niets op. Hierna sluiting. - WINKEL. Met dit mooie weer ontwikkelt zich alles bijzonder vroeg in de natuur. Wij hebben de vogels reeds bezig gezien met den nestenbouw. Onwillekeurig kwam ons hierbij de gedachte te binnen aan de barbaarsche gewoonte van de jeugd en soms ook van onderen, om de nesten met wat daarin is, te vernielen. Wij staan hier voor een kwaad, dat niet alleen uit een zedelijk oogpunt, maaT ook in het belang van onzen land- en tuinbouw ten zeerste is af te keuren. De wetgever heeft dit laatste ook begrepen. Sedert 1880 bestaat er in ons land een wet tot bescherming van diersoorten, nuttig voor landbouw en houtteelt. Opdat niemand in deze omgeving, nu de moordperiode weei aanstaande is, onbekend heid hiermede kunne voorwenden, deelen we enkele hooidbepnlingen dezer wet mede. Artikel 1 zegtHet is verboden in het wild levende zoogdieren of vogels, nuttig voor landbouw of houtteelt, te vangen, te docden, te vervoeren, te koop aan te bieden, te ver- koopen, af te leveren, of ten verkoop of ter aflevering in voorraad te hebben. Dergelijke bepaling bestaat er ten opzichte van de eieren. Hat vervoeren hiervan is ook zelfs strafbaar. Deze bepalingen zijn niet van toepassing aan of in een woning of op het daarbij behoorend afgesloten erf. Het spreekt vanzelf, dat er dan toestemming van den eigenaar of gebruiker noodig is. „Wat is een afgesloten erf hebben wij met het oog hierop wel eens hooren vragen. De wet zegtAls afgesloten wordt be schouwd het erf, dat ter hoogte van ten min ste één meter omringd is door een muur, heg, schuttiDg, raster- of traliewerk, of omgeven door een sloot ter breedte van ten minste twee meter op en ter diepte van ten minste één meter vijftig centimeter onder het maaiveld. Overtreding van deze wet wordt gestraft met geldboete van vijftig cents tot twintig gulden, maar als de schuldige binnen twee jaar weer veroordeeld wordt voor hetzelfde feit, wordt do boeie verdubbeld en kan in plaats van boete, gevangenisstraf worden opge legd van zeven dagen. Op de volgende zoogdieren en vogels zijn deze bepalingen van toepassing egel, gewone veldspitsmuis, alle soorten van vleermuizen, koekoek, alle zwaluwvogels, boomkrnipertje, boomklever, winterkoninkje zwartkop, hof zanger, grasmusch, braamsluiper, fluiter, gele hofzanger, tjiftjof, geelborstje, rood staart je, zwart rood staartje, roodborstje, gras pieper, boompieper, gele kwikstaart, witte kwikstaart, bastaardnacbtegaal, goudhaantje en de meezen. Het is eveneens verboden meeuwen en spreeuwen te dooden, maar in bijzondere ge vallen kan de Commissaris der provincie vergunning geven, hiervan af te wijken. Lijsters en veldloeuwerikken mogen alleen geduiende de maanden October, November en December worden gevangen. Kievitseieren mogen, zooals algemeen be kend is, tot 1 Mei worden geraapt, maar de vogels zelfmag men niet meenemen of dooden. Wij weten wel, dat de politie de banden vaak meer dan vol heeft met het doen naleven van allerlei wetten en verordeningen, maar wij meenen, dat de handhaving der door ons bedoelde wet, in aller belang ge- eisebt mag worden. En dit blijkt ons niet zoo heel moeilijk, daar, zooals uit het boven staande blijkt, de schuldige niet eens op heeterdaad betrapt behoeft te worden, aange zien reeds het vervoeren der nuttige vogels en hun eieren strafbaar is. - WIERINGERWAARD. De Zangvereeniging „Apollo" gaf j.1. Zon dag een concert, voornamelijk ten pleiziere van de kunstlievende leden. Deze vereeniging, die in den laatsten tijd nog ul te kampen heeft gehad met allerlei treurige omstan digheden, mag zich evenwel nog verheugen in oen aantal zangers en zangeressen, die zich mogen laten hooren. Uit den aard der omstandighedeu was het aantal koornummers niet groot. De zes nummers werden met groote aandacht aangehoord. Uitspraak, into- natio en voordracht vielen te loven. Hoewel „nood gedrongen", werd de operette „Mignon" opgevoerd. Dit „nood gedrongen" is een uitdrukking van den geachten direc teur, we'ke hij vóór den aanvang van 't concert in een toespraak tot het publiek bezigde. Stellen wij de vraag; wat is er tegen, een operette op te voeren, dan zou j 't publiek daar eenparig op kunnen antwoor-1 don zoo'n operette neem je meê naar huis, je denkt er nog eens over na, je doorleeft nog eens wat ren tooneele is gebracht, in één woord je begrijptEn dit laatste doet de deur dicht. Werkt zoo'n operette immers j niet in dubbelen zin ontwikkelend In de eerste plaats toch door den mooien zang, die ten gehoore wordt gebracht en in do tweede plaats door de moraal. Is het voor zangers en zangeressen niet een uitstekende j oefening, waar ieder zoo zelfstandig moet optreden Heeft dit niet weer zijn voordeel in het koorzingen Hoe dit zij, de operette heeft een kolossaal succes gehad. Het publiek heeft genoten. Er is met groote accuratesse en zuiverheid gezongen door de opvoerenden. Aan wien de eer Een goede leiding en ernstige studie heb ben het succes verzekerd. Persoon voor per soon na te gaan, zou hier ondoenlijk wezen. Allen hebben uitgemunt. Mignon was aller liefst, Brandt onverbeterlijk, juffrouw Krol eenig, Krol echt, en Kris om te stelen, enz., i enz. 1 Een woord van bijzondere waardeering j komt toe aan den directeur, den heer P. Stadt, voor zijn goede leiding en de praktische j wenken, spelers en speleressen gegeven. Even- eens komt een woord van hulde toe aan den i pianist-accompagnateur, den heer E. Felkers. Accompagneeren is een moeilijk werk: men ziet niet de woorden, men ziet de actie en regelt daarnaar zijn spel. Dat zoo iets een uitstekend musicus veieischt, is te begrijpen. De heer Felkers is dan ook genoeg als zoo danig bekend. De Voorzitter van „Apollo" bracht hem na afloop een woord van welge- meenden dank. Bij deze hier onze hulde. Ook nogmaals aan de Zang vereeniging „Apollo" en haar directeur. Dat zij bloeie DIRKSHORN. Zondagmiddag werd voor de kinderen der Zondagsschool alhier en hun ouders de kin- der-operette Asschepoetster van P. Vasseur opgevoerd. Genoten de kinderen in hooge mate van deze voor hen zoo vreemde vertoo- ning in de prachtige costnmes, niet minder j waren de ouders voldaan. Nu, er mag gezegd worden, dat de jeugdige j artistjes allen met zorg hun rollen hadden ingestudeerd en goed, zeer goed gespeeld heb- i ben. Vrij en ongedwongen bewogen zjj zich op het tooneel, natuurlijk was hun spel, zuiver hun zang, en goed verstaanbaar wat zij zeg den. Zij verdienen allen lof voor wat zij geleverd hebben. Op den avond van den 2en Paaschdag zal de vertooning herhaald worden voor hen, die nü niet van do gelegenheid konden profiteeren. De opbrengst van die tweede opvoering zal dienen tot dekking van de kosten, welke gemaakt zijn, terwijl het mogelijke overschot zal gestort worden in de kas van het zieken fonds voor de gemeente Haringcarspel. Door het Kerkbestuur te VALKOOG hebben de volgende benoemin gen plaats gehad, noodig wegens het vertrek van den heer N. van Albada: tot secretaris is benoemd de heer P. de Boer en tot koster de beer D. Leeuwenkamp, beiden te Valkoog en tot organist do heer P. do Heer van Sint Maarten. De lieer C. Stam Pz, vroeger te 't ZAND, heeft met gunstig gevolg te Amsterdam het arts-examen afgelegd. Spoorweg EGMOND AAN ZEE over ALKMAAR naar BERGEN. Eon wetsontwerp is ingediend bij Tweede Kamer tot onteigening van dommen in de gemeenten Eginond Binnen, Alkmaar en Bergen, noodig voor den aanleg van bovenbedoelden spoorweg. Deze spoorweg vangt aan te Egmond aan j Zee, loopt vandaar door de gemeente Egmond j Binnen, in oostelijke richting den Staats- j spoorweg Den HelderAmsterdam kruisende ten Zuiden van do Egmondervaart naar I Alkmaar, vandaar, genoemden Staatsspoorweg j andermaal kruisende, in Noordelijke richting, I ten westen langs het Noord-Hollandsche Kanaal tot aan den Haleweg en voorts in Westelijke richting tot en eindigende te Bergen. Een vermakelijk voorval. Uit een provinciestad schrijft men De schutterij in 't gelid; in 't front een groote loods, met een gegolfd zinken dak. Op de plaats do schutters, er voor een adjudant; op 't dak der loods 3 werkliedeo, die door allerlei grimassen trachten, de schutters aan 't lachen te maken, doch 't wil niet lukken. Adjudant beveelt: geeft acht! Een der werk lieden wil een uiterste poging wagenhij maakt een luchtsprong, een meter de hoogte in. Doch 't dak is er niet op berekend, 't Kraakt, 't scheurt, twee boenen verdwijnen, een lichaam vedwijnt; hoofd mot twee armen blijven nog even zichtbaar. De goheele schut terij schudt van het lachen, de adjudant woedend. Hij draait zich om en, of hij wil of niet, hij proest 't ook uit. De armen moeten de 't opgeven, alles verdwijnt, alleen 't gat in, 't dak blijftde grappenmaker verdwenen, 't Is gelukt, de geheele schutterij is aan 't lachen gemaakt, maar de oorzaak ervan ziet ze niethij is er echter goed afgekomen. Men schrijft: Te DEN HELDER heeft de plaatselijke afdeeling van den Matrozenbond den boycot uitgesproken ovei een caféhouder aan den Kanaalweg aldaar, die bij een verhoor voor den commissaris van politie zonder noodzaak zou hebben getuigd tegen een matroos, die in zijn café manifesten had verspreid, naar het heette. De inrichting, die het goeddeels van de zeelui moet hebben, staat nu verlaten, en om te voorkómen dat er nog een enkelen matroos in zou verzeilen, wordt er eiken avond „gepost". Donderdagavond werden deze posten door een patrouille verwijderd, omdat ze aanleiding gaven tot volksverzame lingen. D oor de V r.-D. Kiesvereeniging te KOLHORN werd in hare vergadering van Zaterdag j 1. onder meer besloten, dat voortaan bij elke verkiezing minstens twee rijtuigen zouden disponibel zijn, om den kie zers de gang naar de stembus te vergemak kelijken. Maandag 6 April heeft de Coöperatieve Winkelvereeniging „De Onder neming" te KOLHORN hare deuren voor Leden en Niet-Leden geopend. De spoorweg staking en de stremming in het transport- vervoer waren oorzaak, dat de winkelvoorraad niet volledig was. Binnen niet al te langen tijd hoopt het Bestuur echter met alles gereed te zijn. In afwijking van de sinds jaren gevolgde gewoonte te KOLHORN, om op den lsten Paaschavond een tooneeluit- voering te geven, waarvan de baten strekken tot stjjving van het schoolfeest-fonds, zal nu het Fanfarecorps „De Eendracht" op treden met een program, dat er als gewoon lijk zeer aanlokkelijk uitziet. De plaat van „Het Vol k". „Het Volk" deelt mede, dat tegen hare admi nistratie en tegen eenige winkeliers, die even eens geweigerd hebben de plaat „In den naam van Christus" van voor de ramen weg te nemen, door de politie proces-verbaal is opge maakt. Het „N v. d. D." kan hieraan nog het vol gende toevoegen Er is door den Minister van Justitie tot de betrokken autoriteiten een aanschrijving ge richt, waarin de aandacht werd gevestigd op bovenbedoelde plaat oorspronkelijk een hij voegsel van „Het Volk" waarop dr. Kuyper wordt voorgesteld een werkman worgende. Art. 271 Strafrecht stelt strafbaar: hij die een geschrift of afbeelding van beleedigenden iDhoud verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat. Het misdrijf kan, waar 't tegen particuliere personen gepleegd wordt, alleen vervolgd worden op klachten van deze laatsten. Is de beleediging echter aangedaan aan „een amb tenaar gedurende of ter zake van de recht matige uitoefening zijner bediening", dan kan bet feit ambtshalve worden vervolgd. Het schijnt zulk een vervolging te zijn, wolke men wil uitlokken,'want dr. Kuyper persoonlijk heeft geen klacht ingediend. In de gemeente OUDKARSPEL heeft zich een geval van kroep met doode- lijken afloop voorgedaan bij een 7-jarig meisje. De te OUDKARSPEL nog slechts korten tijd bestaande Kiesvereeniging Bur gerplicht is ontbonden. Roman vaD A. O. KLAUSZMANN. —0-0-0 Bartel was vol bezorgdheid, dat een voorbijganger hem vóór zou kunnen zijn. Maar in de straat was op dat oogenblik geen mensch te zien en het boek lag nog op het trottoir, toen Bartel naar buiten snelde om het op te rapen. Hij had daar mede expres gewacht, tot de onderwijzeres haar woning reeds was binnengegaanen hij kon haar het boek niet dadelijk terug geven, want dan zou hij ook tevens ver raden, dat hij achter het venster op de loer gestaan had. Het trof goed, dat de portier, die het koffertje van den Amerikaan had binnen gedragen, nog niet weer op zijn post was. Zoodoende kon Bartel het boek onopge merkt oprapen en wegstoppen. Eerst toen hij weer in de schatkamer aan zijn lesse naar zat, haalde hij zijn schat te voorschijn, om het eens nader te bekijken. Het was een veelgelezen boek uit een leesbib,ui thoek, het eerste deel, met den titel: „Door eigen kracht". Het was voor Martha dus geen verlies van beteekonis en het was niet erg, als ze eerst morgen weer in haar rechtmatig bezit kwam. en daarom liet Bartel het zonder ernstige gewetenswroeging weer in zijn zak verdwijnen. Met verdubbelden ijver nam hjj zijn ordar- brjken werk nu op en toen na een half uur de boekhouder tot zijn bezigheid terugkeerde en in zichtbaar opgewonden stemming vertelde, welk een magnifieke, voorname, aardige kerel zijn zwager was, verried hij met geen enkel woord en met geen teeken, dat dit alles voor hem oud niéuws was, omdat hij den Amerikaan zelf reeds had gezien. Het officiëele uur van sluiten was acht uur. Maar Bartel nam dat nooit zeer nauw. Hij eindigde in den regel eerst dèn, als hij zijl dagwerk af had. Ook vandaag was hij van alle ambtenaren de laatste, die heergiog. Hij sloeg de richting naar de in de nabijheid gelegen Veldstraat ia, waar hij woonde. Maar onderweg stapte hij een vieeschwinkel binnen, om een klein stukje worst te koopen, waarbij men, zooals in Breslau gewoonte is, nog een stuk brood op den koop toe krijgt. Wanneer het al eenigs- zins bevreemdend was, dat de fatterig gekieede klerk zulk een boodschap deed, nog meer bevreemding wekte de woning op^ die hem huisvestte. Want bet kamertje, dat hij zich had gehuurd, kon zelfs don meest bescheiden mensen niet voldoen. Het eenige luxe voorwerp, dat er werd gevonden, was 'eon groote spiegel met zeer fijn go- slepen glas, en dat kostbare stuk, dat niet zijn hospita, maar hom toebehoorde, gold dan ook de eerste liefdevolle blik van den boekhouder, nadat hij zich van den meegebrachten schat ontdaan en zjjn lamp aangestoken had. Hij was in het dageljjksch leven ook geen verkwister dat zou degeen. die hem in zijn woning kon gadeslaan, wel dadelijk duidr'jjk worden. Want de gekochte worst en het meêgebrachte stukje droog brood was zjjn gekeole avondmaal, terwijl een petroleumstel op een kastje verried, dat hij zelf menigmaal zyn eigen middag eten klaar maakte. Hij at haastig en zonder smaak, ais iemand die de noodzakelijkheid van eten erkent, maar het slechts als een lastige tijd verspilling beschouwt; en zoodra de laatste beet verdwenen was, bagon hij in het gevon den boek te lezen. Dat hjj den viezen band eerst met grooten hartstocht aan zijn lippen drukte, was een eerbied betuiging, die het al reeds door vele handen gegane boek hoogstwaarschijnlijk niet vele malen was te beurt gevallen, en zji gold ook blijkbaar niet het werk, waarvan hij den inhoud nog niet eens kende, maar wel degene, die het boek verloren had. Vlug gingen de levendige oogea van den boekhouder over de eerste bladzijden van het boek. De schildering van een idyl lisch familieleven, welke den aanvang van het boek vormde, scheen hem weinig te interesseeren. Dan echter drukten zijn trekken steeds meer en meer belangstel ling uit en zijn lippen bewogen zich som- i wijlen, als voerde hij een toespraak met i deD romanheld, wiens geschiedenis verteld werd. En het was wel begrijpelijk, dat Josef Bartel voor den armen vondeling, die, na een vrengdelooze jeugd, over duizend hin dernissen heen, door de kracht en de taai heid van zijn wil zich tot een beteekeuisvolle positie opwerkte, zeer veel belangstelling koesterde. Hij meende toch in dit stak geschiedenis een deel van zjjn eigen leven te zien. Zeker, hij was geen ouderlooze vondeling geweest, maar het onderscheid was toch niet al te groot. De arme jonge vrouw, die men eens van de straat at met haar een jarig kind stervend naar het ziekenhuis te Breslau had gebracht, had eenige papieren bij zich gehad, waaruit bleek, dat de zigeu ner Josef Bartel in een burgerlijk huwe lijk was geboren. Maar de hemel alleen kon weten, in weik land de vader, die nog vóór de geboorte van het kind haar had verlaten, rondzwierf. En evenmin als Josef eenig idéé had van zijn vader, wist bij zich van zijne moeder iets te herinneren. Daar uit alle papieren kon worden aange toond, dat bet huwelijk te Breslau had plaats gevonden, had de stad Breslau zich i belast met de opvoeding van het kind. En j Josef Bartei's jengd begon met het vreug- I deloos bestaan in een stadsweeshuis, met al het groote en kleine lijden, daaraan ver bonden. Niet voor zijn opvoeders, maar wel voor de andere weeskinderen werd zijn nationaliteit een onuitputtelijke bron van plagerijen. Do zigeunerjongen was altijd het voorwerp van aller verachting. Waar er iets misdreven was, kon Josef er zeker van zijn, als den dader te wordeD aange wezen en moest hij de straf ondergaan van anderer euveldaden. Van den eersten dag tot den laatsten, dat hij in hot weeshuis was geweest, was hij steeds do zondebok gebleven. En het had hem aan moed ontbroken, om zich tegen die onrechtvaar digheden te verzetten. Ook de aanvanke lijke pogingen om zich te wreken over den smaad en iast hem aangedaan, had hjj al spoedig gestaakt, daar bij ras bsmerkte dat, hoe handig hij 't ook aanlegde, hij steeds de strat ontving en zoodoende zijn I positie wel verergerde, in plaats van ver beterde. Maar hij had de herinnering aan ieder schimpwoord, aan iedere onver diende beleediging in zijn hart bewaard. En des nachts, wanneer hij in zijn bed de vuisten balde en op de tanden knarste, had hij met vroegrijp verstand zjjn groot wraakplan gesmeed dat plan, waarvan de goede uitslag hem ééns tot heer en gebieder maken zou over allen, voor wie hjj ru in het stof kruipen moest. Hij had te dikwijls aan eigen lijf ervaren, wat de macht van den sterkste beteekende, dan dat hij niet met al zijn hartstocht ver- langen zou, ook eens die macht te bezitten. En hij was nog een kleine knaap, toen hjj bereids begrepen had, dat er voor hem slechts een éénige weg was, om het be geerde doel te b- reiken de weg name lijk, die door rusteloozen arbeid tot rijkdom voerde. Want rijkdom was macht, dat had zijn beweeglijke, scherpe, steeds loerende opmerkzaamheid al reeds vroegtijdig be merkt, lang voordat eon zijner kornuiten tot deze wetenschap was gekomen. Ea met ijzeren volharding had hjj zich, trots alle tegenkantingen, op zijn doornenpad staande gehouden. Hg had het weten door te zetten, dat hij uit het weeshuis niet naar een ambachtsman werd gezonden, maar dat mea bem op een kantoor deed. En gedurende deze bezigheid, had hij zich in tallooze nachten de kennis eigen ge maakt, die hem op een goeden dag in staat stelde, een beteekoDende plaats op een koopmanskantoor in te nemen. Zonder een eigenljjkeD leertijd doorloopen te heb ben, was hij eerst kommies en later chef-de- bureau geworden; op deD post, dien men hem I opdroeg, steeds met de grootste nauwkeu righeid zijn plicht vervullend en tegeljjk zjjn kennis verrjjkend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1