Mantels en Stoffen. SMIT BAKKER, I'. ViSSEK, J. Peereboom, ZOMERSEIZOEN. Zijden-, Fantasie- ei Deukhoeden. PETTEN EN BARETS. I I ml. J. H. Schene Schoen handel Adolph Schut, Handel in Rij w i e 1 e n. Burgers, Simplex en „de Vierkleur" Rijwielen, Koelemeij D. A. Wisselink, Wessa»en Laan, vsu P. Portsgijs Pz., De StuifkAkfabriek m t F. SM 'UIFKALK. - Yraant conditiën wr aitatalini. Vraagt conditiën wr ahtaliai. C. P. BUIBERTS, 190 3. Ontvangen een ruime keuze W. H. ROGGEVEEN, E.Br^ndsm^ Amsterdam. voorheen B. Schut, Lijnzaadkoeken, Kantongerecht Schagen. ADVEfiïEWlS.N. CS e 6 IS BIJ V s e Bondsrijwielhersteller, te Nieuwe Niedorp. HAIDEL IN: 1ste kwal. Klaver-, Gras-, Lucerne- en Bietenzaad 0. C. van het R- P. S. te Wageningea. Eneesweg, Anna Paulowna. De nieuwste modellen. voorheen L. DE WAARD. Reerenstraat E 33, Ichaiten. Ontvangen een grootesorteering der nieuwste Zomermantels, zwarte en gekleurde Japonstoffen en Katoentjes. Ruime keuze in: Vlteftgtt, afgepaste Gttdjj&n, Tapijten Karpetten ea Roepen. Groote collectie COSTUUM- en STOFROKKEN, in de nieuwste modellen en kleuren, Schagen. Alleen In verzegelde pakje» voorzien van boven staand gedeponeerd Handelsmerk, verkrijgbaar. In het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op d® fk»HCflO!l Tfiïre a r «.se oer V. kilo H oog zij de, OPGERICHT 1859. Schagen. YOOSJAABS* 11 IfflUSABÏIlIM» Verkoop uitsluitend contant. Zie de niterst lage prijzen in de Etalage. Aanbevelend, ADOLPH BCFITTT. van 8GHAGEN. Tevens voorhanden goedkoope Rijwielen van 60 Gld. Pianostemmer, Schagen. Voorbanden een ruime sorteering MUZIEKINSTRUMENTEN, O «lerdeelen, Snaren, enz. Houttil No. tl, Alkmaar, Houdt. Donderdags te Schagen zit ting in het Café van der. Haar Cor- ualus Züdewind WORMIG KAEED. Opgericht 1765. KONINKLIJKE FABRIEKEN. Voedert uw Vee met de zuivere murwe merk eiwit- „ster" en uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte en grootste voedingswaarde. Eer e-D i p 1 o m a Parijs 1900. Negen gouden medailles. Ou des luis, Zijpe, blijft zich beleefd aanbevelen tot het CASTREEREN Paarden én Varkens en wat verder bij het vak behoort. Reeds verscheidene jaren is dit werk door hem met succes uitgevoerd. Bestellingen worden aangenomen te Schagen bij den heer C. H u i- b e r t s, ,/Roode Leeuw." Marktplaats. en andere merken R IJ W I E L E N. zeer fijne en witte aanvrage hiertoe tot den Minister van bin- nenlandsche zaken richt, deze verplicht is de geweuschte ontheffing te verleenen. Alleen wanneer en zoolang de pokken in de betrok ken gemeente epidemisch zijn, wordt de werking van een verleende ontheffing tijde lijk geschorst. Men ziet, dat hier geen sprake is van een poging, om de kwestie van den zijdelingschen vaccinedwang behoorlijk op te lossen in den geest van de tegenstanders ervan, waartoe de minister zelf behoort. „De bepaling van art. 17 [dat is het artikel van de wet op de besmettelijke ziekten, waarin vaccinatie als voorwaarde voor het bezoeken eener school wordt gesteldl behoudt" aldus schrijft hij in de toelichting „haar volle kracht voor alle openbare scholen, en evenzoo voor die bijzondere scholen, te wier opzichte geen ont heffing wordt aangevraagd" door haar bestuur of door haar hoofd. Dat is volkomen waar. Maar juist daardoor treedt het kleine, het onprincipiëele, het broddel- en peuterige van dit product van des heeren Kuyper's wetgevend vermogen in helder licht. Onze tegenwoordige minister van binnen- landsche zaken heeft de neiging, steeds te spreken van „beginselen" en te doen. als handelde hij om des beginsels wille. Zoo ook in de memorie tot toelichting van dit zijn wetsontwerp. Daarin leest men „Een vader, op straffe van de paedagogische verwaar- loozing van zijn kind, te willen dwingen zijn gezond kind in strijd met zijn overtuiging een smetstof in het bloed te laten inbrengen, is met elk gezond begrip van burgervrijheid in strijd." Mooi gezegd, niet waar Maar vergelijk daarmede de wijze, waarop de minister iets zóó ergerlijks en zóó tergends verhelpen wil en ge moet tot de slotsom komen, dat zijn eigen daad zijn woorden logenstraft. Neem een vader, voor wien koepokinenting is het „inbrengen van een smetstof in het bloed", maar die in een gemeente woont, waar óf geen bijzondere school is, óf geen welke met zijn godsdienstig-opvoedkundige overtuiging strookt. Neem een ander, die voor zijn kind niet weten wil van de openbare school, en die het bestuur van de bijzondere tot medewerking ter verkrijging van de ont heffing niet bereid vindt. Onder het bewuste duizendtal zullen er heel wat zijn, die in het eerste geval verkeerenen ook wel, op wie de tweede onderstelling van toepassing is. Welnu, die allen zullen door de voorgedragen wetswijziging niet worden gebaat. Te hunnen opzichte zal blijven bestaan een toestand, die volgens den heer Kuyper „met elk gezond begrip van burgervrijheid in strijd^is." Wat zou hij in zijn Standaard getoornd en de fiolen van zijn spot hebben uitgestort, indien een ander had gedaan wat thans be proefd wordt door hemzelf Laat het zoo zijn voert men ons mis schien tegen maar een zeker aantal zal dan toch wèl geholpen worden. Wat is er dan tegen, om dit ten minste te doen Om de maat van dit artikel niet te over schrijden, bespreken wij thans niet de vac cinatie-kwestie in haar geheel. Wij bekijken haar voor dezen keer slechts uit dit gezichts punt, dat, blijkens de ervaring in binnen- en buitenland, het gevaar voor besmetting met de pokken-ziekte voor ongevaccineerden en niet-gerevaccineerden vèèl grooter is, dan voor degenen, die de kunstbewerking onder staan en nogmaals ondergaan hebben. En dan zeggen wij indien de minister Kuyper zijn zin krijgt, zal dat veel grootere gevaar voor duizenden en nog eens duizenden ge boren worden. Wie „de Standaard" van omstreeks 1883 ter hand neemt, kan zich overtuigen, hoe de toenmalige hoofdredacteur destijds al zijn demagogisch talent heeft aangewend om de goêgemeente tegen het God- en mensch- onteerend voorschrift des wetgevers op te zetten. Daarvoor is zelfs zijn ongeëvenaard, maar in dit opzicht niet benijdbaar talent ontoereikend gebleken. Laat echter morgen j zijn wetsvoorstel tot; wet varheven worden, j en overmorgen zal een steeds groeiende schare van ouders ophouden, hun kinderen te doen vaccineeren. Niet omdat zij hiertegen overwegend bezwaar hebben, op godsdienstige of medische grondenMaar omdat zij van het nut ervan niet doordrongen zijn omdat zij van hygiënische voorzorg geen begrip hebbenomdat zij maar blij zijn, als zij af komen van den last Zóó zal de werkelijkheid wezenen daar voor zal de volksvertegenwoordiging meê de verantwoordelijkheid dragen, indien zij zich verleiden laat, met den minister mee te gaan. Die werkelijkheid heeft nog een anderen kant. De ouders, in het vorengaande getee- kend, kunnen voor hun kinderen, die niet gevaccineerd zijn, tóch niet terecht op de openbare school. Wèl op een bijzondere, als het bestuur ervan hun maar tor wille is. Zal niet menig zoodanig bestuur hiertoe te eer 1 geneigd ziju, omdat het daardoor kinderzielen kan onttrekken aan de gehate en gevloekte school van de overheid Zal niet menig schoolbestuur, zonder zich zelfs behoorlijk immikmewct rekenschap te geven van zulk een bij-over weging, er toch alles behalve rouwig om wezen, indien aldus de openbare school kin deren heeft af te staan aan de zijne? Met andere woordenbedoeld of niet be doeld, maar feitelijk zal de wetsbepaling, door den minister' bepleit, werken als een zuigpomp op de openbare school, ten bate van de bijzondere. Waarlijk, óók uit dit oogpunt is er voor de vrijzinnigen alle reden om op hun hoede te zjjn en niet in de val te loopen. Reeds heeft een bekend Katholiek genees heer, Dr. Nuyens, op medische motieven ernstig gewaarschuwd tegen het pogen van de Regeering, en de hoop geuit, dat het niet zal slagen. En dat de overgroote meerderheid zijner geloofsgenooten ter zake van het vac cine vraagstuk op hetzelfde standpunt staat als de overgroote meerderheid van de vrijzin nigen, is bekend. Zullen de Katholieke af gevaardigden in 'slands raadzaal nochtans aan het voorgedragen wetsontwerp hun stem geven Wij vertrouwen vooralsnog van niet. Maar deden zij het Wél, het zou geschieden uit politiek in den slechtsten zin van het woord. Zitting van Donderdag 23 April 1903. J. L., schipper te Schagerbrug, verbreken van ijs zooder vergunning, f 1 of 1 d. N. v. L., landman te Eenigenburg, rijden met voertuig zonder licht, f L of 1 d. P. K., landman te Schagerbrug, id, f 2 of 1 dag. A. de B., Sint-Maartensbrug, id., f 1 of 1 d. A. de Br., arbeider te Winkel, overtr. Leer plichtwet f 8 of 3 d. J. V. en F. B., Haringcarspel, Drankwet- overtr., ieder f 3 of 3 d. A. K„ huisvr. van H. de J., Anna Paulowna, rijden met spoor zonder kaartje, f 8 of 2 d. C. S., Schagerbrug, rijden met rijwiel zon der licht, f 1 of 1 d. J. D. en A. S., Schagen, zich bevinden in een logement na sluitingstijd, ontslagen van rechtsvervolging. S. Z., Heer Hugowaard, dronkenschap, f 3 of 2 d. R. v. Z, Anna Paulowna, spoorwegdelict, f 2 of 2 d. W. B., likeurstoker te Alkmaar, rijden met rijwiel zonder licht, f 1 of 1 d. W. Br., id., id., f 1 of 1 d. E. H., Schagen, id., f 1 of 1 d. we «w E h C •'V we (8 CS fa HANDEL IN Gebruikte en Nieuwe Rijwielen, Onderdeelen, Banden, enz. Grootste voorraad. Gemakkelijke conditiën voor afbetalingin dat geval stipte geheimhouding verzekerd. Indien iemand een nieuw Rijwiel koopt, kan hij desverkiezend een oud krijgen om op te leeren. Rijwielen, die overal worden verkocht voor f 60, voor f 45 met garantie. Onderdeelen en Banden 25°/0goedkooper dan bij ieder ander. Donderdags met Onderdeelen op de Markt te Schagen Inrichting voor affe reparatiën. 9 9 5 6 95 S "i E ■is c 9 E m donkere spleet gericht, naderde Bartel met vooruitgestrekt hoofd en knikkende knieën den schatbewaarder. Een geheime, on weerstaanbare macht, niet zijn eigen wil, scheen al zijn bewegingen te leiden. Wan neer nu Winter plotseling zijn hoofd van de tafel had opgeheven, Bartel zou in staat zijn geweest, zich op hem te werpen en hem te wurgen, om zijn voornemen in elk geval ten uitvoer te brengen. Want nu kon hij zich niet meer met leege handen verwijderennu zou hij duizendmaal eerder het uiterste hebben gewaagd, dan dat hij als een domkop het geld had laten voorbij gaan zonder het vast te houden. Zonder eeuig geluid te maken, ging de zware deur open, en met zekere hand greep Bartel de lijvige lederen portefeuille, die. zooalB hij wist, de groote bankbiljetten inhield. Zijn vingers woelden ijverig in het ritselende papierlang en besluiteloos, als kon hij het niet met zichzelf er over eens worden, hoeveel van den grooten schat hij nemen zou. Eindelijk trok hj] de hand terug en een heelen hundel blauwe en bruine papiertjes hield hij vast. Een laatste, korte aarzeling, dan stak hjj den buit, waarmede hij zeer tevreden kon zijn, in den borstzak van zjjn jas en legde daarna behoedzaam de portefeuille op haar plaats terug. De deur van de kast duwde hy weer aan, precies zooals hy ze straks had gevonden. Diep ademhalend, met eene uitdrukking van vastberadenheid op het gelaat, wendde hy zich om naar de schrijftafel van den boekhouder. Want een onbegrijpelijke rust, een won derbare koelbloedigheid, was er over hem van DJ. v. d. Have, Kapelle bij Goes. gekomen. Zelfs een ervaren inbreker, die volgens lang overwogen plannen handelt, had niet omzichtiger te werk kunnen gaan, dan deze, de ingeving van het oogenblik volgende nieuweling. Hij nam de rekeningen en papieren, die hy zooeven in de schatkamer had gebracht, en tilde zonder vrees het bovenlichaam van den doode zoover omhoog, dat hjj de papieren voor hem op het plat van de tafel neerleggen kon. Toen hjj het ljjk in zijn vorige positie terugzinken liet, rustten hoofd en armen van den boekhouder op die documenten, precies alsof de dood hem had verrast bjj het contröleeren daarvan. Hjj moest dus bjj het vertrek van Bartel nog geleefd hebben. Niemand bon bjj zulk een doorslaande getuigenis daaraan nog twjj telen. Twee minuten later had Bartel hoed en stok gegrepen, had hjj het lioht in de andere kamer uitgedraaid en was hij de gang ingegaan. Het kleine venster vlak op den grond, dat tot de kelderwoning van den portier behoorde, was nog verlicht en Bartel klopte op de ruiten. De gordjjnen werden binnen wat weggeschoven en het baardige gelaat van den ouden Nitschke werd zicht baar. „Is u het, mjjnheer Bartel Een oogenblikjeik kom dadelijk, om de deur voor u open te doen." Daar Bartel geen sleutel van de huis deur bezat, moest hij, wanneer hjj na tienen in het bureau bleef, steeds op deze wijze den dienst van. den portier inroepen. Het deed hen dikw ijls verdriet, dat daar voor zooveel omslag noodig wasnu even Beleefd aanbevelend, TRADE MARK Heeft voorhanden de nieuwste modellen welke tegen concurreerende prijzen worden verkocht. Geruite Dames Zomer-Pantofiels met verlakte kransjes, lage hak f 1.— Stoffen Dames-Pantofiels zonder hak, eerste kwaliteit f 1.10. Dito met hak, lakneusje en zijden strik, elegant modelletje f 1.60. Dames Knoopschoentjes, mooi en sterk, f 2.50. Satinleeren Dames-Knooplaarzen f 3.50. Kamgaren Dames-Laarsjes met elastiek en mooi leer f 3.Voorts Chroomleeren Knoop- en Elastieklaarsjes, Knoopschoentjes en Riemschoentjes in sterke en zeer fijne soorten, tegen billijke prijzen. Gewastleeren Heeren-Rijgschoenen met neusje, handwerk, f 2.75. Heeren-Molières met kamgaren, elastiek en knoopjes f 3 25. Sterke "Werk- en Ploegschoenen, alleen in eerste kwaliteit, f 2,50. Kinder- Schoentjes vanaf 35 cent. Kinder-Knooplaarsjes 1 1.20. „Vierkleur" heeft het vorige jaar 17 eerste prijzen behaald, waar onder het Kampioenschap van Nederland. Reparatien aan alle muz.-instr. ivorden solied en billijk uitgevoerd. MUZIEK VAN ALLE UITGAVEN, desverkiezend ter inzage te bekomen. PS5T Muziekonderwijs op verschillende instrumentenop verlangen lessen aan huis. belast zich met den aan- en verkoop van effecten, plaatst en bezorgt kleine en groote kapita len op hypotheek op zeer BILLIJKE VOORWAARDEN neemt geldon a déposito, opent rekening-courant met rentevergoeding, geeft, geld op prolongatie, koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier en specie voor de hoogste koersen, sluit verzekering tegen brand en inbraak, verzekert op het leven, tegen invaliditeit en ongelukken, balast zich verder met alles wat op het kassiersvak betrekking heeft; Bonds-Bijwielhersteller te W IER IN G EB WAAR D, blijft zich steeds aanbevelen voor de levering van wel deed het hem pleizier. „U gaat vanavond al erg laat weg, mijn heer Bartel", zeide Nitschke, toen hjj met den rinkelenden sleutelbos de gang binnen stapte. „Er is zeker weer verbazend veel te doen." De aangesprokene haalde zjjn horloge te voorschijn en toonde den portier de wjjzerplaat. „Het is vijf-en-twintig minuten over één uurje weet toch, Nitschke, dat 't aan 't eind van de maand nooit vroeger is." „Ja, ja, en onze arme mjjnheer Winterhjj is zeker ook nog aan het werk." „Zeker, die zal wel niet eerder ophouden, of het moet reeds dag worden. Die man moet eerst zijn werk at hebben." De portier had den sleutel reeds in het slot gestoken. „Wanneer hjj zich maar niet overwerkt, mjjnheer Winter," meende hij medeljjdend. „In de laatste dagen wil hjj mij maar niet bevallen, hjj ziet er be paald lijdend uit." „Mij ook niet. Maar hjj gaat nu met verlof. Dan zal hjj, hoop ik, geheel her stellen." Bartel stapte naar buiten, maar dadeljjk draaide hij zich weer om en stapte vlug naar binnen. „Ah, daar had ik bjjna iets gewichtigs vergeten. Wacht even op me, Nitschke. Ik moet den boekhouder nog iets zeggen." Hjj liep naar de deur van de schatkamer en opende die. na te hebben geklopt, en zeide, zonder de kamer binnen te tre den, zoo luid, dat de portier elk woord kon hooren „de cjjters over de Trougote- groeve heb ik nog in mjjn lessenaar. Moet ik u die nog even geven, mjjnheer Winter of heeft dat den tjjd tot morgen vroeg Van binnen kwam natuur]jjk geen ant woord, want Winter lag nog precies, zooals Bartel hem had neêrgelegd, voorover op tafel. Maar Bartel kon uitstekend zijn rol spelen. Hjj maakte herhaaldeljjk een toestemmende beweging met het hoofd en zeide een of tweemaal„jawel, mjjnheer Winter I" precies alsof de doode hem binnen nog het een en ander had op te dragen. Dan haalde hjj beleefd zjjn boed «f met de woorden „dus om negen uur Ja graag, want hoe beter ik kan uitslapen, des te frisscher ben ik. Goeden nacht mijnheer." Hjj haalde de deur weer in 't slot en ging met een vriendeljiken, onbevangen afscheidsgroet den wachtenden portier voorby de straat op. Toen hjj de deur in het slot hoorde vallen, haalde hji nog eens diep adem. Nu moesten de diugen hun beloop nemen. De brug was achter hem afgebroken en zelfs wanneer er nu «en aanval van berouw kwam, zou de mogelijkheid niet meer be staan, het gebeurde ODgedaan te maken. HOOFDSTUK VH. Z olang hjj in den schemerigen zomernacht voortstapte, bewaarde de boekhouder nog steeds die merkwaardige onverschilligheid die hem alleen in staat had gesteld, zijn dolle daad te volbrengen. Niet het minste gevoel van vrees of spjjt mengde zich in het gevoel van troteche genoegdoening, dat zjjn borst deed zwellen en zjjn gang licht en e'astisch maakte, alsof door een wonder te Alkmaar, levert tegen zeer concurreerenden prijs alle moeheid van hem was genomen. In het oogenblik echter dat hjj zjjn huisdeur achter zich sloot en in een ondoor dringbare duisternis stond, had er eeu schrille wisseling in zjjè gemoedsstemming plaats. De onoverwinnelijke neiging tot het gekste bijgeloof, dut hem als een erf deel van zijn stam in het bloed zat, had in de duisternis de rust van zjjn gemoed verjaagd en hem overgegeven aan een vreeselijke, angstige opgewondenheid. Het was zoo pikdonker rondom hem, dat hjj naar de trapleuning tasten moest en toch zag hjj heel duidelijk en vlak bu zich het vale doodsgelaat van Winter, zoo ais hij het een paar seconden tusscben de handen gehouden had. Maar nu waren de gesloten oogen wijdgeopend en keken hem met een verwijtenden, dreigenden blik aan, met een blik, die den levende nooit eigen was geweest en die Bartel het bloed in de aderen deed stollen. Hjj wist, dat het zinsbedrog was, maar toch liepen de jjskoude rillingen hem langs den rug en hjj beetde, alsot hjj de koorts had. Hjj begreep nauweljjks, hoe hjj in j een dergeljjken toestand in zjjn kamer ge- j komen was. Zijn knieën knikten en zjjn ademhaling ging zwaar en moeilijk. Lang moest hij rondzoeken eer hjj lucifers vond, j ofschoon ze op hun gewone plaats lagen. En toen bij het opvlammen van den lucifer zjjn eigen aschbleek gelaat in den spiegel hem tegenstaarde, tuimelde hjj met een schreeuw terug, want hjj meende wederom het gelaat van den doode gezien te heb ben. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 6