Matrassen.
Jndisrltc ^cnlirassfn.
L.
l F. STOEL it ZOOI,
GROOTE VOORRAAD
Zondag 26 April 1905.
47ste Jaargang No. 3830
DERDE BLAD.
Arrondissements - Recht
bank te Alkmaar.
Zitting van Dinsd. 21 April 1903.
Springveeren-,
Kapok- en
Strooinatrassen.
Breukbanden.
MS'REEKi
UUiil,
PROFIELSTEEN, NAGEPERSTE en
GEWONE SiERSTEEN, in diverse
kieuren, verglaasd en on verglaasd.
SCBAGER
kluun NiEiws-
COURANT.
Mmttmis- LuMlil
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Buret&uSCHAG1511, Laan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkersJ. HKEL
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
UITSPRAKEN:
C. Veerman, Wervershoof, beleediging van
een ambtenaar, f 6 boete of 6 dagen heeht.
N. Jonker, Alkmaar, mishandeling, (wegens
verzet opnieuw behandeld), 7 dagen gevang.
P. J. N Bommezij, Oterleek, mishandeling,
6 weken gevang.
Bij vonnis van Donderdag 9 April is G. C.
te Kolstee uit Den Helder, [thans gedetineerd],
veroordeeld tot 6 weken gevangenisstraf.
o
Dat was een latertje vandaag. Weet 't
tegenwoordig nog al eens te gebeuren, dat
er na 't schaft-halfuurtje weinig of niets meer
te verhapscheeren valt, heden pink-pink-
pilrlen de stadstorenbellen lustig het klokje
van vijf, toen wij de hardsteenen trap van
Jnstitia's zomer- en winterverblijf afliepen.
Als 't nog erger wordt, dan kunnen ze ods
wel naroepen, dat we een dag gezeten hebben.
De oorzaak van die langdurigheid was de
openbare behandeling van de vooral in Alk
maar algemeen bekende zaak van „vrouw
Zeek en de meisjes", een heksenproces, dat
eea gro.oto menigte Alkmaarders vau allerlei
maatschappelijken welstand had gelokt naar
de stevig afgehekte staanplaatsia publioa van
de groote audiëntiezaal.
Waarschijnlijk zullen vele lezers wel eens
gehoord hebben van mevrouw Zeek uit Alk
maar, een waarzegster, kaartlegster, werkt-
met-het-ei-juffrouw, die van d'er eiges Gesina
Raubach heet en den naam Zeek vermoedelijk
te danken heeft aan den heer Hubert Petrus
Zeek, die, naar verluidt, tijdens den Poolschen
opstand niet dan met moeite onder zijn omge
vallen wieg vandaan en hier in Holland wist
te komen en met wien zij sedert eenige tien
tallen jaren iD den echt verbonden is.
Die mevrouw of vrouw Zeek nu, kreeg op
18 December van 't vorige jaar bezoek van
een paar net-gekleede boerenmeisjes, met
name Clasina Maria Verduin, 20 jaar en
Clasina Jolianna Schotvanger, 19 jaar, beiden
destijds dienstboden te Castricum. De meisjes
waren onrustig en zenuwachtig, (ofschoon
zooiets, volgens getuigenis van vrouw Zeek
heel dikwijls gebeurde „vanwege de vrijerij,
ziet u") en vroegen haar de kaart te leggen,
terwijl zij eenigszins lieten doorschemeren,
dat er geid in 't spel was. Vrouw Zeek was
zoo gelukkig te raden „dat er geld gestolen
was", en waar 't den meisjes net om te
doen was zeide dat de diefstal beslist niet uit
zou komen. Dat was een heele geruststelling,
want hier wreef de schoen. Clasina Schot
vanger was zoo goed als „thuishaalder" bij
haar oom Dirk Schotvanger, van wien zij,
om te voldoen aan pronk- en koopzucht, een
bankbiljet van f 25, dat in een laadje van de
secretaire geborgen was, had ontvreemd.
Samen hadden de meisjes het biljet verzilverd
en van 't geld verschillende inkoopen gedaan
en schulden betaald. Ze waren echter nog
niet slecht genoeg, om niet doodelijk bevreesd
te zijn, dat „men" haar voor de pleegsters
van den inmiddels ruchtbaar geworden diefstal
zou houden en in haar angst gingen ze nu,
om zekerheid te bekomen of zij ontdekt
zouden worden, naar vrouw Zeek, om zich
de kaart te laten leggen.
Men zal begrijpen, dat die conferentie voor
de meisjes, zonder dat zij 't wellicht begrepen,
van veel gewicht was. 't Hing voor een groot
deel van vrouw Zeek af, of zij zouden terug-
keeren op den weg der eerlijkheid, of' wel
het bekende „hellende vlak" zouden afloopen
om binnen korter of langer tijd in de cel
terecht te komen. Ongelukkig genoeg deed
vrouw Zeek geen poging, om de meisjes t
verkeerde van haar gedrag onder de oogen
te brengen. Integendeel, door haar gerust
stellende en aanmoedigende verzekeringen
voelden do meisjes zich zoodanig gesteand en
gesterkt, dat zij besloten de zaak op denzelfden
voet voort te zetten. En met vlugge schreden
spoedden zij zich op het pad, dat onverbid
delijk naar de gevangenispoort leidt. Reeds
den volgendgn dag [Vrijdag 19 December]
werd opnieuw een biljet van f25. gestolen.
Clasina Schotvanger toog er 's Zondagsavonds
ineê naar vrouw Zeek, die haar tegen beta
ling van idem zooveel weer verzekerde, dat
't beslist niet uitkomen zou.
De meisjes kochten weer allerlei moois van
t geld en betoonden zich niet ondankbaar
voor de warme vriend]?]schap, die vrouw
Zeek telkens aan den dag lei.
Voor 1902 was daarmee de campagne gesloten,
maar 't seizoen 1903 begon alweer vroeg.
Be'rin Januari deed vrouw Zeek een van
haar belangrijke kunstverrichtingen met het
ei en het bleek haar o, welk een vreugd
voor de dieveggen dat, „al wat in 1902
gebaurd was, ouherroeppelijk verborgen zou
blijvenEn meteen spoorde zij de meisjes
aan, om het zilvergeld dat nog in de secre
taire van Dirk Schotvanger lag, ook geheel
of gedeeltelijk weg te nemen.
Zoo'n afschuwelijk monster
Van de 6 rijksdaalders, die er lagen, dunden
de meisjes er niet meer dan 2 nemen. De
vrees zat er dus goed in, en met weinig
moeite waren ze wellicht van haar rooizuch
af te houden geweest. Maar dat was niet in
'f. belang van de duivelscbe heks vrouw Zeek.
Want haar legden die dieverijen geen wind-
6l6r(KD
Onverzadiglijk was het monster Meer,
steeds meer moest ze hebben. Toen zoo lang
zamerhand bij Dirk Schot vanger 't mooi
van den gastdag af was, moest zijn broer
Piet, ook een landbouwer te Castricum, bij
wien Clasina Verduin diende, de les opzeg
gen. Want daar was ook nog wat in 't
laadje.
We zullen onzen lezers niet alle bijzonder
heden opdisschen en de toedracht der dingen
niet in alle onderdeelen uiteen zetten, want
dat zou weinig stichtelijk zijn en bovendien
veel te veel plaatsruimte vorderen, maar dit
zij vermeld, dat op uitdrukkelijk aansporen
van het wijf, de meisjes uit een kabinet van
genoemden Pieter Schotvanger, waarin het
geld tusschen de bladen van 8 kerkboeken
was geborgen, hebben gestolen op 20 Janu
ari een biljet van f 100, op 6 Februari weer
een biljet van f 100 en op 19 Februari f 260,
n.M. twee lapjes van f 100 en een van f 60.
De biljetten werden telkens bij vronw Zeek
gebracht, die voor het wisselen zorgde en in
bewaring hield hetgeen de meisjes niet
direct noodig hadden. Ook had zij zoo langza
merhand een heel depot van sieraden en
andere goederen, die de meisjes van 't gesto
len geld gekocht hadden en niet durfden
dragen of vertoonen. De heks genoot behoor
lijke provisie. Behalve eenige cadeautjes, o. a.
een zilveren vingerhoed, een nikkelen thee
ketel, een tafellooper, enz en eenige andere
betalingen, die van 't geld gedaan waren,
(cognac, advokaat en diverse „levensbehoef
ten"] had zij reeds f 52.60 „wisselloon" ont
vangen, en nog was van 't laatste geld een
groot bedrag aanwezig.
Hoe vreeselijk brutaal de meiden ten slotte
werden, blijkt wel daaruit, dat zij bij den
laatsten diefstal 's avonds om 9 uur van
Akersloot naar Castricum liepen, waar zij,
toen zij arriveerden, alles in rust vonden,
ook bij P. Schotvanger, bij wien zij haar
slag zouden slaan. Het raam in de woon-,
tevens slaapkamer werd opengeschoven
beiden gingen er door. Een bleef daar staan
wachten om te waarschuwen als de bewoners
wakker werden en de ander ging, na den
sleutel uit den broekzak van Schotvanger te
hebben gehaald, naar de binnenkamer, waar
zij zich, voor verlichting van lucifers bedie
nende, uit de kerkboeken in de kabinetsla de
bewuste f 260 wegnam. Hot raam werd,
nadat zij er terug weer doorgeklommen
waren, neergelaten en met den buit gingen
de beide brutale dieveggen loopende naar
Alkmaar. Te ongeveer één uur kwamen ze
vermoeid bij de ongeduldig wachtende mama
Zeek, die natuurlijk bijkans nit haar oud
verschrompeld vel sprong .bij 't vernemen
van den goeden uitslag. Die ouwe tangzoo
als de Officier zeier ontbrak nog maar een
revolver, mes of ander moordtuig aan, om
desnoodig de bewoners onschadelijk te maken,
en men had met een paar boerenmeisjes te
doeD gehad, die voor de klanten van Lam-
mertje Zondag niets onderdoen.
Op den 23 Februari moest F. Schotvanger,
die nog nergens van bemerkt had, zijn f460
gebruiken, maar fuutverdwenen waren ze.
Natuurlijk werd onmiddellijk aangifte ge
daan. De verdachte Clasina Schotvanger werd
in hechtenis genomen, bekende spoedig alles
en zoo was in minder dan geen tijd het edele
drietal, de dieveggen met de handlangster, be
nevens het restant geld en de diverse fraaiïg-
en nuttigheden, die zoo langzamerhand waren
aangeschaft, in verzekerde bewaring opgepakt.
Eu dit ondanks het onfeilbaar gebleken
ei, dat zoo'n pertinente verzekering had gege
ven, dat al wat in 1902 gebeurd was, onher
roepelijk verborgen bleef. Zoo'n ei toch Als
men nu weet, dat er een macht van getuigen
was opgeroepen voor de openbare zitting
de personen bij wie gestolen was, de per
sonen en dat waren er wat bij wie
goederen en sieraden gekocht waren en bij
wie de bankbiljetten waren gewisseld, dan
kan men zich voorstellen, dat er in ruime
mate publieke ambitie was.
De zaken waren in tweeën gesplitstde
diefstal van de meisjes en de heling van
vrouw Zeek. In de eerste werden achtereen
volgens als getuigen gehoord
Dirk en Pieter Schotvanger van Castricum,
die resp. f55 en f460 waren kwijtgeraakt.
Cornelis Steeman, winkelier in manufac
turen te Castricum, bij wien na 't koopen van
een galgenschort, het eerste biljet van f25
was gewisseld.
Maartje Louter en haar echtgenoot Pan
kras Casembroot te Castricum, die een win
kel en een tombola hielden en bij wie de
meisjes tamelijk groote verteringen gemaakt
hadden, die zij uit 't gestolen geld betaalden.
Andries van Dijk, schoenwinkelier in de
Langestraat, die aan elk der meisjes een paar
nieuwe schoenen had verkocht, tot betaling
waarvan het tweede biljet van f25 was
aangeboden.
1 Jantje Wilhelmina Brouwer, vrouw van
Veldhuis, hoedenwinkel, Payglop, die de
dames van nieuwe hoedjes had voorzien,
i Vrouw Zeek zelf, die er wel 't meest van
wist.
Grietje Keetman, winkeljuffrouw bij de
ffrma Levert aan de Mient, die aan de
meisjes een granaten armband had verkocht, en
Jacob Lutterot, goudsmid,Kraanbuurt te Alk
maar, van wien twee zilveren rozenkransen en
nog een paar kleinigheden aangeschaft waren.
In de zaak van madame Zeek waren,
behalve de meisjes, nog als getuigen:
Johanna Margaretha Krijt, vrouw van
Jan Beijneveld;
Adriaan Soecker, winkelier van de firma
Koorn Co. in 't Fnidsen
Jacob de Vries, slager in de Hekelstraat, en
Anthonius van Loon, winkeldief bij de
firma Keg, die allen, op verzoek van vrouw
Zeek bankbiljetten gewisseld hadden.
De Officier van Justitie requireerde tegen
elk van de meisjes 1 jaar gevangenisstraf en
tegen vrouw Zeek een jaar en zes maanden.
Aan de meisjes was als verdediger toege
voegd Mr. Hnizinga van Hoorn, die zijn taak
had overgedragen aan den jongsten pleit
bezorger bij de Rechtbank, Mr. Schaaps. Na
een soort voordracht van dramatisch proza,
niet onverdienstelijk van zijn papiertje voor
gelezen, kwain ZEG. tot de meening, dat
hier psychische overmacht [van 't wijf over
de meisjes] fn 't spel was, en dat dus zijn
cliënten, [volgens art. 40 Wetb. v. Strafr.,]
niet strafbaar zouden zijn. Z.E.G. gaf aan
„de tooverheks met haar zwarte kunst" de
schuld van alleswees op de slechte opvoe
ding van Clasina Schotvanger en vroeg
tenslotte met vertrouwen een zacht vonnis.
De verdediging van vrouw Zeek was opge
dragen aan den ouden heer Mr. N. H. de Lange,
die niets verzuimde aan te voeren wat in
't voordeel van zijn cliënte kon zijn. Z.E G.
gaf don meisjes de schuld, die de in behoef
tige omstandigheden verkeerende vronw Zeek
verleid hadden.,
In ieder geval behoorde vrouw Zeek min
der straf te hebben dan de dieveggen. Z E.G.
vroeg nog onmiddellijke invrijheidstelling van
zijn cliënte aaneen verzoek waaromtrent
de rechtbank zonder veel beraad verklaarde,
dat er geen termen tot inwilliging waren.
Vrouw Zeek had natuurlijk na den eisch
van anderhalf jaar gevangenisstraf een aller-
jammerlijkst gehuil aangeheven, dat, toen 't
tijd werd om in te rukken en den bak weer
op te zoeken, er niet minder op werd. Ze
kromp haast in mekaar en smeekte bij kris
en kras, haar asjeblieft een beetje te ontzien.
Maar of 't haar veel zal baten De recht
bank zal wel te veel overtuigd zijn, dat zij,
madame Zeek, jaren en jaren lang aan
„kunst" deed en dat zij ook nu haar beroep
niet vorloochende.
Hoe men 't ook wendt en hoe men 't keert,
zij is, zonder eenigen twijfel, geweestde
ziel van de negotie. Z ij stuurde de meisjes
letterlijk uit om te stelen, gaf haar o. a.
lucifers meê enden welgemeenden raad
om voorzichtig te zijn. Kan men zich een
meer helsche feeks voorstellen Wat een
duivelsche lach zal op dat mammiegelaat den
mond omgeven hebben, telkens als zij weer
nieuwe klinkende munt speurde. Het spreekt
vanzelf, dat de meisjes ganseh niet schulde
loos zijn. Zij zijn eenvoudige boeremeisjes,
maar geen kinderen meer ze wisten stellig
zeer goed, dat wat ze deden slecht was en straf
baar. Maar toen den eersten keer haar slechte
naturen hadden overwonnen, waren ze met
betrekkelijk weinig moeite in 't goede spoor
terug te brengen geweest en vooral de groote
kaartlegstersinvloed van vrouw Zeek had
voor 't vervolg het kwaad kunnen voorkomen.
Maar in plaats van de meisjes voor een wis
bederf te bewaren, wat natuurlijk haar plicht
was, heeft de heks haar duivelsche kunst ge
bruikt om de meisjes op de gemeenste manier
ten eigen bate te exploiteeren. Dat zij daarvoor
haar gerechte straf niet zal ontgaan, is te
hopen en te verwachten. Een geluk bij een
ongeluk is, dat zij nu als waarzegster en
kaartlegster onschadelijk is gemaakt. Ze
heeft 't zélf lachend erkend, dat ze niets
wist van de aanwezigheid of het verdwijnen
van het geld en derhalve, dat al haar
kaartleggen en waarzeggen eenvoudig neer
kwam op bedriegerij. Dat daaraan nu
een eind gemaakt is, mag een zegen heeten.
Want zoo'n mensch heeft een gevaarlijken
invloed. Stel b.v. eens dat de bestolenen,
ook uiterst eenvoudige menschen eens
haar raad hadden komen vragen, hoe zij 't geld
weer terug moesten krijgen. Wat zou haar
dan belet hebben, de stumpers wijs te maken
b.v. dat ze nooit eenige poging moesten doen
om 't geld te vinden, want dat hun dat
groote rampen zon brengen Zoo zon ze de
menschen versteld doen staan over haar
kennis en 't mes sneed aan twee
kanten. En is het niet aan te nemen, dat
dergelijke dingen in haar jarenlange practijk
wel zijn voorgekomen
We verheugen er ons zeer over, dat op
nieuw zoo duidelijk is gebleken, dat de nog
zoo verbazend veel geloof vindende waarzeg
gerij en kaartleggerij, niets is als bedrog.
De drie overige zaakjes hadden weinig of
niets om 't lijf en we zullen er dan ook alleen
van vermeldendat Klaas Weeder van Oost-
wond met grof geld den rijksveldwachter A.
Gorter, die hem wegens dronkenschap be
keurd had, had willen overhalen geen proces
verbaal op te maken, een strafbare daad,
waarvoor de Officier van Justitie f50 boete
vroeg of 8 dagen hechtenis;
dat Fieter Burger een 24-jarig werkman
van Andijk, aan 't vechten geweest was met
zijn collega Jan Krul en wegens mishande
ling 14 dagen gevangenisstraf tegen zich
hoorde eischen, en ten slotte:
Dat de gaspuinhooppleezaak te Den Helder
weer „gediend" heeft, maar dat we van de
geheele behandeling niets gesnapt hebben.
A.s. week uitspraken.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
VII.
Dat hebben we alweer achter den rug!
Heden 12 Maart om half vier in den mid
dag, verlieten we voor goed ons werelddeel
Europa. We houden thans koers op Port-
Saïd, het derde station. Gedurende ons ver
blijf in Genua troffen we het prachtig met
het weer. We hebben er dus werkelijk veel
kunnen genieten, wat trouwens ook wel
mocht na onze zoo stormachtige zeereis.
Genna, in het Italiuansch Geuova geheeten,
ia een buitengewoon mooie stad-
Van nit de groote haven ziet men haar
liggen,amphitheatersgewijze opgebouwd tegen
de vrij steile berghelling der Apenijnen.
Wij schreven u reeds in onze vorige Penkras,
hoe machtig schoon het effect was van de
duizenden lichtjes op dien morgen bij hot
binnenstoomen der havenwerken.
Doch ook overdag maakt Genua zooals
het daar ligt, een onuitwischbaren indruk.
De Italianen gaven haar met recht den bij
naam van „la Superba" [de Fiere,] een bij
naam, dien zij niet alleen door hare schoone
ligging verdient, doch ook door de vele
trotsche marmeren paleizen, die van uit zee
gezien zich boven elkander verheffen.
Genua heeft pl.m. 250.000 inwoners, is de
voornaamste handelsstad van Italië, de zetel
ook van een Aartsbisschop en heeft boven
dien een beroemde Universiteit en een zeer
sterk garnizoen. De ruime „Porto" [haven) is
één der beste van de Middellandsche Zee en
wordt voor de heltt door de stad in een
halven kring van bijna 2 uur gaans omslo
ten. Er is daar plaats voor wel vijfhonderd
groote mailstoomers en we zagen er de
vlaggen van bijna alle naties.
Nauwelijks is een bobt aan, of van de kade
komen tal van roeibootjes er op af. 't Zijn
de z.g. „Scialuppa a reml," die u voor een
halve „lire" [25 cent] overvaren. De roeiers,
echte zuidelijke typen, trachten elkaar natuur
lijk passagiers af te snoepen en schreeuwen
daarom steeds hun „signorisignoriZe
hebben blijkbaar veel vertrouwen in hunne
klanten, bereid als ze zijn orediet te verleenen
tot aan onzen terugkeer uit de stad, mits
men maar belooft ook dan weêr in hun
bootje plaats te nemen.
We gingen dus naar den wal en als ik U
nu al mijn indrukken, daar opgedaan, moest
weergeven, dan had ik zeker wel stof voor
tien „Penkrassen." Ik moet me dus tot het
voornaamste beperken.
Al dadelijk merken we het eigenaardig
zuidelijk karakter van stad en bevolking, zoo
geheel afwijkende van wat we gewoon zijn
in het Noorden. De huizen zijn er vuil
geelachtig wit met meestal groene blinden
en zeer hoog. De achterbuurten bestaan uit
een doolhof van steegjes, soms niet breeder
dan 1 a 1.6 Meter en evenals de hoofdstraten
en pleinen geplaveid met groote zerksteenen.
De huizen in die steegjes zijn liefst 7 a 8
verdiepingen hoog en zeer bouwvallig.
De hoofdstraten, in de hartader van het
verkeer gelegen, zijn breed en modern aan
gelegd.
Men ziet daar en op de pleinen prachtige
paleizen, wier marmeren gevels met grootsche
poorten, breede marmeren trappen en heer
lijke zuilenrijen een machtigen indruk maken.
Die rijkere buurten zijn 's avonds met
electrische booglampen verlicht en electrische
trams met bovengrondsche geleiding als te
Amsterdam, voeren U voor enkele „cen-
tisimi" [halve centen] van daar naar ver
schillende buitenwijken der stad.
Ik zal nu niet als in een reisgids de ver
schillende trotsche gebouwen en kerken gaan
opsommen, die we te Genua hebben bezich
tigd. Men zou er van nit de verte toch maar
weinig aan hebben. Alleen kan ik U zeggen,
dat het er meer dan mooi was.
Voor ons Nederlanders was het wel aardig
om hier en daar een reclamebord te zien
waarop met groote letters„Cacao Bensdorp
Amsterdam". Ook zagen we een bierhuis
met vier natievlaggen versierd. Een van die
vlaggen was de onze. Natuurlijk gingen we
er uit pure erkentelijkheid een potje vrij
slecht bier drinken.
Wijn is in Genna goedkoopVooral de
beroemde Muscadello, een heerlijke Itali-
aansche landwijn, die slechts veertig cent de
flesch kostwij vroegen in een wijnhuis
„Sprechen Sie Deutsch waarop de buffet-
jut heel pertinent antwoordde: O yes
Karren met drie en meer paarden, alle
achter elkaar gespannen, trokken onze aan
dacht. 't Zijn anders maar leelijke beestjes,
die paarden te Genua en ook het vee, dat
we zagen, zag er slecht en mager uit.
Verschillende huizen zijn voorzien van
platte daken, waarop geheele tuinen, ja
tropische palmboomen Bepaald typisch om
te zienOp de hoeken der straten treft men
hier en daar Mariabeeldjes aan, beeldjes zoo
als wij ze ook veel in Limburg hebben. Na
tuurlijk heeft men er tal van prachtige ker
ken, waarvan sommige reeds duizend jaar oud
zijn.
Hat zonnetje scheen lekker en in enkele
straten profiteerde men daarvan door te
pavoiseeren met hemden en onderbroeken van
allerlei kleur. Er worden daartoe, zeker in
overleg met de buren van de overzij, touwtjes
gespannen, waaraan het goed dan te drogen
hangt.
De Italianen maakten op ons geen onver
deeld guustigeu indruk. Over 't algemeen lij
ken 't mij zeer onbetrouwbare luidjes, die op
de onbekendheid met hun taal speculeeren
om in den kortst mogeiijken tijd zooveel
mogelijk van den vreemdeling te plukken. Men
vindt er dan ook echte boeventronies onder,
echte Rinaldo Rinaldini-typenZij zijn over
't algemeen veel losser gekleed dan de bewo
ners der Germaansche landen, erg bewege
lijk en druk In hun doen, en weten, hoe arm
dan ook, soms toch nog een zekeren geur te
slaan.
De straatjongens loopen er barrevoets of
liever, liggen als bandrekels in dolce far
niente [zaiig nietsdoen] op de stoepen. Van
de mindere militairen kreeg ik geen bijzonder
goeden indruk. Ze zijn slordig gekleed en
loopen er meestal nog al lummelachtig bij.
De officieren daarentegen maken over 't alge
meen een kranig figuur. Zij zijn zeer correct
gekleed, altijd gewapend met de sabel en
schijnen wel niet in politiek te mogen
loopen, want we zagen ze tot laat in den
nacht bij tientallen op straat.
Naar we vernamen, heeft Genna geen
I eigenlijken middelstand. Er wonen schatrijke
menschen in overvloed, doch daarnaast vindt
men dadelijk armoede, door het milde klimaat
echter minder pijnlijk dan in noordelijker
streken. Het leven in Genua is ook verre
van goedkoop. Petroleum bv. kost er vijf
maal zoo veel als bij ons en de meeste arbei
ders branden dan ook 's avonds geen licht
in huis.
Op de lucifersdoosjes zit een plakzegeltje
van 't Gouvernement ter waarde van l'/i
centime en ook brood en vleesch zijn er peper
duur. De werklieden eten meestal hun boter
ham met schijfjes knoflook er op en in de
achterbuurten ruikt het daardoor verre van
aangenaam. Tabak en sigaren zijn er niet te
genieten en al even duur als in Engeland.
Alleen wijn en vruchten zijn spotgoedkoop
en smaken heerlijk.
Een der drukste en mooiste straten is de
Via Roma, evenwijdig aan de Galleria Maz-
zini, een reusachtige „passage" in den geest
van die te Rotterdam en 's-Gravenhage, doch
veel hooger en langer, 's Avonds is daar
algemeene pantoffelparade.
Natuurlijk hebben we ook het wereldbe
roemde Campo Santo [Heilige veld] bezocht,
een reuzenkerkhof zonder weerga. Men ziet
er lange galerijen, waar rechts en links de
prachtigste beelden en groepen boven de
graven getuigenis afleggen èn van piëteit
voor de dooden èn van de onovertroffen
Italiaansche kunst. Elke groep heeft haar
symbolieke beteekenis en men staat ver
stomd over de vindingrijkheid der beeld
houwers. Sommige families geven kapitalen
uit, om een geliefden doode op waardige
wijze te eeren.
Er zijn b.v. graven bij, die meer dan 50.000
gulden hebben gekost. Minder gefortuneerden
bewaren hun overledenen in gemetselde nis
sen, die boven alkaar zijn aangebracht. Die
nissen worden door fraaie marmeren steenen
afgesloten, waarop men den naam, betrekking,
enz. lezen kan. Deze nissen vindt men in
afzonderlijke zijgalerijen van het doodenpaleis.
Niet-Katholieken en vreemdelingen worden
buiten boven op de heuvels begraven. Ook
daar zagen wij nog vele heerlijk mooie monu
menten.
U merkt, we bobben in die paar daagjes
onze oogen wel den kost gegeven en vonden
het werkelijk zeer spijtig, dat we er heden
alweer vandoor moesten. Aan boord hoorden
wij dadelijk de droeve mare, dat drie Duitsche
kolonialen in den afgeloopen nacht waren
gedeserteerd. Za hadden zich met een touw
van den „bak" laten zakken en waren toen
met een bootje naar den wal gegaan. Die
knapen zijn nu zeker weer op weg terug naar
hun heimath. Het gaf onder het detachement
een zeer gedrukte stemming.
Brieven en couranten zijn aangekomen.
Gelukkig bleef het in Holland tot nu toe
kalm. Moge alles nog in der minne geschikt
kunnen worden Over drie weken hopen we
in Indië geruststellende telegrammen te lezen.
Wij leven nu voorloopig in onzekerheid en
spanning.
Een volgende maal vertel ik u iets van
onze reis naar Port-Saïd.
Lt. Clockbner Bbousson b. d.
12 Maart 1903.
a/b S. S. Koning Willem II.
AOVKitTKiVUhN,
[EEN-eNJ5CE ldhouwer
ZAAHDAM HOORfüïËnKHUIZEn'^^
Inlichtingen bij C. de Boer*
Doodgraver, in de Hoep,te 8C HAGEN.
Aan de Steenkooperij
18