Grooie Smalen
SMIT BAKKER,
Boerenmeid,
Dienstbode,
JDeuros rait den gag
Organist.
M e I i a n t h e,
U II-I
F. REET,
H. Blok,
Sang
minose.
Handel in Rij w i e 1 e ii,
Burgers, Simples en
„de Vierkleur" Rijwielen,
Intern, Hoest, Borst-of KcelaaMni
Verzekering van Risico in Loterijen.
Wordt gevraagd
tegen hoog loon, bij K. Francis Jr.,
Burgerbrug, Zijpe.
Wordt gevraagd
P.G., niet beneden 18 jaar. Adres
J. VISSER, Stationsweg, Alkmaar.
Ook te vervoegen bij A. VISSER te
Schagen, Stations-Koffiehuis.
Een 1e Lezer voor het
gevraagd.
Inlichtingen bureau dezer courant.
De Kerkeraad der Doopsgezinde
Gemeente van Barsingerhorn c.a.
vestigt de aandacht op de vacante
betrekking: van Organist bij
deze gemeente.
Jaarwedde 1 150.
Schriftelijke sollicitatiën worden vóór
24 Mei ingewacht bij Ds. J. Kooiman
Barsingerhorn, 12 Mei 1908.
XTIBMAND
behoeft lijdende te zijn aan
indien men maar direct de
toevlucht neemt tot de allerwege be
kroonde en wereldberoemde Superior,
Druiven-Borsthoning-Kxtraci
uit de Kon. Stoomfabriek „DE
HONINGBLOEM" van E.M.van
Schalk Co., gevestigd te 's-Gra-
venhage (Holland).
Verkrijgbaar in flacons van
0.40, f 0.70 en f I.O©
bij alle HH. Drogisten en Comes-
tibleshandelaren, bij J, EOT-
fS-JLHTfi te Schatten, en bij
Th. E.J.08IEID1AL te
^cha&rerbmg?.
ADVERTENTIES.
Gelegenheid aangeboden voor
m een
van dit
klein gezin.
Blad, lett. M.
Br. Bureau
Gevraagd
Hoogzijde, Behagen,
heeft een groote keuze in
/LOERZEILEN.
Groote sorteering Rollen Mat
ten, gekleurde Matten,
Karpetten, vanaf 5 gld., 12 els
Tafelkleed» n, Koffers, T a s-
s c h e n, enz.
Leiert SPRIMIREN- «s KAPOKMATRASSEN.
Groote collectie ZADELMAKERS-ARTIKELEN.
a 4 p€t. rente beschikbaar
tegen 1ste Hypotheek, te bevra
gen bij D. D. P. WESTENBERG te
Haringhuizeii sluit alsmede
door P. VAN
te Limmen.
LEEUWEN, Mr. Smid
zoowel tijdelijk als doorloopend, tegen
vaste en matige premie».
De Eerste Nederlandsche Maatschappij tot
HOOFDKANTOORLange Vijverberg No. 2, te 's-GRAVENHAGE.
Maatschappelijk Kapitaal: Eén Millioen Gulden, waarvan f 100.000
gedeponeerd is bij de Twentsche Bankvereeniging,
B. W. BLIJDENSTEIJN Co., te Amsterdam.
Commissarissen
DirecteurJ. G. HAIGHTON.
Polissen en nadere inlichtingen omtrent doel, bedrijf en voordooien
worden verstrekt door G. NOBEL, Nieuwspoortslaan 4, Alkmaar G. KLAVER
Tuitjenhorn en C. REMPT, Noord-Scharwoude.
Tep de felst «wneeile
zooals„CONCORDIA," „GRITZNER,"
„MARS/' „SPLENDID,//
vanaf 50 Gld. -
„SIMPLEX,/' „EENHOORN,//
verder vele soorten, te veel om op te noemen,
MIN ER VA MOTOR-RIJWIELEN, Model 1903.
Verder eigengemaakte Rijwielen vanaf 60 Gld.
Het beste middel tegen bloedarmoede en zenuwzwakte.
Reeds meer dan tien jaren was de Sanguinose in beperkten kring
in gebruik, en werd al dien tijd aangewend bij bloedarmoede, bleek
zucht, zenuwzwakte, algeheele uitputting en in al die gevallen waarin
het er op aankomt, nieuw bloed te maken.
Thans is er geen stad en geen dorp in Nederland, waar de Sanguinose
niet bekend is, en waar zij niet met veel succes wordt gebruikt. Men
heeft onze Sanguinose eerst bestreden; maar dat is niets; daar moet
ze tegen kunnen en daar heeft ze ook tegen gekund, want het gebruik
neemt nog dagelijks toe. Gelijk het Rotterdamsche Nieuwsblad zei
„als zulk een middel niet veel goeds had, dan zou het niet opnemen"
en het neemt op, van week tot week. Met het grootste succes wordt
onze Sanguinose gegeven aan herstellenden na de influenzaen aan
herstellende moeders, die het bijzonder ondersteunt bij het voeden
harer kindertjes. Ook bij oververmoeide, overwerkte personen doet zij goede
diensten. Velen die geen staal konden verdragen, zijn door de Sanguinose
als verjongd. Menigeen, die te zwak was om te eten, kreeg door de
Sanguinose een gezonden eetlust terug. Ook zijn ons verscheidene
voorbeelden bekend van lijders aan slapeloosheid, die door een geregeld
gebruik der Sanguinose een diepen en verkwikkenden slaap terug kregen.
Wij zeggen daarom met vertrouwen
Als gij te zwak zijt om te eten, neem eens een lepel
SANGUINOSE, en als gjj te moe zijt om te slapen, probeer
eens de SANGUINOSE.
Tweemaal per dag een lepel is genoeg.
Prijs per fl. fl.50, 6 fl. 8.—12 fl. f 15.—.
Verkrijgbaar te SCHAGEN bij G. Doebesk.
—MM—HEI Bi——IHMB—
van
SCEÏAG-EN".
„Vierkleur" heeft het vorige jaar 17 eerste pr ij zen behaald, waar
onder het Kampioenschap van Nederland.
Tevens voorhanden goedkoope Rijwielen van 60 Gld.
gaat, hetgeen dateert nit de middeleeuwen,
hierover zal wel niet behoeven te worden ge
twist; wij behoeven in dit opzicht geen rekening
te houden met de gebeurtenissen in de middel
eeuwen, wij houden rekening met de wetten
en besluiten dienaangaande van de 19e eeuw.
En wij weten allen, ook de raad van Alkmaar
weet het terdege, daar deze het jaar 1870
heeft gebruikt tot oorlogsterrein, om te
trachten, op de heffingen der waag een pri
vaatrechterlijk stempel te drukken, ten einde
geheel vrij te worden van de controle van
den algemeenen Wetgever dat de waag
te Alkmaar tot den huidigen dag wordt
gerangschikt tot de inrichtingen van inter
communaal verkeer, wat ook terdege mijne
zienswijze is, en zoolang deze aldus
wordt gerangschikt, mogen de rechten en
loonen daarvan niet hooger worden goed
gekeurd dan vereischt wordt tot dekking
van de ten laste der Gemeente komende
kosten, tenzij door eene uitzonderingswet.
„Beslist was alzoo (zoo schrijft de commis
sie na den uitslag van de mislukte proefne
ming in 1870) dat Alkmaar, wilde zij hoo-
gere rechten heffen, dan art. 264 der Ge
meentewet toelaat, daartoe door een uitzon
deringswet de bevoegdheid moest erlangen,
en dergelijke wetten keerden dan ook na af
loop van iederen vergunningstermijn even
regelmatig terug, als de protesten der land
lieden tegen de huns inziens veel te hooge
Wik- en Weegloonen.
Het ging voortaan niet om het recht èn de
knikkers doch alleen om de knikkers." Wat
dezen laatsten zin aangaat, meen ik met recht
er tegen te kunnen protesteeren, daar wel
degelijk om het recht wordt gestreden,
om na de zegeviering daarvan, de knikkers
naar zich toe te zien rollen.
Wat het recht aangaat, wij hebben daar
tegen reeds argumenten aangevoerd, en ik
hoop ten zeerste, dat, wanneer de ampele
behandeling der quaestie in de Kamer zal
plaats hebben, wij boeren ons zoo gelukkig
kunnen achten, evenals de raadscommissie
te Alkmaar, dat ook aan onze zij de per
sonen staan, wier woord in deze méér gezag
moet hebben, dan dat, waarop wij eenvou
dige boeren aanspraak kunnen maken; wij
gevoelen ons zeker sterk in die meening,
maar geven haar niet als een evangelie.
Veronderstel, wij boeren worden in het
ongelijk gesteld, of liever, de waag wordt
gerangschikt onder inrichtingen van com
munaal verkeer, dan zullen wij ons hebben
te troosten met de wetenschap, dat bij een
quaestie over wetsuitleggiug steeds een der
partijen de vlag moet strijken en moet toe
zien, dat hem het recht onthouden wordt,
dat hij niettemin als het hem toekomende
blijft beschouwen. Maar al mocht dat het
geval zijn, ook zelfs dan zal het „Wee den
overwonnene" nog niet rechtvaardigen een
vonnis, gelijk thans door de commissie over
de houding der boeren wordt geveld.
En voor den goeden naam der Gemeente
Alkmaar, èn voor dien van haar Bestuur,
schijnt het der Commissie toe, dat er ééns
en vooral een einde gemaakt worde aan het
even heftige, als ongemotiveerde anathema,
dat telkens opnieuw over Alkmaar wordt
uitgesproken.
Naast deze beschouwing ben ik zoo vrij
mijn wensch te uiten, dat, als zooeven
gezegd, bij de ampele bespreking in de
Kamer vele mannen mogen worden gevonden,
die aan onze zijde staan, en de waag der
steden rangschikken onder inrichtingen van
intercommuuaal verkeer, en die de uitzonde
ringswetten niet langer toegepast wenschen
te zien. Maar, nogmaals van uitzonderings
wetten geschreven, vraag ik mijzelven af:
waarom verlangt toch Alkmaar de uitzon
deringswetten waarom wil Alkmaar aan-
hooren, van de gunst der boeren te moeten
leven, daar toch Alkmaar in 1902 de uit
zonderingswet, volgens berekening der com
missie, heeft toegepast tot een bedrag van
f 9000, in een jaar, dat volgens de commis
sie voor Alkmaar gunstig is geweest, door
flinken aanvoer van kaas, en gerekend de
uitgaven op het gemiddelde der uitgaven
over de laatste 25 jaren.
Zeer goed zal het m. i. kunnen gebeuren,
door de eene of andere oorzaak, dat de uit
zonderingswet in 't geheel niet behoeft te
worden toegepast. Veronderstel, dat in 1903
wordt ontvangen aan Wik- en Weegloonen
bijv. f34000 inplaats van f37000 in 1902,
en de uitgaven van 1903 het gemiddelde der
laatste jaren overschrijdt met bijv. f 6000,
wat toch door aankoop als anderszins kan
geschieden, vooral daar de gemiddelde kos
ten over de laatste 26 jaren bedroeg f6694
en de uitgaven ten behoeve der markt vol
gens aangegeven staat in 1884 bedroegen
f23068, en in 1885 f14821.
Wanneer deze rekening juist is gegeven
door de commissie, waaraan natuurlijk toch
niet mag worden getwijfeld [misschien
wordt in den staat van uitgaven voor 1903,
nog wel eene belangrijke som geplaatst voor
het marktwezen, welke moest worden ge
bruikt voor het aanleggen van een her
tenkamp, daar ook van dezen hertenkamp
de boeren kunnen genieten, evenals van den
antieken stijl van het waaggebouw,] dan is
het beslist, dat de stad Alkmaar vooral in
1884, met een uitgave voor het marktwezen
van f23068, aan de boeren een groote gratie
heeft geschonken, dan zijn niet alleen de
uitzonderingswetten niet toegepast, maar
Alkmaar heeft dan nog een groot bedrag
aan de boeren cadeau gegeven. En dan had
zij veel hooger bedrag kunnen vorderen
buiten de uitzonderingswet.
O boeren, o boerenhebt gij toen nog
Uw ongemotiveerd anathema uitgesproken
tegenover Alkmaar Hebt gij toen geen dank
baarheid betuigd voor de goedgunstige be
schikkingen van Alkmaar jegens de boeren
Wat de conclusie van de Commissie aan
gaat, dat de heffing van Wik-en Weegloonen
op den consument, maar niet op den boer
drukt, deze conclusie, geachte lezer, vind ik
zoo interessant, zoo belangwekkend, wel de
moeite waardig, daar even bij stil te staan. De
Commissie schrijft„Als Alkmaar morgen de
80 centen Wik-, Weeg- en Tasloonen afschafte,
zou dan de boer op den duur dat geld een
voudig als winst opstrijken
„Zou dan niet gegeven de kolossale pro
ductie, het groot aantal producenten, en de
daardoor bestaande scherpe concurrentie
het gevolg zijn, dat de boer, die thans, nu hij
de 80 ets. betaalt, voor f 25 kan leveren,
morgen voor f 24.80, overmorgen voor f 24.60
en ten slotte voor f 24.50 zijn kaas van de
hand zou zetten
„En als hij dat niet uit eigen beweging
deed, zouden dan (och lezer, houd uw lijf
vast, anders loopt gij gevaar te bersten van
't lachen zouden de kooplieden hem daartoe
niet geleidelijk dwingen
Hoe is 't toch mogelijk, vragen wij ons
zelf af, dat de Alkmaarsche commissie de
kaaskoopers voor zooiets uitdenkt, voor
iets waaraan de boer niet durft denken, n.1.
dat de kaaskoopers de boeren tot iets dwin
gen. De kaaskoopers kunnen elkander wel
eens dwingen, gesteld bijv. dat de kaaskoo
pers elkander eens zouden dwingen een con
tract te teekenen, tot het aangaan van deze
of geene voorwaarde, maar dat een kaas-
kooper een boer zal afvragenhoe duur
kost uw melk hoeveel kost het produceeren
uwer kaas hoeveel onkosten, waaronder
begrepen „Wik- en Weegloonen", komen be
halve het produceeren uwer kaas, op de kaas?
en daarna zegtnu komt u dat bedrag toe,
voor nw kaas maar morgen, wanneer de
Wik- en Weegloonen zijn afgeschaft, krijgt
gij 80 ct. minder per 100 kilo, neen geachte
lezer, stel u zooiets niet voor.
Vraagt gij u zelf niet afzou dat werke
lijk ernst zijn van de commissie, wat zij
daar schrijft, of een grapje de commissie
weet toch wel, dat de prijs op de markt is
de quaestie van vraag en aanbod.
Nog eenszoo schrijft de commissie, „dat
argument moeten wij nog voor de éérste
maal hooren." Zou de commissie 't wel ooit
te hooren komen, geachte lezer, dat de
heffing van Wik- en Weegloonen op den
consument, maar niet op den boer drukt
Wat verder het motief der commissie aan
gaat, dat door ons wordt gestreden tegen
de te hooge Wik- en Weegloonen door de
mindere inkomsten ontstaan door geen
goede kaas te leveren; waarom Denemarken
sen groote concurrent is niet omdat Dene
marken spotgoedkoope kaas levert, maar
omdat het zulke weergaloos goede waar
maakt, dient m. i. nog te worden uitge
maakt, of hierin de grootste schuld ligt aan
den kaasboer, of aan den kaaskooper.
Over de weerstandskas, ook aangehaald
in het rapport, wijd ik in deze niet uit,
daar vanuit de commissie voor de weer
standskas, waarvan ik de eer heb lid te zijn,
een schrijven is gepubliceerd.
Het rapport der commissie wordt besloten
met een beschouwing over den finantieelen
toestand van Alkmaar, doch daar ik ten
zeerste de overtuiging ben toegedaan, dat
bij de quaestie „Wik- en Weegloonen", de
finantiëele toestand der steden niet in aan
merking moet komen, wensch ik ook daar
omtrent niet uit te wijden.
Ten slotte, geachte belanghebbende lezer,
voeg ik U dezen wensch toe
Laten wij blijven strijden voor onze rech
ten inzake „Wik- en Weegloonen".
H. Jb AVIS,
Midwoud.
had opgehangen, kort en barsch bij zich
te roepen.
„Verwenschte arbeid is dat. Getallen en
nog eens getallen, en geen eind. De staten
moeten vanmiddag klaar zqn, opdat ik
precies weet, voor hoeveel geld er moet
worden gezorgd, 't Zal bepaald geen
kleinigheid zijn Wanneer ik die vervloekte
spitsboef hier tusschen mijn vingers had,
ik zou hem bepaald den nek omdraaien."
Jozef Bartel deed onwillekeurig een stap
achteruit. Van onder de dikke, grijze
wenkbrauwen van den ouden heer richtte
zich een scherpe, verwonderde blik op
zjjn gelaat.
„Wat scheelt je? Beng je bang voor zoo
iets Jq bent toch niet degeen, dien ik
daarmee bedoel
„Ik bang zijn O neen mijnheer,
waarvoor zou ik bang zqn Maar mag ik
misschien ook vragen, of er al iets van
mijnheer Winter bekend is
„Naar den duivel met je mijnheer Winter.
Je moet dien schurk nog fatsoenlijk aan
spreken, 't is" hoog noodig. Neen, men heeft
nog niets van dien ellendeling gehoord. En
het heeft er allen schyn van, dat hq heel
aardig door de mazen heen zal glippen ook.
Op geen enkel station heeft men iets
van een man met een bruinen koffer gezien.
Ik wed, dat de kerel zich hier in Breslau
in den een of anderen schuilhoek verstopt
houdt, om in alle gemoedsrust de eerste
de beste gunstige gelegenheid te baat te
nemen, om zqn biezen te pakken. Wan
neer men eenige honderdduizenden aan
baar geld tot zijn beschikking heeft, is
dat ook geen kunststuk. Want voor geld
kan men alles doen."
Bartel antwoordde niets en verdiepte
Ploeggareelen worden, op proef geleverd.
Steeds niCMWC TiSI>0?y's voorradig
Alles tegen concurreerende prijzen
Aanbevelend, MKB3T.
1
zich met zijn gewonen ijver in zijn werk.
In de andere kamer was de rechter op
dat oogenblik reeds druk met zqn onder
geschikten bezig. De commissaris had zijn
berioht over het doorzoeken van het gar-
nizoens-kerkhof beëindigd en dit rapport
had den rechter eeB teleurstelling bereid,
want het had niet het minste resultaat op
geleverd.
„Ik had zulke groote verwachtingen daar
van", zeide hq, „en ik stem toe, dat dit
resultaat mij zeer teleurstelt. Om alles ge
daan te hebben wat men van ons mag
verwachten, moeten we nu het huis nog
maar eens grondig doorzoeken."
Van mevrouw Winter was bericht ge
komen, dat zq zich nog zeer ellendig ge
voelde, maar toch gereed was, de heeren
van het gerecht te ontvangen.
De rechter verontschuldigde zich, dat hij
haar de pjjn van een nieuw ondervragen
niet sparen kon, en verzocht haar, haar
rustbed niet te verlaten. Ook koos hq voor
zqn vragen den meest verschoonenden vorm,
die onder deze omstandigheden maar moge-
lqk was.
Hermine antwoordde hem bereidwillig
en zonder aarzelen, hoewel ze haar zakdoek
steeds voor de oogen hield en een hevig
snikken hanr stem verstikte.
Zq kon niets vertellen, wat eenige
opheldering in de zaak bracht. In het
optreden van haar man was volgens haar
den laatsten tqd niet het minste verdachts
hij was volgens haar evenals vroeger. Zq
had er geen denkbeeld van, waarheen hq
zich gewend mocht hebben.
Zqn schuld scheen ook haar boven eiken
twijfel bevestigd, want zq uitte zich in
de meest hartstochtelijke woorden over het
(Goedgekeurd bij Koninklqke Besluiten van 20 November 1897, No. 62; 12 September 1900, No. 84
24 Juni 1902, No. 28. Opgericht 9 Juli 1902, Nederlandsche Staatscourant van 16 Juli 1902, No. J64.)
Mr. J. ADDINK, te 's-GravenhageJkhr. Mr. C. A. ELIAS, te Zaandam OTTO P. KOOR
te 's-GravenbageF. M. VAN PANTHALEON Baron van Eek, te Groningen; W. g
PETERS, te 's-GravenhageJkhr. Mr. J. H. VAN REENEN, te 's-GravenhageA Baron'
SLOET VAN OLDRUITENBORGH, te VollenhoveJkhr. H. F. M. J. VERHEIJEN, té
's-Hertogenbosch en C. P. J. VERHOESEN, te Utrecht.
Voor gewone of preferente aandeelen en voor alle andere aangelegenheden van
financieelen aard wende men zich uitsluitend tot hei hoofdkantoor.
Vernikkelen, Emailleeren, alle voorkomende Beparalien, Verhuren, enz.
ongeluk en de schande, die hij over haar
had gebracht, en wenschte zich telkens dood
Door dit verhoor w< jrd de rechter niet
wijzer dan hq was geweest. Hq was
juist van plan haar t« verlaten, toen de
huisbel overging en een oogwenk daarna
in de naaste kamer een welluidende,
ofschoon opgewonden meisjesstem in ge-
sprek met de oude vrouw Nitschke werd
gehoord.
„O mijn God mjj'n schoonzuster
zuchtte de jonge vrouw. „Wanneer mq dat
maar gespaard gebleven was."
De rechter kwam er niet toe, over het
vreemde van deze woordan na te denken,
i Want reeds werd de deur geopend en een
lieve, maar op dit oogenbli. k er zeer boos
uitziende jonge dame kwal u binnen. Zij
had zich niet eens den tqd gegund, den
hoed af te zetten, en zo» 'dra zag ze
Hermine niet,of ze snelde op hefrustbed toe
„Om 's hemels wil, Hermin e, wat is er
gebeurd Gerard is weg ea 1 men waagt
het, hem van een misdaad te: bi 'schuldigen,
hem, den meest rechtschapen 9 van alle
menschen Wat moet jij sin ds gisteren
onder dat alles hebben geleden.
In groot medelqden, dat alile vroegere
onaangenaame dingen vergat, had ze
haar schoonzuster teeder willen -omhel
zen.
Hermine echter wist zi ch nog bqtqds
aan deze liefkoozing te onttrekken. Haar
stem klonk scherp en sn qdend, toen ze
antwoordde: „Ja, ik lijd - lijd zoo erg,
dat ik er zeker van ben, het ontzettende
niet lang te zullen overlev en. Maar je ziet,
dat we niet alleen zqnM ijnheer de lichter
kan je beter inlichtü igei i gevein over de
heldendaad van je bnoer. dan ik:."
Zij drukte onder heftig snikken op
nieuw haar gelaat in de kussens. Martha
wendde zich met gloeiende wangen en
bliksemende oogen tot den rechter
„Ik heb geen inlichtingen noodig
want ik verklaar alles, wat men van mijn
broer voor slechts zegt, voor niet waar
een schandelijken leugen. Hij kan het offer
van een misdaad zijn geworden, maar
nooit zelf een misdaad hebben begaan."
De verschijning 'van het meisje had op
den rechter zulk een gunstigen indruk ge
maakt, dat hij gaarne bereid was, het on
beleefde van haar optreden te vergeven.
„Dit geloof aan de onschuld van uw
broeder doet uw zusterhart alle eer aan,
mejuffrouw", zeide hij met milden ernst.
„Maar gewichtige bewijzen spreken jam
mer genoeg het tegendeel uit. U hoort
zelf, dat de vrouw van uw broeder niet
meer twijfelt."
„Dan heeft ze hem nooit gekend, of ze
weet in haar vertwijfeling niet meer wat
ze zegt. Ik weet, dat hq liever zou zijn
gestorven, dan zijn hand naar vreemd
goed uit te strekken. Wanneer mijn broe
der verdwenen is, zonder een spoor achter
te laten, dan is hij niet vrijwillig gegaan,
maar heeft men hem vermoord, om den
diefstal te begaan, waarvan hij nu wordt
verdacht."
„U trekt met zeer groote zekerheid uw
gevolgtrekkingen, juffrouw Winter. Is u
dan over de bijzonderheden van hetgeen
gebeurd is en wat heeft plaats gehad ge
durende uw afwezigheid, reeds zóó pre
cies ingelicht?"
„Ik weet er alleen dat van, wat de
Nitschke's mq zooeven hebben gezegd. Maar
wanneer het waar is, wat zq mq vertelden,
dan is het voor mq meer dan genoeg, om
met alle beslistheid zulk een gevolgtrek-
king te maken."
I „En zoudt u de. onschuld van uw broer
misschien nog uit iets anders aan het
licht kunnen brengen, dan slechts uit nw
persoonlijke overtuiging van den adel
van zijn karakter
„O zeker, daar twijfel ik niet aan. Maar
u moet mij vragen stellen, want ik heb
er zelfs geen denkbeeld van, waarin de
door u aangegeven gronden tot zqn ver
denking bestaan."
„Het was juist mijn plan, dat te doen.
Slechts zou ik u willen verzoeken, mij naar
de kamer, tot verhooren bestemd, te volgen.
Dat ik uw schoonzuster hier bezocht,
geschiedde alleen met het oog op haar
toestand."
„Ik ben tot uw dienst," antwoordde Martha
bereidwillig, nadat ze haar reismantel had
uitgetrokken en den hoed afgezet. Maar
toen viel haar blik op Hermine, die nog
steeds luide snikte, en ze aarzelde heen te
gaan.
„Mijn schoonzuster is ziek", zeide zq
halfluid. „Misschien was het toch vóór alles
mijn plicht, mq met haar bezig te houden en
doe ik er niet goed aan, haar alleen te laten."
Haar woorden waren slechts voor het oor
van den rechter bestemd geweest, maar ook
de jonge vrouw had ze opgevangen. Meteen
energieke beweging hief ze het hoofd op
„Ik bid je dringend, geen acht op mij te
slaan en je ook niet te bemoeien met mijn
toestand", zeide ze op eenzelfden bitsen toon,
als zij reeds straks tegen haar schoonzuster
had aangeslagen. „Want ik wensch niet, dat
gq mqn verpleegster zult zqn. 't Liefst
ben ik alleen. WORDT VERVOLGD.