H. FEISSER. M. Feisser. Politiek ovemciit der rak. INGEZONDEN. Zondag 7 Juni 1903 47ste Jaargang No. 3842. "ÏËRSTE BLACK Herstemming Provinciale Staten, Dinsdag a. s. Buitenlandsch Nieuws. Bmnenlandsch Nieuws. SGHAGER AlneiESi Niius-, COURAIT. AlTBrtutie- LaiilimlM Dit nummer bestaat uit twee bladen. POLITIE. Ter secretarie dezer gemeente worden in lichtingen verzocht omtrent een op de laatst gehouden weekmarkt vermist lam on omtrent een verloren fietspomp. o Kiezers! a. s. Dinsdag is het de laatste gaDg voor u, om de beslissing te brengen, wie lid der Staten zal worden: Bos of Peisser. De eerste, een lioomsch-Katholiek, de can- didaat der verbonden kerkelijke partijen, van de Roomsch-Katholieken en Anti-Revolution- nairende ander de candidaat van al wat liberaal heet. Wanneer het verschil tusschen deze beide candidaten scherp in het oog wordt gehouden, is de keus voor het meerendeel der kiezers niet moeilijk. Een Katholiek de vertegen woordiger voor het district Schagen in de Provinciale Staten Op dié vraag zal men algemeen bij de Liberalen, we twijfelen er niet aan, met een krachtig neen antwoorden. Het verschil van beginselen, van politiek voelen en denken, tusschen den heer Bos en ons vrijzinnigen en liberalen, is zoo groot, dat het plicht is, met alle kracht zijn verkiezing te beletten. Maar daarvoor is het dan ook noodig, dringend noodig, schouder aan schou der te staan in dezen verkiezingsstrijd. Men denke er aan: bij de tegenstanders komt de laatste man op, daar wordt alle kracht in gespannen en gehoopt op de gewone slechte opkomst aan onze zijde. Welnu, kiezers, toont ditmaal, dat ge niet laksch zijt, geen enkele kiezer blijve thuis, allen ter stembus, hoog het vaandel onzer beginselen en gesfemd op Zooals we reeds verschillende malen hebben aangetoond, is de candidaat Peisser een man van krachtig denken en handelen, van ernstig weten en willen. Een man die het waard is, dat men een gang naar de stembus voor hem doet, omdat men weet dat men in hem een afgevaardigde krijgt, die niet voor spek en boonen zal meedoen, maar van wien men spoedig zal kunnen getuigen, dat hij zijn Statenzetel waardig is. De heer Feisser is een man, in ons district wonend, die reeds lange jaren met ons heeft meegeleefd, onze behoeften kent. De heer Bos daarentegen woont buiten ons district, is met zijn gansche persoonlijkheid niet bij ons, daarvoor' is hij niet genoeg bij ons geïnte resseerd. Wij hebben noodig mannen, die midden in ons leven meeleven, die toonen, dat we op hen kunnen rekenen, zoo noodig eiken dag en zulk een man is de heer Kiezers veel zal u wellicht weer worden verteld over den heer Feisser. Wie weet welke middelen zullen worden aangewend om hem zwart te maken in uw oog. We hebben daar bij de eerste verkiezing fijne proefjes van gehad, en de roode lap is geducht gezwaaid. Maar kiezers, we raden u ernstig aan. sluit uw ooren voor al dat schoons, geeft eigen oogen den kost. De candidaat Feisser is u bekend, ge weet zijn leven gedurende een aantal jaren, kunt dus zijn werken en optreden beoordeelen. Vraagt uzelf ai', of hetgeen hij heeft gedaan en tot stand gebracht, een goede belofte is voor de toekomst, of ge hem daarop uw vertrouwen kunt schenken, ja of neen En dan twijfelen wij er geen oogen- blik aan, of u zult met ons antwoordenja Welnu, laat dat uw leiddraad zijn en u tot aan sporing strekken ter stembus te gaan en anderen op te wekken met u te stemmen op H. Feisser. In Rusland maaktmen zich zeer ongerust over de uitbreiding der Japansche oorlogsvloot. Alge meen is men het eens, dat deze vermeerdering van de strijdmacht met het oog op Rusland geschiedt. En zoo iets kan men zich aan de Nova maar niet begrijpen, daar Rusland Japan in geen enkel opzicht hinderlijk is. Met de Koreaansche aangelegenheden bemoeit Rus land zich volstrekt niet meerdoor de rust en orde in Mantsjoerije te herstellen, is de invoer van Japansche artikelen in dit gewest zeer toegenomen, zoodat Japan eerder redenen tot tevredenheid, dan tot het maken van krijgstoerustingen heeft, meent men. Men vergeet bij deze redeneering de leer, dat wie zijn buurman op een afstand wi. houden, de tanden moet laten zien. Het zou er zeker in Oost-Azië reeds lang anders uit gezien hebben, zoo Rusland daar geen krachtig Japan tegenover zich had gehad. De ontwikkeling van dit eilandenrijk in zoo korten tijd is éénig in de geschiedenis der volken. Eukele cijfers zijn voldoende, om dit te be wijzen. Zoo bereikte de exporthandel in 1902 eene waarde van ruim 252 millioen Yen, tegen een invoer van ruim 265 millioen Yen. Voor den uitvoer was dit eene vermeer dering van bijna 48 millioen en voor den invoer van 31'/i millioen in een jaar tijds. De lengte van het spoorwegnet was in 1902 6300 kilometers, welke door 41 maatschap pijen geëxploiteerd werden. Het kapitaal dezer lijnen beliep 265.852.000 yen. De han delsvloot telde in 1902 3220 zeilschepen en 1546 stoomschepen. De oorlogsvloot klom in 1902 tot 74 schepen, waarvan de meesten eerste klas slagschepen en kruisers zijn. Deze vloot was bemand met 16046 koppen. Het leger telde 640701 man, waarvan 204109 in reserve. De bevolking bestond bij de jongste telling uit bijna 44 millioen zielen.Geen wonder, dat Rusland de klimmende macht van dezen tegenstander met leede oogen aanziet. Deze macht beteekent voor Ruslandtot hiertoe en niet verder! Evenmin als het Rusland in Oost-Azië voor den wind gaat, evenmin is het elders anders in zijne ondernemingen gelukkig. In Konstantinopel heeft zijne diplomatie eene gevoelige nederlaag geleden. De Russische invloed te Konstantinopel poogt voortdurend den Duitschers allerlei hindernissen in den weg te leggen. Dit ge schiedt niet alleen, om den algemeenen in vloed van Duitschland in Turkije en Klein- Azië tegen te werken, maar in 't bijzonder is Rusland bezig om de Duitsche Bagdad-plan- nen te verhinderen. De Bagdad spoor weg is Rusland een doorn in het oog. Rusland ziet in dien spoorweg een ernstig gevaar voor de uitbreiding zijner macht in het gebied van den Euphraat. Nu staat de- uitvoering van het Bagdadplan in nauw verband met de Turksche financiën. Ten einde Turkije finan cieel in den spoorweg te betrekken, is van Duitschland en Frankrijk het plan tot unifi catie van de Turksche Schuld uitgegaan. Een deel van het daardoor te verkrijgen be drag, zou in den bouw der lijn worden ge stoken. Natuurlijk stuitte deze financiëele operatie bij Rusland op sterken tegenstand. In den strijd, die hierover werd gevoerd, kwam eigenaardig de zwakke zijde van het verbond tusschen Rusland en Frankrijk aan den dag. Terwijl Rusland toch met hand en tand zich tegen het plan verzette, vond het in Frankrijk krachtige voorstanders. Frankrijk is bij do unificatie van de Turk sche Schuld met 40 pCt. van het maatschap pelijk kapitaal betrokken, zoodat minister Rouvler zich sterk voor dit plan interesseert. Het is al meer gebleken, dat in de Turk sche aangelegenheden de ware verstandhou ding tusschen de leden van den Tweebond niet bestaat. Terwijl Frankrijk voor eenige weken de Macedoniërs tot verzet prikkelde en in Sofia den indruk maakte, dat in het uiterste geval op den steun der mogendheden gerekend kon worden, deed Rusland zijn uiterste best, een algemeenen opstand te voor komen, en dreigde het Bulgarije met zijn volle ongenade, bijaldien aan het stoken en wroeten over de grenzen geen einde kwam. Nu komt weer het verschil van inzicht in de Turksche financiën. Al het verzet heeft Rusland echter weinig gebaat. De unificatie heeft zijn beslag gekregen en de desbetref fende stukken zijn reeds door den Sultan bekrachtigd. „Gebaut wird er dochzeggen de Duitschers en het laat zich aanzien, dat, trots alle moeilijkheden en tegenwerking, de Duitsche veerkracht en volharding ten slotte zullen zegevieren. Wanneer wij den strijd hier en daar en overal elders nagaan, dan zien wij, dat er bij iedere kwestie wijzigingen in de staatkun dige verhoudingen ontstaan. Frankrijk en Duitschland samen vereenigd aan 't her stel der Turksche financiën en zeer zeker straks tegelijk werkende aan den kortsten weg naar IndiëRusland en Engeland in stil verbond om den Duitschen invloed in Turkije en Anatolië te bekampen. Engeland en Frankrijk broederlijk eensgezind om gemeenschappelijk Marokko in te palmen; Frankrijk en Rusland in verschil omtrent de beste oplossing der Turksche kwestieDuitschland en Engeland in nijdige concurrentie op de markten in overzeesche gewesten Oostenrijk en Italië met elkander in strijd over politieke, economische en kerkelijke aangelegenheden. Bij zooveel verschillende inzichten en afwijkende belan gen kan van eene innige verstandhouding geen sprake zijn.Wij zeiden, dat Engeland en Frankrijk druk bezig zijn, de Marrokkaan- schen kwestie in hun geest op te lossen. Frankrijk heeft daartoe eene prachtige gele genheid gevonden. De Gouverneur-Generaal van Algiers met gevolg is op zijne rondreis, door Marokkaan- sche stammen van de Oase Figuig in eene hinderlaag gelokt en slechts bij toeval aan hun moordend lood ontkomen. Zulk een snood verraad moet natuurlijk gewroken worden. De Fransche regeering heeft derhalve besloten, de rooverstammen aan de andere zijde der Algiersche grenzen te tuchtigen en de Oase tijdelijk te bezetten. Frankrijk tracht nu Europa officiëel wijs te maken, dat deze bezetting slechts tijdelijk zal zijn, maar het weet zelf, en ook de anderen weten het wel beter. Deze zauk kan voor Marokko het begin van het einde worden. Zoodra de pudding is aangesneden, zullen ook anderen belust worden op een sneetje. De Engelsche pers spreekt over Frankrijk's plannen allervriendelijkst. Men laat heel dui delijk doorschemeren, dat in zake Marokko een Engelsch-Fransche overeenkomst zeer gewenscht zou zijn. Engeland het kustgebied, Frankrijk het achterland, en de rest voor de anderen. Zoo ongeveer stelt John Buil zich de beëindiging voor. Of Duitschland en Rus land en vooral Spapje zich met deze ver deeling tevreden zullen stellen, is een andere vraag. Van Spanje zal men, als't wezen moet, al heel weinig notitie nemen, terwijl voor den arond en den beer elders ook nog wel buit te vinden zal zijn. Van hun kant zullen Frank rijk en Engeland dan wel een oogje toedoen. Zoo helpen de roofridders in de 20ste eeuw elkander. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven.) Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoek ik U een weinig plaats ruimte in uw no. van 7 Juni, teneinde een paar woorden te zeggen met betrekking tot de herstemming op 9 dezer. Bij voor baat m'n dank. De stemming van 27 Mei j.1. heeft mij, en ongetwijfeld velen met mij, maar matig kun nen bevredigen. Niet minder toch dan 3000 kiezers hebben zich onthouden. In sommige gemeenten is nog niet van de kiesge rechtigden opgekomen. Naar mijn bescheiden meening dragen ditmaal juist de thuisblijvers de schuld, dat we heden weer staan voor een herstemming. 't Eenige lichtpunt, dat de stemming van 27 Mei biedt, is 't feit, dat op den heer FEISSER, trots alle verdachtmaking van onbekend gebleven voorstanders der candidatuurVan der Stok, bijna tweemaal zooveel stemmen zijn uitgebracht, als op den heer Van der Stok. Dit lichtpunt is mij een bewijs, dat hon derden kiezers hebben gewalgd van den inhoud [de advertentiën uitgezonderd] der „Verkiezings-courant voor de Prov. Staten in het District Schagen". Wanneer al die heer lijke producten zijn uitgestort uit Nieuwe Niedorp's hoorn des overvloeds, dan moeten daar wel zeer vuile slooten zijn, waaruit men modder en slijk maar voor 't opscheppen heeft gehad. Een fout is beslist ingeslopen op pag. 1 onderaan rechts, de beide laatste regels. Er staatMaak dan niet Feisser zwart, maar dit had, dunkt me, moeten zijn„Maak dan niet Feisser zwart, want dat is reeds door ons gedaan." Echt liberaal, heeren Onbekend!! Hadt ge er wellicht op gerekend, dat de heer Feisser zich die zwartmakerij zoo zou aantrekken, dat hij ter elfder ure zijn can didatuur zou intrekken De besturen der R.-C. Kiesvereenigingen van het Kiesdistrict Schagen geven u een gevoelige les, door tot nog toe althans slechts even te roeren in uw vuil, teneinde daaruit alleen op te halen een aanbeveling voor hun candidaat, in uw verkiezingscourant „als 't ware geknipt voor de Prov. Staten" geheeten. Het luchtje, bij die roering ontstaan, is ongetwijfeld do oorzaak geweest, dat die Besturen het „voor het district Alkmaar" niet bij 't „g e k n i p t" hebben kunnen voegen. Als protest tegen de w ij z e waarop de candidatuur van den heer Feisser is bestreden, acht ik 't plicht van liberalen zoowel als van vrijzinnigen, om te zorgen, dat bij de herstemming de heer Feisser met over weldigende meerderheid uit de bus komt. Het aantal stemmen te Schagen, Zijpe en Barsingerhorn [plaatsen, waar men den heer Feisser wat beter kent dan elders] op hem uitgebracht, geeft waarborg, dat het district Schagen in hem een waardig vertegen woordiger zal vinden in de Prov. Staten. S. BRUGMAN. Heer Hugowaard, 4 Juni 1903. Hoe H. M. de Koningin er uit ziet! In een Amsterdamschen brief van de Prov. G r o n. C t. leest men Het heeft hier ieder getroffen, dat sinds het laatste bezoek aan de hoofdstad, er in Hr. Ms. uiterlijk een groote verandering is gekomen. Het jeugdige, schier onbezorgde, het kin derlijk blijde, dat toen de gelaatstrekken van de Koningin steeds verlevendigde, is verdwenenH. M. is geworden van rijpere vrouwelijkheidde uitdrukking van Haar gezicht heeft iets ernstigs gekregen, bij het weemoedige af. Het is soms, als lag er een floers van zachte smart over die zeldzaam lieve oogen. De lieftalligheid der Koningin komt thans, bij het ernstiger worden van den blik, nog sterker uitik wil eerlijk bekennen en zeg dit niet in een dwaze persoonsverheerlijking, maar zelden zag ik een jonge vrouw van dezen leeftijd, die met zulke uitnemende, zachte vriendelijkheid gezegend is. Ook in het gesprek komt dit uit. Ik had de eer aan H. M. voorgesteld te worden en geruimen tijd met H. M. en den Prins der Nederlanden te spreken, en ook daarbij bleek mij opnieuw weer van een on geëvenaarde lieftalligheid. Niet zoozeer nog, dat de belangstelling, waarmede naar persoon lijke ervaring gevraagd werd, treffend was, maar de wijze, waarop dit geschiedde, de slembuiging, de toon was zeer innemend. Het wil my een reuzentaak voorkomen voor een Koningin, om op de hoogte te zijn van de bijzondere qualiteiten van allen, die de eer genieten aan Haar te worden voorge steld wel geniet H. M. daarbij de voor lichting van Hare kamerheeren, die een soort schema geven van wat door H. M. met den toegesprokene het best wordt be handeld, maar niet steeds kan zelfs een Koningin in een paar seconden een juist inzicht daarvan krijgen, zoodat het gesprek „er weieens naast loopt," waarbij de toege sprokene met eenige handigheid echter het goede spoor wel weet te vinden en aan te wijzen. De Noordkethelpolder droog- gemalen. Men schrijft uit SCHIEDAM aan het „N. v. d. D": Op zeer enkele diepgelegen gedeelten wei land Da, is de polder nu geheel droog. Nu het overstroomde land zich thans we derom aan het oog vertoont, leveren de vroeger zoo weelderig van gras voorziene weilanden een schouwspel op, dat niet alleen den belangheb benden, aldaar wonenden boer,maar ook den be langstellenden bezoeker, met weemoed vervult. Ruim 600 bunder land is over zijne geheele oppervlakte bedekt met eene brijachtige massa, welke onze zinnen het gezicht en den reuk, onaangenaam aandoethier kan men die massa denken bruin, daar zwart, elders koper groen heeten, en op andere plaatsen is de kleur niet te benamen een hoogst onaan gename stank verspreidt zich in de omgeviDg. Op een enkel stukje, dat, dank zij zijn hoogere ligging, niet overstroomd is ge weest, graast eenig vee, hoogstens 4 stuks. Verder ziet men over de geheele uitgestrekt heid geen enkel stuk vee grazen, aangezien zulks onder den treurigen toestand gansch onmogelijk is. Doodsch is de aanblik. Wel ziet men eene tallooze menigte kok meeuwen vogels, die azen op de doode visch, die zich aldaar in die weekachtige massa in groote hoeveelheid bevindt. De wegen, welke den polder doorkruisen, hebben door het water veel geleden bij de „Kandelaar" is de weg voor een gedeelte onberijdbaar. Het zal langen tijd duren, vóórdat het land wederom in bruikbaren toestand zal gebracht zijnop welke wijze men het land zal ontdoen van die brijachtige massa die door den een „groei" van 't water wordt geheeten en door den ander met den naam van „vilt" wordt bestempeld, is nog niet aangegeven of bepaald. Sommigen geven de voorkeur aan „omspit ten" (omgooien); anderen achten het meer geschikt om die laag van het land „te harken". Meer en meer blijkt, dat het geleden en nog te lijden verlies buitengewoon groot zal zijn een nog betrekkelijk klein bedrag aan giften is ingekomen ruim 4 duizend gulden dus slochts een vijftiende gedeelte van de som, waarop het verlies geschat wordt. Waarlijk, indien offervaardige menschen zich wilden overtuigen van den allertreurigsten toestand, waarin de polder verkeert, zij zouden alsdan ongetwijfeld hunne beurzen wijder openen, ten bate van de vele slachtoffers dezer overstrooming. Vanwege de gemeente Schiedam wordt „Kethel en Spaland" van drinkwater voor zien. Woensdagnacht omstreeks 12'/j uur reden te ROTTERDAM twee rij tuigen met lieden, die huiswaarts keerden, in de richting van Charlois door de Pretoria- laan. Over die straat is een buis aangelegd, waardoor de modder uit de Maashaven ge spoten wordt op een terrein achter de Pre- torialaan gelegen. Zóó hoog is die buis boven de straat aangelegd, dat een rijtuig er onder door kan, doch dan moet de bestuurder bukken. Ter weerszijden aan den weg staan brandende lantarens. De koetsier, van het eerste rijtuig, M. Vinke, wonende Hofstraat no. 43, in dienst van den stalhouder Cockx op het Haagscheveer, heeft de buis niet op gemerkt en is er met de volle borst tegen aangereden, waardoor do man zóó deerlijk is verwond, dat de -dood er onmiddellijk op volgde. De in het rijtuig zittenden bemerkten door het harder gaan loopen van het paard, dat er iets niet in orde was. Een hunner sprong er uit on greep het paard, en toen vonden zij den ernstig verwonden koetsier in de schulp van het rijtuig liggen, waarin hij van zijn bok gevallen was. Het lijk is naar zijn woning vervoerd. Een ingezetene van Mussel- kanaal [Gr.] verkocht dezer daffen zijn hond aan iemand te HAARLEM en verzond het dier per spoor. De nieuwe eigenaar berichtte Donderdag jl. do goede ontvangst, maar Dins dagavond was het trouwe dier bij zijn ouden baas terug. Dp hond had den weg van Haarlem naar Musselkanaal terug weten te vinden. InArtiste AMSTERDAM is een jonge bison geboren. Men meldt: De directie der Hollandsche Spoorwegmaat schappij heeft thans aan 't geheele bij de staking trouw gebleven personeel van ambte naren aan de stations een kwartmaand extra traktement toegekend. Geheimzinnig. Een jong paar uit AMSTERDAM, dat met de Pinksterdagen een uitstapje maakte naar Kamper, kwam tot de ontdekking, vermoede lijk te Utrecht met het overstappon een ver keerd koffertje te hebben medegenomen. Te Zwolle gekomen, ging men er mede naar den stationschef, om van deze vergissing aangifte te doen, doch hoe vreemd keek men op, toen in het koffertje gevonden werden een geladen revolver, benevens kruit en twee ploertendooders Het koffertje met zijn vreemden inhoud is te Zwolle gebleven. Tot nog toe is men er niet in geslaagd, den eigenaar te ontdokken, evenmin als men weet, waar zich het andere koffertje bevindt, waarin o. a. een kerkboekje met gonden slot was. Omtrent de vooruitzichten van de ooftteelt in de Niedorper Kogge verna men wij het volgendePruimen beloven een goede opbrengst, peren staan matig, appelen redelijk wel. Met ingang van dit seizoen is het 55 jaar geworden, dat Pieter van Zoonen onafgebroken te Wioringer waard de schapen heeft geschoren, en wat handigheid en vlugheid betreft, behoeft hij voor jongere krachten nog niet te wijken. Door den h o er C. Smit. b o u w- kundige te ZUID-SCUARWOUDE, werd Donderdag 1.1. in het lokaal van den heer A. Mijts te Verlaat, gem. Oude Niedorp, aan besteed het bouwen van een boerenplaats met boet enz. ió de Leien. Ingeschreven werd door de volgende heeren J. Levendig te Dirkshorn f 7389; B. Kamp f7389, M. de Vries f8626, P. Mienes f8622, allen te Heer HugowaardP. Roos f6999.99, J. Smit f 6825, C. Schuitemaker f 6195, allen te Noord- ScharwoudeA. Timmerman f 6999, D. Gel der f7050, J. van Zalingen f6917, C. Roos f7500, allen te Oudkarspel; J. Timmerman te Nieuwe Niedorp f6890; Jb. Zijp f7999, S. Mettes f 8024, beiden te Zuid-Scharwoude. Gegund aan den laagsten inschrijver, C. Schuitemaker te Noord-Scharwoude, voor f 6195. De raming was f 6740. De gy m n a s t i e k v e r e e n i g i n g „De Westfries" te BARSINGERHORN zal 12 Juli a.s. haar 10-jarig bestaan herdenken door eene openluchtuitvoering, waartoe ver schillende vereenigingen tot deelname zijn uitgenoodigd. Stoel en Spree. Men verzoekt ons, mede te deelen, dat de heer M. Spree, door wiens ongesteldheid de opvoering van het stuk „Mottige Janus" Maandag j.1. te Nieuwe Niedorp niet kon plaats hebben, thans in zooverre hersteld is, dat de aangekondigde voorstellingen van „Mottige Janus" en „Mijn naam is Lehman" op Maandag en Dinsdag a.s. te WIERIN- GERWAARD voortgang kunnen hebben. Voorts verwijzen wy naar de desbetreffende advertentie, voorkomende in dit nummer. Werkstaking en krankzin nigheid. In het verslag betreffende het Gesticht „MEERENBERG" over 1902 lezen wij, dat in een zeer groot aantal gevallen neêrdruk- kende invloeden oorzaak der krankzinnigheid waren. Er staat o. m. „In onderscheidene van deze gevallen was als zoodanig in het spel eene werkstaking met hare gevolgen. Twee van deze patiënten verklaarden na hun herstel, dat zij zich aan de werkstaking niet hadden durven onttrek ken, uit vrees voor erger. De aanhoudende angst, dat hun gezin nu geheel tot armoede zou vervallen, had hun hoofd geheel in de war gebracht. „Een derde geval betreft een patroon, die zich den ongewenschten geest, welke onder zijne knechts optrad, zeer aantrok en voort durend in angst verkeerde, dat zij zouden staken en hij dan zyne verplichtingen niet zoude kunnen vervallen. Onder die omstandig heden trad een hevige aanval van verwardheid op." Onbescheiden wielrijders. Toen Pinkstermaandag de Koningin met Haar Moeder een rijtoer door het overvolle Baarn maakte, was het koninklijk rijtuig voortdurend omringd door een drom van wialrijders, die onafgebroken onbescheiden blikken in het rijtuig wierpen en heel wat stof opjoegen. Om hen te ontvluchten, reden de Koninginnen daarom naar de Eem en de Zuiderzee. Maar zij waren pas den Tol bij Baarn door, of een vijftigtal fietsers bleef als muggen om het rijtuig zwermen. Het rijtuig hield stil en de koetsier verzocht hun beleefd en driDgend, terug te keeren, waaraan de wielrijders toen voldeden. Te BUSSUM had Donderdag- morgen het volgende ongeval plaats. Een dame uit Apeldoorn, gelogeerd bij den heer v. B. alhier, kreeg een flauwte juist in de nabijheid van een brandend petroleum- toestel, waarop zij kwam te vallen. On middellijk raakte zij geheel in brand. Een voorbijganger wist ten slotte de vlammen aan haar lichaam te dooven, doch de dame verkeert in jammerlijken toestand. In de maand October 1901 brandde te HEDIKHUIZEN des nachts eene woning af. De eenige bewoner, een gepens. O.-I. militair, was na den brand zoek. Drie dagen daarna werd echter zijn verkoold lijk onder hot puin gevonden. Naar de oorzaak van dat treurig ongeval werden destijds vele gissingen gemaakt, doch hier bleet het bij. Dezer dagen kreeg J. v. d. G., broeder van den verbranden O.-I. militair, een woorden twist met zijn buurman M. v. B., waarbij de laatste v. d. G. verweet, dat hij destijds den brand gesticht had en alzoo de oorzaak was van zijns broeders dood. Deze verwijtingen zijn ter kennis van de politie gebracht, die deze zaak zal onderzoeken. Uit KERKRADE schrijft men aan de Limb. Koerier: Zondagnamiddag om 5 uur had er op de Bleijerheide eene daad van ongemeene dierlijkheid plaats. Een zekere Paulussen, bijgenaamd „der Wöste Koob", die algemeen als een woestaard bekend staat, heeft na eene korte woordenwisseling met één zijner zonen, dezen zoodanig door een schot gewond, dat men voor zijn leven vreest. Nadat P. des middags zijn vrouw geslagen had, liet men den zoon halen, om de moeder bij te staan. Doch deze, de geaardheid van zijn vader kennende, wachtte zich wel zijne moeder met de daad te helpen. Daarom trachtte hij zijn vader door bewoordingen tot zachtheid te stemmen. Daarop schijnt echter de woesteling zoo in toorn te zijn ontstoken, dat hij zijn zoon in de borst schoot. Hoewel P. na het plegen der wandaad door velden en weiden trachtte te vluchten, was hij toch niet vlug genoeg, om de polite te ontloopen. Deze bracht hem Maandagmorgen naar Maas tricht, alwaar hij voor zijn woestheid zal moeten boeten. De zoon is overleden. Men meldt uit DEN HAAG: Naar men verzekert zal de regeering een aanvullingsbegrooting bij de Tweede Kamer in dienen, waarbij voor alle kosten van regeerings- wege bij de jongste stakingeu gemaakt, gelden zullen worden aangevraagd. In verband hiermede zouden verschillende artikelen van de loopende oorlogsbegrooting wijziging ondergaan en met groote bedragen moeten worden verhoogd, wuartegenover oen belangryke verlaging zon staan wegens het dit jaar niet houden der najaarsoefeningen. De heer A. de Does, bakker te SINT PANKRAS, is bij aanbesteding door liet Burgerlijk Armbestuur der gemeente Amsterdam leverancier geworden van 1.048.000 beschuiten a f 4.10 per 1000.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1