H. FEISSER.
M. Feisser.
Politiek ovemciit der rak.
INGEZONDEN.
Zondag
7 Juni 1903
47ste Jaargang No. 3842.
"ÏËRSTE BLACK
Herstemming
Provinciale Staten,
Dinsdag a. s.
Buitenlandsch Nieuws.
Bmnenlandsch Nieuws.
SGHAGER
AlneiESi Niius-,
COURAIT.
AlTBrtutie- LaiilimlM
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
POLITIE.
Ter secretarie dezer gemeente worden in
lichtingen verzocht omtrent een op de laatst
gehouden weekmarkt vermist lam on omtrent
een verloren fietspomp.
o
Kiezers! a. s. Dinsdag is het de laatste gaDg
voor u, om de beslissing te brengen, wie lid
der Staten zal worden: Bos of Peisser.
De eerste, een lioomsch-Katholiek, de can-
didaat der verbonden kerkelijke partijen, van
de Roomsch-Katholieken en Anti-Revolution-
nairende ander de candidaat van al wat
liberaal heet.
Wanneer het verschil tusschen deze beide
candidaten scherp in het oog wordt gehouden,
is de keus voor het meerendeel der kiezers
niet moeilijk. Een Katholiek de vertegen
woordiger voor het district Schagen in de
Provinciale Staten Op dié vraag zal men
algemeen bij de Liberalen, we twijfelen er
niet aan, met een krachtig neen antwoorden.
Het verschil van beginselen, van politiek
voelen en denken, tusschen den heer Bos en
ons vrijzinnigen en liberalen, is zoo groot, dat
het plicht is, met alle kracht zijn verkiezing
te beletten. Maar daarvoor is het dan ook
noodig, dringend noodig, schouder aan schou
der te staan in dezen verkiezingsstrijd. Men
denke er aan: bij de tegenstanders komt de
laatste man op, daar wordt alle kracht in
gespannen en gehoopt op de gewone slechte
opkomst aan onze zijde. Welnu, kiezers, toont
ditmaal, dat ge niet laksch zijt, geen enkele
kiezer blijve thuis, allen ter stembus, hoog
het vaandel onzer beginselen en gesfemd op
Zooals we reeds verschillende malen hebben
aangetoond, is de candidaat Peisser een man
van krachtig denken en handelen, van ernstig
weten en willen. Een man die het waard is,
dat men een gang naar de stembus voor hem
doet, omdat men weet dat men in hem
een afgevaardigde krijgt, die niet voor spek
en boonen zal meedoen, maar van wien men
spoedig zal kunnen getuigen, dat hij zijn
Statenzetel waardig is.
De heer Feisser is een man, in ons district
wonend, die reeds lange jaren met ons heeft
meegeleefd, onze behoeften kent. De heer
Bos daarentegen woont buiten ons district,
is met zijn gansche persoonlijkheid niet bij ons,
daarvoor' is hij niet genoeg bij ons geïnte
resseerd.
Wij hebben noodig mannen, die midden in
ons leven meeleven, die toonen, dat we op
hen kunnen rekenen, zoo noodig eiken dag
en zulk een man is de heer
Kiezers veel zal u wellicht weer worden
verteld over den heer Feisser. Wie weet welke
middelen zullen worden aangewend om hem
zwart te maken in uw oog. We hebben daar
bij de eerste verkiezing fijne proefjes van
gehad, en de roode lap is geducht gezwaaid.
Maar kiezers, we raden u ernstig aan. sluit
uw ooren voor al dat schoons, geeft eigen
oogen den kost. De candidaat Feisser is u
bekend, ge weet zijn leven gedurende een
aantal jaren, kunt dus zijn werken en optreden
beoordeelen. Vraagt uzelf ai', of hetgeen hij
heeft gedaan en tot stand gebracht, een
goede belofte is voor de toekomst, of ge hem
daarop uw vertrouwen kunt schenken, ja of
neen En dan twijfelen wij er geen oogen-
blik aan, of u zult met ons antwoordenja
Welnu, laat dat uw leiddraad zijn en u tot aan
sporing strekken ter stembus te gaan en
anderen op te wekken met u te stemmen op
H. Feisser.
In Rusland maaktmen zich zeer ongerust over
de uitbreiding der Japansche oorlogsvloot. Alge
meen is men het eens, dat deze vermeerdering
van de strijdmacht met het oog op Rusland
geschiedt. En zoo iets kan men zich aan de
Nova maar niet begrijpen, daar Rusland Japan
in geen enkel opzicht hinderlijk is. Met de
Koreaansche aangelegenheden bemoeit Rus
land zich volstrekt niet meerdoor de rust
en orde in Mantsjoerije te herstellen, is de
invoer van Japansche artikelen in dit gewest
zeer toegenomen, zoodat Japan eerder redenen
tot tevredenheid, dan tot het maken van
krijgstoerustingen heeft, meent men.
Men vergeet bij deze redeneering de leer,
dat wie zijn buurman op een afstand wi.
houden, de tanden moet laten zien. Het zou
er zeker in Oost-Azië reeds lang anders uit
gezien hebben, zoo Rusland daar geen krachtig
Japan tegenover zich had gehad.
De ontwikkeling van dit eilandenrijk in zoo
korten tijd is éénig in de geschiedenis der
volken.
Eukele cijfers zijn voldoende, om dit te be
wijzen. Zoo bereikte de exporthandel in 1902
eene waarde van ruim 252 millioen Yen, tegen
een invoer van ruim 265 millioen Yen.
Voor den uitvoer was dit eene vermeer
dering van bijna 48 millioen en voor den
invoer van 31'/i millioen in een jaar tijds.
De lengte van het spoorwegnet was in 1902
6300 kilometers, welke door 41 maatschap
pijen geëxploiteerd werden. Het kapitaal
dezer lijnen beliep 265.852.000 yen. De han
delsvloot telde in 1902 3220 zeilschepen en
1546 stoomschepen. De oorlogsvloot klom in
1902 tot 74 schepen, waarvan de meesten
eerste klas slagschepen en kruisers zijn. Deze
vloot was bemand met 16046 koppen. Het
leger telde 640701 man, waarvan 204109 in
reserve. De bevolking bestond bij de jongste
telling uit bijna 44 millioen zielen.Geen wonder,
dat Rusland de klimmende macht van dezen
tegenstander met leede oogen aanziet. Deze
macht beteekent voor Ruslandtot hiertoe
en niet verder! Evenmin als het Rusland in
Oost-Azië voor den wind gaat, evenmin is het
elders anders in zijne ondernemingen gelukkig.
In Konstantinopel heeft zijne diplomatie eene
gevoelige nederlaag geleden.
De Russische invloed te Konstantinopel
poogt voortdurend den Duitschers allerlei
hindernissen in den weg te leggen. Dit ge
schiedt niet alleen, om den algemeenen in
vloed van Duitschland in Turkije en Klein-
Azië tegen te werken, maar in 't bijzonder is
Rusland bezig om de Duitsche Bagdad-plan-
nen te verhinderen. De Bagdad spoor weg is
Rusland een doorn in het oog. Rusland ziet
in dien spoorweg een ernstig gevaar voor
de uitbreiding zijner macht in het gebied van
den Euphraat. Nu staat de- uitvoering van
het Bagdadplan in nauw verband met de
Turksche financiën. Ten einde Turkije finan
cieel in den spoorweg te betrekken, is van
Duitschland en Frankrijk het plan tot unifi
catie van de Turksche Schuld uitgegaan.
Een deel van het daardoor te verkrijgen be
drag, zou in den bouw der lijn worden ge
stoken. Natuurlijk stuitte deze financiëele
operatie bij Rusland op sterken tegenstand.
In den strijd, die hierover werd gevoerd,
kwam eigenaardig de zwakke zijde van het
verbond tusschen Rusland en Frankrijk aan
den dag. Terwijl Rusland toch met hand en
tand zich tegen het plan verzette, vond het in
Frankrijk krachtige voorstanders.
Frankrijk is bij do unificatie van de Turk
sche Schuld met 40 pCt. van het maatschap
pelijk kapitaal betrokken, zoodat minister
Rouvler zich sterk voor dit plan interesseert.
Het is al meer gebleken, dat in de Turk
sche aangelegenheden de ware verstandhou
ding tusschen de leden van den Tweebond
niet bestaat. Terwijl Frankrijk voor eenige
weken de Macedoniërs tot verzet prikkelde
en in Sofia den indruk maakte, dat in het
uiterste geval op den steun der mogendheden
gerekend kon worden, deed Rusland zijn
uiterste best, een algemeenen opstand te voor
komen, en dreigde het Bulgarije met zijn
volle ongenade, bijaldien aan het stoken
en wroeten over de grenzen geen einde kwam.
Nu komt weer het verschil van inzicht in
de Turksche financiën. Al het verzet heeft
Rusland echter weinig gebaat. De unificatie
heeft zijn beslag gekregen en de desbetref
fende stukken zijn reeds door den Sultan
bekrachtigd. „Gebaut wird er dochzeggen
de Duitschers en het laat zich aanzien, dat,
trots alle moeilijkheden en tegenwerking, de
Duitsche veerkracht en volharding ten
slotte zullen zegevieren.
Wanneer wij den strijd hier en daar en
overal elders nagaan, dan zien wij, dat er bij
iedere kwestie wijzigingen in de staatkun
dige verhoudingen ontstaan. Frankrijk en
Duitschland samen vereenigd aan 't her
stel der Turksche financiën en zeer zeker
straks tegelijk werkende aan den kortsten weg
naar IndiëRusland en Engeland in stil
verbond om den Duitschen invloed in Turkije en
Anatolië te bekampen. Engeland en Frankrijk
broederlijk eensgezind om gemeenschappelijk
Marokko in te palmen; Frankrijk en Rusland
in verschil omtrent de beste oplossing der
Turksche kwestieDuitschland en Engeland
in nijdige concurrentie op de markten in
overzeesche gewesten Oostenrijk en Italië met
elkander in strijd over politieke, economische
en kerkelijke aangelegenheden. Bij zooveel
verschillende inzichten en afwijkende belan
gen kan van eene innige verstandhouding
geen sprake zijn.Wij zeiden, dat Engeland
en Frankrijk druk bezig zijn, de Marrokkaan-
schen kwestie in hun geest op te lossen.
Frankrijk heeft daartoe eene prachtige gele
genheid gevonden.
De Gouverneur-Generaal van Algiers met
gevolg is op zijne rondreis, door Marokkaan-
sche stammen van de Oase Figuig in eene
hinderlaag gelokt en slechts bij toeval aan hun
moordend lood ontkomen.
Zulk een snood verraad moet natuurlijk
gewroken worden. De Fransche regeering
heeft derhalve besloten, de rooverstammen
aan de andere zijde der Algiersche grenzen te
tuchtigen en de Oase tijdelijk te bezetten.
Frankrijk tracht nu Europa officiëel wijs te
maken, dat deze bezetting slechts tijdelijk zal
zijn, maar het weet zelf, en ook de anderen
weten het wel beter. Deze zauk kan voor
Marokko het begin van het einde worden.
Zoodra de pudding is aangesneden, zullen
ook anderen belust worden op een sneetje.
De Engelsche pers spreekt over Frankrijk's
plannen allervriendelijkst. Men laat heel dui
delijk doorschemeren, dat in zake Marokko
een Engelsch-Fransche overeenkomst zeer
gewenscht zou zijn. Engeland het kustgebied,
Frankrijk het achterland, en de rest voor de
anderen. Zoo ongeveer stelt John Buil zich
de beëindiging voor. Of Duitschland en Rus
land en vooral Spapje zich met deze ver
deeling tevreden zullen stellen, is een andere
vraag. Van Spanje zal men, als't wezen moet,
al heel weinig notitie nemen, terwijl voor den
arond en den beer elders ook nog wel buit te
vinden zal zijn. Van hun kant zullen Frank
rijk en Engeland dan wel een oogje toedoen.
Zoo helpen de roofridders in de 20ste eeuw
elkander.
(Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik U een weinig plaats
ruimte in uw no. van 7 Juni, teneinde een
paar woorden te zeggen met betrekking tot
de herstemming op 9 dezer. Bij voor
baat m'n dank.
De stemming van 27 Mei j.1. heeft mij, en
ongetwijfeld velen met mij, maar matig kun
nen bevredigen. Niet minder toch dan 3000
kiezers hebben zich onthouden. In sommige
gemeenten is nog niet van de kiesge
rechtigden opgekomen. Naar mijn bescheiden
meening dragen ditmaal juist de thuisblijvers
de schuld, dat we heden weer staan voor een
herstemming.
't Eenige lichtpunt, dat de stemming van
27 Mei biedt, is 't feit, dat op den heer
FEISSER, trots alle verdachtmaking van
onbekend gebleven voorstanders der
candidatuurVan der Stok, bijna tweemaal
zooveel stemmen zijn uitgebracht, als op den
heer Van der Stok.
Dit lichtpunt is mij een bewijs, dat hon
derden kiezers hebben gewalgd van den
inhoud [de advertentiën uitgezonderd] der
„Verkiezings-courant voor de Prov. Staten in
het District Schagen". Wanneer al die heer
lijke producten zijn uitgestort uit Nieuwe
Niedorp's hoorn des overvloeds, dan moeten
daar wel zeer vuile slooten zijn, waaruit men
modder en slijk maar voor 't opscheppen heeft
gehad.
Een fout is beslist ingeslopen op pag. 1
onderaan rechts, de beide laatste regels. Er
staatMaak dan niet Feisser zwart, maar
dit had, dunkt me, moeten zijn„Maak
dan niet Feisser zwart, want dat is reeds
door ons gedaan." Echt liberaal, heeren
Onbekend!!
Hadt ge er wellicht op gerekend, dat de
heer Feisser zich die zwartmakerij zoo zou
aantrekken, dat hij ter elfder ure zijn can
didatuur zou intrekken
De besturen der R.-C. Kiesvereenigingen
van het Kiesdistrict Schagen geven u een
gevoelige les, door tot nog toe althans
slechts even te roeren in uw vuil, teneinde
daaruit alleen op te halen een aanbeveling
voor hun candidaat, in uw verkiezingscourant
„als 't ware geknipt voor de Prov. Staten"
geheeten.
Het luchtje, bij die roering ontstaan, is
ongetwijfeld do oorzaak geweest, dat die
Besturen het „voor het district
Alkmaar" niet bij 't „g e k n i p t" hebben
kunnen voegen.
Als protest tegen de w ij z e waarop de
candidatuur van den heer Feisser is bestreden,
acht ik 't plicht van liberalen zoowel als
van vrijzinnigen, om te zorgen, dat bij de
herstemming de heer Feisser met over
weldigende meerderheid uit de bus komt.
Het aantal stemmen te Schagen, Zijpe en
Barsingerhorn [plaatsen, waar men den heer
Feisser wat beter kent dan elders] op hem
uitgebracht, geeft waarborg, dat het district
Schagen in hem een waardig vertegen
woordiger zal vinden in de Prov. Staten.
S. BRUGMAN.
Heer Hugowaard, 4 Juni 1903.
Hoe H. M. de Koningin er
uit ziet!
In een Amsterdamschen brief van de
Prov. G r o n. C t. leest men
Het heeft hier ieder getroffen, dat sinds
het laatste bezoek aan de hoofdstad, er in
Hr. Ms. uiterlijk een groote verandering is
gekomen.
Het jeugdige, schier onbezorgde, het kin
derlijk blijde, dat toen de gelaatstrekken
van de Koningin steeds verlevendigde, is
verdwenenH. M. is geworden van rijpere
vrouwelijkheidde uitdrukking van Haar
gezicht heeft iets ernstigs gekregen, bij het
weemoedige af.
Het is soms, als lag er een floers van
zachte smart over die zeldzaam lieve oogen.
De lieftalligheid der Koningin komt thans,
bij het ernstiger worden van den blik, nog
sterker uitik wil eerlijk bekennen en zeg
dit niet in een dwaze persoonsverheerlijking,
maar zelden zag ik een jonge vrouw van
dezen leeftijd, die met zulke uitnemende,
zachte vriendelijkheid gezegend is.
Ook in het gesprek komt dit uit.
Ik had de eer aan H. M. voorgesteld te
worden en geruimen tijd met H. M. en den
Prins der Nederlanden te spreken, en ook
daarbij bleek mij opnieuw weer van een on
geëvenaarde lieftalligheid. Niet zoozeer nog,
dat de belangstelling, waarmede naar persoon
lijke ervaring gevraagd werd, treffend was,
maar de wijze, waarop dit geschiedde, de
slembuiging, de toon was zeer innemend.
Het wil my een reuzentaak voorkomen
voor een Koningin, om op de hoogte te zijn
van de bijzondere qualiteiten van allen, die
de eer genieten aan Haar te worden voorge
steld wel geniet H. M. daarbij de voor
lichting van Hare kamerheeren, die een
soort schema geven van wat door H. M.
met den toegesprokene het best wordt be
handeld, maar niet steeds kan zelfs een
Koningin in een paar seconden een juist
inzicht daarvan krijgen, zoodat het gesprek
„er weieens naast loopt," waarbij de toege
sprokene met eenige handigheid echter het
goede spoor wel weet te vinden en aan te
wijzen.
De Noordkethelpolder droog-
gemalen.
Men schrijft uit SCHIEDAM aan het „N.
v. d. D":
Op zeer enkele diepgelegen gedeelten wei
land Da, is de polder nu geheel droog.
Nu het overstroomde land zich thans we
derom aan het oog vertoont, leveren de vroeger
zoo weelderig van gras voorziene weilanden een
schouwspel op, dat niet alleen den belangheb
benden, aldaar wonenden boer,maar ook den be
langstellenden bezoeker, met weemoed vervult.
Ruim 600 bunder land is over zijne geheele
oppervlakte bedekt met eene brijachtige massa,
welke onze zinnen het gezicht en den reuk,
onaangenaam aandoethier kan men die
massa denken bruin, daar zwart, elders koper
groen heeten, en op andere plaatsen is de
kleur niet te benamen een hoogst onaan
gename stank verspreidt zich in de omgeviDg.
Op een enkel stukje, dat, dank zij zijn
hoogere ligging, niet overstroomd is ge
weest, graast eenig vee, hoogstens 4 stuks.
Verder ziet men over de geheele uitgestrekt
heid geen enkel stuk vee grazen, aangezien
zulks onder den treurigen toestand gansch
onmogelijk is. Doodsch is de aanblik.
Wel ziet men eene tallooze menigte kok
meeuwen vogels, die azen op de doode
visch, die zich aldaar in die weekachtige
massa in groote hoeveelheid bevindt.
De wegen, welke den polder doorkruisen,
hebben door het water veel geleden bij de
„Kandelaar" is de weg voor een gedeelte
onberijdbaar.
Het zal langen tijd duren, vóórdat het land
wederom in bruikbaren toestand zal gebracht
zijnop welke wijze men het land zal
ontdoen van die brijachtige massa die
door den een „groei" van 't water wordt
geheeten en door den ander met den naam
van „vilt" wordt bestempeld, is nog niet
aangegeven of bepaald.
Sommigen geven de voorkeur aan „omspit
ten" (omgooien); anderen achten het meer
geschikt om die laag van het land „te
harken".
Meer en meer blijkt, dat het geleden en
nog te lijden verlies buitengewoon groot zal
zijn een nog betrekkelijk klein bedrag aan
giften is ingekomen ruim 4 duizend gulden
dus slochts een vijftiende gedeelte van de
som, waarop het verlies geschat wordt.
Waarlijk, indien offervaardige menschen
zich wilden overtuigen van den allertreurigsten
toestand, waarin de polder verkeert, zij zouden
alsdan ongetwijfeld hunne beurzen wijder
openen, ten bate van de vele slachtoffers
dezer overstrooming.
Vanwege de gemeente Schiedam wordt
„Kethel en Spaland" van drinkwater voor
zien.
Woensdagnacht omstreeks
12'/j uur reden te ROTTERDAM twee rij
tuigen met lieden, die huiswaarts keerden, in
de richting van Charlois door de Pretoria-
laan. Over die straat is een buis aangelegd,
waardoor de modder uit de Maashaven ge
spoten wordt op een terrein achter de Pre-
torialaan gelegen. Zóó hoog is die buis
boven de straat aangelegd, dat een rijtuig er
onder door kan, doch dan moet de bestuurder
bukken. Ter weerszijden aan den weg staan
brandende lantarens. De koetsier, van het
eerste rijtuig, M. Vinke, wonende Hofstraat
no. 43, in dienst van den stalhouder Cockx
op het Haagscheveer, heeft de buis niet op
gemerkt en is er met de volle borst tegen
aangereden, waardoor do man zóó deerlijk is
verwond, dat de -dood er onmiddellijk op
volgde. De in het rijtuig zittenden bemerkten
door het harder gaan loopen van het paard,
dat er iets niet in orde was. Een hunner
sprong er uit on greep het paard, en toen
vonden zij den ernstig verwonden koetsier in
de schulp van het rijtuig liggen, waarin hij
van zijn bok gevallen was. Het lijk is naar
zijn woning vervoerd.
Een ingezetene van Mussel-
kanaal [Gr.] verkocht dezer daffen zijn hond
aan iemand te HAARLEM en verzond het
dier per spoor. De nieuwe eigenaar berichtte
Donderdag jl. do goede ontvangst, maar Dins
dagavond was het trouwe dier bij zijn ouden
baas terug.
Dp hond had den weg van Haarlem naar
Musselkanaal terug weten te vinden.
InArtiste AMSTERDAM is een
jonge bison geboren.
Men meldt:
De directie der Hollandsche Spoorwegmaat
schappij heeft thans aan 't geheele bij de
staking trouw gebleven personeel van ambte
naren aan de stations een kwartmaand extra
traktement toegekend.
Geheimzinnig.
Een jong paar uit AMSTERDAM, dat met
de Pinksterdagen een uitstapje maakte naar
Kamper, kwam tot de ontdekking, vermoede
lijk te Utrecht met het overstappon een ver
keerd koffertje te hebben medegenomen. Te
Zwolle gekomen, ging men er mede naar
den stationschef, om van deze vergissing
aangifte te doen, doch hoe vreemd keek men
op, toen in het koffertje gevonden werden
een geladen revolver, benevens kruit en twee
ploertendooders
Het koffertje met zijn vreemden inhoud is
te Zwolle gebleven. Tot nog toe is men er
niet in geslaagd, den eigenaar te ontdokken,
evenmin als men weet, waar zich het andere
koffertje bevindt, waarin o. a. een kerkboekje
met gonden slot was.
Omtrent de vooruitzichten
van de ooftteelt in de Niedorper Kogge verna
men wij het volgendePruimen beloven een
goede opbrengst, peren staan matig, appelen
redelijk wel.
Met ingang van dit seizoen
is het 55 jaar geworden, dat Pieter van
Zoonen onafgebroken te Wioringer waard de
schapen heeft geschoren, en wat handigheid
en vlugheid betreft, behoeft hij voor jongere
krachten nog niet te wijken.
Door den h o er C. Smit. b o u w-
kundige te ZUID-SCUARWOUDE, werd
Donderdag 1.1. in het lokaal van den heer
A. Mijts te Verlaat, gem. Oude Niedorp, aan
besteed het bouwen van een boerenplaats
met boet enz. ió de Leien. Ingeschreven
werd door de volgende heeren J. Levendig
te Dirkshorn f 7389; B. Kamp f7389, M. de
Vries f8626, P. Mienes f8622, allen te Heer
HugowaardP. Roos f6999.99, J. Smit
f 6825, C. Schuitemaker f 6195, allen te Noord-
ScharwoudeA. Timmerman f 6999, D. Gel
der f7050, J. van Zalingen f6917, C. Roos
f7500, allen te Oudkarspel; J. Timmerman
te Nieuwe Niedorp f6890; Jb. Zijp f7999,
S. Mettes f 8024, beiden te Zuid-Scharwoude.
Gegund aan den laagsten inschrijver, C.
Schuitemaker te Noord-Scharwoude, voor
f 6195. De raming was f 6740.
De gy m n a s t i e k v e r e e n i g i n g
„De Westfries" te BARSINGERHORN zal
12 Juli a.s. haar 10-jarig bestaan herdenken
door eene openluchtuitvoering, waartoe ver
schillende vereenigingen tot deelname zijn
uitgenoodigd.
Stoel en Spree.
Men verzoekt ons, mede te deelen, dat de
heer M. Spree, door wiens ongesteldheid de
opvoering van het stuk „Mottige Janus"
Maandag j.1. te Nieuwe Niedorp niet kon
plaats hebben, thans in zooverre hersteld is,
dat de aangekondigde voorstellingen van
„Mottige Janus" en „Mijn naam is Lehman"
op Maandag en Dinsdag a.s. te WIERIN-
GERWAARD voortgang kunnen hebben.
Voorts verwijzen wy naar de desbetreffende
advertentie, voorkomende in dit nummer.
Werkstaking en krankzin
nigheid.
In het verslag betreffende het Gesticht
„MEERENBERG" over 1902 lezen wij, dat
in een zeer groot aantal gevallen neêrdruk-
kende invloeden oorzaak der krankzinnigheid
waren. Er staat o. m.
„In onderscheidene van deze gevallen was
als zoodanig in het spel eene werkstaking
met hare gevolgen. Twee van deze patiënten
verklaarden na hun herstel, dat zij zich aan
de werkstaking niet hadden durven onttrek
ken, uit vrees voor erger. De aanhoudende
angst, dat hun gezin nu geheel tot armoede
zou vervallen, had hun hoofd geheel in de
war gebracht.
„Een derde geval betreft een patroon, die
zich den ongewenschten geest, welke onder
zijne knechts optrad, zeer aantrok en voort
durend in angst verkeerde, dat zij zouden
staken en hij dan zyne verplichtingen niet
zoude kunnen vervallen. Onder die omstandig
heden trad een hevige aanval van verwardheid
op."
Onbescheiden wielrijders.
Toen Pinkstermaandag de Koningin met
Haar Moeder een rijtoer door het overvolle
Baarn maakte, was het koninklijk rijtuig
voortdurend omringd door een drom van
wialrijders, die onafgebroken onbescheiden
blikken in het rijtuig wierpen en heel wat stof
opjoegen. Om hen te ontvluchten, reden de
Koninginnen daarom naar de Eem en de
Zuiderzee. Maar zij waren pas den Tol bij
Baarn door, of een vijftigtal fietsers bleef als
muggen om het rijtuig zwermen. Het rijtuig
hield stil en de koetsier verzocht hun beleefd
en driDgend, terug te keeren, waaraan de
wielrijders toen voldeden.
Te BUSSUM had Donderdag-
morgen het volgende ongeval plaats. Een
dame uit Apeldoorn, gelogeerd bij den heer
v. B. alhier, kreeg een flauwte juist in de
nabijheid van een brandend petroleum-
toestel, waarop zij kwam te vallen. On
middellijk raakte zij geheel in brand. Een
voorbijganger wist ten slotte de vlammen
aan haar lichaam te dooven, doch de dame
verkeert in jammerlijken toestand.
In de maand October 1901
brandde te HEDIKHUIZEN des nachts eene
woning af. De eenige bewoner, een gepens.
O.-I. militair, was na den brand zoek. Drie
dagen daarna werd echter zijn verkoold lijk
onder hot puin gevonden. Naar de oorzaak van
dat treurig ongeval werden destijds vele
gissingen gemaakt, doch hier bleet het bij.
Dezer dagen kreeg J. v. d. G., broeder van
den verbranden O.-I. militair, een woorden
twist met zijn buurman M. v. B., waarbij de
laatste v. d. G. verweet, dat hij destijds den
brand gesticht had en alzoo de oorzaak was
van zijns broeders dood. Deze verwijtingen
zijn ter kennis van de politie gebracht, die
deze zaak zal onderzoeken.
Uit KERKRADE schrijft men
aan de Limb. Koerier: Zondagnamiddag om
5 uur had er op de Bleijerheide eene daad
van ongemeene dierlijkheid plaats. Een zekere
Paulussen, bijgenaamd „der Wöste Koob",
die algemeen als een woestaard bekend staat,
heeft na eene korte woordenwisseling met
één zijner zonen, dezen zoodanig door een
schot gewond, dat men voor zijn leven vreest.
Nadat P. des middags zijn vrouw geslagen
had, liet men den zoon halen, om de moeder
bij te staan. Doch deze, de geaardheid van
zijn vader kennende, wachtte zich wel zijne
moeder met de daad te helpen. Daarom
trachtte hij zijn vader door bewoordingen tot
zachtheid te stemmen. Daarop schijnt echter
de woesteling zoo in toorn te zijn ontstoken,
dat hij zijn zoon in de borst schoot. Hoewel
P. na het plegen der wandaad door velden
en weiden trachtte te vluchten, was hij toch
niet vlug genoeg, om de polite te ontloopen.
Deze bracht hem Maandagmorgen naar Maas
tricht, alwaar hij voor zijn woestheid zal
moeten boeten. De zoon is overleden.
Men meldt uit DEN HAAG:
Naar men verzekert zal de regeering een
aanvullingsbegrooting bij de Tweede Kamer in
dienen, waarbij voor alle kosten van regeerings-
wege bij de jongste stakingeu gemaakt,
gelden zullen worden aangevraagd.
In verband hiermede zouden verschillende
artikelen van de loopende oorlogsbegrooting
wijziging ondergaan en met groote bedragen
moeten worden verhoogd, wuartegenover oen
belangryke verlaging zon staan wegens het
dit jaar niet houden der najaarsoefeningen.
De heer A. de Does, bakker
te SINT PANKRAS, is bij aanbesteding door
liet Burgerlijk Armbestuur der gemeente
Amsterdam leverancier geworden van 1.048.000
beschuiten a f 4.10 per 1000.