AliirmtK- Liillinllti
Donderdag li Juni 1005
47ste Jaargang No. 384 o.
FEUILLETON.
DE VROUW VAN
DEN BOEKHOUDER.
Uit en voor de Pers.
Een „Christelijk" district.
Clandestiene dronkenschap.
Biimenlandsch Nieuws.
WORDT VERVOLGD-
SCHAGER
COURANT
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTKNT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Kureau ÜC1I1AGKI, laats, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. 1 K E L.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 6ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Oemeente Scbagen.
BEKENDMAKINGEN.
VERKIEZING
VOOR DEN
GEMEENTERAAD.
De Burgemeester der Gemeente Schagen brengt
hiermede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den
30 Juni aanstaande, zal plaats hebben de verkiezing
van drie leden van den Gemeenteraad; dat op dien
dag, van dea voormiddags negen tot des namiddags vier
uren, ter Secretarie der Gemeente bij den Burge
meester kunnen worden ingeleverd
Opgaven vanCandidaten,
als bedoeld in artikel 61 der KieBwet en artikel 10
der Gemeentewet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor
letters en de woonplaats van den candidaat en onder
teekend zjjn door ten minste elf kiezers, bevoegd tot
deelneming aan deze verkiezing en behoorende tot
het district, waarvoor de candidaatstelling geschiedt.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden per
soonlijk door één of meer der personen, die de opgave
hebben onderteekend. De candidaat kan daarbij
tegenwoordig zyt. Van de inlevering wordt een bewijs
van ontvangst afgegeven.
Formulieren, voor de opgaven bovenvermeld, zjjn
ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos verkrijgbaar
van den 10 Juni 1903 tot en met den dag der
verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in herinnering
artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt.
Hij, die eene opgave, ais bedoeld in artikel 51
inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen
van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming
aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt,
terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal
voor eene wettige opgave zou overbljjven, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie
maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd
twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
dat hy niet bevoegd is tot deelneming aan de
verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering
bestemde opgave, bedoeld by artikel 61, heeft onder
teekend.
Schagen, den 9 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
o—o—oo
V" oor bereidend.
Militair Onderricht.
De Burgemeester van Schagen, maakt bekend, dat
voor jongelieden van 16. tot 24-jarigen leeftyd, indien
althans het voldoend aantal zich aanmeldt, de gelegen
heid wordt opengesteld tot het kosteloos ontvangen
van voorbereidend militair onderricht, waaromtrent
door Z. E. den Minister van Oorlog eene nienwe
regeling ia vastgesteld, ook in verband met het be
paalde in het Koninklijk besluit van 1 April 1902
(Staatsblad no. 48), houdende vaststelling der eischen
van militaire bekwaamheid en lichameiyke geoefend
heid, bedoeld in art- 104 der Militiewet 1901 (Staats
blad no, 212). Die regeling ligt ter Secretarie dezer
Gemeente voor belanghebbenden ter inzage
Voormeld onderricht heeft in het algemeen ten doel,
door locale oefening, die zooveel mogelijk aansluiting
zoekt bij het Bchoolonderwgs in de gymnastiek, de
bekendheid te bevorderen met de eenvoudigste militaire
exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de alge-
meene plichten van den soldaat. Het strekt om:
le. aan jongelieden, die zich daartoe vrijwillig
aanmelden, de gelegenheid te openen tot het ontvan
gen van elementair practisch en theoretisch onderwijs
in den dienst der infanterie en der vesting-artillerie;
2e. aan toekomstige militieplichtigen de gelegen
heid te verschaffen om de geschiktheid te verwerven
tot het voldoen aan de eischen van militaire bekwaam
heid, en zooveel mogelijk ook aan die van lichame
iyke geoefendheid, bedoeld bij art J04 der Militiewet
1901, zooals zp zyn vastgesteld by het Koninkiyk
besluit van 1 April 1902 (Staatsblad no. 48); en
3e. aan jongelieden, die eene verbintenis willen
Roman van
A. O. KLAUSZMANN.
25 o-o-o
„Dnt ja dat
„Dat ia onmogelijk, niet waar? Nu laten
wij het dan bü uw goeden wil maar houden.
Neem nog eenmaal mjjn dank in ontvangst,
mijnheer Bartel, en verontschuldig mij. Mijn
huiselijke plichten roepen mjj, 't is mij on
mogelijk langer hier te blijven."
Bartel hoopte, dat Msrthn hem tenminste
baar har.d zou reiken,maar zij deed het niet en
hij moest weer met een licht hoofdknikje
genoegen nemen. Maar bij was toch tevre
den met wat hij door zjjn bezoek
had bereikt. Nu waren de duizend Mark
in haar bezit zonder dat hij gevaar liep
als de dader ontdekt te worden. Daar er
niemand was, aan wien ze het biljet terug
zon kunnen zecdeD, als ze het vond, bleef er
volgens zijn meening voor haar niets andera
over dan het te behouderf en te gebruiken.
HOOFDSTUK XIV.
Volle tien dagen had mevrouw Winter
er geduldig op gewacht dat advocaat Schrö-
der uit eigen wil zijn bezoek herhalen zou.
Want het was nauwelijks te gelooven, dat
hij haar halve verklaring niet zou hebben
begrepen. Haar vrouwelijke jjdelheid ver
zette zich tegen de gedachte, dat de lokkende
prjjs, dien zjj hen' aanbood, voor de vervulling
aangaan als vrijwilliger voor het Reservekader, zoo
veel doenlyk de gelegenheid te geven de geoefend
heid te verwerven, vereischt voor het verkrijgen van
het militair getuigschrift tot toelating bij de catego
rieën van dat kader, voor zooveel daarby het overleggen
van bedoeld getuigschrift wordt vereischt
Het voorbereidend militair onderricht omvat oefe
ningen voor de jongelieden hierboven onder le. en
2e. bedoeld, naar een programma, verdeeld over twee
achtereenvolgende wintertijdperkenvoor de jonge
lieden, hierboven onder 3e. bedoeld, over één winter-
tydperk. De tijdperken dnren, naar gelang van de
pïaatselyke omstandigheden, van 1 of 15 November
af tot ultimo Februari. De oefeningen hebben plaats
gedurende ten minste 4 nren per week.
De aanmelding tot deelneming aan het onderricht
moet geschieden vóór 1 Augustus eerstkomende. Daar
voor bestaat gelegenheid gedurende de maand Juni,
op alle werkdagen, des voormiddags van negen tot
twaalf nnr, en des namiddags van een tot vier
uur, ter Secretarie dezer gemeente, alwaar ook verdere
inlichtingen kunnen worden verkregen
De aandacht van belanghebbenden wordt er in het
byzonder op geveBtigd, dat voor de samenstelling van
het gedeelte, tot korte oefening in te lijven, in de
eerste plaats in aanmerking komen de lotelingen, van
wie blijkt, dat zy voldoen aan de eischen van militaire
bekwaamheid en lichameiyke geoefendheid, omschreven
in bovenvermeld Koninkiyk besluit van 1 April 1902
(Staatsblad no. 48), terwijl de lotelingen, van wie
blijkt, dat zy voldoen öf aan de eischen van militaire
bekwaamheid, óf aan de eischen vaD lichameiyke ge
oefendheid, zullen worden ingelyfd by het korps en
geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor zoover
zy daartoe geschikt bevonden worden, en dit met de
belangen van den dienst is overeen te brengen.
By de toewyzing van de lotelingen aan bet korps
en het garnizoen hunner keuze, hebben zy, die in het
bezit zyn van een getuigschrift, dat zy voldoen aan
de eischen, zoowel van militaire bekwaamheid als van
lichameiyke geoefendheid, den voorrang boven hen,
die slechts een getuigschrift bezitten, dat zy aan één
dezer eischen voldoen.
den 10 Juni 1903
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
In het district Sittard moet binnenkort een
verkiezing voor de Tweede Kamer plaats
hebben, omdat de waardige vertegenwoordiger
van bet district zijn mandaat verloren beeft.
Hoe deze dit mandaat heeft gekregen, daar
over vernam men indertijd een en ander, dat
de „Limburger Koerier thans nog eens in
geuren en kleuren vertelt.
De verkiezingen dan in het district Sittard
worden bebeersebt „door den biergod Cam-
briuus."
„De candidaat, die voor dien god de mees
te tonnen bieroffers plengde, dat was de man
naar 't hart van 't overgroot gedeelte der
kiezers van het district.
„Schiedam en cognac speelden daar ook
hun rol bij, doch in mindere mate."
„Met bezorgdheid" wordt daarom de nieuwe
verkiezing tegemoet gezien.
De vraag wordt gesteld, of „dat afkeurens
waardig verkwanselen van Sittard's Kamer
zetel voor eenige honderden tonnen bier en
flesscben Schiedammer, nu nog eens bet dis
trict ten spot en ter verachting van heel
Nederland maken" zal.
Men ziet „de zaak zeer donker in."
Want men moet weten, dat zulke prak
tijken zich niet alleen bij de laatste verkiezing
hebben voorgedaan, maar dat men in dit op
zicht reeds van „jarenlange ervaring" kan
spreken. Op grond daarvan vreest men, „dat
ook nu weer concurrente candidaten elkaar
met biertonnen en jeneverkanonnen zullen
bestrijden."
En bij die vrees blijft het niet. Daarenboven
harer wenschen, alle waarde voor hem zou
hebben verloren.
Eens had hij baar vurig en oprecht lief
gehad, met al den gloed eener eerste lietde.
Hoe jong ze ook mocht zyn, ze had het
reeds lang geweten vóór hij het haar had
gezegd, vóór het geheim van zijn hart
schuchter en aarzelend over zjjn lippen was
gekomen. Want ze was reeds als bakviech
verstandiger geweest dan andere meisjes op
twintigjarigen leeftjjd, en de ridderlijke
huldigingen van den knappen jongen offi
cier, welke zij zich vurig benijd wist, hadden
haar met trotsche bevrediging vervuld, wat
zij toenmaals voor echte wederliefde had
gehouden.
Op den dag, dat hjj naar haar vaders huis
was gekomen om afscheid te nemen, omdat
hjj in den oorlog moest, hadden de emoties
van het oogenblik en een toevallig alleen
zijn de verklaring gebracht. Zij had onder
tranen in zjjn armen gelegen en haar lippen
hadden steeds de zjjne gedrukt. Gloeiende
belolten van eeuwige liefde en trouw waren
tusschen hen gewisseld. En al waren zij
overeengekomen, tot aan het einde van den
oorlog hun zoet geheim te bewaren, ze waren
als verloofden van elkaar gegaan.
Zjj zou hem bepaald trouw zijn gebleven,
als hij teruggekeerd was zooals zij het zich
had gedroomd met roem overladen, bet
ijzeren kruis op de borst, een trotsche ge
vierde held, in pralende mannenschoonheid.
Maar de hemel had het anders gewild
en het bericht van zjjn zware verwonding,
die hem naar het oordeel van den dokter
in het- gunstigste geval tot een kreupele
zou maken, had op één dag al haar zonnige
toekomstdroomen verstoord. Nu was het haar
niet meer moeiljjk gevallen, voor hare ouders
vreest men nog „persoonlijke genegenheid en
afkeer voor een candidaat, vrees voor 't ver
liezen van klandizie of hoop op aanwinst van
klandizie, daarbij onverantwoordelijke intriges
en huichelarijen."
Na dit alles verwondert men zich niet te
lezen „Om die reden kijken wij zwart in de
a.s. Sittardscbe verkiezing."
Wat zich als candidaat voor bet Kamer
lidmaatschap aanbiedt, schijnt ook al niet veel
zaaks. Want al ligt „het overwegend meeste
in de handen van hen die over het stem
briefje beschikken", veel zal toch in deze af
hangen van ,,'t gehalte der candidaten." En
mocht men „afgaan op de verschillende ge
ruchten, die over eventueele candidaten rond
gaan, dan spelt ons de toekomst van nu af
niet veel goeds. Dan is het te voorzien, dat
geen degelijk candidaat in 't krijt zal treden,
en dat dus de uitverkorene van 't district
Sittard weer opeen bierton, een flesch jenever
in de hand, zijn blijden intocht in de Kamer
zal houden. En dan zal men weer uit den
mond van tal van ernstige kiezers de woorden
moeten booren „„Ik schaam mij werkelijk tot 't
district Sittard te behooren."" En dan zal
ook weer die Sittardscbe representant in de j
Kamer niet veel prestige hebben. Hij zal in
tegendeel door alle ernstige collega's be
schouwd worden als een man, die zijn gewich
tige betrekking van Kamerlid niet aan zijn
kennis, bekwaamheid en karakter, maar aan
den biergod Cambrinns en Schiedam te dan
ken beeft."
Waaraan dan ten slotte de verzuchting
wordt toegevoegd
„En dat in onzen tijd, waar wij, Goddank,
een christelijke regeering hebbeD, die zoo be
daard, hevig en geniepig venijnig door baar
tegenstanders, onder welke zoo vele knappe
mannen zijn, bestookt wordt".
Inderdaad, een district, waar zulke „chris
tenen" kiezers zijn en zulke „christenen" ge
kozenen, geeft aan een regeering, die tot
leus heeft het „voortbouwen op de christe
lijke grondslagen van ons volksleven", wel
een eigenaardigen steun
oooo
Het Centrum dringt aan op een goede rege
ling van den drankverkoop.
In 1904 is de termijn voor de voorloopige
regeling verstreken; de tijd is dus daar, om
met een goede regeling te komen.
Hoe noodig zulk een regeling is blijkt wel
uit een artikel van den beer A. Kellenaers
in de Kruisbanier, die o. a. over Limburg
bet volgende meêdeelt
De gemeente, waar steller dezes woont,
heeft op 1600 zielen 56 a 60 café's, Venraij
op circa 6000, meer dan 250, Helden, een vrij
groot dorp, ruim 200. Een hier dichtbij gelegen
gehucht van 200 zielen 14 en Weert, een
1 stadje, slaat het recorddat schittert met ruim
300 kroegen. In Maastricht, Venlo etc. zullen
ze wel ontelbaar zijn Aij. We komen
nog voor bet standpunt, dat geheel Limburg
„herbergt" En vergunningen. och, die
kent men zoowat niet, dat zijn doode licha
men. Op iedere 1000 zielen mogen 4 vergun
ningen zijn. Gewoonlijk zijn ze er niet, doch
in aparte kamers, soms in het lokaal zelf,
in alie herbergen zoowat, vergunning.
Daar staan borrel en bitterflescb in een ver
loren hoekje en worden op aanvrage gretig ge
bruikt. Arme vergunninghouders, die zich door
den ongerechtigde, den oneerlijken concurrent
het gras voor de voeten zien weggemaaid,
zij moeten 26 of meer gulden betalen voor
het vergunningsrecht, en anderen, die even
goed, soms meer van bet borrel-geld profitee-
ren, betalen niets En de politie Och,
die bemoeit er zich niet hard mede.
en vriendinnen het geheim harer liefde te
bewaren. Want nu was het in haar verstan
dig, eergierig kopje dadeljjk tot een on-
onomstootelijke zekerheid geworden, dat op
deze verloving nooit een huwelijk kon vol
gen. Zij had beloofd de vrouw te worden
van een flink officierniet echter de
verpleegster vaD een kreupelen invalide.
Geen enkele belofte ter wereld kon haar
dwingen, zich te vernederen tot een voor
werp van medelijden van heD, door wie
ze had gevierd, bewonderd en benijd willen
worden.
Het was een onaangename zaak geweest
en een paar weken laDg had ze
's avonds in haar kussen heftig gesnikt
en geweend, maar haar hart was er niet
onder gebroken en eer nog Herman Schröder
na een langdurige ziekte als genezen uit het
hospitaal ontslagen werd had zjj het ver
driet reeds overwonnen.
Gedurende den langen tijd van zijn ljjden
had ze hem geen enkele maal geschreven.
Toen ze weer voor de eeréte maal tegen
over elkaar stonden, moesten haar eerste
blik, haar eerste woord hem openbaren, dat
zjj van zjjn ridderljjkheid verwachtte, nooit
meer aan dat teedere afscheidsuur te wor
den herinnerd.
En hij was zoo ridderlijk geweest, zooals
zjj, zijn karakter kennend, had verwacht.
Geen bittere toespeling, geen aanklagend
woord hadden haar oo^ maar een pjjnlijk
oogenblik beieid. Hjj had het als iets van
zelfsprekends opgenomen, dat zjj zich niet
meer gebonden achtte aan hem, die haar
voor maanden torug als een kranig officier
had gevraagd en die nu ais een ellendige
kreupele en verminkte voor haar verscheen.
Met koele beleefdheid had hjj haar begroet
En zoo, veronderstelt Het Centrum, zal het
in Limburg wel niet alléén zijn. Ook hiervoor
dus is een betere regeling van het uiterste
gewicht.
Vergadering van den Raad
der gemeente NIEUWE NIEDORP, op
Maandag 8 Juni 1903, voormiddags 10 uur.
Afwezig de heer J. Wijn.
De Voorz. opent met welkom de vergade
ring. De notulen der vorige vergadering
worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen is een adres van mej. M. A. L.
Das, die, onder overlegging van de bij de
wet gevorderde verklaringen van verdere
lichamelijke ongeschiktheid, op dien grond
eervol ontslag vraagt als onderwijzeres aan
de school te Moerbeek, zoo mogelijk tegen i
1 Juli a.s.
Niemand heeft eenig bezwaar tegen dit
eervol ontslag, integendeel, men wensebt
algemeen het te geven onder dankzegging voor
de bewezen diensten, omdat mej. Das zeer
dikwijls ondanks haar slechte gezondheids
toestand, toch alle krachten ingespannen heeft
om bet onderwijs geregeld voortgang te doen
hebben.
Besloten wordt, oproeping te doen in De
Vacature en De Sollicitant van een onderwij
zeres met acte nuttige handwerken op een
aanvangsjaarwedde van f 500.
Op voorstel van den beer D. Kuilman zal
met het hoofd der school overlegd worden,
of de gewone zomervacantie van 3 weken
in plaats van in Augustus, in de eerste weken
van Juli kan worden gebonden. Misschien
kan na afloop daarvan de nieuwbenoemde
onderwijzeres in functie treden.
Voorts wordt vastgesteld het kohier der
hondenbelasting dienst 1903 op een bedrag
van f 132.60, en de besluiten tot bet doen van
af- en overschrijvingen totaal ad f 1148.93 en
tot het doen van betalingen uit den post van
onvoorziene uitgaven ad f 96.84, beiden dienst
1902.
Verder wordt nagezien en goedgekeurd
bet door den burgemeester beheerde pensioen
fonds voor de gemeente-ambtenareD, sluitende
in ontvangst en uitgaaf op een bedrag van
f227.81. Het fonds blijkt steeds in beteren
staat te komen.
Het beheer van het Burgemeestersboekje
wordt eveneens goedgekeurd in ontvangst op
f95 05, in uitgaaf op f76.77 en met een batig
saldo van f 18 28.
De toestand van de Veldterbrug is, volgens
mededeeling van den Voorz., gebleken van
dien aard te zijn, dat spoedige herstelling der
fundamenten noodzakelijk was. Voor spoed
was te meer reden, omdat de vaart thans
droog was. De raad keurt de uitgaven voor de
herstelling goed.
Evenzoo blijkt het hoogstnoodzakelijk, dat
de Valbrug radicaal hersteld wordt. Het be
stuur van den Oosterkamperpolder, dat met de
uitvoering van dat werk belast is, schijnt
echter tot herstelling niet genegen. Aangezien
de herstelling ten behoeve van de scheepvaart
beslist noodzakelijk geacht wordt, en zoo eenigs-
zins mogelijk nog van den tijd, dat de vaart
droog ligt, gebruik gemaakt moet worden
ter besparing van uitgaven, zal het bestuur
een dringende aanschrijving ontvangen, terwijl
anders maatregelen genomen znllen worden.
De rondvraag voor de openbare vergadering
levert niets op, waarna men in geheime zit
ting overgaat ter behandeling van reclames
op den boofdelijken omslag.
Het geheimzinnige geval.
Omtrent het gebeurde te UTRECHT deelt
men van daar nog aan de „N. R. Ct." mede
De effectenhandelaar v. K., wel niet juist
te goeder naam en faam bekend staande,
maar toch tot den fatsoenlijken stand behoo
rende, had zich den avond te voren vervoegd
bij de effectenhandelaars Fryda Co. in de
Choorstraat, met welke firma K. veel zaken
deedbij kwam terwijl de chef der firma,
een jongmensch van 24 jaar, naar zijn ver
loofde in Den Haag was, en verzocht dat
hem den volgenden morgen f 121.000 zouden
worden gebracht, om effecten te beleenen,
die bij dan zou afgeven.
De chef, den volgenden morgen in de stad
komende, spoedde zich met bet geld naar het
kantoor van K. die beweerde, dat bij zijne
hand verstuikt bad en daarom den beer Fryda
verzocht hem te helpen bij bet openen der
brandkast. Zich daartoe bukkende, kreeg de
beer F. onverwacht een hevigen slag met den
looden knop van een wandelstok op bet hoofd.
Een worsteling volgde, die tot resultaat bad,
dat Fryda zijne vrijheid herkreeg, mits bij
f1000 gaf en de belofte aflegde de politie
buiten de zaak te houden.
De heer Fryda, zeer ernstig gekwetst, werd
onmiddellijk in bet diaconessenbuis opgenomen,
doch zijn toestand is nn weer zoo verbeterd,
dat hij naar Den Haag kan vervoerd worden.
De aanrander v. K. is gearresteerd. Kort na
bet gebeurde had hjj bij een koffermaker een
grooten koffer laten bestellen om onmiddellijk
te bezorgendoch diens vrouw bad reeds
een en ander geboord en liet de politie
waarschuwen.
Het „U. D." meldt nog:
Gistermiddag is de beer v. K. voor den
rechter-commissaris geleid, om te worden ver
boord. Men denkt hem spoedig met denbeer
F., wiens toestand goed vooruitgaande is, te
confronteeren.
Wat nog uit de ingewikkelde geschiedenis
moet groeien
De verklaringen, die men van de beide per
sonen in quaestie heeft vernomen, zijn lijn
recht met elkaar in strijd. Daarbij komt, dat
de geheele scène zich onder vier oogen heeft
afgespeeld, zoodat het „neen" van den een
evengoed is als bet „ja" van den ander. Wel-
is-waar zijn enkele aanduidingen voorhanden,
die kunnen aantoonen dat F geslagen is, als
bet zich bevinden van bloed aan de bankbil
jetten, terwijl bet corpus-delicti, de stok, waar
mede dit is geschied, reeds in beslaggenomen is.
Enkele duistere punten zijn nog steeds niet
opgehelderd.
In de eerste plaats rijst de vraag, waarom
F. aan v. K. desomgelds heeft overhandigd
Toch zeker niet uit vrees, want dan zou
v. K. wel gezorgd hebben, dat hij meer had
gekregen dan f 900, daar F. nog meer geld
bij zich bad en de misdaad dezelfde bleef.
Verder baart het verwondering, dat v. K.
niet onmiddellijk na de afpersing de plaat
gepoetst beeft. Gevoelde bij zich zoo veilig
na bet plegen van de daad
Zeer moeiljjk zal het ongetwjjfeld voor de
justitie zjjn, om uit dezen doolhof van on
waarschijnlijkheden den rechten weg te vinden.
Het Bestuur der voor de
gemeenten OUDKARSPEL en NOORD-
SCHARWOUDE opgerichte Liberale Kies-
vereeniging is samengesteld uit de heeren
D. Scbuitemaker te Noordscbarwonde Voorz.,
M. Rootjes te Oadkarspel Secr., H. Hart Cz!
te Oudkarspel Penningm., C. Mulder te Noord-
scharwoude en J. Vis te Oudkarspel, leden.
Tot Directeur der gemengde
zangvereeniging „Orpheus" te OUDKAR
SPEL is benoemd de heer K. Dikstaal aldaar
- ANNA PAULOWNA.
Voor de betrekking van machinist in de
watermachine aan de Van Ewijcksluis hebben
zich 80 sollicitanten aangemeld.
en evenzoo had hij afscheid genomen, zooals
zij tot haar verlichting dacht voor altijd.
Het was geen leugen geweest, toen ze
hem zeide, dat ze nooit anders dan met
een gevoel van schaamte aan dat uur had
kunnen terugdenken. Maar die schaamte
was eerst berouw geworden, toen die groote
omkeer in haar leven plaats greep, die
verblindende val van de zonnige hoogte
van den rijkdom in de diepste diepte van
nederigheid en armoede. Toen had zjj den
versmaden man, trots zijn kreupele been en
zjjn eenvoudige burgerljjke jas, zoo gaarne
teruggeroepen. Maar hij was weg en zelfs
wanneer zij zjjn verblijfplaats had gekend,
was ze bepaald te trotsch geweest, aan het
verlangen van haar hart toe te geven. In
een toestand van de grootste vertwijfeling
had ze een paar maanden den strjjd met
het vjjandige leven gevoerd, om zich den
eerste den beste te geven, die haar be
loofde, haar uit dien poel van jammer op
te heffen. Maar zjj had niet opgehouden,
met het verlangen van een onbevredigde
vrouw aan den man te denken, in wien
zjj eens het verpersoonljjkte ideaal harer
meisjesdroomen had gezien. Toen dus
Herman Schröder onvermoed op een goeden
dag weder op haar levensweg verscheen,
toen haar kortzichtige man hem haar zelf
bracht, zich met eenvoudige vreugde in
beider verrassing vermeiend, toen had zjj
dadelijk al haar vrouweljjke hulpmiddelen
te baat genomen, om hem te behouden.
Wat voor jaren misschien niet veel an
ders was geweest dan de ijdele luim van
een verwend dwaas meisje, was nu opge
vlamd tot een grooten, verterenden harts
tocht, die des te krachtiger werd naar
mate zjj meer haar best had moeten doen om
haar gevoelens voor haar man te verbergen
Zij had niets strafbaars gedéAn maar
haar gedachten waren strafbaar geweest,
van het eerste uur at. Sedert den dag
dat ze uit den mond van den dokter had
ervaren, dat haar man hopeloos ziek was,
toen was haar stil begeeren aangegroeid
tot een wild, misdadig verlangen, en zij had
een juichende vreugde gevoeld bjj de ge
dachte, dat zij misschien spoedig weder
vrjj zou zijn en de onbeperkte meesteres
over haar persoon.
Wel was ze spoedig gaan aarzelen in
haar besliste overtuiging, dat ook Herman
Schröder nog steeds de oude gevoelens
voor haar koesterde. Zjjn gedrag 'tegenover
Martha, dat ze met de scherpe oogen der
jaloezie gadesloeg, had haar zeer veront
rust en opgewonden gemaakt. Maar zij had
haar vrees steeds weer verdrongen met
de gedachte, dat hjj haar schoonzuster zoo
bevoorrechtte, om aan zijn bezoeken aan
het huis van Winter een verklaring te
geven en om haar, fijngevoelig als hjj was,
voor praatjes te bewaren. Zij had maar
voor den spiegel te gaan staan, om zich te
vergewissen, dat ze nog niets van haar
bekoring had verloren dat zij een rijp
man heden nog begeerenswaardiger zou
zjjn, dan toen in haar knoppende schoon
heid den dwependen jongeling. Maar zjjn
strenge rechtschapenheid en zjjn vrees ook
slechts in gedachten de verrader van zijn
vriend te zullen worden, had hem volgens
hare meening zoo terughoudend doen zjjn
en zoo voorkomend jegens haar schoon
zuster.