AliirmtK- Liillinllti Donderdag li Juni 1005 47ste Jaargang No. 384 o. FEUILLETON. DE VROUW VAN DEN BOEKHOUDER. Uit en voor de Pers. Een „Christelijk" district. Clandestiene dronkenschap. Biimenlandsch Nieuws. WORDT VERVOLGD- SCHAGER COURANT Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTKNT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Kureau ÜC1I1AGKI, laats, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. 1 K E L. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 6ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Oemeente Scbagen. BEKENDMAKINGEN. VERKIEZING VOOR DEN GEMEENTERAAD. De Burgemeester der Gemeente Schagen brengt hiermede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den 30 Juni aanstaande, zal plaats hebben de verkiezing van drie leden van den Gemeenteraad; dat op dien dag, van dea voormiddags negen tot des namiddags vier uren, ter Secretarie der Gemeente bij den Burge meester kunnen worden ingeleverd Opgaven vanCandidaten, als bedoeld in artikel 61 der KieBwet en artikel 10 der Gemeentewet. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den candidaat en onder teekend zjjn door ten minste elf kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing en behoorende tot het district, waarvoor de candidaatstelling geschiedt. De inlevering dezer opgaven moet geschieden per soonlijk door één of meer der personen, die de opgave hebben onderteekend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig zyt. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Formulieren, voor de opgaven bovenvermeld, zjjn ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos verkrijgbaar van den 10 Juni 1903 tot en met den dag der verkiezing. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt. Hij, die eene opgave, ais bedoeld in artikel 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overbljjven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hy niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld by artikel 61, heeft onder teekend. Schagen, den 9 Juni 1903. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. o—o—oo V" oor bereidend. Militair Onderricht. De Burgemeester van Schagen, maakt bekend, dat voor jongelieden van 16. tot 24-jarigen leeftyd, indien althans het voldoend aantal zich aanmeldt, de gelegen heid wordt opengesteld tot het kosteloos ontvangen van voorbereidend militair onderricht, waaromtrent door Z. E. den Minister van Oorlog eene nienwe regeling ia vastgesteld, ook in verband met het be paalde in het Koninklijk besluit van 1 April 1902 (Staatsblad no. 48), houdende vaststelling der eischen van militaire bekwaamheid en lichameiyke geoefend heid, bedoeld in art- 104 der Militiewet 1901 (Staats blad no, 212). Die regeling ligt ter Secretarie dezer Gemeente voor belanghebbenden ter inzage Voormeld onderricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt bij het Bchoolonderwgs in de gymnastiek, de bekendheid te bevorderen met de eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de alge- meene plichten van den soldaat. Het strekt om: le. aan jongelieden, die zich daartoe vrijwillig aanmelden, de gelegenheid te openen tot het ontvan gen van elementair practisch en theoretisch onderwijs in den dienst der infanterie en der vesting-artillerie; 2e. aan toekomstige militieplichtigen de gelegen heid te verschaffen om de geschiktheid te verwerven tot het voldoen aan de eischen van militaire bekwaam heid, en zooveel mogelijk ook aan die van lichame iyke geoefendheid, bedoeld bij art J04 der Militiewet 1901, zooals zp zyn vastgesteld by het Koninkiyk besluit van 1 April 1902 (Staatsblad no. 48); en 3e. aan jongelieden, die eene verbintenis willen Roman van A. O. KLAUSZMANN. 25 o-o-o „Dnt ja dat „Dat ia onmogelijk, niet waar? Nu laten wij het dan bü uw goeden wil maar houden. Neem nog eenmaal mjjn dank in ontvangst, mijnheer Bartel, en verontschuldig mij. Mijn huiselijke plichten roepen mjj, 't is mij on mogelijk langer hier te blijven." Bartel hoopte, dat Msrthn hem tenminste baar har.d zou reiken,maar zij deed het niet en hij moest weer met een licht hoofdknikje genoegen nemen. Maar bij was toch tevre den met wat hij door zjjn bezoek had bereikt. Nu waren de duizend Mark in haar bezit zonder dat hij gevaar liep als de dader ontdekt te worden. Daar er niemand was, aan wien ze het biljet terug zon kunnen zecdeD, als ze het vond, bleef er volgens zijn meening voor haar niets andera over dan het te behouderf en te gebruiken. HOOFDSTUK XIV. Volle tien dagen had mevrouw Winter er geduldig op gewacht dat advocaat Schrö- der uit eigen wil zijn bezoek herhalen zou. Want het was nauwelijks te gelooven, dat hij haar halve verklaring niet zou hebben begrepen. Haar vrouwelijke jjdelheid ver zette zich tegen de gedachte, dat de lokkende prjjs, dien zjj hen' aanbood, voor de vervulling aangaan als vrijwilliger voor het Reservekader, zoo veel doenlyk de gelegenheid te geven de geoefend heid te verwerven, vereischt voor het verkrijgen van het militair getuigschrift tot toelating bij de catego rieën van dat kader, voor zooveel daarby het overleggen van bedoeld getuigschrift wordt vereischt Het voorbereidend militair onderricht omvat oefe ningen voor de jongelieden hierboven onder le. en 2e. bedoeld, naar een programma, verdeeld over twee achtereenvolgende wintertijdperkenvoor de jonge lieden, hierboven onder 3e. bedoeld, over één winter- tydperk. De tijdperken dnren, naar gelang van de pïaatselyke omstandigheden, van 1 of 15 November af tot ultimo Februari. De oefeningen hebben plaats gedurende ten minste 4 nren per week. De aanmelding tot deelneming aan het onderricht moet geschieden vóór 1 Augustus eerstkomende. Daar voor bestaat gelegenheid gedurende de maand Juni, op alle werkdagen, des voormiddags van negen tot twaalf nnr, en des namiddags van een tot vier uur, ter Secretarie dezer gemeente, alwaar ook verdere inlichtingen kunnen worden verkregen De aandacht van belanghebbenden wordt er in het byzonder op geveBtigd, dat voor de samenstelling van het gedeelte, tot korte oefening in te lijven, in de eerste plaats in aanmerking komen de lotelingen, van wie blijkt, dat zy voldoen aan de eischen van militaire bekwaamheid en lichameiyke geoefendheid, omschreven in bovenvermeld Koninkiyk besluit van 1 April 1902 (Staatsblad no. 48), terwijl de lotelingen, van wie blijkt, dat zy voldoen öf aan de eischen van militaire bekwaamheid, óf aan de eischen vaD lichameiyke ge oefendheid, zullen worden ingelyfd by het korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor zoover zy daartoe geschikt bevonden worden, en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. By de toewyzing van de lotelingen aan bet korps en het garnizoen hunner keuze, hebben zy, die in het bezit zyn van een getuigschrift, dat zy voldoen aan de eischen, zoowel van militaire bekwaamheid als van lichameiyke geoefendheid, den voorrang boven hen, die slechts een getuigschrift bezitten, dat zy aan één dezer eischen voldoen. den 10 Juni 1903 De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. In het district Sittard moet binnenkort een verkiezing voor de Tweede Kamer plaats hebben, omdat de waardige vertegenwoordiger van bet district zijn mandaat verloren beeft. Hoe deze dit mandaat heeft gekregen, daar over vernam men indertijd een en ander, dat de „Limburger Koerier thans nog eens in geuren en kleuren vertelt. De verkiezingen dan in het district Sittard worden bebeersebt „door den biergod Cam- briuus." „De candidaat, die voor dien god de mees te tonnen bieroffers plengde, dat was de man naar 't hart van 't overgroot gedeelte der kiezers van het district. „Schiedam en cognac speelden daar ook hun rol bij, doch in mindere mate." „Met bezorgdheid" wordt daarom de nieuwe verkiezing tegemoet gezien. De vraag wordt gesteld, of „dat afkeurens waardig verkwanselen van Sittard's Kamer zetel voor eenige honderden tonnen bier en flesscben Schiedammer, nu nog eens bet dis trict ten spot en ter verachting van heel Nederland maken" zal. Men ziet „de zaak zeer donker in." Want men moet weten, dat zulke prak tijken zich niet alleen bij de laatste verkiezing hebben voorgedaan, maar dat men in dit op zicht reeds van „jarenlange ervaring" kan spreken. Op grond daarvan vreest men, „dat ook nu weer concurrente candidaten elkaar met biertonnen en jeneverkanonnen zullen bestrijden." En bij die vrees blijft het niet. Daarenboven harer wenschen, alle waarde voor hem zou hebben verloren. Eens had hij baar vurig en oprecht lief gehad, met al den gloed eener eerste lietde. Hoe jong ze ook mocht zyn, ze had het reeds lang geweten vóór hij het haar had gezegd, vóór het geheim van zijn hart schuchter en aarzelend over zjjn lippen was gekomen. Want ze was reeds als bakviech verstandiger geweest dan andere meisjes op twintigjarigen leeftjjd, en de ridderlijke huldigingen van den knappen jongen offi cier, welke zij zich vurig benijd wist, hadden haar met trotsche bevrediging vervuld, wat zij toenmaals voor echte wederliefde had gehouden. Op den dag, dat hjj naar haar vaders huis was gekomen om afscheid te nemen, omdat hjj in den oorlog moest, hadden de emoties van het oogenblik en een toevallig alleen zijn de verklaring gebracht. Zij had onder tranen in zjjn armen gelegen en haar lippen hadden steeds de zjjne gedrukt. Gloeiende belolten van eeuwige liefde en trouw waren tusschen hen gewisseld. En al waren zij overeengekomen, tot aan het einde van den oorlog hun zoet geheim te bewaren, ze waren als verloofden van elkaar gegaan. Zjj zou hem bepaald trouw zijn gebleven, als hij teruggekeerd was zooals zij het zich had gedroomd met roem overladen, bet ijzeren kruis op de borst, een trotsche ge vierde held, in pralende mannenschoonheid. Maar de hemel had het anders gewild en het bericht van zjjn zware verwonding, die hem naar het oordeel van den dokter in het- gunstigste geval tot een kreupele zou maken, had op één dag al haar zonnige toekomstdroomen verstoord. Nu was het haar niet meer moeiljjk gevallen, voor hare ouders vreest men nog „persoonlijke genegenheid en afkeer voor een candidaat, vrees voor 't ver liezen van klandizie of hoop op aanwinst van klandizie, daarbij onverantwoordelijke intriges en huichelarijen." Na dit alles verwondert men zich niet te lezen „Om die reden kijken wij zwart in de a.s. Sittardscbe verkiezing." Wat zich als candidaat voor bet Kamer lidmaatschap aanbiedt, schijnt ook al niet veel zaaks. Want al ligt „het overwegend meeste in de handen van hen die over het stem briefje beschikken", veel zal toch in deze af hangen van ,,'t gehalte der candidaten." En mocht men „afgaan op de verschillende ge ruchten, die over eventueele candidaten rond gaan, dan spelt ons de toekomst van nu af niet veel goeds. Dan is het te voorzien, dat geen degelijk candidaat in 't krijt zal treden, en dat dus de uitverkorene van 't district Sittard weer opeen bierton, een flesch jenever in de hand, zijn blijden intocht in de Kamer zal houden. En dan zal men weer uit den mond van tal van ernstige kiezers de woorden moeten booren „„Ik schaam mij werkelijk tot 't district Sittard te behooren."" En dan zal ook weer die Sittardscbe representant in de j Kamer niet veel prestige hebben. Hij zal in tegendeel door alle ernstige collega's be schouwd worden als een man, die zijn gewich tige betrekking van Kamerlid niet aan zijn kennis, bekwaamheid en karakter, maar aan den biergod Cambrinns en Schiedam te dan ken beeft." Waaraan dan ten slotte de verzuchting wordt toegevoegd „En dat in onzen tijd, waar wij, Goddank, een christelijke regeering hebbeD, die zoo be daard, hevig en geniepig venijnig door baar tegenstanders, onder welke zoo vele knappe mannen zijn, bestookt wordt". Inderdaad, een district, waar zulke „chris tenen" kiezers zijn en zulke „christenen" ge kozenen, geeft aan een regeering, die tot leus heeft het „voortbouwen op de christe lijke grondslagen van ons volksleven", wel een eigenaardigen steun oooo Het Centrum dringt aan op een goede rege ling van den drankverkoop. In 1904 is de termijn voor de voorloopige regeling verstreken; de tijd is dus daar, om met een goede regeling te komen. Hoe noodig zulk een regeling is blijkt wel uit een artikel van den beer A. Kellenaers in de Kruisbanier, die o. a. over Limburg bet volgende meêdeelt De gemeente, waar steller dezes woont, heeft op 1600 zielen 56 a 60 café's, Venraij op circa 6000, meer dan 250, Helden, een vrij groot dorp, ruim 200. Een hier dichtbij gelegen gehucht van 200 zielen 14 en Weert, een 1 stadje, slaat het recorddat schittert met ruim 300 kroegen. In Maastricht, Venlo etc. zullen ze wel ontelbaar zijn Aij. We komen nog voor bet standpunt, dat geheel Limburg „herbergt" En vergunningen. och, die kent men zoowat niet, dat zijn doode licha men. Op iedere 1000 zielen mogen 4 vergun ningen zijn. Gewoonlijk zijn ze er niet, doch in aparte kamers, soms in het lokaal zelf, in alie herbergen zoowat, vergunning. Daar staan borrel en bitterflescb in een ver loren hoekje en worden op aanvrage gretig ge bruikt. Arme vergunninghouders, die zich door den ongerechtigde, den oneerlijken concurrent het gras voor de voeten zien weggemaaid, zij moeten 26 of meer gulden betalen voor het vergunningsrecht, en anderen, die even goed, soms meer van bet borrel-geld profitee- ren, betalen niets En de politie Och, die bemoeit er zich niet hard mede. en vriendinnen het geheim harer liefde te bewaren. Want nu was het in haar verstan dig, eergierig kopje dadeljjk tot een on- onomstootelijke zekerheid geworden, dat op deze verloving nooit een huwelijk kon vol gen. Zij had beloofd de vrouw te worden van een flink officierniet echter de verpleegster vaD een kreupelen invalide. Geen enkele belofte ter wereld kon haar dwingen, zich te vernederen tot een voor werp van medelijden van heD, door wie ze had gevierd, bewonderd en benijd willen worden. Het was een onaangename zaak geweest en een paar weken laDg had ze 's avonds in haar kussen heftig gesnikt en geweend, maar haar hart was er niet onder gebroken en eer nog Herman Schröder na een langdurige ziekte als genezen uit het hospitaal ontslagen werd had zjj het ver driet reeds overwonnen. Gedurende den langen tijd van zijn ljjden had ze hem geen enkele maal geschreven. Toen ze weer voor de eeréte maal tegen over elkaar stonden, moesten haar eerste blik, haar eerste woord hem openbaren, dat zjj van zjjn ridderljjkheid verwachtte, nooit meer aan dat teedere afscheidsuur te wor den herinnerd. En hij was zoo ridderlijk geweest, zooals zjj, zijn karakter kennend, had verwacht. Geen bittere toespeling, geen aanklagend woord hadden haar oo^ maar een pjjnlijk oogenblik beieid. Hjj had het als iets van zelfsprekends opgenomen, dat zjj zich niet meer gebonden achtte aan hem, die haar voor maanden torug als een kranig officier had gevraagd en die nu ais een ellendige kreupele en verminkte voor haar verscheen. Met koele beleefdheid had hjj haar begroet En zoo, veronderstelt Het Centrum, zal het in Limburg wel niet alléén zijn. Ook hiervoor dus is een betere regeling van het uiterste gewicht. Vergadering van den Raad der gemeente NIEUWE NIEDORP, op Maandag 8 Juni 1903, voormiddags 10 uur. Afwezig de heer J. Wijn. De Voorz. opent met welkom de vergade ring. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen is een adres van mej. M. A. L. Das, die, onder overlegging van de bij de wet gevorderde verklaringen van verdere lichamelijke ongeschiktheid, op dien grond eervol ontslag vraagt als onderwijzeres aan de school te Moerbeek, zoo mogelijk tegen i 1 Juli a.s. Niemand heeft eenig bezwaar tegen dit eervol ontslag, integendeel, men wensebt algemeen het te geven onder dankzegging voor de bewezen diensten, omdat mej. Das zeer dikwijls ondanks haar slechte gezondheids toestand, toch alle krachten ingespannen heeft om bet onderwijs geregeld voortgang te doen hebben. Besloten wordt, oproeping te doen in De Vacature en De Sollicitant van een onderwij zeres met acte nuttige handwerken op een aanvangsjaarwedde van f 500. Op voorstel van den beer D. Kuilman zal met het hoofd der school overlegd worden, of de gewone zomervacantie van 3 weken in plaats van in Augustus, in de eerste weken van Juli kan worden gebonden. Misschien kan na afloop daarvan de nieuwbenoemde onderwijzeres in functie treden. Voorts wordt vastgesteld het kohier der hondenbelasting dienst 1903 op een bedrag van f 132.60, en de besluiten tot bet doen van af- en overschrijvingen totaal ad f 1148.93 en tot het doen van betalingen uit den post van onvoorziene uitgaven ad f 96.84, beiden dienst 1902. Verder wordt nagezien en goedgekeurd bet door den burgemeester beheerde pensioen fonds voor de gemeente-ambtenareD, sluitende in ontvangst en uitgaaf op een bedrag van f227.81. Het fonds blijkt steeds in beteren staat te komen. Het beheer van het Burgemeestersboekje wordt eveneens goedgekeurd in ontvangst op f95 05, in uitgaaf op f76.77 en met een batig saldo van f 18 28. De toestand van de Veldterbrug is, volgens mededeeling van den Voorz., gebleken van dien aard te zijn, dat spoedige herstelling der fundamenten noodzakelijk was. Voor spoed was te meer reden, omdat de vaart thans droog was. De raad keurt de uitgaven voor de herstelling goed. Evenzoo blijkt het hoogstnoodzakelijk, dat de Valbrug radicaal hersteld wordt. Het be stuur van den Oosterkamperpolder, dat met de uitvoering van dat werk belast is, schijnt echter tot herstelling niet genegen. Aangezien de herstelling ten behoeve van de scheepvaart beslist noodzakelijk geacht wordt, en zoo eenigs- zins mogelijk nog van den tijd, dat de vaart droog ligt, gebruik gemaakt moet worden ter besparing van uitgaven, zal het bestuur een dringende aanschrijving ontvangen, terwijl anders maatregelen genomen znllen worden. De rondvraag voor de openbare vergadering levert niets op, waarna men in geheime zit ting overgaat ter behandeling van reclames op den boofdelijken omslag. Het geheimzinnige geval. Omtrent het gebeurde te UTRECHT deelt men van daar nog aan de „N. R. Ct." mede De effectenhandelaar v. K., wel niet juist te goeder naam en faam bekend staande, maar toch tot den fatsoenlijken stand behoo rende, had zich den avond te voren vervoegd bij de effectenhandelaars Fryda Co. in de Choorstraat, met welke firma K. veel zaken deedbij kwam terwijl de chef der firma, een jongmensch van 24 jaar, naar zijn ver loofde in Den Haag was, en verzocht dat hem den volgenden morgen f 121.000 zouden worden gebracht, om effecten te beleenen, die bij dan zou afgeven. De chef, den volgenden morgen in de stad komende, spoedde zich met bet geld naar het kantoor van K. die beweerde, dat bij zijne hand verstuikt bad en daarom den beer Fryda verzocht hem te helpen bij bet openen der brandkast. Zich daartoe bukkende, kreeg de beer F. onverwacht een hevigen slag met den looden knop van een wandelstok op bet hoofd. Een worsteling volgde, die tot resultaat bad, dat Fryda zijne vrijheid herkreeg, mits bij f1000 gaf en de belofte aflegde de politie buiten de zaak te houden. De heer Fryda, zeer ernstig gekwetst, werd onmiddellijk in bet diaconessenbuis opgenomen, doch zijn toestand is nn weer zoo verbeterd, dat hij naar Den Haag kan vervoerd worden. De aanrander v. K. is gearresteerd. Kort na bet gebeurde had hjj bij een koffermaker een grooten koffer laten bestellen om onmiddellijk te bezorgendoch diens vrouw bad reeds een en ander geboord en liet de politie waarschuwen. Het „U. D." meldt nog: Gistermiddag is de beer v. K. voor den rechter-commissaris geleid, om te worden ver boord. Men denkt hem spoedig met denbeer F., wiens toestand goed vooruitgaande is, te confronteeren. Wat nog uit de ingewikkelde geschiedenis moet groeien De verklaringen, die men van de beide per sonen in quaestie heeft vernomen, zijn lijn recht met elkaar in strijd. Daarbij komt, dat de geheele scène zich onder vier oogen heeft afgespeeld, zoodat het „neen" van den een evengoed is als bet „ja" van den ander. Wel- is-waar zijn enkele aanduidingen voorhanden, die kunnen aantoonen dat F geslagen is, als bet zich bevinden van bloed aan de bankbil jetten, terwijl bet corpus-delicti, de stok, waar mede dit is geschied, reeds in beslaggenomen is. Enkele duistere punten zijn nog steeds niet opgehelderd. In de eerste plaats rijst de vraag, waarom F. aan v. K. desomgelds heeft overhandigd Toch zeker niet uit vrees, want dan zou v. K. wel gezorgd hebben, dat hij meer had gekregen dan f 900, daar F. nog meer geld bij zich bad en de misdaad dezelfde bleef. Verder baart het verwondering, dat v. K. niet onmiddellijk na de afpersing de plaat gepoetst beeft. Gevoelde bij zich zoo veilig na bet plegen van de daad Zeer moeiljjk zal het ongetwjjfeld voor de justitie zjjn, om uit dezen doolhof van on waarschijnlijkheden den rechten weg te vinden. Het Bestuur der voor de gemeenten OUDKARSPEL en NOORD- SCHARWOUDE opgerichte Liberale Kies- vereeniging is samengesteld uit de heeren D. Scbuitemaker te Noordscbarwonde Voorz., M. Rootjes te Oadkarspel Secr., H. Hart Cz! te Oudkarspel Penningm., C. Mulder te Noord- scharwoude en J. Vis te Oudkarspel, leden. Tot Directeur der gemengde zangvereeniging „Orpheus" te OUDKAR SPEL is benoemd de heer K. Dikstaal aldaar - ANNA PAULOWNA. Voor de betrekking van machinist in de watermachine aan de Van Ewijcksluis hebben zich 80 sollicitanten aangemeld. en evenzoo had hij afscheid genomen, zooals zij tot haar verlichting dacht voor altijd. Het was geen leugen geweest, toen ze hem zeide, dat ze nooit anders dan met een gevoel van schaamte aan dat uur had kunnen terugdenken. Maar die schaamte was eerst berouw geworden, toen die groote omkeer in haar leven plaats greep, die verblindende val van de zonnige hoogte van den rijkdom in de diepste diepte van nederigheid en armoede. Toen had zjj den versmaden man, trots zijn kreupele been en zjjn eenvoudige burgerljjke jas, zoo gaarne teruggeroepen. Maar hij was weg en zelfs wanneer zij zjjn verblijfplaats had gekend, was ze bepaald te trotsch geweest, aan het verlangen van haar hart toe te geven. In een toestand van de grootste vertwijfeling had ze een paar maanden den strjjd met het vjjandige leven gevoerd, om zich den eerste den beste te geven, die haar be loofde, haar uit dien poel van jammer op te heffen. Maar zjj had niet opgehouden, met het verlangen van een onbevredigde vrouw aan den man te denken, in wien zjj eens het verpersoonljjkte ideaal harer meisjesdroomen had gezien. Toen dus Herman Schröder onvermoed op een goeden dag weder op haar levensweg verscheen, toen haar kortzichtige man hem haar zelf bracht, zich met eenvoudige vreugde in beider verrassing vermeiend, toen had zjj dadelijk al haar vrouweljjke hulpmiddelen te baat genomen, om hem te behouden. Wat voor jaren misschien niet veel an ders was geweest dan de ijdele luim van een verwend dwaas meisje, was nu opge vlamd tot een grooten, verterenden harts tocht, die des te krachtiger werd naar mate zjj meer haar best had moeten doen om haar gevoelens voor haar man te verbergen Zij had niets strafbaars gedéAn maar haar gedachten waren strafbaar geweest, van het eerste uur at. Sedert den dag dat ze uit den mond van den dokter had ervaren, dat haar man hopeloos ziek was, toen was haar stil begeeren aangegroeid tot een wild, misdadig verlangen, en zij had een juichende vreugde gevoeld bjj de ge dachte, dat zij misschien spoedig weder vrjj zou zijn en de onbeperkte meesteres over haar persoon. Wel was ze spoedig gaan aarzelen in haar besliste overtuiging, dat ook Herman Schröder nog steeds de oude gevoelens voor haar koesterde. Zjjn gedrag 'tegenover Martha, dat ze met de scherpe oogen der jaloezie gadesloeg, had haar zeer veront rust en opgewonden gemaakt. Maar zij had haar vrees steeds weer verdrongen met de gedachte, dat hjj haar schoonzuster zoo bevoorrechtte, om aan zijn bezoeken aan het huis van Winter een verklaring te geven en om haar, fijngevoelig als hjj was, voor praatjes te bewaren. Zij had maar voor den spiegel te gaan staan, om zich te vergewissen, dat ze nog niets van haar bekoring had verloren dat zij een rijp man heden nog begeerenswaardiger zou zjjn, dan toen in haar knoppende schoon heid den dwependen jongeling. Maar zjjn strenge rechtschapenheid en zjjn vrees ook slechts in gedachten de verrader van zijn vriend te zullen worden, had hem volgens hare meening zoo terughoudend doen zjjn en zoo voorkomend jegens haar schoon zuster.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1