F. REET, I Hokkentouw. L. Bfpvel Mul Klaiiipnetteii, Hokkentouw, Karwijbalen Zandzakken. Hooisehudders Hooiharken, DORSCHKLEEDEI Koster Yan Mèwi i a I-S Sl32 Sa ck-i Moegen, iolhorn, élot, -• Tra® conditiën voor attetalim. J. Peereboom, Vraait conditiën voor attataliai. - Binnenlandsch Nieuws. ADVKRTENTIKN. Hoogzijde, Behagen, heeft een groote keuze in VLOERZEILEN, Groote sorteering Rollen Mat ten, gekleurde Matten, Karpetten, vanaf 5 gld., 12 els Taf el kleed en, Koffers, Tas- s c h e n, enz. Leiert SPRINGTOEN- m KAPOKMATRASSEN. Groote coRwtk ZADELMAKERS-ARTIKELEN. Aanbevelend, MKKT. Hoogzijde, 8CHAGEN, het meest bekende en beste adres van en Naaisters-Foarnituren, wenscht vanaf heden bovengenoemde Hoeden en verder alle Mode-artikelen, zooals Z ij den Stoffen, Kanten, Kragen, enz., tegen veel vermin derde prijzen op te ruimen. Depöt van Bruning Muhren's Japonstalen Agentesse van Pajlthe's Chemische Ververij. bc ea fa e fl V fl be cs IS BIJ Bondsrijwielhersteller, te Nieuwe Niedorp. 9 Karwijbalen. Uienbalen. Blauwstreep- en andere ZAKKEN. Hui me keuze en Aanbevelend, J. Breet Touwslager. SCHAGEN. Nieuwe en gebruikte e n lage prijzen, verkrijgbaar bij T. RAMPEN, O u d e s 1 u i 8. en waterdichte dakkleeden voor kaasfabrieken, uiterst soliede bewerkt, levering tegen scherp concurreeren de prijzen. Zeilmakers. Zaadmarkt C 65. Alkmaar. «*- o fl a [Bas fl O r> S o drie- en twee-scharige Ploegen met stuurboom, te verkrijgen bij den Agent voorheen de heer Van Wijk. za&id met valkanen, vormen als 't ware een gordel van vaar, om dan langs de Indische eilanden met eenige sprongen Azië en Austra lië te verbinden. Java alleen heeft 44 vulkanen, waarvan er 28 voortdurend in werking zijn. Hunne rookpluimen spreken ons van de ontzettende krachten, die er woelen en koken onder den heerlijk groenen bodem. Doch genoeg over al die narigheidMen is in Indië fatalist en denkt er verder maar niet over na. We naderen Anjer en kunnen den rooden vuurtoren en de witte huisjes onderscheiden. Er wordt naar den wal geseind en de tele graaf brengt nu het bericht naar Batavia, dat we tegen ééq, uur in den middag zullen aankomen. Weldra stoomen we voorbij Ban tam. vroeger een der rijkste steden van den Archipel. Thans zien we er slechts een arm zalig visschersdorp. 24 Juni 1596 kwamen hier de vier eerste Hollandsche schepen onder Cornelis Houtman aan. Ze kwamen om handel te drijven, weinig vermoedende, dat daarmede ook de eerste stap tot koloniaal bezit was gedaan De laatste kaap wordt omgevaren en daar zien we nu aan den horizon voor ons de schepen op de reede van Tandjoeng Priok. Daar ligt dan eindelijk ons reisdoel, spoedig zullen we nu in veilige haven zijn. De passa giers zijn allen vrooljjk opgewonden, of neen, niet allen; er zijn er ook, die met tegenzin van hun verlof terugkeeren, net als een kostschooljongen van vacantie. Zij berekenen nu al, hoe lang nog, en zijn het geheel met Bas Veth eens. 'tls natuurlijk een kwestie van smaak. Elk land toch heeft zijn voor en tegen, en dus ook Indië. De jongeren, zij, die voor het eerst naar hier komen, nog niet cynisch aangelegd, nog vol illusies over het geen hun wacht, zijn bepaald uitgelaten. Daar stoomen we tusschen de op de reede liggende groote oorlogsschepen door. De jantjes wuiven ons een vriendelijk welkom toe en de „Koning Willem I" geeft het sa luut met de vlag, dat van die drijvende forten dadelijk beantwoord wordt. We varen nu halve kracht en tusschen twee landhoofden komen we de haven binnen en zien aan de uitgestrekte lage bazaltkaden verschillende booten, die deel uitmaken van de Stoomvaartmaatschappijen Nederland, Rotterdamsche Lloyd en Konink lijke Pakketvaart. In de schaduw der hooge afdaken van de loodseD of hangars krioelt het van Inlanders, Chineezen en Europeanen. Wij zien er geen bekenden onder, wat maar goed is ook, want straks zullen we het druk genoeg krijgen met onze bagage, die hier nu reeds vijftien dagen wacht. Het duurt nog al lang, voor ook wij aan de kade gemeerd zijn ea nauwelijks is de loopplank uitgezet, of er komt zulk een stroom van menschen het schip opdringen, dat wij passagiers genoodzaakt zijn, nog eeD oogen blikje geduld te oefenen. Het is hier vreeselijk warm, bepaald on aangenaam warm door de voortdurende uit straling der gloeiend heete bazaltsteenen. We hebben medelijden met de menschen, die hier dag in dag uit moeten werken bij zoo'n temperatuur Een aantal inlandsche en ook enkele Europeesche commissionnairs van verschillende hotels vallen ons lastig en willen maar niet begrijpen, dat we reeds vooruit onze keuze deden. Eindelijk kunnen we aan wal en nu begint een gescharrel met de bagage, zooals men dat alleen in ons nog zoo achterlijk Indië kent. Men wordt van het kastje naar den muur gestuurd, heeft te maken met beambten van den Agent der Maatschappij Nederland, met heeren van het gouvernementspakhuis, met het Indische Veem, met de Kommiezen der invoerrechten eu is ten slotte nog even wijs als in 't begin. Na anderhalf uur heen en weer geloopen te hebben, vind ik eindelijk mijn kisten, op gestapeld in een loods, doch meenemen, ho maar 1 Er moet nog eerst een invoerpas worden opgemaakt en daar het den volgen den dag Zondag is, zoo zal het wel Maandag of Dinsdag worden, alvorens ik mijn goed krijg. In welk land heeft men nu zulke rare toestanden en waar wordt een vreemdeling zoo bemoeilijkt en geringeloord, als een Hol lander hier in een Indische bezitting Enfin, mopperen geeft toch niets en kwaad worden is in de hitte zeer gevaarlijk, daarom maar kalm berusten, al heb ik ook geen stukje schoon goed meer bij me en zal ik dus verplicht zijn, eenige dagen thuis te blijven. We gaan nu maar naar het station, drinken daar wat verkoelends en wachten op een trein naar Batavia. Lt. Clookener Brousson, b.d. Batavia, 18 April 1903. - HEER-HUGOWAARD. Met het oog op de candidaatstelling voor de Gemeenteraadsverkiezing hield de Prot. Kiesvereenlging Woensdag jl. vergadering in „De Hengstman." Aanwezig 18 leden. Na opening door den Voorz. en lezing der notulen door den Secr., werd aan de orde gesteld de candidaatstelling, waarbij tegelijkertijd werd behandeld een schrijven van de R. K. kies- vereeniging alhier, betrekking hebbende op de a. s. verkiezing. Door den voorz. wordt verslag uitgebracht over een ingesteld onderzoek ten aanzien van het gerucht, als zoude door de Anti.-Rev. partij in de gemeente aan den Burgemeester 't verzoek zijn gericht, zich niet herkiesbaar te stellen, teneinde daardoor een R. K. in den Raad zitting te doen nemen. Uit het onderzoek is gebleken, dat de Anti-Rev. partij daar beslist buiten staat. Wel bleek uit een onderhoud van voorz. en secr. met den Bur gemeester, dat deze uit overtuiging en geheel zonder aandrang van derden, tot het besluit was gekomen, zijn zetel in te ruimen, mits voor hem in de plaats een R. K. werd gekozen. Voorz. en secr. kregen van ZEd. de op dracht, dit besluit ter kennis te brengen van „Burgerplicht." Na het onderhoud met den Burgemeester te hebben weergegeven, deelt de voorz. mede, dat aan hem en den secr. 't verzoek was ge richt tot een conferentie met den voorz. en den secr. der R. K. kiesvereeniging, de heeren P. Scholten en Jc. Zuurbier. Aan dit verzoek is voldaan en de voorz. brengt omtrent deze bespreking rapport uit. Zijnerzijds was, na een vrij langdurige discussie, welke was uit gegaan van de verzekering, dat bij de R. K. partij 't voornemen had bestaan, den Burge meester en een R. K. candidaat te stellen, het voorstel gedaan, nu dan toch den Burgemees ter candidaat te stellen. Besloot dan „Burger plicht", op 't voorstel van den Burgemeester in te gaan en voor hem een R. K. candidaat te stellen, dan zou de R. K. kiesvereeniging dien candidaat kunnen overnemen. Tegen dit voorstel werd bezwaar gemaakt, aangezien op die wijze de R. K. partij een candidaat zou krijgen te kiezen, van andere zijde haar op gedrongen. Van beide zijden werd echter ook gevoeld, dat het stellen van twee R. K. can didaten van invloed zou kunnen zijn op het te nemen besluit door „Burgerplicht." Het feitelijke resultaat der conferentie is geweest, dat beide partijen op zich namen, de zaak zuiver voor te leggen aan de vergadering, en dat men elkaar in kennis zou stellen met de besluiten der vergadering. Hierop wordt voorgelezen het schrijven der R. K. kiesvereeniging, inhoudende, dat can didaat zijn gesteld de heeren J. Schilder en Jc Wijnker, respectievelijk voor de vacature- P. Wonder Az. en de vacature-D. de Boer. Aan het debat, dat hierop volgt, wordt door verschillende personen deelgenomen. Hieruit blijkt, dat men algemeen van oordeel is, dat de weg om aan het voorstel van den Burge meester tegemoet te komen, is afgesneden, tenzij men twee zetels op 't spel wil zetten. Vrij zeker toch is bekend, dat de Burge meester toch candidaat zou worden gesteld, zij 't dan door kiezers, die buiten „Burger plicht" staan. De R. K. zouden in dat geval natuurlijk de beide R. K. candidaten stem men, terwijl de stemmen der Prot. en Anti- rev. zouden worden verdeeld over 4 candida ten, wat de verkiezing der beide R.-K. candidaten zeker zou doen zijn. Bij stemming worden nu op de groslijst geplaatst de heeren P. Wonder Az., D. de Boer, N. Pool en Jc. Smit, waaruit met algemeene stemmen wordt gekozen de heer P. Wonder Az. en met bijna algemeene stem men de heer D. de Boer. Aan de R. K. en Anti-Rev. Kiesvereeni- gingen zullen de besluiten betreffende de candidaatstelling schriftelijk worden meege deeld. Vervolgens wordt vastgesteld op welke wijze propaganda voor de candidaten zal worden gemaakt, waarna nog enkele huishoudelijke zaken ter sprake komen. Onder dankzegging voor opkomst en mede werking sluit de Voorz. hierna de vergade ring. Bij de op 24 Juni j.1. te ALK MAAR gehouden aanbesteding van de werken van den West-Prieschen Omringdijk van Geeêtmer Ambacht voor het jaar 1903, was de uitslag als volgt Perceel 1 (Huigen- en Zuider Rekerdijk.) Het gewoon jaarlijksch onderhoud van het rijpad, benevens de glooiing en bermen van den Huigendijk, lang 162 M. met leverantie van 4 M3. grint, alsmede van den Zuider Rekerdjjk, lang 1520 M., met de leverantie van 25 M3. grint, waaronder het onderhoud der kluft, loopende vanaf de brug van de Heer Hugowaard en aansluitende aan den Huigendijk, aangenomen door J, Oldenburg te Bergen voor f 145.— nooit met de dames in aanraking. Juffrouw Winter kan u onmogelijk zoo iets hebben gezegd." Schröder keek zijn bezoeker onwillekeu rig wat scherper aan. „Mag ik dan eens vragen, wat u hier komt doen „Ik dacht, als juffrouw Winter soms de kosten van een verdediger niet kon be talen of dat ik iets anders voor haar kon doen. Ik zou zeer gaarne uit mijn ge ringe middelen maar niemand mag dat te weten komen." „U wilt my honoreeren mijnheer Bartel, u Neem mij niet kwalijk, maar dat aan bod verwondert me zeer. Zeide u niet zooeven, dat er tusschen u en de juffrouw geen enkele betrekking bestaat?" „Geen enkele, dat zweer ik u; niet in 't minst. Maar ik heb zulk een hartelijk medelijden met de jonge dame en ik vind het zoo verschrikkelijk dat men haar voor de schuld van een ander laat boeten, dat, dat. Zijn hoed rolde hem uit de hand, of misschien had hjj hem ook met opzet laten vallen, om daardoor terwijl hy bukte, den onafgebroken op hem gevestigden blik van mijnheer Schröder te ontgaan. Schröder ging voort: „De vraag over het honorarium is tusschen juffrouw Winter en mij reeds geregeld. In dit opzicht heb ik dus uwe hulp niet meer noodig en wan neer u meent, de jonge dame op de eene of andere manier van dienst te kunnen zijn, dan moet u zich maar met haar in directe verbinding stellen. Maar ik geloof nauwe lijks, dat een geldaanbieding op een gunstig onthaal zal kunnen rekenen." Bartel was opgestaan en was weer ijverig in de weer met zijn hoed. „Dan zal ik het maar niet doen, en ik had het eigenlijk niet zoo gemeend. Hoe zou ik juffrouw Martha ook geld kunnen aanbieden, in mijn bescheiden positie Ik ben ook maar een arm man. Een paar honderd mark dat is alles wat ik aan spaarpenningen bezit. Ik dacht slechts, dat ik dat men zij kan toch niet in die verschrikkelijke gevangenis eten Het klonk, alsof hij met moeite zijn tranen terughield en Hermann Schröder had een slecht menschenkenner moeten zijn, om de eigenlijke beweegreden van zijn zonderlinge deelname voor Martha niet dadelijk te raden. Hij voelde medelijden met den man, want die zag er nu juist niet uit, om hem ijverzuchtig te maken, j „Maak u daarover maar geen zorgen, J mijnheer Bartel", zeide hy. „Wat voor gemak ik juffrouw Winter verschaffen kan, j is reeds geschied. Houd u ervan ver zekerd, dat in dit opzicht voorloopig niets voor haar te doen zal zijn." „Ja ja dat had ik ook wel kun nen denken", mompelde Bartel. „Maar het liet my toch niet met rust. En wanneer wanneer zal men haar weer in vrijheid stellen „Dat is ongelukkig genoeg niet te zeggen, maar het zal bepaald op denzelfden dag geschieden, waarop men te weten komt, hoe de banknoot in de schrijftafel van j juffrouw Winter gekomen is." „Ja dan Maar wanneer men haar niets anders ten laste kan leggen, kan men haar toch onmogelijk lang in de gevange nis houden. Want de dader zal zich be paald wel in het geheel niet komen aan melden. Dat kan hy ook niet doen, want dan zou men hèm voor den dief houden." „Daarin kan u wel gelijk hebben, maar het is ook mogelijk, dat men hem te pak ken krygt zonder dat hjj zich vrijwillig aangeeft." „O, gelooft u dat Heeft men misschien reeds een spoor „Nog niet, maar ik zal alles op haren en snaren zetten, om er een te vinden." De werkzaamheden te verrichten aan den Omloopdijk (perceel 2) zijn opgehouden. Perceel 3 (Noorder Rekerdijk). Het gewoon jaarlijksch onderhoud der dljkkruin, lang 10946 M., benevens de aan dezen dijk gelegen kluften of afritten, met de leverantie van 230 M3. grint, aangenomen door G. Blom te Schoorl, voor f 990.—. Perceel 4 [verschillende werken|, aange nomen door C. Dekker te Eenigenburg, voor f 145--- vii. i. Perceel 5. [Zeedijk.] Het gewoon jaarlyksch onderhoud van het rijpad, de glooiing en bermen, alsmede de kluften van genoemden dijk, loopende vanaf Krabbendam tot den Scha- gerpaal, met de leverantie van 100 M3. grint, waaronder begrepena. het verzwaren der bovenbermen over een lengte van 2652 M zooals door profielen is aangegevenb. het afnemen der randen vanai paal no. 18 tot den Schagerpaalc. de rijweg over eene lengte van 90 M. om te leggen. Aangenomen door J. Oldenburg, te Bergen, voor f 3360.—. Perceel 6. [Ursemmerdijk of Zeedijk bij Winkel.] Het gewoon jaarlijksch onderhoud der dijkkruin, lang 125 M., met de leverantie van 4 M3. grint, aangenomen door M. de Beurs te Aartswoud, voor f 30.—. Perceel 7. (Walingsdjjk te Ursem). Het ge woon jaarlijksch onderhoud van het rijpad, lang 2340 M., benevens de glooiÏDg en bermen van gemelden djjk, met de leverantie van 60 M3. grint, alsmede van de waterkeeringen en de daarbij gelegen straatweg te Rusten burg, waaronder begrepen a. het uitnemen en repareeren der deuren van de waterkeerin gen aldaarb. het remmingwerk te her stellen. Aangenomen door J. de Groot te N. Scharwoude voor f700. De uitslag van de aanbesteding der te verrichten werken aan den Geestmer-Am- bachtsdijk was als volgt Perceel 1. Het gewoon jaarlijksch onderhoud van het rijpad, de bermen en glooiing van den Veenhuizerdjjk, lang 1010 M., met de levering van 10 M3. grint, alsmede het teren en onderhouden der noodbalken in de water- keering bij den Venhuizermolen, het hek, staande aan het einde van den dijk, de leuning langs de kluft zoomede van een der landhoofden van het Kleine Mallegat, aan genomen door J. Zilver te Hoogwoud voor f 85. Perceel 2. Het repareeren, teren en onder houden der deuren, der muren, der brug met de leunings van het Groote Mallegat, waar onder begrepena. het afbreken en weder opmetselen van 8 M3. metselwerk aan de Hoofden b. het leveren en op aanwijzing plaatsen van 1 stuk eiken, 0.20 bij 0.30 M., lang 4 M., aangenomen door D. Kriller te Oude Niedorp, voor f 200. De Leerplichtwet. Hebben wij, schrijft de „O. H. C.," mede gedeeld, hoe een onzer lezers werd opge schrikt door een aanmaning van den arrond. schoolopziener om te voldoen aan zijn ver plichting van art. 20, 1 der leerplichtwet, om n.1. zijn 28-Jarige dochter, welke geen huisonderwijs geniet en waarvoor ook geen grond voor vrijstelling bestond, alsnog naar de school te zenden gisteren heeft genoemde abonné een oproeping van den secretaris der commissie B ontvangen om wegens school verzuim van zijn 28-jarig kind op 1 Juli voor die commissie te verschijnen. Hij deelt aan dat blad mede, dat, niettegen staande bovenstaand bericht in bijna alle bladen van ons land de ronde heeft gedaan, men hem hardnekkig blijft vervolgen en zijn kind, na ruim volbrachte studiën, ten eenen- male hardnekkig blijft weigeren om nu op dien leeftijd weder de school te gaan bezoeken. Hij zal de bui maar afwachten. Ploeggaretlen worden op proef geleverd. Steeds nieuwe Tilbnry's voorradig I Alles tegen concurreerende prijzen Handel in Grafkransenenz. „Het zal wel vergeelsche moeite zijn. Degene, die het gedaan heeft, zal er wel zorg voor dragen, zich niet te verraden. Neen houd u daarvan overtuigd, myn- heer Schröder, den dief vindt ge niet." „Wy mogen de hoop niet opgeven. Wenscht ge my nog het een of ander te zeggen Jozef Bartel schudde van neen en sta melde andermaal een verontschuldiging. Onder herhaalde buigingen ging hij naar de deur. Maar toen hy die reeds geopend had, vroeg hy nog eenmaal„Dus u denkt, dat er geen kans op is, haar eerder in vryheid te krygen De advoeaat, die de hardnekkigheid van den bezoeker lastig begon te vinden, ant woordde kort, dat hy daaromtrent niets profeteeren kon, en daar hy op hetzelfde oogenblik in eene akte ging lezen, verliet Bartel nu werkelyk de kamer. Ook op dien avond dronk hy nog een paar glazen wyn vóór hy naar zijn kamer ging, maar hy bleef nuchter en zyn hos pita had geen reden, zich te beklagen, over de wyze waarop hy thuis kwam. Dat zyn lamp tot na middernacht brandde, daarvan zag ze niets. Want Bartel had alle voorbereidingen weer met angstige voorzichtigheid getroffen om zich by wat hy deed, onbespied te weten. In een even hoffelyk, als dringend schry- ven had advocaat Schröder mevrouw Win ter om een onderhoud verzocht, dat voor hem, als verdediger van Martha, van het hoogste belang was. Maar toen by den volgenden morgen op het uur, dat hy in zyn brief had aange geven, zich aan haar woning vervoegde, kreeg hy belet. Mevrouw Winter was on gesteld en kon daarom geen bezoek ont vangen. Ook geloofde ze niet, dat zy den advocaat iets nieuws of belangryks zou Ik heb nu nauwkeurig diverse Zeeppoeders onderzocht, doch NIETS evenaart in vetgehalte en in Reinigingskracht (8 ■m 9 A <w CS O t® O va CS fa HANDEL IN: Gebruikte en Nieuwe Rijwielen, Onderdeelen, Banden, enz. Grootste voorraad. Gemakkelijke conditiën voor afbetalingin dat geval stipte geheimhouding verzekerd. Indien iemand een nieuw Rij wiel koopt, kan hij desverkiezend een oud krijgen om op te leeren. Rijwielen, die overal worden verkocht voor f 60, voor f 45 met garantie. Onderdeelen en Banden 25°/0goedkooper dan bij ieder ander. Donderdags met Onderdeelen op de Markt te behagen. Inrichting voor affe reparatiën. fl O fl fl: D 9 9 fl P fl e* ml 5 «5 kunnen meedeelen. Hy zag in, dat het vergeefsche moeite zou wezen, hier zijn bezoek te herhalen en daar hy over haar gezindheid ten opzichte van Martha volkomen onderricht was, kon hij er ook wel van afzien, om uit Hermine's eigen mond haar haat en afkeer voor Mar tha te vernemen. Ofschoon hy verlof had gekregen Martha zonder getuigen te spreken, zocht hy haar de eerste dagen niet op. Op een goeden morgen, op den negenden Augustus, begaf hy zich eerst naar het justitie-gebouw, en het toeval wilde, dat hy in de vestibule den commissaris ontmoette. Reeds van verre wenkte deze beambte hem en trok hem daarna terzijde. „U voert, zooals ik gehoord heb, de verdediging van Martha Winter. Dan zou ik u den raad geven zoo spoedig mogelyk naar den rechter van instructie te gaan er is in deze duistere zaak weer een zeer merkwaardig ding voor gevallen eu u zult een groote verrassing ondervinden." Hermann Schröder aarzelde natuurlyk niet, zyn raad op te volgen. Hy zag bij zyn binnentreden by den rechter, dat hij niet onwelkom was. Met een levendigheid, die hem anders vreemd was, riep de rechter hem toe „Wanneer u nu niet zelt gekomen was, zou ik in den loop van den dag om u gestuurd hebben. Er geschieden wonderen en u zou zeer veel pleizier vandaag kunnen hebben, als van het goede maar niet te veel gekomen was. Er heb ben zich namelijk twee personen aange- m® 16 bet bankbriefje heimelijk in de schryftafel van Martha Winter hebben ge stopt. B „Ik begryp u niettwee personen zegt ge?" „Jawel 1 Een, die er de voorkeur aan goeftj zich t® hullen iu het waos van onbe** OQ c\ 5 -o a c+— ar Ja tn TT go «- 2 CD jc S il) 3 4? O N .O r/5 4» .zL ÖID t> O K O O ëf> - 03 CfJ «pm h-1 o A 2S k 2 kendheiden een, die waarachtig met zijn vollen naam voor de waarheid der zelf beschuldiging instaat. Daar u mag met den eersten een begin maken kent u misschien ook dit handschrift?" Hij reikte Hermann Schröder een twee maal gescheurd papiertje over, dat, naar de kwaliteit van het papier te oor- deelen, de onbedrukt gebleven helft van een handels-circulaire was en waarop in onbeholpen, onregelmatige letters te lezen stond „Aan het Koninklijk Gerechtshof te Bres- lau 1 Myn geweten dringt mij, te openbaren dat de belasterde juffrouw Martha Winter heel onschuldig in de gevangenis smacht. Zy kan onmogelyk weten, hoe die banknoot in haar schryftafel is gekomen. Want ik ben, terwijl zij atwezig was, de kamer binnengeslopen en heb het papier tusschen de brieven in de schuiflade rechts gestoken, zoodat er slechts een klein puntje uitstak. Ik heb het gedaan, omdat ik toevallig ge" hoord had, dat zy door de vlucht van den boekhouder Winter haar klein vermogen had verloren en omdat ik groot medelyden met haar had. Ik dacht, dat ze de banknoot later wel zou vinden, wanneer zy zich misschien juist in groote verlegenheid bevond. Ik zie nu, dat het een groote dwaas heid is geweest, maar ik kan het jam mer genoeg niet meer ongedaan maken. Mijn naam mag ik niet noemen, omdat men mij anders zou kunnen verdenken, het geld ge stolen te hebben, maar ik zweer by God en alle heiligen, dat ik in dezen brief slechts de waarheid heb gezegd en dat Martha Winter zoo rein is als pasgevallen sneeuw. Ik bid u daarom, Martha uit de gevange nis vry te laten, opdat ze niet voor de schuld van anderen zal behoeven te boeten. X. X. X." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 6