F. REET,
I
Hokkentouw.
L. Bfpvel Mul
Klaiiipnetteii,
Hokkentouw,
Karwijbalen
Zandzakken.
Hooisehudders
Hooiharken,
DORSCHKLEEDEI
Koster Yan Mèwi
i a
I-S
Sl32
Sa ck-i Moegen,
iolhorn, élot,
-• Tra® conditiën voor attetalim.
J. Peereboom,
Vraait conditiën voor attataliai. -
Binnenlandsch Nieuws.
ADVKRTENTIKN.
Hoogzijde, Behagen,
heeft een groote keuze in
VLOERZEILEN,
Groote sorteering Rollen Mat
ten, gekleurde Matten,
Karpetten, vanaf 5 gld., 12 els
Taf el kleed en, Koffers, Tas-
s c h e n, enz.
Leiert SPRINGTOEN- m KAPOKMATRASSEN.
Groote coRwtk ZADELMAKERS-ARTIKELEN.
Aanbevelend, MKKT.
Hoogzijde, 8CHAGEN,
het meest bekende en beste adres van
en Naaisters-Foarnituren,
wenscht vanaf heden bovengenoemde
Hoeden en verder alle Mode-artikelen,
zooals Z ij den Stoffen, Kanten,
Kragen, enz., tegen veel vermin
derde prijzen op te ruimen.
Depöt van Bruning Muhren's
Japonstalen Agentesse van Pajlthe's
Chemische Ververij.
bc
ea
fa
e
fl
V
fl
be
cs
IS BIJ
Bondsrijwielhersteller,
te Nieuwe Niedorp.
9
Karwijbalen.
Uienbalen.
Blauwstreep- en andere
ZAKKEN.
Hui me keuze
en
Aanbevelend,
J. Breet
Touwslager. SCHAGEN.
Nieuwe en gebruikte
e n
lage prijzen,
verkrijgbaar bij
T. RAMPEN,
O u d e s 1 u i 8.
en waterdichte dakkleeden
voor kaasfabrieken, uiterst
soliede bewerkt, levering
tegen scherp concurreeren
de prijzen.
Zeilmakers.
Zaadmarkt C 65.
Alkmaar.
«*- o fl
a
[Bas
fl O r>
S
o
drie- en twee-scharige
Ploegen met stuurboom,
te verkrijgen bij den Agent
voorheen de heer Van Wijk.
za&id met valkanen, vormen als 't ware een
gordel van vaar, om dan langs de Indische
eilanden met eenige sprongen Azië en Austra
lië te verbinden. Java alleen heeft 44 vulkanen,
waarvan er 28 voortdurend in werking zijn.
Hunne rookpluimen spreken ons van de
ontzettende krachten, die er woelen en koken
onder den heerlijk groenen bodem.
Doch genoeg over al die narigheidMen
is in Indië fatalist en denkt er verder maar
niet over na.
We naderen Anjer en kunnen den rooden
vuurtoren en de witte huisjes onderscheiden.
Er wordt naar den wal geseind en de tele
graaf brengt nu het bericht naar Batavia,
dat we tegen ééq, uur in den middag zullen
aankomen. Weldra stoomen we voorbij Ban
tam. vroeger een der rijkste steden van den
Archipel. Thans zien we er slechts een arm
zalig visschersdorp. 24 Juni 1596 kwamen
hier de vier eerste Hollandsche schepen onder
Cornelis Houtman aan. Ze kwamen om handel
te drijven, weinig vermoedende, dat daarmede
ook de eerste stap tot koloniaal bezit was
gedaan
De laatste kaap wordt omgevaren en daar
zien we nu aan den horizon voor ons de
schepen op de reede van Tandjoeng Priok.
Daar ligt dan eindelijk ons reisdoel, spoedig
zullen we nu in veilige haven zijn. De passa
giers zijn allen vrooljjk opgewonden, of neen,
niet allen; er zijn er ook, die met tegenzin
van hun verlof terugkeeren, net als een
kostschooljongen van vacantie. Zij berekenen
nu al, hoe lang nog, en zijn het geheel met
Bas Veth eens. 'tls natuurlijk een kwestie
van smaak. Elk land toch heeft zijn voor en
tegen, en dus ook Indië. De jongeren, zij, die
voor het eerst naar hier komen, nog niet
cynisch aangelegd, nog vol illusies over het
geen hun wacht, zijn bepaald uitgelaten.
Daar stoomen we tusschen de op de reede
liggende groote oorlogsschepen door. De
jantjes wuiven ons een vriendelijk welkom
toe en de „Koning Willem I" geeft het sa
luut met de vlag, dat van die drijvende forten
dadelijk beantwoord wordt.
We varen nu halve kracht en tusschen
twee landhoofden komen we de haven
binnen en zien aan de uitgestrekte lage
bazaltkaden verschillende booten, die deel
uitmaken van de Stoomvaartmaatschappijen
Nederland, Rotterdamsche Lloyd en Konink
lijke Pakketvaart.
In de schaduw der hooge afdaken van de
loodseD of hangars krioelt het van Inlanders,
Chineezen en Europeanen. Wij zien er geen
bekenden onder, wat maar goed is ook,
want straks zullen we het druk genoeg
krijgen met onze bagage, die hier nu reeds
vijftien dagen wacht.
Het duurt nog al lang, voor ook wij aan
de kade gemeerd zijn ea nauwelijks is de
loopplank uitgezet, of er komt zulk een stroom
van menschen het schip opdringen, dat wij
passagiers genoodzaakt zijn, nog eeD oogen
blikje geduld te oefenen.
Het is hier vreeselijk warm, bepaald on
aangenaam warm door de voortdurende uit
straling der gloeiend heete bazaltsteenen. We
hebben medelijden met de menschen, die hier
dag in dag uit moeten werken bij zoo'n
temperatuur
Een aantal inlandsche en ook enkele
Europeesche commissionnairs van verschillende
hotels vallen ons lastig en willen maar niet
begrijpen, dat we reeds vooruit onze keuze
deden.
Eindelijk kunnen we aan wal en nu begint
een gescharrel met de bagage, zooals men dat
alleen in ons nog zoo achterlijk Indië kent.
Men wordt van het kastje naar den muur
gestuurd, heeft te maken met beambten van
den Agent der Maatschappij Nederland, met
heeren van het gouvernementspakhuis, met
het Indische Veem, met de Kommiezen der
invoerrechten eu is ten slotte nog even wijs
als in 't begin.
Na anderhalf uur heen en weer geloopen
te hebben, vind ik eindelijk mijn kisten, op
gestapeld in een loods, doch meenemen, ho
maar 1 Er moet nog eerst een invoerpas
worden opgemaakt en daar het den volgen
den dag Zondag is, zoo zal het wel Maandag
of Dinsdag worden, alvorens ik mijn goed
krijg.
In welk land heeft men nu zulke rare
toestanden en waar wordt een vreemdeling
zoo bemoeilijkt en geringeloord, als een Hol
lander hier in een Indische bezitting
Enfin, mopperen geeft toch niets en kwaad
worden is in de hitte zeer gevaarlijk, daarom
maar kalm berusten, al heb ik ook geen
stukje schoon goed meer bij me en zal ik
dus verplicht zijn, eenige dagen thuis te
blijven.
We gaan nu maar naar het station, drinken
daar wat verkoelends en wachten op een
trein naar Batavia.
Lt. Clookener Brousson, b.d.
Batavia, 18 April 1903.
- HEER-HUGOWAARD.
Met het oog op de candidaatstelling voor
de Gemeenteraadsverkiezing hield de Prot.
Kiesvereenlging Woensdag jl. vergadering in
„De Hengstman." Aanwezig 18 leden. Na
opening door den Voorz. en lezing der notulen
door den Secr., werd aan de orde gesteld de
candidaatstelling, waarbij tegelijkertijd werd
behandeld een schrijven van de R. K. kies-
vereeniging alhier, betrekking hebbende op
de a. s. verkiezing.
Door den voorz. wordt verslag uitgebracht
over een ingesteld onderzoek ten aanzien van
het gerucht, als zoude door de Anti.-Rev.
partij in de gemeente aan den Burgemeester
't verzoek zijn gericht, zich niet herkiesbaar
te stellen, teneinde daardoor een R. K. in
den Raad zitting te doen nemen. Uit het
onderzoek is gebleken, dat de Anti-Rev. partij
daar beslist buiten staat. Wel bleek uit een
onderhoud van voorz. en secr. met den Bur
gemeester, dat deze uit overtuiging en geheel
zonder aandrang van derden, tot het besluit
was gekomen, zijn zetel in te ruimen, mits
voor hem in de plaats een R. K. werd gekozen.
Voorz. en secr. kregen van ZEd. de op
dracht, dit besluit ter kennis te brengen van
„Burgerplicht."
Na het onderhoud met den Burgemeester
te hebben weergegeven, deelt de voorz. mede,
dat aan hem en den secr. 't verzoek was ge
richt tot een conferentie met den voorz. en
den secr. der R. K. kiesvereeniging, de heeren
P. Scholten en Jc. Zuurbier. Aan dit verzoek
is voldaan en de voorz. brengt omtrent deze
bespreking rapport uit. Zijnerzijds was, na
een vrij langdurige discussie, welke was uit
gegaan van de verzekering, dat bij de R. K.
partij 't voornemen had bestaan, den Burge
meester en een R. K. candidaat te stellen, het
voorstel gedaan, nu dan toch den Burgemees
ter candidaat te stellen. Besloot dan „Burger
plicht", op 't voorstel van den Burgemeester
in te gaan en voor hem een R. K. candidaat
te stellen, dan zou de R. K. kiesvereeniging
dien candidaat kunnen overnemen. Tegen dit
voorstel werd bezwaar gemaakt, aangezien op
die wijze de R. K. partij een candidaat zou
krijgen te kiezen, van andere zijde haar op
gedrongen. Van beide zijden werd echter ook
gevoeld, dat het stellen van twee R. K. can
didaten van invloed zou kunnen zijn op het
te nemen besluit door „Burgerplicht." Het
feitelijke resultaat der conferentie is geweest,
dat beide partijen op zich namen, de zaak
zuiver voor te leggen aan de vergadering, en
dat men elkaar in kennis zou stellen met de
besluiten der vergadering.
Hierop wordt voorgelezen het schrijven der
R. K. kiesvereeniging, inhoudende, dat can
didaat zijn gesteld de heeren J. Schilder en
Jc Wijnker, respectievelijk voor de vacature-
P. Wonder Az. en de vacature-D. de Boer.
Aan het debat, dat hierop volgt, wordt door
verschillende personen deelgenomen. Hieruit
blijkt, dat men algemeen van oordeel is, dat
de weg om aan het voorstel van den Burge
meester tegemoet te komen, is afgesneden,
tenzij men twee zetels op 't spel wil zetten.
Vrij zeker toch is bekend, dat de Burge
meester toch candidaat zou worden gesteld,
zij 't dan door kiezers, die buiten „Burger
plicht" staan. De R. K. zouden in dat geval
natuurlijk de beide R. K. candidaten stem
men, terwijl de stemmen der Prot. en Anti-
rev. zouden worden verdeeld over 4 candida
ten, wat de verkiezing der beide R.-K.
candidaten zeker zou doen zijn.
Bij stemming worden nu op de groslijst
geplaatst de heeren P. Wonder Az., D. de
Boer, N. Pool en Jc. Smit, waaruit met
algemeene stemmen wordt gekozen de heer
P. Wonder Az. en met bijna algemeene stem
men de heer D. de Boer.
Aan de R. K. en Anti-Rev. Kiesvereeni-
gingen zullen de besluiten betreffende de
candidaatstelling schriftelijk worden meege
deeld.
Vervolgens wordt vastgesteld op welke wijze
propaganda voor de candidaten zal worden
gemaakt, waarna nog enkele huishoudelijke
zaken ter sprake komen.
Onder dankzegging voor opkomst en mede
werking sluit de Voorz. hierna de vergade
ring.
Bij de op 24 Juni j.1. te ALK
MAAR gehouden aanbesteding van de werken
van den West-Prieschen Omringdijk van
Geeêtmer Ambacht voor het jaar 1903, was
de uitslag als volgt
Perceel 1 (Huigen- en Zuider Rekerdijk.)
Het gewoon jaarlijksch onderhoud van het
rijpad, benevens de glooiing en bermen van
den Huigendijk, lang 162 M. met leverantie
van 4 M3. grint, alsmede van den Zuider
Rekerdjjk, lang 1520 M., met de leverantie
van 25 M3. grint, waaronder het onderhoud
der kluft, loopende vanaf de brug van de
Heer Hugowaard en aansluitende aan den
Huigendijk, aangenomen door J, Oldenburg
te Bergen voor f 145.—
nooit met de dames in aanraking. Juffrouw
Winter kan u onmogelijk zoo iets hebben
gezegd."
Schröder keek zijn bezoeker onwillekeu
rig wat scherper aan. „Mag ik dan eens
vragen, wat u hier komt doen
„Ik dacht, als juffrouw Winter soms de
kosten van een verdediger niet kon be
talen of dat ik iets anders voor haar
kon doen. Ik zou zeer gaarne uit mijn ge
ringe middelen maar niemand mag dat
te weten komen."
„U wilt my honoreeren mijnheer Bartel,
u Neem mij niet kwalijk, maar dat aan
bod verwondert me zeer. Zeide u niet
zooeven, dat er tusschen u en de juffrouw
geen enkele betrekking bestaat?"
„Geen enkele, dat zweer ik u; niet in
't minst. Maar ik heb zulk een hartelijk
medelijden met de jonge dame en ik
vind het zoo verschrikkelijk dat men haar
voor de schuld van een ander laat boeten, dat,
dat.
Zijn hoed rolde hem uit de hand, of
misschien had hjj hem ook met opzet laten
vallen, om daardoor terwijl hy bukte, den
onafgebroken op hem gevestigden blik van
mijnheer Schröder te ontgaan.
Schröder ging voort: „De vraag over
het honorarium is tusschen juffrouw Winter
en mij reeds geregeld. In dit opzicht heb
ik dus uwe hulp niet meer noodig en wan
neer u meent, de jonge dame op de eene
of andere manier van dienst te kunnen zijn,
dan moet u zich maar met haar in directe
verbinding stellen. Maar ik geloof nauwe
lijks, dat een geldaanbieding op een gunstig
onthaal zal kunnen rekenen."
Bartel was opgestaan en was weer ijverig
in de weer met zijn hoed. „Dan zal ik het
maar niet doen, en ik had het eigenlijk
niet zoo gemeend. Hoe zou ik juffrouw
Martha ook geld kunnen aanbieden, in
mijn bescheiden positie Ik ben ook maar
een arm man. Een paar honderd mark
dat is alles wat ik aan spaarpenningen
bezit. Ik dacht slechts, dat ik dat men
zij kan toch niet in die verschrikkelijke
gevangenis eten
Het klonk, alsof hij met moeite zijn
tranen terughield en Hermann Schröder
had een slecht menschenkenner moeten
zijn, om de eigenlijke beweegreden van
zijn zonderlinge deelname voor Martha niet
dadelijk te raden. Hij voelde medelijden
met den man, want die zag er nu juist
niet uit, om hem ijverzuchtig te maken,
j „Maak u daarover maar geen zorgen,
J mijnheer Bartel", zeide hy. „Wat voor
gemak ik juffrouw Winter verschaffen kan,
j is reeds geschied. Houd u ervan ver
zekerd, dat in dit opzicht voorloopig niets
voor haar te doen zal zijn."
„Ja ja dat had ik ook wel kun
nen denken", mompelde Bartel. „Maar het
liet my toch niet met rust. En wanneer
wanneer zal men haar weer in vrijheid
stellen
„Dat is ongelukkig genoeg niet te zeggen,
maar het zal bepaald op denzelfden dag
geschieden, waarop men te weten komt,
hoe de banknoot in de schrijftafel van
j juffrouw Winter gekomen is."
„Ja dan Maar wanneer men haar
niets anders ten laste kan leggen, kan men
haar toch onmogelijk lang in de gevange
nis houden. Want de dader zal zich be
paald wel in het geheel niet komen aan
melden. Dat kan hy ook niet doen, want
dan zou men hèm voor den dief houden."
„Daarin kan u wel gelijk hebben, maar
het is ook mogelijk, dat men hem te pak
ken krygt zonder dat hjj zich vrijwillig
aangeeft."
„O, gelooft u dat Heeft men misschien
reeds een spoor
„Nog niet, maar ik zal alles op haren
en snaren zetten, om er een te vinden."
De werkzaamheden te verrichten aan den
Omloopdijk (perceel 2) zijn opgehouden.
Perceel 3 (Noorder Rekerdijk). Het gewoon
jaarlijksch onderhoud der dljkkruin, lang
10946 M., benevens de aan dezen dijk gelegen
kluften of afritten, met de leverantie van
230 M3. grint, aangenomen door G. Blom te
Schoorl, voor f 990.—.
Perceel 4 [verschillende werken|, aange
nomen door C. Dekker te Eenigenburg, voor
f 145--- vii. i.
Perceel 5. [Zeedijk.] Het gewoon jaarlyksch
onderhoud van het rijpad, de glooiing en
bermen, alsmede de kluften van genoemden
dijk, loopende vanaf Krabbendam tot den Scha-
gerpaal, met de leverantie van 100 M3. grint,
waaronder begrepena. het verzwaren der
bovenbermen over een lengte van 2652 M
zooals door profielen is aangegevenb. het
afnemen der randen vanai paal no. 18 tot den
Schagerpaalc. de rijweg over eene lengte
van 90 M. om te leggen. Aangenomen door
J. Oldenburg, te Bergen, voor f 3360.—.
Perceel 6. [Ursemmerdijk of Zeedijk bij
Winkel.] Het gewoon jaarlijksch onderhoud
der dijkkruin, lang 125 M., met de leverantie
van 4 M3. grint, aangenomen door M. de
Beurs te Aartswoud, voor f 30.—.
Perceel 7. (Walingsdjjk te Ursem). Het ge
woon jaarlijksch onderhoud van het rijpad, lang
2340 M., benevens de glooiÏDg en bermen
van gemelden djjk, met de leverantie van
60 M3. grint, alsmede van de waterkeeringen
en de daarbij gelegen straatweg te Rusten
burg, waaronder begrepen a. het uitnemen
en repareeren der deuren van de waterkeerin
gen aldaarb. het remmingwerk te her
stellen. Aangenomen door J. de Groot te
N. Scharwoude voor f700.
De uitslag van de aanbesteding der te
verrichten werken aan den Geestmer-Am-
bachtsdijk was als volgt
Perceel 1. Het gewoon jaarlijksch onderhoud
van het rijpad, de bermen en glooiing van
den Veenhuizerdjjk, lang 1010 M., met de
levering van 10 M3. grint, alsmede het teren
en onderhouden der noodbalken in de water-
keering bij den Venhuizermolen, het hek,
staande aan het einde van den dijk, de
leuning langs de kluft zoomede van een der
landhoofden van het Kleine Mallegat, aan
genomen door J. Zilver te Hoogwoud voor f 85.
Perceel 2. Het repareeren, teren en onder
houden der deuren, der muren, der brug met
de leunings van het Groote Mallegat, waar
onder begrepena. het afbreken en weder
opmetselen van 8 M3. metselwerk aan de
Hoofden b. het leveren en op aanwijzing
plaatsen van 1 stuk eiken, 0.20 bij 0.30 M.,
lang 4 M., aangenomen door D. Kriller te
Oude Niedorp, voor f 200.
De Leerplichtwet.
Hebben wij, schrijft de „O. H. C.," mede
gedeeld, hoe een onzer lezers werd opge
schrikt door een aanmaning van den arrond.
schoolopziener om te voldoen aan zijn ver
plichting van art. 20, 1 der leerplichtwet,
om n.1. zijn 28-Jarige dochter, welke geen
huisonderwijs geniet en waarvoor ook geen
grond voor vrijstelling bestond, alsnog naar
de school te zenden gisteren heeft genoemde
abonné een oproeping van den secretaris der
commissie B ontvangen om wegens school
verzuim van zijn 28-jarig kind op 1 Juli voor
die commissie te verschijnen.
Hij deelt aan dat blad mede, dat, niettegen
staande bovenstaand bericht in bijna alle
bladen van ons land de ronde heeft gedaan,
men hem hardnekkig blijft vervolgen en zijn
kind, na ruim volbrachte studiën, ten eenen-
male hardnekkig blijft weigeren om nu op
dien leeftijd weder de school te gaan bezoeken.
Hij zal de bui maar afwachten.
Ploeggaretlen worden op proef geleverd.
Steeds nieuwe Tilbnry's voorradig
I Alles tegen concurreerende prijzen
Handel in Grafkransenenz.
„Het zal wel vergeelsche moeite zijn.
Degene, die het gedaan heeft, zal er wel
zorg voor dragen, zich niet te verraden.
Neen houd u daarvan overtuigd, myn-
heer Schröder, den dief vindt ge niet."
„Wy mogen de hoop niet opgeven.
Wenscht ge my nog het een of ander te
zeggen
Jozef Bartel schudde van neen en sta
melde andermaal een verontschuldiging.
Onder herhaalde buigingen ging hij naar
de deur. Maar toen hy die reeds geopend
had, vroeg hy nog eenmaal„Dus u denkt,
dat er geen kans op is, haar eerder in
vryheid te krygen
De advoeaat, die de hardnekkigheid van
den bezoeker lastig begon te vinden, ant
woordde kort, dat hy daaromtrent niets
profeteeren kon, en daar hy op hetzelfde
oogenblik in eene akte ging lezen,
verliet Bartel nu werkelyk de kamer.
Ook op dien avond dronk hy nog een
paar glazen wyn vóór hy naar zijn kamer
ging, maar hy bleef nuchter en zyn hos
pita had geen reden, zich te beklagen, over
de wyze waarop hy thuis kwam.
Dat zyn lamp tot na middernacht brandde,
daarvan zag ze niets. Want Bartel had alle
voorbereidingen weer met angstige
voorzichtigheid getroffen om zich by wat
hy deed, onbespied te weten.
In een even hoffelyk, als dringend schry-
ven had advocaat Schröder mevrouw Win
ter om een onderhoud verzocht, dat voor
hem, als verdediger van Martha, van het
hoogste belang was.
Maar toen by den volgenden morgen op
het uur, dat hy in zyn brief had aange
geven, zich aan haar woning vervoegde,
kreeg hy belet. Mevrouw Winter was on
gesteld en kon daarom geen bezoek ont
vangen. Ook geloofde ze niet, dat zy den
advocaat iets nieuws of belangryks zou
Ik heb nu nauwkeurig
diverse Zeeppoeders
onderzocht, doch
NIETS evenaart in
vetgehalte en in
Reinigingskracht
(8
■m
9
A
<w
CS
O
t®
O
va
CS
fa
HANDEL IN:
Gebruikte en Nieuwe Rijwielen,
Onderdeelen, Banden, enz.
Grootste voorraad.
Gemakkelijke conditiën voor
afbetalingin dat geval stipte
geheimhouding verzekerd.
Indien iemand een nieuw Rij wiel
koopt, kan hij desverkiezend een
oud krijgen om op te leeren.
Rijwielen, die overal worden
verkocht voor f 60, voor f 45 met
garantie. Onderdeelen en Banden
25°/0goedkooper dan bij ieder ander.
Donderdags met Onderdeelen
op de Markt te behagen.
Inrichting voor affe reparatiën.
fl
O
fl
fl:
D
9
9
fl
P
fl
e*
ml
5
«5
kunnen meedeelen.
Hy zag in, dat het vergeefsche moeite zou
wezen, hier zijn bezoek te herhalen en daar
hy over haar gezindheid ten opzichte van
Martha volkomen onderricht was, kon hij
er ook wel van afzien, om uit Hermine's
eigen mond haar haat en afkeer voor Mar
tha te vernemen.
Ofschoon hy verlof had gekregen Martha
zonder getuigen te spreken, zocht hy haar
de eerste dagen niet op.
Op een goeden morgen, op den negenden
Augustus, begaf hy zich eerst naar het
justitie-gebouw, en het toeval wilde, dat hy
in de vestibule den commissaris ontmoette.
Reeds van verre wenkte deze beambte
hem en trok hem daarna terzijde. „U voert,
zooals ik gehoord heb, de verdediging van
Martha Winter. Dan zou ik u den raad geven
zoo spoedig mogelyk naar den rechter van
instructie te gaan er is in deze duistere
zaak weer een zeer merkwaardig ding voor
gevallen eu u zult een groote verrassing
ondervinden."
Hermann Schröder aarzelde natuurlyk niet,
zyn raad op te volgen. Hy zag bij zyn
binnentreden by den rechter, dat hij niet
onwelkom was.
Met een levendigheid, die hem anders
vreemd was, riep de rechter hem toe
„Wanneer u nu niet zelt gekomen was,
zou ik in den loop van den dag
om u gestuurd hebben. Er geschieden
wonderen en u zou zeer veel pleizier
vandaag kunnen hebben, als van het goede
maar niet te veel gekomen was. Er heb
ben zich namelijk twee personen aange-
m® 16 bet bankbriefje heimelijk in de
schryftafel van Martha Winter hebben ge
stopt. B
„Ik begryp u niettwee personen
zegt ge?"
„Jawel 1 Een, die er de voorkeur aan
goeftj zich t® hullen iu het waos van onbe**
OQ
c\
5 -o a
c+— ar Ja tn
TT go
«- 2
CD jc
S il) 3
4? O N
.O
r/5 4»
.zL ÖID
t>
O K
O O
ëf> -
03 CfJ
«pm h-1 o
A 2S
k 2
kendheiden een, die waarachtig met
zijn vollen naam voor de waarheid der zelf
beschuldiging instaat. Daar u mag met
den eersten een begin maken kent u
misschien ook dit handschrift?"
Hij reikte Hermann Schröder een twee
maal gescheurd papiertje over, dat,
naar de kwaliteit van het papier te oor-
deelen, de onbedrukt gebleven helft
van een handels-circulaire was en waarop
in onbeholpen, onregelmatige letters te
lezen stond
„Aan het Koninklijk Gerechtshof te Bres-
lau 1 Myn geweten dringt mij, te openbaren
dat de belasterde juffrouw Martha Winter
heel onschuldig in de gevangenis smacht.
Zy kan onmogelyk weten, hoe die banknoot
in haar schryftafel is gekomen. Want ik
ben, terwijl zij atwezig was, de kamer
binnengeslopen en heb het papier tusschen
de brieven in de schuiflade rechts gestoken,
zoodat er slechts een klein puntje uitstak.
Ik heb het gedaan, omdat ik toevallig ge"
hoord had, dat zy door de vlucht van den
boekhouder Winter haar klein vermogen
had verloren en omdat ik groot medelyden
met haar had. Ik dacht, dat ze de
banknoot later wel zou vinden, wanneer zy
zich misschien juist in groote verlegenheid
bevond. Ik zie nu, dat het een groote dwaas
heid is geweest, maar ik kan het jam
mer genoeg niet meer ongedaan maken. Mijn
naam mag ik niet noemen, omdat men mij
anders zou kunnen verdenken, het geld ge
stolen te hebben, maar ik zweer by God
en alle heiligen, dat ik in dezen brief slechts
de waarheid heb gezegd en dat Martha
Winter zoo rein is als pasgevallen sneeuw.
Ik bid u daarom, Martha uit de gevange
nis vry te laten, opdat ze niet voor de
schuld van anderen zal behoeven te boeten.
X. X. X."
WORDT VERVOLGD.