Plaatselijk Nieuws.
overtreding, volgens de uitspraak van den
kantonrechter te Terborg, gedurende een
tijdsverloop van 28 Mei 1902 tot 8 October
van dat jaar.
Men weet, dat het bij het aannemen van de
soldaten bij de Koloniale Reserve niet zoo
consciëntieus toegaat, maar dat personen
worden aangenomen, die nog, behalve vroegere
veroordeelingen, ruim 64 dagen hechtenis
moeten ondergaan, blijft een raadsel, en men
vraagt zich af, of het Indische leger met
zulke individuen gebaat is.
Vergadering van den Raad
der Gemeente OUDE NIEDORP, op Dinsdag
11 Augustus 1903, voormiddags 10 uur.
Tegeuwoordig alle leden.
Voorzitter de Burgemeester, de heer A.
Wonder Pz.
Na de opening der vergadering worden de
notulen der vorige vergadering gelezen en
goedgekeurd.
Ingekomen is de begrooting der uitgaven
van de Gezondheidscommissie te Hoorn voor
1904, tot een totaal bedrag van f 2035.—,
waarin, naar het zielental der gemeente,
Oude Niedorp f 51 90 heeft bij te dragen.
Die begrooting wordt zonder aan- of op
merking goedgekeurd, en het begeleidend
schrijven voor kennisgeving aangenomen,
evenals
1. missive van Gedeputeerde Staten, mede-
deelende, dat dit jaar weer het gewone
bedrag van f 2720.02® door het Rijk aan de
gemeente wordt uitgekeerd
2. bericht van den Rijksbetaalmeester te
Alkmaar, dat op 3 Tuli f 1096.— aan den
Gemeente-Ontvanger is uitbetaald
3. idem van den Rijks-ontvanger, dat
op 2 Juli f 224.23 en op 1 Augustus
f 158.965 aan den Gemeente-ontvanger is uit
betaald;
4. de verslagen omtrent het herhalings-
onderwijs te Oudé Niedorp en te Zijdewind.
Te Oude Niedorp was het onderwijs aan
gevangen met 11 jongens en 6 meisjes die
[uitgezonderd 3 jongens] tot het einde de
cursussen volgden nagenoeg zonder verzuim.
De duur van den cursus voor meisjes werd
echter door het hoofd te lang geacht. Beter
werd geoordeeld, dien te doen plaats hebben van
Mei tot September, in plaats van Novem
ber tot Mei. Te Zijdewind was het onderwijs
aangevangen met 16 jongens en 15 meisjes,
waarvan 14 jongens en 12 meisjes den geheelen
cursus volgden, ook met zeer weinig verzuim.
Evenals te Oude Niedorp werd beter geacht, het
herhalingsonderwijs voor meisjes in de zo
mermaanden te houden.
Naar aanleiding van die opmerking meent
Voorz., dat een proef genomen zou kunnen
worden met het houden van den herhalings
cursus voor meisjes in den zomer.
De heer Hille is niet tegen het nemen van
zoo'n proef. Hij gelooft echter, dat er ook in de
zomermaanden wel bezwaren zullen zijn en
het komt hem voor, dat de uren van dat
onderwijs aan de meisjes niet zoo slecht ge
kozen zijn, terwijl hij den duur van zoo'n cur
sus niet te lang acht.
De heer Over meent, dat de wintermaan
den het meest geschikt zijn om zich aan de
studie te wijden.
De Voorz. merkt op, dat van het herhalings
onderwijs nu niet zoo'n zware studie gemaakt
wordt én dat er natuurlijk in de wintermaan- j
den veel meer kans is op slecht weer, wat
voor de buitenmeisjes nog al bezwaarlijk is. I
Algemeen wordt dan ook goedgevonden, de
herhalingscursussen voor meisjes te doen hou
den van Mei tot September en derhalve a.s.
winter geen herhalingsonderwijs aan de meis
jes te geven.
Hierna wordt gelezen een adres van P.
Wijuker en 88 andere kiezers uit de school-
wijk Zijdewind, te kennen gevende, dat het
voor hen ongemakkelijk en voor velen be
zwaarlijk is, hunne kiezersplichten te vervullen
wegens den grooten afstand van hunne woon
plaats naar het stembureau te O. Niedorp
dat voor sommigen die afstand meer dan
een uur bedraagt, zoodat zij niet binnen den
door de wet genoemden tijd van 2 uur, die
aan ieder werkman moet worden toegestaan
om zjjn kiesplichten te vervullen, terug kun
nen zijn; dat te Zijdewind een geschikt stem
lokaal niet ontbreekt; dat de kosten van een
tweede stembureau niet zoo hoog zijn, enz.j
redenen waarom zij verzoeken, voor alle ver
kiezingen een stembureau te doen zitting
houden te Zijdewind.
De voorz. licht nog in, dat de wet den
plicht oplegt om minstens twee uur
gelegenheid tot stemmen te geven [er kan
dus zoo noodig meer tijd gegeven worden]
en dat er maar enkele onderteekenaars zijn
(alleen die uit de Westermoerbeek) die kunnen
zeggen, een uur van het stemlokaal te wonen,
Het zou voor velen natuurlijk wel gemakkelijk
zijn, als te Zijdewind een stembureau was,
maar goed beschouwd, zijn de afstanden hier
toch niet zoo heel grootbovendien telt de
gansche gemeente nog geen 200 kiezers, zoo
dat er nooit gewacht behoeft te worden.
De heer Hille wijst er op, dat er onder de
adressanten zijn, die op de grens van de
schoolwijk O. Niedorp wonen en die derhalve
even spoedig naar O. Niedorp als naar Zijde
wind kunnen loopen.
De heer Van der Oord gelooft niet, dat een
tweede stembureau van zooveel belang is.
De Voorz. merkt nog op, dat een tweede
stembureau wel niet zooveel geld kost, maar
dat du samenstelling der bureaux vermoedelijk
telkens nogal moeilijkheden zon opleveren. i
De heeren Stam en Over herinneren er aan,
dat ook het onderwijs er noodzakelijk schade
van zou lijden, aangezien bjj iedere stemming
den schoolkinderen vrijaf zou moeten worden
gegeven.
De heer Ligthart zegt, dat onder Haring-
carspel toch ook een tweede stembureau is
ingesteld, waarop de Voorz. antwoordt, dat
daar allen, voor wie een stembureau ge
vraagd werd, vèr van het stembureau verwij
derd woonden, terwijl dat hier slechts met
een gedeelte het geval is. Als men aanneemt,
wat toch zooveel niet scheelt, dat het weinig
uitmaakt, van den hoek van den Rijdterweg
naar Zijdewind of naar Verlaat te loopen,
dan is het heele verschil voor de kiezers uit
't Veld slechts een kwestie van 10 minuten
(de afstand tusschen Verlaat en 't gemeente
huis].
De heer Ligthart merkt op, dat het ver
zoek dan ook niet zoozeer gedaan wordt voor
de lui uit 't Veld, maar voor hen, die te Zy-
dewtnd, in de Kampen of de Moerbeek
wonen.
De Voorz. vervolgt, dat, zooals gezegd, de
bewoners van 't Veld weinig verbeteren
zouden. Dan heeft men Zijdewind, waar men
natuurlijk het stembureau dicht bij de deur
zou hebben. Daar zijn naar 's Voorz.'s schat
ting 40 kiezers, voor wie een tweede stem
bureau inderdaad gemak zou opleveren, maai
het gaat toch z. i. niet aan, voor dit klein
aantal kiezers een stembureau in te stellen,
en wat de Moerbeek betreft, daar wordt toch
algemeen van rijtuigen gebruik gemaakt,
waarbij het geen bezwaar oplevert, of men
iets verder moet, ja dan neen. Met den heer
Hille gelooft Voorz., dat het getal ondertee
kenaars van het request, dat werkelijk eenigs-
zins beteekenend gebaat zou zijn by een
tweede stembureau, wel teruggebracht kan
worden van 89 tot b.v. op 40.
De Voorz. kan zich, met den heer Hille,
best begrjjpen, dat men, als zoo'n adres ter
teekening aangeboden wordt, daarop zijn
naam plaatstdaar steekt dan ook geen kwaad
in, maar Voorz. meent, dat het te bezwaarlijk
is, voor een zoo klein getal belanghebbenden
een tweede stembureau in te stellen. Hij stelt
dan ook voor, op het adres afwijzend te be
schikken, waartoe met 5 tegen 2 stemmen
besloten wordt. Vóór stemmen de heeren
Hille, Kriller, Over, Van der Oord en Strijbis,
tegen (en dus vóór een stembureau te Zijde
wind) de heeren Stam en Ligthart.
Vervolgens word overgegaan tot onderzoek
van de geloofsbrieven der herkozen leden,
de heeren Hille en Strijbis, die zich eenige
oogenblikken verwijderen. Met het onderzoek
belasten zich de heeren Ligthart en Over, op
wier advies tot toelating besloten wordt.
De Voorz. brengt nu in behandeling
het in de vorige vergadering aange
houden voorstel van don heer Strijbis,
om voor de buitengehuchten brandzeilen aan
te schaffen. De heer Strijbis heeft nog nader
geïnformeerd naar dergelijke zeilen en hem
is medegedeeld, dat ze, zooals men ze te
Haringcarspel heeft, f 1.de M2. kosten en
dat een van 12 M. groot genoeg is. Hij meent,
dat er niets tegen is, in de Moerbeek, 't Veld
en de Leijen zoo'n brandzeil te deponeeren.
De heer Kriller merkt op, dat dan toch
bedoeld zal zijn een zeil van 12 bij 12 M. is
144 M2. k f 1.is f 144.Een zeil van 12 M2.
is een karpet, waarmeê bij brand niets be
waard kan worden.
Uitgezonderd de heer Strijbis, zien de leden
het nut van zoo'n brandzeil niet in. In die
buitenwijken heeft men direct geen mannen
genoeg om een flink zeil op een huis te
leggen en brengt men 't eindelijk al zoover,
dan kan het bij gebreke van een spuit niet
nat gehouden worden en zou het dus na
5 minuten zelf in brand gaan. Een zeil bij
een spuit kan goede diensten bewijzen, maar
op zichzelf en in eenzame plaatsen heeft
men er niets aan.
De heer Strijbis, overtuigd dat het geen
succes zou hebben, trekt daarop zijn voorstel in.
De heer Van der Oord vindt het beter, de
spuit in ord6 te houden en bij brand daarmee
vlug uit te rukken. Bij den laatsten brand in de
Moerbeek kwam er van Zijdewind zelfs
niemand kijken, laat staan met de spuit
aanrukken.
De Voorz. meent, dat de spuit, wanneer die
noodig is, gehaald moet worden. Zij die bij
den brand aanwezig zijn, kunnen beter be-
oordeelen of de spuit noodig is, dan de per
sonen, die er verder af zijn.
De heer Ligthart is het daarmee niet
eens. Hij vindt, dat de spuit altijd zoo gauw
mogelijk heengezonden moet worden, vooral
als men zien kan waar de brand is. Daar zijn
de spuiten voor.
De heer Hille zegt, dat hij 't indertijd niet
noodig achtte, met de spuit naar den door
den heer Van der Oord bedoelden brand te
gaan, omdat vanaf Zijdewind duidelijk te zien
was, dat geen andere perceelen gevaar liepen
en dat alles aan den grond zou liggen eer
de spuit ter plaatse gearriveerd zou zijn.
Daarenboven vroor het sterk, zoodat de kans
bestond, dat men niet bij water kon komen.
De heer Van der Oord meent, dat toch
wel iemand had kunnen komen kijken. De
lui uit de Ooster Moerbeek, die zoo vlug als
het kon met hun spuit op het terrein waren,
vroegen ook al, of er in de gemeente Oude
Niedorp heelemaal geen brandweer was. Die
hielden zich vrij wat beter, meent spreker,
dan de spuitgasten uit de eigen gemeente.
De heer Ligthart herhaalt, dat z.i. de
spuit altijd dadelijk naar den brand moet.
Het halen duurt veel te lang en bovendien
kan men bij den brand, zoolang de spuit er
niet is, alle handen best gebruiken.
De Voorz. meent, dat dan dikwijls een reis
voor niets gemaakt zou worden en dan maakt
men maar noodeloos kosten. De heer Over
is het daarmee eens.
De heer Van der Oord acht het beter,
dadelijk de klok te kleppen en met de spuit
heen te gaan. Zooveel kosten kan dat niet
veroorzaken, want het komt toch maar zelden
voor.
Nadat nog eenigen tijd dit onderwerp is
besproken, zegt de Voorz., dat met het ge
sprokene in het vervolg rekening kan worden
gehouden. Hij wil echter wel zeggen, dat
hij niet met de spuit uitrukt, als hij ziet dat
het niet noodig is.
De heer Van der Oord dringt daar ook niet
verder op aan. Hij heeft alleen maar willen
zeggen, nu toch over brandblusschen gespro
ken werd, dat het hem indertijd slecht aan
stond, letterlijk niemand van Zijdewind bij
den brand in de Moerbeek te zien. Dat keurt
hij niet goed.
De heer Ligthart zegt, dat de spuit van
Zijdewind niet erg in orde is. De slang is
tamelijk lek, waardoor slechts weinig water
gegeven kan worden.
De Voorz. is van meening, dat dan nage
gaan moet worden, of de slang hersteld, of
door een nieuwe vervangen moet worden.
Wil men grooter verbetering, dan zouden
nieuwe spuiten gekocht moeten worden.
Tot dit laatste toont de Raad zich weinig
genegen.
B. en W. zullen daarom voor herstelling
of vernieuwing van de slangen, ook van de
spuit te Oude Niedorp, zorg dragen.
Voorz. deelt mede, dat dit jaar weer de
tienjaarlijksche tafels op de registers van den
burgerlijken stand opgemaakt moeten worden.
Den vorigen keer is dit werk opgedragen aan
iemand van de Griffie te Alkmaar, die daar
voor f 26.gehad heeft. Spr. stelt voor, dit
maal het werk aan Kooijman op te dragen
en weer een belooning van 26.uit te keeren
Algemeen goedgevonden.
Hierna is aan de orde het onderzoek van
de gemeenterekening over 1902.
Alle posten worden nagegaan en met de beschei
den vergeleken. De voornaamste bedragen zijn
Ontvang saldo 1900 f 1864,88®, landhuur
f 2042.40, opcenten gebouwde eigendommen
f 614.87, id. ongebouwde eigend. f 836.08,
id. personeele belasting f 847.67®, hoofdl.
omslag f 1019.61, hondenbelasting f 156.25,
belast, op tooneelvertoon. enz. f 61.—, ver
gunningsrechten f150.schoolgeld f 170.87®,
vergoeding onderwijs f 1600.vaste rijks-
uitkeering f 2720.025, bijdrage salaris burg. en
secretaris f 187.50, andere ontvangsten f 116.25,
bijdrage van het polderdistrict f400.—.
Uitgavenjaarw. Burg. f 400.weths.
f 50.—, secret. f 350.—, ontvanger f 160.—,
bode f 60.schrijf- en bureau-behoeften
f 99.21®, zegels voor registers, mandaten enz.
f 61.76, consumptie gemeenteraad f 50.60,
onderhoud huizen, torens enz. f 1353.43 (extra
hoog door verbouwing oude school tot veld-
wachterswoning], grondlasten f 103.78®, pol-
derlasten f 180.78, agent van politie f 60.—,
veldwachter f 275.—, gratificatie aan de
politie f 70.60, kleeding veldwachter f 50.—,
jaarwedden onderwijzers f 8900.—kosten her
halingsonderwijs f 92.20, onderhoud scholen
en onderw.-woningen f 95.03, huur onderw.-
woning f 90.—, schoolbehoeften f205.98, ver
lichting, verwarming en schoonhouden der
schoollokalen f 286.42®, salaris vroedvrouw
f 60.subsidie armbestuur f 1200.bijdrage
aan den polder f250.—, onvoorziene uitgaven
f 172.38®.
De rekening wordt ten slotte goedgekeurd
en voorloopig vastgesteld in ontvang op
f 11715.82, in uitgaaf op "f 10221.75 en dus
met een saldo van f 1494.07. Dat dit lager is
dan het vorig jaar, is het gevolg van het
bouwen der veldwachterswoning.
De Voorz. doet hierna de rondvraag, die
i niets oplevert, waarna de openbare vergade
ring gesloten wordt,
i Verslag van de vergadering
j van den Raad der gemeente WIERINGER-
WAARD, gehouden den 11 Aug. 1903.
Afwezig de heer K. Koster Hz., volgens
kennisgeving door verhindering.
Voorz. de heer C. Dz. Rezelman, Burgem.
Na opening der vergadering worden de
notulen voorgelezen.
De heer Zijp merkt op, dat hij in de vorige
bijeenkomst niet heeft verklaard „geen voor
stander der pensionneering van gemeente
ambtenaren te zijn," zooals in de notulen
staat vermeld.
De heer Sleutel zegt, die woorden niet van
den heer Zijp te hebben gehoord. Tot rec
tificatie wordt besloten.
De Voorz. doet mededeeling van de besluiten
van H.H. Ged. Staten1. tot nadere regeling
van de jaarwedde van den Secretaris 2. tot
goedkeuring van de af- en overschrijvingen
3. tot machtiging voor de betalingen uit den
post voor onvoorziene uitgaven.
Ter tafel wordt gebracht:
1. Een proces-verbaal van de laatst gehou
den kasverificatie, waaruit blijkt, dat de ont
vanger overeenkomstig zijne boeken en de
bescheiden in kas had een bedrag van f2112.49®.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Een missive van den heer Voorz. van
Ged. Staten, houdende mededeeling, dat bij
K. B. van 11 Juli 1900, No. 31, de heffing
van begrafenisrechten is toegestaan tot 1 Jan.
1904, met verzoek, ingeval noodig wordt
geacht dat de heffing verder plaats hebbe,
vóór 1 Oct. a s. het desbetreffend besluit in
te zenden.
De Voorz. licht toe, dat over de laatste
vijf jaren de ontvangsten gemiddeld per jaar
f 50.meer hebben bedragen dan de, uit
gaven en dat B. en W. naar aanleiding van
art. 254 der gemeentewet voorstellen, de
kosten van begraven te verlagen, n.1. voor
lijken van personen van 12 jaar oud en daar
boven van f 6.— op f 5. voor lijken van
kinderen van 1 tot 12 jaar van f 3.op
f 2.50, voor lijken van kinderen beneden het
jaar van f 1.60 op f 1.
Tengevolge van deze verlaging zal de
gemeente vermoedelijk geinidd. jaarlijks ruim
f 20.— minder ontvangen, wat ook bij toename
der kosten van onderhoud geen bezwaar kan
opleveren.
De heer Zijp wijst op de exploitatie van
inrichtingen in steden en gelooft, dat de Kon.
goedkeuring zal worden verkregen, ook al
wordt de verordening ongewijzigd ingezon
den. Spr. acht het echter niet noodig, door
de begraafplaats winst te maken, en kan zich
daarom vereenigen met het voorstel.Overigens
kunnen de kosten van onderhoud toenemen,
wat reeds het geval zal zijn bij de aanschaf
fing van nieuwe paaltjes.
De heer Sleutel informeert, of bij aankoop
van paaltjes niet een tekort zal ontstaan.
De Voorz. zegt, zulks moeilijk te kunnen
verzekeren, doch dat dit weinig hindert, daar
rekening gehouden moet worden met de
gemidd. ontvangsten en uitgaven over eenige
j aren.
Het voorstel wordt hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
3. Een adres van de afd. „Wieringerwaard"
van „Het Witte Kruis", waarbij gewezen wordt
op vervuiling der slooten achter verscheidene
gebouwen in de Groote Buurt, met verzoek
een onderzoek te willen instellen en tot hand
having van art. 23 der politie-verordening.
De Voorz. acht dienstig, de bewoners te
waarschuwen tegen overtreding van het
verbod om vuilnis, enz., in de slooten te
werpen. Hij heeft echter bij opname de
de slootjes, zeker tengevolge van denhoogen
waterstand, niet slecht bevonden.
De heer Groneman oordeelt gewenscht, dat
het Dag. bestuur van den polder met Burg.
en Weth. te zamen een onderzoek
instellen. De scheidingslooten kunnen dan op
last van Dijkgraaf en Heemraden en de andere
op last van Burg. en Weth. door de eigenaars
uitgediept en zoo noodig en mogelijk, verbreed
worden.
De heer Kaan heeft opgemerkt, dat de
toestand van kleine tusschenslootjes het
slechts is.
De heer Zijp vindt, dat de betrokken inge
zetenen in hun eigen belang maatregelen tegen
verontreiniging moesten nemen en het niet
opgaat, steeds de tusschenkomst van het ge
meentebestuur noodzakelijk te maken. Verder
acht spr. noodig, dat bij elke woning een
behoorlijke vuiluisput of -bak aanwezig zij,
welke op tijd geledigd worde.
De heer Groneman noemt het hoofd van
het gezin aansprakelijk voor de overtredingen,
door de leden gemaakt.
Wordt besloten, met het polderbestuur in
overleg te treden en de aandacht van de
aansprakelijke personen te vestigen op de
verbodsbepaling, onder verzekering, dat toe
zicht zal worden uitgeoefend.
Hierna komt aan de orde het onderzoek
der geloofsbrieven van de heeren C. Dz.
Rezelman en A. D. Slentel, op 30 Juni j.1.
door candidaatstelling, tevens benoeming,
herkozen tot raadsleden.
De heer Zijp deelt genoemde heeren, die
gedurende het onderzoek de zaal hadden
verlaten, mede, dat de stukken geen aanleiding
tot opmerking hebben gegeven en tot toela
ting is besloten.
Hij feliciteerde de heeren met de benoe
ming, die zeker eervol kan worden genoemd,
omdat bij de aftreding geen enkelen strijd
was uitgelokt; spreekt den wensch uit, dat
zij in de toekomst tot hun genoegen de be
trekking zullen mogen waarnemen en de
gemeente onder hun bestuur in bloei zal
toenemen.
Thans wordt door B. en W. aangeboden
1. de rekening der gemeente over 1902,
bedragende in ontvangst f 13375.28®, in
uitgaaf f 11736.95®, dus met een batig saldo
van f 1638.33
2. de rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur, over hetzelfde dienstjaar, sluitende
met een ontvangst van f 3609.92®, een uitgaaf
van f 3115.41® en een saldo van f 494.61.
Tot leden der Commissie van onderzoek
worden benoemd de heeren Groneman en Kaan.
De rondvraag niets opleverende, sluit de
Voorz. onder dankzegging voor de opkomst
en medewerking de vergadering.
- ANNA PAULOWNA.
Vergadering van „Het Witte Kruis", op
Zaterdag 8 Augustus, in „Veerburg". Aan
wezig 15 leden.
De Voorzitter opent de vergadering, de
notulen worden gelezen en goedgekeurd,
waarna volgt de mededeeling, dat mevrouw
Prins het eerelidmaatschap heeft aangenomen
en dat J. Groet een verpleegster zal krjjgen.
De „wjjziging der statuten", op de agenda
voorkomende, betrof niets anders dan een
kleine redactieverandering van het artikel,
betreffende het voortbestaan der afdeeling.
Alsnu kwam aan de ordevoorstel van
het bestuur tot stichting van een gebouw.
De heer Oostra licht dit voorstel uitvoerig
toe. De tegenwoordige bergplaats is onvol
doende, mejuffrouw Van Wijk hoeft op zeer
billyke voorwaarden bouwterrein aangeboden,
dat om zijn ligging enz. zoo geschikt moge
lijk is.
Na breedvoerige discussie wordt in begin
sel aangenomen een gebouw te stichten, dat
de som van 1000 gulden niet mag overschrijden.
Voorts wordt aangenomen het voorstel van
den heer J. Kaan, om twee ontwerpen te
laten maken, één voor een gebouw van hout,
een ander voor een gebouw van steen.
Na de rondvraag, die niets belangrijks op
levert, sluit de Voorz. de vergadering.
Algemeene vergadering der
Marktvereeniging „Ons Belang" te HEER
HUGOWAARD, op Zaterdag 8 Aug. Aan
wezig ruim 30 leden.
Na opening der verg. en lezing der notulen,
opent de Voorz., de heer K. Gelder, de dis
cussie over punt 2 der agenda Bespreking
koolveiling.
Uit die bespreking blijkt, dat eenige leden
het mes in de kool kunnen zetten. De Voorz.
acht 't wenschelijk, dat wordt uitgemaakt, of
bij opening der markt op een aanvoer van
eenige beteekenis zal kunnen worden gere
kend. Op zijn vraag, wie over een week ter
I markt kan komen, wordt door 13 koolbouwers
bevestigend antwoord gegeven. De verg. be
sluit nu, de markt aan 't station Héér Hugo-
waard te openen op Vrijdag 14 Aug., terwijl
dan voorloopig alleen op Dinsdag en Vrijdag
zal worden gemarkt. De afslag zal worden
gehouden 's morgens om half elf.
Thans wordt aan de orde gesteld de aan
leg van een electrisch afmijntoestel. Al aan
stonds gaan stemmen op vóór de plaatsing
van zulk een toestel. Door het Bestuur wordt
meegedeeld, dat de kosten minstens f 400
zullen bedragen. Na eenige discussie over dit
punt wordt door den Secr., den heer Jc.
Zuurbier, tevens betaalmeester, het wensche-
lijke van den aanleg bepleit. Spr. is van oor
deel, dat ook „Ons Belang" het voorbeeld
der zustervereenigingen uit den omtrek dient
na te vojgen. De handelaars zijn over 't alge
meen met deze wijze van mijnen ingenomen;
de vroeger gebruikelijke manier geraakt ge
heel in onbruik. Spr. zou echter niet willen
j ingaan op de heffing van 1/t boven 't
marktgeld ter dekking van de kosten. Hij is
van oordeel, dat de kosten wel te vinden
zullen zijn uit het kassaldo en de gewone
inkomsten. Na nog eenige discussie wordt
met algemeene stemmen tot den aanleg be
sloten en aan het bestuur opgedragen, dit
werk ten uitvoer te doen brengen.
Door het Bestuur wordt nog meegedeeld,
dat het salaris van den nieuwen Penning
meester van f 7.50 op f 15.— is gebracht,
wat door de verg. wordt goedgekeurd.
De toetreding tot de vereeniging wordt
opengesteld tot 31 Aug. Bij niet-toetreding
betalen aanvoerders ter veiling 2 °/0 markt
geld.
j Een min of meer warme discussie ont-
staat over de kwestie, of leden hunne
producten zullen mogen leveren en veilen op
de markt te Broek. Sommigen achten 't wen
schelijk, dat wel de producten door „Ons
Belang" geveild, ook op haar terrein worden
geleverd, doch dat de leden het recht behou
den ook naar Broek ter veiling te gaan. Van
andere zijde wordt dit laatste heftig bestre
den men acht dit zeer tegen 't belang der
markt. Daar gegronde bezwaren worden inge
bracht ten aanzien der veiling van witte
kool, wordt deze voorloopig buiten bespre
king gesteld. Na vrij langdurige discussie
wordt met bijna algemeene stemmen besloten
de bepalingen omtrent roode en gele kool
ook voor dit marktseizoen geldend te doen
zijn. Hierna wordt besloten voorloopig voor
een maand ontheffing dezer verplichting te
verleunen omtrent de witte kool.
Nog ontspint zich een tamelijk breedvoerig
debat over de plaats van uitbetaling.
Ten slotte wordt vrij algemeen goedge
vonden, het veilingsgebouw zoodanig in te
richten, dat de Betaalmeester er zijn kantoor
zal kunnen vestigen.
Na rondvraag sluit de Voorz. de verga
dering.
Schagen, 12 Augustus 1903.
Vergadering van den Ge
meenteraad te Schagen, Dinsdag j.1.; voorm.
10 uur.
Afwezig de heeren W. Vader en C. Bijpost.
Na opening worden de notulen gelezen en
goedgekeurd.
Aan de orde is nuOnderzoek geloofsbrie
ven der opnieuw gekozen raadsleden, de hee
ren Buis, Smit en Vader. Tot commissie van
onderzoek worden benoemd de heeren Meurs,
Roggeveen en Hoogschagen, welke commissie
adviseert tot toelating, waartoe de Raad
besluit.
Alvorens de Commissie haar onderzoek
begon [waarbij de heeren Smit en Buis niet
aanwezig mochten zijn], maakte de heer
Hoogschagen de opmerking, dat er slechts
4 Raadsleden overbleven om te stemmen over
de toelating der herbenoemde heeren, en hij
vroeg, of er dan een geldig besluit genomen
kon worden. Hij oordeelde van niet, omdat
er dan niet de meerderheid van deu Raad
was. De heeren Smit en Bui6 toch mogen
niet meestemmen. Hij stelde voor, om de
geloofsbrieven van ieder lid afzonderlijk te
onderzoeken en over ieder afzonderlijk te
stemmen, opdat het genoemde bezwaar niet
zou bestaan, daar dan de heer Buis, respec
tievelijk de heer Smit, mocht medestemmen.
1 De Voorzitter was van meening, dat de
vergadering wordt bijgewoond door 6 leden
en dus wettig is, en dat niet van invloed is,
of de stemming door 4 Raadsleden geschiedt
't is eenmaal een wettige vergadering, waarin
besluiten genomen kunnen worden. Wat de
heer Hoogschagen voorstelt, acht hij daarom
niet noodig, maar wordt toch meer in prac-
i tijk gebracht, en hij kan zich daar meê ver-
eenigen.
Ingekomen stukken: Van den heer Bijpost
j bericht van verhinderingDankbetuiging
i van den heer Tjalkens voor toegekende sa-
laris verhooging 3 missives van Ged. Staten
met goedkeuring Raadsbesluiten betaling uit
I onvoorziene uitgaven en af- en overschrijvin
gen, en kohier Hondenbelasting; Missive
Ged. Staten, waarbij goedgekeurd wordt het
j besluit van den Raad om f600 salaris te
geveu aan den nieuw te benoemen onderwijzer
j ook bij minder dan 5 dienstjaren (met af-
i wijking van de verordening)- Ged. Staten
echter noodigen B. en W. uit, om den Raad
in overweging te geven, de verordening der
salarisregeling te wijzigen in dien zin, dat
bovengenoemde bepaling ook van toepassing
worde gebracht op de andere onderwijzers
met minder dan 6 dienstjaren, ter voorkoming
van ongeljjk recht.
aan-
gaarne
B. en W. adviseeren, om aan Ged. Staten
te berichten, dat de gemeeDte geen meerder
onderwijzers met minder dan 5 dienstjaren
heeftdat de Raad zich echter verplicht ge.
voelt, om, ter voorkoming van ongelijk recht
hetzelfde salaris toe te kennen aan een nieuw
onderwijzer, zoolang hij minder dan 5 dienst
jaren heeft, maar dat het hem niet gewen: eht
voorkomt, de verordening te wijzigen.
De heer Hoogschagen wenscht op het
vorig besluit terug te komen en een nieuwo
oproeping te doen met salarisbepaling volgens
de verordeningdan blijven we uit alle nes-
terjjen vandaan. Wat is er op tegen, om on
zoo n groot onderwijzerspersoneel één jeugdige
kracht te benoemen De heer Hoogschagen
vindt voorts f550 aanvangssalaris voor een
jongmensch van 18 jaar niet zoo slecht.
Voorzitter is van meening, dat terugkomen
op tvorig besluit moeilijk gaat; we hebben
in de vorige verg. gezegd, dat wij het in het
Delang van het onderwijs achtten, f 600
vangssalaris te bepalen hij zou niet
minder geven.
De heer Roggeveen was er voor geweest,
een onderwijzer te benoemen met hoofdacte, die
dan daardoor f 650 aanvangssalaris had gehad.
Hij achtte dit niet zoo verkeerd we hielden ons
dan aan de verordening en bleven buiten alle
bisbilles. Spr. is niet tegen hooger salaris,
maar wenscht zich aan de verordening te
houden.
De heer Meurs zegt, dat de opzet is ge
weest, een onderwijzer te hebbeu met acte
Fransch, die daD in geval van nood kon bij
springen. Hij acht f 650.te weinig. In de
vorige vergadering heeft de meerderheid uit
gemaakt, dat f 600.— als kleinste salaris
gewenscht is. Dat is uitgemaakt en daar
mogen we Diet op terugkomen.
Voorz. wil het advies van B. en W. aan
Ged. Staten inzenden en dan afwachten, of
die zich daarmede vereenigen. Het zal dan
echter nog de vraag zijn, of dan Ged. Staten
het nu goedgekeurde Raadsbesluit b 1 ij v e n
goedkeuren.
De heer Hoogschagen wil dan weglaten
de clausule, dat de Raad zich verplicht ge
voelt, om bij minder dan 5 dienstjaren f600.—
salaris te geven.
Uit verdere discussie blijkt nog, dat de Raad
uitgezonderd de heer Meurs, tegen wijziging
der verordening is, zoodanig dat bepaald wordt
dat het aanvangssalaris bij minder dan 10
dienstjaren f600 bedraagt omdat dan voor
de tegenwoordige onderwijzers eene geheel
nieuwe regeling gemaakt moet worden.
De heer Buis doet het voorstel een nieuwe
oproeping te doen voor een onderwijzer, op
een aanvangssalaris van f 550, zonder dat akte
Fransch tot aanbeveling strekt. Dus geheel
volgens de verordening. We blijven dan
buiten alle zwarigheden. De heer Buis stelt
zich voor, dat we dan meer sollicitanten zullen
krijgen bovendien, daar bij de eerste oproeping
de aanbeveling akte Fransch velen zal hebben
afgeschrikt. Als motief voor dezen omkeer
kan gelden, dat zich geen voldoend aantal
sollicitanten met akte Fransch had aangemeld.
De heer Meurs blijft vóór f 600.aan
vangssalaris.
Bij stemming wordt het voorstel aangeno
men met 1 stem tegen (de heer Meurs).
Voortgaande met de ingekomen stukken,
is nu aan de orde het bekende adres der
Permanente Commissie voor de Koninginne-
feesten, waarbij f 60.— subsidie wordt ge
vraagd voor de feesten voor dit jaar.
Burgemeester en Wethouders adviseeren,
dat zij geen bezwaar hebben het adres in te
willigen, maar met het oog op het belangrijk
bedrag, dat voor feestelijkheden wordt uitge
trokken, in overweging geven het bedrag voor
het vuurwerk te verminderen van f 200.
tot f160.
De heer Hoogschagen verklaart, wel te
sympathiseeren met de Commissie, doch hoe
veel wordt er al niet reeds aan openbare
vermakelijkheden besteed 't Is f 300 voor
schoolfeest, f 200 vuurwerk, f 50 harddraverij,
f125 Harmoniekapel, dat is te zamen f'675.
Zou 't nu niet beter zijn, om het vuurwerk
en harddraverij te houden op Koninginne-dag
Voorzitter zegt dat de harddraverij moeilijk
op een anderen dag gehouden kan worden
die Vereeniging heeft met zooveel andero
dingen rekening te houden.
De heer Hoogschagen meent, dat daarom
't vuurwerk wel op een anderen dag kan
plaats hebben, op den 31 Augustus.
De heer Asjes zegt, dat harddraverij en
vuurwerk bij elkaar behooren. Samen geeft
het een feestdagharddraverij alleen zou
dra in verval geraken.
De heer Roggeveen zegt, dat de Raad
eertijds besloten heeft, toen gebleken was,
dat het vuurwerk van min gehalte was, om
het weer in vroegeren luister te herstellen, zich
daartoe te wenden tot een anderen leverancier
en het bedrag er voor te verhoogen tot
f 200.Door het nu weer terug te brengen
tot f 150.—, vreest de heer Roggeveen, dat
het vuurwerk als vroeger zal blijven.
Voorz. antwoordt, dat het adres spreekt
van den Raad aan de spits der beweging te
stellenhet Dag. Bestuur is er uit dat oog
punt steik vóór; vorder zegt het adres:
uitreiking van een feestgave aan de jeugd
de Raad is zeer royaal geweest ten op
zichte van de jeugd, met, toen de Leerplicht
wet in werking kwam, toch een belangrijk
bedrag voor schoolfeesten uit te keeren. Dus
voor de jeugd wordt f 300.— gegeven voor
het vuurwerk f 200.voor harddraverij f50.—,
tezamen f 250.—, dat zijn uitsluitend feeste
lijkheden afgescheiden dan van verschillende
subsidiën aan nuttige instellingen, als teeken-
school, Harmoniekapel, Paafichtentoonstelling,
welke instellingen doorloopend nuttig zijn, en
medewerken tot den bloei van Schagen
aan deze subsidies kan dus niet getornd
worden.
Vuurwerk is echter speciaal eene festiviteit
B. en W. hadden bezwaar, de gemeento te
belasten met nog hooger som voor feesten
zij hebben daarbjj tevens vertrouwen in den
nieuwen leverancier van het vuurwerk, die
zijn best zal doen, wat goeds te leveren.
De heer Hoogschagen vraagt, wat er op
tegen is, dat het vuurwerk op Koninginnedag
wordt afgestoken, tot meerderen luister van
dezen dag P DeHarddraverijvereeu. bepale zelf
haar dag. Hij kan zich wel met het voorstel
van B. en W. vereenigen, maar geeft in
overweging, in de toekomst toch het vuur
werk op Koninginnedag to houden.
De heer Roggeveen betoogt het belangrijke
van den harddraverijdag.
De Voorz. vreest, dat spoedig stemmen
zouden opgaan om vuurwerk weer op harddra
verij-dag te houden.
De heer Buis ziet er tegen op, om weer
f 50.— meer voor festiviteiten te bestemmen.
Daar moet eens een eind aan komen. Voorts
is hij het met den heer Roggeveen eens, en
gelooft dat verandering tot schade der bur
gerij zal zijn. Harddraverii en vuurweik be
hooren bij elkaar't is een traditioneele dag
geworden, een belangrijke dag voor de in
gezetenen.
Ook de heer Mours is er voor harddraverij
en vuurwerk op denzelfden dag te laten be
staan.
In omvraag wordt het voorstel van B. en
W. met algemeene stemmen aangenomen.