Brie™ uil fli Polder.
feuilleton.
Donderdag 27 Augustus 1903
47ste Jaargang No. 3865.
Een lofrede en een belasting op
haarpoeder.
Teunis Ploeger.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHA
Nieuws-
Alwmslifi- k Laiittniilai
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
SWsireau liaan, O 4.
Uitgever J P. TRAPMAN.
Medewerker J. VV I ft K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
48.
Niemand, die mijn brieven met aandacht
leest, zal kunnen zeggen, dat ze een anti-
poldergeest ademen, dat ze bewijzen, dat ik
een hekel aan den Polder heb. En toch, her
haaldelijk treft mij het verwijt, dat Teunis
Ploeger „maar alles afbreekt," wat zooveel
zeggen wil als: „er is hier na heelemaal
niets goeds in dien man z'n oogen."
Niets is minder waar. Ik vind bepaald heel
veel prijzenswaardigs in ons Polderland en
dat men het tegendeel veronderstellen kan,
is voor mij het bewijs, dat ik tot nog toe
niet positief genoeg in mijn schrijven geweest
ben. Raadzaam zal het dus voor mij zijn,
van nu af aan meer speciaal den toon der
lofredenen aan te slaan. Evenwel
Het is van onts gemetckt, hoe een verschroeyde kat
Is schromig nadcrhant ook van het kil lig nat.
Aldus Vader Cats, en zoo ben ook ik thans
„schromig" om nog verder een pen op het
papier te zetten, in weerwil van mijn voor
nemen om louter door de Paam die pen te
laten besturen.
Niettemin, wij Polderschen z ij n nu een
maal een prijzenswaardig volk, beminnelijk
om onze deugden, en daaromniet langer
gescbroomd den loftoon aan te slaan.
Wie bijvoorbeeld kent niet onzen ijver en
zeldzame voortvarendheid, onder anderen zoo
schitterend blijkend uit den gepasten spoed,
waarmee de school aan het Breezand van
een nieuwe onderwijzeres schijnt te zullen
worden voorzien Immers, nog nauwelijks is
het een half jaar geleden, dat de vorige haar
ontslag aanvroeg, of b ij n a hebben wij reeds
weer een opvolgster weten te benoemen,
't Is waar, er is tegenwoordig wel overvloed
van schooljuffrouwen zonder betrekking en
ook de schoolopziener zal aan die haast wel
niet geheel onschuldig zijn, maar toch, er
valt niet aan te twijfelen, of aan ons komt
in dezen de gróótste eere toe.
En dan onze belangstelling in alles wat het
publieke leven in den Polder betreftNiet
waar, wie zou die belangstelling niet ken
nen Luisterrijk kwam zij onlangs weer
aan den dag in de jongste Witte Kruis-ver-
gadering.
Weliswaar gold die bijeenkomst een ge
wichtig puntbestuursvoorstel tot het stichten
van een gebouw, maar van de 300 leden
waren er dan ook wel 16 (vijftien) ter verga
dering gekomen.Wien deze verbazende opkomst
wat ongelooflijk mocht voorkomen, verwijzen
wij naar de Schager Courant van
Donderdag 18 Augustus 1903. Wij behoeven
ons dus niet te vergulden met de glorie van
een ver verleen, maar mogen ons verheffen
op een feit van recenten datum. Ja, ja, groot
is onze belangstelling in het publieke pol
derleven
En dan onze brandspuitenJa, wie zou
onze brandspuiten niet kennen W ie vooral
kent niet de voortreffelijke spuit aan de Van
Ewijcksluis
De lofkrans, nimmer groenens moe,
Komt aan die spuit der spuiten toe,
hoor ik Koosje mompelen. Maar inderdaad,
wat zou er bij den jongsten brand van do
heele Kleine Sluis geworden zijn, als de spuit
van de Ewijcksluis haar onschatbare diensten
niet had bewezen? Hoe schandelijk daarom
van sommigen, te fluisteren, die spuit niet
eens gezien te hebben.
En onze belastingen! Ja, wie verheugt zich
niet over de geringheid onzer belastingen,
waar er toch zoo verbazend veel te belasten
zou zijn Ik denk hier bijvoorbeeld aan
de opvoering, die ik bijwoonde van „D e
Fabrieksbaa s", door het gezelschap van
Stoel en Spree. Ik had namelijk het onge
luk te moeten zitten achter een dame, ge
tooid (of liever gedekt) door zoo'n lnifelhoed,
gelijk die tegenwoordig, evenals in 1830, weer
in de mode zijn. Telkens wanneer ik hij een
treffende scène het hoofd naar rechts wendde,
om toch ook iets te zien, wilde het toeval,
of stellig wel de belangstelling in bet spel
en de actie, dat ook de juffer het hoofd naar
rechts wendde, waardoor ze mij onbewust
een onbelemmerden blik op haar hoofddeksel
bood. Benijdenswaardig misschien voor iemand
als Koosje, die nog al belang in damesmodes
stelt, maar ergerlijk voor een man van over
de vijftig, die enkel om bet tooneelspel ge
komen is. Had ik het op dat oogenblik in
mijn macht gehad, onmiddellijk zon ik een
belasting op te breede of te hooge kapsels
of hoofdbedekkingen hebben uitgevaardigd.
Wie mij echter om de originaliteit van het
denkbeeld zon willen bewonderen, diene te
weten, dat dit idéé van mij volstrekt niet
oorspronkelijk is.
Immers, (om niet al te ver terug te gaan) met
1°. Januari 1806 trad in werking een belasting
op het dragen van haarpoeder, hetzij met
rond of gekapt haar, pruiken, tourtjes en
wat dies meer was, zonder eenige uitzon
dering.
Het verlof om dit alles te dragen, werd,
na verzoek aan stad of gemeente, gegeven
op gezegeld papier van vijf gulden, waarbij
dan nog de noodige verhoogingen van leges
enz. kwamen.
Telkenjare moest die belasting opnieuw
betaald worden en alleen de vreemdeling, die
niet langer dan een maand vertoefde, kon met
een zegel van slechts vijftien stuivers vol
staan.
De belasting schijnt voor alle hoofden even
boog en niet in klassen verdeeld geweest te
zijn een groote pruik of een pruikje, veel
of weinig poeder, alles voor één geld.
Neen, i k zou dat op een andere wijze
willen inrichten en wel degelijk verschillende
klassen wenschen te maken. De inhoudsmaat
zoowel als de hoogte en breedte zonden
daarbij tot grondslag aangenomen kunnen
worden.
Of de belasting op het dragen van haar
poeder wettelijk opgeheven is, dan wel of
zjj vanzelf ophield, toen er door verandering
der mode geen patenten meer gevraagd
werden, ik moet u eerlijk zeggen, dat ik het
niet weet. Wel weet ik, dat er bij deze
belasting weinig fraude kon plaats grijpen.
Want al had men zijn poederhoofd ook nog
zoo goed kunnen verbergen, dan nog zou de
jaskraag van den schuldige hem tot verklik
ker geworden zijn, zoo besneeuwd als die er
altijd uitzag.
Maar ik ben onwillekeurig afgedwaald en
mijn lofrede schijnt bet begin van een oud
heidkundige verhandeling te willen worden.
Om dus nog even tot mijn onderwerp terug
te keeren, wie roemt niet de matigheid
onzer belastingen en welke dame [onze raads
leden zullen toch óók wel eens het tergende
van uitzichtbenemende hoofddeksels onder
vonden hebben) prijst niet de welwillendheid
van ons gemeentebestuur, dat desalniettemin
nog nimmer tot zoodanige belasting is overge
gaan
Vergadering van den Raad
der gemeente ZIJPE, gehouden Maandag
24 Aug. 1903, des morgens ten 10 ure.
Afwezig de heer Bakker, wegens onge
steldheid.
- ZIJDEWIND.
J.l. Donderdag was 't feestdag voor de R. C.
Gemeente te 't Veld. De weleerwaarde heer
P. de Graaf vierde het feest van zijn 12'/ï-jarig
pastoorschap aldaar. Na afloop van den gees
telijken dienst werden hem door de catechisan
ten hartelijke wenschen toegezongen, terwijl
de gemeente hem een aanzienlijke som aan
bood tot het aanschaffen van een kerkelijk
beeld, en de koorzangers op hun beurt hem
Voorzitter de heer G. C. Hulst, burgemeester.
Na opening der vergadering, volgt lezing een porte-manteau vereerden, 's Middags was
en goedkeuring der notulen. 5 er receptie in de pastorie, waarvan door velen
Daarna wordt aan de orde gesteld het gebruik werd gemaakt, om bun beminden
rapport der commissie, belast met het nazien
der rekeningen van de Gemeente, Algemeen
Armbestuur en Weezenadministratie. De ge
meenterekening sloot in ontvang op f 35162.69,
herder en leeraar te feliciteeren. Een serenade,
hem toegedacht door de koorzangers, moest
om den regen achterwege blijven. Overal
waren de vlaggen uitgestoken, terwijl de
in uitgaaf op f31878 065, dus met een batig jubilaris zijne parochiale armen onthaalde en
slot van f3274.625; dit saldo is f827.voor
uitgegaan. De commissie maakt de opmerking,
dat er f9.aan hondenbelasting niet is
geïnd. De commissie meent, dat het houden
van een hond geen blijk is van onvermogen
en zou daarom bij nietbetaling tot strenge
vervolging willen overgaan. Alles was verder I
in uitstekende orde.
De rekening van bet Algemeen Armbestuur
sloot in ontvang op f 10746.94, in uitgaaf op
f9825.44, dus met een batig saldo van f 921.50
wat is een vooruitgang van f263.04. Deze
rekening was in orde.
De rekening van het Weeshuis sloot in j
ontvang op f3458 44, in uitgaaf op f3717.145
das met een nadeelig saldo van f258.705.
Er was evenwel een extra aflossing geweest
van f250.dus bedroeg het eigenlijk nadeelig
saldo slechts f8.705. Met een paar kleine op
merkingen vond de commissie ook deze reke
ning in orde. De commissie bestond uit de
heorenFrancis, De Wit en Kater. De
Raad keurde achtereenvolgens met algemeene
stemmen de rekeningen goed.
Op de agenda stond benoeming onderwijzer,
maar daar de stukken van den schoolopziener
nog niet terug waren en deze gaarne nog een
onderwijzer proefles zou laten geven, moest
deze benoeming worden uitgesteld.
De beer P. Hooij vroeg ontheffing van
éénmaal hondenbelasting voor een hond, die
tweemaal was aangeslagen. Werd met alge
meene stemmen verleend.
De Afdeeling Zijpe van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw vroeg voor de
Paardenmarkt do gewone subsidie van f 20,
die met algemeene stemmen werd verleend.
Op de vraag van den Yoorz. aan den heer
Van Beusekom, hoe deze dacht over den
Jachtopziener te 't Zand, antwoordde deze
in den meest gunstigen zin, zoodat met alge
meene stemmen werd besloten, hem evenals
aan vorige jachtopzieners, een gratificatie vaD
f 50 te verleenen.
Van den heer J. van Leverink was een
adres ingekomen met verzoek aan den Raad,
het daarheen te leiden, dat hem de leve
ring der schoolbeboeften werd gegund. De
billijkheid bracht mede, dat hem, inwo
ner der gemeente, die de lasten moest helpen
dragen, ook gelegenheid werd geschonken,
van de lusten te profiteeren.
Door de hoofden der scholen was eveneens
een adres ingezonden, inhoudende de noodige
klachten over de late levering door den leve
rancier der schoolbehoeften, de firma Meilink
te Zutphen en het verzoek, een anderen boek
handelaar de leverantie op te dragen.
Beide adressen werden gerenvoveerd naar
B. en W.
Hierna sluiting.
- ZIJDEWIND.
Alhier heeft zich weer een geval van
typbus voorgedaan aan den Rijderweg tus-
schen Zijdewind en 't Veld.
Jt I u i s t e r s>.
Roman van
IDA BOY-ED.
00000
9.
Carolyne ging naar haar schrijftafel en
nam daar een paar bankbriefjes uit.
„Wanneer gaat ge weg vroeg ze
tegelijk.
„Ik weet het nog niet. Ik wil daar ergens
naar kijken. In mijn koffiehuis, of op het
station
Hij nam het geld aan en kuste de hand,
die het hem gaf.
En toevallig ontmoette hij, toen hg het
hoofd ophief, den blik der vrouw.
En deze ernstige, wijze blik nam al
het bittere weg uit zijn gekweld hart.
Groote dankbaarheid welde er in hem
op. Hem was het, als had Carolyne Wall-
raven hem voor eeuwig, niet door dat geld,
maar door dien blik, aan zich verplicht
«0," zeide zij nn, „treinverbindingen en
spoorboekendat is Olga's werk."
„Olgariep ze luide.
De deur werd geopend en de joDge
vreemdelinge met het interessante gelaat,
trad weer binnen.
„Hier mjjn jonge vriend moet opreis,
t Liefst van avond nog. Wij willen dat
eens nazien
„Het is noodig, den trein te kiezen, die
in Breslau aansluiting heeft," merkte Wi-
gus op.
Olga Soniakow nam van Carolyne's schrijf
tafel een spoorboek.
Terwijl zij aan de tafel ijverig de ver
bindingen nasloeg, vroeg Carolyne belang
stellend „Je hebt er geen idéé van, welk
soort van ongeluk het is
„Neen."
„Is uw vader oud kan hij een aanval
van een beroerte gekregen hebben
„Vader is eerst acht-en-vijttig. Ik weet
niet, of bij daar aanleg voor had."
Carolyne wist niet, wat nu meer te vra
gen. Zij stond als voor het onbekende
land. Haar belangstelling voor Hennegall
was nog niet tot zijn vroeger leven inge
gaan.
Hij haalde eenige beschreven velletjes
papier uit zijn zak.
„Het is het eerste gedeelte van de be
loofde levensbeschrijving," zeide hij. „Ik
hoop, dat het u morgen behagen zal daarin
eenige oogenblikken te lezen."
„Ik dank je. Hoe lang zult ge wegblijven
Geet mij uw adres."
En daar het haar scheen, dat haar j
vriendin niet klaar kon komen en het zoeken j
haar te lang duurde, zeide ze, op de tafel
toetredend„Geef hierik zal het eens
nazien."
Maar juffrouw Olga trok het boek vlug
naar zich toe en legde er de hand op.
„Neen," riep ze vroolijk, „dat verdraag
ik niet. Heeft u dat ook reeds opgemerkt,"
zoo wendde zij zich tot Wigus, „dat nie
mand het langer dan een paar minuten
uithoudt, dat een ander mensch in een
spoorboekje zoekt Een elk verbeeldt zich
het vlugger en beter te zullen vinden."
En daarbij keek zij den jongen man met
groote nieuwsgierigheid aan.
Hg beviel haar best. Zg zag wel dat hg
slecht gekleed was. Vermoedelijk arm
Een broodvechterMaar hij had de
oogen en het voorhoofd van een die over
wint.
„Wonderlijke oogendacht zij, en ze
moest zich dwingen er niet opvallend lang
naar te kijken.
„Nu, heb je den trein
„Dadelijk," antwoordde Olga, en ze be
gon, getallen mompelend, allerlei op een
papiertje te krabbelen.
Ook Hennegall, gerustgesteld door de
gedachte, dat hij geld had en dus reizen
kon, en morgen Carolyne met zijn leven
op de hoogte zou zijn en hem dus vol
komen zou begrijpen, ook Hennegall nam
de vreemdelinge nu van zijn kant wat
nauwkeuriger op.
Wat een mooie vrouw
En alles aan haar scheen zoo levenslustig.
De oogen vlamden, elke beweging was vlug
en toch gracieus. Wat een blanke, slanke
handen
En ook fonkelden haar vingers van
diamantenop haar kleed zag Henne
gall mede brillanten.
Rijkdom, schoonheid, jeugdHoevéél op
eenmaal 1
En wat was het toch, dat er van haar
uitging Een opgewektheid, zeker van de
overwinning, schitterde er in haar oogen.
Zij zag er uit als een gelukkig men-
schenkind benijdenswaardig was zij.
Hennegall geloofde, nog nooit een mensch
gezien te"" hebben, die zoo koninklijk zeker
in hare bewegingen was.
Nu stond ze op en zeide„U reist het
best morgen vroegde trein van vanavond
is reeds weg. Hieralle aansluitingen
heb ik opgeschreven en ook als u hier of
aan alle gezinshoofden zijn portret beloofde,
als een blijvend aandenken aan den fee6tdag.
Sinds negen jaren ongeveer
is de Kaasfabriek te ST. MAARTENSBRUG
bet eigendom geweest van den beer Harp,
tbans te Heer Hagowaard. Voor eenige dagen
hebben zich eenige landbouwers alhier aange
sloten en hebben bovengenoemde fabriek
gekocht.
Zooals bet spreekwoord zegtnieuwe
beeren, nieuwe wetten dit is ook bier van
toepassing. Er zal een flinke uitbreiding aan
de fabriek worden gegeven, door bet gebouw
over de gebeele breedte met 7 meter te ver
lengen.
Flinke ruimte is voor Instellingen als een
kaasfabriek wel een vereischte. Tot beden
mocht men tevreden zijn over de kwaliteit kaas,
die hier werd gemaakt, maar wij hopen, dat
door deze uitbreiding bet product nog in
waarde mag stijgen.
ST. MAARTENSBRUG.
Zaterdag j.l., na afloop der lessen, werden
de kinderen der openbare lagere school alhier
onthaald op verschillendende lekkernijen.
De beer Teensma, die bier on'geveor 9 jaar
als onderwijzer werkzaam is geweest, gaf
aan de kinderen een klein afscheidsfeestje.
Een prachtig cadeau, bestaande uit een pendule
met daarbij passende coupes, was door de
leerlingen, eenige oudleerlingen en enkele
particulieren voor den beer T. aangekocht.
Tijdens bet onthaal werden bovengenoemde
geschenken door een der oudste leerlingen
met eenige eenvoudige, doch welgekozen
woorden aan den vertrekkenden onderwijzer
aan geboden,waarvoor de heer Teensma met een
kort woord dankte. Wij wenschen den heer
Teensma bij zijn vertrek toe, dat bet hem
en de zijnen in zijn nieuwen werkkring als
H. der School te Eenigenbnrg goed moge gaan.
Uit ALKMAAR meldt men:
Den len September a.s. verstrijkt de zesja
rige termijn, gedurende welken aan den beer
dr. M. N. J. Moltzer, ten behoeve van de
onder zijne leiding staande inrichting voor
booger onderwijs, eene gemeentelijke subsidie
van f 2500 's jaars werd verleend met
gebruik van eene vrije, verlichte en verwarm
de localiteit.
B. en W. stellen nn den Raad voor, dezen
toestand voor den cursus 1903—1904 te be
stendigen, maar dat college uit te noodigen,
de oprichting en inrichting van een volledig
gymnasium voor te bereiden met het begin
van den cursus 19041905. B. en W. meeDen
dat de tegenwoordige inrichting voor hooger
onderwijs niet beantwoordt aan de oiscben,
welke aan eene inrichting ter voorbereiding
voor de hoogescbool moeten worden gesteld;
dat vooits een gymnasium te dezer stede
niet langer mag ontbreken, te minder omdat
in de provincie Noord-Holland boven het IJ
geen enkele gemeente met eene dergelijke
inrichting wordt aangetroffen.
daar moet wachten."
Zij sprak met een hard accent, zooals
Russinnen doen.
„Ik dank u zeer," zeide hij, en nam het
briefje aan.
Weder keek ze hem oplettend aan.
Deze man, die er uitzag als een held en
die toch zoo slecht gekleed waa, boezemde
haar hoe langer hoe meer belangstelling in.
Haar schitterende blik maakte hem ver
legen. Hij had wel iets willen zeggen, en
zich meteen terugtrekken. Tegelijk wenschte
hij te blijven. Maar buiten stond Siddy!
En hem viel niets in
Hij had het in zijn jeugd niet geleerd,
zich een houding te geven.
Maar Carolyne, met haar scherpen blik,
had zijn verlegenheid reeds opgemerkt en
sprak goedig
„Wij willen u niet ophouden, mijnheer
Hennegall. U zult wel haast hebben met
uw voorbereidingen."
„Weet je wat, Carolyne Ik zeide je
straks, dat ik te voet naar mjjn hotel terug
wilde, en toen boodt jij mij Anders tot
geleide aan. Het zou heel aardig zjjn, als
je jonge vriend mij het gezelschap van dien
knecht bespaarde en mij naar het Keizer-
hof begeleidde, vooropgesteld althans, dat
zijn weg ook in die richting gaat."
Olga Soniakow had besloten, dat zij dezen
man wat nader wilde leeren kennen en
greep dus resoluut de eenige gelegenheid
daartoe aan.
Ecd lange pauze ontstond.
Carolyne Wallraven verwonderde zich
over Olga en begreep dat deze door een
ongewone belangstelling voor Hennegall
was aangegrepen.
En Wigus was aan de pijnlijkste ver-
- SIJBECARSPEL, 22 Augustus.
Mr. C. P. Donker, burgemeester dezer gemeen
te en dijkgraaf der „Vier Noorder Koggen",
gaat met 1 Mei a.s. zijn woonplaats Benning-
broek verlaten, om zicb te Haarlem te
vestigen.
- HARINGCARSPEL.
Werd ten vorigen jare bet westelijk deel
onzer gemeente zwaar door typbus bezocht,
nu is die plotseling in het oostelijk deei
uitgebroken, n.1. te Waarland, waar in een
gezin twee personen zijn aangetast.
Inbraken.
Op last van den officier van justitie te
ROZENDAAL is A. Koevoets naar de ge
vangenis te Breda overgebracht. Het is
zeker, dat bij gedurende 14 dagen nachtelijke
inbraken en diefstallen heeft gepleegd te
Wouw bij de families Roeken, Doggen, Aar
den en Oomes. Bij de laatste werd bij in den kel
der gesnapt; ook beeft bij ingebroken te Rozen-
daal iD de hofstede bij zijn zwager A. Meesters.
Drie kruiwagens met gestolen goederen
zijn, op aanwijzing van K. zelf, aan den
wachtmeester der marechaussee in zijn buis
gevonden, behalve f16.060 In bankpapier en
effecten, in den grond verborgen.
Zeemanschap.
Men meldt uit IJMUIDEN aan de
„N. R. Ct."
Een kranig stuk zeemanschap is dezer
dagen bier vertoond door schipper Thijs
Zwart, die met zijn vischstoomschip „Lt.-Gen.
den Beer Poortugael" in de Noordzee, ca.
135 mijlen van hier, visscbende was, toen
Vrijdag jl. tjjdens stormweer en hooge zee,
bet schip opeens hevig stootte, waarna men
tot de ontdekking kwam, dat de koning van
't roer gebroken, en 't schip zonder roer was.
Wat het zeggen wil, een schip zonder roer,
daarvan beeft elkeen wel eens geboord.
Het schip kwam dwars in de hooge zee
en slingerde vreeselijk. Toch werd descheeps-
boot overboord gezet, en heeft men getracht
bet los been en weer slaande onderstuk door
staaldraad te bevestigen, wat echter door de
hooge zee, die dikwerf 't beele achterschip
onder water zette, onmogelijk werd gemaakt.
Toen is de schipper op 't denkbeeld ge
komen, om van de vischborden, die op 't
voorschip staan, een soort drijfroer te fabri-
ceeren en door die borden beurtelings, al
naar behoefte, in een stroomscbeppende
positie in zee uit te zetten, heeft hij zooveel
stuurbaarheid aan 't schip weten te geven,
dat hij niet alleen de 136 mijl naar bier,
daarmede beeft kunnen afleggen, doch ook
zonder eenige assistentie bet schip en be
manning Zondagmorgen behouden in de vis-
scbershaven tot voor de visebbal heeft ge
bracht.
De gebeele bemanning was sedert bet on
geval onafgebroken, tijdens slecht weer,
steeds in dienst geweest, want telkens moest
aan stuurboord,dan weder aan bakboord een der
borden ingehaald of uitgezet worden, of ge
stopt als een ander schip in de nabijheid
kwam, om aanvaring te vermijden, waardoor
men telkens onklaar en dvfars in de zee
kwam. In één woord, 't is een vreeselijk
gesjouw geweest, doch met volkomen succes
bekroond. Het is een eenig geval in de
annalen der scheepvaart. Ons saluut aan den
kranigen schipper en zijn flinke bemanning
De zomer komt nog.
Naar het schijnt, is de nRtuur tamelijk in
de war. Te PIÈTERBUREN toch staat een
pereboom, die dit voorjaar wit van bloei was,
i doch door hagel en nachtvorsten weinig
vrucht zette, tbans heel aardig weer in den
bloei, zoodat men bet bijzondere feit kan
opmerken, dat naast de volwassen, fijne tafel
peren de frissche bloemen prijken.
legonheid ten prooi. Hoe dolgaarne had hij
deze vrouw, die hem een vorstinne scheen,
vergezeld Maar buiten stond Siddy.
„Ik ben niet alleen. Buiten wacht er
iemand op mij," zeide hij.
„Ah dan.De houding van Olga
was plotseling koel.
En Wigus scheen zichzelf een kind met
een slecht geweten. Hij gevoelde, dat men
hem de waarheid van het voorhoofd af kou
lezen.
En weder was het hem, als was die
hartklopping, door het schitteren van die
mooie oogen, een verraad aan Siddy.
Hij kon en mocht haar bestaan niet langer
verzwijgen. Hij wilde de arme, kleine Siddy,
zijn zonneschijn in donkere dagen, niet
verloochenen tegenover deze stralende
vrouw
Het gevoel, dat bem daartoe dreef,
was misschien onduidelijk, maar het was
j dringend en rein.
Hem scheen het toe, alsof er wat te
redden was.
„Het is mijn verloofde!" voegde hij er na
een oogenblik aan toe.
i Over het gelaat van Carolyne gleedeen
i uitdrukking van spijt.
Maar Wigus zag dat niet. Zijn oogen
waren gevestigd op het gelaat van do
andere.
...Dan natuurlijkmeer zeide Olga
niet. Zjj haalde de schouders op.
Hennegall ergerde zich. Waarom had hg'
Siddy ook meegenomen
Nu was het gezegd!
WORDT VERVOLGD.