Brie™ uil fli Polder. feuilleton. Donderdag 27 Augustus 1903 47ste Jaargang No. 3865. Een lofrede en een belasting op haarpoeder. Teunis Ploeger. Binnenlandsch Nieuws. SCHA Nieuws- Alwmslifi- k Laiittniilai Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. SWsireau liaan, O 4. Uitgever J P. TRAPMAN. Medewerker J. VV I ft K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. 48. Niemand, die mijn brieven met aandacht leest, zal kunnen zeggen, dat ze een anti- poldergeest ademen, dat ze bewijzen, dat ik een hekel aan den Polder heb. En toch, her haaldelijk treft mij het verwijt, dat Teunis Ploeger „maar alles afbreekt," wat zooveel zeggen wil als: „er is hier na heelemaal niets goeds in dien man z'n oogen." Niets is minder waar. Ik vind bepaald heel veel prijzenswaardigs in ons Polderland en dat men het tegendeel veronderstellen kan, is voor mij het bewijs, dat ik tot nog toe niet positief genoeg in mijn schrijven geweest ben. Raadzaam zal het dus voor mij zijn, van nu af aan meer speciaal den toon der lofredenen aan te slaan. Evenwel Het is van onts gemetckt, hoe een verschroeyde kat Is schromig nadcrhant ook van het kil lig nat. Aldus Vader Cats, en zoo ben ook ik thans „schromig" om nog verder een pen op het papier te zetten, in weerwil van mijn voor nemen om louter door de Paam die pen te laten besturen. Niettemin, wij Polderschen z ij n nu een maal een prijzenswaardig volk, beminnelijk om onze deugden, en daaromniet langer gescbroomd den loftoon aan te slaan. Wie bijvoorbeeld kent niet onzen ijver en zeldzame voortvarendheid, onder anderen zoo schitterend blijkend uit den gepasten spoed, waarmee de school aan het Breezand van een nieuwe onderwijzeres schijnt te zullen worden voorzien Immers, nog nauwelijks is het een half jaar geleden, dat de vorige haar ontslag aanvroeg, of b ij n a hebben wij reeds weer een opvolgster weten te benoemen, 't Is waar, er is tegenwoordig wel overvloed van schooljuffrouwen zonder betrekking en ook de schoolopziener zal aan die haast wel niet geheel onschuldig zijn, maar toch, er valt niet aan te twijfelen, of aan ons komt in dezen de gróótste eere toe. En dan onze belangstelling in alles wat het publieke leven in den Polder betreftNiet waar, wie zou die belangstelling niet ken nen Luisterrijk kwam zij onlangs weer aan den dag in de jongste Witte Kruis-ver- gadering. Weliswaar gold die bijeenkomst een ge wichtig puntbestuursvoorstel tot het stichten van een gebouw, maar van de 300 leden waren er dan ook wel 16 (vijftien) ter verga dering gekomen.Wien deze verbazende opkomst wat ongelooflijk mocht voorkomen, verwijzen wij naar de Schager Courant van Donderdag 18 Augustus 1903. Wij behoeven ons dus niet te vergulden met de glorie van een ver verleen, maar mogen ons verheffen op een feit van recenten datum. Ja, ja, groot is onze belangstelling in het publieke pol derleven En dan onze brandspuitenJa, wie zou onze brandspuiten niet kennen W ie vooral kent niet de voortreffelijke spuit aan de Van Ewijcksluis De lofkrans, nimmer groenens moe, Komt aan die spuit der spuiten toe, hoor ik Koosje mompelen. Maar inderdaad, wat zou er bij den jongsten brand van do heele Kleine Sluis geworden zijn, als de spuit van de Ewijcksluis haar onschatbare diensten niet had bewezen? Hoe schandelijk daarom van sommigen, te fluisteren, die spuit niet eens gezien te hebben. En onze belastingen! Ja, wie verheugt zich niet over de geringheid onzer belastingen, waar er toch zoo verbazend veel te belasten zou zijn Ik denk hier bijvoorbeeld aan de opvoering, die ik bijwoonde van „D e Fabrieksbaa s", door het gezelschap van Stoel en Spree. Ik had namelijk het onge luk te moeten zitten achter een dame, ge tooid (of liever gedekt) door zoo'n lnifelhoed, gelijk die tegenwoordig, evenals in 1830, weer in de mode zijn. Telkens wanneer ik hij een treffende scène het hoofd naar rechts wendde, om toch ook iets te zien, wilde het toeval, of stellig wel de belangstelling in bet spel en de actie, dat ook de juffer het hoofd naar rechts wendde, waardoor ze mij onbewust een onbelemmerden blik op haar hoofddeksel bood. Benijdenswaardig misschien voor iemand als Koosje, die nog al belang in damesmodes stelt, maar ergerlijk voor een man van over de vijftig, die enkel om bet tooneelspel ge komen is. Had ik het op dat oogenblik in mijn macht gehad, onmiddellijk zon ik een belasting op te breede of te hooge kapsels of hoofdbedekkingen hebben uitgevaardigd. Wie mij echter om de originaliteit van het denkbeeld zon willen bewonderen, diene te weten, dat dit idéé van mij volstrekt niet oorspronkelijk is. Immers, (om niet al te ver terug te gaan) met 1°. Januari 1806 trad in werking een belasting op het dragen van haarpoeder, hetzij met rond of gekapt haar, pruiken, tourtjes en wat dies meer was, zonder eenige uitzon dering. Het verlof om dit alles te dragen, werd, na verzoek aan stad of gemeente, gegeven op gezegeld papier van vijf gulden, waarbij dan nog de noodige verhoogingen van leges enz. kwamen. Telkenjare moest die belasting opnieuw betaald worden en alleen de vreemdeling, die niet langer dan een maand vertoefde, kon met een zegel van slechts vijftien stuivers vol staan. De belasting schijnt voor alle hoofden even boog en niet in klassen verdeeld geweest te zijn een groote pruik of een pruikje, veel of weinig poeder, alles voor één geld. Neen, i k zou dat op een andere wijze willen inrichten en wel degelijk verschillende klassen wenschen te maken. De inhoudsmaat zoowel als de hoogte en breedte zonden daarbij tot grondslag aangenomen kunnen worden. Of de belasting op het dragen van haar poeder wettelijk opgeheven is, dan wel of zjj vanzelf ophield, toen er door verandering der mode geen patenten meer gevraagd werden, ik moet u eerlijk zeggen, dat ik het niet weet. Wel weet ik, dat er bij deze belasting weinig fraude kon plaats grijpen. Want al had men zijn poederhoofd ook nog zoo goed kunnen verbergen, dan nog zou de jaskraag van den schuldige hem tot verklik ker geworden zijn, zoo besneeuwd als die er altijd uitzag. Maar ik ben onwillekeurig afgedwaald en mijn lofrede schijnt bet begin van een oud heidkundige verhandeling te willen worden. Om dus nog even tot mijn onderwerp terug te keeren, wie roemt niet de matigheid onzer belastingen en welke dame [onze raads leden zullen toch óók wel eens het tergende van uitzichtbenemende hoofddeksels onder vonden hebben) prijst niet de welwillendheid van ons gemeentebestuur, dat desalniettemin nog nimmer tot zoodanige belasting is overge gaan Vergadering van den Raad der gemeente ZIJPE, gehouden Maandag 24 Aug. 1903, des morgens ten 10 ure. Afwezig de heer Bakker, wegens onge steldheid. - ZIJDEWIND. J.l. Donderdag was 't feestdag voor de R. C. Gemeente te 't Veld. De weleerwaarde heer P. de Graaf vierde het feest van zijn 12'/ï-jarig pastoorschap aldaar. Na afloop van den gees telijken dienst werden hem door de catechisan ten hartelijke wenschen toegezongen, terwijl de gemeente hem een aanzienlijke som aan bood tot het aanschaffen van een kerkelijk beeld, en de koorzangers op hun beurt hem Voorzitter de heer G. C. Hulst, burgemeester. Na opening der vergadering, volgt lezing een porte-manteau vereerden, 's Middags was en goedkeuring der notulen. 5 er receptie in de pastorie, waarvan door velen Daarna wordt aan de orde gesteld het gebruik werd gemaakt, om bun beminden rapport der commissie, belast met het nazien der rekeningen van de Gemeente, Algemeen Armbestuur en Weezenadministratie. De ge meenterekening sloot in ontvang op f 35162.69, herder en leeraar te feliciteeren. Een serenade, hem toegedacht door de koorzangers, moest om den regen achterwege blijven. Overal waren de vlaggen uitgestoken, terwijl de in uitgaaf op f31878 065, dus met een batig jubilaris zijne parochiale armen onthaalde en slot van f3274.625; dit saldo is f827.voor uitgegaan. De commissie maakt de opmerking, dat er f9.aan hondenbelasting niet is geïnd. De commissie meent, dat het houden van een hond geen blijk is van onvermogen en zou daarom bij nietbetaling tot strenge vervolging willen overgaan. Alles was verder I in uitstekende orde. De rekening van bet Algemeen Armbestuur sloot in ontvang op f 10746.94, in uitgaaf op f9825.44, dus met een batig saldo van f 921.50 wat is een vooruitgang van f263.04. Deze rekening was in orde. De rekening van het Weeshuis sloot in j ontvang op f3458 44, in uitgaaf op f3717.145 das met een nadeelig saldo van f258.705. Er was evenwel een extra aflossing geweest van f250.dus bedroeg het eigenlijk nadeelig saldo slechts f8.705. Met een paar kleine op merkingen vond de commissie ook deze reke ning in orde. De commissie bestond uit de heorenFrancis, De Wit en Kater. De Raad keurde achtereenvolgens met algemeene stemmen de rekeningen goed. Op de agenda stond benoeming onderwijzer, maar daar de stukken van den schoolopziener nog niet terug waren en deze gaarne nog een onderwijzer proefles zou laten geven, moest deze benoeming worden uitgesteld. De beer P. Hooij vroeg ontheffing van éénmaal hondenbelasting voor een hond, die tweemaal was aangeslagen. Werd met alge meene stemmen verleend. De Afdeeling Zijpe van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw vroeg voor de Paardenmarkt do gewone subsidie van f 20, die met algemeene stemmen werd verleend. Op de vraag van den Yoorz. aan den heer Van Beusekom, hoe deze dacht over den Jachtopziener te 't Zand, antwoordde deze in den meest gunstigen zin, zoodat met alge meene stemmen werd besloten, hem evenals aan vorige jachtopzieners, een gratificatie vaD f 50 te verleenen. Van den heer J. van Leverink was een adres ingekomen met verzoek aan den Raad, het daarheen te leiden, dat hem de leve ring der schoolbeboeften werd gegund. De billijkheid bracht mede, dat hem, inwo ner der gemeente, die de lasten moest helpen dragen, ook gelegenheid werd geschonken, van de lusten te profiteeren. Door de hoofden der scholen was eveneens een adres ingezonden, inhoudende de noodige klachten over de late levering door den leve rancier der schoolbehoeften, de firma Meilink te Zutphen en het verzoek, een anderen boek handelaar de leverantie op te dragen. Beide adressen werden gerenvoveerd naar B. en W. Hierna sluiting. - ZIJDEWIND. Alhier heeft zich weer een geval van typbus voorgedaan aan den Rijderweg tus- schen Zijdewind en 't Veld. Jt I u i s t e r s>. Roman van IDA BOY-ED. 00000 9. Carolyne ging naar haar schrijftafel en nam daar een paar bankbriefjes uit. „Wanneer gaat ge weg vroeg ze tegelijk. „Ik weet het nog niet. Ik wil daar ergens naar kijken. In mijn koffiehuis, of op het station Hij nam het geld aan en kuste de hand, die het hem gaf. En toevallig ontmoette hij, toen hg het hoofd ophief, den blik der vrouw. En deze ernstige, wijze blik nam al het bittere weg uit zijn gekweld hart. Groote dankbaarheid welde er in hem op. Hem was het, als had Carolyne Wall- raven hem voor eeuwig, niet door dat geld, maar door dien blik, aan zich verplicht «0," zeide zij nn, „treinverbindingen en spoorboekendat is Olga's werk." „Olgariep ze luide. De deur werd geopend en de joDge vreemdelinge met het interessante gelaat, trad weer binnen. „Hier mjjn jonge vriend moet opreis, t Liefst van avond nog. Wij willen dat eens nazien „Het is noodig, den trein te kiezen, die in Breslau aansluiting heeft," merkte Wi- gus op. Olga Soniakow nam van Carolyne's schrijf tafel een spoorboek. Terwijl zij aan de tafel ijverig de ver bindingen nasloeg, vroeg Carolyne belang stellend „Je hebt er geen idéé van, welk soort van ongeluk het is „Neen." „Is uw vader oud kan hij een aanval van een beroerte gekregen hebben „Vader is eerst acht-en-vijttig. Ik weet niet, of bij daar aanleg voor had." Carolyne wist niet, wat nu meer te vra gen. Zij stond als voor het onbekende land. Haar belangstelling voor Hennegall was nog niet tot zijn vroeger leven inge gaan. Hij haalde eenige beschreven velletjes papier uit zijn zak. „Het is het eerste gedeelte van de be loofde levensbeschrijving," zeide hij. „Ik hoop, dat het u morgen behagen zal daarin eenige oogenblikken te lezen." „Ik dank je. Hoe lang zult ge wegblijven Geet mij uw adres." En daar het haar scheen, dat haar j vriendin niet klaar kon komen en het zoeken j haar te lang duurde, zeide ze, op de tafel toetredend„Geef hierik zal het eens nazien." Maar juffrouw Olga trok het boek vlug naar zich toe en legde er de hand op. „Neen," riep ze vroolijk, „dat verdraag ik niet. Heeft u dat ook reeds opgemerkt," zoo wendde zij zich tot Wigus, „dat nie mand het langer dan een paar minuten uithoudt, dat een ander mensch in een spoorboekje zoekt Een elk verbeeldt zich het vlugger en beter te zullen vinden." En daarbij keek zij den jongen man met groote nieuwsgierigheid aan. Hg beviel haar best. Zg zag wel dat hg slecht gekleed was. Vermoedelijk arm Een broodvechterMaar hij had de oogen en het voorhoofd van een die over wint. „Wonderlijke oogendacht zij, en ze moest zich dwingen er niet opvallend lang naar te kijken. „Nu, heb je den trein „Dadelijk," antwoordde Olga, en ze be gon, getallen mompelend, allerlei op een papiertje te krabbelen. Ook Hennegall, gerustgesteld door de gedachte, dat hij geld had en dus reizen kon, en morgen Carolyne met zijn leven op de hoogte zou zijn en hem dus vol komen zou begrijpen, ook Hennegall nam de vreemdelinge nu van zijn kant wat nauwkeuriger op. Wat een mooie vrouw En alles aan haar scheen zoo levenslustig. De oogen vlamden, elke beweging was vlug en toch gracieus. Wat een blanke, slanke handen En ook fonkelden haar vingers van diamantenop haar kleed zag Henne gall mede brillanten. Rijkdom, schoonheid, jeugdHoevéél op eenmaal 1 En wat was het toch, dat er van haar uitging Een opgewektheid, zeker van de overwinning, schitterde er in haar oogen. Zij zag er uit als een gelukkig men- schenkind benijdenswaardig was zij. Hennegall geloofde, nog nooit een mensch gezien te"" hebben, die zoo koninklijk zeker in hare bewegingen was. Nu stond ze op en zeide„U reist het best morgen vroegde trein van vanavond is reeds weg. Hieralle aansluitingen heb ik opgeschreven en ook als u hier of aan alle gezinshoofden zijn portret beloofde, als een blijvend aandenken aan den fee6tdag. Sinds negen jaren ongeveer is de Kaasfabriek te ST. MAARTENSBRUG bet eigendom geweest van den beer Harp, tbans te Heer Hagowaard. Voor eenige dagen hebben zich eenige landbouwers alhier aange sloten en hebben bovengenoemde fabriek gekocht. Zooals bet spreekwoord zegtnieuwe beeren, nieuwe wetten dit is ook bier van toepassing. Er zal een flinke uitbreiding aan de fabriek worden gegeven, door bet gebouw over de gebeele breedte met 7 meter te ver lengen. Flinke ruimte is voor Instellingen als een kaasfabriek wel een vereischte. Tot beden mocht men tevreden zijn over de kwaliteit kaas, die hier werd gemaakt, maar wij hopen, dat door deze uitbreiding bet product nog in waarde mag stijgen. ST. MAARTENSBRUG. Zaterdag j.l., na afloop der lessen, werden de kinderen der openbare lagere school alhier onthaald op verschillendende lekkernijen. De beer Teensma, die bier on'geveor 9 jaar als onderwijzer werkzaam is geweest, gaf aan de kinderen een klein afscheidsfeestje. Een prachtig cadeau, bestaande uit een pendule met daarbij passende coupes, was door de leerlingen, eenige oudleerlingen en enkele particulieren voor den beer T. aangekocht. Tijdens bet onthaal werden bovengenoemde geschenken door een der oudste leerlingen met eenige eenvoudige, doch welgekozen woorden aan den vertrekkenden onderwijzer aan geboden,waarvoor de heer Teensma met een kort woord dankte. Wij wenschen den heer Teensma bij zijn vertrek toe, dat bet hem en de zijnen in zijn nieuwen werkkring als H. der School te Eenigenbnrg goed moge gaan. Uit ALKMAAR meldt men: Den len September a.s. verstrijkt de zesja rige termijn, gedurende welken aan den beer dr. M. N. J. Moltzer, ten behoeve van de onder zijne leiding staande inrichting voor booger onderwijs, eene gemeentelijke subsidie van f 2500 's jaars werd verleend met gebruik van eene vrije, verlichte en verwarm de localiteit. B. en W. stellen nn den Raad voor, dezen toestand voor den cursus 1903—1904 te be stendigen, maar dat college uit te noodigen, de oprichting en inrichting van een volledig gymnasium voor te bereiden met het begin van den cursus 19041905. B. en W. meeDen dat de tegenwoordige inrichting voor hooger onderwijs niet beantwoordt aan de oiscben, welke aan eene inrichting ter voorbereiding voor de hoogescbool moeten worden gesteld; dat vooits een gymnasium te dezer stede niet langer mag ontbreken, te minder omdat in de provincie Noord-Holland boven het IJ geen enkele gemeente met eene dergelijke inrichting wordt aangetroffen. daar moet wachten." Zij sprak met een hard accent, zooals Russinnen doen. „Ik dank u zeer," zeide hij, en nam het briefje aan. Weder keek ze hem oplettend aan. Deze man, die er uitzag als een held en die toch zoo slecht gekleed waa, boezemde haar hoe langer hoe meer belangstelling in. Haar schitterende blik maakte hem ver legen. Hij had wel iets willen zeggen, en zich meteen terugtrekken. Tegelijk wenschte hij te blijven. Maar buiten stond Siddy! En hem viel niets in Hij had het in zijn jeugd niet geleerd, zich een houding te geven. Maar Carolyne, met haar scherpen blik, had zijn verlegenheid reeds opgemerkt en sprak goedig „Wij willen u niet ophouden, mijnheer Hennegall. U zult wel haast hebben met uw voorbereidingen." „Weet je wat, Carolyne Ik zeide je straks, dat ik te voet naar mjjn hotel terug wilde, en toen boodt jij mij Anders tot geleide aan. Het zou heel aardig zjjn, als je jonge vriend mij het gezelschap van dien knecht bespaarde en mij naar het Keizer- hof begeleidde, vooropgesteld althans, dat zijn weg ook in die richting gaat." Olga Soniakow had besloten, dat zij dezen man wat nader wilde leeren kennen en greep dus resoluut de eenige gelegenheid daartoe aan. Ecd lange pauze ontstond. Carolyne Wallraven verwonderde zich over Olga en begreep dat deze door een ongewone belangstelling voor Hennegall was aangegrepen. En Wigus was aan de pijnlijkste ver- - SIJBECARSPEL, 22 Augustus. Mr. C. P. Donker, burgemeester dezer gemeen te en dijkgraaf der „Vier Noorder Koggen", gaat met 1 Mei a.s. zijn woonplaats Benning- broek verlaten, om zicb te Haarlem te vestigen. - HARINGCARSPEL. Werd ten vorigen jare bet westelijk deel onzer gemeente zwaar door typbus bezocht, nu is die plotseling in het oostelijk deei uitgebroken, n.1. te Waarland, waar in een gezin twee personen zijn aangetast. Inbraken. Op last van den officier van justitie te ROZENDAAL is A. Koevoets naar de ge vangenis te Breda overgebracht. Het is zeker, dat bij gedurende 14 dagen nachtelijke inbraken en diefstallen heeft gepleegd te Wouw bij de families Roeken, Doggen, Aar den en Oomes. Bij de laatste werd bij in den kel der gesnapt; ook beeft bij ingebroken te Rozen- daal iD de hofstede bij zijn zwager A. Meesters. Drie kruiwagens met gestolen goederen zijn, op aanwijzing van K. zelf, aan den wachtmeester der marechaussee in zijn buis gevonden, behalve f16.060 In bankpapier en effecten, in den grond verborgen. Zeemanschap. Men meldt uit IJMUIDEN aan de „N. R. Ct." Een kranig stuk zeemanschap is dezer dagen bier vertoond door schipper Thijs Zwart, die met zijn vischstoomschip „Lt.-Gen. den Beer Poortugael" in de Noordzee, ca. 135 mijlen van hier, visscbende was, toen Vrijdag jl. tjjdens stormweer en hooge zee, bet schip opeens hevig stootte, waarna men tot de ontdekking kwam, dat de koning van 't roer gebroken, en 't schip zonder roer was. Wat het zeggen wil, een schip zonder roer, daarvan beeft elkeen wel eens geboord. Het schip kwam dwars in de hooge zee en slingerde vreeselijk. Toch werd descheeps- boot overboord gezet, en heeft men getracht bet los been en weer slaande onderstuk door staaldraad te bevestigen, wat echter door de hooge zee, die dikwerf 't beele achterschip onder water zette, onmogelijk werd gemaakt. Toen is de schipper op 't denkbeeld ge komen, om van de vischborden, die op 't voorschip staan, een soort drijfroer te fabri- ceeren en door die borden beurtelings, al naar behoefte, in een stroomscbeppende positie in zee uit te zetten, heeft hij zooveel stuurbaarheid aan 't schip weten te geven, dat hij niet alleen de 136 mijl naar bier, daarmede beeft kunnen afleggen, doch ook zonder eenige assistentie bet schip en be manning Zondagmorgen behouden in de vis- scbershaven tot voor de visebbal heeft ge bracht. De gebeele bemanning was sedert bet on geval onafgebroken, tijdens slecht weer, steeds in dienst geweest, want telkens moest aan stuurboord,dan weder aan bakboord een der borden ingehaald of uitgezet worden, of ge stopt als een ander schip in de nabijheid kwam, om aanvaring te vermijden, waardoor men telkens onklaar en dvfars in de zee kwam. In één woord, 't is een vreeselijk gesjouw geweest, doch met volkomen succes bekroond. Het is een eenig geval in de annalen der scheepvaart. Ons saluut aan den kranigen schipper en zijn flinke bemanning De zomer komt nog. Naar het schijnt, is de nRtuur tamelijk in de war. Te PIÈTERBUREN toch staat een pereboom, die dit voorjaar wit van bloei was, i doch door hagel en nachtvorsten weinig vrucht zette, tbans heel aardig weer in den bloei, zoodat men bet bijzondere feit kan opmerken, dat naast de volwassen, fijne tafel peren de frissche bloemen prijken. legonheid ten prooi. Hoe dolgaarne had hij deze vrouw, die hem een vorstinne scheen, vergezeld Maar buiten stond Siddy. „Ik ben niet alleen. Buiten wacht er iemand op mij," zeide hij. „Ah dan.De houding van Olga was plotseling koel. En Wigus scheen zichzelf een kind met een slecht geweten. Hij gevoelde, dat men hem de waarheid van het voorhoofd af kou lezen. En weder was het hem, als was die hartklopping, door het schitteren van die mooie oogen, een verraad aan Siddy. Hij kon en mocht haar bestaan niet langer verzwijgen. Hij wilde de arme, kleine Siddy, zijn zonneschijn in donkere dagen, niet verloochenen tegenover deze stralende vrouw Het gevoel, dat bem daartoe dreef, was misschien onduidelijk, maar het was j dringend en rein. Hem scheen het toe, alsof er wat te redden was. „Het is mijn verloofde!" voegde hij er na een oogenblik aan toe. i Over het gelaat van Carolyne gleedeen i uitdrukking van spijt. Maar Wigus zag dat niet. Zijn oogen waren gevestigd op het gelaat van do andere. ...Dan natuurlijkmeer zeide Olga niet. Zjj haalde de schouders op. Hennegall ergerde zich. Waarom had hg' Siddy ook meegenomen Nu was het gezegd! WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1