Donderdag 3 September H)05 47ste Jaargang No. 3867. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. ABIT. AintUiliï- Lullnvllil iSurcftu: l€HA6M, X«nan, D 4. Uitgever5 P. TRAPMAN. JU edewerker J. VB I X E L. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel Vergadering van den Raad der gemeente ANNA PAULOWNA, op Dins dag 1 September 1908, des morgens ten 10 ure. Voorzitter de heer J. Jelles, burgemeester. Afwezig de heer Volder, wegens ongesteld heid. Na opening der vergadering, lezing en goedkeuring der notulen. Volgt nu de installatie van de heeren Stammes en Jelles, die in handen van den heer Waiboer, waarnemend Voorz., de eeden De heer Waiboer feliciteert de heeren. De heer Jelles zegt: Mijnheer Stammes, har telijk gefeliciteerd met uwe herbenoeming ik hoop, dat u nog vele jaren uw zetel in den Raad moogt blijven bekleeden en op dezelfde dege lijke wijze de belangen vau onze gemeente zult behartigen. Ik wou mij, vervolgt Spr., met een woord van dank richten tot de kiezers van de gemeente Anna Paulowna, voor het vertrouwen, dat zij mij hebben geschonken, door mij opnieuw af te vaardigen. Ik geef bij deze mijn woord, dat ik alles zal doen om den bloei en de belangen van de gemeente Anna Paulowna te bevorderen. De heer StammesMijnheer de Voorz., ik dank u voor de hartelijke woorden, tot mij gericht, en geef u de verzekering, dat ik de belangen van onzen Polder zal behartigen, zooveel als in mijn vermogen is. Daarna wordt bij monde van den heer Van Mullem rapport uitgebracht namens de commissie, belast met het nazien der rekening. De rapporteur deelt mede dat alles in de uitstekendste orde is bevonden en brengt den burgemeester dank voor het net gehouden beheer, welken dank Voorz. wel aan den ge- achten gemeente-ontvanger zal willen over brengen. De heer Van Mullem gaat voort met te zeggen, dat hij geen aanmerkingen heeft. Enkele posten zijn, naar Spr.'s oordeel, hoog, vooral die voor het onderwijs en het aanstoken van de lantaarns, en enkele posten van anderen aard. Het mede-commissielid, de heer De Graaf, zegt, dat alle bescheiden en Je posten met elkaar zijn vergeleken en dat de rekening in alle puntjes in orde is bevonden. Het beheer was door den gemeente-ontvanger keurig gevoerd. Wat de heer Van Mullem daar zegt, meent Spr., is hier niet aan de orde. De rekening was in de meest kleine bijzon derheden in orde en dat is de hoofdzaak. Voorz. belooft, dezen dank aan den gemeente-ontvanger te zullen overbrengen. Voorz. deelt mede, dat mej. Zelvelder gemeld heeft, haar benoeming aan te nemen en mor gen, 2 September, in dienst te zullen treden. (Applaus van de heeren raadsleden). Voorz. deelt mede, dat van J. H. ter Burg c. s. is ingekomen een adres, om op hun grond aan de Hoogzijde van de Molenvaart een rooilijn te trekken, niet in de richting zooals nu gevolgd wordt, maar 5 M. van de wegsloot, daar de tegenwoordige rooilijn voor winkelhuizen ongeschikt is. Voorz. stelt voor, dit in geheime zitting te behandelen. Wordt stilzwijgend goedgevon den. Ook worden in besloten zitting behan deld eenige reclames Hoofdelijken Omslag. Bij de rondvraag, die nu volgt, zegt de heer Van Mullem, even te willen terugkomen op het onderzoek van den put aan het Breê- zand. In de vorige vergadering heeft Spr. opgemerkt, dat Voorz. daar het een en ander over heeft medegedeeld. Maar nu was Spr.'s vraag, of het onderzoek met die mededeelin- gen maar is afgeloopen. Voorz. heeft verteld, I u i s 11 r s. Roman van IDA BOY-ED, 00000 11. Op dezen dag at de geheimraad met zijn vrouw thuis. Hij had een kennis, die zich in Berlijn bevond, bij zich aan huis genoo- digd en laten zeggen aan zijn vrouw, dat professor Durban ook Olga wel zou beval len. Maar Olga liet op de uitnoodiging antwoorden, dat zy niet kon. Zoodoende at men met z'n drieën. Na een lang geleerd gesprek, zeide Wall- raven plotseling tot zijn vrouw„Pardon Durban Carolyne, ik zie toch kans om aan Olga's wensch te voldoen." „Olga's wensch Carolyne wist niet in hetzelfde oogenblik, -wat haar man bedoelde. „Wel, voor Hennegall." „Ah ja?" De historische afdeeling geeft somwijlen -een klein reisgeld aan jonge geleerden, die zich aan het een of ander bepaald onder werp willen wijden in 't buitenland." „Dat zou wat zijn 1" riep Carolyne ver heugd, „wanneer men zoo iets bewerken kon Durban vroeg, van wien hier sprake was. Wallraven zette hem het doel van den jongen man uiteen. „Om 's hemelswil, wanneer dat jonge mensch werkelijk bekwaamheden heeft, dan moet hy voor de wetenschap en voor de dat 80 jaar geleden daar een put was, die weinig water gaf en die gedempt is gewor den. Het was mij bekend, dat daar een put was geweest, die weinig water gaf, en dat die vervuild was, Is best mogelijk. Maar is er een onderzoek naar dien put gedaan Kan er niet onderzocht worden, of die put nog goed water kan geven Dat wenschte ik wel beter te zien toegelicht. Voorz. U zegt zelf, dat de put weinig water gaften tweede, dat hij met grint is dichtgegooid. Wou u dan al dat grint en al dat spul er uit halen en probeeren, of die put goed water geven kan De heer Van Mullem: Wat daar is gezegd, heb ik u nagezegd. Wat dus is verteld ge worden door u over dien put, berust op praatjes van menschen, die u er over heeft gesproken. Ik wensch een onderzoek, of er op Breezand goed water is te krijgen. Vroeger is die put misschien vervuild, omdat men het water niet noodig had. Er woonden toen weinig menschen. Nu heeft men er veel huizen, kleine huizen met groote gezinnen, er kunnen tijden komen, dat men behoefte heeft aan water, en als het blijkt, dat de oude put niet goed is te maken, blijf ik aandringen op een nieuwen put. Voorz.Dus u wil alles er uit hebben en zien hoe die put is dat zal enorm veel geld kosten. De heer Van Mullem Zonder geld gaat er niemendal. Voorz.We zullen het voorstel verdagen tot de volgende vergadering; dan kunnen B. en W. eens onderzoek doen naar de kosten. De heer Waiboer zegt, dat het seizoen al zoo ver heen iswe kunnen zien, of op de volgende begrooting daarvoor een post kan worden gevonden. De heer Van Mullem vraagt, of het Voorz. bekend is, dat het water op de school te Breezand zoo verschrikkelijk slecht is. De kinderen komen met klachten thuis. De kin deren worden er ziek van, er zijn reeds voor beelden van. Het water stinkt verschrikkelijk. Voorz. belooft onderzoek. Voorz. gaat de heeren een voor een langs, die niets hebben, waarna Voorz. zegtHebben de heeren niets, dan heb ik wat, en wel naar aanleiding van het gesprokene door de heeren De Graaf en De Mazure, over de restitutie schoolgeld te Breezand. 't Is wel zeer ge makkelijk een vraag te stellen, maar men heeft dan niet altjjd gelegenheid daarop te antwoorden. Ik heb nu een grondig onder zoek ingesteld en ik beb mij nu de moeite ge troost, de namen van de ouders op te schrijven van d» kinderen, die een volle maand vacantie hebben gehad. De kinderen aan het Breezand hebben, boven de kinderen van school I en III, een voorrecht, ondanks de maand verlof die ze nu hebben gehad. Er wordt over het hoofd gezien, dat de kinderen van de school te Breezand Woensdagsmiddags school hebben, wat hier niet het geval is. Daarbij komt nog dat door mej. Poen meer dan een jaar lang onderwijs in de handwerken is gegeven aan de kinders, langer dan noodig waï, nu eens tot B, dan weer tot 6 uur, en daarvoor heeft zij nooit eenige vergoeding ontvangen. Voorz. kan verklaren, dat deze zaak aangaande resti tutie schoolgeld geheel bij B. en W. thuis behoort en niet bij den Raad, en als men zou overgaan tot het uitrekenen van hetgeen dan bijv. Van Rijn als restitutie zou moeten ont vangen, zou dat niet meer bedragen dan de som van 16Vj cent. Maar de man heeft zich niet gewend tot B. en W., noch tot den Raad, en hiermede meent Voorz. de heeren De Graaf en De Mazure voldoende te hebben ingelicht. De heer De Mazure zegt, dat die voor rechten, welke de kinderen op het Breezand volgens Voorz. genieten, hem bekend zijn. politiek gered worden," ijverde Durban. „Reken daarbij op al mijn invloed." „Mijn collega Reimers heeft ook een favoriet voor dit baantje, maar ik geloof toch, dat mijn arm langer zal zijn dan de zijne", grinnikte Wallraven. „En wanneer Hennegall zoo gelukkig is, kan hij zijn arbeid in ons jaarboek voor staatsweten schap publiceeren. Zonder twyfel zal een verblijf in Florence hem goed doen en hem aan de noodige stof helpen." Het scheen, alsof de geheimraad eens klaps met opzet een paar minuten zweeg, voordat hij opgeruimd verder ging „En daar jij met Olga naar Florence wilt, kan jy daar meteen over je bescher meling waken." Op het trotsche gelaat van de vrouw werd een wonderlijke uitdrukking zicht baar. Het was, alsof alle strengheid ver dween en smartelijke schrik alleen over bleef, als de taal van een angstige ziel. „Naar Florence Ik met Olga naar Florence Maar het is nog maar vluchtig besproken 't was een inval van jou en je meent het werkelyk vroeg Carolyne nauwelijks hoorbaar. Hij keek haar aan, koud, hard,met dien blik dien zij vreesde. „Ik denk het mij zoo aardig. Ik kom zoo spoedig ik kan naar je toe en we zul len een heerlijke Septembermaand in Flo rence doorbrengen." „Wanneer neem je dan je werk weer op vroeg Durban. „Nog vóór October. In Augustus denk ik mijn tijd aan een zeer gewichtige studie te wijden en wil ik stilletjes hier blijven." „Wanneer je beschermeling werkelyk naar Florence gaat, dan zjjt wel is waar u en uw Hem was bekend, dat er Woensdagmiddag school is ook dat van juffrouw Poen, omdat die indertijd veel bij hem aan huls kwam Maar dat was toch een zaak, die geheel buiten het gemeentebestuur omging, buiten zijne kosten. En al blijft er van de klagers nu alleen Van Rijn over, dan blijft de grief volgens Spr. toch bestaan. Het bedrag is klein, dat is waar, maar zooiang er aan het verlangen van de ouders, al is het dan maar voor 16»/i ct., niet is voldaan, is Spr. niet tevreden. De ouders moeten in de gelegen heid worden gesteld, hun grieven te open baren anders is men niet tevreden en helpt men de grieven niet weg. Voorz.die gelegenheid staat steeds open laat men zich tot B. en W. wenden. Maar Spr. acht dit geen punt om hier m den Raad te behandelen. De heer De Mazure: Van Rijn zal zich er nu misschien bij hebben neergelegd na het geen er in de vorige vergadering over is ëeVoorze°' Het is een zaak, die volgens de verordening B. en W. aangaat en niet den Raad, en hiermede is het afgeloopen. De Voorz. sluit de openbare vergadering en wil in comité overgaan. De heer Stammes maakt Voorz. er op attent, dat hij hem bij de rondvraag heeft overgeslagen. Spr. wenscht even de aandacht te vestigen op hetgeen Voorz. zooeven heeft gezegd over het verschil der schooltijden. Spr vindt het vreemd, dat aan de Kleine Sluis en te Breezand de schooltijden ver schillen dat moet niet. Voorz.; dat is opgenomen in het leerplan. De vacanties zijn ook niet hetzelfde. Voorz. belooft, het leerplan te zullen herzien. De Raad gaat nu in comité. Vergadering van den Raad der gemeente CALLANTSOOG, Dinsdag jL, des n.m. 2 ure. Aanwezig alle leden. 1 Vacature. Afwezig de heer G. C. Hulst, burgemees ter wegens ongesteldheid. Door deze om standigheid, en doordat de heer Kruijsveld (oudste wethouder) heden nog beeedlgd moet worden, vervult de heer W. Govers de func tie van Voorzitter. Na opening wordt overgegaan tot installatie van de opnieuw gekozen raadsleden, de heeren Kruijsveld en Jb. den Das. De heeren leggen in handen van den Voorz. de voor geschreven eeden af en nemen na felicitatie Hot wethouder wordt vervolgens herkozen met B stemmen en 1 blanco de heer J. Kruijsveld. De heer Govers draagt nu het voorzitter schap over aan den heor Kruijsveld, waarna de notulen worden gelezen en goedgekeurd. Vervolgens wordt de begrooting voor 199* aangeboden, in ontvang en uitgaaf sluitende op f 4937.B6. Elk der heeren krijgt een al- schrift, om de begrooting thuis te kunnen nagaan. Verder is opnieuw ingekomen een adres van Jb. Vos, waarin hij te kennen geeft, dat hij voornemens is een boet te plaatsen op eigen grond, en daar zijn financiëele toestand hem niet toelaat van steen te bouwen, ver zoekt hij een boet van hout te mogen optrek ken. Hij had voor eenige jaren hout gekocht met genoemde bestemming en was onwetend, dat er eene verordening bestond, die bouwen met hout verbood, te meer daar de laatste jaren houten boeten zoo in aantal toenamen. De Voorz. vraagt: We hebben dit in de vorige vergadering afgehandeld; wat moe ten we hier nu mee? Den heer Govers begroot het wel voor Vos, maar we kunnen toch niet van de ver- Illlll— IWIIIIiHHI vrouw daar, maar ik kan toch nog wat voor hem doen. Onze prins Bolko wil naar Florence en het kan best zijn, dat hij iemand noo dig heeft, die genegen is den prins voor drachten te houden over de kunst en de geschiedenis van Florence. Een lievelings leerling van u hoeft eenig wetenschappe lijk crediet." „Voortreffelijk" 1 riep de geheimraad. Carolyne bleef zwijgen. Haar gedachten hielden zich steeds bezig met die eene vraag: „Waarom moet ik weg?" Spoedig na het diner stapten de beide heeren op. De geheimraad sloeg zijn vriend Durban voor, hem Berlyn eens te laten zien. „Wel, wel," zeide Durban, „bemoeit go u ook nog met het vroolijke Berlijn? Dat ge voor die pleziertjes van de wereldstad nog tyd en lust hebt, verwondert mij wel wat van onzen beroemden Wallraven." Beste Durban," antwoordde de geheim raad, „zjjt gij jong geweest Ben ik jong geweest? Men heeft gewerkt, gewerkt en nog ééns gewerkt, om daar te komen waar men nu is. ,Zoo ongeveer voor twee of driejaar over kwam het mij. Ik had influenza. Een kleine storing, die iedereen heeft. Maar toen ik daar zoo lag'ik die nog nooit ziek was geweest, twee dagen zoo echt ziek en dan nog acht da gen niets doen, toen dacht ik aan velerlei dingen.Onder anderen ook daaraan,dat ik nog nooit van die gouden lichtzinnigheid der jeugd genoten had. Voor den duivel, wat men jong vergeet, kan men oud nog doen. Het voorbeeld van professor Keiler begon bekoring voor mij te krijgen. Want ge weet immers, dat men van hem vertelt, dat hy zyn dag heeft ingedeeld: achturen ordening afwijken. Spr. meent voorts, dat het gemeentegrond is, waarop Vos bouwt. De heer Kruijsveld is van oordeel, dat, nu in de vorige vergadering besloten is om het j bouwen met hout te keer te gaan, we moeten volhouden. Als we verbetering willen hebben, dan moeten we nu niet toegeven. Maar ook hem spijt 't voor den man. De Secretaris bevestigt, dat het in strijd zou zijn met de verordening, als het adres werd toegestaan. De heer Den Das wonschte het kwaad niet te verergeren, 't Is ai erg genoeg hier. De Voorz. wil stemming over het adres, waar de heer Den Das zich tegen verzet. De verordening luidt zóó, dus tot stemming mag 't niet komen. Den heer Boontjes doet 't eveneens leed, dat hier voor Callantsoog de verordening zoo streng toegepast moet worden. Do heer Govers meent, dat de verordening niet moest bestaan. De heer Buik heeft daar niets op tegen. Brandgevaar ziet hij er niet in. Dat Vos op gemeentegrond bouwt, wat spr. wel gelooft, staat hem slecht aan. Nadat besloten is, dat dit laatste onderzocht zal worden, is het slot van de discussie, dat Vos bericht zal worden, dat het verzoek in strijd is met de verordening en er daarom niet gunstig op beschikt kan worden. De heer Boontjes wenschthadden we maar een goede spuit, of nog lieverwater. Rondvraag. l)e heer Govers vestigt er de aandacht op, dat het torenuurwerk per etmaal wel 10 minuten afwijkt. Dat moet nu eens in orde komen. Maar de klokkenist doet er niets aanhij moest het geld maar niet meer verdienen. Besloten wordt, den heer Van Gastel aan te schrijven. De heer Den Das vraagt, of het verven van de gemeenteborden aanbesteed wordt of niet. Ze zijn heel slecht geverfd. Dat is geld verkladden. Bi) ons, zegt spr., is er trouwens nog niets aangedaan, niet geverfd en niet getralied. Dit laatste blijkt de schuld te zijn van den timmerman, op wien de schilder wachten moest. De Voorz. zal nu dit zaakje mondeling af doen. De borden zullen overgeverfd worden. Daar geen der heeren verder iets heeft, volgt sluiting der vergadering. Raadsvergadering te BAR- SINGERHORN, Dinsdag j.1., nm. 2 ure. Aanwezig alle leden. De Voorz., de heor J. Spaans Dz., opent de vergadering. De hoeren G. Smit,K. JonkerenC.SpaansHz,, nieuwbenoemde raadsleden, leggen vervolgens in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. Voorz. wenscht de heeren van harte geluk en hoopt, dat zij hun mandaat naar behooren zullen vervullen en steeds lust en kracht mogen hebben, de belangen vSn de gemeente te behartigen. De notulen worden nu gelezen door den Secretaris, den heer P. Bronder, en onder j dank zonder aanmerkingen goedgekeurd. Ingekomen is van Ged. St. goedkeuring kwijting post onvoorziene uitgaven. Herbenoemd tot ambtenaar van den Bur gerlijken Stand, de heer Smit. De gemeentebegrooting wordt aangeboden en eveneens die van het Burgerlijk Armbe stuur en de Weezenadministratie. Tot commis sie voor de gemeenterekening worden benoemd de heerenC. Spaans, K. Breebaart en K. Jonker. Voor de beide andere rekeningen de heerenDe Zeeuw en Smit. Voorz. geeft nu het woord aan den heer Breebaart'over het puntstembureau Kolhorn. De heer Breebaart zegt Mijnheer do Voorzitter Zooals ik reeds in een vorige vergadering heb medegedeeld, zou ik, zoodra de raad vol tallig was, het stembureau te Kolhorn ter sprake brengen. Thans is de Raad voltallig. Mijn voornemen is, een voorstel in te dienen tot verdeeling der gemeente Barsingerhorn in twee stemdistricten. Hoewel een Indertijd door ongeveer 140 kiezers van Kolhorn Ingediend adres bij de toen in functie zijnde raadsleden geen gunstig onthaal mocht ontvangen, meen ik thans, nu van de 7 raadsleden 3 leden zijn vervangen en verwisseling van Burgemeester heeft plaats gehad, nogmaals, thans niet met een adres, maar persoonlijk, eene poging te mogen wagen om de verdeeling van het kiesdistrict in stemdistricten met uwe hulp tot stand te brengen. Ik reken daarbij vooral op den steun van u, mijnheer de Voorz. U toch zal als eerste burger der gemeente, het belang van vele Gemeentenaren wel mede willen helpen be vorderen. Ik wensch voorop te stellen, dat alleen uit een billijkheidsoogpunt dit punt door mij aan de orde wordt gesteld. "Wat toch is het geval? Onze gemeente telt 389 kiezers, waarvan een 140 te Kolhorn en in den Waardpolder woonachtig zijn. Nu is het, dunkt mij, en ik hoop dat deze meening door u allen wordt gedeeld, hoogst billijk, dat, waar J/5 der kiezers in eene gemeente, in een buurtschap, wonen en aldaar een gunstige gelegenheid bestaat een stembureau te stich ten, daartoe over te gaan. Het is toch voor de kiezers van groot be lang, rekening te houden met uitsparing van tijdverlies en kosten, en waartoe dient anders die aan ons college in art. 6 der Gemeente wet toegekende bevoegdheid Die bepaling toch is gemaakt om gemeen ten, die daarvoor geschikt zijn en er behoefte aan hebben, te verdeelen in stemdistricten. Dit is terecht begrepen door verschillende naburige gemeenten, als te Heer Hugowaard, Haringcarspel, Zijpe en Midwoud, waar respec tievelijk 4 en 2 stemdistricten gevestigd zijn. De laatste gemeente kunnen wij als voor beeld nemen de gemeente Midwoud toch, bestaande uit Midwoud en Oostwoud, telt 1016 inwoners, terwijl het zielental van onze gemeente 1987 bedraagt, dus hijna tweemaal zooveel. Bij de afwijzing van het indertijd inge diende adres werden bij de behandeling in den raad de volgende motieven opgegeven te hooge kosten, geen lokaal, en verdeeldheid en verwijdering tusschen de gemeentenaren. Wat de kosten betreft, hieromtrent heb ik inlichtingen ingewonnen te Haringcarspel deze zullen niet hooger stijgen dan tot f 10. Maar is dit bodrag te vergelijken met het groote voordeel, dat uitgewonnen wordt door uitsparing van tijdverlies voor 2/s van de kiezers in de gemeente en tevens, wat levert het niet een groot gemak op voor hen, een scembureau in hun midden te hebben. Het lokaal behoeft eveneens geen be zwaar te zijn. De consistoriekamer der Neder- duitseh Hervormde Gemeente werd inder tijd welwillend ter beschikking gesteld, terwijl in de straks door mij genoemde ge meenten, de schoollokalen daarvoor worden gebruikt. Dat hiertegen van regeeringswege geen bezwaar kan bestaan, blijkt uit een door de regeering gegeven modelverorde ning, waar schoollokalen als plaatsen voor het zitting nemen van stembureau* worden aan gegeven, wat hier niet noodig is. En wat de verdeeldheid en verwijdering betreftmaar, werken, 8cht uren plezier, acht uren slaap." „Eu dat hebt ge nu ook voor uzelt in toepassing gebracht vroeg Durban. „Wat zegt uw vrouw daarvan „Niet zoo geheel en al," lachte Wall raven, „ik sta nog aan het begin van die nieuwe loopbaan. En het zou voor myn vrouw niet goed zij'n, als men iny in dans huizen en caté-chantants zag. En juist met het oog op mijn vrouw gaat dat ook niet. Maar zulk een klein avontuurtje, dat kan men zich wel permitteeren." Zy waren de Diergaardestraat langs ge gaan en Wallraven riep nu een rytuig aan. „Wit ge?" vroeg hy aan Durban. „Waarheen dan „Naar het Noordertheater. Ik ken daar een kleine blondine Durban maakte een verschrikte beweging. „Maar lieve vriend," lachte Wa'lraven. „uw fantasie voert u te ver. Het kleine ding gaat nooit anders dan in gezelschap van mama uit. Wy zullen dus kalmpjes een souper gebruikon, hoogst netjes. Waarom zal ik mijn dor hoofd niet een weinig op- irisschen bij het gezellig gebabbel van dat lieve blondje?" Durban weifelde nog Bij hem ia de stad was het geen gewoonte, dat overwerkte geleerden zich in gesprekken met blonde dametjes en tooneelspeelsters weer wat optrischten. „Ik zal u er onderweg wel meer van zeggen," overreedde Wallraven. Hy wilde Durban gaarne mede hebben. Dan was mevrouw Linstadt bezorgd. Dezo Durban praatte onophoudelijk. Zoodoende zou hy niet merken, hoe slecht ontwikkeld die vrouw was. „De kleine blondine wordt door haar moeder steeds er op gewezen, j met haar deugd te speculeeren Ik doorzie die oude damezy wil een goede party voor haar mooi dochtertje het is wel eens gezellig, het gedoe dier oude dame gade te slaan. Slechts by den burgemeester wordt mijn dochter de uwe, redeneert do oude dame. En ik ben gehuwd. Dus wat wilt ge meer? De zedelijkheid is gegaran deerd. Je kunt dus kalmpjes met ons sou- peeren, zonder schade voor je ziel." Na deze toelichting meende Durban niet langer te behoeven te weigeren. De heeren stapten in het rytuig en reden weg. HOOFDSTUK IV. Wigus had de reis naar huis aanvaard. De avonduren met Siddy waren nog zeer bewogen geweest. Om de eene of andere reden, die hij zelf niet heel goed begreep, had hij Sidcly verzwegen, dat hy mededeeling van hunne verloving had gedaan. De mededeeling was ook eigenlijk maar half gewoest. Hij had noch den naam, noch den stand van zyn verloofde genoemd. Misschien zou Siddy dat wel kwalijk hebben go- nomen. Enfin, hy had gezwegen. Zy echter toonde een vertrouwelijkheid en teederheid, zooels zij dat nog nooit hr.d gedaan. Hy moest nog met haar mede gaan naar haar moeder. En de vrouwen putten zich uit in bewijzen van deelneming en medelijden met wat hem aanstonds thuis stond te wachten. En hij, geheel buiten zijn gewone doen door alles, wat er dien dag gepasseerd was, genoot van haar teederheid, als eon verkleumde van de warmte, WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1