31 Briera uil do Maasstad. Zondag 20 September 1903. 47ste Jaargang No. 3872. Bureau liaan. 12 4. EERSTE BLAD. Buitenlaiidsch Nieuws. Politiek overzicht der week. Plaatselijk Nieuws. Weerstandskas. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever P. TRAPMAN. MedewerkerJ. YV 1N K fi L Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5c Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit drie bladen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een gevonden dame s-p arapluie. Rotterdam, 16 September 1903. Met warme belangstelling en met harte lijke ingenomenheid om te spreken in termen van een politicus, naar aanleiding van één of andere quaestie, die hij positiet blauw-blauw denkt te laten heb ik ge lezen, dat het bestuur van de vereeniging ter verbetering van dan maatschappelijken en den rechtstoestand der vrouw in Neder land, aan de Tweede Kamer weder eens een adres heelt gestuurd. Natuurlijk geldt mijn belangstelling en mijn ingenomenheid niet zoozeer het adres, als deszells inhoud, die waarlijk de attentie des volks ten zeerste verdient. „In het bij Koninklijk Besluit van 8 October 1902 bij U ingediend ontwerp van wet tot wijziging van de Gemeentewet" aldus leest men in het adres „wordt de vrouw uitdrukkelijk onbenoembaar ver klaard èn als Burgemeester, Secretaris of Ontvanger, èn als Ambtenaar van den Bur gerlijken Stand. Is deze uitsluiting ten eenenmale overbodig, wat het Burgemees tersambt betreft, als een onnoodige en niet wenschelijke beperking der Kroon in haar keuze ten aanzien van het secretariaat, het ontvangerschap en het ambtenaarschap van den Burgerlijken Stand zal de Gemeenteraad zich daardoor vaak zeer in het [nadeel van het gemeentebelang, in de onmogelijkheid gesteld zien, de meest ge schikte personen te benoemen. Het gemeente belang kan niet eischen, dat, terwijl een geschikte vrouw zich aanbeveelt, een min der geschikte man wordt benoemd. Vaak zal het gebeuren in gemeenten met zeer verspreide bevolking, dat eene zeer ge schikte vrouw in de onmiddellijke nabij heid van het gemeentehuis te vinden is, terwijl de even geschikte man ver van het gemeentehuis verwijderd woontvaak ook zal het gebeuren, dat de overigens zeer geschikte man te zeer bezet is met weik voor ambt, bedrijf of nering, terwijl menige even geschikte vrouw als 't ware hunkert naar eervolle werkzaamheid." De verbeteringsvereeniging wil dus de mogelijkheid gesteld zien, dat vrouwen bur gemeesters worden, secretarissen of ontvan gers en ambtenaren van den Burger lijken Stand. Dit plan heeft mijn volkomen sympathie. Ik zie evenmin ais de vereeniging in, waarom een geschikte vrouw zou moeten wijken voor een ongesehikten man, en waarom men b. v. niet liever in de toe komst een zeer geschikte vrouw in de Stadhuissteeg tot burgemeester zou be noemen, dan een even geschikte man in het Park Honingen. Dat kan zeer zeker het gemeentebelang niet eischen. In de eerste plaats, het burgemeestersambt ïijkt me uitermate voor een vrouw geschikt. We hebben een eeuw of tien lang een burgervader gehad, we mogen nu wel eens een burgermoeder krijgen. De lieve klank in het woord moeder zal zijn verteederen- den invloed doen gevoelen op de appre ciatie van het ambt. In kleine gemeenten is er nog al eens herrie tusschen den raad en den burgemeester, 't Gebeurt, dat de Commissaris der Koningin er aan te pas komt, zooals nu dezer dagen weer te Weesp. Als er een burgemeesteres is, zal er niet zoo makkelijk ruzie ontstaan, een vrouw wordt allicht meer gerespecteerd. Eu als ze ontstaat, zal geen mannelijk bart steen blijven voor de tranen van de voorzitteres. Vrouwentranen zj'n in elk goed huishouden een argument, zij zullen 't in de toekomst kunnen wezen in 't gemeentehuishouden. Een voorstel als motie van orde bedoeld „om 't dan maar af te zoenen", zou, als de vrouw burgemeester was, ongetwijfeld steun vinden en soms zelfs een meerder heid. In grootere steden, zélfs in Rotterdam en Amsterdam, zou ik me „Mevrouw de Bur gemeester" kunnen voorstellen, hoofd der politie en hoofd van de schutterij. Wel zeker, waarom nietIn deze tijden is voor de vrouw alles mogelijk. Als onze kemp haan, mr. Muller, een even vechtlustige kemphen in de raadszaal tegenover zich vond, zou 't stellig meermalen een vriende lijk debat kunnen worden, waarbij natuur lijk mr. Muller 't zou afleggen. „Mevrouw de Burgemeester, ik vraag het woord", „juffrouw de Voorzitteres, mag ik even opmerken Dat klinkt wat vreemd, maar men zou er al heel spoedig aan gewoon wezen. Een beetje pienter vrouwke zou zich in de quaesties ook wel kunnen inwerken en, aangezien er voor- loopig door de vereeniging ter verbete ring enz. geen vrouwelijke wethouders worden gevraagd, had zij toch altijd man- Den als de heeren Van Citters c.s. naast zich, om voor haar, galant, de verdediging te voeren. Evenzeer lacht mij het verleenen van het secretariaat aan vrouwen toe. Ik zie op den stoel van onzen mr. Heyosius al een eerzame matrone zetelen, de notulen lezend en daarbij in een jegens dames gepaste stilte aangehoord. Het ambt lykt me voor een vrouw wel wat te bescheiden, een vrouw, vooral een van de vereeniging ter ver betering van enz., zou zich misschien eeni- germate moeilijk in een zoo weinig uiter lijk gezag-gevend ambt weten te schikken, maar met wat goeden wil zou ook dat wel gaan. Bijzonder geschikt is de vrouw als ont vanger. Belasting is een bar ding, maar als een vrouw er om vraagt, zou niet één aangeslagene zich zoo zeer door den aan slag gekrenkt voelen. Hij zou zijn pennin gen met liefde aan mevrouw de ontvan- geres gaan offeren. Nfi klinkt zoo hard de terminologie van een aanmaningin vrou wenmond zou zij een goedigen glimlach wekken. „Bij verdere nalatigheid zou ik verplicht zijn, u door middelen bij de wet bepaald, tot betaling te dwingen „Wel, zoo'n brutaal nest!" zou ik mees muilen, wanneer ik mijn ontvangeres een aardig jong meiske wist. Nu toorn ik tegen den onhebbelijken ontvanger, dien ik ken een oude stugge strenge man. Een vrouw als ontvanger zou ook niet zooveel haast maken met waarschuwingen en aanmaningen. Een vrouw is geduldig. Een vrouw als ontvanger zou niet altijd veronderstellen dat ge te lage aangifte doet. Een vrouw is argeloozer dan een man-ontvanger. Een vrouw als ontvanger zou vrouwelijke klerken aanstellen, die de klanten vlug helpen zouden en ze niet laten blauwbek ken voor gesloten raampjes, alsof ze een of andere gunst kwamen afsmeeken. Ik gevoel er heel veel voor, de vrouw als ontvanger toegang te geven in ons staatsleven. Maar 't allermeest gezind ben ik tot benoeming van vrouwen in het ambtenaarschap van den Burgerlijken Stand. Toen ik door een mannelijk ambtenaar ganschelijk onbewogen met een paar koude wetsfrazes getrouwd werd verklaard, be dacht ik op hetzelfde oogenblik, dat een vrouw dit beter doen zou. Ik ben al vele jaren getrouwd en nu komt het adres van de „vereeniging ter verbetering van" mij bewijzen, dat ik toen goed dacht. Een man voelt niets voor een bruigom, een vrouw voelt alles voor een bruid. Mannen zijn in hun sekse niet solidair, vrouwen zijn 't wel. Een man denkt bj een huwelijk alweer zoo'n stommelingeen vrouw denkt wederom een gelukkige. Een man kijkt grimmig bij een bruiloft, een vrouw smelt in tranen. Uit vrouwenmond zouden de wetsbepa lingen zacht en vergoelijkend klinken. De ambtelijke wensch, door haar gezegd, zou warmte verkrijgen, doorweven wellicht zijn met woordjes uit een moederhart en gezegd met een stem op tranen in een diepe koel gebroken. Men zou een Ambtenares van den Burgerlijken Stand in het wit kunnen kleeden, dat zij daar stond als een engel die zegenend de armen hief wen zij sprak „Verklaar ik u in naam der wet getrouwd." Waarlijk, de „vereeniging ter verbetering van" heeft geljjk. En als de troonredeniet zoo vol was als een harington in zee, als een student op den inauguratie-avond als de troonrede niet alle legislatieve moge lijkheden buiten het gegeven lijstje uitsloot met de krasse uitspraak„onmogelijk" als er bovendien in plaats van een chris telijk, een radicaal ministerie aan het roer van 't schip van Staat «tond, had zij kans op toewijzing van haar bod. De natie zou 't eerst wel een beetje raar vinden, maar de natie zou in korten tijd de toewijzing waardeeren als een daad van degelijk politiek beleid. En voortgaande op den goeden weg, kregen we vrouwelijke Commissarissen der Koningin, vrouwelijke ministers, vrouwelijke militaire chefs, vrouwelijke politic-agenten enz. enz. De vereeniging die verbetering van den maatschappelijken en den rechts toestand der vrouw wil, en die hier een zoo forschen aanval doet op het burgemeester-, secretaris- on ontvangerschap, staat voor niets, als het de glorificatie van vrouwelijke macht betreft. Toen ik haar adres las, had ik, naast de boven geëxpliceerde overwegingen,nog deze de vereeniging is te bescheiden geweest. Zij wè,s eenmaal aan het vragen, zij had zeer wel Dog wat verder kunnen gaan. D. In tegenstelling met het bekende „Het daghet in het Oosten", wordt de politieke lucht daar thans al donkerder. Oogenschjjn- lijk werken Oostenrijk en Rusland wel samen, om den vrede op het Balkanschier eiland te bewaren, doch er zijn velen, ook in Oostenrijk, die Rusland volstrekt niet vertrouwen. Rusland trekt eene geduchte macht in het Zuiden des lands samen, ter wijl in de havenplaatsen aldaar onverpoosd aan de uitrusting van transportvaartuigen wordt gewerkt. Nog bedenkelijker is het evenwel, dat de leider van Rusland's bui- tenlandsche politiek, graaf Lamsdorff, in ongenade is gevallen. Het was juist deze minister, die met Oostenrijk op het be houd van den tegenwoordigen toestand aandrong, en nu vreest men, dat met de verandering van den leider, ook in het stelsel wijziging zal worden gebracht. Even gevaarlijk als de verdachte houding van Rusland, is de Engelsch-Fransche politiek. Deze beide landen schijnen het er op toe te leggen, om den toestand zoo ver ward mogelijk te maken. Beiden hebben daarmeê hunne eigenaardige bedoelingen. Engeland zou wel graag een oorlog tus schen Turkije en Bulgarije zien uitbreken, waarin dan tevens Busland zou gewikkeld worden. Daardoor zou Rusland zijne actieve politiek in China prijs moeten geven, waar door Engeland voor jaren van deze nacht- merrie verlost zou zijn. Wanneer de gevreesde Rus in Europa j aan handen en voeten gebonden werd, zou er zelfs voor Engeland in China wel een extra voordeeltje te behalen zijn. Zoo zijn nu eenmaal de Engelsche manieren Een en ander geeft aanleiding, dat de Engel sche pers Bulgarije voortdurend tot oorlog prikkelt. De Fransche bladen helpen duch tig een handje meê. Het is echter niet alleen de Fransche pers, die hare verbol genheid toont, ook de regeering tracht Turkije's moeilijkheden te vermeerderen. Uit vele handelingen is dit merkbaar. Zoo heeft de Republiek aan een eskader bevel gegeven om in de Turksche wate ren te kruisen, teneinde bij de eerste uit barsting tegen de christenen present to zijn. Zoo iets moet den trots der Turken prik kelen en kan gemakkelijk aanleiding tot oproerige bewegingen geveD. Dat de Fransche regeering thans juist op de kadenkwestie met Turkije terug komt, getuigt ook al van weinig welwil lendheid. Ook Frankrjjk acht een conflict tusschen Turkj'e en Rusland wenschelijk. Sedert jaren schenkt Rusland zijne alge- heele aandacht aan China en bemoeit zich met de Euiopeesche zaken niet meer dan strikt noodzakelijk ia. Frankrijk zou het omgekeerde liever zien. Het heeft voor zijne bijzondere plannen niet veel aan een bondgenoot, wiens kracht slechts eene neutrale waarde heeft. Daarcm moet Rus land tot eene krachtige inwerking in de Balkan-aangelegenheden gedrongen worden. Dit kan allicht verwikkelingen met Oos tenrijk tengevolge hebben, die zich tot Duitschland kunnen uitstrekken. Zoo zou Frankrijk met een omweg over Turkije zijn doel kunnen naderen, En dat doel is de herovering van Elzaa Lotharingen. Men denkt zeker te Parijsals het dubbeltje maar eenmaal aan het rollen is, dan weet man nog niet, waar het belanden zal. In dit opzicht is de Fransche natie één van hoofd en één van zin. Bij al hare wuft heid en wispelturigheid, blijft zij zeer trouw aan het revanchei-dée. Naties en personen uit één stuk maken steeds een blj'venden indruk,ook bjj degenen, die eene andere meening zijn toegedaan. Zoo zal keizer Frans Jozef wegens zijn krach tig verzet tegen de eischen van Czechen Magyaren, bij velen, een sympathieken indruk makeD. Aan de Magyaren heeft de vorst op een zeer eigenaardige manier laten weten, hoe kg over hunnen eisch om het Magyaarsch als legertaal in te voe ren, denkt. De Keizer-Kocing heeft in een manifest aan het leger, naar aanleiding der jongste manoeuvres, het volgende gezegd „Van zekere zijde, welke niet de hooge taak kent, die het leger te vervullen heeft, tot heil van de beide deelen der monarchie, zijn wonschen kenbaar gemaakt, welker vervulling de kracht en de eenheid der monarchie in gevaar zouden kunnen bren gen. Het leger moet weten, dat ik nooit afstand zal doen van de rechten, die mij als opperbevelhebber gewaarborgd zijn. Eén en vereenigd, zooals het leger thans is, moet liet blijven," Nu weet de nationale partij zeer beslist, waaraan zij zich in de toekomst te houden heeft. Dit manifest heeft in de gelederen der oppositie een groote ontroering ver oorzaakt. Algemeen vreest men, dat er voor Hongarjje moeilijke dagen zullen aanbreken. Het land, dat mede dagen van politieke spanning te wachten heeft, is Engeland. Chamberlain en zijDe politieke tegenstanders, in het ministerie, de heeren Ritchie en Hamilton, hebben hunne portefeuilles ter beschikking van den Koning gesteld. Reeds sedert eenige dagen wist mon, dat er in het ministerie iets broeide, doch daar de Koning in Schotland vertoeft, werd aan de ministeriëele bijeenkomsten geen otficiëele ruchtbaarheid gegeven. Onverwacht is er evenwel een brochure van den minister-president verschenen, die daarin zijne meening over protectie en vrijhandel uiteen heeft gezet. De heer Balfour toont zich in dit vlugschrift een politiek middelman, een van dat soort, waarvan De Genestet heelt gezegdKen uzelf, zei ik tot iemand. Maar hij kon niet, want hjj was niemand. Het is niet te verwonderen, dat mannen met een besliste mecning, waartoe wij de heeren Chamberlain en Ritchie mogen reke nen, met zulk een „niemand" niet meer overweg konden. Een minister, die aan zichzelven twjjlelt, is zijn hooge betrekking beslist onwaardig. Nu de heer Chamberlain zich geheel los van het Kabinet heeft gemaakt, kunnen wij een tijdperk van heftige agitatie ver wachten. Mot al de demonische kracht, waarover de gewezen minister van koloniën kan beschikken, zal hj' thans propaganda voor zijne protectie-plannen, die tot vorming van een onverdeeld groot Engeland moet voeren, maken. Heftig zal de strijd zijn tusschen de vrijhandelaars en de imperialistische protec- tionisten. Het is volstrekt niet uitgesloten, dat het volk onder don invloed van den groot- heidsroes, evenals in den Boerenoorlog, aan Chamberlain eene meerderheid beschikt, die met hem door dik en dun zal gaan. In dat geval zal de leider met de vor ming van eon nieuw kabinet belast moeten worden, waardoor Chamberlain het top punt zyner eersuchtdroomen zal hebben bereikt. Staalfabrikant, kamerlid, minister van koloniën, president minister van een rijk, binnen welks grenzen de zon niet ondergaat, 't heeft iets van de vertelling van den Japanschen steenhouwer. Enkele organen van de tegenpartij mee net), dat de politieke loopbaan van Cham berlain ten einde is. Wij voor ons vreezen, dat ze eerst begint 1 INGEZONDEN. Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven.) Den Weled. Heer C. Nobel Schagen. Weled. Heer. Ofschoon ik niet tegen uwe eigenaardige insinuatiën, voorkomende in uwe bestrijding van kalkgebruik, dacht op te komen, meen ik toch goed te doen, nu dit bij herhaling plaats heeft, eene kleine opmerking daarover weer te geven. Het begrip „handel" schijnt bij n te wettigen eiken verkoop, als er maar voor den handelaar voordeel aan verbonden is. Dat er zulke zijn, geef ik toe, doch zij karakteriseeren zich dan ook zeiven en toonen in vele ge vallen dan ook handelaars te zijn voor „eenigen tijd." Voor hem, die zoo denkt over den handel en bezield is met zulke gedachten, is m. i. de handel niet aanbevelenswaardig voor een blijvend bestaan. Een handelaar moet zich door solide han delingen het vertrouwen waardig maken, „waardoor hij op zijn woord ge loofd wordt", wat hij alleen door jaren lange onpartijdige raadgevingen enz. verwerven kan. Hij heeft geen vast salaris, doch kan juist door die gegevens na te komen, zich eene gevestigde zaak scheppen, en is verplicht voor zichzelven en voor zijne zaak dit steeds voor oogen te honden en als grondslag aan te nemen, omdat hjj altijd weeraan omgang heeft met dezelfde personen uit eenzelfde streek. IJ w begrip handel verschilt dus nog al met het m ij n e en ik maak mij sterk, dat de handel in het algemeen meer duurzaam voor deel heeft, indien het karakterlooze egoïsme in uw handelsbegrip geheel op den achtergrond geschoven wordt, waardoor men jnist kan vorkrijgen het vertrouwen en men op zijn woord geloofd wordt. Die zichzelven tracht te bevoordeelen, vertrouwen zoekt te verwerven door anderen verdacht te maken of te benadeelen, bedriegt en verlangt zichzelven, dit is ook in den han del eene groote waarheid. Het begrip over al of niet toepassing van kalk laat ik daar en zie dit liever opgelost door hen, die, theoretisch in eene goede school onderlegd, het aan de praetijk In den rnimsten zin getoetst hebben. Alleen voor den handel in 't algemeen meende ik een lans te moeten breken. Hoogachtend, TJwdw. dr. JOH. F. MORRA. Alkmaar, Sept. 1903. Schagen, 19 September 1903. Vergadering van den Raad der gemeente SCHAGEN, gehouden op Don derdag 17 September 1903, des avonds ten 6'/j nnr. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer P. Buis Jz., Wethouder. Na opening der vergadering, lezing en goed keuring der notulen. Worden gelezen eenige ingekomen stukken van Ged. Statengoedkeuring intrekking raadsbesluit, benoeming onderwijzer op een salaris van f600.eervol ontslag van den buitengewonen gemeente-veldwachter J. Post humus. Was eveneens ingekomen een schrijven van J. Posthumus om ontheffing van 4 maanden Hoofdelijken Omslag. Toegestaan. Dan nog verschillende aanvragen om de gewone jaarljjksche subsidiesLandbonw- sociëtoit f 100.Huisvlijtscbool f 60. Bewaarschool f750.Teekenschool f 100. Harddraverij f 50. Voorz. stelt voor, deze aanvragen bij de gemeentebegrooting te behandelen, wat al gemeen wordt goedgevonden. Van de Haiddraverijvereeniging was inge komen een uitnoodiging voor de raadsleden met hunne dames; met harddraverij en vuur werk zonden op de tribune plaatsen beschik baar zijn. Tot onderwijzer wordt benoemd de heer J. J. Baale te Haarlem, met 7 stemmenno. 2 van de voordracht, de heer 8. Stolp, kreeg 1 stem. Zoo mogelijk zal de heer Baale reeds a. s. Maandag in dienst treden. Voorz. doet nu eenige mededeelingen aan gaande de proeven met de straatverlichting door B. on W. genomen. Er is over geklaagd, dat het op verschillende avonden in de gemeente zoo donker is, en die klachten zjjn waar. Nu hebben B. en W., bij wijze van proef, de lantaarns [52] die anders om 12 uur werden gebluscht, om li uur laten blusschen. 12 Lan taarns heeft men evenwel laten branden tot 's morgens en die 12 liet men tevens branden op zoogenaamde lichtemaan-avonden. Een dergelijke manier van verlichten zon een ver meerdering van kosten met zich brengen van f 425.over een geheel jaar. In de 4 maan den: Januari, Februari, Maart en April, kostte bet reeds f 173. De tweede manier is: 40 lantaarns blusschen I om 11 uur en 12 laten doorbranden tot 2 uur 's nachts, die 12 lantaarns ook op lichte-maan- avonden. Dat bracht f 150.aan onkosten met zich. De derde manier is40 lantaarns blusschen om 11 uur en 12 laten doorbranden tot 1 uur 's nachts, die 12 lantaarns ook op lichte-maan- avondon. Dat kostte f 50.meer. De heeren Hoogschagen en Asjes meenen, dat die 12 lantaarns op 2 avonden voor, 2 avonden n a en op den avond van volle maan, ook wel gebluscht kunnen worden dan is het licht genoeg, ook al is de lucht wat donker. Voorz. en de heer Vader meenen, dat de practjjk heeft geleerd, dat men de maan bij het opsteken der lantaarns maar buiten reke ning moet laten. Degeen, die met het opsteken is belast, weet nooit of het gebeuren moet of niet, want om 8 nnr is het licht, om 9 uur weer donker, en bovendien voor die enkele avonden brengt dat voor 12 lantaarns niet zooveel onkosten. Na nog eenige discussie, waarbij de heer Roggeveen de voorwaarde stelt, dat de lan taarns niet mogen worden gebluscht vóór de laatste trein aan iét, als deze eens laat is, wordt de derde manier van verlichten aan genomen. Voorz. deelt mede, dat B. en W. in de volgende vergadering zullen komen met een wijziging der politieverordening, betrekking hebbende op het verlichten van rij- en voer tuigen na zonsonder- en vóór zonsopgang. Bij de rondvraag vestigt de heer Roggeveen er de aandacht op, dat op de kaasmarkt de handel in commissio- en middelbare kaas be gint vóór het vastgestelde nnr, 1 uur. Spr. noemt dat lastig voor kooper en verkooper en zon gaarne zien, dat daarin verandering werd gebracht. Voorz. doet toezegging. Hierna sluiting. Over den aanvoer viel Don derdag niet te klagen. Met de prijzen kon het, in doorsnedo genomen, iets beter geweest zijn. Zoo waren gelde koeien en kalfkoeien traag met lager prijzen. De toestand van vele weiden is ook zóó, dat zij eerder ontlast, dan bezwaard moeten worden. Dat vele weiders reods aan opruimen beginnen te denken, go- tuigde de groote aanvoer van vette koeien. Trots dien aanvoer, was de handel goed; voor goede waar werd nog 37 cent bedongen. Ons fonds boekte 83 stuks. Vette schapen waren iets minder. De hoogste markt kregen de heeren C. S. van Barsingerhorn en H. K. van Dirkshorn, zijnde f 29. In de prijzen van vette varkens kwam wel geen verandering, maar toch was de handel trekkend. Kippen en konijnen worden in al grooter getale aan gevoerd. Wij zijn vrij wel midden in de groote opruiming. Natuurlijk gaat de groote hoop voor een prijsje weg. Wij hebben opgemerkt, dat jonge rashoonders hier gaarne koopers vinden. Verscheidene korven uit Assen de! ft zijn zoo voor en na reeds aan den man ge bracht. Dit wijst op eene belangstelling in de hoenderfokkerij, die wij van harte toe juichen. Do kaasfabrlek „De Hoop" te Oudesluis (Zijpe) teekendo voor deze instelling de som. van f 25.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 3