31
Briera uil do Maasstad.
Zondag 20 September 1903.
47ste Jaargang No. 3872.
Bureau liaan. 12 4.
EERSTE BLAD.
Buitenlaiidsch Nieuws.
Politiek overzicht der week.
Plaatselijk Nieuws.
Weerstandskas.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. YV 1N K fi L
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5c
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich
tingen te bekomen omtrent een gevonden
dame s-p arapluie.
Rotterdam, 16 September 1903.
Met warme belangstelling en met harte
lijke ingenomenheid om te spreken in
termen van een politicus, naar aanleiding
van één of andere quaestie, die hij positiet
blauw-blauw denkt te laten heb ik ge
lezen, dat het bestuur van de vereeniging
ter verbetering van dan maatschappelijken
en den rechtstoestand der vrouw in Neder
land, aan de Tweede Kamer weder eens
een adres heelt gestuurd.
Natuurlijk geldt mijn belangstelling en
mijn ingenomenheid niet zoozeer het adres,
als deszells inhoud, die waarlijk de attentie
des volks ten zeerste verdient.
„In het bij Koninklijk Besluit van 8
October 1902 bij U ingediend ontwerp van
wet tot wijziging van de Gemeentewet"
aldus leest men in het adres
„wordt
de vrouw uitdrukkelijk onbenoembaar ver
klaard èn als Burgemeester, Secretaris of
Ontvanger, èn als Ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand. Is deze uitsluiting ten
eenenmale overbodig, wat het Burgemees
tersambt betreft, als een onnoodige en niet
wenschelijke beperking der Kroon in haar
keuze ten aanzien van het secretariaat,
het ontvangerschap en het ambtenaarschap
van den Burgerlijken Stand zal de
Gemeenteraad zich daardoor vaak zeer in
het [nadeel van het gemeentebelang, in de
onmogelijkheid gesteld zien, de meest ge
schikte personen te benoemen. Het gemeente
belang kan niet eischen, dat, terwijl een
geschikte vrouw zich aanbeveelt, een min
der geschikte man wordt benoemd. Vaak
zal het gebeuren in gemeenten met zeer
verspreide bevolking, dat eene zeer ge
schikte vrouw in de onmiddellijke nabij
heid van het gemeentehuis te vinden is,
terwijl de even geschikte man ver van het
gemeentehuis verwijderd woontvaak ook
zal het gebeuren, dat de overigens zeer
geschikte man te zeer bezet is met weik
voor ambt, bedrijf of nering, terwijl menige
even geschikte vrouw als 't ware hunkert
naar eervolle werkzaamheid."
De verbeteringsvereeniging wil dus de
mogelijkheid gesteld zien, dat vrouwen bur
gemeesters worden, secretarissen of ontvan
gers en ambtenaren van den Burger
lijken Stand.
Dit plan heeft mijn volkomen sympathie.
Ik zie evenmin ais de vereeniging in,
waarom een geschikte vrouw zou moeten
wijken voor een ongesehikten man, en
waarom men b. v. niet liever in de toe
komst een zeer geschikte vrouw in de
Stadhuissteeg tot burgemeester zou be
noemen, dan een even geschikte man in
het Park Honingen. Dat kan zeer zeker het
gemeentebelang niet eischen.
In de eerste plaats, het burgemeestersambt
ïijkt me uitermate voor een vrouw geschikt.
We hebben een eeuw of tien lang een
burgervader gehad, we mogen nu wel eens
een burgermoeder krijgen. De lieve klank
in het woord moeder zal zijn verteederen-
den invloed doen gevoelen op de appre
ciatie van het ambt. In kleine gemeenten is
er nog al eens herrie tusschen den raad
en den burgemeester, 't Gebeurt, dat de
Commissaris der Koningin er aan te pas
komt, zooals nu dezer dagen weer te Weesp.
Als er een burgemeesteres is, zal er niet
zoo makkelijk ruzie ontstaan, een vrouw
wordt allicht meer gerespecteerd. Eu als
ze ontstaat, zal geen mannelijk bart steen
blijven voor de tranen van de voorzitteres.
Vrouwentranen zj'n in elk goed huishouden
een argument, zij zullen 't in de toekomst
kunnen wezen in 't gemeentehuishouden.
Een voorstel als motie van orde bedoeld
„om 't dan maar af te zoenen", zou, als
de vrouw burgemeester was, ongetwijfeld
steun vinden en soms zelfs een meerder
heid.
In grootere steden, zélfs in Rotterdam
en Amsterdam, zou ik me „Mevrouw de Bur
gemeester" kunnen voorstellen, hoofd der
politie en hoofd van de schutterij. Wel
zeker, waarom nietIn deze tijden is voor
de vrouw alles mogelijk. Als onze kemp
haan, mr. Muller, een even vechtlustige
kemphen in de raadszaal tegenover zich
vond, zou 't stellig meermalen een vriende
lijk debat kunnen worden, waarbij natuur
lijk mr. Muller 't zou afleggen.
„Mevrouw de Burgemeester, ik vraag
het woord", „juffrouw de Voorzitteres, mag
ik even opmerken Dat klinkt wat
vreemd, maar men zou er al heel spoedig
aan gewoon wezen. Een beetje pienter
vrouwke zou zich in de quaesties ook wel
kunnen inwerken en, aangezien er voor-
loopig door de vereeniging ter verbete
ring enz. geen vrouwelijke wethouders
worden gevraagd, had zij toch altijd man-
Den als de heeren Van Citters c.s. naast
zich, om voor haar, galant, de verdediging
te voeren.
Evenzeer lacht mij het verleenen van het
secretariaat aan vrouwen toe. Ik zie op
den stoel van onzen mr. Heyosius al een
eerzame matrone zetelen, de notulen lezend
en daarbij in een jegens dames gepaste
stilte aangehoord. Het ambt lykt me voor
een vrouw wel wat te bescheiden, een
vrouw, vooral een van de vereeniging ter ver
betering van enz., zou zich misschien eeni-
germate moeilijk in een zoo weinig uiter
lijk gezag-gevend ambt weten te schikken,
maar met wat goeden wil zou ook dat
wel gaan.
Bijzonder geschikt is de vrouw als ont
vanger. Belasting is een bar ding, maar
als een vrouw er om vraagt, zou niet één
aangeslagene zich zoo zeer door den aan
slag gekrenkt voelen. Hij zou zijn pennin
gen met liefde aan mevrouw de ontvan-
geres gaan offeren. Nfi klinkt zoo hard de
terminologie van een aanmaningin vrou
wenmond zou zij een goedigen glimlach
wekken.
„Bij verdere nalatigheid zou ik verplicht
zijn, u door middelen bij de wet bepaald,
tot betaling te dwingen
„Wel, zoo'n brutaal nest!" zou ik mees
muilen, wanneer ik mijn ontvangeres een
aardig jong meiske wist. Nu toorn ik tegen
den onhebbelijken ontvanger, dien ik ken
een oude stugge strenge man.
Een vrouw als ontvanger zou ook niet
zooveel haast maken met waarschuwingen
en aanmaningen. Een vrouw is geduldig.
Een vrouw als ontvanger zou niet altijd
veronderstellen dat ge te lage aangifte
doet. Een vrouw is argeloozer dan een
man-ontvanger.
Een vrouw als ontvanger zou vrouwelijke
klerken aanstellen, die de klanten vlug
helpen zouden en ze niet laten blauwbek
ken voor gesloten raampjes, alsof ze een
of andere gunst kwamen afsmeeken.
Ik gevoel er heel veel voor, de vrouw
als ontvanger toegang te geven in ons
staatsleven. Maar 't allermeest gezind ben
ik tot benoeming van vrouwen in het
ambtenaarschap van den Burgerlijken Stand.
Toen ik door een mannelijk ambtenaar
ganschelijk onbewogen met een paar koude
wetsfrazes getrouwd werd verklaard, be
dacht ik op hetzelfde oogenblik, dat een
vrouw dit beter doen zou. Ik ben al vele
jaren getrouwd en nu komt het adres van
de „vereeniging ter verbetering van" mij
bewijzen, dat ik toen goed dacht. Een man
voelt niets voor een bruigom, een vrouw
voelt alles voor een bruid. Mannen zijn in
hun sekse niet solidair, vrouwen zijn 't wel.
Een man denkt bj een huwelijk alweer
zoo'n stommelingeen vrouw denkt
wederom een gelukkige. Een man kijkt
grimmig bij een bruiloft, een vrouw smelt
in tranen.
Uit vrouwenmond zouden de wetsbepa
lingen zacht en vergoelijkend klinken. De
ambtelijke wensch, door haar gezegd, zou
warmte verkrijgen, doorweven wellicht zijn
met woordjes uit een moederhart en gezegd
met een stem op tranen in een diepe koel
gebroken. Men zou een Ambtenares van
den Burgerlijken Stand in het wit kunnen
kleeden, dat zij daar stond als een engel
die zegenend de armen hief wen zij sprak
„Verklaar ik u in naam der wet getrouwd."
Waarlijk, de „vereeniging ter verbetering
van" heeft geljjk. En als de troonredeniet
zoo vol was als een harington in zee, als
een student op den inauguratie-avond als
de troonrede niet alle legislatieve moge
lijkheden buiten het gegeven lijstje uitsloot
met de krasse uitspraak„onmogelijk"
als er bovendien in plaats van een chris
telijk, een radicaal ministerie aan het roer
van 't schip van Staat «tond, had zij kans
op toewijzing van haar bod. De natie zou
't eerst wel een beetje raar vinden, maar
de natie zou in korten tijd de toewijzing
waardeeren als een daad van degelijk politiek
beleid.
En voortgaande op den goeden weg,
kregen we vrouwelijke Commissarissen der
Koningin, vrouwelijke ministers, vrouwelijke
militaire chefs, vrouwelijke politic-agenten
enz. enz. De vereeniging die verbetering
van den maatschappelijken en den rechts
toestand der vrouw wil, en die hier een zoo
forschen aanval doet op het burgemeester-,
secretaris- on ontvangerschap, staat voor
niets, als het de glorificatie van vrouwelijke
macht betreft.
Toen ik haar adres las, had ik, naast de
boven geëxpliceerde overwegingen,nog deze
de vereeniging is te bescheiden geweest.
Zij wè,s eenmaal aan het vragen, zij had
zeer wel Dog wat verder kunnen gaan.
D.
In tegenstelling met het bekende „Het
daghet in het Oosten", wordt de politieke
lucht daar thans al donkerder. Oogenschjjn-
lijk werken Oostenrijk en Rusland wel
samen, om den vrede op het Balkanschier
eiland te bewaren, doch er zijn velen, ook
in Oostenrijk, die Rusland volstrekt niet
vertrouwen. Rusland trekt eene geduchte
macht in het Zuiden des lands samen, ter
wijl in de havenplaatsen aldaar onverpoosd
aan de uitrusting van transportvaartuigen
wordt gewerkt. Nog bedenkelijker is het
evenwel, dat de leider van Rusland's bui-
tenlandsche politiek, graaf Lamsdorff, in
ongenade is gevallen. Het was juist deze
minister, die met Oostenrijk op het be
houd van den tegenwoordigen toestand
aandrong, en nu vreest men, dat met de
verandering van den leider, ook in het
stelsel wijziging zal worden gebracht. Even
gevaarlijk als de verdachte houding van
Rusland, is de Engelsch-Fransche politiek.
Deze beide landen schijnen het er op
toe te leggen, om den toestand zoo ver
ward mogelijk te maken. Beiden hebben
daarmeê hunne eigenaardige bedoelingen.
Engeland zou wel graag een oorlog tus
schen Turkije en Bulgarije zien uitbreken,
waarin dan tevens Busland zou gewikkeld
worden. Daardoor zou Rusland zijne actieve
politiek in China prijs moeten geven, waar
door Engeland voor jaren van deze nacht-
merrie verlost zou zijn.
Wanneer de gevreesde Rus in Europa j
aan handen en voeten gebonden werd, zou
er zelfs voor Engeland in China wel een
extra voordeeltje te behalen zijn. Zoo zijn
nu eenmaal de Engelsche manieren Een
en ander geeft aanleiding, dat de Engel
sche pers Bulgarije voortdurend tot oorlog
prikkelt. De Fransche bladen helpen duch
tig een handje meê. Het is echter niet
alleen de Fransche pers, die hare verbol
genheid toont, ook de regeering tracht
Turkije's moeilijkheden te vermeerderen.
Uit vele handelingen is dit merkbaar.
Zoo heeft de Republiek aan een eskader
bevel gegeven om in de Turksche wate
ren te kruisen, teneinde bij de eerste uit
barsting tegen de christenen present to zijn.
Zoo iets moet den trots der Turken prik
kelen en kan gemakkelijk aanleiding tot
oproerige bewegingen geveD.
Dat de Fransche regeering thans juist
op de kadenkwestie met Turkije terug
komt, getuigt ook al van weinig welwil
lendheid. Ook Frankrjjk acht een conflict
tusschen Turkj'e en Rusland wenschelijk.
Sedert jaren schenkt Rusland zijne alge-
heele aandacht aan China en bemoeit zich
met de Euiopeesche zaken niet meer dan
strikt noodzakelijk ia. Frankrijk zou het
omgekeerde liever zien. Het heeft voor
zijne bijzondere plannen niet veel aan een
bondgenoot, wiens kracht slechts eene
neutrale waarde heeft. Daarcm moet Rus
land tot eene krachtige inwerking in de
Balkan-aangelegenheden gedrongen worden.
Dit kan allicht verwikkelingen met Oos
tenrijk tengevolge hebben, die zich tot
Duitschland kunnen uitstrekken. Zoo zou
Frankrijk met een omweg over Turkije
zijn doel kunnen naderen, En dat doel is
de herovering van Elzaa Lotharingen. Men
denkt zeker te Parijsals het dubbeltje
maar eenmaal aan het rollen is, dan weet
man nog niet, waar het belanden zal. In
dit opzicht is de Fransche natie één van
hoofd en één van zin. Bij al hare wuft
heid en wispelturigheid, blijft zij zeer
trouw aan het revanchei-dée.
Naties en personen uit één stuk maken
steeds een blj'venden indruk,ook bjj degenen,
die eene andere meening zijn toegedaan. Zoo
zal keizer Frans Jozef wegens zijn krach
tig verzet tegen de eischen van Czechen
Magyaren, bij velen, een sympathieken
indruk makeD. Aan de Magyaren heeft de
vorst op een zeer eigenaardige manier
laten weten, hoe kg over hunnen eisch
om het Magyaarsch als legertaal in te voe
ren, denkt. De Keizer-Kocing heeft in een
manifest aan het leger, naar aanleiding
der jongste manoeuvres, het volgende
gezegd
„Van zekere zijde, welke niet de hooge
taak kent, die het leger te vervullen heeft,
tot heil van de beide deelen der monarchie,
zijn wonschen kenbaar gemaakt, welker
vervulling de kracht en de eenheid der
monarchie in gevaar zouden kunnen bren
gen. Het leger moet weten, dat ik nooit
afstand zal doen van de rechten, die mij
als opperbevelhebber gewaarborgd zijn. Eén
en vereenigd, zooals het leger thans is,
moet liet blijven,"
Nu weet de nationale partij zeer beslist,
waaraan zij zich in de toekomst te houden
heeft. Dit manifest heeft in de gelederen
der oppositie een groote ontroering ver
oorzaakt. Algemeen vreest men, dat er voor
Hongarjje moeilijke dagen zullen aanbreken.
Het land, dat mede dagen van politieke
spanning te wachten heeft, is Engeland.
Chamberlain en zijDe politieke tegenstanders,
in het ministerie, de heeren Ritchie en
Hamilton, hebben hunne portefeuilles ter
beschikking van den Koning gesteld. Reeds
sedert eenige dagen wist mon, dat er in
het ministerie iets broeide, doch daar de
Koning in Schotland vertoeft, werd aan de
ministeriëele bijeenkomsten geen otficiëele
ruchtbaarheid gegeven.
Onverwacht is er evenwel een brochure
van den minister-president verschenen, die
daarin zijne meening over protectie en
vrijhandel uiteen heeft gezet. De heer
Balfour toont zich in dit vlugschrift een
politiek middelman, een van dat soort,
waarvan De Genestet heelt gezegdKen
uzelf, zei ik tot iemand. Maar hij kon niet,
want hjj was niemand.
Het is niet te verwonderen, dat mannen
met een besliste mecning, waartoe wij de
heeren Chamberlain en Ritchie mogen reke
nen, met zulk een „niemand" niet meer
overweg konden. Een minister, die aan
zichzelven twjjlelt, is zijn hooge betrekking
beslist onwaardig.
Nu de heer Chamberlain zich geheel los
van het Kabinet heeft gemaakt, kunnen
wij een tijdperk van heftige agitatie ver
wachten. Mot al de demonische kracht,
waarover de gewezen minister van koloniën
kan beschikken, zal hj' thans propaganda
voor zijne protectie-plannen, die tot vorming
van een onverdeeld groot Engeland moet
voeren, maken.
Heftig zal de strijd zijn tusschen de
vrijhandelaars en de imperialistische protec-
tionisten.
Het is volstrekt niet uitgesloten, dat
het volk onder don invloed van den groot-
heidsroes, evenals in den Boerenoorlog, aan
Chamberlain eene meerderheid beschikt,
die met hem door dik en dun zal gaan.
In dat geval zal de leider met de vor
ming van eon nieuw kabinet belast moeten
worden, waardoor Chamberlain het top
punt zyner eersuchtdroomen zal hebben
bereikt. Staalfabrikant, kamerlid, minister
van koloniën, president minister van een
rijk, binnen welks grenzen de zon niet
ondergaat, 't heeft iets van de vertelling
van den Japanschen steenhouwer.
Enkele organen van de tegenpartij mee
net), dat de politieke loopbaan van Cham
berlain ten einde is. Wij voor ons vreezen,
dat ze eerst begint 1
INGEZONDEN.
Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Den Weled. Heer C. Nobel
Schagen.
Weled. Heer.
Ofschoon ik niet tegen uwe eigenaardige
insinuatiën, voorkomende in uwe bestrijding
van kalkgebruik, dacht op te komen, meen
ik toch goed te doen, nu dit bij herhaling
plaats heeft, eene kleine opmerking daarover
weer te geven.
Het begrip „handel" schijnt bij n te wettigen
eiken verkoop, als er maar voor den handelaar
voordeel aan verbonden is. Dat er zulke zijn,
geef ik toe, doch zij karakteriseeren
zich dan ook zeiven en toonen in vele ge
vallen dan ook handelaars te zijn voor „eenigen
tijd."
Voor hem, die zoo denkt over den handel
en bezield is met zulke gedachten, is m. i.
de handel niet aanbevelenswaardig voor een
blijvend bestaan.
Een handelaar moet zich door solide han
delingen het vertrouwen waardig maken,
„waardoor hij op zijn woord ge
loofd wordt", wat hij alleen door jaren
lange onpartijdige raadgevingen enz. verwerven
kan. Hij heeft geen vast salaris, doch kan juist
door die gegevens na te komen, zich eene
gevestigde zaak scheppen, en is verplicht voor
zichzelven en voor zijne zaak dit steeds voor
oogen te honden en als grondslag aan te
nemen, omdat hjj altijd weeraan omgang heeft
met dezelfde personen uit eenzelfde streek.
IJ w begrip handel verschilt dus nog al
met het m ij n e en ik maak mij sterk, dat de
handel in het algemeen meer duurzaam voor
deel heeft, indien het karakterlooze egoïsme
in uw handelsbegrip geheel op den achtergrond
geschoven wordt, waardoor men jnist kan
vorkrijgen het vertrouwen en men op zijn
woord geloofd wordt.
Die zichzelven tracht te bevoordeelen,
vertrouwen zoekt te verwerven door anderen
verdacht te maken of te benadeelen, bedriegt
en verlangt zichzelven, dit is ook in den han
del eene groote waarheid.
Het begrip over al of niet toepassing van
kalk laat ik daar en zie dit liever opgelost
door hen, die, theoretisch in eene goede school
onderlegd, het aan de praetijk In den rnimsten
zin getoetst hebben.
Alleen voor den handel in 't algemeen
meende ik een lans te moeten breken.
Hoogachtend, TJwdw. dr.
JOH. F. MORRA.
Alkmaar, Sept. 1903.
Schagen, 19 September 1903.
Vergadering van den Raad
der gemeente SCHAGEN, gehouden op Don
derdag 17 September 1903, des avonds ten
6'/j nnr.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer P. Buis Jz., Wethouder.
Na opening der vergadering, lezing en goed
keuring der notulen.
Worden gelezen eenige ingekomen stukken
van Ged. Statengoedkeuring intrekking
raadsbesluit, benoeming onderwijzer op een
salaris van f600.eervol ontslag van den
buitengewonen gemeente-veldwachter J. Post
humus.
Was eveneens ingekomen een schrijven van
J. Posthumus om ontheffing van 4 maanden
Hoofdelijken Omslag. Toegestaan.
Dan nog verschillende aanvragen om de
gewone jaarljjksche subsidiesLandbonw-
sociëtoit f 100.Huisvlijtscbool f 60.
Bewaarschool f750.Teekenschool f 100.
Harddraverij f 50.
Voorz. stelt voor, deze aanvragen bij de
gemeentebegrooting te behandelen, wat al
gemeen wordt goedgevonden.
Van de Haiddraverijvereeniging was inge
komen een uitnoodiging voor de raadsleden
met hunne dames; met harddraverij en vuur
werk zonden op de tribune plaatsen beschik
baar zijn.
Tot onderwijzer wordt benoemd de heer
J. J. Baale te Haarlem, met 7 stemmenno.
2 van de voordracht, de heer 8. Stolp, kreeg 1
stem. Zoo mogelijk zal de heer Baale reeds
a. s. Maandag in dienst treden.
Voorz. doet nu eenige mededeelingen aan
gaande de proeven met de straatverlichting door
B. on W. genomen. Er is over geklaagd, dat
het op verschillende avonden in de gemeente
zoo donker is, en die klachten zjjn waar. Nu
hebben B. en W., bij wijze van proef, de
lantaarns [52] die anders om 12 uur werden
gebluscht, om li uur laten blusschen. 12 Lan
taarns heeft men evenwel laten branden tot
's morgens en die 12 liet men tevens branden
op zoogenaamde lichtemaan-avonden. Een
dergelijke manier van verlichten zon een ver
meerdering van kosten met zich brengen van
f 425.over een geheel jaar. In de 4 maan
den: Januari, Februari, Maart en April, kostte
bet reeds f 173.
De tweede manier is: 40 lantaarns blusschen
I om 11 uur en 12 laten doorbranden tot 2 uur
's nachts, die 12 lantaarns ook op lichte-maan-
avonden. Dat bracht f 150.aan onkosten
met zich.
De derde manier is40 lantaarns blusschen
om 11 uur en 12 laten doorbranden tot 1 uur
's nachts, die 12 lantaarns ook op lichte-maan-
avondon. Dat kostte f 50.meer.
De heeren Hoogschagen en Asjes meenen,
dat die 12 lantaarns op 2 avonden voor, 2
avonden n a en op den avond van volle maan,
ook wel gebluscht kunnen worden dan is
het licht genoeg, ook al is de lucht wat
donker.
Voorz. en de heer Vader meenen, dat de
practjjk heeft geleerd, dat men de maan bij
het opsteken der lantaarns maar buiten reke
ning moet laten. Degeen, die met het opsteken
is belast, weet nooit of het gebeuren moet
of niet, want om 8 nnr is het licht, om 9 uur
weer donker, en bovendien voor die enkele
avonden brengt dat voor 12 lantaarns niet
zooveel onkosten.
Na nog eenige discussie, waarbij de heer
Roggeveen de voorwaarde stelt, dat de lan
taarns niet mogen worden gebluscht vóór de
laatste trein aan iét, als deze eens laat is,
wordt de derde manier van verlichten aan
genomen.
Voorz. deelt mede, dat B. en W. in de
volgende vergadering zullen komen met een
wijziging der politieverordening, betrekking
hebbende op het verlichten van rij- en voer
tuigen na zonsonder- en vóór zonsopgang.
Bij de rondvraag vestigt de heer Roggeveen
er de aandacht op, dat op de kaasmarkt de
handel in commissio- en middelbare kaas be
gint vóór het vastgestelde nnr, 1 uur. Spr.
noemt dat lastig voor kooper en verkooper
en zon gaarne zien, dat daarin verandering
werd gebracht.
Voorz. doet toezegging. Hierna sluiting.
Over den aanvoer viel Don
derdag niet te klagen. Met de prijzen kon
het, in doorsnedo genomen, iets beter geweest
zijn. Zoo waren gelde koeien en kalfkoeien
traag met lager prijzen. De toestand van vele
weiden is ook zóó, dat zij eerder ontlast, dan
bezwaard moeten worden. Dat vele weiders
reods aan opruimen beginnen te denken, go-
tuigde de groote aanvoer van vette koeien.
Trots dien aanvoer, was de handel goed;
voor goede waar werd nog 37 cent bedongen.
Ons fonds boekte 83 stuks. Vette schapen
waren iets minder. De hoogste markt kregen
de heeren C. S. van Barsingerhorn en H. K.
van Dirkshorn, zijnde f 29. In de prijzen van
vette varkens kwam wel geen verandering,
maar toch was de handel trekkend. Kippen
en konijnen worden in al grooter getale aan
gevoerd. Wij zijn vrij wel midden in de groote
opruiming. Natuurlijk gaat de groote hoop
voor een prijsje weg. Wij hebben opgemerkt,
dat jonge rashoonders hier gaarne koopers
vinden. Verscheidene korven uit Assen de! ft
zijn zoo voor en na reeds aan den man ge
bracht. Dit wijst op eene belangstelling in
de hoenderfokkerij, die wij van harte toe
juichen.
Do kaasfabrlek „De Hoop" te Oudesluis
(Zijpe) teekendo voor deze instelling de som.
van f 25.