muimCf
alkmaar.
Cacao, Biscuits Chocolade.
o. o. p.
Jndisfhp ppnkrasspn.
H. DOGGENAAB,
ALKMAAR.
deNafuur-Wolien
Ondergoederen l
SANGUINOSE
D. A. Wisseliak.
BIJWIKHUDEL.
Mnenza,Qoest, Borst-of Keelaautaiii
Uokkentouw. i
L,
11!
Advertentie ii.
BLOEMISTERIJ, a. d. Geest, BLOEMENMAGAZIJN,
bare natuurlijke voedingsbeatand-
deelen, hun zuiverheid, hun aan-
geuameu smaak en gemakkelijke
verteerbaarheid als goede aanwinst
voor de voeding en het krachtiger
maken van het lichaam moeten worden
beschouwd."
Honttii No. t, Alkmaar,
beëedigd Makelaar,
te Haringhuizen,
Agent van de Coöperatieve
Volksbank te Alkmaar,
Jn. SMIT Tz.,
ÏTXS3MAND
M e i a n t h 0,
Karwijbalen.
Uienbalen.
Blauwstreep- en andere
Z AK K E N.
't aanhooren-niet-waardig stukje van twist
zieke lui. Een groote ruzie om niemen
dal In TJrsem woont een watermolenaar
van „vaiftig jaar", met niet veel educatie.
Ja, tenminste naar zijne houding voor de
Rechtbank te oordeelen, al was hij aankla
ger. De Pres. beduidde hem dan ook, dat
hij fatsoenlijk moest spreken, anders. de
deur uit Dit hielp direct. Ons molenaartje
heet Jacob- Bas en heeft een hooimijt of
klamp, die, evenals de toren te Pisa, een
wonderstuk van bouwkunst was, want hij
hing zoo schreef, [de hooimijt wel te ver
staan,] dat ie, als ie 'n mensch was ge
weest, stellig met z'n linkeroog in z'n rechter-
neusgat had gekeken. Enfin, dat zou„'m nou
wel 'schikt hewwe", als die overhelling niet
juist had plaats gevonden naar d i e zij, waar
't erf van Bas' buurman, Jan Zeis zich be
vond, met wien Bas op geen vriendschappe-
voet verkeerde. Hij mocht dan ook ternau
wernood op Zeis' erf, om den klamp recht
te zetten. Toch deed hij zulks toen Z. niet
thuis was. Laatstgenoemde had op B.'s vraag
geantwoord„nu, 't moet dan maar, want
anders kan je 't niet doen", maar toeschiete
lijk was Zeis volstrekt niet. Zijne vrouw,
Trijntje Klaver, nog veel minder, want die
kwam, toen Bas beginnen won aan den klamp,
diens ladder wegrukken en gooide dezelve
een eind weg, terwijl ze inmiddels de door
haar dochter op haar bevel gehaalde graaf
bezigde, om Bas een stomp tegen z'n schou
der te geven. De molenaar werd boos en
zei tegen Kees Knijn, een Avenhornder schil
der, die bij hem aan 't verven was: „datheb
je gezien, he?" Hij wilde den verver name
lijk als getuige bezigen en liet hem de pas
ontvangen schouderwond ook zien. Knijn
was dan ook heden als getuige present
en was zeer zenuwachtig, zoodat de E. A,
heeren rechters, of liever de praeses, hem
beduidde, dat hij maar bedaard moest zijn;
die zenuwachtigheid was volstrekt niet noo-
dig. De waardige landschap- en watermolen
schilder was zeker nog nooit vóór geweest.
De O. v. J. eischte tegen Trijntje-lief, [Z.E.G.
noemde haar een „furie"] f6.boete of 2
dagen hechtenis en deed in zijn requisitoir
de voor Trijntje c.s. zeer vereerende
mededeeling, dat hij de zaak te misselijk en
veel te akelig vond om er één woord meer
dan noodig was aan te verspillen.
Cornelis de Wijn, een 16-jarig metselaars
knecht uit Den Helder, stal in den avond
van 6 Aug. j.1. 2 stukken looden pijp van
zijn patroon, den timmerman-aannemer Jan
Duinker, waar hij 's middags van genoemden
datum in dienst was gekomen, 't Gestolene
bracht de jongeheer bij zekeren handelaar
Hartog Jacobs, die zich een uithangbord
heeft aangeschaft met 't opschrift„Handel
in voden, beene, kon ij nevel e, enz.",
alwaar 't door den agent v. pol. Johan Fran-
ciscus Jacques in beslag is genomen. Hoe
braaf van Cornelis Jammer tevens, want
't is een heele beste jongen in zjjn werk [zei
Duinker], evenals zijn vader, die ook 't met
selvak uitoefent en een best werkman schijnt
te zijn. Daarbij komt nog, dat Cornelis' vader
een groot gezin heeft, [10 kinderen asjeblieft]
waarvan 8 meisjes, 't oudste 11 jaar 1
en nu doet de oudste mannelijke telg zóó
't Is treurig, nietwaar De Pres. Mr. Mulder,
deed er dan ook onzes inziens wèl aan, toen
hij dezen jeugdigen beklaagde ernstig tot
beterschap aanspoorde en hem voorspelde,
dat 't bij zulk een gedrag zeer treurig met
hem zou afloopen. De O. v. J. eischte wegens
diefstal tegen den bekl. 14 dagen gev.
Uitspraken over 8 dagen.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XXIX.
Wat in 't vat is, verzuurt niet, en de trouwe
lezers mijner Penkrassen hebben daarom altijd
nog hun rijtoertje te goed. 't Is van morgen
juist heerlijk frisch en lekker weer na
'n nacht van regen
We zullen dus maar eens 'n „wagen" met
twee paarden laten voorkomen en van 6 uur
's morgens tot 12 uur 's middags gaan ge
nieten van alles, wat er al zoo in Insulinda's
hoofdplaats te zien valt.
Het rijden is hier betrekkelijk goedkoop.
Voor zes gulden plus twee kwartjes fooi zijn
we 't heertje
We zullen nu maar eerst „naar beneden,"
naar de oude stad gaan. 't Is daar thans nog
uit te houden. Over 'n paar uur echter zon
ons genot vrij twijfelachtig zijn.
Zoo rijden we dan weer langs ons Molen
vliet, dat zijn naam aan het in 1648 gegraven
kanaal ontleent. We weten reeds, dat hier
ook de stoomtram langs loopt.
Voor den nieuweling moet het zeker al een
zeer vreemd gezicht wezen, om maar open en
bloot Chineezen en Inlanders, mannen,
vrouwen, en kinderen sans gêne hun bad te
zien nemen.
Het kanaalwater is alles behalve frisch en
riekt ook minder aangenaam, doch daar
schijnen de luidjes zich maar weinig aan te
storen, want zelfs mond en tanden worden
Zij boog zich voorover en rook er aan.
Dan keek ze naar buiten en een verheugd
lachje speelde er om haar lippen. Het waren
zeker aangename gedachten, die haar bezig
hielden.
Een kwellend gevoel van jj verzucht
deed zijn bloed sneller stroomen.
Wie had Siddy rozen te schenken
En tien minuten later schelde hjj aan
haar deur.
Ot zij hem door den tuin had zien gaan,
wist hij niet.
Juffrouw Lindstadt had hem zeker wel
bemerkt, want zjj sloeg juist een stofdoek
uit.
„Siddyje verloofderiep zjj\ Toen
Wigus gebeld had, was het dan ook Siddy
die hem opendeed.
„Neen maar 1" Zij duldde meer zjjn
kussen, dan dat ze ze hem teruggaf.
„Bod je niet blij vroeg hjj.
„Ja, heel erg," verzekerde zij, „maar het
is.je komt toch van een begrafenis."
Zij bedoelde dat ze door haar houding
een zekere deelneming moest uitdrukken.
Misschien was het ook wel een welkom
voorwendsel om haar verlegenheid te ver
bergen
Wigus, verliefd, nog beheerscht door zijn
verlangen naar haar, door de onaangename
dagen die hjj had beleefd, nog bijzonder
gestemd om in Siddy een engel te zien, was
dadelqk geroerd.
Welk een teederheidZij dacht er da
delijk aan, dat hij had geleden. Zjj had
den wensch hem te toonen, dat ze met hem
had meêgeleden.
Zijn ziel was nog zoo gewond I Met zoo
veel harde woorden had men er op los
geslagen.
met 't bruingele vocht „gereinigd"! Van bac
teriën en baccillen hebben ze dan ook natuurlijk
nog nooit gehoord. Niemand sterft er vóór
zijn tyd, zoo wordt wijsgeerig geredeneerd,
dus waartoe zich in acht te nemen En als
dan over eenige maanden weêr eens cholera
of 'n andere venijnige ziekte uitbreekt, och,
dan sterven ze tevreden en gelaten, omdat
hun tijd dan blijkbaar daar is
Het Hotel Molenvliet ligt vrjj wel op de
grens van 't Europeesche gedeelte dezer wijk
en we passeeren nu een aaneengesloten rij
van kleine winkelhuisjes en werkplaatsen,
bewoond door Inlanders en Chineezen.
Hier en daar wordt die rij onderbroken
j door een steeg of „gang," zooals ze hier
I zeggen, en daar Batavia bi] Molenvliet op
j zijn smalst is, loopen die steegjes, ook aan
i de overzij van 't kanaal, binnen weinige
j minuten door een kampong op een sawah of
rijstveld uit.
j Al spoedig komen we aan de „oude stad"
en wel op het bekende en beruchte Plein
Glodok, vlak tegenover het Stadsverband, de
Gevangenis en het z. g. Kettingkwartier, de
i verblijfplaats der rantéi's, kettingjongens of
I dwangarbeiders, waarvan daar juist een troepje
I onder geleide van een mandoer, zich naar
hun „werk" begeeft. Het is een merkwaardig
gezicht, al die Inlanders en Chineezen in hnn
bruin boevenpak heel kalm zich te zien
leiden door een der hunnen, dus ook oen ge
strafte, die tot mandoer of opzichter over
hen werd aangesteld.
Er loopen gevaarlijke roovers, ja begenadigde
moordenaars onder, en toch eten die lui
schijnbaar uit de hand en blijven ze binnen
de grenzen van het touwtje, dat 't clubje bij
elkaar moet houden.
Eigenaardig volkje toch, die dwangarbeiders,
lui die later ook wel een Penkras waard zijn,
want in Holland kan men zich nu eenmaal
geen voorstelling maken van de mogelijkheid
om zware misdadigers dagelijks, betrekkelijk
vrij, buiten de poorten van den kerker te
laten rondtippelen, bewaakt, niet door
marechaussée's met scherp geladen karabijn,
doch door een der hunnen, met een stokje
gewapend, die zich weet te doen gehoorzamen
en hen met militaire stiptheid op 't vastge
stelde uur weêr thuis brengt
Enfin, later hierover meer 't onderwerp is
belangwekkend genoeg, doch wij hebben nu
geen tijd, we moeten verder.
We slaan dan bij Glodok links af en komen
nu plotseling midden in het Chineesche kamp
Bepaald typisch, dat doolhof van grachten
en straten en steegjes, die echt Chineesche
huizen van telkens afwisselenden stijl, die
gevels met helle kleuren beschilderd
en beplakt met roode langwerpige
papierstrooken, waarop groote zwarte Chi
neesche letters misschien wel naam en
kwaliteit van de bewoners vermelden. Men
kan zich hier best voorstellen in een der volks
wijken van Peking te zijn, want het Chineesche
element is hier verreweg overheerschend en
de drukdoende staartmenschen, van wie velen
nog niet zoo heel lang hun Hemelsche Rijk
verlieten, maken een leven als een oordeel.
De meeste huizen zjjn beneden tot toko's
[winkels] ingericht, toko's waar men van
alles en nog wat krijgen kan en ook daar
binnen wordt het oog aangenaam geboeid
door kleuren en verguldsel, rood en zwart
lakwerk en niet te vergeten het eigenaardig
huisaltaartje met zijn offerstokjes, roode
kaarsen en grillige Tao Pekong, eene voor
stelling uit de Chineesche godenwereld, 't Is
nog vroeg in den morgen en de meeste
langstaarten loopen daarom met naakt bovenlijf
van de ochtendkoelte te genieten, hun beenen
bedekt door den wijden Chineeschen pantalon.
Ook de „dames" dragen broeken. Ze zijn in
't zwart gekleed en hebben haar kleine
[misvormde voetjes gestoken in de bekende
muilen met dikke zolen. Ze zien er grappig
uit 1 Ik spreek hier natuurlijk van de onver-
valschte, echte Chineesche vrouwen, want
menig Mongool kiest zich eene dochter van
het land hier tot levensgezellin en wordt
dan de stamvader van eene generatie baba's
en nonna's, die feitelijk geen Chineezen meer
zijn, gaarne de Westersche gewoonten over
nemen, zich meer Europeesch kleeden, hun
kinderen behoorlijk naar school zenden, ja
zelfs Hollandsch en Engelsch doen leeren en
werkeljjk heel wat aangenamer indruk maken
dan de schreeuwerige, domme, onbeschofte,
botgrinnikende „sin-kheh's" of geïmporteerde
„staarten" van den overwal.
Zoo'n Chineesche wijk doet in vele opzich
ten denken aan de bekende z. g. Jodenbuurten
van Amsterdam en 's-Gravenhage, doch 't is
hier nog wel zoo druk, wat niet te verwon
deren valt als men weet, dat de Chineesche
handwerkslieden hun vak meestal in 't publiek
beoefenen. Overal ziet men ze bezig, de nij
vere meubelmakers, smeden, rijtuigherstellers,
timmerlui, schoenmakers, blik- en kopersla
gers, kleermakers enz., terwijl we daar juist
een barbier passeeren, die druk aan den
arbeid is, op den openbaren weg, met een
zijner patiënten. Niet alleen, dat hjj vlug en
handig scheert, maar met allerlei tangetjes,
mesjes en sponsjes bewerkt hij de ooren,
oogleden en neusgaten van zijn'cliënt. Hier
weêr wordt gebakken en gekookt, want men
En nu deze fijnheid van voelen bij Siddy.
Vast, vast drukte hij haar in zjjn armen,
vervuld van hartelijken dank.
„Het was een verlossing en het beste zoo,"
sprak hij slechte. „Laat mij bjj je uitrusten.
Later vertel ik je alles."
Zij gingen naar de woonkamer.
Juffrouw Lindstadt trad juist, uit de
slaapkamer komend, ook binnen. Zjj stak
Wigus de hand toe.
„Nu is het toch gebeurd? Siddy en ik
zeiden menigmaal tegen elkaarwie weet,
keert het zich nog wel ten goede, er ge
beurt zoo vaak een wonder. Je vader is
tooh altjjd je vader, en dien wil men gaarne
behouden, ook al is hjj reeds op jaren."
Wigus nam deze deelneming aan zonder
eenige opheldering te geven,
Zij liep naar het venster om het te sluiten,
het tochtte meende zjj. Daarna ging ze aan
haar naaiwerk.
Het jonge paar zat eenige minuten met
elkaar op de sofa en fluisterend vertelde
Wigus van zjjn verlangen en hoe ellendig
hjj zich thuis had gevoeld, omdat daar,
als hjj uit het venster keek, haar lief kopje
hem niet toeknikte.
„Om elf uur moet Siddy in den schouw
burg zjjn," zeide de naaiende vrouw.
„Ja, ja
„Neem 't mij niet kwalijk, maar in 't be
lang van Siddy mag ik daar wel naar
vragenhebben vrouw en kinderen nog
wat geërfd
Wigus' heerljjke stemming was op een
maal verdwenen.
„Neen," zeide hij, „dat niet."
Moet ik dezen vrouwen niet bekennen,
dat ik de erfgenaam van schande en schul
den ben vroeg Wigus zich af.
eet en drinkt nu eenmaal ook op straat en
wil tegeljjk wel eens zien, hoe en wat er wordt
klaargemaakt.
't Is wel jammer, dat 't in deze buurt wat
verdacht riekt, want werkelijk, de verschillende
straattooneeltjes in het Chineesche Kamp te
aanschouwen, zouden een langer vertoeven
niet onaardig maken.
1 Over een oud-Hollandsche ophaalbrug komen
we plotseling wêer in het Europeesche ge
deelte der stad en wel aan een breede gracht
met hooge ouderwetsche huizen, 't Is de z.g.
Kali besar [groote rivier], den heeren van den
j handel te Amsterdam en Rotterdam zeker
j wel bij name bekend.
Aan die Kali besar toch vindt men de
voornaamste handelskantoren en pakhuizen
van Batavia.
Nu is 't er nog betrekkelijk stil, doch straks
tegen 8 uur komen ze hier per tram, dos a
dos,, of fiets, dff ijverige dienaren van Mercu-
rius, den god van den handel, terwijl hun
chefs in „eigen wagen" met twee Australiërs
bespannen, zich als echte pacha's naar deze
hartader van den importhandel voor West-
Java laten vervoeren. De groote Australische
paarden zijn hier bij de rijken zeer gewild.
We zeiden vroeger reeds, dat de oude stad
met haar voor Indië zoo onpractische Euro
peesche bouworde van vlak aan elkaar
sluitende huizen, zonder tuinen of erven, thans
als woonplaats door de Europeanen is verlaten
en de vroegere woningen der Compagniesdie
naren zijn nu de handelskantoren, waar de
kooplieden overdag hun zaken doen, om zich
na afloop daarvan weder naar hunne in de
nieuwe wijken gelegen villa's te begeven.
Nadat we de Kali besar, zoowel westelijk
als oostelijk zijn langs gereden, komen we
vanzelf op 't U reeds bekende Stadhuisplein,
de plaats, waar we reeds getuige waren van
het sombere schouwspel eener ter dood bren
ging van twee medemenschen.
Het Stadhuis, vroeger de zetel van het
College van Schepenen der stad Batavia en
Ommelanden, bevat thans de bureaux van den
Resident. Dit gebouw, door de Inlanders
„roemah bitjara" of „spreekhuis" genoemd,
werd in 1710 voltooid.
Sedert 1870 is aan de oostzijde van het
Stadhuisplein een ruim, nieuwerwetsch ge
bouw verrezen voor den Raad van Justitie.
Hier stappen we even uit, de paarden moe
ten op adem komen en we wandelen naar
het Kasteelplein, waar eenmaal de oude veste
Batavia stond, door Maarschalk Daendels ge
slecht en waarvan alleen nog een vrij typi
sche poort, de z.g. Amsterdamsohe, in wezen is.
Op dat plein nu viuden we het bekende
heilige Kanon, dat vooral belangstelling, ja
vereering geniet van vrouwen, die zich gaar
ne de moederweelde zagen toegedacht. Het
volksgeloof zegt toch, dat de dochteren Eva's
slechts aan dit kanon hebben te offeren en
't 'n oogenblik als zetel moeten gebruiken,
om weldra in de blijde verwachting te komen
Er zijn zelfs, zooals beweerd wordt, Euro
peesche dames, die 's avonds laat, als 't hier
stil is, 't gaan probeeren,
Nu, baat 't niet, schade doet het evenmin,
en Indië is nu eenmaal het land van de stille
kracht 1 Er gebeuren, vooral in de binnen
landen, zoovele geheimzinnige dingen, waarbij
het nuchter Westersch verstand stil staat, dat
men volstrekt maar niet dadelijk om zulke
„sprookjes" lachen moet.
Ook zegt men, dat, wanneer dit kanon met
een dergelijk, dat in Bantam [Westelijk Java]
ligt, samenkomt, het dan met de opperheer
schappij der Nederlanders gedaan zal wezen
Nu, daar kan 't Gouvernement wel voor
waken. De kanonnen zijn ontzettend zwaar
en niet maar zoo eventjes te verplaatsen.
Na in een Chineesch koffiehuis een glas
ajer Blanda (mineraal water] met ijs te heb
ben gedronken, zoeken we ons rijtuig, hier
in Indië „wagen" genoemd, weer op en gaan
we onzen toer hervatten.
Lt. Clookeneb Brousson b. d.
Batavia, 23 Juni 1903.
Groote keuze Kamerplanten enz.
Nieuwigheden voor de Bouquetterie
ontvangen. Verzending naar alle plaat
sen in Nederland. Kunnen 2 Leer
lingen geplaatst worden.
Dr. F. BASENAU te Amsterdam
schrijft
„Het is mij gebleken, dat deze prepa
raten, aangenaam van smaak, door vol
wassenen en kinderen even graag genomen,
goed en gemakkelijk worden verteerd en
verdragen. Het is daarom, dat deze prepa
raten wegens hun rijkdom aan onmis-
Verkrijgbaar bij G. DORBECK.
Schagen.
van 4
is het beste middel tegen bloed
armoede en zenuwzwakte, dat
tot op heden hier in Nederland
in den handel gebracht werd.
Sanguinose versterkt het bloed.
Sanguinose zuivert het bloed.
Sanguinose maakt uw zenuwen
sterk.
Sanguinose helpt daar, waar
niets meer helpt.
Iedere maand ontvangen wij
verklaringen van hen, die de San
guinose niet alleen geholpen heeft,
maar er weder geheel door
hersteld zjjn.
Mej. Antje van der Plas, Zee-
steeg, Katwijk, schrijft ons
Het is mij een behoefte u har
telijk dank te zeggen, dat u de
Sanguinose in den handel gebracht
hebt Ik was door bloedarmoede
en zenuwzwakte geheel verzwakt.
Toen begon ik met uw voor
treffelijke Sanguinose te gebruiken
en na een paar flesschen begon
het reeds wonderbaar te helpen.
Toen hield ik nog wat vol, en
ben tbans gebeel genezen.
U kunt van dit schrijven gerust
gebruik maken tot heil der lijdende
menschheid.
ANTJE v. d. PLAS.
Sanguinose is het goedkoopste
artikel, dat in Nederland verscheen
tot genezing van bloedarmoede en
zenuwzwakte.
Prijs per fl. f 1.50, 6fl. f8.—-,
12 fl. f 15.—.
Verkrijgbaar te SCHAGEN
B| bg Dorbeck. mp
Zeker, eer ik met Siddy voor het altaar
treed. En dan is, hoop ik, reeds veel ver
anderd.
Juffrouw Lindstadt was hem niet sym
pathiek. Aan haar wensohte hjj niet het
leven van zjjn vader bloot te leggen, voor
dat hem een gevoel van werkelijk bjj
elkaar behooren erWn drong, en ook niet
eerder, of hjj moest wat sncces hebben
gehad. Want hjj wist hetjuffrouw Lind
stadt was van het soort van Frits Machin.
Zjj hechtte slechts aan geld.
Siddy echter kon haar moeder niets ver
zwijgen, dat had hjj reeds dikwjjls bemerkt,
Zoodoende wilde hjj ook Siddy het ge
beurde nog niet meêdeelen, niet reeds
haar van lasten spreken, die hjj op zich
had genomen, om zich zjjn vrjjheid te
koopen.
Juffrouw Lindstadt zeide niets en naaide
rustig door.
Na stond Siddy op en meende dat het
werkelijk tijd werd dat ze zich aankleedde,
om naar den schouwburg te gaan, naar de
repetitie.
Daar vielen Wigus op eenmaal de rozen
weder in.
„Wie heeft je die rozen geschonken
„Wat voor rozen?" vroeg Siddy, met een
verwonderd gelaat.
„Nu, straks stonden ze daar op de ven
sterbank, in een glas. Ik zag het bjj mij
vanuit de kamer."
„O, die heb ik in de keuken neergezet."
„Van wien Wigus vroeg zoo drin
gend, zoo heftig
Het prikkelde hem nog meer, dat de
rozen nn verdwenen waren, nadat hjj ge
zien had, hoe Siddy ze zelf, en met zulk een
welbehagen, op de vensterbank had neer
gezet.
„Ik weet niet van wien. Als kunstenares
krijgt men zooveel bloemen, zonder dat
men den gever kent. Deze rozen kreeg ik
gisteravond."
„Siddy", zeide hij met bevende stem,
„Siddyje rol in het stuk is zoo
ondergeschikt. Je moet zelf voelendeze
bloemen kunnen onmogeljjk de kunstenares
gegolden hebben zjj werden de vrouw
geschonken."
„Daar kan ik toch niets aan doen", zeide
zjj en keek hem met haar groote blauwe
oogen aan„aan oude dames sturen die
onbekende vereerders geen bloemen
maar als men een aardig gezichtje heeft
Er zijn steeds nog onbeschaamden, die
zich inbeelden, dat ze wel eens kennis met
ons kunnen maken,"
Daarbjj trok ze de wenkbrauwen op,
alsof ze zeggen wilde, dat dergeljjke in
beeldingen van onbeschaamden haar zeer
koud lieten.
Wigus leed.
Zijn eenige schat mocht zelfs niet door
de wenschen van anderen worden aange
raakt.
Zijn hartstocht werd, daar hjj nog maar
hopende en verwachtende was, angstig groot.
Het bloote gevaar de mogelijkheid
van een gevaar, kon hem razend maken
hjj voelde dat wel.
„Siddy,1 zeide hjj, „je moogt ook van
onbekende verleiders geen bloemen aan
nemen. Je moet ze weer teruggeven aan
den tooneelknecht."
Zjj maakte een aiwerende beweging en
keek hem vleiend aan.
„Maar ik houd zooveel van bloemen.
Koopen kan ik ze niet. En geven kan jjj
ARDEN
belast zich met don aan- en verkoop van
effecten,
plaatst en bezorgt kleine en groote kapi'
len op hypotheek op zeer
BILLIJKE VOORWAA
neemt gelden k déposito.
opent rekening-courant met rentevorgoedine
geeft geld op prolongatie,
koopt chequeE, coupons, vreemd bankpapier
en specie voor de hoogste koersen
sluit verzekering tegen brand en
inbraak,
verzekert op het '.even, tegen invaliditeit
en ongelukken,
belast zich vorder met alles wat op het
kassieisvak betrekking heeft;
Houdt Donderdags te Schagen zit
ting in het Café van den Heer Oor-
ualia Ziidavrind.
belast zich met den in- en verkoop van
huizen, landerjjen en effecten
het bezorgen van kapitalen tot elk bedrag
op hypotheek, tegen borgstelling of in-pand-
geving van geldswaardig papier of levens
verzekeringpolis
het beleggen van groote en kleine kapi
talen op hypotheek
neemt gelden a deposito op voordeelige
voorwaarden
sluit levensverzekeringen, dadeljjk ingaande
ljjfrenten en verzekeringen tegen brand
schade.
Te spreken Donderdags te SCHAGEN
in „Cérèa" en Zaterdags te HOORN in
„de Keizerskroon" van 10 tot 1 ure.
Het goedkoopste adres voor
nieuwe en gebruikte Rijwielen,
Onderdeelen, Gaslantaarns, Banden,
enz. enz.
Gevulcaniseerde D u nl o p 6 and en,
13 maanden garantie.
Aanbevelend,
Bondsrij w iel hersteller,
K r e i 1, Gem. Barsingerhorn.
behoeft lijdende te zijn aan
indien men maar direct de
toevlucht neemt tot de allerwöge be
kroonde en wereldberoemde Superior,
Druiven-Borsihoning-Extract
uit de Kon. Stoomfabriek ,/DE
HONINGBLOEM" van II, M, van
Schaik Co., gevestigd te 's-Gra
venhage (Holland).
Verkrijgbaar in flacons van
f 0.40, f O.VO en f Ï.OO
bij alle HH. Drogisten en Comes-
tibleshandelaren, bij JS, JSMf&TiP-
te ^chaaresa, en bij
'Wh. Jtë.J.OttJBfiflAAIs te
icha^rbrnd.
ze mjj niet. Van een onbekende aannemen
verplicht tot niemendal."
Vervloekte armoede 1
„Eens, Siddy ééns hij wilde iets
stamelen groote beloften smeekbeden,
dat ze geduld moest hebben,
Siddy zag zijn groote opgewondenheid.
En ze hield het voor verstandiger, anders
op te treden.
Zjj wierp het hootd in den nek en vroeg
I op gekrenkten toon„Mij schjjnt het toe,
dat ge aan mijn onschuld twijfelt."
Zjj was van eerljjken toorn jegens hein
vervuld. Want voor haar was er maar
één begrip van onschuld. En ze durtde er
op te pochen, dat geen vlekje aan haar
reinheid kleefde niet het kléinste.
Voor haar gekrenkten toon smolt zijn
toorn weg.
Mjjn hemel ja, het lieve kind had het
recht, doodelijk gekrenkt te zijn. Zjjn hef
tigheid over dezen onzaligen rozenbouquet
moest er uitzien als twijfel. Het wAs
ook twjjfel. Want in deze diDgen is angst en
twijfel hetzelfde.
Siddy had hjj beleedigd haar, wier
reinheid en onschuld hij aanbad, dio zjjn
trots was.
„Vergeef me, mijn lieveling vergeef
me I"
Als overwinnaars bleven do vrouwen
achter.
Maar ze lachten hem niet achter den
rug uit.
WORDT VERVOLGD.