Brieven Dit de Maasstad.
lerpuUeii Beton-ijzer,
E.Br^ndsm^ Amsterdam.
SHIT BAKKES.
WESSftM fc&Al,
Landbou w-Crediet,
Heeren- en Kin
R. DE MO EL,
MAUAZ1JM VAM
HOOGZIJDE E 7. SCHAGEN.
ftpitflpaahlE Iwarte- të^antasie-^oslttrnp
T Dl 1D T Amsterdam, Bankastraat 3.
d t D li IJL Ju bfl., Hoorn, D'Ampte 2.
BERICHT!
SCHADEN.
deNatuur-V/ollen
Ondergoederen
De Vereen. Alg. Belang voorn.,
ADVERTENTIËN.
Groote keuze in uitsluitend
Alleen in verzegelde pakjes voorzien van boven
staand (gedeponeerd Handelsmerk, verkrijgbaar.
Door een groote verandering worden de
Burger s-R ij w i e 1 e n van nu af tot en met
December verkocht met 10 °|0 korting
Lijnzaadkoeken, merk „Ster" en w*
Alkmaar, Voordam C 13.
Helft,
Hoorn,
KapitaalKen millioen Hulden,
volgende adres verzonden aan den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid:
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen de Vereeniging Algemeen Belang
te Schagen, goedgek. bij K. B. van 5 Febr.
1901, No. 27 Stbl. v. 27 Febr 1901 no. 48;
dat zg zich de vrijheid veroorloofde bij
request d.d. 30 Juli 1902, waarvan een
afschrift hierbij gevoegd wordt, op enkele
noodzakelijke verbeteringen van het station
alhier aan te dringen bij den Raad van
Administratie der Holl. IJz. Spoorw.
Maatsch.
dat zij als eenig antwoord daarop heeft
mogen ontvangen„dat bij het in loco
gehouden onderzoek de noodzakelijkheid
dor wijzigingen in de inrichting van hot
station k costi, waarop door uwe vereeni
ging werd aangedrongen, niet zoo groot
bleek te zijn, dat zij de daaraan verbonden
aanzienlijke uitgaven zouden wettigen.
„Tot ons leedwezen kunnen wij daarom
aan uw verzoek niet voldoen."
dat echter naar de meening van adres
santen de verbetering van het station
Schagen een dringende behoefte is
en dat sommige verbeteringen zeer goed
zouden kunnen worden aangebracht zonder
dat daarvoor zulke kapitalen worden ver-
eischt, dat deze een bezwaar zouden
kunnen zijn voor de Maatschappij
dat na bovenbedoeld adres de Maat
schappij heeft gemeend, aan onze grieven
nog één te moeten toevoegen en wel deze,
dat thans alle reizigers verplicht worden,
om de controle te vergemakkelijken, door
de wachtkamers naar en van den trein te
gaan, zoodat men één hek en drie smalle
deuren, één daarvan wordt nog wel
door een veer dichtgeslagen moet pas-
seeren voordat men van het perron op
straat is, wat natuurlijk, vooral wanneer
men een rijwiel of andere bagage bij zich
heeft, een ontzaglijken last veroorzaakt,
zoowel voor hen, die deze bagage bg zich
hebben, als voor de passagiers die hier
mede worden gestooten of vuilgemaakt;
Redenen waarom onze Vereeniging de
vrijheid neemt, zich thans tot Uwe Excel
lentie te wenden met het eerbiedig ver
zoek, het wel daarheen te willen leiden,
dat aan het station Schagen enkele ver
beteringen worden aangebracht en dat
spoedig de nieuw ingevoerde zeer
hinder] ij ke contrólemaatregel
weer zal plaats maken voor een anderen,
die het publiek niet zooveel last en onge
mak veroorzaakt.
Hetwelk doende enz.,
FEISSER, Voorzitter,
M. VISSER, Secretaris.
In het vroeger aan de Hollandsche
IJzeren Spoorwegm. gezonden adres wer
den de volgende verbeteringen gevraagd,
die nu ook onder de aandacht van den
Minister zijn gebracht
le. de wachtkamers zijn op markt- en
andere drukke dagen te klein
2e. het publiek kan op drukke dagen
en oogenblikken niet spoedig genoeg aan
één loket worden geholpen;'
3e. het bagagelokaal, zijnde niet anders
en niet veel meer dan een portaal, dat
toegang geeft tot het kantoor, is geheel
onvoldoende
4e. de goederenloods waarin gewoonlijk
de goederen des nachts moeten worden ge
borgen, is veel te klein, om daarin de goe
deren naar behooren te kunnen plaatsen
5e. het perron is zóó kort, dat men thans
zeer dikwijls bij het in- en uitstappen daar
van geen gebruik kan maken
6e. overkapping ontbreekt geheel, zoo
dat men zich steeds bij slecht weder bij het
in- en uitstappen met zijn bagage aan
regen en wind moet blootstellen.
Het adres is, behalve door het Bestuur
van Algemeen Belang, ook nog onderteekend
door een flink aantal notabelen uit Schagen
en omliggende gemeenten.
We hopen van harte, dat deze poging om
verbetering te brengen aan ons station, met
een goeden uitslag mag worden bekroond.
000—
Het is een zielige tijd voor een chroniqueur
van Rotterdamsche aangelegenheden. De
twee dingen, die het gulst en het dank
baarst aanvaard, reden tot mopperen gaven
de twee steenen des aanstoots zijn uit den
deur.
„Kom binnen."
Hij volgde haar uitnoodiging.
Haastig liep ze voor hem uit, haar stap
was zoo zenuwachtig, haar houding zoo
gebogen, zoo slap. Zg, de bedaarde vrouw,
scheen zoo opgewonden. Eerst in de kamer
kon hij haar in 't gelaat zien.
Schrik, die dadelgk in verlegenheid
veranderde, greep hem aan.
Wat zag ze er uit 1 Geel. Dood-vermoeid.
Koortsachtig. Haar oogen gloeiden.
Veranderde die zwarte japon haar zoo
Was het het verdriet?
Maar waB dit verdriet niet dwaas
Plotseling begreep hg het: zij had zich
niet geschminkt. Haar gelaat had het mas
ker der jeugd afgelegd.
„Zij is doodzeide Carolyne.
Hennegall drukte hare hand, die zij
hem toestak. Het was een heete, droge
hand.
„Het heeft u zeker erg doen ontstellen?"
„O neen ja tochdat wil zeg
gen ik kende Nicoline Wallraven zeer
weinig. Maar mjjn man
„Mag ik het adres van uw man weten,
opdat ik hem mijn deelneming betuige
„Zeker. Ja. Doe dat."
Zg liep rusteloos heen en weer. Zij dacht
er niet aan, hem tot zitten uitte noodigen.
Het volmaakte beeld van angst, dacht hg.
„Zal de geheimraad lang wegblijven?"
vroeg hij.
„Zeker niet. Daar tante Nicoline nu dood
is, "behoeft hij slechts tot na de begrafenis
te blgven. Misschien heeft hy nog het een
en ander te doenhg erft. Hy erft
veel geld. Hg is dan van zichzelf een
rijk man."
weg. De stoomtram mag niet meer in het
drukst bevolkt deel van onze stad rgden
en het erbarmelijk dempwerk aan den
Coolsingel wordt in staat van fatsoen
gebracht.
Er is in onze stad nu letterlijk niets
meer te klagen overgebleven, waarom ik
zeer ijverig belangstel in de onderwerpen,
die de raadsleden bij de aanstaande begroo-
tings-behandeling ter sprake zullen brengen.
Het komt me zoo voor, dat we ditmaal
de geheele begrootiDg in één middagje
wel kunnen afdoen.
De stoomtram is wèg. Er reden Maandag
morgen een stel opgeknapte oude Keulsche
tramwagens met een paard er voor van de
Van Oldenbarneveldtstraat heen, zoo rustig
jes, zoo gemoedelijk, dat zelfs de meest
schrikachtige kinderjuffer niet meer ver
vaard zal wezen, als zij dit modern
vervoermiddel op tien pas afstand ont
dekt.
Vroeg in den heugelgken morgen, den
eersten tramwagen na, ben ik den Nieuwen
Binnenweg opgewandeld om een impressie
op te doen van het veranderd aanzien der
zoo lang gemartelde wijk. Er hingen geen
vlaggen uit, maar de vriendelijke gezich
ten der kalm wandelende voorbijgangers
gaven meer feestelijk-vroolijk aspect,
dan een heele pavoiseering had kunnen
geven. Er was zooveel dankbaarheid in het
Westen. De moeders stuurden hun kinde
ren weer de straat op om te spelen, met
de boodschap, dat zij niet eens angstvallig
op het trottoir behoefden te blijven. En in
den benarden stoomtramtijd grendelden zy
hunne deuren met knippen en kettingen
«n leien een hond er bij om de kinderen
zonder geleide weg te blaffen.
Ik zag menig raam opgeschoven en op
menig gelaat blonk een dankbare lach. De
heer raadslid A. den Held Jr., die óók vroeg
op 't pad was om den boel te inspecteeren,
werd hier en daar uit een derde verdie
ping toegejuicht, en toen later op den dag
de heer De Klerk verscheen, werd zijn
hand meermalen tersluiks gegrepen en met
tranen van dankbaarheid bedruppeld.
En deze beide heeren hadden nog maar
alleen gestemd voor de afschaffing van den
stoomtram-in—de—bebouwde-gemeentekom
wanneer de man, die het voorstel deed, de
heer Mr. Schenkenberg van Mierop, zich
vertoond had, ware hij er zonder een warme
ovatie van de sa&mgestroomde menigte niet
afgekomen.
Het kan bijwijlen zoo genoeglijk wezen,
lid van den gemeenteraad te zijn, wanneer
men de dankbaarheid des volks om zijne
goede daden zoo diep in aller hart gegrift
weet.
't Was een mooie dag voor het Westen,
deze twaalfde dag in October. Er viel geen
enkel ongeluk voor en vrede was allerwegen
's Avonds heb ik de reis nog eens ge
maakt, om me wederom te verheugen in
het geluk van mijn medevolk. En zooveel
tevredenheid ontwaarde ik, dat een lichtelijk
nijdig, althans ontstemd gezicht me wreed-
pijnlijk trof. Zijn er dan altijd ontevreden
menschen in deze mooie wereld Deze barre
vraag verduisterde mijn van optimisme bla
kend gemoed.
Mooi weer vrind, zei ik, ongerust.
De wonderlijke man, hij was een winkelier
en stond vóór zijn deur een luchtje te
scheppen, antwoordde zonder geestdrift, dat
't nog al wel schikte, maar dat 't wel weer
zou gaan regenen.
Deze mededeeling heb ik in dezen natten
zomer méér gehoord, maar zij heeft mij
steeds gegriefd. Er Is veel regen gevallen
dag aan dag en heele nachten lang. Maar
éls het dan eens droog was, tot wiens
plezier moet dan zoo'n pessimist het zonnetje
uit den blauwen hemel weg-kijken en pro-
feteeren, dat we 't niet lang zóó houden
zullen Een mensch is een wezen van een
oogenblik en hij doet vaak, of hij voor alle
eeuwen in den bodem is vastgegroeid. Zie
daar een mooie gedachte voor een scheur
kalender.
Waarom neemt hij het oogenblik van
geluk niet zóó als het is en moet hij 't altijd
bederven, door oogenblikken van ramp als
aanstaande te voorspellen
Mijn winkelier zei dus, dat we regen
mochten verwachten, waarop ik hem vroeg,
of hij niet blij was, dat de stoomtram ein
delijk was opgeruimd.
En daar ging de man aan den gang
Wat een onzin dat was, om een zoo
snel en zéker verkeersmiddel op te
ruimen. Menschen die niet uit kunnen kij-
mnawa»»nMnMiiiiii»aiiiii, ..na
Wigus had de gedachte van alle arme
drommels, wanneer zij hooren dat rijke
menschen nog meer erven. Een weinig
bitterdat hij het meer noodig gehad had
dan deze menschen, die reeds in weelde
zich konden baden.
En zeer verwonderde het hem, dat Caro
lyne daarover sprak. Het kon haar, dacht
Wigus, niet anders dan zeer aangenaam
zijn, dat het schitterende leven niet meer
in hoofdzaak van héér geld betaald moest
worden.
En nog eenmaal zeide zij, als was het
alleen voor haar bestemd Hij wordt een
rjjk man."
„U gaat naar de begrafenis
Uit haar nadenken opgeschrikt, zeide zg
„Zeker, zeker. Hedenavond. Het is ook
mijn plicht. Mijn man zal mij niet aan zijn
zijde zien ontbreken. Ik wil het wagen."
Plotseling trad ze vlak voor hem, en
greep zijn beide handen.
„Ik kom met mijn man terug. Dan volg
ik dadelgk Olga zij vertrekt vanavond
naar Viareggio. Mgn man wil het zoo. Het
is beslist. Wij zien elkaar in Fiorence
weder. Ik wil u iets zeggenGij, niet
waar, zult het mg vergeven, wij zgn vrien
den, niet waar
Zy stiet er deze woorden gejaagd uit.
Wigus keek in haar brandende oogen.
Hij zag haar van opgewondenheid en angst
verwrongen gelaat.
Hij had blind moeten zijn, om niet te
begrijpen, dat er in deze vrouw iets onge
hoords omging.
„Rekent u op mg. Beschik over mg",
zeide hg eenvoudig maar met zulk een
heiligen ernst, dat zy voelen moest, dat
deze man bereid was, alles voor haar te
ken, of niet uit den weg kunnen, moesten
zich dan maar niet in de kou wagen. Wat
hebben ze geleuterd van gevaarhg
woonde sinds '92 op den Binnenweg en hg
was nóóit overreden en zgn vrouw en kinderen
óók niet. 't Lgkt nou wel een sterfhuis
hier, zóó stil en zóó benepen is 't. D'r
hangt waarachtig een begrafenislucht. Niets
hoor je meer. Vroeger hoorde je 't vroolgk
tingelen van de machinebei en 't aange
naam toeteren der conducteurshorens. Nu
schuift zoo'n paardentram als een begrate-
niswagen voorbg. Die eeuwige mopperaars
bedierven alles, letterlijk alles. En dat 't
maar goed was, dat de anti-revolutionnairen
de baas werden, want het was met zoo'n
liberaal bewind niets gedaan.
De man was in één woord woedend, om
dat ze 'm de stoomtram ontnomen hadden.
Ik trachtte hem te troosten met de ver
zekering, dat er eerlang wel een electrische
tram zou komen en dat dus 't gevaar,
waarnaar hij te haken scheen, wel terug
zou keeren maar de man was niet te
troosten.
Eér de electrische tram d'r is, zijn u
en ikke al lange dood meneer, zei hij. En
diep in mijn ziel moest ik dezen profeet
gelijk geven.
Zwijgend vervolgde ik mijn Binnenweg,
peinzend over de zonderlinge wendingen,
die menschengeesten naar aanleiding van
éénzelfde geval nemen kunnen. Midden in
al de vreugde over 't verdwijnen van het
schandelijk moordwerktuig, gelijk de stoom
tram zachtaardiglgk op de anti-stoomtram-
mersvergadering genoemd is, stond zoo'n
gallig mensch zgn ontevredenheid te luchten.
Ik haastte mij van het veld van eer des
stoomtrams weg, om nog even een blik te
slaan op het graf van het andere veel-
bekritiseerd euvelop den aanleg van het
Singelplein.
Daar werkten drie of vier man van
gemeentewerken met waarlijk ontzaglijken
ijver. Ieder hunner had een schop in de
hand en groef het zand, dat nog onlangs
is neergegooid en dat pas aan 't zakken
was gegaan, weer over breede en diepe
kuilen weg. Op twintig en meer plaatsen
had in 't plaveisel een vijverachtige water
plas zich neergestrekt en daar reden trams
door, dat het water hoog opspatte tegen
de wielen en aan hun oevers speelden
kwajongens, 't Leek, of natuur, vergramd
over 't dempen van den pittoresken Singel,
doende was hem weer in oude glorie te
herstellen.
Mijn humeur was door den Binnenweg
man bedorven en ik stond dus niet zonder
ontevredenheid de werken aan te staren
in hun zeer deplorabelen armoedigen staat.
Wanneer ik des morgens gekomen was,
in de roes mijner voldaanheid, had ik
zeker geoordeeld wat ik nu, terwijl ik dit
schrijf, weer doe, dat Plaatselijke Werken
op het gedempte plein bezig zgn een
werkelijk fraaien en royalen aanleg te
bezorgen, dat 't moeilijk beter en practi-
scher had gekund en dat, als eenmaal
deze aanleg gereed is, in niet zooveel
gemoederen de spgt om den Singelmoord
de worsteling met de ingenomenheid om
het aldus verkregen gross-stadtisch plein zal
overleven.
Maar de mensch critiseert, naar zgn
stemmingen zijn. Ziedaar alweer een
scheurkalender-gedachte. En nu we tot
2 Januari gevorderd zijn, kunnen we 't er
voor heden bij laten. D.
Aanbevelend, R. "DE MORE.
zijn beslist waterdicht, kunnen nooit verzakken of scheuren, zijn veel
mooier, sterker, goedkooper en voel vlugger gemaakt dan van Metselwerk
en worden geleverd met 5 jaar schriftelijke garantie.
Prijsopgaaf grralis door geheel Nederland.
TH AD MARK
In het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op de Stoitehnit IPf*****
s f oer V, Vil«
13
WOKHEïiWEKit. Opgericht 1765.
KONINKLIJKE FABRIEKEN.
Voedert uw Vee met de zuivere murwe
uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte en grootste voedingswaarde.
E e r e-D i p 1 o m a Parijs 1900. Negen gouden medailles.
W van
doen.
En zg gevoelde het ook. Haar hand
drukte de zgne vast. Het was, als wilde zij
daarmede zeggen ik geloof u.
Maar nog zweeg zg. Zg streed met zich
zelf.
Kreten van vertwijfeling klonken in haar
hartBewaak hem. Zeg mg, of hij mij be
driegt 1 Met wie hij mij bedriegt
Maar haar trots sloot haar nog den
mond en hield de woorden van haar lippen
terug.
„Wilt ge een ellendige worden zeide
deze trots. „Voelt ge niet, dat ge eerst
werkelijk ellendig wordt, wanneer ge u zoo
vergeet, dat ge bem bewaken laat. En hoe
klein maakt ge je in het oog van dezen
jongen man, die tot op dit uur in vereering
tegen je opziet."
Zij keek Wigus Hennegall aan, onder
zoekend, vragend of hg haar werkelijk
verachten zou, als ze een dergelijke vraag
tot hem richtte.
En zij ontmoette den open, vasten, ern-
stigen blik der groote, grijze oogen.
En op eenmaal viel het haar in, dat zg
gister op deze plaats, door middel van een
vromen leugen, dezen jongen man een wel
daad had willen bewijzen en hoe zijn een
voudige trots juist toen zoo helder naar
voren getreden was.
Een laatste strjjd in leed en bitteren
angst.
Toen gelukte het haarhaar eigen
trots en ook de achting voor dezen jongen
strijder hielpen haar.
Zg bleef overwinnares van haar onwaar
dige gedachten.
„Ik stamelde zg, „ik wilde u slechts
vragen, wanneer ik weg ben, zeer veel mgn
ilOOllb-llOLLAil lll€K
VOravenha^e,
Molenstraat 45.
Koornmarkt 99.
Kaasmarkt 16.
geheel geplaatst en volgestort.
De VENNOOTSCHAP verleent Credieten, neemt gelden in deposi
to, belast zich met den aan- en verkoop van effecten en con-
pons, sluit beleeningen en prolongatiën en verricht verder alle
werkzaamheden, tot het Kassiersvak behoorende.
Staat op 30 September 1908.
Loopende Credietenf 8,537.807.09
Deposito'sH73.576.405
Keserve130.O34.17
Jhr. Mr. P. VAN FOREEST, j. F. MOEN8,
Vice-President-Commissaris. Directeur.
man op te zoeken
Zij had iets anders willen zeggen en
vragen. Dat begreep hg. Wat verzweeg zij
Welk geheim lag daar in het hart van
deze vrouw, die ongelukkig was zeer
ongelukkigdat zag en begreep hij.
Voor de eerste maal. Maar tegelijk zag hg
ook haar vurige liefde voor haar echtge
noot Daar stond die Helde voor hem,
naakt, sidderend, verterend in onbekend
lgden.
Hoe zonderling 1 zg bezat, en leed toch....
En hg, die leed omdat hij verloren had,
hg begreep niet hoe dat mogelijk was.
Hg waagde het niet, van eigen leed te
spreken. Hij had opheldering moeten geven.
Nadat hij tegenover Carolyne eenmaal ver
trouwelijk geworden was, nadat hg zooveel
van zgn eigen leven had gebiecht, had hij
ook alles moeten zeggen. Deze strenge,
edele vrouw zou niet van Siddy het slechte
denken Dat lag te ver van haar
Hoe zou Carolyne, die Siddy niet kende,
haar gericht hebben
Hij had met zijn beste gevoelens een
godin begeerd, en nu begrepen, dat zij
slechts een gewone vrouw was.
Het heete bloed zjjner jeugd had hem,
als zoovele mannen, tot een Don Quichot van
den hartstocht gemaakt. Maar omdat het zgn
I eerste ervaring was en omdat hij als een
eenzame geleefd had, zoodat andere
ervaringen verre van hem waren gebleven,
geloofde hg, dat het iets ongehoords was.
Geloofde hij, dat een dergelijke dwaling
zijn mannelijkheid schaadde.
De vrouw en de jonge man zaten nog
langen tijd bg elkaar. Hun zielstoestand
maakte het hun moeilijk, zich van elkaar
te scheiden. Zg voelden zich door een
diepe en reine naastenliefde verbonden.
Het bewustzijn van gelijk lgden en het
medelijden ketenden hen eng aan elkaar.
Eerst in dit uur werd Wigus Hennegall,
zonder het te merken, een deel van het
leven van Carolyne. En toch scheiden zij
tenslotte zonder elkaar hun smartelijke ge
heimen te hebben meêgedeeld.
HOOFDSTUK VIII.
Na dezen dag braken er rjjke weken
voor Wigus Hennegall aan.
Niet de snelle en onrustige rjj van
j uiterlijke gebeurtenis senbrachten dezen rijk
dom. Hem schenen al die gebeurtenissen
j slechts onverschillige zaken.
Eerst veranderde hg van woning. Nog
op het oogenblik, dat hij het huis zou ver
laten, sidderde hij ervoor, dat Siddy een
poging zou doen om zich met hem te ver
zoenen. En tegelijk was er in het binnenste
van zgn hart de hoop, dat ze het zóü
doen Het was zeker, dat hg zich het
genot zou gunnen, haar zgn verachting
voor de voeten te werpenhet was
echter toch verlangen, een ziek verlangen,
dat hem zenuwachtig maakte.
Maar Siddy scheen van den aardbodem
verdwenen. Slechts haar moeder zat met
gckromden rug, de naald ijverig op en
neer halend, van 's morgens vroeg tot
'8 avonds laat voor het raam.
Wigus had een kleine woning gehuurd
in het noorden van Berlgn, twee kamers
met een keuken. Voor moeder en Lena de
eeDe, voor zichzelf de andere kamer. Tot
half Augustus moest dat maar voldoende
zgn. Dan ging hij weg en hadden de
vrouwen meer ruimte voor zich.
WORDT VERVOLGD.