nis
Zondag 25 October 1905
47ste Jaargang No. 3883
EERSTE BLAD.
Veemarkten te Sch.agen.
Woningwet.
Herhalingsonderwij s.
Fragmenten
Een verkiezing in het begin
der 18e eeuw.
Loting Nationale Militie,
INGEZONDEN.
Buitenlandscli Nieuws.
Politiek overzicht der week.
COURANT.
Alurtsiiie- k Lüïflliiillil.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureauSCMAGKtf, Laan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker J. W 1 X 14 E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTËNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26 iedere regel meer 5ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Gemeente Scliagen.
BEKENDMAKINGEN.
o—o
Openbare vergadering van den RAAD der
gemeente Schagen, op Dinsdag den 27
October 1903, des voormiddags ten 10 nar.
Punten van behandeling zijn
1. Ingekomen stukken.
2. Gemeentebegrooting, dienst 1904.
Schagen, den 21 October 1903.
De Burgemeester,
H. J. POT.
-ooo—
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter algemeene kennis, dat de keu- i
rlngeu van het ter markt aangevoerd wordend
vee, bij golegenheid der groote koemarkten
op 29 October, 5 en 12 November a.s niet
zullen aanvangen vóór des morgens te v ij f
uur.
Schagen, den 23 October 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN, l.-S.
ooo
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen herinneren de ingezetenen, dat het
krachtens de in werking getreden Woning
wet VERBODEN is
lo. zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders een gebouw
op te richten of geheel of voor een
gedeelte te vernieuwen;
2o. zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders krachtens eenig
zakelijk recht tot woning in gebruik
te nemen of als eigenaar of in eenige
andere hoedanigheid tot woning in ge
bruik te geven een gebouw of een
gedeelte van een gebouw, laatstelijk
niet als woning gebezigd;
2o. zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders een ter tijde
lijke bewoning bestemde loods, keet,
tent of soortgelijke inrichting ter bewoning
te bezigen.
Zij vestigen verder de aandacht op het
volgende
lo. drie of meer meerderjarige
ingezetenen eener gemeente kunnen bij
het Gemeentebestuur een met redenen om
kleed ongezegeld bezwaarschrift indienen,
betreffende een of meer woningen, die, b 1 ij-
kens persoonlijk onderzoek, hetzij
wegens niet-inachtneming dor Bouwverorde
ning, hetzij uit anderen hoofde, o n g e-
s c h i k t ter bewoning zijn of waarbij het a a n-
b ren gen van bepaaldelijk aangeduide
verbeteringen noodzakelijk is
2o. een dergelijk bezwaarschrift kan wor
den ingediend door het hoofd van een
gezin of een afzonderlijk levend
persoon, betreffende de door hem
bewoonde woning.
Schagen, den 23 October 1903.
De Secretaris, De Burgemeester,
ROGGEVEEN, l.-S. H. J. POT.
000
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen maken bekend, dat voor degenen,
die het gewoon lager onderwijs, hetzij op
eene openbare, hetzij op eene bijzondere school,
hebben genoten, in de lokalen der openbare
lagere school, gelegen aan de Loet, wijk E.
nummer 18, gelegenheid bestaat tot het ont
vangen van herhalingsonderwijs.
Dit herhalingsonderwijs wordt gegeven voor
jongens en meisjes, iederen Maandag, Dins
dag, Woensdag en Vrijdag, gedurende de
maanden November, December, Januari en
Februari, des namiddags van zes tot acht
uren, en strekt zich uit over do volgende
vakken: 1. Nederlandsche taal, 2. reke
nen, 3. kennis der natuur, 4. aardrijks
kunde, 6. geschiedenis.
Voor het genieten van dit herhalingsonder
wijs zal een schoolgeld worden geheven van
20 cent per maand en voor kinderen van
minvermogenden van 10 cent per maand.
Kinderen van onvermogendon zullen het
herhalingsonderwijs kosteloos mogen genieten.
Ontvangen twee of meer kinderen nit het
zelfde gezin gelijktijdig dit onderwijs, dan
zal dit schoolgeld 16 cent per maand voor
ieder kind bedragen.
Ouders of verzorgers, die hunne kinderen
het herhalingsonderwijs wenschen te laten
volgen, worden verzocht daarvan vóór 28
October 1903 aangifte te doen bij het hoofd
der openbare lagere school.
Schagen, den 19 October 1903.
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN, L. S.
UIT
16.
Het ia Nieuwjaarsmorgen. Helder klinken
de kerkkloktonen in de frisache winterlucht
den af en toe kraakt de sneeuw onder de
wielen van chaisen of speelwagens, die de
bevolking van Schagen's naaste omgeving
ter kerke voeren.
In de herbergen wordt gestald ea iD de
gelagkamer gaan de mannen eerst nog een
pijp rooken (gouwenaars en het blinkend
comfoor lagen reeds vroeg in den morgen
op hen te wachten), terwijl onder de vrouwen
het zilveren reukdoosje ijverig van hand
tot hand en van neus tot neus gaat.
Het komt ons voor, dat het buitengewoon
vol is vandaag en aan een boertje, dat er
nog al schrander uitziet, vragen we naar
de reden daarvan. Want dat er iels bijzon
ders moet wezen, schijnt zeker.
We vernemen dan ook, dat er vandaag,
evenals op iederen Nieuwjaarsmorgen, een
verkiezing zal plaats hebben. Volgens de
oude privilegiën, zoo hooren we nu verder,
moeten er vijftig kiesgerechtigden zijn,
maar in de laatste jaren zijn er zelden
zelfs maar veertig. Zijn deze kiesgerechtig
den (raden of leden der Vroedschap ge
noemd) eenmaal gekozen en beëedigd, dan
blijven zij kiezers voor hun heele leven,
tenzij ze door verval van staat of door
vertrek naar elders, hun poorterschap moch
ten verliezen.
Inmiddels luidt dé klok ten tweeden male
en de buitenmenschen begeven zich ter
kerke, waarheen ook Schagen's eigen bur
gerij zich nu opmaaktde mannen op breede
muilen of schoenen met zilveren gespen en
zilveren kuitgespen terzijde van de korte
broek, de vrouwen met het zilver- of goud-
gekramde kerkboek in ds rechter-, de met
kunstig snijwerk versierde kerkstcof aan
het biinkend-geschuurde koperen hengsel,
in de linkerhand.
Zoodra de laalste klokketoon is weg-
gegalmd, treden ook de kiesgerechtigden
statig uit de consistoriekamer de kerk in, en
nemen plaats in het koor, waarop een toe
passelijke predicatie gehouden wordt naar
aanleiding van Exodus XVIII: 21 Doch
Siet gij omme onder alle den
Volke, naar Mannen, God vree-
zend e, waarachtige ManneD, de
gierigheid hatende: stelt ze
over hen, Overste der duizen
den, Overste der honderden,
Overste der v ij ftigen, Overste
der tienen.
Na deze predicatie worden de namen der
kiezers afgelezen ea de kiesgerechtigden
in zeven groepen verdeeld. Van den oudsten
aftredenden schepen ontvangt daarop de
voorzitter voor iedere groep evenveel boonen,
als er leden in die groep zijn, maar daar
onder steeds één zwarte. In het geheel zijn
er dus zeven zwarte boonen aanwezig. Al
die boonen worden in een fluwee'en zakje
gedaan, sierlijk met goud- en zilverdraad
doorstikt en getooid met het wapen van
Schagen.
Inmiddels heeft de voorzitter plaats ge
nomen op een verheven gestoelte, midden
in het koor, en de kiezers of boonluiden
trekken in statigen gang het Koor om en
nemen één voor één een boon uit het zakje,
dat plechtig dooi den voorzitter wordt op
gehouden.
Met de personen die de zeven zwarte
boonen getrokken hebben, begeeft zich
thans de voorzitter naar buiten, op de
kerkeroester; om hun op wettelijke wijze
den eed af te nemen, nadat de secretaris
het eedslormulier heeft voorgelezen, luidende
als volgt
„Dè,t zweren wij, uit elk zevende deel te
zetten twee Goede ManneD, tot veertien in
't getal, en dat van de rijksten en vroed-
sten die wij kunnen vindenmannen om
geen overspel berucht, noch verdacht van
eenige kwade practijken en die niet gewoon
zijn zich dagelijks dronken te drinken.
Dit zweren wjj mede, dat wij niet zullen
aanzien vrienden of magen, maar keuze
zullen doen naar ons beste verstand en
wetenschap."
Plechtig klinkt het daarop achtereen
volgens uit ieders mond„Zoo waarlijk
helpe mij God Almachtig
Thans begeveD zich d9 secretaris en de
zwarte boon trekkers in de consistorie en
maken, naar het aloude gebruik, een
„gcqaalificeerd Perzoon" tot Heemraad,
voor den tjjd van een jaar, wiens ambt
het is, dat hij niet alleen met den dijk
graaf en drie andere heemraden van elders
djjkschouw zal houden, maar ook recht
spreken en vonnis wijzen en voorts al
datgene te doen, hetwelk van rechtswege
behoort gedaan te worden.
Nadat de Heemraad gekozen is, wordt
door de zwarte boonluiden een voordracht
van vier personen opgemaakt, waaruit de
oude schepenen van het vorige jaar twee
personen kiezen tot burgemeesteren, die
met den president-burgemeester van het
vorige jaar een driemansscbap vormen, dat
het beleid en gebied heeft in alle politieke
zaken, de administratie voert over alle
goederen en bezittingen der stede van
Schagen, alsmede over der stede inkom
sten en uitgaven en aan hetwelk daaren
boven de welstand en de „bewaringe" der
plaatse wordt toevertrouwd.
Eindelijk nog maken de zwarte boon
mannen een voordracht van twee personen
uit elk zevende deel der kiesgerechtigden,
tezamen alzoo van veertien personen, waar
uit de voorzitter verplicht is, voor elk
zevende deel er één te kiezen, die als
Schepen zitting zal hebben voor een jaar.
De taak dezer Schepenen zal zijn de
administratie van de rechtspraak, zoowel
in crimineele als in civiele zaken vonnis
te wijzen tusschen dan man 6n zijn partij
en tusschen twee mans Dingtaleden
Weledelen Heere en stede van Schagen
gehouw en getrouw te wezen de hand
vesten en andere beschreven rechten en
statuten te onderhouden en weduwen en
weezen voor te staan, te beschermen, en te
helpen tot hun goed recht. Daarenboven
hebben zij met den Schout te keuren en
te schouwen tot dos Heeren eere, nut,
oorbaar en profijt, alsmede van der stede
Schagen en voorts te doen al hetgeen
goede Schepenen schuldig zijn te doen.
o
Ea hierbij zullen we het, voorloopig
althans, moeten laten. Onze aanteekeningen
omtrent Schagen's verleden zijn grooten-
deels uitgeput. Wat ons nog rest, zijn
slechts losse notities, niet geschikt om tot
een fragment van eenigen omvang te
worden uitgewerkt.
Het is ons echter gebleken, dat de tot
heden verschenen fragmenten van Schagen's
geschiedenis door velen met belangstelling
werden ontvangen. Mochten ons dus in
verloop van tijd nog andere en meer be
langrijke gegevens ter beschikking komen,
dan zullen wij gaarne nog eens een reeks
van nieuwe fragmenten beginnen.
En hiermede den lezer heil en Schagen
alles goeds
Amst. S. J. van Heystbrvelt.
te SehageE, Vrijdag 23 Octb. 1903.
ooo
Gemeente SCHAGEN.
Aantal lotelingen 25.
LotiDgsnummer 1 Jb. Berkhouwer broe-
derdienst, 2 Th. Castricum, 8 D. Kuiper,
4 A. Prins, 5 S. de Groot lich. gebr. 6 Jb.
Kant broaderdienst, 7 N. Baars dito, 8 J.
Rentenaar, 9 J, Floor, 10 J. J. Weel,
11 D. den Adel, 12 G. Snijders, 13 W.
Roggeveen, 14 D. Hart broaderdienst,
15 C. Noot, 16 M. A. Kroone broederdienst,
17 C. Dekker dito, 18 J. E. Flumans,
19 J. de Jong, 20 J. Tesselaar broeder-
dienst, 21 B. M, Dekker, 22 Jb. Peper.
23 Th. L. Overtoom, 24 L van Rjjswijk
broederdianst, 25 J. E. Feisser oogen,
Gemeente BARSINGERHORN.
Aantal lotelingen 19.
Lotingsnummer IJ D. D. Westenberg,
2 0. Dissel, 3 J. v. Twuijver, 4 A. Vis
oogen, 5 D. Keizer, 6 C. Schenk maag
kwaal, 7 P. Koomen, 8 N. C. Wagemaker,
9 K. Keetman, 10 P. Gons, 11 C. Scher
mer, 12 J. Struif, 13 P. Liefhebber, 14 Jb.
Schoon oogen, 15 P. Strijder, 16 C. v. d.
Klooster te klein, 17 A. Droog, 18 F. Krap,
19 S. Jonker.
Gemeente HARINGCARSPEL.
Aantal lotelingen 19.
Lotingsnummer 1 J. Biersteker broeder-
dienst, 2 A. Kuiper, 3 A. Manneveld,
4 J. Brommer, 5 C. Jansen kromme arm.
6 W. Broeraen, 7 W. Korver oogen, 8 P.
Blokker, 9 C. Kruijer, 10 G. Kamper broe
derdienst, 11 H. Slikker dito, 12 G. Bruin,
13 N. v. Ophem, 14 J. Groen. 15. D.
Schermerhorn, 16 P. Schouten, 17 L Groen,
18 G. Dekker broederdienst, 19 M. Rezel-
man dito.
Gemeente SINT MAARTEN.
Aantal lotelingen 12.
Lotingsnummer 1 T. Rens oogen, 2 F.
Groet broederdienst, 3 K. Boontjes,
4" M. H. K. Slot oogen, 5 C. J Appel,
6 J. Witlok, 7 Jb. Schoorl, 8 H. E Hek
kens, 9 Jb. v. Dok, broederdienst, 10 G.
Kos, 11 Jb. Peetoom, 12 A. P. Biaauw.
Gemeente ZIJPE.
Aantal lotelingen 45.
Lotingsnnmmer 1 Jb. Kooij scheeve heu
pen, 2 Jb. Klaver spraakgebrek, 8 P. G.
de Wit, 4 J. Klaaver, 6 A. J. de Wit,
6 A. Mosk doof, 7 W. Jongerling, 8 P.
van Eten, 9 S. Eriks broederdienst. 10 M.
de Gooijer te klein, 11 E. Roos, 12 P. Tuin,
13 J. de Wit, 14 W. P. de Wit, 15 J. J.
Ruis, 16 J. de Leeuw lich. gebr., 17. J. Stip-
kes, 18 J. Blom lich. gebr., 19 G. Doorn
broederdienst, 20 N. J. Bakker, 21 P. Bos
lich gebr. 22 P. Bakker in dienst, 23 P.
Ursem, 24 W. Slikker spraakgebr, 25 A. de
Waard, 26 D. Boekei, 27 P. Schilder broe
derdienst, 28 A. Schoorl kromme beeDon,
29 C. Dalenberg broederdienst, 30 C. Kui
per, 81 M. de Vries gevoelige huid,
32 M. P. de Wit, 33 J. Struijf oogen,
34 P. Oom, 35 G. Bakker, 36 C. 'P. Sin-
nige lich, gebr. 37 P. Kooij, 38 A. Hoek
broederdienst, 39 C. v. d. Werf te klein,
40 C. Bakker, 41 A. Breed, 42 A. Rens,
43 M. de Leeuw, 44 Jb. Slikker, 45 J. B.
Middelie.
Gemeente CALLANTSOOG.
Aantal lotelingen 12.
Lotingsnummer 1 A. Luwens, 2 J. Schou
ten, 3 A. Bakker broederdienst, 4 D. Hoorns-
man idem, 5 S. Spierdijk, 6 W. Zeeman, 7 P.
Zander, 8 K. de Boer te klein, 9 P. Dissel,
10 S. Weij, 11 P. de Boer, 12 A. Noord-
strand.
Gemeente ANNA PAULOWNA.
Aantal lotelingen 31.
Lotingsnummer 1 Jb. Vlaming, 2 D. de
Jong broederdienst, 3 W. A. Geevers,
4 H. van Doorn, 5 F. Hoppe, 6 J. Tijsen,
7 G. Hollander, 8 G. van Teulingen, 9 P.
van der Bijl, 10 G. Korver, 11 C. Tiol
broederdienst, 12 L. Visser broederdienst,
13 J. Jonker, 14 W. Phiiipsen broederdienst,
15 J. Koomen, 16 D. Bruin, 17 K. van
Zandwijk in dienst, 18 W. Beenema, 19 L.
Kraanenburg broederdienst, 20 P. Hof
broederdienst, 21 J. Volder, 22 G. Hoog-
schagen broederdienst, 23 A. van Ekeren
doof, 24 J. Blaauboér, 25 P. Michielsen,
26 M. de Smit, 27 C. Tuinman, 28 K. A.
Heiligenberg in dienst, 29 J. Cornelissen,
30 M. Aris, 31 A. Schenk in dienst.
Gemeente WIERINGÏÏRWAARD.
Aantal leteliDgen 7.
Lotingsnummer 1 Jb. Kater, 2 L. Raven,
3 J. F. Blaauboér, 4 L, Blaauboér, 5 J.
Buis, 6 N. Boon, 7 J. de Wit.
(Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Geachte Redactie.
Een klein plaatsje zult u me nog wel willen
toestaan naar aanleiding van het ingezoadene
door den heer Raat.
Bij inzending van mijn stukje voorspelde ik
al aan andere kleinen, bestrijding uit
Schagen en ik zag jnist.
Waardeerende de waardige wijze van debat,
zoo meen ik toch, dat het standpunt niet juist is,
wantin hoofdzaak is het een verdedigen van
Schagen's belangen tegenover die van
m ij n e plaats. En versterkt word ik in mijne
meening, dat de motor moest zijn een
Schager ondernoming met zoo noodig Schager
stenn. Uwe cijfers, mijnheer Raat, betwijfel
ik nietzeggen doen ze mij niet anders dan
dat ik, wat het vervoer Barsingerhorn betreft,
faalde. Overigens doen die cijfers in ver
band met de herhaalde hulpkreten mij denken
aan den handelaar, die het o zoo goed had,
een delbiet van beteekenis, maar, het toch niet
kunnende houden, sprak ja't ging best, maar
zie je, die wissels hebben me genekt. En het
nemen van preferente aandeelen door vele
kleinen hier, zegt men ze durfden het niet
laten. Zoo kunnen wij, de kleinen, erg-kleinen,
erg-afhankelijken, geen naam noemen, zoolang
het spreekwoord van n weet welhet kersen
eten, niet geheel zijne beteekenis heeft verloren.
Maar ter zake de subsidie werd gegeven
voor het heelemaal alleen liggende
Kolhorn, men leze het verslag van destijds,
en voor Barsingerhorn behoefde zulks niet. En
w 1 geld voor den motor, die niet aan de
verwachtingen beantwoordt en Kolhorn be
nadeelt, (mede-oprichters weten zulks zoo goed
als ik) en geen geld kunnende vinden voor
stembureanx, is eenigszins te vergelijken bij
een moedor, die hare dochter een parasol koopt,
maar het haar tevens aan het allernoodigste
kleedingstuk laat ontbreken. Dat vooral
de nieuwste Raadsleden, de candidaten
eener nieuwe arboiders-kiesvereenigirg,niet
hierop wezen, wekte terecht verwondering.
En dat ik metdit mijn oordeel niet alleen sta,
bewijze wel do niet-bestrijding ven plaats-
genooten. Hiermede basta.
Dank voor de plaatsing,
Een der Kleinen.
De staatslieden van de Unie hebben sedert
gornimen tijd hnnne aandacht aan een paar
binnenlandsche aangelegenheden gewijd. Bin-
nenlandsche althans in zooverre, dat ze tot
Amerika behooren. Het zijn de grensscheiding
tusschen Aljaska en Canada, en het Panama
kanaal. Aljaska was vroeger eene Russische
bezitting, doch werd in 1868 aan de Vereenigde
Staten verkocht. Bij een verdrag in 1831
werden de grenzen tusschen Aljaska en Canada
vastgesteld. Zooals met zoovele verdragen,
waren niet alle artikelen even scherp omlijnd,
waardoor aan enkele bepalingen verschillende
verklaringen werden gegeven.
Zoo beweerde Amerika, dat de Oanadeesche
grenzen door een smalle landtong van de
zee werden gescheiden, terwijl Canada niet
den zeeboezem, maar den Grootcn Oceaan
als grens aanzag. Voor Canada was deze op
vatting van groot gewicht. Daardoor zon zijn
noordwest-gebied in open verbinding met de
zee staan, terwijl het anders geheel van de
Vereenigde Staten afhankelijk zou zijn. Juist
dit Noordwest-gebied bc-gint zich nu bijzonder
te ontwikkolen, een gevolg van de daar ont
dekte goudvolden, zoodat de bevolking weke
lijks met duizenden toeneemt. Bij deze toe
neming der bevolking houdt de invoer ge
lijken tred. Doch deze invoer is aan hooge
inkomende rechten onderworpen, als de kust
strook Amerikaansch gebied is. De kwestie
werd aan de uitspraak van zes rechtsgeleer
den onderworpen, drie uit de Unie, twee nit
Canada en een uit Engeland. Na lang wik
ken en wegen heeft nn de meerderheid van
dit college Canada in het ongelijk gesteld.
Deze uitspraak heeft in Canada groote onte
vredenheid verwekt. Men verwijt Engeland,
dat het terwille van Amerika Canada's rech
ten heeft prijsgegeven. De Canadeescho afge
vaardigden zijn zoo zeer van de onjuistheid
der gegeven uitlegging overtuigd, dat ze ge
weigerd hebben de overeenkomst te teekenen.
In de Vereenigde Staten is de uitspraak der
jury met groote voldoening ontvangen. Het
bekende orgaan de „New-York Herald" zegt
zelfs, dat het de grootste overwinning is, die de
Amerikaansche diplomatie in deze eeuw heeft
behaald.
Uit deze uitingen van zulk een invloedrijk
orgaan kan men wel nagaan, hoe groote
waarde aan de kwe3tie werd gehecht. De
andere aangelegenheid van groot gewicht, het
Panama-kanaal, verkeert thans weer in een
nieuw stadinm. Tot goed verstand geven wij
hier een kort uittreksel nit de geschiedenis
van genoemden waterweg. Het plan om eene
verbinding tusschen den Atlantischen en Stillen
Oceaan te krijgen, dateert reeds van jaren her.
Toen het Snez-kanaal door Eerdinand de
Lesseps werd gegraven, werd het Panama-
ontwerp een vraagstuk van den dag.
Napoleon de Derde interesseerde zich zeer
voor de aangelegenheid, en bet was vooral
aan hem te danken, dat De Lesseps plannen
voor de doorgraving van Midden-Amerika
opmaakte en de Panamakanaal-Maatschappij
tot stand kwam. Toen later bleek, dat de
gestorte gelden slechts in de eerste behoeften
konden voorzien, bleef het werk jaren stil
liggen. Do Fransche Kanaalmaatschappij bleek
onmachtig, het werk te kunnen doorzetten.
Nadat die toestand jaren geduurd had, trok
de Amerikaansche regeering zich de zaak
aan. Zij opende onderhandelingen met de
Kanaal-maatschappij, om do concessies over te
nemen en de begonnen werken voort te zet
ten. Mot de republiek Colnmbia werd na
langdurige besprekingen tusschen den Ameri-
kaanschen minister Hay en den Columbisc.hen
gevolmachfcigdo, generaal Herrera, een concept-
overeenkomst afgesloten. Daarbij werd be
paald, dat de Vereenigde Staten aan Colnm
bia 10 millioen dollar in goud en jaarlijks
eene som van 250.000 dollars in goud zouden
betalen. Colnmbia zou daarvoor eene strook
van zes mijlen breedte, waardoor het kanaal
zon loopen, afstaan. Staatkundig zon die
strook tot Colnmbia blijven behooren. Slechts
in geval van nood en ter ondersteuning der
po'itie zouden de Vereenigde Staten er troe
pen mogen landen. Het recht op haven- en
kanaalgeld werd aan de Unie afgestaan,
die vorder de verplichting op zich nam, voor
de onafhankelijkheid van Columbia te zullen
zorgen. Columbia van zijn kant zou op een
bepaalden afstand van het kanaal geen kolen-
haven of ander gebied aan anderen in pacht
geven of afstaan. Dit concept-ontwerp zou
aan de goedkeuring van baiao parlementen
onderworpen worden.
In den beginne geleek het, dat dit ontwerp in
den Senaat te Washington geene meerderheid
zou vinden. Eene sterke groep was voor een
kanaal door Nicaragua, eensdeels omdat de
meren den aanleg zonden vergemakkelijken,
anderdeels, omdat eone Amerikaansche Maat
schappij daar groote bezittingen had, die daar
door zeer in waarde zouden stijgen. De
regeering bleef echter bij haar plan om het
Panama-kanaal te voltooien, waardoor de
Senaat ten slotfe zijne oppositie opgaf en den
17en Maart 1903 het verdrag met Columbia
goedkeurde. De moeilijkheden kwamen nu
van den kant, vanwaar men die het minst
verwacht had.
Columbia bestaat uit een Statenbond. Een
dier staten, Panama, ijverde sterk voor het
kanaal, doch andere staten, die geen rechts-
streeksch belang bij den aanleg hadden, meen
den dat de koopsom van Amerika veel to
klein was. In let parlement te Bogota werd
daarover een verwoede strijd gevoerd.
Toen men in de Unie vernam, dat het
verdrag op sterken tegenstand stuitte, begon
de pers eene campagne tegen het Panama
kanaal. De voordeelen van het Nicaragua-
kanaal werden breed uitgemeten, doch toen
dat alles op het parlement van Colnmbia
geen indruk maakte, mengde de regeering
te Washington zich in de zaak.
Zij liet het terrein, waardoor het Nicara-
guakanaal zon loopen, onderzoeken en op
meten. Dit had te Bogota de gewenschte
i gevolgen. Toen evenwel aan het licht kwam,
dat de vnlcanische bodem van Nicaragua een
groot gevaar voor den bouw van sluizen op
leverde, was de Senaat te Columbia weer
even onhandelbaar als vroeger. De Senaat
verlangde thans 25 millioen dollars in goud.
Een oogenblik scheen het, dat de Vereenigde
Staten den opstand in Columbia zouden steu
nen, om daardoor den Senaat tot inschikke
lijkheid te dwingen. Ook liepen er geruch
ten, dat de Amerikaansche marine een demon
stratie op tonw zette. Dezen weg sehjjut
men echter te Washington nog nist in e
willen slaan. Het bericht toch kwam, dat
de onderhandelingen tusschen beide regeerin
gen opnieuw zijn geopend en dat men alle
redenen heeft, dat ze ditmaal tot een ge-
wenscht einde zullen leiden.
Uit beide gevallen, èn de grens kwestie
met Canada, èu de KanaalcoDcessio met
Columbia, in de leering te trekken, dat de
wil van do Unio in de Nieuwe Wereld vrij-
wel een wet is. De Monroe-lcer: Amerika voor
de Amerikanen, goed vertaald, moet dan ook
gelezen worden Amerika voor de Vereenigde
Starten. De aanval van Doitschland op het