Brieven ui! öen Polder. J[ l u i s 11 r s. Donderdag 26 November 1903. 47ste Jaargang No. 3892 BEKENDMAKINGEN. Verslag over den Landbouw. Markt-Politie. FEUILLETON. Uittreksel uit een beschrijving van Holland. Bekentenissen. Teunis Ploeger. Bi ii nenlandsch Nieuws. WORDT VERVOLGD. I J COURANT. Ataiiifi- LulliiTiial Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 uro, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. SÜtireaiiSCHAGSSIir, JLaaiu, 01 4. Uitgever s P. TRAPMAN. Medewerker .1. W IA K G L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5c t Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. t Oemeente Schngen. oo De Burgemeester van Schagen brengt, op verzoek van den Directeur Generaal, Cbef van de afdeeling Landbouw aan het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ter kennis van de landbouwende bevolking, dat gedurende de maand December langs de huizen gegevens zullen worden verzameld voor de samenstelling van het Landbonwverslag. Het is voor de Afdeeling Landbouw, waar zij wettelijke maatregelen ter bevordering van Landbouw, Veehouderij en Tuinbouw moet voorbereiden, of waar zij pogingen moet doen den afzet van de producten dier takken van bedrijf in het buitenland to behouden of uit te breiden, van bet hoogste belang voldoende kennis te hebben van deu w e r k o 1 ij k o n toestand in de verschillende deelen des lands. Deze kennis moet zij voor een groot deel putten uit bovengenoemde gegevens. Met het oog daarop wordt tot allen, wien het aangaat, het dringend verzoek gericht, zoo getrouw mogelijk de gevraagde opgaven te verstrekken. Schagen, 20 November 1903. De Burgemeester voornoemd, H. J. BOT. ooo— Burgemeester en Wethouders van Schagen, Gezien artikel 20 van de politle-verordening dezer gemeente, brengen ter algemeene kennis, dat bij ge legenheid der Veulenmarkt, op Donder dag den 26 November a. s., de aangevoerde paarden en veulens van bet marktterrein moeten zijn weggevoerd vóór des namid dags 4 nre. Overtreding van het vorenstaande is strai- baar met eene boete van ten hoogste f 05. of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, 20 November 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. ooo Burgemeester en Wethouders van Schagen, herinneren de ingezetenen aan het be- paalde bij alinea 4 van artikel 122 der alge- meene politieverordening van die gemeente, luidende als volgt Onder privaten, geplaatst boven vaarten, slooten of wateringen, moet bij eene uitge strektheid van minstens 1 M2., eene water diepte van minstens 0.5 M. aanwezig zÜn- Een onderzoek of deze bepaling behoorlijk wordt nagekomen, zal worden ingesteld voor den 21 December 1903. Nalatigheid is strafbaar met een geldboete van ten hoogste i 25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, 24 November 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, TT. J. BOT. De Secretaris, ROGGEVEEN, —ooooo Burgemeester en Wethouders van Schagen, Gezien artikel 97 der algemeene politiever ordening voor die gemeente, Bevelen den eigenaars, vruchtgebruikers ot beheerders van binnen of aan de grens van de kom der gemeente gelegen slooten of wateren, die te doen uitbaggeren of te doen slooten op eene diepte van 0.76 M. en bodem breedte van 1 M. en zulks voor den 21 December 1903. Belanghebbenden worden herinnerd, dat nalatigheid ten deze strafbaar is met eene geldboete van ten hoogste f 25 of hechtenis van teu hoogste 6 dagen, onverminderd de bevoegdheid van Burgemeester en Wethou ders tot het doen uitbaggeren of slooten ten koste van eigenaars, vruchtgebruikers of be heerders. Schagen, 24 November 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. BOT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Gedrukt te Amsterdam in 1750. oooo Barsingerhorn, waaronder men Kolhorn moet agten begreepen te zijn, legt met deszolfs Rechtsban ten Noorden aan de Zuiderzee ten Zuid-Oosten aan de bannen Winkel, Nieuwe Nieuwdorp en Haring huizen en ten Westen aan die van Schagen. Barsingerhorn werdt met Haringhuizen ia den jaare 1415 door Hertog Willem van Beieren tot ééne Stede verheeven onder den Naam van Barsingerhorn, en de Heeren van Schagen hebben dit Stederecht sedert bevestigd. Barsingerhorn en Kolhorn worden in de Quokieren der Verponding op 983 Mor gen, 190 Roeden Lands begroet Ia den jaare 1632 werden er voor beiden 372 Huizen in de Lijsten der Verponding gebragt in 't jaar 1708 telde men voor Barsinger horn 265 en voor Kolhorn 127 Huizen in de Lijsten der Verponding van den jaare 1732 was het Getal in Barsingerhorn 250 Huizen en 2 Molens en in Kolhorn 176 Huizen. Dit laatste Getal hadt men hier ook in den jaare 1749 maar in Barsin gerhorn was het op 242 Huizen verminderd. De Baljuw zit over het Crimineel en als Schout over 't Civiel met Zeven Schepenen te Regt, vijf uit Barsingerhorn en Kolhorn en twee uit Haringhuizen. Hij wordt zoo wel als de Sakretaris, door den Heere aangesteld. Barsingerhorn heeft een groot Dorp, in do lengte gebouwd, langs een groote Streek van omtrent 700 Roeden, welke meest al betimmerd is, en zig digt aan Kol horn uitstrekt. Men heeft hier een vrij aan zienlek Raadhuis, 't welk inden jaare 1622 gebouwd werdt. De Kerk is oud, doch, inzonderheid van buiten, wel onderhouden. Hier zijn twee Vergaderplaatsen voor Doops gezinden de eene van Vlamingen, in gemeenschap met de Nieuwe Ziipe of Wieringerwaard, en de andere van Vriezen, in gemeenschap met Kolhorn. Hier is een Dorps Weeshuis en noch een ander voor de Doopsgezinden. Kolhorn legt aan de Zuiderzee en is altoos als een Gedeelte van Barsingerhorn aan gemerkt geworden, totdat er omtrent het midden der voorgaande Eeuwe een Kerk gebou.wd werdt, waardoor Kolhorn de Gedaante kreeg van een Dorp op zig zelve. De eerste Predikant werdt hier in den jaare 1646 beroepen. Roman van IDA BOY-ED. ooooo 35. Carolyne kwam niet uit haar kwellende zorgen vandaan. Wanneer dkt gebeurde als Olga trouwde met prins Bolko, dan was Wigus Hennegall's ziel vooreeuwig ver giftigd. Olga zelf sprak zich niet uit. Zij deed net, als was dat hartstochtelijke oogenblik, waarin zij Carolyne haar liefde had beleden, nooit geweest. En Wigus ontzegde zich geen enkele gelegenheid tot scherpe opmerkingen. Een ongelukkige stemming heerschte er. Hij sprak nooit rechtstreeks over Olga. Hij groef, om 't zoo te zeggen, alle smarten over Siddy weder op. Hij onthield Carolyne ook niet de vergelijkingen, die hij scherp en hoonend maakte tusschen den vrijgevigen beschermer der kleine tooneelspeelsterSiddy, en den zoo hoogen vereerder van Olga. Zoekende begeerige, gedachten (en wen- schen hier en daar; onberoerde deugd, hier en daar Al deze zieletoestanden van hare vrienden leidden Carolyne een poos af. Dan echter drong zich met overmacht het eigen leed haar voor oogen. De vroolijke moed, waarmede zij aan haar echtgenoot had gedacht, verdween langzamerhand en veranderde wodei in dien grooten geheimen angst, die haar drukte, als was de lucht met onweer bezwangerd, als kon elke stap, dien ze deed, haar in een afgrond doen storten. Nu zat ze aan het venster van haar slaapkamer. Die vensters keken op den voortuin uit. Zij had de schrijftafel daar vlak voor laten zetten. Zooeven had ze thee gedronken en daarbij de post gelezen. Niets van haar man Ja toch, een omhaald bericht in een courant. Dr. Wallraven had weer een orde gekregen. De beroemde dokter had zijn vacantiereis begonnen en het voornemen was, naar Florence te gaan. Vreugde en twijfel vervulden haar hart en behaalden afwisselend de overwinning. Dus was hij dan werkelijk naar Florence vertrokken. Het was om zoo te zeggen officiëel. Dit bericht had hij natuurlijk zelf laten plaatsen. Dat wist zjj, dat kende Carolyne. Hij had een ridderorde gekregen en dat moest de wereld toch weten. Z\j wierp de courant neer. Carolyne steunde met de ellebogen op de venster bank en 6taarde voor zich uit. Haar vingers plukten zenuwachtig aan de witte kanten van haar morgenjapon. Zij keek zoo stijf, zoo steeds op één plek, dat het haar blauw en geel voor de oogen werd. Uit diep gepeins ontwakend, hief ze het hoofd op. Een rijtuig kwam nader. De paarden trokken met knikkende koppen. De weg was bier steil. Nu hield het rijtuig stil. Carolyne sproDg op stond te beven Haar man baar man Zinnelooze vreugde overweldigde haar. Het bloed steeg haar naar het hoofd. In haar ooren begon het te gonzen. Bedaard bedaard Buiten betaalde Wallraven den koetsier. Haringhuizen paalt met deszelfs Ban ten Noorden oi Noordwesten aan Schagen en - Barsingerhorn, ook heeft het Barsingerhorn 1 ten Oosten, alsmede Nieuwe Nieuwdorp en Oude Nieuwdorp ten Zuidoosten en ten Zuidwesten Haringkarspel en Schagen. Volgens de Quohieren bevat Haringhuizen 351 Morgen, 90 Roeden Land3. Men bragt hier in het jaar 1632 60 en in 't jaar 1732 maar 25 Huizen in de Lijsten der Ver-j pondingen, die echter in den jaare 1749 weer tot 32 Huizen vermeerderd zyn. In 't jaar 1708 werden er 88 geteld. Het heelt ■een groote Oude Kerk, met een grooten, vierkanten Tooren, die hooger op met een agtkanten Spits naar boven rijst. Hij is geheel van steen en, hoewel oud, van eene goede Bouworder. 51. —o—o— Het onbegrepen woord klinkt ln de ziel van den n i e t-begrljper als het woord van een dwaas of een gek. Op gevaar af van niet begrepen, en dus voor gek gehouden te worden, heb ik mij neergezet na het verschijnen van mijn vijftig Polderbrieventot het doen van eenige bekentenissen. Ditmaal echter niet in mijn rol van Teunis Ploeger, integendeel, voor den Begrijper mijner woorden zal het na deze bekentenissen duidelijk zijn, wie ik ben en wat hij aan mij heeft. Teunis Ploeger heeft den Polder niet lief, wordt herhaaldelijk beweerd en dat soms door Poldermenschen, die in den vreemde durven zeggen, dat zij uit Den Helder of Alkmaar komen. Welnu, hior volge dan, als Eerste Bekentenis: Ik ben een man van klein verstand, maar met een groot gevoeleen man, die hevig kan haten en innig kan liefhebben. En den Polder heb ik lief met een stoere, jaloersche liefde, omdat ik hartstochtelijk liefheb het kleine land aan de wilde zee en zijn energieke bevolking. O, ik weet het, de socialist, vooral de krme socialist, zal lachen om deze vaderlands liefde en bitter vragenLiefde voor mijn land? Wat bezit ik van het land, dat ik zon moeten liefhebben, tenzij de aarde in mijn bloempotten Maar al méént hij wat hij zegt, het is zijn Verstand dat hem zoo doet spreken. Want plaats dionzelfden Vaderland-verachter plotseling in den vreemde en laat de Buiten lander met minachting spreken over Holland en zijn Natie, dan als hij eerlijk is zal hij zich moeten bekennen dat deze minach ting hem prikkelt tot weerleg. Ik dan heb den Polder lief omdat hij voor mij de sterkste typeering is van het land mijner geboorte ik heb hem lief in Zomer hitte en Winterkou als het fijne, grauwe stof langs zijn wegen wolkt en als die wegen, doorweekt van aanhoudende plasre gens, verkeerd zijn in een vette, kleverige brij. Ik heb mijn Polder lief als ik ga door den regen, tot het water in mijn schoenen klotst en killend mijn kleeding tegen rug of knieën kleftik heb hem lief als de stormwind mij heen en weder schudt en mot striemende vlagen woedend mijn wangen geeselt. Ik houd van zijn vlakte, die den blik niet beperkt, ik hond van zijn suizende, eeuwig- Carolyne zag haar man nu meer nauwkeurig. Hij zag er nu juist niet uit, of hjj van het station kwam. Nu, in den voormiddag, komt er geen trein. Carolyne kende het spoorboekje zoo ongeveer uit haar hoofd, 's Avonds om zes uur en 's morgens om zes uur kwamen de sneltrein van Bologna. Van Pisa 's middags en 's avonds. Nu niet. Neen, er was geen bagage ook op het rijtuig. De geheimraad trad het hek binnen, het huis «cherp opnemend. Boven aan het venster moest hij bepaald een van de dames Soniakow hebben gezien, want hjj zwaaide met zijn hoed. Neeü, hij kwam niet van het station. Hij had een helder wit vest aan, een licht costuum, en zjjn hoed was byna wit dat is geen reiscostuum. Beslist niet. Wat beteekende dat Hjj had Carolyne niet gezien. Zij was onzichtbaar achter de gordjjnen. Zjj stapte met onzekere schreden de kamer door, om de deur voor haar man te openen. De vleugeldeuren stonden wijd open. Daar weerklonken schreden. De geheimraad was niet door den zij-in gang het huis binnengegaan. Zoekend keek hij rond. Daar werd een deur geopend. „Carolyne riep hij. Zij wist niets meer dan hjj is daar 1 Zij breidde de armen uit en snelde hem tegemoet. Wat bevangen, koel, drukte hij haar aan zyn borst. „Ben je daar ben je daar stamelde zij. „Wat is zij opgewonden zou ze er iets van weten dacht hjj.natuurljjk bewogen rietzoomenik heb hem lief om zijn vaarten en tochten, de, als de oogen bij den mensch, de zuiverste weerspiegeling van de ziel des landschaps zijn, reflscteerend de minste natuur-emotie. Ik heb hem lief om de eindelooze wisseling zijner wolkenluchten ik heb mijn Polderland zoo innig-hartstochte- lijk lief, omdat ik een natuurkind ben en mij nergens zoo één voel met de Natuur, als in ons effen Polderlandschap. Ik heb er zien ploegen en zaaien en oog sten ik heb er zien bloeien en verwelken lk heb er uitgeleefd een groot deel van mijn levenstijd. De vreugde werd er mijn deel, maar vaak ook de smarten wanneer mijn arme men- schenziel sidderde van angst om de levens raadselen, dia zich samendrongen als zwarte wolkenmassa's om haar heen, en al» zij dan vróég, maai geen antwoord, kreeg en klaigde, maar niet werd verstaan, dan dreef mij wan hoop mijn woning vaak uit en ik heb ge staan bij die eenwig rustelooze riethalmen van mijn Polderland, terwijl hun geheim zinnige fluistering mij tot klare woorden werd, een wiegezang voor mijn beangstigde ziel. En uit de donkere waterdiepte was het als klonk er een stem O, kom hier met uw wanhoop, uw vertwijfeling en uw angst Hier geen levensmystériën meerHier geen laster die foltert, noch striemende spot; hier geen angst die voortdrijft en geen wanhoop en geen weehier is slechts de eeuwige rust En nog luisterend naar die stemmen van beneên, had inmiddels de nachtwind mijn brandende slapen gekoeld, vrede was neerge- dauwd in mijn afgestreden ziel, en opnieuw was een verzoening met het onbegrepen leven gesloten. O, het denken aan onze rietzoomen alleen wordt mij steeds het opnieuw doorleven, slechts wat verbleekt van veel vreugde en veel verdriet, emotie, door niemand gezien of vermoed in de grijsheid van de uitwen dige levenssleur. Zóó met die immer wuivende halmen langs den oever van vaart of tocht, zóó met die eeuwig wisselende vormen en tinten van den wolkenhemel, zóó met den stormwind die gillend en gierend over onze vlakte vaart En zie, in plaats van brieven te schrijven, zooals ik er nu vijftig reeds schreef, o, hoe zou ik woorden willen vinden om mijn liefde voor den Polder te uiten Woorden die zich weefden tot zinnen van soepele zachtheid, om er mijn vereering voor den Polder mee te omhullen. Geurige woorden, als aroom van jasmijnen in zoelen zomernachtteedere woor den, als de teerblauwe wolkenweorschijn op versch-gevallen wintersneeuwO, hoe zou ik u mijn Jiefde voor den Polder willen geven in klanken als bloedroode rozen, zwaar drui pend van morgendauwHoe zou ik die liefde willen nitsprankelen in geluiden, die als een regeD van gloeiende vonken neer vielen op uw sidderende ziel, zoodat gij óp- sprongt van weelde en hoovaardig werdt in het besef, dat het ook fl w Polderland was, dat mij die woorden vinden deed Maar zie, als mijn liefde zich gereed maakte om een visioen van kleuren voor n uit te spreiden om uit te gieten een zee van melo dische geluiden als de vondsten van mijn geest reeds begonnen te deinen op mijn rhythmisch zinnenbeweeg, dan stond daar op éénmaal mijn felle Haat, toornend over allen en alles wat belet beeft en nog immer belet, dat ons Polderland nog niet geworden is wat ik heilig geloof dat het worden kón De roem en de glorie van Noor d-H o 11 a n d (Wordt vervolgd) ■«■■■■■BBaBMMBMBaneaaMMaBaBiiii ■nuibiiihiipbeü zal z\j wel wat begrijpen. Met groote zorgzaamheid geleidde hij haar naar de sofa, die daar eenzaam aan den langen wand stond. „Het gaat je goed, lievo Carolyne? Dat verheugt mij. En Olga en haar moeder schjjnen het ook uitstekend te maken. Beiden groetten zco opgewekt „Zij verheugen zich bepaald om mij ik had mij zoo angstig gemaakt." Zy zat en leunde met het achterhooid tegen de soia, met de handen rechts en links naast zich op de sofa. „Maar hoe hadt je je nu zoo angstig te maken Hij legde zijn hoed op de tafel en keek vorschend om zich heen, als wilde bjj zich een oordeel vormen over deze kamer en het leven van de bewoonster. „Vanwaar kom je nu? Je hebt geen bagage vroeg ze. „Ik ben gisteravond aangekomen en in het Grand Hotel afgestapt." „In het hotelin het hotelmaar je weet toch, dat je kamer hier in orde is?" Haar moeheid week. Elke zenuw was gespannen. Haar geheele lichaam beefde. Zij was geheel waakzaamheid, geheel vrees. Mijn hemel, Carolyne ik vond dat het beter was, met het oog hierop, dat ik maar een paar dagen blijf. en boverdien „Slechts een paar dagen Waarom plot seling maar een paar dagen „Ik ben hier gekomen, om zeer gewich tige dingen met je te bespreken, zooals ik dat in mijn laatsten brief reeds heb aange duid Hij keek haar aan met dien zonderlingen, fonkelenden,kouden blik,dien zij zoo vreesde. En op eenmaal wist zij alles. Wat jaren- ANNA PAULOWNA. Geweldig heeft de stormwind van Zaterdag hier te keer gegaan. Niet alleen, dat verschil lende huizen min of meer gehavend zijn, dat hooischelven z(jn omgewaaid en hier en daar een molen zijn kap of een wiek heeft ver loren, maar ook de menschen, die omstreeks een nur of vijf buitenshuis waren, hadden het kwaad te verantwoorden. Een drietal kinderen aan de Kleine Sluis werden bijna te water geworpen. Een arbeider in den Oostpolder werd door een windhoos zoo sterk in de hoogte getild, dat hij zich slechts met moeite aan het span paarden, waarmee hij geploegd had, wist vast te houden. Een slager werd door een rukwind met zijn bakwagen met vleesch omvergeworpen en nabij de Van Ewijcksluis strandde een visschersschnit, komende van Vlieland en ge merkt H. D. 26, waarvan de eigenaar bleek te zijn een zekere Bakker. Het treurigst evenwel is het ongeval, aan vrouw W., uit den Oostpolder, overkomen, een vrouw geacht door allen die haar kenden. Men keerde terug van de begrafenis van den 71-Jarigen J. R., die dezer dagen zoo nood lottig om het leven kwam. Op den Kerkweg, nabij den Veer weg, slaat plotseling het rjjtuig van don weg en met alle Inzittenden te wa ter en nadat men zich uit de benarde positie gered had, werd vrouw W., naar men meende bewusteloos, opgenomen, en in de woning van den heer C. Geerligs binnengebracht. Alles werd gedaan om de levensgeesten weer op te wekken, maar vruchteloos. De arme vrouw bleek reeds overleden te zijn. In WAARD EN GROET moesten Zaterdag de zaadschelvan het ontgelden. Som migen werden deerlijk gehavend. Schoorsteenen woeien af, de kleine watermolen aan de Kolhorner Sluis woei omver, en gaten sloeg de wind in do schuurdaken. Ook het vernieuwde kerkdak te Kolhorn was tegen de woedende vla gen niet bestand, maar moest een deel pannen offeren. Plaatsen, „waarheen zelfs de keizer te voet gaat", zag men drijven ver van de plek waar zij behoorden te staan, Terwijl een paar meisjes Za terdagmiddag te KOLHORN in den vliegen den storm liepen te spelen, nam een der ge weldigste vlagen een dier kinderen op. Het tolde langs den dijk naar beneden en kwam in de Kokkesloot terecht. Een vrouw, dat ziende, ging ijlings om hulp uit en KI. Engel mocht het, na langdurig zoeken, gelukken, het kind nog levend op te halen. De iden titeit niet dadelijk vast kunnende stellen, bracht men het kind te goeder trouw in een vreemd huis (van Alb. Pool), na de ouders voorbereid te hebben. Groote ontstel tenis heerschte daar, tot men ten slotte be merkte dat hot een dochtertje van een ander (D. Bood) was. Na het kind aldaar bijgebracht en liefderijk verpleegd te hebben, werd het naar de ouderlijke woning gebracht. Slechts langzaam is het kind den door- gestanen schrik te boven gekomen. Men schrjjft: Het getal houtsnippen in Friesland is in den laatsten tijd buitengewoon groot. Dage- lijks worden te LEEUWARDEN een paar honderd stuks aangevoerd, en voor f 1.50 f 1.60 per stuk aan de poeliers van de hand gedaan. Vele vogelvangers maken met de jacht op deze vogels een goed daggeld. De meesten worden naar Frankrijk en België verzonden. Mr. Donker, burgemeester te S IJBECARSPEL, heeft, naar men verneemt, zijn ontslag gevraagd. lang om haar heelt geslopen, had ongrijpbaar was geweest als ijslucht, maar toch merk baar bij elke ademhaling, als ijzige koude, snijdend tot in het vurig kloppend hart wat dreigend voor haar had gestaan, duis tere nevelen gelijk, die men niet grijpen kan, die de naaste omgeving slechts even verduisteren, maar de verte geheel omhul len nu was het daar nu was het daar. Dat angstwekkende, dat loerend achter haar geslopen was, had haar vastgegrepen. De afgrond, die steeds haar voortstap- penden voet bedreigd had hjj gaapte I nu plotseling vlak voor haar. Een paar seconden lang heerschte er diep stilzwijgen. Langzaam stond de vrouw op. Zo liep op haar man toe. Hij week niet terug. Met vaste, harde blikken keek hjj haar aan. „Je wilt mij verlaten 1" sprak ze luiden gre. p naar zijne hand. Zij wist het. Zjj vroeg het niet. Zij zeide Let hem, zooals men een harde waarheid uitspreekt. En toch, diep op den bodem van haar ziel was nog hcop, die zich tegen beter weten ia, daar staande hield en zeer verlangend er op wachtte, dat hij „Neen, duizendmaal neen riep. „Maar Carolyne", zeide hjj en nam haar hand zacht van zijn linkerhand af, die ze vast omklemd hield, „zulk een woord Verlaten Alsof wij jonge spring-in-'t-velds waren, die alleen handelen naar gevoelens van het oogenblik." „Maar je wilt mjj toch verlaten," hield ze vol.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1