Brieven ui! öen Polder.
J[ l u i s 11 r s.
Donderdag 26 November 1903.
47ste Jaargang No. 3892
BEKENDMAKINGEN.
Verslag over den Landbouw.
Markt-Politie.
FEUILLETON.
Uittreksel uit een
beschrijving van Holland.
Bekentenissen.
Teunis Ploeger.
Bi ii nenlandsch Nieuws.
WORDT VERVOLGD.
I
J
COURANT.
Ataiiifi- LulliiTiial
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 uro, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
SÜtireaiiSCHAGSSIir, JLaaiu, 01 4.
Uitgever s P. TRAPMAN.
Medewerker .1. W IA K G L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5c t
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
t
Oemeente Schngen.
oo
De Burgemeester van Schagen brengt, op
verzoek van den Directeur Generaal, Cbef van
de afdeeling Landbouw aan het Ministerie
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ter
kennis van de landbouwende bevolking, dat
gedurende de maand December langs de huizen
gegevens zullen worden verzameld voor de
samenstelling van het Landbonwverslag.
Het is voor de Afdeeling Landbouw, waar
zij wettelijke maatregelen ter bevordering van
Landbouw, Veehouderij en Tuinbouw moet
voorbereiden, of waar zij pogingen moet doen
den afzet van de producten dier takken van
bedrijf in het buitenland to behouden of uit
te breiden, van bet hoogste belang voldoende
kennis te hebben van deu w e r k o 1 ij k o n
toestand in de verschillende deelen des
lands. Deze kennis moet zij voor een groot
deel putten uit bovengenoemde gegevens.
Met het oog daarop wordt tot allen, wien
het aangaat, het dringend verzoek gericht,
zoo getrouw mogelijk de gevraagde opgaven
te verstrekken.
Schagen, 20 November 1903.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. BOT.
ooo—
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
Gezien artikel 20 van de politle-verordening
dezer gemeente,
brengen ter algemeene kennis, dat bij ge
legenheid der Veulenmarkt, op Donder
dag den 26 November a. s., de aangevoerde
paarden en veulens van bet marktterrein
moeten zijn weggevoerd vóór des namid
dags 4 nre.
Overtreding van het vorenstaande is strai-
baar met eene boete van ten hoogste f 05.
of hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Schagen, 20 November 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
ooo
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
herinneren de ingezetenen aan het be-
paalde bij alinea 4 van artikel 122 der alge-
meene politieverordening van die gemeente,
luidende als volgt
Onder privaten, geplaatst boven vaarten,
slooten of wateringen, moet bij eene uitge
strektheid van minstens 1 M2., eene water
diepte van minstens 0.5 M. aanwezig zÜn-
Een onderzoek of deze bepaling behoorlijk
wordt nagekomen, zal worden ingesteld voor
den 21 December 1903.
Nalatigheid is strafbaar met een geldboete
van ten hoogste i 25 of hechtenis van ten
hoogste 6 dagen.
Schagen, 24 November 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
TT. J. BOT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN,
—ooooo
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
Gezien artikel 97 der algemeene politiever
ordening voor die gemeente,
Bevelen den eigenaars, vruchtgebruikers ot
beheerders van binnen of aan de grens van
de kom der gemeente gelegen slooten of
wateren, die te doen uitbaggeren of te doen
slooten op eene diepte van 0.76 M. en bodem
breedte van 1 M. en zulks voor den 21
December 1903.
Belanghebbenden worden herinnerd, dat
nalatigheid ten deze strafbaar is met eene
geldboete van ten hoogste f 25 of hechtenis
van teu hoogste 6 dagen, onverminderd de
bevoegdheid van Burgemeester en Wethou
ders tot het doen uitbaggeren of slooten ten
koste van eigenaars, vruchtgebruikers of be
heerders.
Schagen, 24 November 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. BOT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Gedrukt te Amsterdam in 1750.
oooo
Barsingerhorn, waaronder men Kolhorn
moet agten begreepen te zijn, legt met
deszolfs Rechtsban ten Noorden aan de
Zuiderzee ten Zuid-Oosten aan de bannen
Winkel, Nieuwe Nieuwdorp en Haring
huizen en ten Westen aan die van Schagen.
Barsingerhorn werdt met Haringhuizen
ia den jaare 1415 door Hertog Willem
van Beieren tot ééne Stede verheeven onder
den Naam van Barsingerhorn, en de Heeren
van Schagen hebben dit Stederecht sedert
bevestigd. Barsingerhorn en Kolhorn worden
in de Quokieren der Verponding op 983 Mor
gen, 190 Roeden Lands begroet Ia den jaare
1632 werden er voor beiden 372 Huizen
in de Lijsten der Verponding gebragt
in 't jaar 1708 telde men voor Barsinger
horn 265 en voor Kolhorn 127 Huizen
in de Lijsten der Verponding van den
jaare 1732 was het Getal in Barsingerhorn
250 Huizen en 2 Molens en in Kolhorn
176 Huizen. Dit laatste Getal hadt men
hier ook in den jaare 1749 maar in Barsin
gerhorn was het op 242 Huizen verminderd.
De Baljuw zit over het Crimineel en als
Schout over 't Civiel met Zeven Schepenen
te Regt, vijf uit Barsingerhorn en Kolhorn
en twee uit Haringhuizen. Hij wordt zoo
wel als de Sakretaris, door den Heere
aangesteld.
Barsingerhorn heeft een groot Dorp,
in do lengte gebouwd, langs een groote
Streek van omtrent 700 Roeden, welke
meest al betimmerd is, en zig digt aan Kol
horn uitstrekt. Men heeft hier een vrij aan
zienlek Raadhuis, 't welk inden jaare 1622
gebouwd werdt. De Kerk is oud, doch,
inzonderheid van buiten, wel onderhouden.
Hier zijn twee Vergaderplaatsen voor Doops
gezinden de eene van Vlamingen, in
gemeenschap met de Nieuwe Ziipe of
Wieringerwaard, en de andere van Vriezen,
in gemeenschap met Kolhorn. Hier is een
Dorps Weeshuis en noch een ander voor
de Doopsgezinden.
Kolhorn legt aan de Zuiderzee en is altoos
als een Gedeelte van Barsingerhorn aan
gemerkt geworden, totdat er omtrent het
midden der voorgaande Eeuwe een Kerk
gebou.wd werdt, waardoor Kolhorn de
Gedaante kreeg van een Dorp op zig zelve.
De eerste Predikant werdt hier in den
jaare 1646 beroepen.
Roman van
IDA BOY-ED.
ooooo
35.
Carolyne kwam niet uit haar kwellende
zorgen vandaan. Wanneer dkt gebeurde
als Olga trouwde met prins Bolko, dan
was Wigus Hennegall's ziel vooreeuwig ver
giftigd.
Olga zelf sprak zich niet uit. Zij deed
net, als was dat hartstochtelijke oogenblik,
waarin zij Carolyne haar liefde had beleden,
nooit geweest.
En Wigus ontzegde zich geen enkele
gelegenheid tot scherpe opmerkingen. Een
ongelukkige stemming heerschte er.
Hij sprak nooit rechtstreeks over Olga.
Hij groef, om 't zoo te zeggen, alle smarten
over Siddy weder op. Hij onthield Carolyne
ook niet de vergelijkingen, die hij scherp
en hoonend maakte tusschen den vrijgevigen
beschermer der kleine tooneelspeelsterSiddy,
en den zoo hoogen vereerder van Olga.
Zoekende begeerige, gedachten (en wen-
schen hier en daar; onberoerde deugd,
hier en daar
Al deze zieletoestanden van hare vrienden
leidden Carolyne een poos af.
Dan echter drong zich met overmacht
het eigen leed haar voor oogen.
De vroolijke moed, waarmede zij aan
haar echtgenoot had gedacht, verdween
langzamerhand en veranderde wodei in dien
grooten geheimen angst, die haar drukte, als
was de lucht met onweer bezwangerd, als
kon elke stap, dien ze deed, haar in een
afgrond doen storten.
Nu zat ze aan het venster van haar
slaapkamer. Die vensters keken op den
voortuin uit. Zij had de schrijftafel daar
vlak voor laten zetten. Zooeven had ze
thee gedronken en daarbij de post gelezen.
Niets van haar man Ja toch, een omhaald
bericht in een courant. Dr. Wallraven had
weer een orde gekregen. De beroemde
dokter had zijn vacantiereis begonnen en
het voornemen was, naar Florence te gaan.
Vreugde en twijfel vervulden haar hart
en behaalden afwisselend de overwinning.
Dus was hij dan werkelijk naar Florence
vertrokken. Het was om zoo te zeggen
officiëel. Dit bericht had hij natuurlijk
zelf laten plaatsen. Dat wist zjj, dat kende
Carolyne. Hij had een ridderorde gekregen
en dat moest de wereld toch weten.
Z\j wierp de courant neer. Carolyne
steunde met de ellebogen op de venster
bank en 6taarde voor zich uit.
Haar vingers plukten zenuwachtig aan
de witte kanten van haar morgenjapon. Zij
keek zoo stijf, zoo steeds op één plek, dat
het haar blauw en geel voor de oogen werd.
Uit diep gepeins ontwakend, hief ze het
hoofd op.
Een rijtuig kwam nader. De paarden
trokken met knikkende koppen. De weg
was bier steil.
Nu hield het rijtuig stil.
Carolyne sproDg op stond te beven
Haar man baar man
Zinnelooze vreugde overweldigde haar.
Het bloed steeg haar naar het hoofd.
In haar ooren begon het te gonzen.
Bedaard bedaard
Buiten betaalde Wallraven den koetsier.
Haringhuizen paalt met deszelfs Ban ten
Noorden oi Noordwesten aan Schagen en -
Barsingerhorn, ook heeft het Barsingerhorn 1
ten Oosten, alsmede Nieuwe Nieuwdorp
en Oude Nieuwdorp ten Zuidoosten en ten
Zuidwesten Haringkarspel en Schagen.
Volgens de Quohieren bevat Haringhuizen
351 Morgen, 90 Roeden Land3. Men bragt
hier in het jaar 1632 60 en in 't jaar 1732
maar 25 Huizen in de Lijsten der Ver-j
pondingen, die echter in den jaare 1749
weer tot 32 Huizen vermeerderd zyn. In
't jaar 1708 werden er 88 geteld. Het heelt
■een groote Oude Kerk, met een grooten,
vierkanten Tooren, die hooger op met
een agtkanten Spits naar boven rijst. Hij
is geheel van steen en, hoewel oud, van
eene goede Bouworder.
51.
—o—o—
Het onbegrepen woord klinkt ln de ziel
van den n i e t-begrljper als het woord van
een dwaas of een gek.
Op gevaar af van niet begrepen, en dus
voor gek gehouden te worden, heb ik mij
neergezet na het verschijnen van mijn
vijftig Polderbrieventot het doen van
eenige bekentenissen. Ditmaal echter niet in
mijn rol van Teunis Ploeger, integendeel,
voor den Begrijper mijner woorden zal het
na deze bekentenissen duidelijk zijn, wie ik
ben en wat hij aan mij heeft.
Teunis Ploeger heeft den Polder niet lief,
wordt herhaaldelijk beweerd en dat soms
door Poldermenschen, die in den vreemde
durven zeggen, dat zij uit Den Helder
of Alkmaar komen.
Welnu, hior volge dan, als
Eerste Bekentenis:
Ik ben een man van klein verstand, maar
met een groot gevoeleen man, die hevig
kan haten en innig kan liefhebben. En den
Polder heb ik lief met een stoere, jaloersche
liefde, omdat ik hartstochtelijk liefheb het
kleine land aan de wilde zee en zijn energieke
bevolking.
O, ik weet het, de socialist, vooral de
krme socialist, zal lachen om deze vaderlands
liefde en bitter vragenLiefde voor mijn
land? Wat bezit ik van het land, dat ik
zon moeten liefhebben, tenzij de aarde in mijn
bloempotten
Maar al méént hij wat hij zegt, het is
zijn Verstand dat hem zoo doet spreken.
Want plaats dionzelfden Vaderland-verachter
plotseling in den vreemde en laat de Buiten
lander met minachting spreken over Holland
en zijn Natie, dan als hij eerlijk is zal
hij zich moeten bekennen dat deze minach
ting hem prikkelt tot weerleg.
Ik dan heb den Polder lief omdat hij voor
mij de sterkste typeering is van het land
mijner geboorte ik heb hem lief in Zomer
hitte en Winterkou als het fijne, grauwe
stof langs zijn wegen wolkt en als die
wegen, doorweekt van aanhoudende plasre
gens, verkeerd zijn in een vette, kleverige
brij. Ik heb mijn Polder lief als ik ga door
den regen, tot het water in mijn schoenen
klotst en killend mijn kleeding tegen rug of
knieën kleftik heb hem lief als de stormwind
mij heen en weder schudt en mot striemende
vlagen woedend mijn wangen geeselt.
Ik houd van zijn vlakte, die den blik niet
beperkt, ik hond van zijn suizende, eeuwig-
Carolyne zag haar man nu meer nauwkeurig.
Hij zag er nu juist niet uit, of hjj van
het station kwam. Nu, in den voormiddag,
komt er geen trein. Carolyne kende het
spoorboekje zoo ongeveer uit haar hoofd,
's Avonds om zes uur en 's morgens om
zes uur kwamen de sneltrein van Bologna.
Van Pisa 's middags en 's avonds. Nu niet.
Neen, er was geen bagage ook op het
rijtuig.
De geheimraad trad het hek binnen, het
huis «cherp opnemend.
Boven aan het venster moest hij bepaald
een van de dames Soniakow hebben gezien,
want hjj zwaaide met zijn hoed.
Neeü, hij kwam niet van het station.
Hij had een helder wit vest aan, een
licht costuum, en zjjn hoed was byna wit
dat is geen reiscostuum. Beslist niet.
Wat beteekende dat
Hjj had Carolyne niet gezien. Zij was
onzichtbaar achter de gordjjnen.
Zjj stapte met onzekere schreden de
kamer door, om de deur voor haar man
te openen. De vleugeldeuren stonden wijd
open.
Daar weerklonken schreden.
De geheimraad was niet door den zij-in
gang het huis binnengegaan. Zoekend
keek hij rond.
Daar werd een deur geopend.
„Carolyne riep hij.
Zij wist niets meer dan hjj is daar 1 Zij
breidde de armen uit en snelde hem
tegemoet.
Wat bevangen, koel, drukte hij haar aan
zyn borst.
„Ben je daar ben je daar stamelde zij.
„Wat is zij opgewonden zou ze er
iets van weten dacht hjj.natuurljjk
bewogen rietzoomenik heb hem lief om
zijn vaarten en tochten, de, als de oogen bij
den mensch, de zuiverste weerspiegeling van
de ziel des landschaps zijn, reflscteerend de
minste natuur-emotie. Ik heb hem lief om de
eindelooze wisseling zijner wolkenluchten ik
heb mijn Polderland zoo innig-hartstochte-
lijk lief, omdat ik een natuurkind ben en mij
nergens zoo één voel met de Natuur, als in
ons effen Polderlandschap.
Ik heb er zien ploegen en zaaien en oog
sten ik heb er zien bloeien en verwelken
lk heb er uitgeleefd een groot deel van mijn
levenstijd.
De vreugde werd er mijn deel, maar vaak
ook de smarten wanneer mijn arme men-
schenziel sidderde van angst om de levens
raadselen, dia zich samendrongen als zwarte
wolkenmassa's om haar heen, en al» zij dan
vróég, maai geen antwoord, kreeg en klaigde,
maar niet werd verstaan, dan dreef mij wan
hoop mijn woning vaak uit en ik heb ge
staan bij die eenwig rustelooze riethalmen
van mijn Polderland, terwijl hun geheim
zinnige fluistering mij tot klare woorden
werd, een wiegezang voor mijn beangstigde
ziel. En uit de donkere waterdiepte was het
als klonk er een stem O, kom hier met uw
wanhoop, uw vertwijfeling en uw angst
Hier geen levensmystériën meerHier geen
laster die foltert, noch striemende spot; hier
geen angst die voortdrijft en geen wanhoop
en geen weehier is slechts de eeuwige
rust
En nog luisterend naar die stemmen van
beneên, had inmiddels de nachtwind mijn
brandende slapen gekoeld, vrede was neerge-
dauwd in mijn afgestreden ziel, en opnieuw
was een verzoening met het onbegrepen
leven gesloten.
O, het denken aan onze rietzoomen alleen
wordt mij steeds het opnieuw doorleven,
slechts wat verbleekt van veel vreugde
en veel verdriet, emotie, door niemand gezien
of vermoed in de grijsheid van de uitwen
dige levenssleur.
Zóó met die immer wuivende halmen langs
den oever van vaart of tocht, zóó met die
eeuwig wisselende vormen en tinten van den
wolkenhemel, zóó met den stormwind die
gillend en gierend over onze vlakte vaart
En zie, in plaats van brieven te schrijven,
zooals ik er nu vijftig reeds schreef, o, hoe
zou ik woorden willen vinden om mijn liefde
voor den Polder te uiten Woorden die zich
weefden tot zinnen van soepele zachtheid, om
er mijn vereering voor den Polder mee te
omhullen. Geurige woorden, als aroom van
jasmijnen in zoelen zomernachtteedere woor
den, als de teerblauwe wolkenweorschijn op
versch-gevallen wintersneeuwO, hoe zou
ik u mijn Jiefde voor den Polder willen geven
in klanken als bloedroode rozen, zwaar drui
pend van morgendauwHoe zou ik die
liefde willen nitsprankelen in geluiden, die
als een regeD van gloeiende vonken neer
vielen op uw sidderende ziel, zoodat gij óp-
sprongt van weelde en hoovaardig werdt in
het besef, dat het ook fl w Polderland was,
dat mij die woorden vinden deed
Maar zie, als mijn liefde zich gereed maakte
om een visioen van kleuren voor n uit te
spreiden om uit te gieten een zee van melo
dische geluiden als de vondsten van mijn
geest reeds begonnen te deinen op mijn
rhythmisch zinnenbeweeg, dan stond daar
op éénmaal mijn felle Haat, toornend over
allen en alles wat belet beeft en nog immer
belet, dat ons Polderland nog niet geworden
is wat ik heilig geloof dat het worden kón
De roem en de glorie van
Noor d-H o 11 a n d
(Wordt vervolgd)
■«■■■■■BBaBMMBMBaneaaMMaBaBiiii ■nuibiiihiipbeü
zal z\j wel wat begrijpen.
Met groote zorgzaamheid geleidde hij
haar naar de sofa, die daar eenzaam aan
den langen wand stond.
„Het gaat je goed, lievo Carolyne? Dat
verheugt mij. En Olga en haar moeder
schjjnen het ook uitstekend te maken.
Beiden groetten zco opgewekt
„Zij verheugen zich bepaald om mij
ik had mij zoo angstig gemaakt."
Zy zat en leunde met het achterhooid
tegen de soia, met de handen rechts en
links naast zich op de sofa.
„Maar hoe hadt je je nu zoo angstig te
maken
Hij legde zijn hoed op de tafel en keek
vorschend om zich heen, als wilde bjj zich
een oordeel vormen over deze kamer en
het leven van de bewoonster.
„Vanwaar kom je nu? Je hebt geen
bagage vroeg ze.
„Ik ben gisteravond aangekomen en in
het Grand Hotel afgestapt."
„In het hotelin het hotelmaar
je weet toch, dat je kamer hier in orde is?"
Haar moeheid week. Elke zenuw was
gespannen. Haar geheele lichaam beefde.
Zij was geheel waakzaamheid, geheel vrees.
Mijn hemel, Carolyne ik vond dat het
beter was, met het oog hierop, dat ik maar
een paar dagen blijf. en boverdien
„Slechts een paar dagen Waarom plot
seling maar een paar dagen
„Ik ben hier gekomen, om zeer gewich
tige dingen met je te bespreken, zooals ik
dat in mijn laatsten brief reeds heb aange
duid
Hij keek haar aan met dien zonderlingen,
fonkelenden,kouden blik,dien zij zoo vreesde.
En op eenmaal wist zij alles. Wat jaren-
ANNA PAULOWNA.
Geweldig heeft de stormwind van Zaterdag
hier te keer gegaan. Niet alleen, dat verschil
lende huizen min of meer gehavend zijn, dat
hooischelven z(jn omgewaaid en hier en daar
een molen zijn kap of een wiek heeft ver
loren, maar ook de menschen, die omstreeks
een nur of vijf buitenshuis waren, hadden het
kwaad te verantwoorden.
Een drietal kinderen aan de Kleine Sluis
werden bijna te water geworpen. Een arbeider
in den Oostpolder werd door een windhoos
zoo sterk in de hoogte getild, dat hij zich
slechts met moeite aan het span paarden,
waarmee hij geploegd had, wist vast te houden.
Een slager werd door een rukwind met
zijn bakwagen met vleesch omvergeworpen
en nabij de Van Ewijcksluis strandde een
visschersschnit, komende van Vlieland en ge
merkt H. D. 26, waarvan de eigenaar bleek
te zijn een zekere Bakker.
Het treurigst evenwel is het ongeval, aan
vrouw W., uit den Oostpolder, overkomen,
een vrouw geacht door allen die haar kenden.
Men keerde terug van de begrafenis van den
71-Jarigen J. R., die dezer dagen zoo nood
lottig om het leven kwam. Op den Kerkweg,
nabij den Veer weg, slaat plotseling het rjjtuig
van don weg en met alle Inzittenden te wa
ter en nadat men zich uit de benarde positie
gered had, werd vrouw W., naar men meende
bewusteloos, opgenomen, en in de woning
van den heer C. Geerligs binnengebracht.
Alles werd gedaan om de levensgeesten weer
op te wekken, maar vruchteloos. De arme
vrouw bleek reeds overleden te zijn.
In WAARD EN GROET moesten
Zaterdag de zaadschelvan het ontgelden. Som
migen werden deerlijk gehavend. Schoorsteenen
woeien af, de kleine watermolen aan de
Kolhorner Sluis woei omver, en gaten sloeg de
wind in do schuurdaken. Ook het vernieuwde
kerkdak te Kolhorn was tegen de woedende vla
gen niet bestand, maar moest een deel pannen
offeren. Plaatsen, „waarheen zelfs de keizer
te voet gaat", zag men drijven ver van de
plek waar zij behoorden te staan,
Terwijl een paar meisjes Za
terdagmiddag te KOLHORN in den vliegen
den storm liepen te spelen, nam een der ge
weldigste vlagen een dier kinderen op. Het
tolde langs den dijk naar beneden en kwam
in de Kokkesloot terecht. Een vrouw, dat
ziende, ging ijlings om hulp uit en KI. Engel
mocht het, na langdurig zoeken, gelukken,
het kind nog levend op te halen. De iden
titeit niet dadelijk vast kunnende stellen,
bracht men het kind te goeder trouw
in een vreemd huis (van Alb. Pool), na de
ouders voorbereid te hebben. Groote ontstel
tenis heerschte daar, tot men ten slotte be
merkte dat hot een dochtertje van een ander
(D. Bood) was. Na het kind aldaar bijgebracht
en liefderijk verpleegd te hebben, werd het
naar de ouderlijke woning gebracht.
Slechts langzaam is het kind den door-
gestanen schrik te boven gekomen.
Men schrjjft:
Het getal houtsnippen in Friesland is in
den laatsten tijd buitengewoon groot. Dage-
lijks worden te LEEUWARDEN een paar
honderd stuks aangevoerd, en voor f 1.50
f 1.60 per stuk aan de poeliers van de hand
gedaan. Vele vogelvangers maken met de
jacht op deze vogels een goed daggeld. De
meesten worden naar Frankrijk en België
verzonden.
Mr. Donker, burgemeester te
S IJBECARSPEL, heeft, naar men verneemt,
zijn ontslag gevraagd.
lang om haar heelt geslopen, had ongrijpbaar
was geweest als ijslucht, maar toch merk
baar bij elke ademhaling, als ijzige koude,
snijdend tot in het vurig kloppend hart
wat dreigend voor haar had gestaan, duis
tere nevelen gelijk, die men niet grijpen
kan, die de naaste omgeving slechts even
verduisteren, maar de verte geheel omhul
len nu was het daar nu was het daar.
Dat angstwekkende, dat loerend achter haar
geslopen was, had haar vastgegrepen.
De afgrond, die steeds haar voortstap-
penden voet bedreigd had hjj gaapte
I nu plotseling vlak voor haar.
Een paar seconden lang heerschte er
diep stilzwijgen.
Langzaam stond de vrouw op.
Zo liep op haar man toe.
Hij week niet terug. Met vaste, harde
blikken keek hjj haar aan.
„Je wilt mij verlaten 1" sprak ze luiden
gre. p naar zijne hand.
Zij wist het. Zjj vroeg het niet. Zij zeide
Let hem, zooals men een harde waarheid
uitspreekt.
En toch, diep op den bodem van haar ziel
was nog hcop, die zich tegen beter weten
ia, daar staande hield en zeer verlangend
er op wachtte, dat hij „Neen, duizendmaal
neen riep.
„Maar Carolyne", zeide hjj en nam haar
hand zacht van zijn linkerhand af, die ze
vast omklemd hield, „zulk een woord
Verlaten Alsof wij jonge spring-in-'t-velds
waren, die alleen handelen naar gevoelens
van het oogenblik."
„Maar je wilt mjj toch verlaten," hield
ze vol.