Donderdag 3 December 11)03
J
47sle Jaargang No. 3894
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureauSCHAGSHN, liaan, O 4.
Uitgever: P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I\KEL.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD.
BEKENDMAKINGEN.
Binnenlandsch Nieuws.
Het Hollandsche Vee.
WORDT "VERVOLGD,
i
COURANT.
AiiortoDtis- LiiHmllil.
Bit nummer bestaat uit twee bladen.
Gemeente Sclmgen.
o—o
SALM, ABRAHAM JAN JACOB, wordt in zijn
belang aangeraden zich ten spoedigste ter secretarie
dezer gemeente aan le melden.
ooooo
De Burgemeester van Schagen, brengt, ter voor
koming van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen,
dat de schoorsteenen ingevolge het bepaalde bij de
politie-verordening dier gemeente, ten minste twee
malen 's jaars, en wel in December en Maart, moeten
worden geveegd en schoongemaakt.
Schsgen 1 December '1903.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
ooo
OXDEOZOK/v
naar da gooeiendheid van lo'.oliogcn dor
lichtingen 1903 en 1904, die diDgen naar
het bewijs voor militaire bekwaamheid
of voor lichamelijke geoefendheid of wel
voor beide en naar de geoefendheid van
jongelieden, die dingen naar het Militair
Getuigschrift, vereischt tot het aangaan
eener verbintenis bij het Resetvekader,
hetzij der Infanterie ot der Vesting-Ar
tillerie, dan wel der Genie.
De Burgemeester der Gemeente Schagen, brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de Luitenant-Generaal,
Inspecteur der Infanterie, bij besluit van 18 November
1903, eene algemeene regeliDg heeft vastgesteld:
1. van het onderzoek, bedopld bij j 19 der Be
schikking van den Minister van Oorlog, dJ. 23 Juli
1902, Ilde Afd., No. 90, naar de geoefendheid van
lotelingen der lichting 1903 en 1904, die dingen naar
het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij
voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor heide
(art. 104 der Militiewet 1901};
2. van het onderzoek, bedoeld bij 16 van de
Beschikking van deu Minister van Oorlog, dd. 14
Mei 1902, Ilde Afd., No. 107, en van het onderzoek,
bedoeld bij 11 van de Beschikking van den MiDister
van Oorlog, dd. 22 September 1902, Ilde Afd., No
37, naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen
naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het
aangaan eener verbintenis bij het Reservekader, hetzij
der Infanterie of der Vesting-Artillerie, dan wel der
Genie (art. 14 van het Koninklijk besluit van 12 Mei
1902, No. 22, en art. 13 van het Koninklijk besluit
van 10 September 1902, No. 40).
Artikel 104 der Militiewet 1901, tweede lid, bepaalt,
dat voor de samenstelling van het gedeelte, tot korte
oefening (4 maanden) in te lijven, in de eerste plaats
in aanmerking komen de lotelingen, die aan de door
Hare Majesteit de Koningin gestelde eischen van
militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid
voldoen. Indien het aantal van heD, die aan deze
eischen voldoen, niet overeenkomt met het tot korte
oefening in te lijven gedeelte, heeft hij, die een hooger
nummer bezit, den voorrang tot de toelating daarbij.
Het derde lid van dit artikel bepaalt verder, dat
de lotelingen, die aan de door Hare Majesteit de
Koningin gestelde eischen, hetzij van militaire be
kwaamheid hetzij van lichamelijke geoefendheid,voldoen,
worden ingelijfd bij het korps en geplaatst in het gar
nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt
bevonden zjjn en dit met de belangen van den dienst
is overeen te brengen.
Bij deze toewijzing van de lotelingen aan het h°|P3
en het garnizoen hunner keuze, hebben, volgens 13,
sub 1, der Beschikking van den Minister van Oorlog
dd. 1 Februari 1902, Vilde afd., No. 47, zij, die in
het bezit zijn van een getuigschrift, dat zij voldoen
aan de eischen, zoowel van militaire bekwaamheid als
van lichamelijke geoefendheid, den voorrang boven
hen, die slechts een getuigschrift bezitten, dat zij aan
één dezer eischen voldoen.
FEUILLETON.
I u i s t f r s.
Roman van
IDA BOY-ED.
ooooo
De Luitenant-Generaal, Inspecteur der Infanterie,
heeft in zyne bovenvermelde Algemeene Regeling
bspaald, dat het ondersoek naar de geoefendheid van
loteliogen der lichtingen 1903 en 1904, die dingen
naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid,
hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor
beide, en het onderzoek naar de geoefendheid, van
jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift,
vereischt tot het aaDgaan eener verbintenis bij het
Reservekader, zal worden gehouden in het tijlvakvan
en met 4 tot en met 16 Januari 1904.
Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer in één
dag af en wordt gehouden voor jongelieden nit deze
Gemeente te Helder.
Bij nadere algemeene bekendmaking zal worden
medegedeeld de datum, het uur en de localiteit, waar
de lotelingen en jongelieden voor het onderzoek aan
wezig moeten zjjn.
De bewijzen, bestemd voor de lotelingen, die bij
het onderzoek aan de pischen hebben voldaan, zullen
op den 21sten, 22sten en 23sten Januari 1904 voor
de belanghebbenden verkrijgbaar worden gesteld ter
Secretarie der Gemeente.
Tot onderzoek worden uitsluitend toegelaten
a zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor
de lichting 1904;
b de lolelingen der lichfing 1903, die, ingevolge
het bepaalde bij de tweede zinsnede van artikel 99
der miütiewet 1901, in 1904 worden ingelijfd;
c. jongelieden, adapiranter-vrijwilliger van het
Reservekader der Infanterie, Vesting-Artillerie of Genie
die zich vóór of uiterlijk op den lOden December as.
ter secretarie der gemeente huoner inwoning tot
deeln ming aan het onderzoek hebben aangemeld.
Schagen, den 30 November 1908,
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
87
Boven zat Olga aan het raam en hield
zich bezig met het bekijken van haar
kleinoodiën.
Dat allea is maar rommel, dacht zij,
p'aarlen en diamanten. Wat was ik toch
een zottin, om die dingen te koopen; dat
kan een elk die geld heeft. Ik zal toonen,
meer smaak te bezitten en re niet meer
dragen."
Zjj hield haar smalle, blanke band in
het zonlicht. De brillanten schitterden,
Hmzoo aan de vingers staan ze
toch mooiOl h ij het al mooi vindt, im-
poneeren doet zoo iets hem bepaald niet.
Misschien echter denkt hjjvrouwen ver
siert het. Prins Bolko dweept natuurlijk
met mijn sieraden."
Plotseling sloeg ze het deksel van het
kistje heftig dicht.
„Neenik wil dien rommel niet meer
zoo dikwijls dragen. Slechts dezen ring, die
is van papa. Dat zal ik h e m eens vertellen,
opdat hij niet zal denken, dat ik hem
draag uit ydelheid," voegde ze er in haar
gedachten aan toe.
Ging daar de geheimraad niet
Zij drukte haar gelaat tegen de ruiten.
Hoe? Hij keelfc, niet eens naar boven. En
waarom ging hij nu reeds weder heen En
waarom was hjj gekomen op een tjjd, dat
Raadsvergadering te ZIJPE,
Dinsdag 1 Doe., om half elf.
Aanwezig alle leden.
Na opening worden de notulen gelezen en
goedgekeurd.
Het suppletoir Kohier belasting Honden
wordt vastgesteld op f 5.
Hierna volgt een reeks benoemingen,
wegens periodieke aftreding op'Bl Dec. a s
lo. Herbenoomd worden tot leden der
Commissiën tot Wering van Schoolverzuim
de heeren a. voor Burgerbrng J. P. v. d.
Ploeg, J. Raat en Gr. Nieuwland b. voor St.
Maartensbrug Olie, Blaauw en Blaauboer
c. voor Schagerbrug Bergsma, Steijn en
Erancisd. voor Oudesluis J. J. v. d. Oord,
Melchior eu Iiooij c. voor 't Zand Katoen,
Doedens, J. Brak, Vogelzang en G. de Wit.
2o. Herbenoemd wordt tot Lid der School
commissie de heer J. Raftt te Burgerbrug,
nadat eerst een rooster van aftreding voor
deze Commissie is opgemaakt als volgt:
J. Raat 81 Dec. 1903; Ds. A. Groeoeveld 31 Dec.
1904 C. Hooij 31 Dec. 1905 J. T. de Wit
31 Dec. 1906 en Dr. J. v. d. Vijver 81 Dec.
1907.
3o. Herbenoemd wordt tot lid van het Arm
bestuur de hr. J. Louwe. Van het Armbestuur
was een brief ingekomen met aanbeveling
van den heer Louwe.
4o. Herbenoemd wordt tot Regent van
het Weeshuis de heer J. Marees en tot
Regentes Mej. wed. M. Best-de Graaf.
Vooraf deelde de Voorz. mede, dat er van
de Regenten van het Weeshuis geen voor
drachten waren ingekomen, zooals men dat
wel gewoon was en ook verwacht had, wat
Voorz. jammer vond voor de aftredenden.
De heer Mann vroeg, of het Voorz. bekend
was, om welke reden er geen voordrachten
waren ingekomen. Voorzitter wist er geen
reden voor. Misschien hadden Regenten hun
Reglement niet nagezien, dus tengevolge
van een verzuim.
Na deze benoemingen heeft de Voorz eene
mededeeliDg betreffaude de school te St. Maar
tensbrug. Deze school voldoet niet aan de
eischen des tijds. B.enW. hadden nu den school
opziener, den heer Van Goens, uitgenoodigd,
met hen de school op te nemen en te overleggen,
welke veranderingen noodig waren. Bij dit
onderzoek is ook de Gemeente-opzichter, de
heer De Leeuw, tegenwoordig geweest en
deze heeft van de noodige veranderingen aan
de school bestek en teekening opgemaakt.
De teekening wordt aan de leden van den
Raad getoond en na eene vrij langdurige be
spreking wordt dit plan door den Raad alge
meen goedgevonden. De veranderingen wor
den algemeen noodig en nattig geoordeeld.
Bestek en teekening zullen nu aan den
Schoolopziener worden opgezonden, zoomede
aan dan Districts-schoolopziener, die beidon
er hun oordeol over hebben te zeggen, en
vervolgens zal het verbouwingsplan nader
aan den Raad worden aangeboden ter vast
stelling.
De kosten worden geraamd op f 862 71.
Op voorstel van Voorz. wordt goedgevonden,
de ainbesteding spoedig te doen plaats hebben,
daar men nu goedkooper klaar zal komen
maanden en allen drachtig. Wij deelden het
vee zó, dat de Transvaal drie-vijfden en de
Vrijstaat twee-vijfden ervan kreeg, dus 66
en 38 respectivelik. Te Bloemfontein wekte
het vee de grootste belangstelling onder het
publiek en zelfs de Gouverneur kwam ze
bekijken en stond mij goedwillig toe een deel
ervan water te geven uit de Goevernements-
pntten want water is verschrikkelijk schaars
in Bloemfontein."
„De zez-en-vijftig van de Transvaal,"
vervolgde de generaal op een verdere vraag
van den nieuwsgierigen persman, „hebben wij
in twee klompen verdeeld, ieder onder de
zorg van een Hollandsche boer, die nit
Holland met de beesten saam kwam. De eene
klomp is tans te Heidel berg, onder toezicht
van generaal Piet Viljoen, en dat van de
generaals Jan Kemp en Celliers. Zoals uit
de kennisgeving zal blijken, die wij in de
Volksstem geplaatst hebben, zal er te Heidel-
berg op de 14e dezer maand en te Krugers-
dorp op de 16a vendutie gehouden worden
van de beesten, en als de verkooping nn goed
afloopt,dan stellen wij ons voor uit de opbrengst
weer andere beesten in Holland te kopen,
opdat op deze wijze dit prachtig geschenk
dan b.v. van 't voorjaar. De Raad zal de veestapel van ons land zooveel mogelijk
in de volgende vorgaderiDg oen definitief ten goede mag komen."
besluit nemen, en voorloopig wordt goed
gevonden, voor de verbouwing het geld te
leonen, daar er op de begrooting niets voor
uitgetrokken is.
Ingekomen zijn reclames tegen aanslag
Hoofdei. Omslag, die in besloten zitting zullen
worden behandeld.
Verder een adres van den gemeente
veldwachter Leeuw, te kennen gevende, dat
hij om gezondheidsredenen van plan is, tegen
1 Jan. a.s. ontslag te nemen. Daar hij echter
niet in staat is, alsdan in zijn onderhoud te
voorzien, verzoekt hij om pensioen.
Voorz. licht toe, dat Leeuw thans 35 jaar
dienst gehad heeft, hij wordt oud, is niet
sterk meer, zoodat zijn dienst hem zwaar
valt. Leeuw wilde nu ontslag vragen, maar
vóór hij dat doet, wilde hij weten, of de
Raad genegen was hem pensioen te verleenen.
Zooals de heeren weten, is Bakker over
leden, en B. on W. zouden wel willen voor
stellen, nu aan Leeuw f 300 pensioen te geven.
Do heer Francis zegt, dat het Bakker was
Men heeft in overweging gegeven, merkte
onze verslaggever aan, de beesten alieen aan
bona fide veeboeren te verkoopen, ten einde
spekulatie te voorkomen.
„Dat zon heel moeilik gaan," meende de
generaal. „Er is bepaald, dat de beesten bij
publieke veiling aan de meestbiedenden ver
kocht zullen worden, en hoewel we nataurlijk
heel gaarne zagen dat zij alleen in handen
kwamen van oprechte veeboeren, kunnen de
anderen er niet buiten gesloten worden. Doch
dat komt er ook niet zoozeer op aan het is
ons hoofdzakelijk te doen om het vee in ons
land te krijgen en hier te honden."
„De beesten zijn juist op een goede tijd
ingevoerd" zó ging de generaal, blijkbaar
zeer ingenomen, voort „zij groeien nu met
het gras samen en men heeft dus do kans
ze eerst aan het klimaat te wennen, voordat
hst veld op zijn mooist is. De gelukkige ko
pers zullen wel doen er steeds aan te denken,
niettegenstaande de andere gunstige omstan
digheden, dat deze beesten het helemaal
toegestaan, en is er dus ook voor, om het anderB gewend zijn als ons inlands vee, en
Leeuw te geven. Spr. is ervan overtuigd, dat men moet zo langzamerhand en met verdrag
Leeuw niet in staat is, in zijn onderhoud te
voorzien.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen.
De Raad vindt ten slotte nog goed, om
de Nieuwjaarscollectie weder te houden als
vorige jaren met lijsten.
Hierna sluiting, daar de rondvraag niets
l oplevert.
Een verslaggever van de Volksstem is
generaal De la Reij te Pretoria over het
Hollandsche vee gaan uithooren.
„Ja," zelde generaal De la Rey, in antwoord
I op de vraag van den vertegenwoordiger, „ik
I heb de beesten prachtige dieren te
I Bloemfontein gaan halen en hierheen gebracht.
I Te Kaapstad werden zij in ontvangst genomen
door den heer Wesseir, van het Vrijstaatse
I Boeren Komitéhij bracht ze zover als
I Bloemfontein en daar vond de deling plaats.
Er waren in 't geheel over de honderd
beesten, doch een deel ervan was privaat
ingevoerd of persoonlike geschenken, zooals
aan generaal Botha en aan mijzei ven. Van
de 94 die aan ons volk geschonken werden,
zijn negen bullen, en de overigen allen
keurige beesten van de allerbeste Hollandse
rassen vaarsen, meest al van achttien
aan het gras gewend maken. Voor het eerste
tijdje op stal houden, daarna stal en veld
geregeld afwisselen, totdat zij helemaal kun
nen vrijlopen. Met de bullen zal het een
beetje moeiliker gaan en zij zullen meor zorg
vereischen, maar dat zijn zij ook overwaard,
i Ik ben van opinie dat deze dieren zo kost
baar zijn voor de beestboer, dat geen moeite
te voel kan zijn. Deze ras stieren zijn in
Holland bijna nooit uit de stal goweest, zij
kunnen niet aangejaagd, doch worden met
een nensriem geleid. Maar, zooals ik zeide,
zij zijn het waard alle mogelike zorg er aan
te besteden, want zij zijn van het beste dat
Holland bezit."
„Hier zijn de stam-registers", ging de
generaal voort, enige doknmenten te voor-
t schijn halende, waarop aan beide kanten de
I afkomst van een aantal stukken vee vermeld
i stond, alsook de nummers waaronder de
j beesten op de stam-registers van de Neder
landse veestapel ingeschreven waien.
j „Deze zijn de portretten van een paar jonge
vaarsen. Zij hebben haar konditie, niettegen
staande de lange zeereis, goed gehouden, en
niet een is er omgekomen, integendeel is er
nog een kalf op do uitreis aangekomen en
een op de trein van Kaapstad."
Op een vraag betreffende de waarde van
do beesten, zeide de generaal, dat zij hier
er geen treinen aankomen, en zoo geheel
zonder bagage? Alles heel zonderling! Als
hij hier logies had besteld, waarom zijn
vrouw dan gedurende eenige dagen in
onrust en angst gelaten
Hing dat eigenaardig komen en dat,
spoedig heengaan soms met dien angst
samen
Was het zwaard naar beneden gevallen,
dat boven het hoofd van Carolyne had ge
hangen Was eindelijk die geheimzinnige
vrees vervuld, waarvoor zij Carolyne reeds
zoo lang had zien sidderen
Hoe bleek en verontrust zag die man
er uit!
Er was een ongeluk gebeurd. Olga voelde
het. Zij wist het reed3 sedert langen, langen
tijd, dat die arme vrouw zich in donkere
zorgen afmartelde.
Het eerste kleine teeken van een onge
woon iets móést haar zeggener is iets
beslissends gebeurd.
Zij bedacht zich. Maar slechts een
seconde. Watindringerig? Wat....
wachten totdat men geroepen wordt? Wan
neer Carolyne misschien vreeseljjk leed en
hulp noodig had
En reeds stormde Olga de trap af,
Carolyne's slaapkamer kwam hot eerst.
Olga rukte de deur open.
Leeg do kamer.
Daarnaast
En daar vond ze Carolyne, bleek, mot
het kille zweet op het voorhoofd, nog half
in zwjjm en toch reeds bezig, zichzelf op
te richten. Met klemmende vingers hield
ze zich aan den rand van de sofa vast.
Olga was reeds bij haar hielp haar.
ondersteunde haar, en bracht haar naar
bed.
door de bank 45 p. st. het stuk waard zijn.
Enkelen natuurlijk meer, zooals de bullen.
De bul van generaal Botha b.v., heeft hij
op bizonder goede termen voor 40 p. st. in
Holland gekocht, doch het dier is hier eerlik
80 p. st. waard.
Voorts deelde de generaal mede, dat het
Hoofd Komité van de Transvaal met de
e.k. Europeesche mail de goede ontvangst
van de beesten wilde erkennen en de lief
dadige gevers ervoor bedanken nit naam van
het Volk.
Vrijdagavond j.1. werd te
BARSINGERHORN in de kolfbaan van den
heer Scheringa de eerste der twee buitenge
wone vergaderingen van D. O. G. gehouden,
met introductie van minvermogenden.
Als gewoonlijk, was dit eene druk bezochte
bijeenkomst.
Dezen keer zou een spreekster optreden,
Mevr. Arntzen-Wafelbakker uit Amsterdam.
De voordrachten van deze dame, bij voorkeur
genomen uit de werken onzer eerste letter
kundigen, moeten allesziDS verdienstelijk
genoemd wordenz(j getuigen van degelijke
studie. Zooiets wordt door een zeer gemengd
publiek als dat, hetwelk spreekster hier voor
zich had, niet altijd naar waarde geschat
doch zij, die gaarne goed hooren voordragen,
hebben aan Mevr. Arntzen-W. menig genoe-
gelijk poosje te danken gehad.
Jammer, doch geheel buiten schuld van
de spreekster was het, dat het lokaal,
waarin zij moest optreden, zich hoe langer
hoe ongunstiger doet kennen voor het
houdfcn van voordachten, waarbij een groot
deel van het publiek te ver van de spreekster
verwijderd blijft en allicht veel van het
gesprokene mist, en zooals bekend is het
publiek is gewoonlijk veeleischend.
De voordrachten werden afgewisseld door
muziek en zang. De Burgemeester, de heer
J. Spaans Dz., bracht een paar muziekstuk
ken op piano ten gehoore, die, zooals te
verwachten was, met de noodige vlugheid
en juistheid werden uitgevoerd.
Even welkom als deze afwisseling, was
ook de zang van eenige dames met en zon
der piano-begeleiding.
Met een woord van dank aan de begaafde
spreekster van den avond, en aan hen die
met zooveel bereidwilligheid voor de noodige
afwisseling hadden gezorgd, sloot de Yoorz.
van D. O. G. de bijeenkomst, die aan zooveien
genot had geschonken.
Smokkelhandel.
Men schrijft uit FRIESLAND
Tal van personen, die dit jaar zich onder
wierpen aan het examen voor kommies bij
's Rijks belastingen en hunne stukken terug
ontvingen omdat ze niet slaagden, hebben
thans aanschrijving gekregen dat ze tot
kommies zijn benoemd. Dit moet een gevolg
zijn der toeneming van den smokkelhandel
op de grenzen. Er zouden in het geheel 60
kommiezen meer aangesteld worden.
Uit Enschedé schrijft men
De rijksambtenaren alhier houden den laat-
sten tijd scherper contróle op den voorraad
suiker bij de winkeliers en grossiers dan tot
voor kort het geval was. Het feit moet zeer
zeker beschouwd worden in verband met de
lage prijzen, waarvoor sommigen deze waar
verkoopen. Te Losser werden een paar smok
kelaars gesnapt bij frauduleuzen invoer over
onze grenzen ze vervoerden onderscheidenlijk
18 en 15 kilo.
Door de Landbouwvereenl-
ging „de Eendracht" te OUDKARSPEL, is
besloten, ook de dorschkool a contant te ver
koopen.
Zachtkens bette zij haar gelaat.
Mevrouw Soniakow en het kamermeisje
verschenen met bezorgde blikken in de
kamerdeur.
Olga wenkte haar, heen te gaan.
Zij ging naast Carolyne's bed zitten en
hield stil de hand vast, terwijl ze haar
vriendin oplettend in het gelaat keek.
Met gesloten oogen lag de vrouw. Geel
was haar gelaatskleur, scherp waren de
anders zoo zachte trekken om haar mond.
Welk een storm moest er ovor dit men-
schenkind zijn heengegaan
Dit was het gelaat van eene, die geen
genade meer van het noodlot verwacht,
die van het leven niets anders moer ver
wacht, dan don last het te moeten dragen.
Dit was er eene, voor wie alles ten einde
ia, die op geen zonnestraal der liefde en
van geluk meer rekent.
En deze vreeselijke uitdrukking van
groote smart ontroerde Olga tot in haar ziel.
Maar zij bedwong zich.... Haar was
het, als moest zij haar ademhaling onhoor
baar haar tegenwoordigheid onmerk
baar maken.
De ongelukkige vrouw lag met heldere
gedachten, met een zonderlinge, doodeljjke
kalmte, met klaarheid in het hart.
Zjj doorleefde het vreeselijke uur nog i
eenmaal. Alles wat zij gezegd had, alles
wat zij gedaan had, was levendig en zeer
duidelijk in hare gedachten.
„Heb ik mij vernederd, toen ik hem op
mijn knieën heb gesmeekt: „blijf bjj mij
Was dat lafWas dat onvrouwelijk
Neen, neen 1 Eenmaal moest ik het hem
J toeschreeuwen hij moest het weten
Hij was mijn echtgenoot. Mijn heilig bezit.
Mjj het naast op aardeDoor duizend offers
en veel lijden méér de mijnemij méér
verbonden, dan hjj het ooit door geluk had
kunnen worden. Om mijn echtgenoot mócht
ik strijden... heilig was mij mijn fcuweljjk...
en heilig mijn recht, dat huwelijk te ver
dedigen.
Nu wist hij hetNu waren er geen
koel gelaat en kalme beheerschiDg meer.
Hij wist, dat zij hem had liefgehad, trots
alles. En hij had ook den vreesalijken kamp
in haar moeten raden, die haar leven ver
stoorde, die strijd eener lielde met de ver
achting.
En de liefde was overwinnares gebleven....
Liefde was de overwinnares, ook nog in dit
uur, toen bet hart der ongelukkige vrouw
werd getroffen door den laatsten giftpijl,
den schrikkelijksten van allen.
D&t had hij dus kunnen doen Den arme
bestelen 1 Den noodlijdenden strijder zjjn
klein weinigjo zonnelicht ontstelen 1
Aan deze Siddy had Wigua Hennegall
zeker niets verloren. Maar niet steeds is
de Waarde van het verlorene beslissend.
Meer nog kan het de maüier zijn, waarop het
geschiedt. Hoe hij haar had verloren
daardoor was zijn ziel tot de ziekte van
ongeloof en wantrouwen vervallen
Hoe zou Hennegall dit opnemen Want
weten moest hjj hetdadel jjk
snelhij het eerst.
Welkeen nieuwe olletde voor hem 1 De
leeraar, wion hij zooveel hr.d te danken, dien
bij had geëerd, mirscbien lietgehad,
dezen man, die zijn voorbeeld had moeten
zjjn, dien moest hij nu verachten
En welk een ongekende kwelling vóórhaar
eigen bart, dat zich er vroeger tegen had
verzet, wanneer men het waagde een minder
vleiend oordeel over haar echtgenoot te vellen.
Was dat niet het zwaarste van alles,
hem nu te hooren smaden,en met reden
Langzaam liet een traan zich van de
wimpers los en rolde over de vale wangen.
Toen was het Olga onmogeljjk, zich langer
stil te houden. Zjj boog zich over Carolyne
heen en kuste haar.
„Ween niet," murmelde, Carolyne, „ween
niet."
En dan nog zachter
„Mjjn man wil.zich..van mij scheiden."
„O," riep Olga „o hoe schandelijk
„Niet op hem schelden," bracht de arme
vrouw er uit, „neen niemand
Olga weende en streelde steeds de lieve
hand.
„Ik had schuld fluisterde Carolyre
voor zich heen, „veel schuldik heb
steeds mjjn liefde verstopt..dwaze trots
en hjj, hij bespeurde niets van die liefde
slechts mjjn koelen trotsdaarin is alles
ten gronde gegaan mijn gansche leven."
Zjj zweeg.
Zij dacht terug aan den eersten tjjd vau
haar huweljjk. Toen scheen het, alsof haar
groote kalmte en waardigheid hem in ver
rukking brachten. Het gaf aan zjjn huis zoo
veel voornaamheid dikwijls zeide hjj
het haar.
Maar later, toen hij vaststond, en een
man van aanzien was gewordentoen
had hij liever een bewegelijke, schitterende
vrouw gehad, die hem verf'rischte met
steeds nieuwe eigenschappen.
Carolyne's wezen echter was van te
massieve soort, om zich te kunnen óm-
vormen naar de verschillende levensopvat
tingen en wenschen van haar man.