Donderdag 3 December 11)03 J 47sle Jaargang No. 3894 Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. BureauSCHAGSHN, liaan, O 4. Uitgever: P. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I\KEL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD. BEKENDMAKINGEN. Binnenlandsch Nieuws. Het Hollandsche Vee. WORDT "VERVOLGD, i COURANT. AiiortoDtis- LiiHmllil. Bit nummer bestaat uit twee bladen. Gemeente Sclmgen. o—o SALM, ABRAHAM JAN JACOB, wordt in zijn belang aangeraden zich ten spoedigste ter secretarie dezer gemeente aan le melden. ooooo De Burgemeester van Schagen, brengt, ter voor koming van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen ingevolge het bepaalde bij de politie-verordening dier gemeente, ten minste twee malen 's jaars, en wel in December en Maart, moeten worden geveegd en schoongemaakt. Schsgen 1 December '1903. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. ooo OXDEOZOK/v naar da gooeiendheid van lo'.oliogcn dor lichtingen 1903 en 1904, die diDgen naar het bewijs voor militaire bekwaamheid of voor lichamelijke geoefendheid of wel voor beide en naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het Resetvekader, hetzij der Infanterie ot der Vesting-Ar tillerie, dan wel der Genie. De Burgemeester der Gemeente Schagen, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Luitenant-Generaal, Inspecteur der Infanterie, bij besluit van 18 November 1903, eene algemeene regeliDg heeft vastgesteld: 1. van het onderzoek, bedopld bij j 19 der Be schikking van den Minister van Oorlog, dJ. 23 Juli 1902, Ilde Afd., No. 90, naar de geoefendheid van lotelingen der lichting 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor heide (art. 104 der Militiewet 1901}; 2. van het onderzoek, bedoeld bij 16 van de Beschikking van deu Minister van Oorlog, dd. 14 Mei 1902, Ilde Afd., No. 107, en van het onderzoek, bedoeld bij 11 van de Beschikking van den MiDister van Oorlog, dd. 22 September 1902, Ilde Afd., No 37, naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het Reservekader, hetzij der Infanterie of der Vesting-Artillerie, dan wel der Genie (art. 14 van het Koninklijk besluit van 12 Mei 1902, No. 22, en art. 13 van het Koninklijk besluit van 10 September 1902, No. 40). Artikel 104 der Militiewet 1901, tweede lid, bepaalt, dat voor de samenstelling van het gedeelte, tot korte oefening (4 maanden) in te lijven, in de eerste plaats in aanmerking komen de lotelingen, die aan de door Hare Majesteit de Koningin gestelde eischen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid voldoen. Indien het aantal van heD, die aan deze eischen voldoen, niet overeenkomt met het tot korte oefening in te lijven gedeelte, heeft hij, die een hooger nummer bezit, den voorrang tot de toelating daarbij. Het derde lid van dit artikel bepaalt verder, dat de lotelingen, die aan de door Hare Majesteit de Koningin gestelde eischen, hetzij van militaire be kwaamheid hetzij van lichamelijke geoefendheid,voldoen, worden ingelijfd bij het korps en geplaatst in het gar nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden zjjn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bij deze toewijzing van de lotelingen aan het h°|P3 en het garnizoen hunner keuze, hebben, volgens 13, sub 1, der Beschikking van den Minister van Oorlog dd. 1 Februari 1902, Vilde afd., No. 47, zij, die in het bezit zijn van een getuigschrift, dat zij voldoen aan de eischen, zoowel van militaire bekwaamheid als van lichamelijke geoefendheid, den voorrang boven hen, die slechts een getuigschrift bezitten, dat zij aan één dezer eischen voldoen. FEUILLETON. I u i s t f r s. Roman van IDA BOY-ED. ooooo De Luitenant-Generaal, Inspecteur der Infanterie, heeft in zyne bovenvermelde Algemeene Regeling bspaald, dat het ondersoek naar de geoefendheid van loteliogen der lichtingen 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor beide, en het onderzoek naar de geoefendheid, van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het aaDgaan eener verbintenis bij het Reservekader, zal worden gehouden in het tijlvakvan en met 4 tot en met 16 Januari 1904. Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer in één dag af en wordt gehouden voor jongelieden nit deze Gemeente te Helder. Bij nadere algemeene bekendmaking zal worden medegedeeld de datum, het uur en de localiteit, waar de lotelingen en jongelieden voor het onderzoek aan wezig moeten zjjn. De bewijzen, bestemd voor de lotelingen, die bij het onderzoek aan de pischen hebben voldaan, zullen op den 21sten, 22sten en 23sten Januari 1904 voor de belanghebbenden verkrijgbaar worden gesteld ter Secretarie der Gemeente. Tot onderzoek worden uitsluitend toegelaten a zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1904; b de lolelingen der lichfing 1903, die, ingevolge het bepaalde bij de tweede zinsnede van artikel 99 der miütiewet 1901, in 1904 worden ingelijfd; c. jongelieden, adapiranter-vrijwilliger van het Reservekader der Infanterie, Vesting-Artillerie of Genie die zich vóór of uiterlijk op den lOden December as. ter secretarie der gemeente huoner inwoning tot deeln ming aan het onderzoek hebben aangemeld. Schagen, den 30 November 1908, De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. 87 Boven zat Olga aan het raam en hield zich bezig met het bekijken van haar kleinoodiën. Dat allea is maar rommel, dacht zij, p'aarlen en diamanten. Wat was ik toch een zottin, om die dingen te koopen; dat kan een elk die geld heeft. Ik zal toonen, meer smaak te bezitten en re niet meer dragen." Zjj hield haar smalle, blanke band in het zonlicht. De brillanten schitterden, Hmzoo aan de vingers staan ze toch mooiOl h ij het al mooi vindt, im- poneeren doet zoo iets hem bepaald niet. Misschien echter denkt hjjvrouwen ver siert het. Prins Bolko dweept natuurlijk met mijn sieraden." Plotseling sloeg ze het deksel van het kistje heftig dicht. „Neenik wil dien rommel niet meer zoo dikwijls dragen. Slechts dezen ring, die is van papa. Dat zal ik h e m eens vertellen, opdat hij niet zal denken, dat ik hem draag uit ydelheid," voegde ze er in haar gedachten aan toe. Ging daar de geheimraad niet Zij drukte haar gelaat tegen de ruiten. Hoe? Hij keelfc, niet eens naar boven. En waarom ging hij nu reeds weder heen En waarom was hjj gekomen op een tjjd, dat Raadsvergadering te ZIJPE, Dinsdag 1 Doe., om half elf. Aanwezig alle leden. Na opening worden de notulen gelezen en goedgekeurd. Het suppletoir Kohier belasting Honden wordt vastgesteld op f 5. Hierna volgt een reeks benoemingen, wegens periodieke aftreding op'Bl Dec. a s lo. Herbenoomd worden tot leden der Commissiën tot Wering van Schoolverzuim de heeren a. voor Burgerbrng J. P. v. d. Ploeg, J. Raat en Gr. Nieuwland b. voor St. Maartensbrug Olie, Blaauw en Blaauboer c. voor Schagerbrug Bergsma, Steijn en Erancisd. voor Oudesluis J. J. v. d. Oord, Melchior eu Iiooij c. voor 't Zand Katoen, Doedens, J. Brak, Vogelzang en G. de Wit. 2o. Herbenoemd wordt tot Lid der School commissie de heer J. Raftt te Burgerbrug, nadat eerst een rooster van aftreding voor deze Commissie is opgemaakt als volgt: J. Raat 81 Dec. 1903; Ds. A. Groeoeveld 31 Dec. 1904 C. Hooij 31 Dec. 1905 J. T. de Wit 31 Dec. 1906 en Dr. J. v. d. Vijver 81 Dec. 1907. 3o. Herbenoemd wordt tot lid van het Arm bestuur de hr. J. Louwe. Van het Armbestuur was een brief ingekomen met aanbeveling van den heer Louwe. 4o. Herbenoemd wordt tot Regent van het Weeshuis de heer J. Marees en tot Regentes Mej. wed. M. Best-de Graaf. Vooraf deelde de Voorz. mede, dat er van de Regenten van het Weeshuis geen voor drachten waren ingekomen, zooals men dat wel gewoon was en ook verwacht had, wat Voorz. jammer vond voor de aftredenden. De heer Mann vroeg, of het Voorz. bekend was, om welke reden er geen voordrachten waren ingekomen. Voorzitter wist er geen reden voor. Misschien hadden Regenten hun Reglement niet nagezien, dus tengevolge van een verzuim. Na deze benoemingen heeft de Voorz eene mededeeliDg betreffaude de school te St. Maar tensbrug. Deze school voldoet niet aan de eischen des tijds. B.enW. hadden nu den school opziener, den heer Van Goens, uitgenoodigd, met hen de school op te nemen en te overleggen, welke veranderingen noodig waren. Bij dit onderzoek is ook de Gemeente-opzichter, de heer De Leeuw, tegenwoordig geweest en deze heeft van de noodige veranderingen aan de school bestek en teekening opgemaakt. De teekening wordt aan de leden van den Raad getoond en na eene vrij langdurige be spreking wordt dit plan door den Raad alge meen goedgevonden. De veranderingen wor den algemeen noodig en nattig geoordeeld. Bestek en teekening zullen nu aan den Schoolopziener worden opgezonden, zoomede aan dan Districts-schoolopziener, die beidon er hun oordeol over hebben te zeggen, en vervolgens zal het verbouwingsplan nader aan den Raad worden aangeboden ter vast stelling. De kosten worden geraamd op f 862 71. Op voorstel van Voorz. wordt goedgevonden, de ainbesteding spoedig te doen plaats hebben, daar men nu goedkooper klaar zal komen maanden en allen drachtig. Wij deelden het vee zó, dat de Transvaal drie-vijfden en de Vrijstaat twee-vijfden ervan kreeg, dus 66 en 38 respectivelik. Te Bloemfontein wekte het vee de grootste belangstelling onder het publiek en zelfs de Gouverneur kwam ze bekijken en stond mij goedwillig toe een deel ervan water te geven uit de Goevernements- pntten want water is verschrikkelijk schaars in Bloemfontein." „De zez-en-vijftig van de Transvaal," vervolgde de generaal op een verdere vraag van den nieuwsgierigen persman, „hebben wij in twee klompen verdeeld, ieder onder de zorg van een Hollandsche boer, die nit Holland met de beesten saam kwam. De eene klomp is tans te Heidel berg, onder toezicht van generaal Piet Viljoen, en dat van de generaals Jan Kemp en Celliers. Zoals uit de kennisgeving zal blijken, die wij in de Volksstem geplaatst hebben, zal er te Heidel- berg op de 14e dezer maand en te Krugers- dorp op de 16a vendutie gehouden worden van de beesten, en als de verkooping nn goed afloopt,dan stellen wij ons voor uit de opbrengst weer andere beesten in Holland te kopen, opdat op deze wijze dit prachtig geschenk dan b.v. van 't voorjaar. De Raad zal de veestapel van ons land zooveel mogelijk in de volgende vorgaderiDg oen definitief ten goede mag komen." besluit nemen, en voorloopig wordt goed gevonden, voor de verbouwing het geld te leonen, daar er op de begrooting niets voor uitgetrokken is. Ingekomen zijn reclames tegen aanslag Hoofdei. Omslag, die in besloten zitting zullen worden behandeld. Verder een adres van den gemeente veldwachter Leeuw, te kennen gevende, dat hij om gezondheidsredenen van plan is, tegen 1 Jan. a.s. ontslag te nemen. Daar hij echter niet in staat is, alsdan in zijn onderhoud te voorzien, verzoekt hij om pensioen. Voorz. licht toe, dat Leeuw thans 35 jaar dienst gehad heeft, hij wordt oud, is niet sterk meer, zoodat zijn dienst hem zwaar valt. Leeuw wilde nu ontslag vragen, maar vóór hij dat doet, wilde hij weten, of de Raad genegen was hem pensioen te verleenen. Zooals de heeren weten, is Bakker over leden, en B. on W. zouden wel willen voor stellen, nu aan Leeuw f 300 pensioen te geven. Do heer Francis zegt, dat het Bakker was Men heeft in overweging gegeven, merkte onze verslaggever aan, de beesten alieen aan bona fide veeboeren te verkoopen, ten einde spekulatie te voorkomen. „Dat zon heel moeilik gaan," meende de generaal. „Er is bepaald, dat de beesten bij publieke veiling aan de meestbiedenden ver kocht zullen worden, en hoewel we nataurlijk heel gaarne zagen dat zij alleen in handen kwamen van oprechte veeboeren, kunnen de anderen er niet buiten gesloten worden. Doch dat komt er ook niet zoozeer op aan het is ons hoofdzakelijk te doen om het vee in ons land te krijgen en hier te honden." „De beesten zijn juist op een goede tijd ingevoerd" zó ging de generaal, blijkbaar zeer ingenomen, voort „zij groeien nu met het gras samen en men heeft dus do kans ze eerst aan het klimaat te wennen, voordat hst veld op zijn mooist is. De gelukkige ko pers zullen wel doen er steeds aan te denken, niettegenstaande de andere gunstige omstan digheden, dat deze beesten het helemaal toegestaan, en is er dus ook voor, om het anderB gewend zijn als ons inlands vee, en Leeuw te geven. Spr. is ervan overtuigd, dat men moet zo langzamerhand en met verdrag Leeuw niet in staat is, in zijn onderhoud te voorzien. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. De Raad vindt ten slotte nog goed, om de Nieuwjaarscollectie weder te houden als vorige jaren met lijsten. Hierna sluiting, daar de rondvraag niets l oplevert. Een verslaggever van de Volksstem is generaal De la Reij te Pretoria over het Hollandsche vee gaan uithooren. „Ja," zelde generaal De la Rey, in antwoord I op de vraag van den vertegenwoordiger, „ik I heb de beesten prachtige dieren te I Bloemfontein gaan halen en hierheen gebracht. I Te Kaapstad werden zij in ontvangst genomen door den heer Wesseir, van het Vrijstaatse I Boeren Komitéhij bracht ze zover als I Bloemfontein en daar vond de deling plaats. Er waren in 't geheel over de honderd beesten, doch een deel ervan was privaat ingevoerd of persoonlike geschenken, zooals aan generaal Botha en aan mijzei ven. Van de 94 die aan ons volk geschonken werden, zijn negen bullen, en de overigen allen keurige beesten van de allerbeste Hollandse rassen vaarsen, meest al van achttien aan het gras gewend maken. Voor het eerste tijdje op stal houden, daarna stal en veld geregeld afwisselen, totdat zij helemaal kun nen vrijlopen. Met de bullen zal het een beetje moeiliker gaan en zij zullen meor zorg vereischen, maar dat zijn zij ook overwaard, i Ik ben van opinie dat deze dieren zo kost baar zijn voor de beestboer, dat geen moeite te voel kan zijn. Deze ras stieren zijn in Holland bijna nooit uit de stal goweest, zij kunnen niet aangejaagd, doch worden met een nensriem geleid. Maar, zooals ik zeide, zij zijn het waard alle mogelike zorg er aan te besteden, want zij zijn van het beste dat Holland bezit." „Hier zijn de stam-registers", ging de generaal voort, enige doknmenten te voor- t schijn halende, waarop aan beide kanten de I afkomst van een aantal stukken vee vermeld i stond, alsook de nummers waaronder de j beesten op de stam-registers van de Neder landse veestapel ingeschreven waien. j „Deze zijn de portretten van een paar jonge vaarsen. Zij hebben haar konditie, niettegen staande de lange zeereis, goed gehouden, en niet een is er omgekomen, integendeel is er nog een kalf op do uitreis aangekomen en een op de trein van Kaapstad." Op een vraag betreffende de waarde van do beesten, zeide de generaal, dat zij hier er geen treinen aankomen, en zoo geheel zonder bagage? Alles heel zonderling! Als hij hier logies had besteld, waarom zijn vrouw dan gedurende eenige dagen in onrust en angst gelaten Hing dat eigenaardig komen en dat, spoedig heengaan soms met dien angst samen Was het zwaard naar beneden gevallen, dat boven het hoofd van Carolyne had ge hangen Was eindelijk die geheimzinnige vrees vervuld, waarvoor zij Carolyne reeds zoo lang had zien sidderen Hoe bleek en verontrust zag die man er uit! Er was een ongeluk gebeurd. Olga voelde het. Zij wist het reed3 sedert langen, langen tijd, dat die arme vrouw zich in donkere zorgen afmartelde. Het eerste kleine teeken van een onge woon iets móést haar zeggener is iets beslissends gebeurd. Zij bedacht zich. Maar slechts een seconde. Watindringerig? Wat.... wachten totdat men geroepen wordt? Wan neer Carolyne misschien vreeseljjk leed en hulp noodig had En reeds stormde Olga de trap af, Carolyne's slaapkamer kwam hot eerst. Olga rukte de deur open. Leeg do kamer. Daarnaast En daar vond ze Carolyne, bleek, mot het kille zweet op het voorhoofd, nog half in zwjjm en toch reeds bezig, zichzelf op te richten. Met klemmende vingers hield ze zich aan den rand van de sofa vast. Olga was reeds bij haar hielp haar. ondersteunde haar, en bracht haar naar bed. door de bank 45 p. st. het stuk waard zijn. Enkelen natuurlijk meer, zooals de bullen. De bul van generaal Botha b.v., heeft hij op bizonder goede termen voor 40 p. st. in Holland gekocht, doch het dier is hier eerlik 80 p. st. waard. Voorts deelde de generaal mede, dat het Hoofd Komité van de Transvaal met de e.k. Europeesche mail de goede ontvangst van de beesten wilde erkennen en de lief dadige gevers ervoor bedanken nit naam van het Volk. Vrijdagavond j.1. werd te BARSINGERHORN in de kolfbaan van den heer Scheringa de eerste der twee buitenge wone vergaderingen van D. O. G. gehouden, met introductie van minvermogenden. Als gewoonlijk, was dit eene druk bezochte bijeenkomst. Dezen keer zou een spreekster optreden, Mevr. Arntzen-Wafelbakker uit Amsterdam. De voordrachten van deze dame, bij voorkeur genomen uit de werken onzer eerste letter kundigen, moeten allesziDS verdienstelijk genoemd wordenz(j getuigen van degelijke studie. Zooiets wordt door een zeer gemengd publiek als dat, hetwelk spreekster hier voor zich had, niet altijd naar waarde geschat doch zij, die gaarne goed hooren voordragen, hebben aan Mevr. Arntzen-W. menig genoe- gelijk poosje te danken gehad. Jammer, doch geheel buiten schuld van de spreekster was het, dat het lokaal, waarin zij moest optreden, zich hoe langer hoe ongunstiger doet kennen voor het houdfcn van voordachten, waarbij een groot deel van het publiek te ver van de spreekster verwijderd blijft en allicht veel van het gesprokene mist, en zooals bekend is het publiek is gewoonlijk veeleischend. De voordrachten werden afgewisseld door muziek en zang. De Burgemeester, de heer J. Spaans Dz., bracht een paar muziekstuk ken op piano ten gehoore, die, zooals te verwachten was, met de noodige vlugheid en juistheid werden uitgevoerd. Even welkom als deze afwisseling, was ook de zang van eenige dames met en zon der piano-begeleiding. Met een woord van dank aan de begaafde spreekster van den avond, en aan hen die met zooveel bereidwilligheid voor de noodige afwisseling hadden gezorgd, sloot de Yoorz. van D. O. G. de bijeenkomst, die aan zooveien genot had geschonken. Smokkelhandel. Men schrijft uit FRIESLAND Tal van personen, die dit jaar zich onder wierpen aan het examen voor kommies bij 's Rijks belastingen en hunne stukken terug ontvingen omdat ze niet slaagden, hebben thans aanschrijving gekregen dat ze tot kommies zijn benoemd. Dit moet een gevolg zijn der toeneming van den smokkelhandel op de grenzen. Er zouden in het geheel 60 kommiezen meer aangesteld worden. Uit Enschedé schrijft men De rijksambtenaren alhier houden den laat- sten tijd scherper contróle op den voorraad suiker bij de winkeliers en grossiers dan tot voor kort het geval was. Het feit moet zeer zeker beschouwd worden in verband met de lage prijzen, waarvoor sommigen deze waar verkoopen. Te Losser werden een paar smok kelaars gesnapt bij frauduleuzen invoer over onze grenzen ze vervoerden onderscheidenlijk 18 en 15 kilo. Door de Landbouwvereenl- ging „de Eendracht" te OUDKARSPEL, is besloten, ook de dorschkool a contant te ver koopen. Zachtkens bette zij haar gelaat. Mevrouw Soniakow en het kamermeisje verschenen met bezorgde blikken in de kamerdeur. Olga wenkte haar, heen te gaan. Zij ging naast Carolyne's bed zitten en hield stil de hand vast, terwijl ze haar vriendin oplettend in het gelaat keek. Met gesloten oogen lag de vrouw. Geel was haar gelaatskleur, scherp waren de anders zoo zachte trekken om haar mond. Welk een storm moest er ovor dit men- schenkind zijn heengegaan Dit was het gelaat van eene, die geen genade meer van het noodlot verwacht, die van het leven niets anders moer ver wacht, dan don last het te moeten dragen. Dit was er eene, voor wie alles ten einde ia, die op geen zonnestraal der liefde en van geluk meer rekent. En deze vreeselijke uitdrukking van groote smart ontroerde Olga tot in haar ziel. Maar zij bedwong zich.... Haar was het, als moest zij haar ademhaling onhoor baar haar tegenwoordigheid onmerk baar maken. De ongelukkige vrouw lag met heldere gedachten, met een zonderlinge, doodeljjke kalmte, met klaarheid in het hart. Zjj doorleefde het vreeselijke uur nog i eenmaal. Alles wat zij gezegd had, alles wat zij gedaan had, was levendig en zeer duidelijk in hare gedachten. „Heb ik mij vernederd, toen ik hem op mijn knieën heb gesmeekt: „blijf bjj mij Was dat lafWas dat onvrouwelijk Neen, neen 1 Eenmaal moest ik het hem J toeschreeuwen hij moest het weten Hij was mijn echtgenoot. Mijn heilig bezit. Mjj het naast op aardeDoor duizend offers en veel lijden méér de mijnemij méér verbonden, dan hjj het ooit door geluk had kunnen worden. Om mijn echtgenoot mócht ik strijden... heilig was mij mijn fcuweljjk... en heilig mijn recht, dat huwelijk te ver dedigen. Nu wist hij hetNu waren er geen koel gelaat en kalme beheerschiDg meer. Hij wist, dat zij hem had liefgehad, trots alles. En hij had ook den vreesalijken kamp in haar moeten raden, die haar leven ver stoorde, die strijd eener lielde met de ver achting. En de liefde was overwinnares gebleven.... Liefde was de overwinnares, ook nog in dit uur, toen bet hart der ongelukkige vrouw werd getroffen door den laatsten giftpijl, den schrikkelijksten van allen. D&t had hij dus kunnen doen Den arme bestelen 1 Den noodlijdenden strijder zjjn klein weinigjo zonnelicht ontstelen 1 Aan deze Siddy had Wigua Hennegall zeker niets verloren. Maar niet steeds is de Waarde van het verlorene beslissend. Meer nog kan het de maüier zijn, waarop het geschiedt. Hoe hij haar had verloren daardoor was zijn ziel tot de ziekte van ongeloof en wantrouwen vervallen Hoe zou Hennegall dit opnemen Want weten moest hjj hetdadel jjk snelhij het eerst. Welkeen nieuwe olletde voor hem 1 De leeraar, wion hij zooveel hr.d te danken, dien bij had geëerd, mirscbien lietgehad, dezen man, die zijn voorbeeld had moeten zjjn, dien moest hij nu verachten En welk een ongekende kwelling vóórhaar eigen bart, dat zich er vroeger tegen had verzet, wanneer men het waagde een minder vleiend oordeel over haar echtgenoot te vellen. Was dat niet het zwaarste van alles, hem nu te hooren smaden,en met reden Langzaam liet een traan zich van de wimpers los en rolde over de vale wangen. Toen was het Olga onmogeljjk, zich langer stil te houden. Zjj boog zich over Carolyne heen en kuste haar. „Ween niet," murmelde, Carolyne, „ween niet." En dan nog zachter „Mjjn man wil.zich..van mij scheiden." „O," riep Olga „o hoe schandelijk „Niet op hem schelden," bracht de arme vrouw er uit, „neen niemand Olga weende en streelde steeds de lieve hand. „Ik had schuld fluisterde Carolyre voor zich heen, „veel schuldik heb steeds mjjn liefde verstopt..dwaze trots en hjj, hij bespeurde niets van die liefde slechts mjjn koelen trotsdaarin is alles ten gronde gegaan mijn gansche leven." Zjj zweeg. Zij dacht terug aan den eersten tjjd vau haar huweljjk. Toen scheen het, alsof haar groote kalmte en waardigheid hem in ver rukking brachten. Het gaf aan zjjn huis zoo veel voornaamheid dikwijls zeide hjj het haar. Maar later, toen hij vaststond, en een man van aanzien was gewordentoen had hij liever een bewegelijke, schitterende vrouw gehad, die hem verf'rischte met steeds nieuwe eigenschappen. Carolyne's wezen echter was van te massieve soort, om zich te kunnen óm- vormen naar de verschillende levensopvat tingen en wenschen van haar man.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 13