tl li- AiKriHIit- LiiHiivl'lil ge iroiü tan dot arme. Zondag 6 December 1903. 47ste Jaargang No. 3895. Bureaug€MA3Ëif, Laan, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. IMedewcrkerJ. VI 1 N K E L. EERSTE BLAD. Gemeente Scliagen. BEKENDMAKINGEN. ONDERZOEK Afscheuren of onleesbaar maken van Bekendmakingen. Tram Langedij k— Di rkshorn. Buitenlandsch Nieuws. Politiek overzicht der week. J ODRANT Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADV ERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer öct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bit nummer bestaat uit drie bladen. SALM, ABRAHAM JAN JACOB, wordt in zjjn belang aangeraden zich ten spoedigste ter aecetarie dezer gemeente aan te melden ooooo De Burgemeester van Scbagen, brengt, ter voor koming van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen ingevolge het bepaalde bij de politie-verordening dier gemeente, ten minste twee malen 'sjaars, en wel in December en Maart, moeten worden geveegd en schoongemaakt. Scbagen 1 December 1903. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. naar de geoefendheid van lotelingen der lichtingen 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs voor militaire bekwaamheid of voor lichamelijke geoefendheid of wel voor beide en naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het Reservekader, hetzij der Infanterie ot der Vesting-Ar tillerie, dan wel der Genie. De Burgemeester der Gemeente Schagen, brengt ter kennis vsd belanghebbenden, dat de Luitenant-Generaal, Inspecteur der Infanterie, bij besluit van 18 November 1903, eene algemeene regeliDg heefl vastgesteld 1. van het onderzoek, bedoeld bij J9 der Be schikking van den Minister van Oorlog, dj. 23 Juli 1802, Ilde Afd., No. 90, naar de geoefendheid van lotelingen der lichting 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor beide (art. 104 der Miiitiewet 1901); 2. van het onderzoek, bedoeld bij 16 van de Beschikking van den Minister van Oorlog, dd. 14 Mei 1902, Ilde Afd No. 107, en van het onderzoek, bedoeld bp j 11 van de Beschikking van den Minister van Oorlog, dd. 22 September 1902, Ilde Afd., No. 37, naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot bet aangaan eener verbintenis bij het Reservekader, hetzij der Infanterie of der Vesting-Artillerie, dan wel der Genie (art. 14 van het Koninklijk besluit van 12 Mei 1902, No. 22, en art. 13 van het Koninklijk besluit van 10 September 1902, No. 40). Artikel 104 der Miiitiewet 1901, tweede lid, bepaalt, dat voor de samenstelling van het gedeelte, tot korte oefening (4 maanden) in te lijven, in de eerste plaats in aanmerking komen de lotelingen, die aan de door Hare Majesteit de Koningin gestelde eischen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid voldoen. Indien het aantal van hen, die aan deze eischen voldoen, niet overeenkomt met het tot korte oefening in te lijven gedeelte, heeft hij, die een hooger nummer bezit, den voorrang tot de toelating daarbij Het derde lid van dit artikel bepaalt verder, dat de lotelingen, die aan de door Hare Majesteit de Koningin gestelde eischen, betzij van militaire be kwaamheid hetzij van lichamelijke geoefendheid,voldoen, worden ingelijfd bij het korps ec geplaatst in het gar nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden ejjn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bij deze toewijzing van de lotelingen aan het korps en het garnizoen hunner keuze, hebben, volgens 13, sub 1, der Beschikking van den Minister van Oorlog dd. 1 Pebruari 1902, Vilde afd., No. 47, zij, die in het bezit zijn van een getuigschrift, dat zij voldoen aan de eischen, zoowel van militaire bekwaamheid als van lichamelijke geoefendheid, den voorrang boven hen. die slechts een getuigschrift bezitten, dat zij aan één dezer eischen voldoen. De Luitenant-Generaal, Inspecteur der Infanterie, heeft in zijne bovenvermelde Algemeene Regeling bepaald, dat het onderzoek naar de geoefendheid van lotelingen der lichtingen 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor beide, en het onderzoek naar de geoefendheid, van jongelieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener verbintenis bij het Reservekader, zal worden gehouden in het tijdvak van en met 4 tot en met 16 Januari 1904. Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer in een dag af en wordt gebonden voor jongelieden uit deze Gemeente te Helder. Bij nadere algemeene bekendmaking zal worden medegedeeld de datum, het uur en de localiteit, waar de lotelingen en jongelieden voor het onderzoek aan wezig moeten zijn. De bewijzen, bestemd voor de lotelingen, die by het onderzoek aan de eischen hebben voldaan, zullen op den 21sten, 22sten en 28sten Januari 1904 voor de lelanghebbenden verkrijgbaar worden gesteld ter Secretarie der Gemeente. Tot onderzoek worden uitsluitend toegelaten a zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1904 b. de lotelingen der lichting 1903, die, ingevolge bet bepaalde bij de tweede zinsnede van artikel 99 der miiitiewet 1901, in 1904 worden ingeljjfd; c. jongelieden, adapiranten-vrijwiliiger van het Reservekader der Infanterie, Vesting-Artillerie of Genie, die zich vóór of uiterlijk op den lOden December a.s. ter secretarie der gemeente hunner inwoning tot deelneming aan het onderzoek hebben aangemeld. Schagen, den 30 November 1908, De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. O De Burgemeester der gemeente Schagen gelet op artikel 417 van het wetboek van strafrecht brengt ter algemeene kennis, dat hij, die eene bekendmaking, vanwege het bevoegd gezag in het openbaar gedaan, wederrechtelijk afscheurt, onleesbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden. Schagen, 4 December 1903. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een in den nacht van 26 op 27 November uit het land vermist paard (zwarte merrie.) Het Comité voor het Tramplan Lmge- dijk-Dirkshorn, bestaande uit de heeren C. Bosman, Voorzitter, F. F. F. Führhop, Vice-Voorzitter, Jb. S\van, D. Pool, C- Berkhouwer, C. Bijpost en K. Blom Dz., heeft de volgende missive gezonden aan de besturen der gemeenten Noori-Schar- woude, Oudkarspel, Haringcarspel, Sint Maarten en Zuid-Scharwoude, en van de polders Noord-Scharwoude, Oudkarspel, Ha ringkarspel, Sint Maarten, Valkkoog, Soba- gerwaard, Zuii-Scharwoude enWoudmeer: Gelijk U bekend is, heeft in het jaar 1901 ons Comité zich gevormd, teneinde de totstandkoming van een spoorweg van Dirkshorn langs Oudkarspel, Noord- en Zuid Scharwoude naar Broek, en aldaar aansluitende aan de bestaande lijn naar den Staatsspoorweg, te bevorderen. Dit geschiedde, nadat door Uwe besturen de toezegging was gedaan zoowel van een renteloos voorschot ten behoeve van een dusdanige spoorwegverbinding, als van een bijdrage in de kosten van het Comité, in evenredigheid van die verschillende sommen. Toegezegd werd Door de gemeente Noordsenar woude f 4000 den polder 6000 da gemeente Oudkarspel 10000 den polder 25000 de gemeente Haringcarspel 10000 den polder 25000 do gemeente Sint Maarten 4000 den polder 12000 Valkkoog 5000 Schagerwaard 3000 de gemeente Zuidscharwoude 30C0 den polder 4000 Woudmeer 1000 Te zamen f 112000 O tze pogingen, aangewend om voor dit plan den steun te verwerven van de Gede puteerde Staten dezer Provincie opdat van dit College het voorstel mocht uitgaan tot toekenning van een renteloos voorschot uit de Proviccialo, kas, mochten aanvanke lijk niet slagen. De ontworpen spoorweg schijnt, hoezeer ton onrechte, door sommigen te zeer als een parallel lijn van den be- staanden Staatsspoorweg beschouwd te wor den. Hoezeer allen, die met den plaatse lijken toestand bekend zijn. weten, dat Geestmer-Ambacht dringend b hoefte heeft aan een rechtstreeksche spoorwegverbinding, is het toch een feit, dat m9t bestaande opvattingen van autoriteiten ernstig reke ning is te houden. Daarom is bij ons het denkbeeld gerezen, of het ook mogelijk zou zijn, de totstand koming van deu spoorweg op andere wijze, binnen afzienbarea tijd te verzekeren. In dat opzicht zijn wij inderdaad gelukkig geweest. Wij zijn er in geslaagd, de Hol- landsche IJzeren Sooorwegmaatschappij van het groot nut der onderneming en van de vermoedelijk gunstige resultaten van het bedrijf in de toekomst, te overtuigen. Deze Maatschappij heeft de zaak opnieuw in studie genomen. Het bleek, dat het bestaande stations-emplacement te Broek wijziging en uitbreiding behoefde, waardoor de oorspronkelijke begrooting met f 44000 werd verhoogd en in het geheel is gekomen op het cijfer van f 686000. Deze spoorlijn wil de H. IJ. S. M. thans geheel voor eigen rekening bouwen, wanneer door be langhebbenden over de eerste 20 jaar eene rentegarantie van 4 pet. wordt gegeven over het bedrag der bouwrekeniog, tot een maximum van het begroote bedrag van f 686000. Da H. IJ. S. M. zal dan dagelijks, in iedere richting, vijf treinen laten loop3n voor het reizigersverkeer, van Dirkshorn naar Alkmaar, behalve natuurlijk de goe derentreinen voor het kool-, groenten- en goederenverkeer. In het geheel moet dus een bedrag van f 27440 jaarlijks, gedurende 20jaren, wor den gewaarborgd. Na die 20 jaren schijot de H. IJ. S. M. als volkomen zeker aan te nemen, dat de rentabiliteit voor goed verzekerd is. Van de opbrengst der ljja zal eerst moeten worlon b taaldlo. de exploi tatiekosten ad 1 330002o. eventueel meer dere kosten van exploitatie, wanneer het aantal treinen wordt uitgebreid (wat natuur lijk alleen geschiedt als daarmede voordeel is te behaloD) en ten 3o, grond- en andere lasten. Derhalvewanneer de lijn opbrengt f 33000 en f 27440 en grond- en andere lasten, stel f 60600, zullen belanghebbenden niets hebben bjj te passen. Brengt de lijn minder op, dan zullen zij pondsponds-gewijze hebben te betalen, wat aan het bedrag van f 27440 ontbreekt. Daartegenover staat, dat van de belang- hebbenden geen enkel dadelijk offer wordt gevorderd, in den vorm van een renteloos voorschot. Ons Comité heeft de zaak verder uitge werkt en een concept-overeenkomst opge steld, welke na bespreking en wijziging de goedkeuring van de H. IJ. S. M. heeft kunnen wegdragen. Dit concept deelen wij U hierachter in afdruk m 'de. Belanghebbende Gemeente- en Polder besturen hebban nu niets anders te doen dan een besluit te nemen, waarbij zij hunne organen machtigen de bewuste overeenkomst met de H. IJ. S. M, aan te gaan. Daarbij is de verdeeliDg van de j iarliiksehe garantie gemaakt in verhouding van de cijfers, waarin de verschillende Besturen hebben verklaard in het renteloos voorschot te willen bijdragen. Dewijl wij ons vooratellen dat, alvorecs deze zaak, die thans geheel tot rjjpheid is gekomen, wordt aanhangig gemaakt en beslist in uwe Gemeenteraden en Ver gaderingen van Ingelanden, eene nadere mondelinge toelichting U aangenaam zal zijn, hebban wij de eer de verschillende Gemeente- en Polderbesturen nit te noodigen vertegenwoordigers te zenden naar een bijeenkomst met ods Comité op Dinsdag 22 Dcoamber 1903, des morgens elf uur, in het lokaal van den heer G. Slotemaker te Oudkarspel. De plannen zullen aldaar ter tafel zijn. en wjj vorklaren ons gaarne bereid, aan Uwe vertegenwoordigers alsdan alle inlichtingen te gaven, die mochten worden .verlangd en waartoe wij in staat zijn. De zaak zelf achten wij een levensbelang voor den Langedijk en voor geheel Geestmerambacht. Het is ons een voldoening, dat wij de ver wezenlijking van het spoorwegplan hebben mogelijk gemaakt. Aan Uwe Besturen zal thars het woord zijn, om de beslissing te geven. Uit de genoemde concept-overeenkomst vermelden we, dat do betrokken gemeenten en polders de H. IJ. S. M. moeten garan deeren gedurende twintig achtereenvolgende jaren, aanvangende met den dag dat de lijn voor het verkeer zal zijn opengesteld, voor elk kalenderjaar zoodanige opbrengst wegens het reizigers- en goederenvervoer over dan te bouwen spoorweg van Broek op Laogendijk naar Dirkshorn, dat daaruit zal kunnen worden vergoed, na aftrek van de na te noemen exploitatiekosten, eene j aar lij ksche rente van vier procent over het aanlegkapitaal tot een maximum van f 686000 en derhalve hoogstens een bedrag aan rente van zeven-en-twintig duizend vier honderd en veertig gulden (f 27440). Mochten de kosten van aanleg minder bedragen dan f 686000, dan zal derhalve de rente over dat mindere bedrag worden berekend. Voor exploitatiekosten worden voor elk kalenderjaar in rekening gebracht: a. een vast bedrag van drie-en dertig duizend gulden (f 33000. b. vijf en-dertig centen per treinkilo- meter,welke in gewonen dienst meer gereden zal zijn dan door vijf treinen daags in elke richting c. de grondbelastingen, waterschaps-, polder-, dijk- en andere lasten en recog nitiën betreffende de voor den spoorweg ingenomen gronden en wateren. Mocht eventueel de opbrengt van den te bouwen spoorweg in eenig jaar minder bedragen dan het bedrag der exploitatie kosten, dan neemt de H. IJ. S. M. dit verlies voor hare rekening, zoodat de betrokken gemeente- en polderbesturen nimmer tot eenige andere bijdrage dan tot die der rentegarantie gehouden zullen zijn. Deze rentegarantie wordt verleend door ieder der corporaties voor het bedrag harer deelname en wel a. door de gem. N.Scharwoude voor f 980. b. den polder 1470. c. de gemeente Oudearspel 2450. d. deo polder 6125. e. de gem. Haringcarspel 2450. f. den polder „6125. g. de gem. Sint Maarten 980. h. den polder 2940. i. Valkkoog 1225. k. Sehagerwaard 735. 1, de gem. Z.-Scharwoude 735. m. den polder 980. n. Woudmeer 245. Wordt de spoorweg inden loop van een kalenderjaar in exploitatie gebracht, dan wordt de garantie, de rente van het aanleg- i kapitaal en de exploitatiekosten, berekend j over het gedeelte van het jaar, waarover I de exploitatie geschiedt, in verhouding tot het geheele jaar. o—o Minister Balfour heeft een opzienbarende rede gehouden over de reorganisatie van het Eagelsche departement van oorlog. Het rap port over de voorbereiding van den Zuid-Afri- kaanschen oorlog heeft aangetoond, welke grove misbruiken en ongeregeldheden er in het Engelsche legerbestuur heerschen. Chamberlain heeft gepoogd, genoemd rap port onder zijne tariefplannen te begraven, doch nu de tegenpartij het heeft aangegrepen als een wapen, om er het protectionisme meê te bestrijden, moet het ministerie wel openlijk zijne inzichten over deze gewichtige kwestie uiteenzetten. Balfour heeft nu medegeeld, welke eischen aan het Engelsche leger ge- eteld moeten worden. De toestand van Engeland is in den loop der jongst ver- loopen eeuw belangrijk veranderd. Niet het moederland, maar Indië eischt thans in de eerste plaats een krachtig en goed geor ganiseerd leger. Langzamerhand toch heeft Indië eene landgrens gekregen, die door eene groote militaire macht kan worden aangevallen. Terwijl Rusland voor 50jaren nog honderden mijlen van Engelsch-Indië verwijderd lag, grenst het thans op ver schillende punten bijna aan dit gebied. Wij zijn, zei minister Balfour, in de po sitie gekomen van de mogendheden van Europa's vasteland. Evenals Duitschland zich moet toerusten tegen Frankrijk en Rusland, evenals Frankrijk zich wapent tegen Duitschland, zoo moeten wij op onze hoede zijn tegen een overval van Rusland. Teneinde dien toekomstaanval te kunnen weerstaaD, zal, volgens Balfour, de tijd weldra gekomen zijn, waarin ieder volwas sene voor de verdediging des vaderlands dienst zal moeten doen. Volgens deze woorden, kan men dus van de regeering een wetsontwerp tot invoering £er conscriptie verwachten. Naar aanb iding van minister Balfour's rede, is de Times weder een veldtocht begonnen, ter ver sterking van het Zuid-Afrikaarsc'ie be zettingsleger. Om Indië spoedig oa krachtig te kunnen helpen, moet in Zuid-Afrika een sterk troepen-depót aanwezig zijn. Daar evenwel dit legercorps voornamelijk voor Indië bestemd zou zijn, wenscht de re geering de Iudische regeering met de de kosten van onderhoud te belasten. Volgens berekening zou dit voor Indië eero jaarlgksche uitgave van 2'/j millioen gulden zijn. Do Indische regeering weigert evenwel beslist, ge'den uit te geven voor troepen, die buiten hare grenzen gekam peerd zijn. Het is evenwel niet aan te be velen, om een groot aantal Europeanen in Eogelsch-Indische stelen te leggen. En het klimaat, èn de heerschende zeden en ma nieren, werken zóó ontzenuwend op den Europeeschen soldaat, dat zijne gevechts- waarde al heel spoedig belangrijk vermindert. In het pleidooi van de Times leest men tueschen de regels, behalve voor Indië, nog een krachtig motief voor groote Zuid- Afrikaausche garnizoenen. Het is wel niet denkbaar, zegt het blad, dat de Boeren op een gegeven oogenblik in opstand zullen komen, doch mochten wij ons daarin be driegen, dan zou de tegenwoordige macht van 15000 man nauwelijks voldoende zijn om Johannesburg, Pretoria en Bloemfontein te beschermen. Of het Jingo-orgaan de kracht der Boeren ook nog vreestDie kracht zal Engeland in al zijne buitenland- sche ondernemingen tot groote voorzichtig heid aansporen. Zij zal eene der redenen zjjn, waarom Engeland in Azië ernstige botsingen zal trachten te voorkomen. Gelijk Duitschland j zjjn kwetsbare plekken in Elzre-Lotharin- gen en Polen, Rusland ze in Finland en Polen heeft, zoo zal Zuid Afrika een blyvend gevaar voor Engeland opleveren. Eigenlijk is de oorlog in Zuid-Afrika nog niet ten einde Onder commando vaD generaal Van der Zijl, denzelfde die den Engelsehen ge neraal Methuen gevangen Dam, houden zich j nog eenige onverzoenlijken in de ontoegan kelijke bergen van het Westen op Zij willen de Engelsche heerschappij tot heden niet erkennen. De geweldige schok, dien het Engelsche prestige in Zuid-Afrika heeft gekregen, wordt óveral door Albion gevoeld. De trillingen zijn diep tot in Midden-Azië doorgedrongen en men zegt, dat de tocht 1 naar Thibet mede moet dienen, om het geleden gezag onder de Boedhisten te herstellen. Alleen de verovering van Lhasia, de heilige plaats van 30Ü mibioen aanhangers van d9 loer van Boedha, zou Engeland in de oogen dezer Aziaten weder zijne plaats als albeheersc.her terug kunnen geven. De voorgenomen tocht naar Thibet wordt ia Rusland al meer en meer streng ver oordeeld. Vry algemeen is de geïnspireerde pars van oordeel, dat Thibet tot de sfeer van invloed van Rusland behoort. Doch, helaas, Rusland ligt thans aan handen en voeten gebonden in Mantsjoerije en Korea en kan zich luttel tegen Engeland's expe ditie verzetten. Men hoopt nu maar, en zal daaraan desnoods wel een handje helpen, dat de Engelsche troepen in de door woeste gebergten algesloten hoogvlakten op zooveel tegenstand zullen stuiten, met zooveel moei lijkheden zullen hebben te worstelen, dat de resultaten van den inval weinig zullen be teekenen. Wanneer Rusland straks de handen weer wat vrijer zal hebben, zal het verdere pogingen wel weten te voorkomen. Volgens de jongste tydingen, heeft het die vrijheid van beweging reeds verkregen. Met Japan moet eene schikking zijn getroffen. In beginsel zou Rusland den Japanschen invloed in Korea erkennen, terwjjl Japan in eene Russische bezetting van Mantsjoe rije zou berusten. Onwaarschijnlijk is het zeker niet, dat op deze wijze aan de langdurige spanning een einde wordt gemaakt. Spijkers met koppen worden ook elders geslagen. Zoo moet de Macedonische kwestie ook een goede kans voor een bevredigende oplos sing geven. De punten 1 en 2 van de Russisch-Oostenrijksche voorstellen, hande lende over de vertegenwoordiging der beide mogendheden en de hervorming der gen darmerie, zijn reeds tot, verwezenlijking ge komen. Punt 3, de indeeling in districten naar nationale gegevens, is lastiger om uit te werken. De Porte heeft evenwel eene com missie van bekwame en vertrouwde man nen benoemd, die er ernstig naar trachten zal om zoo spoedig mogelijk het geheele vraagstuk in der minne op te lossen. De Amerikaansche regeering is met zijn jongste schepping, de Kanaalrepubliek, ook al spoedig tot overeenstemming gekomen. Ongewijzigd heeft de kleine republiek het voorgeschreven traktaat goedgekeurd en binnen weinige dagen kan men de be krachtiging der Unie verwachten. Zoo zou 1903, dat vele bange dagen heeft ge bracht, ten slotte toch nog in een blijde stemming kunnen eindigen. Een ware geschiedenis. ooo Hij was nog een flinke oude man. Ieder een noemde hem vader Voerman, als herin nering aan vroegere werkzaamheden, en zoo als het meer gaat, de bijnaam had den werke- lijken naam geheel verdrongen. De gemeente had hem een kleine hut met j een tuintje eromheen in gebruik gegeven, en i daar bezat hij, wat de rijke stedeling in zijn j prachtige woning moet missen den vrijen j hemel boven, en de altijd weldoende aarde j onder zich. Vader Voerman bedelde niet. Hij had zijn „dag" bij verschillende personen in het dorp. Zaterdags kreeg hij een kan soep en een stui- I ver bij den pastoor; Zondags een brood en j een dubbeltje op de groote boerderij, en zoo j ging het voort. Men hield van hein en ge- voelde achting voor hemhij behoorde bij j de streek, zoo goed als de kerk of het gemeen- tehuis hij was een monnment. Bedelen deed hij niet: hij inde zij*, rente, die op zeer veilige j wijze belegd was, waarvan hij geen belasting j behoefde te betalen, die nooit gevaar liep en waarvan bij nimmer het kapitaal had te stor- ten gehad. Met zijn kleine inkomsten leefde hij tevreden en gelukkig; men heeft maar zoo weinig noodig om te leven Soms had hij wel eens een onverwacht bui tenkansje, evenals een kapitalist wel eens ver- genoegd een onverwacht dividend opstrijkt, wanneer een zaak goed marcheert. Nu eens een boodschap in het dorp voor de boerin, of een verre loop naar een andere plaats. De tijd van vader Voerman was niet kostbaar zijn gang was geen doktersgang hij liet zich niet met zóóveel per nur betalen. Voor een dubbeltje stapte hij kalm den weg op, bij zomerzonneschijn of herfstregendoor stof of slijk. Als hij het doel van zijn tocht bereikt had, werd hem meestal een glas appelwijn aange- j boden, en dat frischte hem weer ophij j rustte een poosje uit, langer of korter, naar mate de tocht ver was geweest, of er haast I bij zijn boodschap was. Dan ging hij weer op weg, soms met een groot pak op zijn gebogen rug. Voor de extra ontvangsten veroorloofde hij zich de weelde van een glaasje brandewijn en een beetje tabak. Daar hield hij van, maar nooit maakte hjj er misbruik van. Het was een frissche Octobermorgen, en vader Voerman raapte wat takjes op in het kleine bosch, dat een half nar van het dorp lag. Van tijd tot tijd keek hij naar de lucht, om te zien vanwaar de wind kwam, want al mocht hij geen dnim gronds zijn eigendom noemen, hij stelde toch levendig belang in al wat den landbouw betrof. De herfst had den weg omzoomd met een dubbele, roest kleurige franje, doch de oude man merkte het niet eens op. Onze oogen zien slechts dat gene, waaraan wij denken, en zijn eenvoudige ziel wist niets van wijsgeerige schoonheids begrippen. Voor hem was de herfst de voor- looper van 6lecht weer, van koude, van den winter, die zoo hard is voor arme lieden. Eu met die gedachte raapte hij dorre takken op, om het vuur aan te maken. In de groote laan die door het bosch liep en recht naar hot dorp voerde, kwam de jonge erfgenaam van de boerderij, een van de grootste landbouwers nit den omtrek, in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1