I u i s i e r s.
jflj
Zondag 13 December 1903
47ste Jaargang No. 3897.
TWEEDE BLAD.
1 1 onaissemeillb nULIH j zalien, bekendstaan als roovers, als zeeroovers 1
bank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 8 Dec. 1903.
Kantongerecht Scliagen.
FEUILLETON.
Plaatselijk Nieuws.
40
OURANT.
stranding van vaartuigen do bewoners van de
heeleNederlandscheknst ongeveer zich van lou-
ter genoegen iu de handen wrijven, in 't voornit-
zicht op „buit". De heer Off. vei klaarde, dat 't de
Aim»/ v tv /I i cconi fllfc eer van ons volk te na zou zijn, dat visschers
Daarom wenschte Z E G. een flinke straf te
eischen, waaraan anderen een voorbeeld zou-
Men zou toch binnen betrekkelijk korten j Hij kaapte toen een nikkelen horloge met
tijd tot 't bouwen eener nieuwe gasfabriek ketting van Vink en oen portemonnaie
overgaan en in verband daarmee werd 't her- j [inh. f 1.60] van Van Stralen. Daarna is Herr
stellen der oude vrijwel onnoodig verklaard. Catzonka „mit einem Dampfschiff abgereist
f 6
UITSPRAKEN:
Jan Dienaar, Den Helder, mish., f 7 boete
of 7 dagen hecht.
C. van Brederode, Don Helder, mish., 7
dagen gevang.
J. J. Vogelenzang, Alkmaar; mish.,
boete of 6 dagen hecht.
P. Loos, W. Loos en Joh. v. d. Zei, Span
broek, allen mishandeling, ieder f 10 boete,
subs. 10 dagen hecht.
W. C. Gorre, Alkmaar, eenv. beleediging,
f 10 boete, subs. 10 dagen hecht.
J. Vlottes, Uitgeest, strooperij met behulp
van een vaartuig, f 3 boete, subs. 2 dagen
hechtenis.
Elizabeth de Jong, Den Helder, diefstal,
10 dagen gevang.
Is 't wèl opvallend, hoe lieden, die van
mishandeling of verzet tegen de politie enz.
beschuldigd, voor de rechtbank komen, dik
wijls de goocheme uitvlucht bezigen „Ik ben
dronken geweest, 'k was stapeldronken enz.,
even merkwaardig zou 't haast mogen hee-
ten, dat luidjes, die gezegend zijn met ietwat
lange vingers, bijna altijd zich trachten te
redden met een ,,'k heb het gevonden", of
,,'k wist heelemaal niet, dat ik 't niet mocht jan
meenemen, anders had ik 't vast niet ge- ders
daanBij de laatst-genoemde soort zou
ook tbuisbehooren zekere Hendrik Kooger,
een arbeider van Callantsoog. Aldaar lag
zooals velen wellicht bekend zal zijn
het eenigen tijd geleden gestrande schip de Heldersche
„Constance", dat toebehoorde aan eene Naam- -t \yas da8
den kunnen nemen, en requireerde dienover
eenkomstig wegens diefstal, naar aanleiding
van art. 310 van 't W. v. S., 4 maanden ge
vangenisstraf tegen beklaagde.
't Volgende zaakje had niet erg veel om
't lijf, want er werden hierin „slechts" 18
processen-verbaal voorgelezen Mr. Van Hees,
de substituut-griffier, zal van al dat voorlezen
I wel bijna heesch zijn geweest, zou je haast
denken. De man, die in al deze verbaaltjes
l de eer had, als beklaagde te fungeeren,
j [een zekere Frans Ligthart uit Hoorn,] was
eerst voor 't Kantongerecht aldaar gedag
vaard, doch de zaak is naderhand verwezen vond
naar de Arrond.-Rechtbank te Alkmaar. Frans ];jk j«
nu heeft, op andere, dan de daarvoor be- -
stemde uren, en zonder vergunning van
Burgemeester en Wethouders van Hoorn,
verschillende malen afval vervoerd. Mr. Cno-
pius eischte 18 geldboeten elk van f 1, ieder
der boeten bij wanbetaling te vervangen door
1 dag hechtenis, en hiermede was deze, aan
processen-verbaal zoo rijke, Hoornsche zaak
weer afgeloopen.
We kregen nu eene combinatie van 4
beklaagden tegelijk. Het waren voorname
heeren, te weten A. J. J. van Stein, Burge
meester, en L. F. over den LindeD, Willem
van Neck en Pieter Kramer, Wethou-
te Den Helder. Zooals de lezers, zich
misschien wel zullen herinneren, hebben deze
heeren reeds 2 malen als beklaagden gefun
geerd, hoewel ze beide koeren evenals
schitterden door afwezigheid, en wel in
gasfabriek-puinhoopquaestie.
de derda maal, dat deze
IjVUllbttttlvC j vios wvuvuwv. «v LILIÖ UU Uö UOlUu iliaaij Huil UCZiD
looze Vennootschap, Duinker, Goekoop Co., zaak 0p de rol stond, maai de heeren Burg. en
waarbij de heer T. H. S. Valk administra
teur is. 't Gestrande vaartuig heeft ongetwij
feld nog al wat bekijks gehad en onder de
bezoekers was op Zondag 1 Nov. j.1, genoemde
Kooger, die in gezelschap van 3 anderen, bij
't echip arriveerde. De „Constance" zou - en
dit wist Kooger den 3en Nov. worden
verkocht en daarom was hij er zeker zoo
vroeg bij op 1 Nov., [n.1. ten 9 ure in den
morgen]; 'hij dacht waarschijnlijk jongen,
Hein, as je d'r nou nog wat van wilt weg
kapen, dan wordt 't je tijd 1 t Bleek dan
ook spoedig, dat Hendrikje niet met de beste
bedoelingen ter plaatse was gekomen, want,
terwijl zijne metgezellen 't bezienswaardige
van 't schip in oogenschouw namen en weldra
vertrokken, was Kooger in de kajuit gegaan
en kwam daaruit na een poos te voorschijn
met zijn buit, bestaande uit een koperen
patrijspoort,een paar deurplaatjes van het zelfde
metaal, benevens 3 schroefjes, mede van
koper Om dezen „schat" te bemachtigen, had
onze Heinrich den boel aardig vernield de
spaanders waren, onder meer, van de kajuits-
deur afgevlogen. Kooger had echter buiten
den waard, of liever buiten de politie gere
kend, want de „Constance stond nl. onder
politietoezicht, en toen de koperdief zich van
't vaartuig verwijderde, werd hij spoedig aan
gesproken door den te Zijpe gestationneerden
rijksveldwachter S. Nijeboer die hem zeer
belangstellend vroeg, wat of hij toch zoo
zorgvuldig onder zijne kleederen verborg.
Kooger, die op zooveel belangstelling vol
strekt niet had gerekend, antwoordde schuch
ter ,,'n Endje koper denk ik Nu, dat
„dacht" Nijeboer, die op surveillance was, ook
wel en de rest volgde vanzelf. Bekl. gat
voor, dat hij 't door geldgebrek had gedaan,
't welk was' ontstaan door ziekte in t huis
gezin, waartoe hij behoorde, (>ene be
staande uit zichzelf en zijne moeder]. Ook ver
klaarde hij 't ontvreemde niet met geweld
van 't schip te hebben afgebroken, o neen 1
hü had 't doodeenvoudig maar gevonden en
dacht, 't wel mee te mogen nemen 1
De heer Officier was lang niet malsch
tegenover dezen sinjeur. Z'EU. vond t weg
nemen voldoende bewezen de braak was
bekl. wel niet ten laste gelegd, maar voor
't eerste wenschte Mr. Cnopius den koper
kaper toch een hartig lesje te geven, ai
dacht laatstgenoemde dan, dat t maar wei
nig waarde had, en dat 't wel m och t enz.
Z E G. vond 't werkelijk treurig, dat bij
Weth. van Den Helder gaven er telkens de
voorkeur aan, weg te bljjven en zich te
laten vertegenwoordigen door hunnen verde
diger, Mr. W. C. Bosman. Vroeger is de zaak
in behandeling gekomen naar aanleiding van
overtreding van de Arbeids- of eigenlijk van
de Veiligheidswet, welke overtreding werd
geconstateerd door den Inspecteur van den
arbeid, den heer Sicco Roelof Smit, te Alkmaar,
die destijds proces-verbaal opmaakte, daar er
in de, dikwijls zéér heete gasfabriek binnen
geen privaat was* iets wat toch zeer ge-
wenscht zon mogen heeten, en. boven
dien door genoemde veiligheidswet wordt
voorgeschreven (in art. 6). Nadat de zaak
eerst te Helder voor 't Kantongerecht was
behandeld, is ze naderhand (bij hooger
beroep) voor de Arr.-Rechtb. te Alkmaar geko
men 17 Maart '03. Bij die gelegenheid is
(met onbevoegd-ver klaring van den Kanton
rechter te Helder] de zaak verwezen naar
een ander Kantongerecht, waarna dezelfde
zaak voor de tweede maal, (21 April '03),
voor de Arr.-Rechtb. te Alkmaar heeft
gediend, deze maal, naar 't ons toescheen,
echter op eene eenigszins mysterieuze wijze.
Enfin Thans, de 3e maal, was 't niet
het buitenshuis staande privaat, dat tot
wederzijdsche beschouwingen van den O. v. J.
en den verdediger aanleiding gaf, neen, 't
was nu een andere overtreding van de veilig
heidswet, namelijk 't geen voldoende gele
genheid tot wasschen voor de werklieden
hebben binnenshuis.
De gemeente Den Helder is 1 Sept. '02
voor het matige sommetje van f 170.000. in 't
bezit gekomen van de bovenbedoelde gas
fabriek alias puinhoop, die vroeger
aan de heeren Kamper en Scham toebehoorde.
Deze heeren hebben zooals Mr. W. C.
Bosman verklaarde, hiermede goede zaken
gemaakt't gas was zeer duur en slecht, en
dan ten slotte zoo'n sommetje voor die bouw
vallige fabriek, waarop haast geen dak meer
is, terwijl binnen de ketel, zoowel als de pijpen,
enz. tennaastebij onder teer en dergelijke
schuil zijnEdoch, de gemeente had 't
koopje eenmaal en de verbeteringen, door den
heer Smit voofgeschreveu, zouden, alles te
zamen, een som van f 1600.— vorderen.
Over 't beschikbaar stellen van deze som
voor de aan te brengen verbeteringen in de
rüïne is in eene op 24 Febr. '03 gehouden
zitting van den gemeenteraad besloten (met
13 tegen 1 stem] afwijzend te beschikken.
Mr. Bosman verklaarde, dat, als hij „de
eer had lid van den Helderschen Gem.-raad
te zijn", h ij 't dan óók geldverspillen zou
hebben gevonden en tegen de uitgave van
die f 1600.zou zijn geweest. Verder vond
pleiter, dat de zoo gelaakte waschgelegenheid
nog zoo slecht niet wasimmers, er was
een emmer, waarmede men water kon halen,
zeep en handdoeken, „m'n liefjen, wat wil je
nog meer 1" De heer Smit (heden als getuige
gehoord wordende), verklaarde echter, van
de belde laatstgenoemde artikelen niets te
hebben gezien een emmer nu ja, die
wis er, maar nota bene een, waarmee af
en toe cokes werd geschept, (hoe heerlijk,
zich daarin te gaan wasschen!) Toch zei
Mr. Bosman, op 's Presidenten vraag of hij
de waschgelegenheid werkelijk voldoende
„zeker, voor d i e menschen natuur-
Z e 1 f zou Z Ed. zich waarschijnlijk
liever van andere middelen bedienen 1
De O. v. J. vond de waschgelegenheid
echter niet voldoende en eischte, wegens
't als bestuurders zich schuldig maken aan
de bovenbeschreven overtreding van de vei
ligheidswet, tegen den Burgemeester [die, naar
's Heeren Officièr's meening de meeste straf
moest hebben,] f 25.boete, subs. 6 d.
hecht,, en togen de 3 wethouders elk eene
boete van f 10 ieder der 3 boeten te
vervangen door 2 dagen hecht.
De verdediger, Mr. Bosman, nam zijne
taak nauwgezet waar en hield eene verba
zend lange redevoering, die af en toe toch
niet naliet, zelfs eenigszins op de lachspieren
van de E. A. heeren rechters te werken.
Gaven we alles weer, wat er tusschen
Mr. B. en den Off. werd gesproken, we zou
den kolommen bij kolommen kunnen vullen.
We zullen ons echter beperken.
Pleiter bleef bij zijne meening volharden,
dat de werklieden zich in de fabriek behoor
lijk konden wasschen. „Men kan wel voor
schrijven" zei spreker, „dat er in genoemde
fabriek eene van carrarisch marmer vervaar
digde inrichting moet worden aangebracht, tot
't verkrjjgen van warm water op verschillende
temperatuur, tot 't genieten van douches,
stortbaden, enz.
nach Amsterdam", waarna hij vervolgens
werd ingepikt door de politie.
Bekl. gaf heden voor, de gestolen artike
len te hebben gevonden op den vloer der
kamer van de drie heeren. Zijn beide vakge-
nooten verklaarden echter, dat dit onwaar is.
De O. van J. eischte tegen Johann wegens
diefstal, naar aanleiding van art. 310 van
't W. v. Str., 3 maanden gevang.
Als verdediger van bekl. trad opMr.
Kraakman Senior, die een lichte straf vroeg.
Daarna moest de tolk op verzoek van den
Pres. den bekl. vertellen, dat de uitspraak
over 8 dagen zou plaats hebben. Mijnheer
Altena deed zulks, maar Catzonka begreep
hem blijkbaar niet goed, want hij zei met
een vreemden grimas „Nein, nein, ganz nicht,
gar nicht 1" De tolk vertelde 't hem met ver
heffing van stem nog eens, dat over 8 dagen
uitspraak zou worden gedaan en toen, ja...
toon begreep Herr Johann hem beter, want
met tevredenheid op zijn blozend gelaat, zei
hij „Ah, dass joe wat andersganz gut 1"
waarna hij met fieren tred en opgeheven
hoofde vertrok.
Nog een slotnummertje toe, uit Enkhulzen
afkomstig. Willem Belier, wonende in ge
noemd stadje, modderde op 9 Oct. jl. aldaar
in de gracht [met een vaartuig], zonder toe
stemming van Burg. en Wethouders dior
gemeente, en weid door den gem.-veldw.
Willem Muuze op heeterdaad betrapt. De
O. v. J. eischte wegens baggerstrooperij met
behulp van een vaartuig, naar aanleiding
van de artt. 340 en 360 van 't W. v. S., f 2
boete of 2 dagen hecht, tegen bekl.
De uitspraken zullen plaats hebben op
Dinsdag 16 Dec. a. s., uitgezonderd in de gas-
fabriekzaak uit Den Helder, waarin over 14
dagen uitspraak zal worden gedaan.
Uitspraak van Maandag 7 Dec. 1903.
J. R., zonder bek. woonplaats, dronken
schap, f 2 boete of 2 dagen hecht. W. F.
v. d. H., Wieringerwaard, politieovertr., f 2
Mr. Bosman wilde niet 0f q da„ q. W-, Wieringerwaard, Idem, f2
of 1 dag. J. K., Wieringerwaard, dienstwei
gering bij de brandweer, f 2 of 1 dag. P. B.,
Zand, visschen in eens anders vischwater,
Roman van
IDA BOY-ED.
ooooo
bewereD, dat de Inspecteur Smit zulks zou
verlangen, volstrekt niet, maar. de heer
Smit is (als al zijne medemensehen] sterfelijk
en zou een opvolger kunnen krijgen, die er nu
bepaald op stond, dat er eene van
carrarisch marmer vervaardigde waschinrich-
ting daargesteld werd, waarin men zich
naar welgevallen kon baden in 't heerlijke
water, dat door verschillende kranen werd
aangevoeld 11
En wanneer dan znlk een inrichting er
niet is of komt, dan zouden |daarde
Inspecteur van den Arbeid in hoogste in
stantie berechter is in gevallen als dit
Burg. en Weth. hebben te kiezen tusschen
carrarisch marmer of... hechtenis! Mr. Bos
man vond tenslotte 't strafrecht wèl geldende
voor private personen, maar niet voor col-
lege's van Staat, en oordeelde, dat niet bij
den Strafrechter toevlucht had moeten wor
den gezocht en dat Burg. en Weth. van
Den Helder niet moesten worden gestraft,
terwijl Z Ed. zijne rede besloot door te zeg
gen dat de geheele actie verkeerd was.
Amen 1
De volgende beklaagde, (gedetineerd in 't
Huis van Bew. te Alkmaar), een Duitscher
met name Johann Catzonka, verklaarde, 't
Nederlandsch niet goed machtig te zijn, zoo
dat er in deze zaak een tolk dienst moest
doen. Hiertoe had men den heer H C. Altena
laten ontbieden, (een leeraar in 't Duitsch te
Alkmaar]. Deze heer vervulde o. i. zijne
toch niet zoo gemakkelijke taak op uitste
kende wijze.
Johann is 23 jaren geleden geboren te
Krotoschin in Posen (Duitschlandj, en woon
de naderhand in de stad Dortmund in West-
falen. In Nov. j.1. was hij als smidsknecht
te Den Helder werkzaam en als zoodanig in
den kost bij zekere juffrouw Neer voort, Kiii-
gerstraat 47 aldaar, waar nog 2 andere smids
knechts verblijf hielden, Cornelis Vink en
Nic. Bern. van Stralen genaamd, 't Was
verre van netjes van den Duitscher, dat hij
deze twee jonge heeren ging bestelen, wat
hij n.1. op 6 Nov. j.1. heeft gedaan.
2 maal f2 of 2 maal 2 d. A. 8 Schagen, pol.
overtr. f 1 of 1 dag, D. A., Oudesluis, J. W.,
't Zand, T. G., Zijpe, allen verstoting der nacht
rust, ieder f 2 of 2 dagen. D. B., Oudesluis,
dronkenschap, f 1 of 1 dag. A, H., Koegras,
gem. Helder, overtr. jachtwet, f 6 of 4
dagen, met verbeurdverkl. van het jachtge
weer. P. A. de W., bij de Stolpe in
den Ruigenweg, overtr. arbeidswet, f 2
of 1 dag. J. Th. de W., Zijpe, rijden met
rijtuig z. licht, f 1 of 1 dag. C. H., Anna
Paulowna, idem, f 1 of 1 dag. P. H., 't Zand,
Zijpe, aanrijden van een hondenwagen, vrij
gesproken. P. W., Anna Paulowna, overtr.
Leerplichtw., f 2 of 2 dagen. A. S. en A. G.,
Schagerbrug, en J. S., 't Zand, dronkenschap,
de le f 3 of 2 dagen, de 2e 4 of 3 dagen,
de 3e f 1 of I dag. W. K., Haringcarspel,
Kerkebuurt, en Ja. D., Zijpe, dronkenschap,
beiden f 1 of I dag. J. L., Winkel, dronken
schap en ordeverstoring, f 3 of 3 dagen. L.
S Tuitjenhorn, Haringcarspel, idem, f3 of 3
dagen. W. K., Kerkebuurt, Haringc., idem f 5
of 3 dagen. D. MBarsingerhorn, rijden
mot honden z. muilkorf, f 1 of 1 dag. J. K.,
St. Maartensvlotbrug, idem, f 1 of 1 dag. C.
K., Schagen aan de Nes, rijden met rijwiel
z. licht, f 1 of 1 dag. K. Z Oudcarspel,
idem, f 1 of 1 dag P. v. D., St. Maarten,
idem, f 1 of 1 dag. J. van DSchagen,
idem, f 1 of 1 dag. J. de W., Buurtje, Zijpe,
dronkenschap, f3 of 2 dagen. S. W Nieuwe
Niedorp, verstoring openb. orde, f 3 of 3
dagen. P. K, N. Niedorp, id., f3 of 3 dagen.
Aarzelend gaf Wigus Carolyne den brief
Zij verbleekte zoozeer, dat Wigus er van
ontstelde. Haar vingers, die den brief vast
hielden, beefden.
Zij scheurde het couvert los.
Zij las.
Dan hief ze het hoofd op en keek voor
zich uitlang lang lang
„Ik ben tot het besluit gekomen, dat ik
de"wreedheid niet mag begaan, u te ver
laten. Je zult in mij voortaan een oplet
tend, dankbaar echtgenoot vit den/'
Steeds weder zeide een inwendige stem
haar deze woorden.
Een glimlachje zweefde er om haar lippen.
Den man, die haar zoo angstig gadesloeg,
scheen het niet van deze wereld.
Het lachje stierf weg. De blik werd leeg.
Het gelaat versteende in smart en vast
beradenheid.
Zij scheen iets te zoeken. Haar handen
tastten op de tafel.
Zjj vond het papier,
En met bevende hand, in ongelijke,
groote letters, schreef zjj het neder, wat
haar trots haar liefde had afgedwongen
het woord, dat haar leven vernietigde
„Je bent vrjjl"
HOOFDSTUK XII.
Stille weken gingen voorbjj. Voor Wigus
waren ze voor zijn werk en vooruitkomen
van groote waarde. Zjjn artikelen versche
nen het eene na het andere in Duitsche tijd
schriften. Zij bezorgden hem eenig geld,
wat naam, en vooral aanzoeken om meer
dergelijken arbeid.
Zijn opdracht, die hem eigenlijk naar
Florence had gebrachf: de geschiedenis van
die stad sefim te stellen, vervulde hij met
groote vlugheid, die hem ze'f verraste.
Zjjn werklust en frischheid waren on
uitputtelijk. Hij was in staat, twaalf uur
dagelijks te werken, en dan nog 's avonds,
nadat hij thuis kwam, vanneer hjj van
zeven tot iien uur bij Carolyne was geweest,
tot twee uur in den nacht te denken ofte
werken.
Hij had het genie tot arbeiden, zeide
Carolyne. En hij meende dat was misschien
de erfenis der armoede, de kracht van den
proletariër in hem.
Maar Carolyne beweerde, dat het in onze
dagen integendeel de hoogste kracht in
den man was, die tot arbeiden.
Zij toonde hem, dat ze in zjjn werk
opging. Het was, als klemde zij zich met
haar hart aan hem en Olga vastalsof het
leven van deze beide jonge menschen in
houd aan haar leven gaf.
En beiden kwameD dit arme, zoekende
hart met oneindige liefde tegemoet.
Carolyne droeg haar leed, zooals ze steeds
al het andere in haar leven had gedragen
zonder klagen en met trotsche houding.
Zij zocht de eenzaamheid niet. En hoe
wel zjj niet verscheen op de ootvangavon-
den van mevrouw Soniakow, kwamen
Olga en haar moeder, piins Bolko en
mijnbeer Von Mandock, en meer bekenden
's middags bij haar thee drinken, en het
was Caro'yne aan ie zien, dat haar deze
bezoeken welkom waren.
Ook Wigus meed de avonden van Olga's
moeder. Hij vond het zonde van zyn tjjd,
dien daaraan te besteden.
Hij kon het ook onmogelyk verdragen,
te zien hoe prins Bolko Olga het hof
maakte.
Eiken morgen bjjna reed Olga met den
prins uit. Dat het geschiedde volgens den
wensch van 01g»'s moedor en deze haar
moeder in alles haar zin gaf, zoolang het
niet haar innerlijk leven betrof, dat wist
Wigus niet.
Wigus' verhouding tot prins Bolko bleef
aangenaam beleefd, hoewel zeer opper
vlakkig. Ofschoon z\j slechts vijf jaar in
leeftjjd verschilden, kwam het Wigus
voor, als was hjj een grijsaard naast dezen
vriendelijken knaap. Eenige jaren van ljj-
den en tegenspoed scheidden hem van dezen
prins. De prins deed al zyn best, om Hen-
negall geen onderscheid van stand te laten
bemerken, en daarnaast had hjj de naïeveteit
van een schooljongen, die denkt dat hjj
alleen leert ter wille van den leermeester.
Dat begreep Wigus heel goed en het ont
lokte hem vele malen een glimlachje. Wan
neer Olga niet tusschen hen beiden had
gestaan, danhrd Wigus den jongeling wel
licht lief gekregen.
In deze stille dagen werd er toch een
strjjd gestreden.
Olga streed dien strijd. Steeds gebruikte
ze haar wapens om den zich verdedigenden
man te overwinnen.
Steeds duidelijker zeiden hem haar wezen,
haar oogen„ik heb u lief."
Schagen, 12 December 1903.
Vergadering van de Ver-
eeiiging tot het houden van Jaarljjksche
Paaschtentoonstellingen van Vee, op Don
derdag 10 December 1903, des morgens
ten 11 ure, in 't lokaal v. d. hr. J. Vader Az.
Aanwezig 30 leden.
De Voorz., de heer Jb. Zjjp Hz., opent
de vergadering en brengt daarbjj in her
innering de herdenking van het 10-jarig
bestaan der vereeniging, niet door feeste-
ljjkheden, waarvoor de vereeniging teprac-
tisch is, maar door de uitgebreider ten
toonstelling, die uitstekend is geslaagd en
waarmede deze vereeniging voor de zoo-
veelste maaljheeft bewezen, in een bestaande
behoefte te voorzien.
Voorz. vertelt verder, hoe hem in de
laatste bestuursvergadering een aange
name verrassing is bereid in den vorm van
een fotografie van het bestuur en brengt
daarvoor ook nu nogmaals zijn dank; even
eens aan de leden der vereeniging voor do
steeds prettige en vriendschappelijke wjjze,
waarop hem de taak van Voorzitter is ge
maakt tot een aangename.
Daarna leest de heer F. v. d. Kamp, de
Secretaris, de zeer uitgebreide notulen,
die onder applaus onveranderd werden
goedgekeurd.
Ingekomen waren verschillende stukken,
waarvan we vermelden een schrijven van
de vereeniging „Algemeen Belang", waarin
wordt medegedeeld.dat jaarlijksch een subsi
die van f 15.werd toegezegd als 3 prijzen
van f 7.50, 1 5.en f 2.50 voor de rubriek
ter opluistering.
Daarna volgde voorlezing van het jaar
verslag. Het ledental was vooruitgegaan
van 303 tot 324.
De heer P. Buis Jz. deed namens de
commissie, belast met het nazien der reke
ning, verslag over het gehouden onder
zoek. De commissie adviseerde, de rekening
goed te keuren met een ontvangst van
f 2456 595, uitgaaf f 1499.94, waaronder
f 1020 50 aan prijzen, dus met een batig
slot van f 956.655. Het batig slot was
gedaald van f 1026.84s op f 956 655, ten
gevolge van de herdenking van het 10-
jarig bestaan; wel een bewijs, meende de
Commissie, dat het bestuur het beheer
aüerzuinigst voert.
Was nu aan de orde het programma
van de tentoonstelling.
In de voorwaarden staat in art. 8, letter
dvermeld dat niet voor bekroning of
het toekennen van een prijs in aanmerking
zullen komen stieren, die wegens tubercu-
line-inspuitirig zijn of worden verdacht
verklaard.
Naar aanleiding hiervan deelt de heer
C. Kooij mede, dat de Provinciale Com
missie voor de Veefokkerij in Noordholland
heeft besloten in haar laatste vergadering,
om de tuberculine-inspuiting van stieren,
om te zien ze reagoeren, en zoo zij dit
doen, dien stieren de premie niet toe te
kennen, af te schaffen. Spr. heeft zich in
die vergadering daartegen verzet; hjj be
treurt dat besluit zeer en doet nu de
vraag, of vanuit deze vergadering geen
adres aan die Commissie kan worden ge
richt, om op dat genomen besluit terug te
komen.
De heer K. A. Kaan, evenals de heer
C. Kooij lid van die Provinciale Commissie,
acht dat genomen besluit uitstekend. Het
blijkt, zegt spr., dat de deskundigen nog
zoo weinig zekerheid hebben aangaande
die inspuitingen, dat hij het, waar ver
schillende boeren hun stieren niet inzenden
ter keuring, omdat zij een hekel hebben
aan die inspuiting, zeer gewenscht
oordeelt, dat die bepaling blijft ingetrokken.
De heer C. Zijdewind blijkt een zeer
warm voorstander van inspuiten tegen tuber
culose te zijn. Spr. brengt in herinnering,
hoe de Israëlieten reeds gedurende 400Ü
jaren riet anders eten dan vleeseh van
koeien, die kauscher zijn,
teit, dat door
Israëlieten
en het is een
statistieken is bewezen, dat
zeer weinig aan tering lijden.
Spr. brengt tevens in herinnering, hoe bij
een overzicht in Brabant is gebleken, dat
van de 100 stieren, die gereageerd hebben
Hjj wist geen enkel verweer meer daar
tegen, dan groote koelheid.
„Ik ben geen stuk speelgoed. Ik wil mij
niet op mijn levensweg laten ophouden
door een vrouw."
Dat was de litanie van zijn ongeloof. Hij
zeide het zichzelf eiken dag.
Maar het was, alsof Olga er niet door
ontmoedigd werd.
,.Ik ben vroolijk en ik ben gelukkig. Hij
heeft geleden, hjj is bitter. Ik ben rijk.
Hjj is arm."
Dat was voor haar beslissend. Dat scheen
haar heur liefde tot een heilige roeping te
maken.
De tijd, dien Wigus in Florence zou door
brengen, liep ten einde.
Toen hij zich eers tot Carolyee daarover
uitsprak, dat de thuisreis voor hem ook een
afscheid van haar beteekende en hem dat
zeer smarteD zou, vertelde zij hem haar
toekomstplannen.
Einde October ging ook zij naar Berlijn,
om orde op haar zaken to stelleD. Van
haar advocaat had ze gehoord, dat de ge
heimraad de villa in do Rookstraat reeds
had verlaten en een andere villa had
gekocht.
Zjj was van plan, haar bezittingen in
Berljjn te verkoopen en zou voorloopig in
Italië gaan wonen. Daar kon Wigus haar
dan elk jaar eenige weken bezoeken.
Het zou haar gelukkig hebben gemaakt,
als ze hem geheel als zoon bad kunnen
aannemen, maar ze was nog geen vijftig
en had dus nog niet den leeftijd voor zulk
een daad. Ook waagde zo het niet, hem dat
aan te bieden, want hjj zou er bepaald een
poging in hebben gezien, om zijn leven te
verlichten.
En zij wist immers: hij wilde alleen
gaan, en wanneer hjj ooit vrij en gelukkig
zou worden, moest hjj ook alleen zijn weg
vinden.
Kort vóór Wigus' vertrek kwam er in
de kalme eentonigheid, waarin het kleine
kringetje leefde, een groote beweging.
„Het gezelschap uit de hoogste kringen,
dat zich op het oogenblik in Florence be
vindt, zal dit seizoen getuige kunnen zijn
van een interessante verloving. Het getal
der prinsen, dat een huwelijk sloot beneden
hun stand, zal vermeerderd worden door
prins Bolko van Thuringen. De dame zijner
keuze is mejuffrouw Olga Soniakow, een
enorm rijke en wooderschoone Russin. De
Soniakow's stammen af van een oud vorsten
geslacht, zooiat het minder van rang en
geboorte hier weinig van invloed zal zijn.
Het mooie, voor elkaar als geschapen paar is
eiken morgen op de wandeling het voor
werp van aller belangstelling."
Carolyne kende die zekere Berlijnsche
bladen. Zij verwonderde zich eigenlijk
nauwelijks over dit bericht, Haar eenige
zorg was nudat mag Wigus nooit onder
de oogen komen. Zjj overwoog bij zichzelf,
of zjj Olga en haar moeder er over zou
spreken, of met mijnheer Von Mandock,
wiens werk het natuurlijk zou zjjn, het
bericht beslist tegen te sprekon.
Maar de gebeurtenissen gingen ditmaal
sneller, dan Carolyne's besluiten.
Hetzelfde niouwsblad was ook aan mijn
heer Von Mandock toegezonden.
Hjj had het spoediger gezonden gekregen,
dan Carolyne. De hertog, de oom van
prics B >lko, liet door zijn hofmaarschalk
op strengen toon vragen, op grond van
welke onvoorzichtigheden zjjn neef zoo op