SCHAGEN—AMSTERDAM.
Binnenlandsch Nieuws.
Advertentiën.
K. DROOG.
J KUIPER.
a.s. Donderdag
Dat is gemakkelijk!
Vergadering van den Raad
der gemeente CALLANTSOOG, op Dinsdag
2-2 December 1903, des morgeus ten 10 ure.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer G. C. Hulst, Burgem.
Na opening der vergadering legt de heer
Rademaker, het nieuwe raadslid, de ver-
eischte eeden in handen van den Voorz. at.
Voorz feliciteert den heer Rademaker, en
hoopt, dat hij al zijne krachten zal aanwenden
om den bloei van de gemeente te bevorderen.
(Algemeene felicitatie.)
Hierna lezing en goedkeuring der notulen.
Tot armvoogd wordt herbenoemd de heer
D. Buik, die deze benoeming verklaart aan
te nemen.
Wordt benoemd tot lid van de Commissie
tot wering van schoolverzuim, in de plaats
van den heer Berrevoets, die bedankt heeft,
de heer A. Vader, en worden herbenoemd
de heeren Govers en Vis.
Volgens art. 28 van de Woningwet is de
gemeente Callantsoog verplicht, het plan van
uitbreiding voor de stichting van gebouwen
in te leveren, omdat de bevolking in de
laatste 5 jaar met meer dan Vs 1® toegenomen.
Men kan van deze bepaling ontheffing vragen
aan Ged. Staten, waartoe de Raad met alge
meene stemmen besluit.
Van Ged. Staten is terugontvangen de
begrooting, met de opmerking, dat de toelage
van Rijk en Provincie voor de vroedvrouw
ieder met f 75 zal worden verminderd, en
daar deze vroedvrouw haar zelfde tractement
moet behouden, zal de gemeente f 160 meer
moeten betalen.
Door den Raad wordt besloten, een schrijven
te zenden aan Ged. Staten, waarin wordt
aangedrongen op het behoud van deze f 150,
daar de gemeente onmogelijk dat bedrag kan
missen.
Bij de rondvraag deelt de heer Govers
mede, dat de Armenlanden f 60 meer aan
huur hebben opgebracht, dan vorige jaren.
De heer Den Das vraagt, of de gemeente
nog ietB genoten heeft voor het gebruik van
den gemeentegrond .bij de eerste verkooping
van den inventaris van het schip.
Voorz. zegt van neen, want die grond was
zonder eenige voorwaarde in gebruik gegeven.
De heer Buik zegt, dat beloofd is, dat alles
zou worden opgeknapt, maar er is nog niets
gebeurd.
De heer Govers meent, dat f 3 is gegeven
aan Zeeman, om het plein in orde te laten
brengen, en spr. acht het beter, om later alles
in orde te brengen in het voorjaar, als al
het hout weg is.
De heer Den Das acht het toch hoog
noodig, dat zij, die den boel stuk rijden, het
ook weer in orde brengen en liefst zoo
spoedig mogelijk. In het vervolg wil spr.
ook niet meer het plein in gebruik geven
voor niemendal.
Voorz. zal er over spreken, dat de boel in
orde zal worden gebracht.
De heer Buik is er zeer sterk voor, dat de
buurt ook van gemeentewege zal worden
opgeknapt, zoover het niet valt voor rekening
van die anderen, en dat dit vroeg-voor jaar
gebeurde.
De heer Boontjes zou gaarne zien, dat de
steeg tusschen Vos en v. d. Berg, die
gemeentegrond is, zooveel mogelijk wordt
opgeknapt, om zoodoende een goeden toegang
te krijgen naar de begraafplaats. De toestand
is daar zoo, dat het zoo niet mag blijven.
Wanneer de lijken daar langs worden ver
voord, maakt dat een hoogst onaangenamen
indruk.
De heer Govers zegt, dat daar nog mest
ligtdat is ook een onooglijk gezicht. Het
onderhoud zal echter moeilijk zijn, omdat die
plaats wordt gebruikt voor uitspanning.
Algemeen is men van oordeel, dat een goed
voetpad daar gewenscht was en dat alles
werd opgeknapt.
Voorz. zegt, alles eens te zullen laten
onderzoeken wat het kost, om dan in de
volgende vergadering een beslissing te nemen.
Het suppl. kohier hondenbelasting tot een
bedrag van f 21 wordt goedgekeurd.
Hierna gaat de Raad in comité.
Raadsvergadering te BARSIN-
GERHORN, Dinsdagmiddag te 2 ure.
Aanwezig alle leden.
De Burgemeester, de heer J. Spaans Dz.,
opent als Voorzitter de vergadering, waarna
de notulen worden gelezen door den Secretaris,
den heer P. Bronder, en onveranderd worden
goedgekeurd, met dank voor de juiste weer
geving.
Ingekomen is het proces-verbaal van kas
opname over het 4e kwartaal, aangevende
aan ontvangsten f 15649.885, aan uitgaven
f 12313.82, dus een kassaldo van f 3336.666.
Vervolgens zijn verschillende benoemingen
aan de orde, wegens periodieke aftreding op
31 December a.s.
lo. Twee leden van het Burgerlijk Arm
bestuur, aftredend de heeren J. L. Wissekerke
en K. Jonker. De voordracht van het Arm
bestuur luiddeJ. L. Wissekerke—P. Slik
ker Rz.K. Jonker—W. Kooijman die van
B. en W.J. L. Wissekerke—A. Droog;
K. Jonker—W. Kooijman. De beide aftre
denden worden herkozen. De heer Jonker
neemt de benoeming aan, ontvangt de felici
taties der heeren en dankt voor het in hem
gestelde vertrouwen.
2o. Een Lid van het Weezen-Armenbe
stuur, aftredend de heer J. Hoekstra. De
voordracht van genoemd bestunr zoowel als
van B. en W. luidde: J. Hoekstra Jb.
Bood IJz. De heer Hoekstra wordt herkozen,
en neemt de benoeming aan, onder algemeene
felicitatie.
8o. 9 Leden van de Commissie tot wering
van schoolverzuim, welke Commissie in haar
geheel aftreedt. Voorz. licht toe, dat deleden
in de vergadering van Eebr. 1901 zijn be
noemd en nn staat in art. 22 der Leerplicht
wet, dat zij benoemd worden voor 8 jaar en
herkiesbaar zijn. We nemen nu aan, dat 31
Dec. die termijn verstreken is, waartegen,
volgens een artikel in de Gemeentestem geen
bezwaar bestaat.
Door B. en W. zijn dubbeltallen opgemaakt
als volgtJ. de Groot—P. BronderA.
Schenk Dz. - C. BolC. Schoorl—J. v. d. Horst;
P. SchuitemakerK. SchoorlG. HolleL.
W. v. d. Meer A. DroogG. Blaauboer Jb.
Bood IJz.—P. de Zeeuw; W. de Boer—D.
D. P. Westenberg W. Kooijman—K. Jonker.
Gekozen worden de eerstgenoemden, zijnde
allen aftredend.
Voorz. deelt vervolgens mede, dat bij hem
is ingekomen eene circulaire van de Hoofd
commissie tot het brengen van een bijzondere
hulde aan H. M. de Koningin-Moeder in 't
begin van 't volgend jaar, als wanneer het
25 jaar geleden zal zijn, dat H.M. haren intocht
hield hier te lande. De commissie genoemd
wilde dan in de eerste plaats, dat op alle
plaatsen gevlagd werd en wel op 22 Jan. 1904.
Voorz. wenschte op dien dag op den toren
de vlag uit te steken en vraagt hiervoor,
omdat het eenige kosten met zich brengt,
toestemming van den Raad. Algemeen
wordt dit goedgevonden.
Andere voorstellen, in de genoemde circu
laire gedaan, acht de Voorz. niet op hun
plaats in den Raad en vindt hij wel gelegen
heid om daarover de heeren later te spreken.
Eenige reclames Hoofdelijken Omslag zul
len in geheime zitting behandeld worden.
Rondvraag. De heer C. Spaans vraagt,
wat er te doen is tegen de behekking met
prikkeldraad in de gemeente. Spr. noemt
dat gevaarlijk, vooral voor kinderen, die b.v.
al spelende elkaar tegen het prikkeldraad
duwen en die zich zoodoende heel erg ver
wonden kunnen. Ook is het lastig voor groo-
tere menschen, daar we in de gemeente geen
verlichting hebben.
Voorz. antwoordt, dat, toen in 1890 de
politieverordening gemaakt werd, de ge
noemde wijze van behekking met prikkel
draad nog niet bekend was, en er dus toen
niet bij de verordening in dit geval voor
zien kon worden, maar spr. geeft toe, dat
het onaangename gevallen veroorzaken kan.
Als de verordening eens wijziging noodig
heeft, kunnen we aan deze quaestie denken.
De heer Spaans vraagt, of dit nog lang
kan duren. Er zijn helaas al heel wat onge
lukken mee gebeurd.
De heeren Jonker en Breebaart stemmen 1
in met het idee van den heer Spaans, waar
de heer Breebaart aan toevoegt, dat toch
wel voor een volgende vergadering een wij
ziging der verord. gemaakt kan worden.
Voorz. meent, dat wijziging der politie-
verordening spoedig noodig is met het oog
op de Woningwet, waarvoor vóór Augustus
een nieuwe verordening gereed moet zijn.
Spr. vraagt, of de heeren ermee tevreden zijn, j
dat bij die gelegenheid ook deze wenken
betreffende het prikkeldraad behandeld worden.
De Raad vindt dit goed.
De heer Smit vraagt, of de Voorz. van het
land bij de Westerbegraafplaats het daar nog
verspreid liggende hooi door den huurder
wil laten weghalen.
Voorz. belooft het, en daar er nog eene
opmerking gemaakt wordt over kuilgras, dat
aldaar ligt, zon Voorz. bij eene nieuwe ver
huring eenige bepalingen over het gebruik
willen stellen, daar dit land door den aard
zijner ligging niet gebruikt kan worden als
gewoon land.
De heer Smit zlgt, dat het bij de Blauwe
Brug een paar maal is voorgekomen, dat het
glad was en er geen zand gestrooid was.
Voorz. belooft, daarin voortaan te zullen
voorzien.
De heer Breebaart informeert, of de Ge
meente verplicht is, zand te strooien op de
bruggen bij gladheid.
Voorz. ziet niet in, dat de Gemeente dit
verplicht is. Wel kan men de burgers
verplichten, dat te doen op de loopstraten.
De heer Breebaart vraagt, wie dat dan
voor de bruggen doen moet Hij zou willen,
daar de kosten niets beteekenen, dat vanwege
de gemeente geregeld de bruggen bij gladheid
bestrooid werden.
Allen zijn hier voor.
Vervolgens sluiting der vergadering.
Zondag 1.1. werd in de Kolf-
baan van den heer P. Scheringa te BAR-
SINGERHORN eene tooneelvoorstelling
gegeven door het bekende gezelschap „Lief
dadigheid."
Opgevoerd werd „Myn Leopold tooneel-
spel in 6 tafereelen door A. 1' Arronge.
Hoewel de keuze der stukken van Liefdadig
heid over het algemeen zeer goed is, zoo
was de keuze van dit stuk bij uitstek gunstig
en zeer zeker hebben alle aanwezigen dien
avond genoten, zoowel van het stuk als van
het spel. Dit is bewezen door de algemeene
stilte en de aandacht van het publiek in de
overoude kolfbaan.
Op de voorstellingen van Liefdadigheid
wordt gewoonlijk geen kritiek uitgeoefend,
i omdat men het uitsluitend doet voor een
liefdadig doel.
Toch zij het mij (als buitengewoon corres
pondent) veroorloofd, ditmaal daarvan eenigs-
zins af te wijken, omdat er, behoudens zeer
kleine gebreken, werkelijk geroemd mag
worden het zeer goede spel van alle uitvoe
renden tot het geheel en meer in het bijzon
der van den persoon, die de rol van Walter
Weigeit vervulde en bovendien van hem, die
de rol van Rudolf Starke uitvoerdedeze
laatste daarom te meer, daar, tengevolge
van bijzondere omstandigheden, er slechts
weinig tijd was om die rol in te studeeren.
Slechts ééne opmerking de bescheidenheid
van Liefdadigheid gaat m. i. te ver indien
zij geen gehoor geeft aan dat publiek, dat
volgens lang en aanhoudend applaudisseeren,
zooals na de serenade aan het einde van het
2e tafereel, en aan het einde van het 6e
tafereel, het scherm nogmaals omhoog had
gewild.
De uitvoering werd weder opgeluisterd
door het fanfarekorps T. O. N. I. D. O. De
Voorzitter bracht aan het einde der voorstel
ling zijn welgemeenden dank voor de bereid
willigheid van T. O. N. I. D. O., om weder
dezen avond zijne medewerking te verleenen.
Voorzeker zal Liefdadigheid, wanneer het
in Januari a.s. te Kolhorn met hetzelfde
stuk optreedt, niet voor stoelen en banken
spelen.
DIRKSHORN.
In aansluiting met ons bericht over de
lezing van Ds. van Krevelen alhier, kunnen
we thans mededeelen, dat op Dinsdag 29
Decdes avonds ten 7 unr, bij den heer S.
Brommer de in dat bericht bedoelde verga
dering zal worden gehouden, waarin zal
worden overgegaan tot het benoemen vun
een bestuur en het vaststellen van een regle
ment voor de afd. Haringcarspel van den
Bond voor Staatspensionneering.
Ook anderen dan de reeds toegetredenen
zullen tot die bijeenkomst worden uitgenoo-
digd, van welke uitnoodiging wij hopen, dat
een druk gebruik zal worden gemaakt.
Vereeniging Noord-Holland.
In Krasnapolsky te AMSTERDAM had
j.1. Maandag 21 December de constitu-
eerende vergadering plaats van de Vereeni
ging „Noord-Holland", onder leiding van den
heer H. Bultman, voorzitter van het voor-
loopig comité.
De Vereeniging is een bond van landbouw
corporaties binnen de provincie Noordholland.
Zij stel zich ten doel de bevordering van de
belangen der aangesloten vereenigingen,
door:
lo. zich te belasten met den gemeenschap-
pelijken aankoop van landbouwbenoodigd-
heden
2o. bespreking en vertegenwoordiging harer
gemeenschappelijke belangen
3o. verbetering van de inrichting en het
beheer der aangesloten vereenigingen door
zakelijke besprekingen en invoering der
revisie vanwege een daartoe door de vereeni
ging te verstrekken adviseur.
Tegenwoordig waren de heeren Nijkamp
en Jacobs, directeur en bestuurslid van het
Centraal Bureau uit het Nederlandsch Land-
bouwcomité voor het aanschaffen van land-
bouwbenoodigdhedeD voor geheel Nederland,
benevens de afgevaardigden van vijf vereeni
gingen.
Voor de eerste maal treden als bestuurders
op de heeren: A. Weeshoff, Schermerhorn,
voorzitter; B. Koolhaas, Twisk, 2e-voorzitter
D. de Boer, Stompetoren R. Bronkhorst,
Haarlemmermeer D. J. Govers, Alkmaar
C. Jonges, Schermerhorn C. Kooij, Haring
carspel, en R. Visser, Berkhout.
Goedgekeurd werd, dat de Vereeniging zal
toetreden tot het zooeven genoemde Centraal
Bureau, waarbij de heer A. Weeshoff als
vertegenwoordiger zal optreden.
„Noordholland" zal zoo spoedig mogelijk
opslagplaatsen in verschillende deelen van de
provincie stichten, n.1. te Hoorn, Alkmaar en
Haarlemmermeer, en door middel van eene
circulaire trachten, andere coöperatieve ver
eenigingen tot aansluiting en het doen van
bestellingen aan haar, op te wekken.
Uit VLISSINGEN wordt ge
seind Zaterdagavond is bij Nieuwesluis door
mist het van Antwerpen komende stoomschip
Finland der Red Star Line op een der strand-
hoofden geloopen' Zondag met den dag kon
de positie van het schip beter gezien worden.
Met laag water kon men onder hot voorschip
loopen, terwijl bij het achterschip ongeveer 80
voet water staat.
Met behulp van een zestal sleepbooten en
met eigen stoom heeft men Zondag getracht
het schip vlot te krijgen, doch er was geen
beweging te bemerken. Men is daarop begon
nen met de lossing der lading in een drietal
lichters. tnr.
Aan boord van de Finland zijn ruim bUU
passagiers, zoodat het niet te verwonderen is,
dat er hier eene groote agitatie heerscht. Ech
ter werd verzekerd, dat voorshands voor het
schip geen gevaar bestaat.
Het was daar by de strandingsplaats
Zondag een buitengewone drukte. Duizen
den personen uit alle deelen van Zeeuwsch-
Vlaanderen waren overgekomen om het kolos
sale schip te zien.
Men schrijft aan de Tel.: Het
zeldzame feit heeft zich te MAAST RICHT
voorgedaan, dat een doofstomme eensklaps tot
spreken kwam en dat wel door het zien van
een glas jenever.
Een landlooper, wien een bord op de borst
hing, vermeldende, dat hij doofstom was, bood
den voorbijgangers postpapier en potlooden te
koop aan. Hij gedroeg zich daarbij evenwel z
lastig, dat een agent van politie hem bij
zijn kraag pakte en naar het poltie-bureau
bracht.
Hier meende men al spoedig met een be
drieger te doen te hebben, doch de aange
houdene verried zich niet. Op het bureau was
echter een hoeveelheid jenever aanwezig,waar
op in een bierhuis „zonder vergunning" beslag
was gelegd. Een glas hiervan werd den doof
stomme voorgehouden en deze zeide onbedacht
„graag".
Men had den sprekenden doofstomme nu
leelijk te pakken en 't onderzoek, dat verder
plaats had, bracht nu ook nog uit, dat 't post
papier en de potlooden, waarmede hij ventte,
gestolen waren.
WIERINGEN.
Dat de landbouwer C. V. alhier het met
zijne werkzaamheden zeer druk, zelfs veel te
I druk heeft en zoodoende alles niet naar
behooren kan afwerken, bemerkten wij deze
week toen wij zijn kudde schapen zagen, en
tot onze verbazing bemerkten dat er onder
die beesten nog bij waren, welke dit jaar
niet van de wol ontlast waren.
WIERINGEN.
Na afloop der Godsdienstoefening werd
jl. Zondag tot notabel bij de Herv. Gem. te
Hippolytushoef c.a. herkozen de heer J. Bruul
en tot lid van 't kiescollege werd in de plaats
van den heer P. Bruul (aftr.) benoemd de
heer S. P. Wigbout. Beiden namen hunne
benoeming aan.
Sedert de stakingsdagen
staat, nacht en dag, vóór dr. Kuyper's woning
te 's-GRAVENHAGE een agent op post. Zou
het n u niet eens tijd worden om te over
wegen, of de Minister nog wel in zoo drei
gend gevaar verkeert, dat deze maatregel
noodig blijft De Minister zelf zal toch zeker
niet zoo bijster gesteld zijn op zulk een
„post", die immers gemeenlijk door de politie
wordt geplaatst voor min-excellente deuren.
En niet ieder weet, wie daar woont.
Mocht de Minister een extra-beveiliging
van hem en zijn gezin echter toch nog noodig
achten hij kan beter weten wat er omgaat
dan wij zou zijn collega van Oorlog hem
dan niet een schildwacht met daarbij passend
huisje kunnen afstaan
Soldaten zijn er genoeg, maar agenten heb
ben wij waarlijk niet te pronk. Hdbld.
1 In FRIESLAND is het boeze in
water door het afstroomen naar zee, waar-
voor de wind in de laatste dagen zeer gun
stig was, 18 a 20 centimeter gedaald. Onder-
geloopen weilanden komen weer met hunne
grassprietjes te voorschijn.
Op die nog drassige weilanden komen de
zeemeeuwen los, die daar hunne gading
zoeken, als wormen, slakken, enz.
I Op een stuk weiland bij Heerenveen, dus
ongeveer 6 nur van de zee, kon men Zondag
middag duizenden dier vogels zien, heel het
land afdrentelend en daarin met den snavel
wroetend, om aas op te sporen. Het was
een aardig gezicht, die drukke actie, maar
voor den eigenaar van het land minder pret
tig, want door dien arbeid werd het land
als omgewroet.
Deskundigen beweren, dat bezoek van deze
vogels aan hoogen zandgrond een bewijs is
van nog geen winter.
Hr. Ms. Zeeland op terugreis
naar Nederland, is te NIEUWEDIEP aange
komen. Het pantserschip bracht naar ons land
over een vijftal kanonnen, die het te Messi-
na aan boord heeft genomen, in opdracht
van onze regeering, voor wier rekening deze
stukken geschut uit de 17e eeuw, waaronder
een drietal uit het tijdperk der admiraliteit,
zijn aangekocht van de eigenaren, die deze
voor ons land en de geschiedenis van ons
zeewezen merkwaardige voorwerpen in de
Straat van Messina uit de zee naar boven
hebben gebracht. Het plan bestaat de scheeps-
kanonnen o. a. te plaatson in het Rijksmuseum
te Amsterdam en in het Maritiem
te Rotterdam. tlem Museu^
Langzaam aan, dan KP„
het lijntje niet. e©kt
De stoombootkapiteins in FRIEstax
klagen zeer over de beperkende bepaliilft h
het Provinciaal bestuur gemaakt betrokkePx
de beperking der vaartsnelheid Stoomt !'J
20 a 80 Meter lang mogen in de !t„„°if'n
niet harder varen dan 8 K. M. per uur J" fn
snelheid nog met 30 pet. wordt vermin d j
als er gesleept wordt. Dagelijks worden er te
kapiteins, die te hard varon, processen -f
baal opgemaakt, waarop een boete volgt W~
minstens f 26. De stoomboot-ondern(,m',a"
lijden hierdoor veel schade, omdat persone™
vee en goederen per spoor en trams veel
spoediger kunnen vervoerd worden, 't R a;
eens gebeurd, dat een stoombootkapitein tot
een heer, die langs dcD wal voeteerde, zeide-
Mijnheer, wil U meê vuren waarop deze
antwoordde„Neen, dank U, ik heb haast".
De heer A. L., te GESTEL, die
voorbereidingen liet maken tot liet opbouwen
van de behuizing eener hem toobehoorendo
I boerderij, had het buitenkansje, dat men in
den grond een ketel vond, tot boven toe ge
vuld met allerhande oude geldstukken. Er
waren nog Btukken van drie gulden bij, en
munten uit de 17e en 18e eeuw en van 1821.
De ondergeteekende bericht,
dat het opknappen
van horen» van koeien
door hem niet meer zal worden verricht.
Hij brengt hartelijken dank
voor de zoovele jaren genoten gunst
en beveelt zijn opvolger ,J. (idiper
met vertrouwen aan.
In aansluiting met boven
staande bericht ondergetee
kende, dat hij zich aanbeveelt voor
het opknappen van horen»
van koeien. Hij belooft, dit werk
met groote zorg en accuratesse te
zullen verrichten, om zoodoende even
ruimschoots het vertrouwen waardig
te worden, dat zijn voorganger mocht
genieten.
Aanbevelend,
8 tr o o k, Kolhorn.
Beui'lveer
Ondergeteekende deelt door deze
aan zijne geachte Cliëntèle mede, dat
hij vanaf heden tot 1 Febr. a s.
iedere week 1 maal naar Amsterdam
en terug zal varen, in plaats van
tweemaal.
De reis van Donderdag van 8chagen
naar Amsterdam en terug zal dus
gedurende dien tijd vervallen.
P. eoOOLANI»,
S c h a g e n.
bestel ze dan
aan de STOOMÖKUKIiHIM.I van
de SCHAGER COURANT en U
kunt ze nog dienzelfden morgen
medenemen.
Aanbevelend,
TBAFittlï,
Laan 4, Schagen.
Bfste, goedkoopste adres!
niet gegeven zyn.
„Ach God neen", zeide zy, en zy kwam zich
zelf zeer schuldig voor, „ik kan in 't geheel
niet wasschen niets dergelijks zelfs."
Het was een fijne dame, dat zag de
oude vrouw wel. Zy had misschien een
beroep geleerd, dat haar geen tijd had
gelaten, vrouwelyke bezigheid te leeren.
Maar Lena had in de week toch ook geen
tyd en Zondags stak zy toch ook de han
den uit de mouwen.
Door Olga's hoofd ging de bekentenis
waarschynlyk is er nog zoovéél voor mij te
leeren.
Dat moest zeer aardig zyn en verbazend,
interessant.
„Lieve hemel, juffrouw", zeide de oude
vrouw, „hoe zal ik er toe komen, om u
dat te leeren, ik ken u immers in 't ge
heel niet
„Ik meen ik wilde ik wilde
les nemen en betalen", zeide Olga.
„Wanneer u ernstig het wasschen leeren
wilt, dan kunt u beter naar een greote
wasschery gaan. Ik heb in de week maar
een paar mutsen meer niet. U het geld
uit den zak stelen, wil ik niet. En dat zou
zoo wezen want verder komt hier niets
voor.
„Dat is jammer", mompelde Olga, die
de lichte verwarring had overwonnen. Zy
zag Wigus' moeder met lachende oogen
aan. „Juist in u had ik zooveel vertrou
wen."
„Waarom hoedatjuist in my P"
„Ik heb alles gelezen, wat uw zoon heeft
geschreven, en toen dacht ik de moeder
van zoo'n knap man kan je nog menig goed
woord by het werk zeggen."
De oogen van de oude vrouw begonnen
te schitteren.
„Zoodus de menschen lezen
werkelyk, wat hy schrijft? Lena meent
steeds, dat hy zoo vervelend is. En Frits,
mijn schoonzoon, die zegthet zijn zulke
onpractische dingen, hij moest liever aan
een plaatselyk blad of aan een gerechts
courant schryven die worden meer ge
lezen."
Zij nam zich plechtig voor, dit eens aan
Frits en Lena te vertellen.
„Maar ik ben maar een eenvoudige
vrouw" eindigde zy, „van my kan zulk
een fijne juffer als u is, niets meer leeren."
„Ik ben geen fijne juffer. Ik ben een
jong meisje, dat nog maar zeer weinig
verstaat."
„Maar u wilt leeren, welnu, dan gaat het
ook zeer spoedig. Maar bij mij niet, o
neen ik wil u niet het geld uit den
zak stelen. Ik kan geen leermeisjes hebben."
Het hielp niets. Olga zag het in. In
hare stijfhooidigheid wilde de oude vrouw
van haar eens geuite meening niet af
wijken.
Maar Olga was volstrekt niet verlegen
om het gesprek voort te zetten.
„Hebt u ook een portret van uw zoon
vroeg ze.
De vrouw nam dadelijk een lijstje van
den wand.
„Toen was hy pas tien jaar. Ons soort
menschen heeft niet veel veld te missen
voor fotografieën."
Het portretje van den linkschen, kleinen
knaap deed Olga lachen.
Zy gaf het terug en zeide „Op uw zoon
kunt u trotsch zyn,"
„Ach ja, dat ben ik ofschoon bij
zou er nu veel beter voor staan, als hy het
zekere brood niet weggestooten had."
Zij bezon zich. Zy was daar waarlijk
bezig, aan een wildvreemde te veel te
vertellen. Maar deze dame keek haar
zoo vertrouwelijk aan en deed eigenlijk in
het geheel niet als een vreemde.
„Juffrouw, u heeft niet eens uw naam
genoemd
„Ik heet Olga Soniakow."
Zij zeide het buitengewoon snel. Natuur
lijk verstond de oude vrouw den naam niet.
Maar zy durfde niet nog eens te vragen,
dat kwam haar niet beleefd voor. En Olga
was tevreden, want zy had hare bedoeling
bereikt.
„Denk er nog eens over na," zeide zij, en
nam haar mof van de tafel om heen te gaan.
„Ik kan van alles meebrengen kanten en
doeken, en u leert my ten slotte alles nog.
Ik kom nog eens terug om te vragen."
Dat vond de oude vrouw toch wat op
vallend. En de waarheid schoot haar door
het hoofd„Komt die misschien ook om
Wigus
Wanneer dat maar niet de verloofde
was, waarvan hy toen eens gesproken had,
maar van wie men later niets meer had
gehoord. Die wilde misschien den band
weer aanknoopeD. En by een tooneelspeelster
paste het ook zoo best, dat zy niets kende
van vrouwelyke bezigheden.
Olga was er natuurlyk heel ver van ver
wijderd, deze gedachten te raden. Zy nam
dus afscheid van Wigus' moeder.
In haar was geen sentimentaliteit. Zij
bespeurde heel goed, dat zy en deze oude,
eerwaardige vrouw uit twee verschillende
werelden kwamen. Eo zy dacht: „hoe ge
makkelijk moet het zyn, zulk een afgeleefde,
afgetobde vrouw wat vreugde in het leven
te brengen. Er is iets heiligs aan een
moeder, wier rug in dienst der haren ge
kromd is."
En in het rytuig zeide zy tot
Carolyne: „Ik ben er bly om, dat ik haar
gezien heb."
Verder niets. Carolyne vroeg niets, omdat
zij geloofde dat Olga veel met zichzelf had
af te handelen. Deze zoo ver van elkaar
liggende levensverhoudingen waren wel
geschikt, om zware gedachten op te roepen.
Maar uit een geheel ander oogpunt was
Olga stilomdat het haar alles zoo een
voudig toescheen er waren immers geen
zwarighedenalleen die, welke de booze
vijand maakte, die in Wigus' eigen hoofd
zat.
En bepaald, die deed als was hy beslist
onoverwinbaar
Wigus hoorde van zyn moeder niets van
het bezoek van een mooie, vreemde dame,
die mutsen wilde leeren wasschen en van
zijn werk had gesproken. Want de moeder
vertelde eerst alles aan Lena, en die wist
hoe het in de wereld toegaat, zooals zij
zeide, en bezwoer haar moeder te zwijgen,
want dat was beslist de verdwenen tooneel
speelster, die zich weer wilde indringen.
Men kon nooit voorzichtig genoeg zyn.
Olga was verheugd,toen ze in Wigus' wezen
niets bemerkte dat er op wees, dat hij wist
of had geraden. Carolyne echter begon te
vreezen, dat hy niets weten wilde. Zy
meende het aan Olga verplicht te zyn, haar
dat te zeggen.
Zy zaten samen aan het venster, dat op
het Potsdammerplein uitkeek en hielden
zich met een handwerkje bezig.
„Olga," begon Carolyne, zonder van haar
werk op te zien, „ig het niet zonderling,
dat Hennegall met geen woord of teeken
zijne gedachten over je bezoek aan zyn
moeder verraadt Het moest hem toch ge
kwetst, óf verheugd hebben 1 Een van beiden.
Onverschilligheid is onmogelijk.
„Misschien weet hy het niet."
„In do bekrompenheid, waarin zyn moeder
leeft, is het nauwelijks waarschynlyk, dat zy
daarover zal zwijgen. Ik denk echterby
w i 1 zich onwetend houden. Daaruit moet
men gevolgtrekkingen maken."
„Wat voor gevolgtrekkingen
„Hopelooze."
„Ach, Carolyne, zeg zoo iets toch niet."
„Myn lieveling," sprak deze nu vol
diepen ernst, „ik begin te vreezen hy
zal nooit den moed tot gelooven vinden
nooit zijn bitterheid overwinnen."
„Hy zó.1," zeide Olga. „En al zal ik ook
jarenlang wachten, het móet. Een inwendige
stem zegt het mij. Ik ben zyn geluk, hy
is het mijne Ik zal nooit trouwen, wanneer
ik niet zyn vrouw worden mag."
j „Dat zegt ge maar zoo... de tyd ver
andert veelook gevoelens bega geen
onrecht aan jezelf. Je jaagt misschien een
hersenschim na".
„Carolyne," zeide Olga, en keek haar
vlak in de oogen „weet ik, wat ik wil, of
weet ik het niet Jy weet, welke huwelijks
aanzoeken ik afsloeg. Ik mag hopen, dat
niet allen myn geld alleen golden. Ik heb
er ook reeds menigmaal over gedacht
ter wille van mama dus
Ja, dat was een feit. Carolyne zuchtte.
„Het maakt my zoo angstig, je zulke on
gehoorde offers te zien brengen, slechts
ter wille van een hoop. Uw levenskring
wilt ge verlaten
WORDT VERVOLGD.