SCHAGEN—AMSTERDAM. Binnenlandsch Nieuws. Advertentiën. K. DROOG. J KUIPER. a.s. Donderdag Dat is gemakkelijk! Vergadering van den Raad der gemeente CALLANTSOOG, op Dinsdag 2-2 December 1903, des morgeus ten 10 ure. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer G. C. Hulst, Burgem. Na opening der vergadering legt de heer Rademaker, het nieuwe raadslid, de ver- eischte eeden in handen van den Voorz. at. Voorz feliciteert den heer Rademaker, en hoopt, dat hij al zijne krachten zal aanwenden om den bloei van de gemeente te bevorderen. (Algemeene felicitatie.) Hierna lezing en goedkeuring der notulen. Tot armvoogd wordt herbenoemd de heer D. Buik, die deze benoeming verklaart aan te nemen. Wordt benoemd tot lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim, in de plaats van den heer Berrevoets, die bedankt heeft, de heer A. Vader, en worden herbenoemd de heeren Govers en Vis. Volgens art. 28 van de Woningwet is de gemeente Callantsoog verplicht, het plan van uitbreiding voor de stichting van gebouwen in te leveren, omdat de bevolking in de laatste 5 jaar met meer dan Vs 1® toegenomen. Men kan van deze bepaling ontheffing vragen aan Ged. Staten, waartoe de Raad met alge meene stemmen besluit. Van Ged. Staten is terugontvangen de begrooting, met de opmerking, dat de toelage van Rijk en Provincie voor de vroedvrouw ieder met f 75 zal worden verminderd, en daar deze vroedvrouw haar zelfde tractement moet behouden, zal de gemeente f 160 meer moeten betalen. Door den Raad wordt besloten, een schrijven te zenden aan Ged. Staten, waarin wordt aangedrongen op het behoud van deze f 150, daar de gemeente onmogelijk dat bedrag kan missen. Bij de rondvraag deelt de heer Govers mede, dat de Armenlanden f 60 meer aan huur hebben opgebracht, dan vorige jaren. De heer Den Das vraagt, of de gemeente nog ietB genoten heeft voor het gebruik van den gemeentegrond .bij de eerste verkooping van den inventaris van het schip. Voorz. zegt van neen, want die grond was zonder eenige voorwaarde in gebruik gegeven. De heer Buik zegt, dat beloofd is, dat alles zou worden opgeknapt, maar er is nog niets gebeurd. De heer Govers meent, dat f 3 is gegeven aan Zeeman, om het plein in orde te laten brengen, en spr. acht het beter, om later alles in orde te brengen in het voorjaar, als al het hout weg is. De heer Den Das acht het toch hoog noodig, dat zij, die den boel stuk rijden, het ook weer in orde brengen en liefst zoo spoedig mogelijk. In het vervolg wil spr. ook niet meer het plein in gebruik geven voor niemendal. Voorz. zal er over spreken, dat de boel in orde zal worden gebracht. De heer Buik is er zeer sterk voor, dat de buurt ook van gemeentewege zal worden opgeknapt, zoover het niet valt voor rekening van die anderen, en dat dit vroeg-voor jaar gebeurde. De heer Boontjes zou gaarne zien, dat de steeg tusschen Vos en v. d. Berg, die gemeentegrond is, zooveel mogelijk wordt opgeknapt, om zoodoende een goeden toegang te krijgen naar de begraafplaats. De toestand is daar zoo, dat het zoo niet mag blijven. Wanneer de lijken daar langs worden ver voord, maakt dat een hoogst onaangenamen indruk. De heer Govers zegt, dat daar nog mest ligtdat is ook een onooglijk gezicht. Het onderhoud zal echter moeilijk zijn, omdat die plaats wordt gebruikt voor uitspanning. Algemeen is men van oordeel, dat een goed voetpad daar gewenscht was en dat alles werd opgeknapt. Voorz. zegt, alles eens te zullen laten onderzoeken wat het kost, om dan in de volgende vergadering een beslissing te nemen. Het suppl. kohier hondenbelasting tot een bedrag van f 21 wordt goedgekeurd. Hierna gaat de Raad in comité. Raadsvergadering te BARSIN- GERHORN, Dinsdagmiddag te 2 ure. Aanwezig alle leden. De Burgemeester, de heer J. Spaans Dz., opent als Voorzitter de vergadering, waarna de notulen worden gelezen door den Secretaris, den heer P. Bronder, en onveranderd worden goedgekeurd, met dank voor de juiste weer geving. Ingekomen is het proces-verbaal van kas opname over het 4e kwartaal, aangevende aan ontvangsten f 15649.885, aan uitgaven f 12313.82, dus een kassaldo van f 3336.666. Vervolgens zijn verschillende benoemingen aan de orde, wegens periodieke aftreding op 31 December a.s. lo. Twee leden van het Burgerlijk Arm bestuur, aftredend de heeren J. L. Wissekerke en K. Jonker. De voordracht van het Arm bestuur luiddeJ. L. Wissekerke—P. Slik ker Rz.K. Jonker—W. Kooijman die van B. en W.J. L. Wissekerke—A. Droog; K. Jonker—W. Kooijman. De beide aftre denden worden herkozen. De heer Jonker neemt de benoeming aan, ontvangt de felici taties der heeren en dankt voor het in hem gestelde vertrouwen. 2o. Een Lid van het Weezen-Armenbe stuur, aftredend de heer J. Hoekstra. De voordracht van genoemd bestunr zoowel als van B. en W. luidde: J. Hoekstra Jb. Bood IJz. De heer Hoekstra wordt herkozen, en neemt de benoeming aan, onder algemeene felicitatie. 8o. 9 Leden van de Commissie tot wering van schoolverzuim, welke Commissie in haar geheel aftreedt. Voorz. licht toe, dat deleden in de vergadering van Eebr. 1901 zijn be noemd en nn staat in art. 22 der Leerplicht wet, dat zij benoemd worden voor 8 jaar en herkiesbaar zijn. We nemen nu aan, dat 31 Dec. die termijn verstreken is, waartegen, volgens een artikel in de Gemeentestem geen bezwaar bestaat. Door B. en W. zijn dubbeltallen opgemaakt als volgtJ. de Groot—P. BronderA. Schenk Dz. - C. BolC. Schoorl—J. v. d. Horst; P. SchuitemakerK. SchoorlG. HolleL. W. v. d. Meer A. DroogG. Blaauboer Jb. Bood IJz.—P. de Zeeuw; W. de Boer—D. D. P. Westenberg W. Kooijman—K. Jonker. Gekozen worden de eerstgenoemden, zijnde allen aftredend. Voorz. deelt vervolgens mede, dat bij hem is ingekomen eene circulaire van de Hoofd commissie tot het brengen van een bijzondere hulde aan H. M. de Koningin-Moeder in 't begin van 't volgend jaar, als wanneer het 25 jaar geleden zal zijn, dat H.M. haren intocht hield hier te lande. De commissie genoemd wilde dan in de eerste plaats, dat op alle plaatsen gevlagd werd en wel op 22 Jan. 1904. Voorz. wenschte op dien dag op den toren de vlag uit te steken en vraagt hiervoor, omdat het eenige kosten met zich brengt, toestemming van den Raad. Algemeen wordt dit goedgevonden. Andere voorstellen, in de genoemde circu laire gedaan, acht de Voorz. niet op hun plaats in den Raad en vindt hij wel gelegen heid om daarover de heeren later te spreken. Eenige reclames Hoofdelijken Omslag zul len in geheime zitting behandeld worden. Rondvraag. De heer C. Spaans vraagt, wat er te doen is tegen de behekking met prikkeldraad in de gemeente. Spr. noemt dat gevaarlijk, vooral voor kinderen, die b.v. al spelende elkaar tegen het prikkeldraad duwen en die zich zoodoende heel erg ver wonden kunnen. Ook is het lastig voor groo- tere menschen, daar we in de gemeente geen verlichting hebben. Voorz. antwoordt, dat, toen in 1890 de politieverordening gemaakt werd, de ge noemde wijze van behekking met prikkel draad nog niet bekend was, en er dus toen niet bij de verordening in dit geval voor zien kon worden, maar spr. geeft toe, dat het onaangename gevallen veroorzaken kan. Als de verordening eens wijziging noodig heeft, kunnen we aan deze quaestie denken. De heer Spaans vraagt, of dit nog lang kan duren. Er zijn helaas al heel wat onge lukken mee gebeurd. De heeren Jonker en Breebaart stemmen 1 in met het idee van den heer Spaans, waar de heer Breebaart aan toevoegt, dat toch wel voor een volgende vergadering een wij ziging der verord. gemaakt kan worden. Voorz. meent, dat wijziging der politie- verordening spoedig noodig is met het oog op de Woningwet, waarvoor vóór Augustus een nieuwe verordening gereed moet zijn. Spr. vraagt, of de heeren ermee tevreden zijn, j dat bij die gelegenheid ook deze wenken betreffende het prikkeldraad behandeld worden. De Raad vindt dit goed. De heer Smit vraagt, of de Voorz. van het land bij de Westerbegraafplaats het daar nog verspreid liggende hooi door den huurder wil laten weghalen. Voorz. belooft het, en daar er nog eene opmerking gemaakt wordt over kuilgras, dat aldaar ligt, zon Voorz. bij eene nieuwe ver huring eenige bepalingen over het gebruik willen stellen, daar dit land door den aard zijner ligging niet gebruikt kan worden als gewoon land. De heer Smit zlgt, dat het bij de Blauwe Brug een paar maal is voorgekomen, dat het glad was en er geen zand gestrooid was. Voorz. belooft, daarin voortaan te zullen voorzien. De heer Breebaart informeert, of de Ge meente verplicht is, zand te strooien op de bruggen bij gladheid. Voorz. ziet niet in, dat de Gemeente dit verplicht is. Wel kan men de burgers verplichten, dat te doen op de loopstraten. De heer Breebaart vraagt, wie dat dan voor de bruggen doen moet Hij zou willen, daar de kosten niets beteekenen, dat vanwege de gemeente geregeld de bruggen bij gladheid bestrooid werden. Allen zijn hier voor. Vervolgens sluiting der vergadering. Zondag 1.1. werd in de Kolf- baan van den heer P. Scheringa te BAR- SINGERHORN eene tooneelvoorstelling gegeven door het bekende gezelschap „Lief dadigheid." Opgevoerd werd „Myn Leopold tooneel- spel in 6 tafereelen door A. 1' Arronge. Hoewel de keuze der stukken van Liefdadig heid over het algemeen zeer goed is, zoo was de keuze van dit stuk bij uitstek gunstig en zeer zeker hebben alle aanwezigen dien avond genoten, zoowel van het stuk als van het spel. Dit is bewezen door de algemeene stilte en de aandacht van het publiek in de overoude kolfbaan. Op de voorstellingen van Liefdadigheid wordt gewoonlijk geen kritiek uitgeoefend, i omdat men het uitsluitend doet voor een liefdadig doel. Toch zij het mij (als buitengewoon corres pondent) veroorloofd, ditmaal daarvan eenigs- zins af te wijken, omdat er, behoudens zeer kleine gebreken, werkelijk geroemd mag worden het zeer goede spel van alle uitvoe renden tot het geheel en meer in het bijzon der van den persoon, die de rol van Walter Weigeit vervulde en bovendien van hem, die de rol van Rudolf Starke uitvoerdedeze laatste daarom te meer, daar, tengevolge van bijzondere omstandigheden, er slechts weinig tijd was om die rol in te studeeren. Slechts ééne opmerking de bescheidenheid van Liefdadigheid gaat m. i. te ver indien zij geen gehoor geeft aan dat publiek, dat volgens lang en aanhoudend applaudisseeren, zooals na de serenade aan het einde van het 2e tafereel, en aan het einde van het 6e tafereel, het scherm nogmaals omhoog had gewild. De uitvoering werd weder opgeluisterd door het fanfarekorps T. O. N. I. D. O. De Voorzitter bracht aan het einde der voorstel ling zijn welgemeenden dank voor de bereid willigheid van T. O. N. I. D. O., om weder dezen avond zijne medewerking te verleenen. Voorzeker zal Liefdadigheid, wanneer het in Januari a.s. te Kolhorn met hetzelfde stuk optreedt, niet voor stoelen en banken spelen. DIRKSHORN. In aansluiting met ons bericht over de lezing van Ds. van Krevelen alhier, kunnen we thans mededeelen, dat op Dinsdag 29 Decdes avonds ten 7 unr, bij den heer S. Brommer de in dat bericht bedoelde verga dering zal worden gehouden, waarin zal worden overgegaan tot het benoemen vun een bestuur en het vaststellen van een regle ment voor de afd. Haringcarspel van den Bond voor Staatspensionneering. Ook anderen dan de reeds toegetredenen zullen tot die bijeenkomst worden uitgenoo- digd, van welke uitnoodiging wij hopen, dat een druk gebruik zal worden gemaakt. Vereeniging Noord-Holland. In Krasnapolsky te AMSTERDAM had j.1. Maandag 21 December de constitu- eerende vergadering plaats van de Vereeni ging „Noord-Holland", onder leiding van den heer H. Bultman, voorzitter van het voor- loopig comité. De Vereeniging is een bond van landbouw corporaties binnen de provincie Noordholland. Zij stel zich ten doel de bevordering van de belangen der aangesloten vereenigingen, door: lo. zich te belasten met den gemeenschap- pelijken aankoop van landbouwbenoodigd- heden 2o. bespreking en vertegenwoordiging harer gemeenschappelijke belangen 3o. verbetering van de inrichting en het beheer der aangesloten vereenigingen door zakelijke besprekingen en invoering der revisie vanwege een daartoe door de vereeni ging te verstrekken adviseur. Tegenwoordig waren de heeren Nijkamp en Jacobs, directeur en bestuurslid van het Centraal Bureau uit het Nederlandsch Land- bouwcomité voor het aanschaffen van land- bouwbenoodigdhedeD voor geheel Nederland, benevens de afgevaardigden van vijf vereeni gingen. Voor de eerste maal treden als bestuurders op de heeren: A. Weeshoff, Schermerhorn, voorzitter; B. Koolhaas, Twisk, 2e-voorzitter D. de Boer, Stompetoren R. Bronkhorst, Haarlemmermeer D. J. Govers, Alkmaar C. Jonges, Schermerhorn C. Kooij, Haring carspel, en R. Visser, Berkhout. Goedgekeurd werd, dat de Vereeniging zal toetreden tot het zooeven genoemde Centraal Bureau, waarbij de heer A. Weeshoff als vertegenwoordiger zal optreden. „Noordholland" zal zoo spoedig mogelijk opslagplaatsen in verschillende deelen van de provincie stichten, n.1. te Hoorn, Alkmaar en Haarlemmermeer, en door middel van eene circulaire trachten, andere coöperatieve ver eenigingen tot aansluiting en het doen van bestellingen aan haar, op te wekken. Uit VLISSINGEN wordt ge seind Zaterdagavond is bij Nieuwesluis door mist het van Antwerpen komende stoomschip Finland der Red Star Line op een der strand- hoofden geloopen' Zondag met den dag kon de positie van het schip beter gezien worden. Met laag water kon men onder hot voorschip loopen, terwijl bij het achterschip ongeveer 80 voet water staat. Met behulp van een zestal sleepbooten en met eigen stoom heeft men Zondag getracht het schip vlot te krijgen, doch er was geen beweging te bemerken. Men is daarop begon nen met de lossing der lading in een drietal lichters. tnr. Aan boord van de Finland zijn ruim bUU passagiers, zoodat het niet te verwonderen is, dat er hier eene groote agitatie heerscht. Ech ter werd verzekerd, dat voorshands voor het schip geen gevaar bestaat. Het was daar by de strandingsplaats Zondag een buitengewone drukte. Duizen den personen uit alle deelen van Zeeuwsch- Vlaanderen waren overgekomen om het kolos sale schip te zien. Men schrijft aan de Tel.: Het zeldzame feit heeft zich te MAAST RICHT voorgedaan, dat een doofstomme eensklaps tot spreken kwam en dat wel door het zien van een glas jenever. Een landlooper, wien een bord op de borst hing, vermeldende, dat hij doofstom was, bood den voorbijgangers postpapier en potlooden te koop aan. Hij gedroeg zich daarbij evenwel z lastig, dat een agent van politie hem bij zijn kraag pakte en naar het poltie-bureau bracht. Hier meende men al spoedig met een be drieger te doen te hebben, doch de aange houdene verried zich niet. Op het bureau was echter een hoeveelheid jenever aanwezig,waar op in een bierhuis „zonder vergunning" beslag was gelegd. Een glas hiervan werd den doof stomme voorgehouden en deze zeide onbedacht „graag". Men had den sprekenden doofstomme nu leelijk te pakken en 't onderzoek, dat verder plaats had, bracht nu ook nog uit, dat 't post papier en de potlooden, waarmede hij ventte, gestolen waren. WIERINGEN. Dat de landbouwer C. V. alhier het met zijne werkzaamheden zeer druk, zelfs veel te I druk heeft en zoodoende alles niet naar behooren kan afwerken, bemerkten wij deze week toen wij zijn kudde schapen zagen, en tot onze verbazing bemerkten dat er onder die beesten nog bij waren, welke dit jaar niet van de wol ontlast waren. WIERINGEN. Na afloop der Godsdienstoefening werd jl. Zondag tot notabel bij de Herv. Gem. te Hippolytushoef c.a. herkozen de heer J. Bruul en tot lid van 't kiescollege werd in de plaats van den heer P. Bruul (aftr.) benoemd de heer S. P. Wigbout. Beiden namen hunne benoeming aan. Sedert de stakingsdagen staat, nacht en dag, vóór dr. Kuyper's woning te 's-GRAVENHAGE een agent op post. Zou het n u niet eens tijd worden om te over wegen, of de Minister nog wel in zoo drei gend gevaar verkeert, dat deze maatregel noodig blijft De Minister zelf zal toch zeker niet zoo bijster gesteld zijn op zulk een „post", die immers gemeenlijk door de politie wordt geplaatst voor min-excellente deuren. En niet ieder weet, wie daar woont. Mocht de Minister een extra-beveiliging van hem en zijn gezin echter toch nog noodig achten hij kan beter weten wat er omgaat dan wij zou zijn collega van Oorlog hem dan niet een schildwacht met daarbij passend huisje kunnen afstaan Soldaten zijn er genoeg, maar agenten heb ben wij waarlijk niet te pronk. Hdbld. 1 In FRIESLAND is het boeze in water door het afstroomen naar zee, waar- voor de wind in de laatste dagen zeer gun stig was, 18 a 20 centimeter gedaald. Onder- geloopen weilanden komen weer met hunne grassprietjes te voorschijn. Op die nog drassige weilanden komen de zeemeeuwen los, die daar hunne gading zoeken, als wormen, slakken, enz. I Op een stuk weiland bij Heerenveen, dus ongeveer 6 nur van de zee, kon men Zondag middag duizenden dier vogels zien, heel het land afdrentelend en daarin met den snavel wroetend, om aas op te sporen. Het was een aardig gezicht, die drukke actie, maar voor den eigenaar van het land minder pret tig, want door dien arbeid werd het land als omgewroet. Deskundigen beweren, dat bezoek van deze vogels aan hoogen zandgrond een bewijs is van nog geen winter. Hr. Ms. Zeeland op terugreis naar Nederland, is te NIEUWEDIEP aange komen. Het pantserschip bracht naar ons land over een vijftal kanonnen, die het te Messi- na aan boord heeft genomen, in opdracht van onze regeering, voor wier rekening deze stukken geschut uit de 17e eeuw, waaronder een drietal uit het tijdperk der admiraliteit, zijn aangekocht van de eigenaren, die deze voor ons land en de geschiedenis van ons zeewezen merkwaardige voorwerpen in de Straat van Messina uit de zee naar boven hebben gebracht. Het plan bestaat de scheeps- kanonnen o. a. te plaatson in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Maritiem te Rotterdam. tlem Museu^ Langzaam aan, dan KP„ het lijntje niet. e©kt De stoombootkapiteins in FRIEstax klagen zeer over de beperkende bepaliilft h het Provinciaal bestuur gemaakt betrokkePx de beperking der vaartsnelheid Stoomt !'J 20 a 80 Meter lang mogen in de !t„„°if'n niet harder varen dan 8 K. M. per uur J" fn snelheid nog met 30 pet. wordt vermin d j als er gesleept wordt. Dagelijks worden er te kapiteins, die te hard varon, processen -f baal opgemaakt, waarop een boete volgt W~ minstens f 26. De stoomboot-ondern(,m',a" lijden hierdoor veel schade, omdat persone™ vee en goederen per spoor en trams veel spoediger kunnen vervoerd worden, 't R a; eens gebeurd, dat een stoombootkapitein tot een heer, die langs dcD wal voeteerde, zeide- Mijnheer, wil U meê vuren waarop deze antwoordde„Neen, dank U, ik heb haast". De heer A. L., te GESTEL, die voorbereidingen liet maken tot liet opbouwen van de behuizing eener hem toobehoorendo I boerderij, had het buitenkansje, dat men in den grond een ketel vond, tot boven toe ge vuld met allerhande oude geldstukken. Er waren nog Btukken van drie gulden bij, en munten uit de 17e en 18e eeuw en van 1821. De ondergeteekende bericht, dat het opknappen van horen» van koeien door hem niet meer zal worden verricht. Hij brengt hartelijken dank voor de zoovele jaren genoten gunst en beveelt zijn opvolger ,J. (idiper met vertrouwen aan. In aansluiting met boven staande bericht ondergetee kende, dat hij zich aanbeveelt voor het opknappen van horen» van koeien. Hij belooft, dit werk met groote zorg en accuratesse te zullen verrichten, om zoodoende even ruimschoots het vertrouwen waardig te worden, dat zijn voorganger mocht genieten. Aanbevelend, 8 tr o o k, Kolhorn. Beui'lveer Ondergeteekende deelt door deze aan zijne geachte Cliëntèle mede, dat hij vanaf heden tot 1 Febr. a s. iedere week 1 maal naar Amsterdam en terug zal varen, in plaats van tweemaal. De reis van Donderdag van 8chagen naar Amsterdam en terug zal dus gedurende dien tijd vervallen. P. eoOOLANI», S c h a g e n. bestel ze dan aan de STOOMÖKUKIiHIM.I van de SCHAGER COURANT en U kunt ze nog dienzelfden morgen medenemen. Aanbevelend, TBAFittlï, Laan 4, Schagen. Bfste, goedkoopste adres! niet gegeven zyn. „Ach God neen", zeide zy, en zy kwam zich zelf zeer schuldig voor, „ik kan in 't geheel niet wasschen niets dergelijks zelfs." Het was een fijne dame, dat zag de oude vrouw wel. Zy had misschien een beroep geleerd, dat haar geen tijd had gelaten, vrouwelyke bezigheid te leeren. Maar Lena had in de week toch ook geen tyd en Zondags stak zy toch ook de han den uit de mouwen. Door Olga's hoofd ging de bekentenis waarschynlyk is er nog zoovéél voor mij te leeren. Dat moest zeer aardig zyn en verbazend, interessant. „Lieve hemel, juffrouw", zeide de oude vrouw, „hoe zal ik er toe komen, om u dat te leeren, ik ken u immers in 't ge heel niet „Ik meen ik wilde ik wilde les nemen en betalen", zeide Olga. „Wanneer u ernstig het wasschen leeren wilt, dan kunt u beter naar een greote wasschery gaan. Ik heb in de week maar een paar mutsen meer niet. U het geld uit den zak stelen, wil ik niet. En dat zou zoo wezen want verder komt hier niets voor. „Dat is jammer", mompelde Olga, die de lichte verwarring had overwonnen. Zy zag Wigus' moeder met lachende oogen aan. „Juist in u had ik zooveel vertrou wen." „Waarom hoedatjuist in my P" „Ik heb alles gelezen, wat uw zoon heeft geschreven, en toen dacht ik de moeder van zoo'n knap man kan je nog menig goed woord by het werk zeggen." De oogen van de oude vrouw begonnen te schitteren. „Zoodus de menschen lezen werkelyk, wat hy schrijft? Lena meent steeds, dat hy zoo vervelend is. En Frits, mijn schoonzoon, die zegthet zijn zulke onpractische dingen, hij moest liever aan een plaatselyk blad of aan een gerechts courant schryven die worden meer ge lezen." Zij nam zich plechtig voor, dit eens aan Frits en Lena te vertellen. „Maar ik ben maar een eenvoudige vrouw" eindigde zy, „van my kan zulk een fijne juffer als u is, niets meer leeren." „Ik ben geen fijne juffer. Ik ben een jong meisje, dat nog maar zeer weinig verstaat." „Maar u wilt leeren, welnu, dan gaat het ook zeer spoedig. Maar bij mij niet, o neen ik wil u niet het geld uit den zak stelen. Ik kan geen leermeisjes hebben." Het hielp niets. Olga zag het in. In hare stijfhooidigheid wilde de oude vrouw van haar eens geuite meening niet af wijken. Maar Olga was volstrekt niet verlegen om het gesprek voort te zetten. „Hebt u ook een portret van uw zoon vroeg ze. De vrouw nam dadelijk een lijstje van den wand. „Toen was hy pas tien jaar. Ons soort menschen heeft niet veel veld te missen voor fotografieën." Het portretje van den linkschen, kleinen knaap deed Olga lachen. Zy gaf het terug en zeide „Op uw zoon kunt u trotsch zyn," „Ach ja, dat ben ik ofschoon bij zou er nu veel beter voor staan, als hy het zekere brood niet weggestooten had." Zij bezon zich. Zy was daar waarlijk bezig, aan een wildvreemde te veel te vertellen. Maar deze dame keek haar zoo vertrouwelijk aan en deed eigenlijk in het geheel niet als een vreemde. „Juffrouw, u heeft niet eens uw naam genoemd „Ik heet Olga Soniakow." Zij zeide het buitengewoon snel. Natuur lijk verstond de oude vrouw den naam niet. Maar zy durfde niet nog eens te vragen, dat kwam haar niet beleefd voor. En Olga was tevreden, want zy had hare bedoeling bereikt. „Denk er nog eens over na," zeide zij, en nam haar mof van de tafel om heen te gaan. „Ik kan van alles meebrengen kanten en doeken, en u leert my ten slotte alles nog. Ik kom nog eens terug om te vragen." Dat vond de oude vrouw toch wat op vallend. En de waarheid schoot haar door het hoofd„Komt die misschien ook om Wigus Wanneer dat maar niet de verloofde was, waarvan hy toen eens gesproken had, maar van wie men later niets meer had gehoord. Die wilde misschien den band weer aanknoopeD. En by een tooneelspeelster paste het ook zoo best, dat zy niets kende van vrouwelyke bezigheden. Olga was er natuurlyk heel ver van ver wijderd, deze gedachten te raden. Zy nam dus afscheid van Wigus' moeder. In haar was geen sentimentaliteit. Zij bespeurde heel goed, dat zy en deze oude, eerwaardige vrouw uit twee verschillende werelden kwamen. Eo zy dacht: „hoe ge makkelijk moet het zyn, zulk een afgeleefde, afgetobde vrouw wat vreugde in het leven te brengen. Er is iets heiligs aan een moeder, wier rug in dienst der haren ge kromd is." En in het rytuig zeide zy tot Carolyne: „Ik ben er bly om, dat ik haar gezien heb." Verder niets. Carolyne vroeg niets, omdat zij geloofde dat Olga veel met zichzelf had af te handelen. Deze zoo ver van elkaar liggende levensverhoudingen waren wel geschikt, om zware gedachten op te roepen. Maar uit een geheel ander oogpunt was Olga stilomdat het haar alles zoo een voudig toescheen er waren immers geen zwarighedenalleen die, welke de booze vijand maakte, die in Wigus' eigen hoofd zat. En bepaald, die deed als was hy beslist onoverwinbaar Wigus hoorde van zyn moeder niets van het bezoek van een mooie, vreemde dame, die mutsen wilde leeren wasschen en van zijn werk had gesproken. Want de moeder vertelde eerst alles aan Lena, en die wist hoe het in de wereld toegaat, zooals zij zeide, en bezwoer haar moeder te zwijgen, want dat was beslist de verdwenen tooneel speelster, die zich weer wilde indringen. Men kon nooit voorzichtig genoeg zyn. Olga was verheugd,toen ze in Wigus' wezen niets bemerkte dat er op wees, dat hij wist of had geraden. Carolyne echter begon te vreezen, dat hy niets weten wilde. Zy meende het aan Olga verplicht te zyn, haar dat te zeggen. Zy zaten samen aan het venster, dat op het Potsdammerplein uitkeek en hielden zich met een handwerkje bezig. „Olga," begon Carolyne, zonder van haar werk op te zien, „ig het niet zonderling, dat Hennegall met geen woord of teeken zijne gedachten over je bezoek aan zyn moeder verraadt Het moest hem toch ge kwetst, óf verheugd hebben 1 Een van beiden. Onverschilligheid is onmogelijk. „Misschien weet hy het niet." „In do bekrompenheid, waarin zyn moeder leeft, is het nauwelijks waarschynlyk, dat zy daarover zal zwijgen. Ik denk echterby w i 1 zich onwetend houden. Daaruit moet men gevolgtrekkingen maken." „Wat voor gevolgtrekkingen „Hopelooze." „Ach, Carolyne, zeg zoo iets toch niet." „Myn lieveling," sprak deze nu vol diepen ernst, „ik begin te vreezen hy zal nooit den moed tot gelooven vinden nooit zijn bitterheid overwinnen." „Hy zó.1," zeide Olga. „En al zal ik ook jarenlang wachten, het móet. Een inwendige stem zegt het mij. Ik ben zyn geluk, hy is het mijne Ik zal nooit trouwen, wanneer ik niet zyn vrouw worden mag." j „Dat zegt ge maar zoo... de tyd ver andert veelook gevoelens bega geen onrecht aan jezelf. Je jaagt misschien een hersenschim na". „Carolyne," zeide Olga, en keek haar vlak in de oogen „weet ik, wat ik wil, of weet ik het niet Jy weet, welke huwelijks aanzoeken ik afsloeg. Ik mag hopen, dat niet allen myn geld alleen golden. Ik heb er ook reeds menigmaal over gedacht ter wille van mama dus Ja, dat was een feit. Carolyne zuchtte. „Het maakt my zoo angstig, je zulke on gehoorde offers te zien brengen, slechts ter wille van een hoop. Uw levenskring wilt ge verlaten WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 6