BriSYen mt den Polder. T Vrijdag 25 December 1903. 47ste Jaargang No. 3900. DERDE BLAD. Liefdadigheid en Liefdadigheid is twee. Teunis Ploeger. Plaatselijk Nieuws. OURANT. Vredejaar Vrededag Oorlogsgeruchten komen uit het verre Oosten, maar aanwijzingen van beslisten aard hebben wij nog niet, en er is hoop, dat het jaar na dezen Vrededag ook weer een vredejaar zal zijn 1 Vrededag 1 Waarlijk, er is geen schooner. Geen volmaakter vorm is ooit gevonden om het hoogste uit te drukken, waarnaar het menscholijk gemoed kan verlangen, dan het zoo overbekende, jaarlijks her haalde en steeds met sympathie aangehoorde: eere zij God, vrede op aarde, in de menschen welbehagen 1 Het is niet mogelijk, den zin van het kerstlied door eenige nieuwe beschouwingen te verduidelijken, want het spreekt voor zichzelf en woidt in zijn eenvoud door de geringsten verstaan, in zijn grootschheid door de hoogstontwikkelden bewonderd. Maar er is een strooming, die de behoefte aan godsdienst ontkent, en haar als een door de opvoeding gekweekte inbeelding veroordeelt er wordt beweerd, dat de zedewet der humaniteit ook zonder de er kenning eener hoogere, alles besturende Macht haar weg zal vinden en haar invloed uitoefenen. Men zou evengoed kunnen aan nemen,dat er warmte zou zgn. al ware de zon niet aanwezig. Waar de gr dsdienst zin verloren gaat of verflauwt, is het met de vruchten van die z.g. onafhankelijke moraal doorgaans treurig gesteld, want juist het besef van één te zijn met God, van kind te zijn van den Hemelschen Vader, burger van het Godsrijk, is op de woelige levens zee, waar de stormen der hartstochten ons telkens uit den koers zouden drijven, het anker van ons behoud. In een maatschappij zonder godsdienst heeft het egoïsme vrij spel, heerscht onbeteugeld het recht van den sterkste, worden alle krachten en vermogens aangewend ten eigen bate, acht zich niemand geroepen, zjjts broeders hoeder te zijn. Wjj verwachten tegenwerping, die telkens wordt gemaakt als men van deze dingen spreektals het zoo is, als inderdaad de godsdienst,welks belijders de wereld vervullen, een drijfkracht is tot het goede, als het Christendom, dat onder afwisselende vormen negentien eeuwen is gepredikt, een krachtig wapen is in den strijd tegen ruwe hartstochten en tegen de begeerlijkheden der hebzucht, hoe komt het dan, dat de Maatschappij er nog zoo droevig uitziet Wij hunkeren naar vrede en liefde, en overal biedt de aarde het schouwspel aan van een aanhou denden strijd waarbij de menschen, die zich zoo gaarne broeders noemen, maar bet zoo bitter weinig zijn, elkander als doodsvijanden bejegenen? Is onze tijd niet vervuld van allerlei verschrikkingen van bedreiging en geweldpleging, van roof en moord Spookt niet in onze gansche samenleving een geest van ontevredenheid, tracht men niet alle banden los te rukken, en alle plichtbesef te ondermijnen, alle gevoel van zedelijke verantwoordelijkheid te vernie tigen Wat is er van dat welbehagen in een wereld, waar klassenhaat godsdienstige on verdraagzaamheid, nationale alkeer, misken ning van het gezag der wetten openlijk worden aangevuurd Ziet men niet zelfs hooggeplaatsten en hoogontwikkelden zich vergrijpen aan hetgeen hun niet toebehoort, worden we niet dagelgks opgeschrikt door de vermelding van feiten, die van de meest dierlijke verdorvenheid getuigen? Inderdaad, er is een niet geringe mate van geloof noodig, om onder toestanden, zooals wij thans beleven, den moed niet te verliezen. Maar •-- het is juist dat^ ge loof,dat het ware kenmerk is van den christen Hij weet, dat de belotten van het Kerstlied niet ijdel zijn. Hij vertrouwt, ondanks alles wat twijfel wekt. Het godsrijk van lieide en vrede komt niet tot stand zonder ftrgd. en de macht der duisternis gordt zich aan tot krachtige tegenweer. Als te volkomener moeten ook zij zich wapenen, die als kam pioenen voor een christelijke maatschappij zich hun roeping bewust zijn. Dat geloof, dat vertrouwen mag niet ontaarden in een werkeloos optimisme, dat zich eenvoudig op een afstand houdt, in de meening dat alles wel terecht zal komen want er moe ten dijken gelegd worden om den vloed te keeren. Zoo wy dat niet doen, zal hij ons overstelpen! De geest van het Christendom bestaat niet in een kalm berusten in hetgeen is hij is een drijfkracht tot werkzaamheid. Van den eersten dag af, dat de vonk van het menschelijk gevoel door den invloed van het Christelijk gevoel werd aangewak kerd tot een verwarmende vlam, is er steeds geweest een kern van belijders, niet slechts met het woord, maar bovenal met de daaddie kern breidt zich uit, neemt toe in kracht en invloed, en zal de toe komst van het menschelgk geslacht be- heerschen. Doch wij moeten ons niet verge noegen met lijdelijk toezien en afwachten. Niet met werkelooze handen wordt de oogst gegaard Jezus zelf heeft het gezegd de velden zjjn wit, maar de arbeiders zgn weinige. Dat hot Kerstlied ons beziele tot kloske werkzaamheid de kroon der overwinning wacht slechts hem, die moedig den strjjd aanvaardt. 54. Wo hadden gepraat over den Winter, wer keloosheid en armoede. „Gelukkig toch maar," zoo besloot Klei- kamp, „dat ons volk van ouds beroemd is om zijn grooten weldadigheidszin." Zeker," zei ik, „er wordt in ons land bepaald heel veel gedaan om de ellende van den arme te verzachten, en toch, op den keper be schouwd, is er dan toch niet dikwijls een steekje los aan die hooggeroemde Hollandsche weldadigheid Och ja," zei Koosje, „daar wil ik eens een geschiedenis van vertellen In zeker dorp hadden eenige lieden, be gaan met de nooden der armen, de volgende circulaire doen verspreiden en op de publicatie borden doen plakken Milddadige dorpsgenooten Diep werden wij dezer dagen getroffen door de felle ellende, die in ons midden wordt ge leden, zóó diep, dat de begeerte in ons wak ker werd om iets te doen tot leniging in den nood. Het is daarom dat wij in Wijk B Nummer zoo veel een tapperij hebben ge opend, waar de jenever iets duurder dan in andere dranklokalen zal verkocht worden. Die meerdere opbrengst nu zal ten bate on zer armen worden aangewend. Snelt aan dan, edele menschenvrienden spoedt u naar de kroegKomt en drinkt borrelsGij die ze nooit dronkt, gebruikt er althans ééntje per dagen gij, die gewoon waart slechts één bittertje te gebruiken, pakt er twéé, pakt er drie desnoods 1 Ja, edele menschenvrienden drinkt, o drinkt vele borrels; het is tot heil van uw arme plaatsgenooten En zie, reeds den volgenden morgen maak te zich de gansche Gemeenteraad op en toog, met den Burgemeester aan 't hoofd, in plech- tigen pelgrimstocht naar den nederigen Tem pel van Bacchus En voor de toonbank ge komen, hield men stand en zklving was er in den toon, waarmee de Vader der Burgers het „aannemen 1" uitsprak zalvend ook klonk het achtereenvolgens van de lippen der andere Vroede Vaderen. En ziet, er was eerbied in de beweging, waarmee zy hun glaasje tot zich namen, er was w ij J i n g in het gezuig, waarmee zij van den jenever nipten. En het vocht bleek niet slechter dan in andere drankgelegen heden, neen béter nog smaakte het hun bij de gedachte aan het heerlijk doel, waarvoor het werd gedronken. En zij dronken hun glas op het welslagen der onderneming en vele glazen op het schitterend denkbeeld der kloeke ondernemers Toen wendde zich de Vader der Burgers met zalige, althans hal f-zalige blikken tot de oprichters, die aanwezig waren, hief in vervoering zijn glas en stamelend van eer bied, bracht hij deze rede uit „O, edele oprichters, op u een dronkU toch moet ieder eeren, wien het let van zijn armen medeburger ter harte gaat, u toch moet ieder hulde brengen voor het geniale denkbeeld dat, in den drang om wèl te doen, uit uw vruchtbaar brein werd geboren En in zijn geestverrukking de rollen onwille keurig verwisselend, slaakte Zijn Edelachtbare ton slotte de lyrische ontboezeming O edel vocht, dat uitverkoren werd om een middel tot wéldoen te worden, zie, hoe ik u streel met mijn innigste blikken 1 O, kom, kom dan tót mij in uw klare doorzichtigheid, heerlijkste aller dranken 1 en ik zal u beroeren met mijn lippen, ik zal u liefkoozen met mijn tong, ik zal u streelen met mijn gehemelte 1 O, edel vocht, dat ik lief reeds had om uws-zelfs wil, hoe voel ik die liefde thans groeien 1 O, heerlijk drinkhuis, waar men te meer de Godheid dient, naarmate men meer jenever zwelgt 1 O, vrome oprichters, die den weg ten Hemel zoo gemakkelijk wist te maken Ad fundum!" En roerend-plechtig en treffend-eenstemmig klonk het uit den mond der andere Vaderen "ad fundum!" Toen togen zij henen en een ieder zocht zijn woning, wellicht reeds zijn legerstede op, om er zalig te droomen van de nobele daad die zij hadden verricht. Evenwel, mogen leeringen al wekken, slechts voorbeelden strekken, volgens het spreekwoord, en het goede voorbeeld, door de mannen der groene tafel gegeven, bleef gansciielijk niet zonder navolging. Nauwe lijks was de hope des Vaderlands de school uitgestormd of de meester, vernemende de daad van piëteit, dien morgen door de Over heid volbracht, repte zich haastiglijk ter taveerne, om toch vooral niet achter te blij ven waar een edel doel moest worden nage streefd. En de veldwachter was aldra den meester gevolgd en de burgers en werklui volgden den veldwachter en verdrongen zich voor de toonbank, teneinde toch maar spoe dig den drank machtig te worden, die plot seling een geur van heiligheid had gekregen! En dag aan dag ging dat zoo door en prop ten zich de menschen in het enge lokaaltje 1 Nergens smaakte de bitter zoo heerlijk, nergens had men zoo traag genoeg! En met gemoedelijke vroomheid betaalde de plakker zijn twaaifde glaasje en uit zgn roode, lodderige, in het water zwemmende oogen glom innige voldaanheid over zichzelf, want van het geld, dat hij te veel betaalde, kon aan een arm geziD, zeils met een vijftal kinderen, stellig toch een héél cadetje per hoofd gegeven worden. Ja, de klandisie was er groot en het blozende gezicht van den welgedanen tapper, die de geldla zag overloopen, stond dagelijks te glimmen van heilige geestdrift „Och kom," zei mijn vrouw, toen Koosje gedaan had, „zoo'n dorp bestaat er^ nergens en zulke gekke menschen evenmin i „Dat verhaal is natuurlijk alleen iu de boeken van Sint-Anna te lezenvoegde Klei kamp er bij. „Zeker," zei Koosje, „'t is louter bedenk sel van mjjzelf, maar. „Kind, kindviel Grietje haar in de rede, ",wie leert je toch zoo onwaarheid spreken „Onwiidrheid Dat is nog zeer de vraag. an niet het meest fantastische sprookje zeds een zedelijke waarheid bevatten die onom- stootelyk blijft voor alle tijden En ik voor mg heb met mijn vertelsel slechts dit helder in het licht willen stellen een daad mag niet gesanctioneerd worden alleen omdat er een goed doel meê wordt beoogd en meer in het bizonder, dat er aan de liefdadigheid wel eens een steekje los kan wezen, zooals vader straks zei." „Ja, voegde ik er aan toe, „maar daarvoor hoeven we onze toevlucht volstrekt niet tot het rijk der verbeelding te nemen. Daar heb j® f a n c y-f a i rs onzer groote steden bijvoorbeeld. Ze brengen veel geld op en de behoeftigen varen daar wèl bij. Maar wat te zeggen van de „weldadigheid" van den rijken meneer, die het niet in zijn hoofd zou krijgen om uit eigen beweging een arm gezin wat te helpen,maar die uit ijdelheid een bespottelijk hooge som voor een elegant prulletje betaalt, of wel, omdat het hem door een bekoorlijke dameshand en onder een behaagziek lachje wordt aangeboden Wat te zeggen van den weldadigheidszin dier dames zélf, indien het blijken mocht (wat maar al te dikwijls bleek), dat alleen de mode of de zucht naar een interessant amusement haar tot het houden van een fancy-fair had gebracht Wat te zeggen van onzen eigen liefdadigheidszin, die slechts geprikkeld kan worden om een lot te koopen van een weldadigheidsloterij door de kans, misschien wel een grooten prijs te winnen Die de beurs alleen opendoet omdat wij voor onze liefdegave in ieder geval een weldadigheidsuitvoering kunnen bijwonen „Ja hoor eens", zei Grietje, „op zoo'n manier blijft er van de waarachtige liefda digheid ai een bitter klein beetje over en ben ik hard bang, dat onze nieuwe vereeni- ging, die zich ten doel stelt versterkende middelen aan behoeftige zieken en zwakken te verstrekken, jammerlijk schipbreuk zal lijden." ,,'t Is waar," zei ik, „hier heeft men voor zijn bijdrage geen schitterende prijzen te verwachten, hier geen uitvoering, die men het recht heeft bij te wonen, hier geen enkel voordeeltje voor zichzelf, maar louter de zucht om een goed werk te doen, die iemand tot lidmaatschap moet bewegen. Eu toch, wanneer ik denk aan de geaardheid van een groot deel onzer bevolking, als ik denk aan het groote aantal leden van „Het Witte Kruis" hier ter plaatse, dan twijfel ik geen oogen- blik, of het beroep der voorloopige commissie op den weldadigheidszin van AnnaPaulowna zal niet vruchteloos blijken en de Vereeni- ging zal binnen niet al te langen tijd over een kas te beschikken hebben, waar werke lijk iets meê te verrichten valt Schagen, 24 December 1903. Vergadering van de Vereen i- ging van Oud-leerlingen der Rijkslandbouw- winterschool te Schagen, op Dinsdag jl., voorm. half tien, in het lokaal „Cérès" alhier. De Voorzitter, de heer H. 8. Eriks van Petten, opende de flink bezochte vergadering, met een woord van welkom, waarbij hij zeide, dat hij met eenige beschroomdheid de leiding dezer vergadering op zich nam, waar zijn voorganger, de heer J. Best van Berkhout, deze taak op zoo uitnemende wijze had ver vuld, waarvoor spr. nog gaarne hulde bracht. Voorz. herinnerde voorts aan het kwijnend bestaan der Rijkslandbouwwinterschool te Schagen, en deed het hem zooveel te meer genoegen, er nu op te mogen wijzen, dat dit jaar het aantal leerlingen bevredigend mag heeten. Spr. besluit met den wensch, dat de tegenstanders der school, of althans zij, die het belang van het onderwijs nog niet inzien, tot inkeer mogen komen, en de school een ruim bezoek mag deelachtig worden en zoo doende door hare leerlingen bijdragen tot opheffing van den landbouw. Vervolgens las de Secretaris, de heer C. Best van Alkmaar, de zeer uitgebreide notulen der vorige vergadering, die luid applaus verwierven als dank. Mededeelingen van belang zijn er niet. De Penningmeester, de heer G. Nobel van Lutjewinkel, doet vervolgens rekening en verantwoording. 1. Van het Station voor Melkonderzoek: ontvangsten f 111.815, uit gaven f 86 02, batig saldo f 26.7952. Van de Vereeniging ontv. f 108 30, uitg. f92 885, batig saldo f15.415; 3. Van het Reservefonds ontv. f 42 605, uitg. f 16.245, saldo f 27.26, Bij monde van den heer C. Smit van Barsingerhorn rapporteert de flnanciëele Commissie, de verschillende rekeningen in de beste orde te hebben bevonden. Lof en dank wordt gebracht aan den Penningm. voor de nette en practische inrichting van zijn heheer. Onder applaus worden de rekeningen door de vergadering goedgekeurd. Het jaarverslag wordt nu voorgelezen en be vat mededeelingen over de verrichte werkzaam heden en uitkomsten der bemoeiïogen van de Vereeniging en het Bestuur, sluitende met een krachtig woord van opwekking. Met applaus wordt dit verslag beloond. Volgen hierna verschillende benoemingen. a. De Secr., de heer C. Best, [aftredend en herkiesbaar] wordt herkozen als bestuurslid met op 1 na algemeone stemmen en neemt de benoeming aan. b. Tot lid der Commissie van Toezicht op het Melkcontiölestation wordt benoemd de heer H. K. Koster te Wieringerwaard, [aan genomen.] Aftredend en niet herkiesbaar was de heer A. D. Groneman. c. Als flnanciëele Commissie voor 1904 zullen fungeeren de heeren P. Besse van Westgraftdijk, P. Eriks van Burgerbrug en Jb. Jimmink van 't Zand, plaatsvervanger de heer J. Buis Jr. te Schagen. d. De melkcontrêleur, de heer P. Hopman, wordt met op 1 na algemeene stemmen, na gunstig advies van de Commissie van Toe zicht, herbenoemd. Vervolgens wordt rapport uitgebracht over het Station voor Melkonderzoek, bij monde van den heer A. D. Groneman, waarin wordt medegedeeld, dat in 't afgeloopen dienstjaar meer monsters zijn aaDgeboden dan over het vorige. Aangeboden zijn 1366 monsters, en wel 1099 op volledig onderzoek en 267 alleen op vetgehalte. Het meerendeel werd aan geboden door kaasfabrieken. Eén klant was de vereen, kwijt geraakt en wel de kaas- fabriek te Koegras, die eigen instrumenten had aangeschaft voor het onderzoek. Het verslag noemt dit feit een gunstig en verblijdend teeken, daar de Instelling er toch op uit moet zijn, om langzamerhand haar eigen graf te delven, m. a. w. het melkonder zoek ingang te doen vinden. De ontvangsten van het Station bedroegen f 179.77, uitgaven f 168 24'/,, saldo f11521/,. De Commissie van Toezicht spreekt als haar meening uit, dat we voor de toekomst goede verwachtingen mogen koesteren ten opzichte van het Station. Bij acclamatie wordt uit de vereenigings- kas wederom f 25.afgezonderd als reserve fonds voor het Station voor melkonderzoek. j De Secretaris licht vervolgens aan de ver gadering toe het Bestuursvoorstel om een prijsvraag uit te schrijven onder de leden, ter verkryging van een practisch en volledig „model boekhouden", hetwelk het gemakke lijkst aanpast bij elke soort en tak van het Landbouwbedrijf in deze Provincie, en hier voor uit te loven een prijs van f 25.be nevens een diploma vanwege de Vereeniging. Niemand zal ontkennen, dat in het boeren bedrijf de boekhouding veel te wenschen overlaatvelen schrijven wel, maar ook zeer velen schrijven niet. Men kan wel ongeveer erover oordeelen, of dit of dat onderdeel van het bedrijf rendabel is, maar men mist de cijfers. En zoo goed als in elke zaak de boekhouding een zeer belangrijk deel van het bedrijf is, is ze dat ook in het boerenbedrijf. Daar 't nu niet zoo gemakkelijk is, om een goed geheel voor boekhouding te krijgen, wil het Bestuur een prijsvraag als bovengenoemd uitschrijven, en wel alleen onder de leden der vereen. lo. wegens de geringe som, die als prijs kan worden uitgeloofd, en 2o. om dat, als men slaagt, het tot eere zal strekken van de Vereeniging en van do school. Mocht men inet dit plan niet slagen, dan kan men altijd nog naar andere middelen uitzien, b.v. de deelneming voor een ieder openstellen. Het Bestuur had de volgende heeren bereid bevonden, als jury op te treden C. Nobel te Schagen, K. Breebaart Jz., en J. Koomen Hz. te Winkel, die te zamen geacht kunnen wor den, vertrouwd te zijn met al de verschil- I lende takken van het provinciaal landbouw bedrijf. Men was van plan, om voor 1 Februari een afdruk van de voorwaarden voor de prijsvraag toe te zenden aan de leden. Daar zou o. m. in voorkomen, dat het bekroonde model eigendom wordt van de Vereen, voor 5 jaren, en als mocht blijken, dat het ge- wenscht is, het model in den handel te bren gen, dan zou van de eventuëele baten 50 komen ten goede van den vervaardiger. Na verloop van 5 jaar wordt het antwoord het volle eigendom van den vervaardiger. De prijs wordt alléén toegekend, als een der antwoorden inderdaad bekroningswaar- dig is. De uitspraak der Juiy is beslissend. Nog werd medegedeeld, dat van een be langstellende f 25.was toegezegd, en wel voor dengene, die van een bepaald vak (hetzij óf zuivelbereiding, óf veehouderij, óf bouwerij, enz.) het beste ontwerp voor de boekhouding leverde. f 15.wilde het Bestuur uittrekken voor kosten der Jury, zoodat in 't geheel f 40. voor het plan werd aangevraagd. Na eenige discussie, waarby voornamelijk wordt aangedrongen óf op gratis verspreiding van het bekroonde antwoord, óf ten minste op zoo goedkoop mogelijke verkrijgbaarstelling, en dat niet het doel zij, winst to maken (dit laatste wordt door het Bestuur aanvaard) wordt het voorstel 7au het Bestuur in stem ming gebracht met dien verstande nog, dat de uitvoering aan het Bestuur is over gelaten en met algemeene stemmen aan genomen. De Jaarlijksche Excursie van leden der Vereeniging zal dit jaar gehouden worden naar de Provincie Friesland. Om het nut van Excursiën aan te toonen, wordt een opstel voorgelezen van het uitstapje van eenige led,en naar Zeeland en Noord-Brabant het vorige jaar. In de Pauze worden 3 obligatiën uitgeloot van de leening, aangegaan ten behoeve van het „Station voor Melkonderzoek." De schuld bedraagt thans nog f 15.(3 obligatiën.) De begrooting wordt vastgesteld in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 116.4I5, met een post voor onvoorziene uitgaven van f3.915. Daarna wordt door den heer G. Nobel te Lutjewinkel ingeleid het puutwettelijke bepalingen omtrent koop en verkoop van vee. In een zeer uitvoerige en uitstekend gestyleerde, duidelijke lezing behandelde de heer Nobel de verschillende wetsartikelen, die betrekking hebben op deze zaak, ging breedvoerig na, welke kwesties zooal in den handel kunnen ontstaan, sprak over verschillende koop vernietigende gebreken en wees den weg aan, dien de veehouder-verkooper in verschillende gevallen volgens de wet had te bewandelen. Voornamelijk behandelde spr. als koopver nietigende gebreken het al- of niet-drachtig zijn van het rund, en de tuberculose. De zeer leerrijke opmerkingen hadden blijkbaar zóó de belangstelling der vergadering, dat later de vraag werd gesteld, of deze inleiding van den heer Nobel niet in druk zou worden uitgegeven. Er werd besloten, dat het bestuur, in het oog houdend de financiën der vereeniging, in deze kwestie een beslissing zou nemen. Daarna vertelde de heer J. Best Nz. te Berkhout het een en ander over de Proef- zuivelboerderij te Hoorn en las uit een ver slag dier inrichting, van de hand van Dr. v. d. Zande, voor, mededeelingen over verschil lende proeven, genomen met toevoegsels by de bereiding van Edammer kaas. Ook deze inleiding verwierf het hartelijk applaus der vergadering. Alsnu was de beurt aan den heer J. G. Hazeloop met de inleiding de beteekenis op heden en vcor de toekomst der intensieve cultures in deze Provincie. Spr. gaf éérsten s den geduchten vooruitgang aan, dien deze cul tures hadden gekregen, uit cijfers het ve rschil aangevend tusschen het aantal H.A van 10 jaar geloden en nu, voor die cultures in onze Provincie in gebruik. Spr. behaudeldie de voordeelen, die er aag intensieve cultur es zijn verbonden en komt tot de conclusie dat door verhooging van landprijzen jde landeigenaren daaruit voordeel behalen en dat ook voor de te lers vele voordeelen aan die cultures verbonden zijn. Een van de voornaamste achtte spr., dat iemand met klein kapitaal een zelfstandig koolbouwer kan worden en dan een aardig inkomen kan maken. Ook zijn de arbeids- loonen in de koolstreken veel hooger. Spr. noemt onze provincie zeer geschikt om zich op die cultures toe te leggen en behandelt de voorwaarden, die er moeten zijn om zich met vrucht op de tuinbouwcultures te kunnen toeleggen. Blijven die voordeelen in de toe komst begaan V vraagt spr., en komt hij tot de uitspraak, dat de grens der overproductie nog op lange na niet is bereikt, blijkende uit de nog steeds hooger wordende prijzen der ver schillende artikelen, als kool, aardappelen enz. De Duitsche toltarieven acht spr. niet zulk een groot gevaar, dat hij de beoefening van de intensieve cultures daardoor zou ont raden. Ten slotte raadt spr. aan, zich toe te leggen op het telen van tafelooft en geeft iu enkele bijzonderheden de wijze aan, waarop dat moet geschieden. De heer C. Best brengt den heer Hazeloop den dank der vergadering voor zijn zeer on derhoudende en leerrijke causerie. Uit de vraagbus komen een drietal vragen, die weinig aanleiding geven tot bespreking. De rondvraag levert ook niet veel stof tot discussie, zoodat vervolgens door den voor zitter de vergadering wordt gesloten. Do vergadering werd bygewoond door 19 leden en eenige gasten, benevens de heeren C. Nobel, directeur, en C. A. J. M. de Gier, leeraar der Winterschcol. De Vereeniging telt 40 leden. Ongeveer halfzeven uur Za terdagavond bracht het geroep van „brand" onze gemeente in opschudding. De spuiten rolden daverend langs de straten, de menschen liepen wat ze loopen konden, alles in de rich ting van de Hoep, waar bleek, dat in het perceel van den heer E. van der Horst brand was. Eerst was er van brand nog niet zoo heel veel te bespeuren en scheen het van binnen op een zolder te branden, maar na verloop van een half uur stond het perceel in lichte laaie. Toen greep het vuur met groote kracht om zich en was in den tijd van een uur het gansche huis vernield. De oorzaak De een zegtonbekend, de tweede praat over kachelpijp en hooi. Alles was verzekerd. Het vee van den heer Boekei, dat in het huis gestald was, is gered. De boet bij het perceel is behouden. Voor de belending was weinig gevaar, daar er byna geen wind was. Dinsdagavond vergaderde de Permanente Feestcommissie voor den Ko ninginnedag alhier in het lokaal van den heer J. Vader Az. Niet meer dan twee leden buiten het be stuur hadden aan den oproep gehoor gegeven. De Voorz. deelde mede, dat de Burgemeester, de heer II. J. Pot, eene circulaire had ont vangen van do feestcommissie voor het a.s. 25-jarig jubileum van onze Koningin-Moeder te 's-Gravenhage, met het verzoek, het zijne te doen, opdat ook in Schagen op 22 Jan. a.s. feest zou worden gevierd, of, als daar geen animo voor bestond, eenige invloedrijke bur gers bijeen te roepen om gelden in te zamelen voor het Emmafonds voor het Sanatorium te Renkum. De burgemeester had niet beter mee- nen te kunnen doen, dan zich te wenden tot de permanente feestcommissie voor den Konin ginnedag alhier, met het verzoek om die zaak verder af te wikkelen. Vandaar dan deze vergadering. Voorzitter deelde mede, dat het bestuur meende, dat deze feestcommissie haar mandaat niet verder moest uitbreiden en zich alleen moest blijven bezig houden met den Konin ginnedag. Voor feestvieren in den winter werd niet veel gevoeld, zoodat de Commissie dan alleen zou behoeven te zorgen voor het ophalen der gelden. En daar de Commissie reeds éénmaal per jaar aankloppen moet bij de burgerij, achtte het bestuur het beter, dat ditmaal een dergelijke oproep uitging van anderen en daarom den burgemeester te berichten, dat deze feestcommissie zich niet met deze taak wenschte te belasten. De beide aanwezige leden konden zich hierbij zeer goed neerleggen, nog aanvoerende, dat hier de Burgemeester en de leden van den Raad meer de aangewezen personen waren, wat ook in andere gemeenten geschiedde. Hierna sluiting. M elden zich op den oproep van de Dameszangvereeniging „Euphonia", heeren als zangers aan, dan zal dit koor een gemengdezangvereeniging worden en dan heeft de Dameszangvereeniging „Euphonia" onder leiding van haar directeur, den heer M. Visser, j.1. Zondagavond haar laatste concert gegeven in het lokaal van den heer J. Vader. Onwillekeurig vraagt men dan zichzelf af, wat onder de leiding van den tegenwoordigon directeur is bereikt en vergelykt men „wat is" met „wat was." En dan mag gerust gezegd worden, dat het „heden" beter is, dan het „verleden." We hebben dat al reeds meer gezegd maar willen het ook nu herhalenliet geheel is zooveed beter. De klank is beschaaf der 6n krachtiger, de uitspraak duidelijker. Zondagavond hebben we verschillende num mers met zeer veel genoegen hooren zingen, vooral Des Herders Zondagslied, De Lente, In 't Woud en Kerstnacht. Iu die liedereu was veel goeds en zij kwamen zeer goed tot hun recht. (De Vier Jaargetijden hebben we niet gehoord.) I Zij verwierven dan ook een hartelijk applaus •en aan het slot een herhaling van In 't Woud. Het was voor Euphonia een succea- j volle avond. Had het koor succes, niet minder de beide ji solisten, die hunne medewerking verleenden, i mej. M. de Veer en de heer L. A. Schouten. Mej. De Veer, die we reeds een paar maal heb- ben leeren kennen al6 een goede pianiste, heeft j Zondagavond dien goeden indruk versterkt. De Fantaisie Brillante aus der Ope'r: Don Jnan, die wij niet hebben gehoord, meet door m<j. De Veer uitstekend zijn gespeeld, maar van wat wij hóórden, beviel ons het best Pompon nette van Aug. Durand. Dat werd met een mooien aanslag gespeeld, licht en teer, mot heel mooie overgangen. Mej. De Veer had hot daverend applaus en den keurigen bouquet, dieu zij kreeg, verdiend. Mijnheer Schouten heeft al reeds zoovele malen bewijs geleverd, van mooi viool te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 9