BriSYen mt den Polder.
T
Vrijdag 25 December 1903.
47ste Jaargang No. 3900.
DERDE BLAD.
Liefdadigheid en Liefdadigheid
is twee.
Teunis Ploeger.
Plaatselijk Nieuws.
OURANT.
Vredejaar Vrededag
Oorlogsgeruchten komen uit het verre
Oosten, maar aanwijzingen van beslisten
aard hebben wij nog niet, en er is hoop,
dat het jaar na dezen Vrededag ook weer
een vredejaar zal zijn 1
Vrededag 1 Waarlijk, er is geen schooner.
Geen volmaakter vorm is ooit gevonden
om het hoogste uit te drukken, waarnaar
het menscholijk gemoed kan verlangen,
dan het zoo overbekende, jaarlijks her
haalde en steeds met sympathie aangehoorde:
eere zij God, vrede op aarde, in de
menschen welbehagen 1
Het is niet mogelijk, den zin van het
kerstlied door eenige nieuwe beschouwingen
te verduidelijken, want het spreekt voor
zichzelf en woidt in zijn eenvoud door de
geringsten verstaan, in zijn grootschheid
door de hoogstontwikkelden bewonderd.
Maar er is een strooming, die de behoefte
aan godsdienst ontkent, en haar als een
door de opvoeding gekweekte inbeelding
veroordeelt er wordt beweerd, dat de
zedewet der humaniteit ook zonder de er
kenning eener hoogere, alles besturende
Macht haar weg zal vinden en haar invloed
uitoefenen. Men zou evengoed kunnen aan
nemen,dat er warmte zou zgn. al ware de
zon niet aanwezig. Waar de gr dsdienst zin
verloren gaat of verflauwt, is het met de
vruchten van die z.g. onafhankelijke moraal
doorgaans treurig gesteld, want juist het
besef van één te zijn met God, van kind
te zijn van den Hemelschen Vader, burger
van het Godsrijk, is op de woelige levens
zee, waar de stormen der hartstochten ons
telkens uit den koers zouden drijven, het
anker van ons behoud. In een maatschappij
zonder godsdienst heeft het egoïsme vrij
spel, heerscht onbeteugeld het recht van
den sterkste, worden alle krachten en
vermogens aangewend ten eigen bate, acht
zich niemand geroepen, zjjts broeders hoeder
te zijn. Wjj verwachten tegenwerping,
die telkens wordt gemaakt als men van
deze dingen spreektals het zoo is, als
inderdaad de godsdienst,welks belijders de
wereld vervullen, een drijfkracht is tot
het goede, als het Christendom, dat
onder afwisselende vormen negentien
eeuwen is gepredikt, een krachtig wapen
is in den strijd tegen ruwe hartstochten
en tegen de begeerlijkheden der hebzucht,
hoe komt het dan, dat de Maatschappij
er nog zoo droevig uitziet Wij hunkeren
naar vrede en liefde, en overal biedt de
aarde het schouwspel aan van een aanhou
denden strijd waarbij de menschen, die
zich zoo gaarne broeders noemen, maar
bet zoo bitter weinig zijn, elkander als
doodsvijanden bejegenen? Is onze tijd niet
vervuld van allerlei verschrikkingen van
bedreiging en geweldpleging, van roof
en moord Spookt niet in onze gansche
samenleving een geest van ontevredenheid,
tracht men niet alle banden los te rukken,
en alle plichtbesef te ondermijnen, alle gevoel
van zedelijke verantwoordelijkheid te vernie
tigen Wat is er van dat welbehagen in een
wereld, waar klassenhaat godsdienstige on
verdraagzaamheid, nationale alkeer, misken
ning van het gezag der wetten openlijk
worden aangevuurd Ziet men niet zelfs
hooggeplaatsten en hoogontwikkelden zich
vergrijpen aan hetgeen hun niet toebehoort,
worden we niet dagelgks opgeschrikt
door de vermelding van feiten, die van de
meest dierlijke verdorvenheid getuigen?
Inderdaad, er is een niet geringe mate
van geloof noodig, om onder toestanden,
zooals wij thans beleven, den moed niet te
verliezen. Maar •-- het is juist dat^ ge
loof,dat het ware kenmerk is van den christen
Hij weet, dat de belotten van het Kerstlied
niet ijdel zijn. Hij vertrouwt, ondanks alles
wat twijfel wekt. Het godsrijk van lieide
en vrede komt niet tot stand zonder ftrgd.
en de macht der duisternis gordt zich aan
tot krachtige tegenweer. Als te volkomener
moeten ook zij zich wapenen, die als kam
pioenen voor een christelijke maatschappij
zich hun roeping bewust zijn. Dat geloof,
dat vertrouwen mag niet ontaarden in een
werkeloos optimisme, dat zich eenvoudig
op een afstand houdt, in de meening dat
alles wel terecht zal komen want er moe
ten dijken gelegd worden om den vloed te
keeren. Zoo wy dat niet doen, zal hij ons
overstelpen!
De geest van het Christendom bestaat
niet in een kalm berusten in hetgeen is
hij is een drijfkracht tot werkzaamheid.
Van den eersten dag af, dat de vonk van
het menschelijk gevoel door den invloed
van het Christelijk gevoel werd aangewak
kerd tot een verwarmende vlam, is er
steeds geweest een kern van belijders, niet
slechts met het woord, maar bovenal met
de daaddie kern breidt zich uit, neemt
toe in kracht en invloed, en zal de toe
komst van het menschelgk geslacht be-
heerschen. Doch wij moeten ons niet verge
noegen met lijdelijk toezien en afwachten.
Niet met werkelooze handen wordt de oogst
gegaard Jezus zelf heeft het gezegd de
velden zjjn wit, maar de arbeiders zgn
weinige.
Dat hot Kerstlied ons beziele tot kloske
werkzaamheid de kroon der overwinning
wacht slechts hem, die moedig den strjjd
aanvaardt.
54.
Wo hadden gepraat over den Winter, wer
keloosheid en armoede.
„Gelukkig toch maar," zoo besloot Klei-
kamp, „dat ons volk van ouds beroemd is om
zijn grooten weldadigheidszin."
Zeker," zei ik, „er wordt in ons land bepaald
heel veel gedaan om de ellende van den arme
te verzachten, en toch, op den keper be
schouwd, is er dan toch niet dikwijls een
steekje los aan die hooggeroemde Hollandsche
weldadigheid
Och ja," zei Koosje, „daar wil ik eens
een geschiedenis van vertellen
In zeker dorp hadden eenige lieden, be
gaan met de nooden der armen, de volgende
circulaire doen verspreiden en op de publicatie
borden doen plakken
Milddadige dorpsgenooten
Diep werden wij dezer dagen getroffen door
de felle ellende, die in ons midden wordt ge
leden, zóó diep, dat de begeerte in ons wak
ker werd om iets te doen tot leniging in
den nood. Het is daarom dat wij in Wijk B
Nummer zoo veel een tapperij hebben ge
opend, waar de jenever iets duurder dan in
andere dranklokalen zal verkocht worden.
Die meerdere opbrengst nu zal ten bate on
zer armen worden aangewend. Snelt aan dan,
edele menschenvrienden spoedt u naar de
kroegKomt en drinkt borrelsGij die ze
nooit dronkt, gebruikt er althans ééntje per
dagen gij, die gewoon waart slechts één
bittertje te gebruiken, pakt er twéé, pakt er
drie desnoods 1 Ja, edele menschenvrienden
drinkt, o drinkt vele borrels; het is tot heil
van uw arme plaatsgenooten
En zie, reeds den volgenden morgen maak
te zich de gansche Gemeenteraad op en toog,
met den Burgemeester aan 't hoofd, in plech-
tigen pelgrimstocht naar den nederigen Tem
pel van Bacchus En voor de toonbank ge
komen, hield men stand en zklving was er
in den toon, waarmee de Vader der Burgers
het „aannemen 1" uitsprak zalvend ook klonk
het achtereenvolgens van de lippen der andere
Vroede Vaderen.
En ziet, er was eerbied in de beweging,
waarmee zy hun glaasje tot zich namen, er
was w ij J i n g in het gezuig, waarmee zij
van den jenever nipten. En het vocht bleek
niet slechter dan in andere drankgelegen
heden, neen béter nog smaakte het hun bij
de gedachte aan het heerlijk doel, waarvoor
het werd gedronken. En zij dronken hun
glas op het welslagen der onderneming en
vele glazen op het schitterend denkbeeld
der kloeke ondernemers
Toen wendde zich de Vader der Burgers
met zalige, althans hal f-zalige blikken tot
de oprichters, die aanwezig waren, hief in
vervoering zijn glas en stamelend van eer
bied, bracht hij deze rede uit
„O, edele oprichters, op u een dronkU
toch moet ieder eeren, wien het let van zijn
armen medeburger ter harte gaat, u toch
moet ieder hulde brengen voor het geniale
denkbeeld dat, in den drang om wèl te doen,
uit uw vruchtbaar brein werd geboren En
in zijn geestverrukking de rollen onwille
keurig verwisselend, slaakte Zijn Edelachtbare
ton slotte de lyrische ontboezeming
O edel vocht, dat uitverkoren werd om
een middel tot wéldoen te worden, zie, hoe
ik u streel met mijn innigste blikken 1
O, kom, kom dan tót mij in uw klare
doorzichtigheid, heerlijkste aller dranken 1 en
ik zal u beroeren met mijn lippen, ik zal u
liefkoozen met mijn tong, ik zal u streelen
met mijn gehemelte 1
O, edel vocht, dat ik lief reeds had om
uws-zelfs wil, hoe voel ik die liefde thans
groeien 1
O, heerlijk drinkhuis, waar men te meer
de Godheid dient, naarmate men meer
jenever zwelgt 1
O, vrome oprichters, die den weg ten
Hemel zoo gemakkelijk wist te maken
Ad fundum!"
En roerend-plechtig en treffend-eenstemmig
klonk het uit den mond der andere Vaderen
"ad fundum!"
Toen togen zij henen en een ieder zocht
zijn woning, wellicht reeds zijn legerstede op,
om er zalig te droomen van de nobele daad
die zij hadden verricht.
Evenwel, mogen leeringen al wekken,
slechts voorbeelden strekken, volgens het
spreekwoord, en het goede voorbeeld, door
de mannen der groene tafel gegeven, bleef
gansciielijk niet zonder navolging. Nauwe
lijks was de hope des Vaderlands de school
uitgestormd of de meester, vernemende de
daad van piëteit, dien morgen door de Over
heid volbracht, repte zich haastiglijk ter
taveerne, om toch vooral niet achter te blij
ven waar een edel doel moest worden nage
streefd. En de veldwachter was aldra den
meester gevolgd en de burgers en werklui
volgden den veldwachter en verdrongen zich
voor de toonbank, teneinde toch maar spoe
dig den drank machtig te worden, die plot
seling een geur van heiligheid had gekregen!
En dag aan dag ging dat zoo door en prop
ten zich de menschen in het enge lokaaltje 1
Nergens smaakte de bitter zoo heerlijk,
nergens had men zoo traag genoeg!
En met gemoedelijke vroomheid betaalde
de plakker zijn twaaifde glaasje en uit zgn
roode, lodderige, in het water zwemmende
oogen glom innige voldaanheid over zichzelf,
want van het geld, dat hij te veel betaalde,
kon aan een arm geziD, zeils met een vijftal
kinderen, stellig toch een héél cadetje per
hoofd gegeven worden.
Ja, de klandisie was er groot en het blozende
gezicht van den welgedanen tapper, die de
geldla zag overloopen, stond dagelijks te
glimmen van heilige geestdrift
„Och kom," zei mijn vrouw, toen Koosje
gedaan had, „zoo'n dorp bestaat er^ nergens
en zulke gekke menschen evenmin i
„Dat verhaal is natuurlijk alleen iu de
boeken van Sint-Anna te lezenvoegde
Klei kamp er bij.
„Zeker," zei Koosje, „'t is louter bedenk
sel van mjjzelf, maar.
„Kind, kindviel Grietje haar in de
rede, ",wie leert je toch zoo onwaarheid
spreken
„Onwiidrheid Dat is nog zeer de vraag.
an niet het meest fantastische sprookje
zeds een zedelijke waarheid bevatten die onom-
stootelyk blijft voor alle tijden En ik voor
mg heb met mijn vertelsel slechts dit helder
in het licht willen stellen een daad mag
niet gesanctioneerd worden alleen omdat er
een goed doel meê wordt beoogd en meer
in het bizonder, dat er aan de liefdadigheid
wel eens een steekje los kan wezen, zooals
vader straks zei."
„Ja, voegde ik er aan toe, „maar daarvoor
hoeven we onze toevlucht volstrekt niet tot
het rijk der verbeelding te nemen. Daar heb
j® f a n c y-f a i rs onzer groote steden
bijvoorbeeld. Ze brengen veel geld op en
de behoeftigen varen daar wèl bij. Maar wat
te zeggen van de „weldadigheid" van den
rijken meneer, die het niet in zijn hoofd zou
krijgen om uit eigen beweging een arm
gezin wat te helpen,maar die uit ijdelheid een
bespottelijk hooge som voor een elegant
prulletje betaalt, of wel, omdat het hem door
een bekoorlijke dameshand en onder een
behaagziek lachje wordt aangeboden
Wat te zeggen van den weldadigheidszin
dier dames zélf, indien het blijken mocht (wat
maar al te dikwijls bleek), dat alleen de
mode of de zucht naar een interessant
amusement haar tot het houden van een
fancy-fair had gebracht Wat te zeggen
van onzen eigen liefdadigheidszin, die slechts
geprikkeld kan worden om een lot te koopen
van een weldadigheidsloterij door de kans,
misschien wel een grooten prijs te winnen
Die de beurs alleen opendoet omdat wij
voor onze liefdegave in ieder geval een
weldadigheidsuitvoering kunnen bijwonen
„Ja hoor eens", zei Grietje, „op zoo'n
manier blijft er van de waarachtige liefda
digheid ai een bitter klein beetje over en
ben ik hard bang, dat onze nieuwe vereeni-
ging, die zich ten doel stelt versterkende
middelen aan behoeftige zieken en zwakken te
verstrekken, jammerlijk schipbreuk zal lijden."
,,'t Is waar," zei ik, „hier heeft men
voor zijn bijdrage geen schitterende prijzen
te verwachten, hier geen uitvoering, die men
het recht heeft bij te wonen, hier geen enkel
voordeeltje voor zichzelf, maar louter de
zucht om een goed werk te doen, die iemand
tot lidmaatschap moet bewegen. Eu toch,
wanneer ik denk aan de geaardheid van een
groot deel onzer bevolking, als ik denk aan het
groote aantal leden van „Het Witte Kruis"
hier ter plaatse, dan twijfel ik geen oogen-
blik, of het beroep der voorloopige commissie
op den weldadigheidszin van AnnaPaulowna
zal niet vruchteloos blijken en de Vereeni-
ging zal binnen niet al te langen tijd over
een kas te beschikken hebben, waar werke
lijk iets meê te verrichten valt
Schagen, 24 December 1903.
Vergadering van de Vereen i-
ging van Oud-leerlingen der Rijkslandbouw-
winterschool te Schagen, op Dinsdag jl.,
voorm. half tien, in het lokaal „Cérès" alhier.
De Voorzitter, de heer H. 8. Eriks van
Petten, opende de flink bezochte vergadering,
met een woord van welkom, waarbij hij
zeide, dat hij met eenige beschroomdheid de
leiding dezer vergadering op zich nam, waar
zijn voorganger, de heer J. Best van Berkhout,
deze taak op zoo uitnemende wijze had ver
vuld, waarvoor spr. nog gaarne hulde bracht.
Voorz. herinnerde voorts aan het kwijnend
bestaan der Rijkslandbouwwinterschool te
Schagen, en deed het hem zooveel te meer
genoegen, er nu op te mogen wijzen, dat dit
jaar het aantal leerlingen bevredigend mag
heeten. Spr. besluit met den wensch, dat de
tegenstanders der school, of althans zij, die
het belang van het onderwijs nog niet inzien,
tot inkeer mogen komen, en de school een
ruim bezoek mag deelachtig worden en zoo
doende door hare leerlingen bijdragen tot
opheffing van den landbouw.
Vervolgens las de Secretaris, de heer
C. Best van Alkmaar, de zeer uitgebreide
notulen der vorige vergadering, die luid
applaus verwierven als dank.
Mededeelingen van belang zijn er niet.
De Penningmeester, de heer G. Nobel van
Lutjewinkel, doet vervolgens rekening en
verantwoording. 1. Van het Station voor
Melkonderzoek: ontvangsten f 111.815, uit
gaven f 86 02, batig saldo f 26.7952. Van
de Vereeniging ontv. f 108 30, uitg. f92 885,
batig saldo f15.415; 3. Van het Reservefonds
ontv. f 42 605, uitg. f 16.245, saldo f 27.26,
Bij monde van den heer C. Smit van
Barsingerhorn rapporteert de flnanciëele
Commissie, de verschillende rekeningen in
de beste orde te hebben bevonden. Lof en
dank wordt gebracht aan den Penningm.
voor de nette en practische inrichting van
zijn heheer.
Onder applaus worden de rekeningen door
de vergadering goedgekeurd.
Het jaarverslag wordt nu voorgelezen en be
vat mededeelingen over de verrichte werkzaam
heden en uitkomsten der bemoeiïogen van
de Vereeniging en het Bestuur, sluitende
met een krachtig woord van opwekking.
Met applaus wordt dit verslag beloond.
Volgen hierna verschillende benoemingen.
a. De Secr., de heer C. Best, [aftredend
en herkiesbaar] wordt herkozen als bestuurslid
met op 1 na algemeone stemmen en neemt
de benoeming aan.
b. Tot lid der Commissie van Toezicht op
het Melkcontiölestation wordt benoemd de
heer H. K. Koster te Wieringerwaard, [aan
genomen.] Aftredend en niet herkiesbaar was
de heer A. D. Groneman.
c. Als flnanciëele Commissie voor 1904
zullen fungeeren de heeren P. Besse van
Westgraftdijk, P. Eriks van Burgerbrug en
Jb. Jimmink van 't Zand, plaatsvervanger
de heer J. Buis Jr. te Schagen.
d. De melkcontrêleur, de heer P. Hopman,
wordt met op 1 na algemeene stemmen, na
gunstig advies van de Commissie van Toe
zicht, herbenoemd.
Vervolgens wordt rapport uitgebracht over
het Station voor Melkonderzoek, bij monde
van den heer A. D. Groneman, waarin wordt
medegedeeld, dat in 't afgeloopen dienstjaar
meer monsters zijn aaDgeboden dan over het
vorige. Aangeboden zijn 1366 monsters, en
wel 1099 op volledig onderzoek en 267 alleen
op vetgehalte. Het meerendeel werd aan
geboden door kaasfabrieken. Eén klant was
de vereen, kwijt geraakt en wel de kaas-
fabriek te Koegras, die eigen instrumenten
had aangeschaft voor het onderzoek.
Het verslag noemt dit feit een gunstig en
verblijdend teeken, daar de Instelling er toch
op uit moet zijn, om langzamerhand haar
eigen graf te delven, m. a. w. het melkonder
zoek ingang te doen vinden.
De ontvangsten van het Station bedroegen
f 179.77, uitgaven f 168 24'/,, saldo f11521/,.
De Commissie van Toezicht spreekt als
haar meening uit, dat we voor de toekomst
goede verwachtingen mogen koesteren ten
opzichte van het Station.
Bij acclamatie wordt uit de vereenigings-
kas wederom f 25.afgezonderd als reserve
fonds voor het Station voor melkonderzoek. j
De Secretaris licht vervolgens aan de ver
gadering toe het Bestuursvoorstel om een
prijsvraag uit te schrijven onder de leden, ter
verkryging van een practisch en volledig
„model boekhouden", hetwelk het gemakke
lijkst aanpast bij elke soort en tak van het
Landbouwbedrijf in deze Provincie, en hier
voor uit te loven een prijs van f 25.be
nevens een diploma vanwege de Vereeniging.
Niemand zal ontkennen, dat in het boeren
bedrijf de boekhouding veel te wenschen
overlaatvelen schrijven wel, maar ook zeer
velen schrijven niet. Men kan wel ongeveer
erover oordeelen, of dit of dat onderdeel van
het bedrijf rendabel is, maar men mist de
cijfers. En zoo goed als in elke zaak de
boekhouding een zeer belangrijk deel van het
bedrijf is, is ze dat ook in het boerenbedrijf.
Daar 't nu niet zoo gemakkelijk is, om een
goed geheel voor boekhouding te krijgen, wil
het Bestuur een prijsvraag als bovengenoemd
uitschrijven, en wel alleen onder de leden
der vereen. lo. wegens de geringe som, die
als prijs kan worden uitgeloofd, en 2o. om
dat, als men slaagt, het tot eere zal strekken
van de Vereeniging en van do school.
Mocht men inet dit plan niet slagen, dan
kan men altijd nog naar andere middelen
uitzien, b.v. de deelneming voor een ieder
openstellen.
Het Bestuur had de volgende heeren bereid
bevonden, als jury op te treden C. Nobel te
Schagen, K. Breebaart Jz., en J. Koomen Hz.
te Winkel, die te zamen geacht kunnen wor
den, vertrouwd te zijn met al de verschil-
I lende takken van het provinciaal landbouw
bedrijf.
Men was van plan, om voor 1 Februari
een afdruk van de voorwaarden voor de
prijsvraag toe te zenden aan de leden. Daar
zou o. m. in voorkomen, dat het bekroonde
model eigendom wordt van de Vereen, voor
5 jaren, en als mocht blijken, dat het ge-
wenscht is, het model in den handel te bren
gen, dan zou van de eventuëele baten 50
komen ten goede van den vervaardiger. Na
verloop van 5 jaar wordt het antwoord het
volle eigendom van den vervaardiger.
De prijs wordt alléén toegekend, als een
der antwoorden inderdaad bekroningswaar-
dig is. De uitspraak der Juiy is beslissend.
Nog werd medegedeeld, dat van een be
langstellende f 25.was toegezegd, en wel
voor dengene, die van een bepaald vak (hetzij
óf zuivelbereiding, óf veehouderij, óf bouwerij,
enz.) het beste ontwerp voor de boekhouding
leverde.
f 15.wilde het Bestuur uittrekken voor
kosten der Jury, zoodat in 't geheel f 40.
voor het plan werd aangevraagd.
Na eenige discussie, waarby voornamelijk
wordt aangedrongen óf op gratis verspreiding
van het bekroonde antwoord, óf ten minste
op zoo goedkoop mogelijke verkrijgbaarstelling,
en dat niet het doel zij, winst to maken
(dit laatste wordt door het Bestuur aanvaard)
wordt het voorstel 7au het Bestuur in stem
ming gebracht met dien verstande nog,
dat de uitvoering aan het Bestuur is over
gelaten en met algemeene stemmen aan
genomen.
De Jaarlijksche Excursie van leden der
Vereeniging zal dit jaar gehouden worden
naar de Provincie Friesland. Om het nut van
Excursiën aan te toonen, wordt een opstel
voorgelezen van het uitstapje van eenige led,en
naar Zeeland en Noord-Brabant het vorige
jaar.
In de Pauze worden 3 obligatiën uitgeloot
van de leening, aangegaan ten behoeve van
het „Station voor Melkonderzoek." De schuld
bedraagt thans nog f 15.(3 obligatiën.)
De begrooting wordt vastgesteld in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van f 116.4I5, met
een post voor onvoorziene uitgaven van f3.915.
Daarna wordt door den heer G. Nobel te
Lutjewinkel ingeleid het puutwettelijke
bepalingen omtrent koop en verkoop van vee.
In een zeer uitvoerige en uitstekend gestyleerde,
duidelijke lezing behandelde de heer Nobel de
verschillende wetsartikelen, die betrekking
hebben op deze zaak, ging breedvoerig na,
welke kwesties zooal in den handel kunnen
ontstaan, sprak over verschillende koop
vernietigende gebreken en wees den weg aan,
dien de veehouder-verkooper in verschillende
gevallen volgens de wet had te bewandelen.
Voornamelijk behandelde spr. als koopver
nietigende gebreken het al- of niet-drachtig
zijn van het rund, en de tuberculose. De zeer
leerrijke opmerkingen hadden blijkbaar zóó de
belangstelling der vergadering, dat later de
vraag werd gesteld, of deze inleiding van den
heer Nobel niet in druk zou worden uitgegeven.
Er werd besloten, dat het bestuur, in het oog
houdend de financiën der vereeniging, in deze
kwestie een beslissing zou nemen.
Daarna vertelde de heer J. Best Nz. te
Berkhout het een en ander over de Proef-
zuivelboerderij te Hoorn en las uit een ver
slag dier inrichting, van de hand van Dr. v.
d. Zande, voor, mededeelingen over verschil
lende proeven, genomen met toevoegsels by
de bereiding van Edammer kaas. Ook deze
inleiding verwierf het hartelijk applaus der
vergadering.
Alsnu was de beurt aan den heer J. G.
Hazeloop met de inleiding de beteekenis op
heden en vcor de toekomst der intensieve
cultures in deze Provincie. Spr. gaf éérsten s
den geduchten vooruitgang aan, dien deze cul
tures hadden gekregen, uit cijfers het ve rschil
aangevend tusschen het aantal H.A van 10
jaar geloden en nu, voor die cultures in onze
Provincie in gebruik. Spr. behaudeldie de
voordeelen, die er aag intensieve cultur es zijn
verbonden en komt tot de conclusie dat door
verhooging van landprijzen jde landeigenaren
daaruit voordeel behalen en dat ook voor de te
lers vele voordeelen aan die cultures verbonden
zijn. Een van de voornaamste achtte spr., dat
iemand met klein kapitaal een zelfstandig
koolbouwer kan worden en dan een aardig
inkomen kan maken. Ook zijn de arbeids-
loonen in de koolstreken veel hooger. Spr.
noemt onze provincie zeer geschikt om zich
op die cultures toe te leggen en behandelt
de voorwaarden, die er moeten zijn om zich
met vrucht op de tuinbouwcultures te kunnen
toeleggen. Blijven die voordeelen in de toe
komst begaan V vraagt spr., en komt hij tot de
uitspraak, dat de grens der overproductie nog
op lange na niet is bereikt, blijkende uit de
nog steeds hooger wordende prijzen der ver
schillende artikelen, als kool, aardappelen enz.
De Duitsche toltarieven acht spr. niet zulk
een groot gevaar, dat hij de beoefening van
de intensieve cultures daardoor zou ont
raden. Ten slotte raadt spr. aan, zich toe
te leggen op het telen van tafelooft en geeft
iu enkele bijzonderheden de wijze aan, waarop
dat moet geschieden.
De heer C. Best brengt den heer Hazeloop
den dank der vergadering voor zijn zeer on
derhoudende en leerrijke causerie.
Uit de vraagbus komen een drietal vragen,
die weinig aanleiding geven tot bespreking.
De rondvraag levert ook niet veel stof tot
discussie, zoodat vervolgens door den voor
zitter de vergadering wordt gesloten.
Do vergadering werd bygewoond door 19
leden en eenige gasten, benevens de heeren
C. Nobel, directeur, en C. A. J. M. de Gier,
leeraar der Winterschcol.
De Vereeniging telt 40 leden.
Ongeveer halfzeven uur Za
terdagavond bracht het geroep van „brand"
onze gemeente in opschudding. De spuiten
rolden daverend langs de straten, de menschen
liepen wat ze loopen konden, alles in de rich
ting van de Hoep, waar bleek, dat in het
perceel van den heer E. van der Horst brand
was. Eerst was er van brand nog niet
zoo heel veel te bespeuren en scheen het van
binnen op een zolder te branden, maar na
verloop van een half uur stond het perceel
in lichte laaie. Toen greep het vuur met
groote kracht om zich en was in den tijd
van een uur het gansche huis vernield.
De oorzaak De een zegtonbekend, de
tweede praat over kachelpijp en hooi. Alles
was verzekerd. Het vee van den heer Boekei,
dat in het huis gestald was, is gered. De
boet bij het perceel is behouden. Voor de
belending was weinig gevaar, daar er byna
geen wind was.
Dinsdagavond vergaderde
de Permanente Feestcommissie voor den Ko
ninginnedag alhier in het lokaal van den
heer J. Vader Az.
Niet meer dan twee leden buiten het be
stuur hadden aan den oproep gehoor gegeven.
De Voorz. deelde mede, dat de Burgemeester,
de heer II. J. Pot, eene circulaire had ont
vangen van do feestcommissie voor het a.s.
25-jarig jubileum van onze Koningin-Moeder
te 's-Gravenhage, met het verzoek, het zijne
te doen, opdat ook in Schagen op 22 Jan.
a.s. feest zou worden gevierd, of, als daar geen
animo voor bestond, eenige invloedrijke bur
gers bijeen te roepen om gelden in te zamelen
voor het Emmafonds voor het Sanatorium te
Renkum. De burgemeester had niet beter mee-
nen te kunnen doen, dan zich te wenden tot de
permanente feestcommissie voor den Konin
ginnedag alhier, met het verzoek om die zaak
verder af te wikkelen. Vandaar dan deze
vergadering.
Voorzitter deelde mede, dat het bestuur
meende, dat deze feestcommissie haar mandaat
niet verder moest uitbreiden en zich alleen
moest blijven bezig houden met den Konin
ginnedag. Voor feestvieren in den winter
werd niet veel gevoeld, zoodat de Commissie
dan alleen zou behoeven te zorgen voor het
ophalen der gelden. En daar de Commissie
reeds éénmaal per jaar aankloppen moet bij
de burgerij, achtte het bestuur het beter, dat
ditmaal een dergelijke oproep uitging van
anderen en daarom den burgemeester te
berichten, dat deze feestcommissie zich niet
met deze taak wenschte te belasten.
De beide aanwezige leden konden zich
hierbij zeer goed neerleggen, nog aanvoerende,
dat hier de Burgemeester en de leden van
den Raad meer de aangewezen personen
waren, wat ook in andere gemeenten
geschiedde.
Hierna sluiting.
M elden zich op den oproep
van de Dameszangvereeniging „Euphonia",
heeren als zangers aan, dan zal dit koor een
gemengdezangvereeniging worden en dan heeft
de Dameszangvereeniging „Euphonia" onder
leiding van haar directeur, den heer M. Visser,
j.1. Zondagavond haar laatste concert gegeven
in het lokaal van den heer J. Vader.
Onwillekeurig vraagt men dan zichzelf af,
wat onder de leiding van den tegenwoordigon
directeur is bereikt en vergelykt men „wat is"
met „wat was." En dan mag gerust gezegd
worden, dat het „heden" beter is, dan het
„verleden."
We hebben dat al reeds meer gezegd
maar willen het ook nu herhalenliet
geheel is zooveed beter. De klank is beschaaf
der 6n krachtiger, de uitspraak duidelijker.
Zondagavond hebben we verschillende num
mers met zeer veel genoegen hooren zingen,
vooral Des Herders Zondagslied, De Lente,
In 't Woud en Kerstnacht. Iu die liedereu
was veel goeds en zij kwamen zeer goed
tot hun recht. (De Vier Jaargetijden hebben
we niet gehoord.)
I Zij verwierven dan ook een hartelijk applaus
•en aan het slot een herhaling van In
't Woud. Het was voor Euphonia een succea-
j volle avond.
Had het koor succes, niet minder de beide
ji solisten, die hunne medewerking verleenden,
i mej. M. de Veer en de heer L. A. Schouten.
Mej. De Veer, die we reeds een paar maal heb-
ben leeren kennen al6 een goede pianiste, heeft
j Zondagavond dien goeden indruk versterkt.
De Fantaisie Brillante aus der Ope'r: Don Jnan,
die wij niet hebben gehoord, meet door m<j.
De Veer uitstekend zijn gespeeld, maar van
wat wij hóórden, beviel ons het best Pompon
nette van Aug. Durand. Dat werd met een
mooien aanslag gespeeld, licht en teer, mot
heel mooie overgangen. Mej. De Veer had hot
daverend applaus en den keurigen bouquet, dieu
zij kreeg, verdiend.
Mijnheer Schouten heeft al reeds zoovele
malen bewijs geleverd, van mooi viool te