31.
-ingezonden.
Donderdag 3 Maart 1904.
48ste Jaargahg No. 3919.
BureauSCHAÖKK, Laan, H 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
5S ede werkerJ. Vk I k E L,
De waarde van de Ier.
Plaatselijk Nieuws.
1
i
AMT.
Alurttitie- Liilb
r)it blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
t e r d a g a v o n Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
.nVFRTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60.
Afzonderliilre nummers 5 Cent.
AD VERTE NTI EN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Kii dit nummer behoort een bijvoegsel
"^Tjneente «clmgen.
BEKENDMAKINGEN.
POLITIE
_i. dezor Gemeente worden
Ter Secretarie d» een Qp df)
1 vermist llchtbont nnchterkalf.
Mijnheer de Redacteur
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in Uw blad
volgende; bij voorbaat mijn dank.
voor verschillende bestaren vau kaas-
Mn er VOIOUW"'--- j vjutvttURBl 1 &OOAJ%~* UllKHtH OO, UU8 CCU
fabrieken in Noord-Holland de ann le a >rie si0t van f 24 165. Door de heeren
laDnw,iw «rv v*t<raha te eraan uitbetalen, I T t o.lj
een aanvrage van de afd. Enkhuizen, om
subsidie voor de daar te houden tentoonstel
ling voor kennisgeving aangenomen. Aan
de Paaschtentoonsteliing alhier is weer een
subsidie van f 10 toegestaan.
Van een vereenigiag van vleeschhouwers
was eon verzoek ingekomen, om adhaesie te
betuigen aan haar adres, waarin aan de Re-
gesring afschaffing van accijns werd ge
vraagd. Daar men algemeen meende, dat voor
den landbouw weinig voordeel verbonden
was aan de afschaffing van den accijns, werd
deze aanvrage voor kennisgeving aangenomen.
Het gemeentebestuur had bericht, dat de
afd. als steeds f 50.subsidie zou ontvan
gen.
De rekening, die aangeboden werd, gaf in
ontvangst f 288Of.5, uitgaaf f 268 88, dus een
«léverde melk op vetgehalte gaan uitbetalen,
g Hnnkt mij wel wenscbelijk zijn, indien
„1 ook eens de keerzijde vau deze manier
vsn betalen onder de oogen zag.
Ft wordt door voorstenders van deze wijze
van betalen op gewezen dat daardoor ver
hullende misstanden, als vervalschmg en
dergelijke, zullen verdwijnen, doch mi. ten
""immers, als de melk eener fabriek onder
zocht wordt op geregmde tijden, zooals ik
weet dat er zijn - heeft een leverancier
die er profijt van wil trekken, alle gelegen
heid om de andere dagen melk van vee
minder gehalte te leveren, en alzoo doende
de fabriek te benadeelen.
Ook nog een ander punt, waar ve.en
belan" bij hebben komt hierbij, n.1. dit:
Wanneer deze betaling eenmaal bij eene
fabriek is doorgevoerd, zal de groote leverau-
cier in de gelegenheid zijn, zijn veestapel
steeds te verbeterea door het vee dat hem
minderwaardige melk geeft, op te ruimen en
beter vee ain te fokken, maar niet alzoo de
die moet leven van het-
J. Buis Jz. en Jtn, Blaauboer nagezien, werd
na gnnstig advies de rekening door de verg.
goedgekenrd
Do begrooting voor 1904 gaf in ontvangst
en uitgaaf een bedrag van f 280.met een
pofet voor onvoorziene uitgaven van f 27.20
goedgekenrd.
Het aantal leden der afd. bedraagt 63.
Als secretaris had bedankt de heer De
Gier. De heer P. Hopman werd met bijna alge-
meeDe stemmen gekozen on nam de benoe
ming aan. Tot bestuurslid werd gekozen de
fijt van wil treesen, aue geiegeu- jlser jm Blaanboer, die ook de benoeming
de andere dagen melk van veel aRrmam
Daar de rondvraag niets meer opleverde,
werd den heer C. Nobel het woord gegeven
voor zijne lezing over
Toen ik hier, zoo begon Sprals land-
bon wieera ar werd aangesteld, begreep ik, dat
een groot deel van mijn taak zou zijn, te
trachten verbetering iu het landbouwbedrijf
te brengen. Die taak was niet gemakkelijk,
omdat de bodem vruchtbaar is en de boeren
kleine leverancier,
geen zijn vee hem opbrengt en zal zoodoende
veel schade lijden voor niet, en deze kleine i over t algemeen hun vak goed verstaan Ik
leverancier zal dan ook tevens de kosten _ran
Stikstof kan men in den handel koopen in
den vorm van chilisalpeter ff zwavelzure
ammoniak, waarvan 1 K.G. 80 ct. kost. En
de kali koopt men als ksïniet a 20 ct.
per K.G.
De kali nit de pis heeft voor ons land
weinig waarde, omdat graslanden reeds kali
bevatten en er nog meer bjj te brengen,
geeft niets. Stikstof daarentegen heeft hooge
waarde, ook op onze graslanden, en uit proe
ven is gebleken, dat pis, zoo opgevangen in
een emmer en gebmikt als bemesting op
grasland, een meeropbrengst gaf van 1800
K G. hooi per bunder, tegen f 25.per 1000
K.G maakt een meer-opbrengst van f 45.
Men had hiervoor gebruikt ongeveer 60 K.G. i geeft
stikstof per bnnder, dus werd elke K.G. be
taald met f 0.75.
Andere proeven met pis, vermengd met
8Uperphosphaat, gaven een meer-opbrengst
van 2700 K.G. hooi per bnnder, een meer
opbrengst das van f 70.—; als men daar de
koopsom der superphosphaat aftrekt, dan
geeft dat nog een overschot van 90 ct. per
K.G. aan stikstof. MeD ziet dus, dat de waarde
der stikstof in pis zeer hoog is. Als we
1 K.G. stikstof rekenen op 70 ct., dan zien
we dat 1000 K.G. pis, die 4 K.G. stikstof
bevat, een waarde heeft van f 2 80.
In de 1000 K.G. vaste uitwerpselen zit
ongeveer 3 K.G. stikstof, a 70 ct., geeft een
waarde van f 2.10.
Maar nu is het een feit, dat de stikstof uit
de vaste uitwerpselen lang niet die waarde
heeft, als die der pis, wat ons door proefne
mingen is geleerd. We hebben gezien, dat
een besproeiing met pis meer hooi-opbrengst
gaf, dan besproeiing met iar uit vaste uit
werpselen. 't Schijnt, dat de stikstof
nit de vaste uitwerpselen langzamer
werkt, maar ook de eigenschap toch mist,
om hot volgende jaar na te werken en dan
nog voordeel voor den plantengroei te bren
gen. Wij mogen dan ook de stikstof nit vaste
uitwerpselen niet zoo boog berekener, als die
terecht komt.
Het is tegenwoordig uiterst moeilijk, de ier
dun genoeg uit te sproeien, omdat men
feitelijk geen ierkar heeft, die dun genoeg
sproeien kan. Men behoeft zich bij dun sproeien
ier als straks aangegeven, heeft men noodig niet bang te maken voor de sterkte der ier, die
dat deze manier aankleeft, is, dat het kolos
saal veel arbeid kost.
De meer gebruikelijke manier is de ier te
laten opznigen door stroo. Dasrvoor heeft
men kolossaal veèl stroo noodig. Voor de
20000 K.G. stroo, a f 16.— per 1000 K.G.,
geeft een bedrag van f 300.—, wat een meet
waarde heeft hoogstens van f 100.zoodat
een dergelijke dure bewaring niet is aan te
bevelen. Er zijn evenwel nog meer bezwaren
aan verbonden. De ier, in stroo opgezogen,
wordt op een mesthoop bewaard en staat
daar bloot aan vervluchtiging van stikstof.
Ook het lang vertoeven der ier in de groep
verlies aan stikstof en tevens is een
bezwaar, dat in de Ier, in den mesthoop be
waard, de stikstof verandert in ammoniak.
Men biengt den mest over het land na het
hooien, in een tijd das dat het graag lang
droog blijft en de mest aan de zon ig bloot
gesteld en das de stikstof de gelegenheid
heeft de lucht in te gaan.
Nog een manier is, de ier te doen opzuigen
zooals de boer wel eens beweert, het gras
doodt.
Verdient het ook aanbeveling de ier die nit
den mesthoop loopt, te bewaren Spr. zegt, dat
die ier lang niet de waarde heeft, als de pis,
en dat een gemetselde vloer onder den mest
hoop met voldoende afvoerbuizen, niet directe
aanbeveling verdient, omdat de profijten
dezer ier de kosten niet dekken. Proeven heb
ben geleerd dat deze ier ongeveer der
waarde heeft van andere. Heeft men voor
deze ier een afgedamde sloot, bewaar ze dan
daarin, maar heeft men er geen bergruimte
voor, laat deze ier dan maar wegloopen. De
onkosten van een ierkelder of steenen vloer
is ze beslist niet waard.
Spr. eindigt zijn zakelijk betoog met een
opwekking, om toch vooral de waarde der ier
in tarfstrooisel. Men beweert, dat tnrfstrooi- i niet langer te miskennen en spreekt de hoop
sel achtmaal zijn gewicht aan vocht kan j uit, dat zijn lezing moge bedragen tot het
opzuigen dat is waar, maar dan is het zoo maken van ierkelders.
doorweekt, dat, als het dan op een hoop
wordt geworpen, de ier door de zwaarte van
het turfstrooisel wordt weggeperst. De onder
vinding heeft geleerd, dat turfstrooisel vier
maal zijn gewicht kan opzuigen. Voor 46000
L. ier heeft men dus ongeveer 10.000 K.G.
turfstrooisel noodig, wat een onkosten aan
turfstrooisel geeft vati f 90.Turfstrooisel
heeft zelf beslist geen bemestingswaarde en
verder heeft men bij deze manier dezelfde
bezwaren als bij stroo.
Dan blijft nog over het opvangen der ier
in een afgedaalde sloot, of in een gemetselden
ierkelder. Een afgedamde sloot is reeds een
stap in de goede richting, maar heeft toch
nog bezwaren. Ebd dergelijke sloot is goed
koop, maar men heeft veel verlies van ier
door wegzakt ing, wat weer door proeven is
't onderzoek moeten betalen, want de onkos
ten voor de grootste leveranciers worden
misschien gedekt door wat zij meer voor
hnn melk ontvangen, en komen de kosten
das ten laste van de kleine leveranciers.
Hopende dit schrijven nog velen van ge
dachten mogen veranderen teeken ik, U nog
maals dankend,
A. BAKKER,
a.d. Kaasfabriek „Eendracht", Koegras, Helder.
Schagen, 2 Maart 1904.
Maandagavond hield de af-
deeling Schagen van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw eene vergadering in
het Noord-Hollaudsch KoffiehuiB van den
heer J. Vader Az.
Na opening der vergadering, lezing en
goedkeuring der notulen, doet de Voorzitter,
de heer C. Nobel, eenige mededeelingen, en
wel: dat da Vereeniging Noorderkwartier
druk bezig is om de plaatsing van vee-
bascules op weekmarkten te bevorderen. Het
bestuur zal met het voorstel komen om per-
soDen, die met dergelijke bascules op de
markt willen staan, flink te snbsidiëeren.
Verder deelde Voorz. mee, dat men nog niet
veel had kunnen doen, om het onderzoeken
van kunstmest aan het controle-station te
bevorderen. De ingrediënten waren er voor
aangeschaft, maar de tijd ertoe hadl nog
ontbroken.
Onder de ingekomen stukken kwam voor
heb gemeend, rnjjn plicht niet beter te kun
nen betrachten, dan in den eersten tijd den
toestand eens op te nomen, proeven en
onderzoekingen te doen, om zoodoende beter
op de hoogte te komen, eu te zien, waar en
hoe hier en daar verbeteringen kunnen
worden aangebracht. En zoo ia mij dan ook
gebleken, hoe hier in Noordholland verspilling
plaats vindt van de ier.
Toen ik tot die conclusie was gekomen,
volgde daar als vanzeif de vraag op: hoe
kan ik meêwerken om in dien toestand ver
betering te brengen Ik besloot, proeven
te nemen, om zoodoende te kannen uitma
ken, welke de beste manier is om de ier te
bewaren. Maar hoe komt het, dat hier in
onze streek de ier, om het zoo eens te
zeggen, zoo stiefmoederlijk behandeld wordt
Iedere boer weet, dat, ier waarde bezit, heel
wat waarde. Toch laat men zijn ier in da
sloot wegloopen. De verklaring daarvoor is
alleen te vinden in het feit, dat men de bemes
tingswaarde van de ier aan verkeerde omstan
digheden toeschrijft. Die schrijft men toe aan
de bruine kleur, aan hot dik-zijn van de
ier, aan dat deel, dat direct afkomstig is van
de vaste uitwerpselen, maar dat is abuis
de waarde van de ier zit alleen in de pis
van het vee.
Spr. geeft nu aan, dat de scheikundige
samenstelling van de pis ons leert, dat ge
middeld in 1000 K G. pis aanwezig is 4 K.G.
stikstof en 15 K.G. kali. En men weet toch,
dat de bemestingswaarde zit in stikstof, kali
en phosphorzunr. In 1000 K.G. mest zit
ongeveer aan bemestingswaarde 7 K Gdat
vertegenwoordigt dus stikstof, kali en phos
phorzunr.
uit pis, en stellen die op f0.60 per K.G. Dit bewezen. En ook gaat er veal aan stikstof
leert ons dus duidelijk dat het verkeerd is,
de waarde van de ier te zoeken in de vaste
nitwer pselen.
De vraag is nu hoeveel vloeistof wordt er
in een boerderij verkregen
Een drietal proeven hebben geleerd, dat
eiken dag per stuk vee 13 k 14 L ier ver
kregen wordt. Bij een staltijd van 160 dagen
en op een stal van 20 koeien, gesft dat 46000
L. ier, is 180 K G. stikstof, is aan geld
f 126 dat bij veel boeren zoo maar ver
loren gaat. Dadelijk doet zich de vraag voor
hoe kan men de ier het best bewaren en ge
bruiken
Men kan de ier direct vanuit de groep
over het land sproeien. Dat is een goede
methode, maar niet overal uitvoerbaar. Heeft
men vast land en moet men dus de ier per
wagen vervoeren, dan kan men door de
drassigheid van het land, niet steeds met de
ierkar daar rijden.
Heeft men los land en kan zich dus bedie
nen van een schuit, dan gaat het best Maar
als men dan tegelijk de va6te uitwerpselen
op het land brengt, verdient dat toch afkeu
ring, omdat de practijk heeft geleerd, dat
versche mest schadelijk is en dat door rotten
de schadelijke eigenschap verloren gaat.
De tweede manier, die men volgt, is dat
men den mest met aarde vermengt en eën
soort compost maakt. Dat kan een goede
methode zijn, maar een eisch is het, dat men
het niet doot aan den kant van een sloot,
omdat men dan te veel verliezen lijdt. En
ook is een vereischte dat men die vermenging
spoedig uitvoert, opdat de stikstof die in de
ier zit, vastgehouden kan worden. Het nadeel
verloren, de proeven gaven aan 70, 60 en
45 of waar een waarde is van f 126
aan stikstof, gaat f 60.verloren, dooreen
gerekend ongeveer 60
Men vraagt wel eens is het bouwen van
een ierkelder de kosten wel waurd Daarop
kan men gerust ja antwoorden.
Een bergplaats van 50.000 L. ier kost j
f 400.dat is een bak, waterdicht, van
zoogenaamd ijzerbeton, van boven gesloten, I
waar 'dus weinig gevaar voor vervluchtiging
van stikstof bestaat. Men heeft voor een
bedrag van f 400.te betalen a 4 f 16.
rente. Men bespaart minstens f 60 aan
stikstof, das elk jaar f 44 verdiend. Neem
f 4.voor onderhoud etc., dut geeft een
besparing van f 40.—, en dus in 10 jaar tijd
is de ierbak verdiend. Men kan, ais men
minder ier heeft, of een paar maal per jaar
wenscht te ieren, bakken laten maken van
16 000 of 30.000 L. inhoud, die f 200.— of
f 800.— kosten.
Maar al bewaart men de ier goed, dan is
het eveneens nog zaak de ier goed te gebrui
ken. De ier mag niet te ruim worden ge
bruikt en veelal wordt het ook op een ver
keerde plaats gebruikt. Het moet niet op
land, dat steeds met vee wordt beweid, maar
op land, dat gehooid wordtdat heeft be
hoefte aan m«st. De ier moet zuinig wordeD
uitgesproeid. Men vermengt hier wei eens de
ier met superphosphaat, maar men kan de
superphosphaat evengoed over het land uit
strooien ep daarna ieren.
Spr. beveelt ook nog aan, voor het spoel
en schrobwater in de groep een afvoerbnis te
maken, zoodat dit water niet in den ierput
Verschillende vragen worden door spr. uit
voerig beantwoord en hierna wordt de
vergadering gesloten.
Naaml. Vennootschap Motor-
bootdienst KOLHORN-SCHAGEN.
Maandag vergaderde deze vennootschap in
het N.-H. Koffiehuis te Schagen. Vijftien per
sonen, vertegenwoordigende 87 stemmen,
waren ter vergadering opgekomen. Wegens
bedanken van den president-commissaris, den
heer P. Raat, werd de vergadering geleid
door het oudste bestuurslid, den hier C.
Spaans van Barsingerhorn, die een enkel
openingswoord sprak, waarna de notnlen
werden gelezen en goedgekenrd. Uit het
jaarverslag bleek, dat de vennootschap het
jaar 1903 was ingegaan met een tekort van
ruim f 300 en eene schuld van f 800 bij de
W.-Fr. Bank. Dank der plaatsing van f1200
aan preferente aandeelen en den stenn van
de gemeenten Schagen en Barsingerhorn, was
er aan het einde des jaars een klein saldo.
In 1903 waren uitgegeven 4496 enkele reizen
en 2818 retours en vervoerd 4226 colli's goe
deren. De schuit van den heer Bood, die deze
steeds bereidwillig als volgschnit afstond bjj
een grooter personen-vervoer dan de motor
kan plaatsen, was van een zeer noodige
overkappiDg voorzieD. Aan den polder Scha
gen was gevraagd, de vaart te verdiepen van
de Nessluis tot den Schager aanlegsteiger en
het sluisgeld te willen bepalen op eeD abon
nementsprijs van f 125 per j aar. Een toestem
mend antwoord werd hopend tegemoet gezieD.
Het bedanken van den heer P Raat als
commissaris werd in het verslag een zware
slag voor de vennootschap genoemd en hem
alle hulde voor zijn werk gebracht.
De heer Raat maakte na lezfi g van het
jaarverslag de opmerking, dat het aantal
vaardagen in 1908 347 was geweest, tegen
295 in 1902. Dat daardoor het aantal passa
giers over het geheel wel grooter was ge
weest in 1903, maar toch minder per dag
dan in 1902, [respect, ruim 29 en 81], De
slechte visscherij antwoordde de heer Dik
ker was daar de schuld vaD.
De rekening en verantwoording, nagezien
door de heeren H J Pot, P Bronder en G.
Holle, werd op bun advies goedgekenrd.
De ontvangsten hadden bedragen aan reizi
gers f 1299.85, aan goederen f 461.45, bijzon
dere ontvangsten 1 436.025, bnitec gewone
f 1200 [preferente aandeelen[, tezamen
i f3396 321; de uitgaven aan petroleum enz.
f 506.191, aan loon f 846.40, aan sluis- en
FEUILLETON.
aar ik rcil!
Roman van
FRIEDA VRIJVROUWE von BULOW.
000
17.
Met dezen man, dien Gunne als mijnheer
aansprak, onderhield zjj zich over de boer
derij. Zij sprak zoo verstandig, dat de man
vol respect bjj zichzelf zeide„dat heeft
zij van haar vader." Want de kloosterbaron
gold wijd en zjjd voor een knap landbouwer.
Maar de man had er geen denkbeeld
van, dat hjj naast zich een geluk had zooals
«r zich geen dieper en zaliger denken liet
op de gansche wijde wereld. Neen, dat kon
tij uit haar vriendelijke, verstandige woor
den niet opmaken.
nEr ia een rjjtuig vóór ons 1" riep Gunne
plotseling levendig.
De boer liet het paard stappen, want bij
het draven ratelde de wagen zoo luid, dat
BWn niet goed hooren kon.
nEen heerenrijtuig," zeide hjj dan.
«Misschien het onze wel. Mama is naar
Dieterhausen geweest. Hoe laat is het onge
veer
»Zoo wat half tien."
Gunne bibberde en wikkelde zich wat
beter in den mantel, dien Bacha haar zelf
°fu de schouders had geslagen. Het was
zijn eigen mantel. Zij drukte van tijd tot
tfld haar lippen op de grove stof.
Gunne en haar koets<er luisterden naar
en horten, regelmatigen draf van het
J>aard voor hen. Het werd steeds onduide
lijker, want de afstand tusschen beide rij
tuigen werd steeds grooter.
Eindeljjk zeide de boer„Het slaat de
laan in naar het Kloostergoed."
„Goddank 1" riep Gunne vrooljjk uit.
„Dan is het mama. En wanneer zij aan
stonds thuis komt, vindt zjj reeds de bood
schap van den dominé en heeft zij zich
niet zoo beangst gemaakt om de kleinen."
Met dezen centenaarslast van haar hart
af, scheen eerst haar geluk volkomen. De
lieve God had haar blijkbaar vergeveD,
want Hjj overlaadde haar met Z;jn weldaden.
Maar daarvoor zou zij nu ook goed zjjn
voor mama en voor allen. Zij was op een
maal zoo rijk geworden, dat zjj aan vreugde
en liefde zooveel kon wegschenken als zij
wilde.
„Oagelukkigen mogen wel egoïstisch zjjD,"
dacht zjj, „maar wie gelukkig is en toch
niet goed voor anderen, die verdient niet
te leven."
Toen het rijtuig bij het kasteel aankwam,
i waren alle vensters verlicht. Het heele huis
was nog in opschudding.
De deur stond open.
„Daar komen zij." boorde men een jonge,
frissche mannenstem roepen. Gunne hoorde
dit verwonderd. Dat was Biensaam toch niet
Reeds stormden allen naar buiten, Bien
saam en nog een voorop. Gunne bleef niet
lang in het onzekere.
Die andere stond reeds naast haar en
aan zijn vlugge, krachtige bewegingen
herkende zjj hem dadelijk het was een
achterneef van haar, die soms eens voor
een uitstapje van zijn landgoed naar oom
Hollen reed.
Hij stak zijn beide handen naar haar uit
om haar uit het rijtuig te helpen, en zeide
met vrooljike hartelijkheid
„Welkom, Gunne, welkom 1 Jij haalt me
ook wat moois uit."
„Ach, Maxriep Gunne, haar geluk
zaligheid uitjubelend.
Deze juichende begioeting verraste neef
en bracht hem bovendien in verrukking.
Hij had gedacht, een oververmoeide, ter
neergeslagen zondares te zullen verwelkomen
en had haar door zijn vroolijke plagerij
over het eerste onaangename der thuis
komst heen willen helpen.
En nu toonde zij in plaats van neer
slachtigheid, de grootste vreugde, als was
niet slechts alles in orde, maar zelfs meer
dan dat.
Het maakte op hem zulk een sterken
indruk, dat hij, die de wilde Gunne tot
dusver als bakvischje had behandeld,
op eenmaal tot de gedachte kwam „Dit
meisje neem ik tot vrouw."
Gunne had natuurlijk geen denkbeeld
van die gevoelens, evenmin als hij van de
hare.
Ook Biensaam trad op het rijtuig toe.
„Wat hebben wij over u in angst ver
keerd, juffrouw Gunneriep hij verwij
tend. „Op zoo iets kon man toch onmogelijk
rekenen."
„Ja, wij zijn verdwaald, net als in een
sprookje," antwoordde Gunne stralend.
„En nu zijn wij weer behouden thuis."
Neet Max tilde Gunne uit den wagen,
maar Biensaam ging klagend voort
„Ik had mede moeten gaan. Dan was
zooiets bepaald niet gebeurd. Sedert twee
uren maak ik mij de bitterste verwijten.
Maar wie had dit ook kunnen denken."
Nu kwam ook Nath&lie aangeloopen en
achter deze de heele bent.
zeer ontroerd. „Mijn arme,
Mjjn arme kinderen I"
riep
Mama was
arme Gunne 1
zij klagend.
Gunne omhelsde haar moeder met onge
wone hartelijkheid. „Moedertje, lief, zoet
moedertje. Wij zijn allen heelhuids. De
kinderen alleen maar slaperig."
Nathalie maakte zich half lachend, half
weenend uit de omhelzing los.
„Ach Gunne, jij onrust. Ik dacht, dat je
al reeds een verstandig, volwassen mecsch
waartMijn arme, kleine Hilmar,"
Deze was door Adam uit dekeDS en
mantels onthuld en uit het rijtuig getild.
Hij wreef zich de oogen en geeuwde.
„Moe ben ik in 't geheel niet," ver
klaarde hij, „maar wat hebben wij wat be
leefd, moeder
„Hij was een kleine held," zeide Gunne.
Kaatje werd niet eens geheel wakker. De
bonne droeg haar in huis en bracht haar
dadeljjk te bed.
De boer stond het tooneeltje glimlachend
aan te kijken. Nu wendde zich de barones
tot hem
„Ik ben u zeer dankbaar, beste buurman.
Mjjn man is op reis, maar komt spoedig bij
I u, om u z\jn erkentelijkheid te betoonen."
„'tls de moeite niet waard, mevrouw. Ik
heb het gaarne gedaan."
Nathalie wist, dat zjj hier den boer geen
geld mocht geven of aanbieden. Hij wilde
zeer gaarne rij geld hebben, maar men moest
hem dat thuisbrengen.
Gunne schudde den man hartelijk de
hand, legde haar arm om haar moeders
schouders en wilde haar zoo naar binnen ge
leiden» Toen vroag Nathalie„Wat heb je
daar toch voor een mantel om
„O, die mantel!" riep Gunne. Zij snelde
naar het rijtuig terug, deed den mantel af en
gaf dien aan den boer.
„Het is de mantel van den dominé,"
zeide zij halt luid. „Zeg hem er nog eene
dank voor hartelijk dank."
De boer reed weg.
In de eetkamer, die achter de vestibule
lag, stond sedert eenige uren de tafel ge
dekt. Een vuur brandde er in den schoor
steen. Na een paar uur in onrust en angst
te hebben verkeerd, zette men zich dan nu
eindelijk aan tafel. Hilmar was echter
gaan slapen.
„Hoe komt zoo op eenmaal Max hier?"
vroeg Gunne vrooljjk.
„Ik bèn er, nichtje, krijg me nu maar
eens weg." gaf hij schertsend terug.
Maar Biensaam had zich nog lang niet
het gal van de lever geschoven.
„Hoe kan men nu in zijn eigen omgeving
1 verdwalen," meende hij verdrietig, „dat is
mij eenvoudig raadselachtig. Vrouwen
hebben zeker in 't geheel geen verstand van
zich te oriënteeren."
„Ik meende, dat wjj op den weg naar
Dieterhausen moesten komen."
Den hoogen Moor vermijdt men 't aller
beste geheel," zeide de neet, die in deze
omgeving ook geheel thuis was. „Eigenlijk
komen alleen jagers en houthakkers daar.
Wie er niet goed bekend is, verdwaalt er
bepaald, omdat men nergens een weg heeft
of zelfs eenig teeken ziet. En de afstanden
zijn grooter dan men meent. Overigens is
het ook niet geheel ongevaarlijk. Men heeft
er zelfs plaatsen waar men geheel wegzinkt."
WORDT VERVOLGD.