fliiler Irmleile Ion.
jfndisdie §enl$traen.
tweede blad.
Zondag 14 Aug. 1904.
irrondissements Recht
bank te Alkmaar.
FEUILLET O N.
48ste Jaargang. No. 3966.
Zitting van Dinsdag 9 Augustus 1904.
r Totiii, léér leelqk was 't eerste zaakje,
lieden werd behandeld, zóó leelijk, dat
Jr'. Karsten, de Off. v. Justitie, die thans
«lag bad in plaats van, zooals gewoonlijk,
r gubst.-off., Mr. Cnopins verzocht, het,
•t 't oog op de goede zeden, met gesloten
r4n te behandelen en alzoo geschiedde. Op
f M^i3agdenbankje poseerden Willem Fran-
cigcQ1 van der Zeeuw, ond 40 jaar, melk- en
Merhntehouder, en Minke van der Veen. zijne
«gierige echtgenoote, een aanvallig Frie-
tioneljgeboren te Franeker, beiden wonende
w Den Helder. We kannen van de zaak alleen
,jt vernielden, dat beiden, beschuldigd van
koppelarij, met art. 250 alinea 2 van het Wet
boek van strafrecht in conflict zqn gekomen,
juor overtreding daarvan, op 19 Mei en
10Jaai i L 11. 3 w
fle heer Officier eischte tegen elk der be
klaagden 6 maanden gevangenisstraf.
Gelukkig was er in 't tweede zaakje even
min als in 't eerste een advocaat, anders had
't zeker nog langer geduurd dan nu reeds
't geval was.
Hier was beklaagde de zeer welgedane en
,,er welbespraakte mevrouw Jan Riomeier,
7»n d'r eige zellevars" heatende Rnartje
Tstema, die kan vloeken zooals je 't van een
roven zeerob maar ternauwernood zon dnrven
verwschten en die de balieklnlvers, die 't
wilden hooren, gaarne om niet verschillende
biUonderheden omtrent haar „soakle" vertelde
en dan ook een tijdlang zich iu een vrij tal-
r jk en bijzonder aandachtig auditorium mocht
verheugen.
Daze te Helder woonachtige dame had
't den E A. heeren op 17 Mei j 1. ook lang
niet naar don zin gemaakt. Dit kon men
flnldolijk hlernit opmaken, d«t dez3 zaak
ó(5k met gesloten deoien werd behandeld,
en dat tegen haar eveneens een vrij hartig
gtrafje werd geëischt, n.1. 4 maanden gevang.,
mede wegens overtreding van art. 250 Wetb.
v. Strofr. Rnnrtje was er echter niks van
„verbouwereerd", te oordeelen naar hare ont
boezemingen
We dachten nu met een flinken
Noordenwind eindelijk eens nit Den Helder
te zeilen en ons naar een andere, wat minder
schandaal-zaakjesoplevarende plaats te begeven,
maar jawelwindstilte Das nog maar een
poosje in Noord Hol and's noordelijkste pnnt
vertoefd, om 't derde Heldersche zaakje, waarin
we als beklaagde zagen opttaden den jongen
heer Kees Stam, geboren 2 Nov. '88, zoon
van Jan Stam en Ant. de Porte, wonende in
destraat te Helder. Dit mocht dan
toch eons zonder gesloten deuren behandeld
worden, zoodat de menigte baliekluivers weer
eens naar welgevallen op en over de soliede
afscheiding in de zaal kon leunen of hangen.
Toen dan het E A rechtscollege was gezeten,
deurwaarder en conciërge op hunne plaatsen
waren, wij persridders ons op onze zetels mat
welgevallen hadden neergevlijd toen ook
alle nieuwsgierigen op hnnne „vaste plaas es"
stonden, toen jateen
waren we weer eens in ons oude doen en
zagen we als eerste getuige optreden Johanna
Genoveva Kaas, huisvrouw van Jan Leijntse.
Dit echtpaar had in het laatst van Mai zijne
woning in de Stationsd wars straat no. 7 te
Heldor verlaten en was naar Amsterdam
gegaan, de bewaking van 't Heldersche per
ceel toevertrouwende aan een kennis, de
vrouw van P. Ott, die er altemet wal ereis
naar zou kijken. De 16 jarige Stam na
was zoo brutaal, om op 10 Juni 't tijdelijk
onbewoonde perceel door een raam, dat hij
wist los te krijgen, binnen ta klimmen, waarna
hij den boel wat nagesnuffeld heeft, hetgeen
bleek uit een aantal afgebrande lucifers, dio
later werden gevonden. Kees vond, hoawel
niet veel, toch nog wat van ziju gading, n.1.
een klokje en een doosje met zes lepeltjes,
't Eerste verkocht hij bij Jan Kikkert, Lm-
gestraat, Helder, voor f 1.60 met recht van
wederinkoop, te-igevolge waarvan we Kikkert's
zoon, de jonge Kikkert, genaamd George
F.ederlk, ook nog als getuige hoorden. Dit
jonge mensch, dat vóór zoowel als nk
't afleggen van zijne verklaring den rechters
een zter duidelijk hoorbaar „goeie middag,
beere!" toeriep, verklaarde onder meer, dat
Kees Stam een valschen naam had opgegeven
en gezegd had te heatea P. van der Leek 1
Jongeheer Van der Leek, alias Stam had
vervolgens 't andere deel van den bnit, d3
doos met lep al: j os, voorloopig gedeponeerd in
een luchtgat van een petrolanmpakhnis, zon
der er ooit meer naar om te zien. Een paar
kwartjes bestoodde hij aan noodige Inkoopea,
0 a. sigaren, bier, vischhaken, jodekoeken,
fietshunr eu de duivel mag weten, wat nog
meer. De waakzame vronw O t, merkte bij
een bezoek in 't bewuste perceel heel gauw,
dat er ongenoode gasten waren geweest en
deed schriftelijk: bericht hiervan aan de
echtelieden Lsjjatse waarna de vronw ter
plaatse kwam en de politie in de zaak werd
gemengd, die spoedig 't gelnk had, de ont
vreemde spulletjes in b-.slag te nemen. De
jeugdige bekl. bekende het gepleegde feit,
dat trouwens niet zjn eerste is, want nogal
eer s heeft men hem mot een dergelijk grapje
in de gaten gehad, hoewel toen, zooals de
O. v. J. thans verklaarde, nog geen vervol
ging tegen het joegmensch was ingesteld.
Na echter was 't toen veel te bont gemaakt,
zelfs opgave van een valschen naam bij den
aankooper Kikkert, hetgeen doet vermoe
den, dat bekl. zeer goed begreep, gevaar te
loopen van straf.
Da heer Off. wees hem er op, dat hij bij
dezen voorlgang zware straff m zon hebben
te wachten en achtte nu ook ten gevoelige
straf gewcnscht, hoewel Z E.G den jeugdigen
leef'ijd nog in aanmerking wilde nemen.
Echter meende spreker, dat, hoewei beneden
16 jaar, bekl. toch wel met oordeel des onder
scheids had gehandeldde eisch luidde ten
slotte wegens diefstal2 maanden gevange
nisstraf, met last tot teruggave van da over-
tniginges tukken.
Klaas de Boer van Bovenkarspel is geen
lollige vent,
Hij heeft Ondkarspel als zijn geboortegrond
gekend.
Wat woelig was Klaas in Scholteo's café
Tj Enkhnizen, waar hij zich tegen de
agenten alle twee
Verzette met S mson's kracht, leeuwenmoed
en dronksmanswiianzin,
Wat echter niet belette dat hij meê moest
't „boro" in
Ja, de Eakhnizer karmis werd inderdaad
door de tegenwoordigheid van dezen 21 jarigen
arbeider op 19 Jnni niet weinig opgeluisterd.
De nogal deftige kastelein Scholten echter
was Klaasjan spoedig loof, want deze daagde
zoo wat al wat eenigszins strijdbaar kon koeten,
tot een vuistgevecht uit, zoodr.t 't tan slotte
in de zoogenaamde „Oranjezaal" bij bedoelden
Scholten oen ware herrie werd. Ia nog weer
eoa ander appartement van Scholton's gebonw
werd de heer Jan Meester „zoomaar" ont
haald op een meer dan kolossalen vuistslag
van Klaas' lieve knuistje, hetgeen Meester
zóó slecht beviel, dat hij tegen De Boer
een aanklacht ging indienen. Toen Klaas er
dan eindelijk nit moest en nit zou, waren de
agenten van politie, die dit werkje verrichtten,
verplicht hunne wapenstokken te bezigen,
zoo kostelijk als 't er toe ging. De waardige
diunaren van den H. Hermandad hebben
natuurlijk ook niet nagelaten om De Boer
wegens zijn slaan, schoppen, tegenrukken,
enz. op te kalken, en daar sinjenr al eeu paar
malen wegens mishandeling heeft gabromd,
ééns 6 en ook al eens 14 dagen, was de heer
Officier zoo vrij, hem nu eeng met een extra
eisch te vereeren, hetgeen juist mooi gebeuren
kou, daar nog geen vijf jaren sinds de vorige
veroordeeling waren verloopen. Wegens mis
handeling en verzet luidde de eisch tegen
dezen woestaard45 dagen gevangenisstraf.
Ta Castricum is 't van ouds bekende, nn
ia vele plaatsen in onbruik geraakte streep-
gooien, of streopschieten, zuker nog een der
meest geliefde openbare dobbeipartijenen
óf 't er bij zulke partijtjes ook stipt ordelijk
toegaatZoo waren eenige van de ordelijkste
jongebeeren aldaar met hnn geliefd be
drijf op den 19en Jani j.1. weer zeer ijverig
bezig; de heer Jan Dain, benevens mijnheer
Winkelman en de gebroeders Lieftinck waran
geheel in extase. Z) gooiden, dat de brokken
haast van de centen afvlogenDuin gooide
een terdege wélgemlkteu cent in plaats van
op den streep, per abuis tegea Winkelman's
been enkleine oorzaken hebben groote
gevolgenDj oorlog tusschen de beide
1 jongelui was spoedig verklaard. Duin zei,
dat Winkelman „op zij" moest en in den weg
„sting" Winkelman had echter niet veel zin,
doch kreeg een geweldigen mep van Duin,
zoodat hij tegen 't prikkeldraad van een
nabijzijnde afscheiding aanstoof, tengevolge
j waarvan zijn pantalon zoodanig werd ge
scheurd, dat dit kleedingstnk niet meertoon-
baar kon worden genoemd en de Innerlijke
woede van den eigenaar, die „er in zat,"
opwekte. Winkelman liet zich in zooverre
niat onbetuigd, dat hij Duin begon uit te
schelden, en 't mooi was heelem» al van 'tstreep-
gooierspartijije af; temeer werd 't leelijk,
toen er rechtszaken van werden gemaakt,
tengevolge waarvan Duin, beschuldigd van
mishandeling, als beklaagde mocht fnngeeren
en de anderen als getuigen, 't Was wel een
aardig viertal, dat hier verscheen. Winkel
man beweerde nog, door Duin tegen den grond
gekwakt te zijn ook, doch daarvan kon toch
geen bewijs worden aangevoerd. Voer de rest
echter achtte de O. v. J. de mishandeling
bewezen en reqaireerde dan ook deswege
tegen Duin f 8 boete, snbs. 3 dagen hech
tenis. Wat zoo'n onnoozele, niet goed op
zijae plaats van bestemming komende cent
je al niet in last kan brengen
Roelof Raiar is een krachtig visscharman.
Hij hoort te Hoorn thuis, waar hij het eer
zame visschershedryf uitoefent. In de rechts
zaal ie Raier zeker niet vaak geweest. Daar
hij als beklaagde moest voorkoman, had hij
't voorrecht, eerst de andere zaakjes, die vóór
het zijae werden behandeld, indien hij wilde,
als toehoorder bij te wonen, een voorrecht, i
dat de getuigen missen. Raler's reusachtige
gestalte kon men dan ook zonder moeite
onder de verschillende baliekluivers onder
scheiden, doch toen zijn naam als beklaagde
werd afgeroeperi, zeilde onze varensgast een
geheel verkeerden koers uit, daar hij met
groote schreden op den dichten zijwand van
de rechtszaal aanstapte. Eerst toen hg, daar
haast vlak voorstaande, bemerkte, dat er geen
spoor van een deur of zoo iels was te zien,
wendde hij het roer en stevende door de twee-
dabbele porte-brleé«deuren, waarna het kort
duurde of zijne herculische figuur prijkte op
het, gelukkig nog al stevige, zondaarsbankje.
Zijn 47 jarige stadgenoot, de koopman Ben
jamin Crefeld, had in 't begin van Jnni, toen
hij zich met ziju wagen nabij 't Hoofd bevond,
veel overlast van eenige jongens, niet 't minst
van een paar spruiten van Raiar. Toen
Benjamin hem verzocht, zjjne kinderen wat te
verbieden, werd Raier nijdig, „omdat zijn
jongens 't toch niet alleen deeje" en hij niet
won hebben, dat zij alleen de schuld kregen.
De drift beliep den visscber zoo zeer, dat hij
het kleine Israëiietje tegen zijn achtertrico- l
tage schopte, dat 't meer dan erg was en
Crefeld langer dan een week in verband heeft
moeten loopen en overigens ook heel veel
last er van heeft gehad, ongerekend nog de
hevige pijaen, die hij schijnt uitgestaan te
hebben De dokter, onder wienB behandeling
de mishandelde zich had gesteld, heeft echter
de geruststellende verklaring gegeven, dat hij
wel geheel zal herstellen.
Raier inmiddels heeft wel begrepen, dat hij
van zijn krachtige onderdanen nu toch te
kranig had gebruik gemaakt. Toen Mr. Carslen
hem dan ook met strak gelaat vroeg, of hij
de bedoeling had, zoo ernstig te raken, ant
woordde Raier gedwee, dat hij heelemaal niet
had bedoeld, te mishandelen, doch „als 't maar
kwaad vallen wil, zie je, dan is 't juist raak,
als je 't mis wilt hebben", vervolgde onze
visscber, alsof hij geschopt had feitelijk in
do hoop, mirte schoppen! O, o! Mr. Karsten
kon dan ook niet nalaten, over deze zeld
zaam soliede en precies steekhoudende rede
neering te glimlachen. Do eisch, wegens
mishandeling tegen Raier ingesteld, luidde
3 weken gevangenisstraf.
Hoewel we vandaag de tronie van Jasper
Blom geboren en wonende te Enkhnizen,
niet te zien kregen, herinneren we ons dezen
woesten snuiter, tegea wien zijne echtgeaoote
soms de hulp der politie moer inroepen, zeer
goed, daar eenigen tijd geleden de gem.-
veldwachter Van den Berg, toen hij was
tar hulp geroepen, waarna hij als getuige
eeoa verklaring aflegde, Blom's doopceel
naar bahooren hoeft gelicht, 't Is een kerel,
waarvan gewoonweg geen goed garen is te
spinnen en die, als hij eon beetje boven zija
thee is, vrij gevaarlijk mag heston. Zoo was
Blom in dea nacht van 1 op 2 Juni ook
weer terdege aan 't razen, maakte veel buren
gerucht, enz De snrvellleerende gem.-
veld wachters Van den B.rg eu Vijzelaar
wilden dea dronken Blom, die zich op den
publieken weg bevond, naar huis hebben,
doch toen hij eenmaal thuis was, begon hij daar
weer te schelden en de politie te beloedigan.
Wegens 't burengerucht eischte de O. v. J.
1 maand gevangenisstraf tegea hem en wagens
beleediging van de d d. ambtenaren f3.—
boete, subs. 3 dagen hecht.
A 8. Dinsdag vacantie.
Uitspraken in alle zaken en tevens straf
zitting voor nianwe zaken op Dinsdag 23
Augustus a.s.
Roman van
C. SCHROEDER.
ooo
Tweede Boek.
24.
Maar nu wist Kathlin, dat zij nog de
on<4e Kathlin was. De schitterende oogen
van Mr, Stanhope, dien zij moest hoogachten,
zeiden het haar. Voor hèm was zg dezelfde
gebleven, en daarvoor was zij hom
dankbaar.
„Mr. Stanhope, is u nog hier riep zy
fflet een bevrediging in haar stem, dieUna
®#1 vreemd deed opkgken.
„Wed e r hier, miss Kathlin," antwoordde
ll lachend, „ik werd een paar uur na het
,Seat telegrafisch weggeroepen, maar ik heb
9 eerste de beste gelegenheid te baat
genomen, om de uituoodiging van mgn
heve vriendin op te volgen."
3 deze woorden boog hg lachend tegen
mevrouw Clarke en prees zichzelf vervol-
eens gelukkig, dat hij met Una bad mogen
9nni8 maken. Men ging daarna zitten en
8gon over den regen te spreken, waarvan
e laatste vier-en-twintig uur een groot
olume was gevallen. Mevrouw Clarke
a&gde over de schade, die in haar rozen-
was teweeggebracht, en Mr. Stanhope
j zich aan, om Kitty vanaf de veranda
6 verwoesting eens te toonen.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXX1I.
We ziju hier op Solo afgestapt in het
over geheel Iadië zoo ganstig bekende Hotel
Slier, vooral ook beroemd om z'u uitstekende
tafel en echt vaderlandscbe properheid. De
Directeur, een gepensionneerd luitenant, heeft
z'n Inlandsch personeel op militaire wijze
afgericht en vandaar, dat deze „roemah
makan" wat zindelijkheid betreft, een uni
cum mag genoemd worden. Als ik nn nog
mededeel, dat het Hotel Slier zeer gunstig
gelegen is in het centrnxn der plaats, vlak
over het fraaie fortpark, aan den grooten
Postweg van Daendels en in de onmiddellijke
nabijheid van Kraton, R jsideattehnis en Soos,
dan geloof ik wel, dat 't met 'n gerust
geweten aau toeristen op Java kan worden
aanbevolen.
V
Wa noemden Solo (eigenlijkSoerakarta
Adiningrat) bij den aanhef der vorige Pen-
kras een typisch Indische plaats, doch we
hadden wel mogen zeggen de meest typische.
Hier toch is het echt nationale van dea
Javaan nog bewaard gebleven, hier kan men
het JavaanBohe volksleven in zijn zuiversten
en meest oorspronkelijken vorm bestndeeren.
Wy zijn in het hartje van oud-Mataram en
het krioelt hier van hooge Javaansche per
sonages, terwijl duizenden min of meer met
het Hof in relatie staan.
Het is werkelijk zeer interessant, de chic
gekleeds jeugdige edellieden vol gratie, trotsch
en zelfbewust voorbij te zien flrneeren, steeds
met hnn onmisbare poeuakawan's (volgelin
gen) en den pajoeng achter zich aan. Ik zeg
„chic gekleed", maar bedoel daarmede vol
strekt niet dat fatterige van sommige In-
tandsehe jongelui in deGonvernementslanden
en op de Buitenbezittingen, j ongelui, die er
op nit zijn om zooveel mogelijk de Euro-
peesche modegekken te kopiesren, o. a. door
het dragen van afzichtelijk hooge borden,
bonte dassen en wat de Enropeesche wan
smaak nog meer in Indië importeert. Neen,
op Solo zien we de zoo flitteereudo bevallige
Javaansche kloeding van voorheen nog, hier
is de adellyke Javaan in zijn niterlijk Javaan
gebleven en ik mag er hem te liever om
Solo heeft 100.000 inwoners, waarvan een
kleine 800 Europeanen (meest Indo's nog,
met 90 pet. Javaansch bloed in hnn aderen l)
De stad heeft een omvang van 4 uur gaans
en bestaat grootendeels nit een verzameling
van vorstelijke verblijfplaatsen en inlandsche
kampongs. Van Europeanen en Chineezen
merkt men hier niet veel, gelukkig, want
dan zou het effect wellicht verminderen.
De hoogst eigenaardige, door meer dan
10.000 menschen bewoonde Kraton, het ver
blijf van den Soesoehoenan, de dalem van
Prins Mangkoe Negara, over wlen we 't
later zullen hebben, en de lusthoven der
grooten van het Solosche Hof, schenken de
stad een geheel bijzonder karakter.
Onafzienbare, bonlovardbreede lanen van
tamarinde-boomen, door verschillende dwars
wegen verbonden, geven de plaats een groot-
schen aanblik.
Vooral de Residentielaan langs het Hotel,
met here electrische booglampen, maakt
's avonds een heerlijk schoonen indruk. Ook
de Kraton en de dalem van den onafhanke-
lijken Prins Mangkoe Negflra, worden dan
op de meest moderne wijze verlicht, wat
vooral in hot Oostersch verblijf van Zijne
Hoogheid een zeer verrassend effect oplevert.
Men is van plan langzamerhand geheel
Solo door gloeilampjes te bestralen en de
resultaten in 't centrum verkregen, zijn dan
ook wel geschikt om 't publiek, ook
de niet-Enropeanen, er ganstig voor te stem
men.
De straatverlichting moet geheel uit par
ticuliere fondsen worden bekostigd en vooral
Zijne Hoogheid tast daarbij diep in zijn benrs
De kleine man ia hier stemmig in 't
donkerblauw gekleed, iets wat dadelijk
opvalt, wanneer men van de Soendaneezen
komt, die juist in bonte kleuren hnn fort
zoeken. Opmerkelijk is het, dat de Javaan
z'n vrouw vrijwel als lastdier gebruikt,
't Zware werk is hier voorde dochterenEva's,
terwijl de heer der schepping het zich zoo
gemakkelijk mogelijk maakt. Gevolg, dat de
dames vroeg ond en lealijk worden, terwijl
ook ondtr de maagdelijuon van de volksklasse
maar zeer weinig schoons typen voorkomen,
't Is hier net andersom, als ln West-Java.
Daar de mannen meest leelijk en ineenge
drongen, de vrouwen echter beeldschoon,hier
de juffers verre van moot, en de jongelingen
met fraai besneden gelaat, prachtexemplaren,
die aan het klassieke Hindoeres herinneren.
De mei«j es in den Kraton zijn wel mooi,
doch komen bijna nooit op staat
De schitterende ruitergrospen, die men al
wandelende tegenkomt, die sierlijke c'qui-
fiage's van het Hof, de kleurige songsoug's
psjoeng's of zonneschermen], de kranig
gebouwde cavaleristen van Zijne Hoogheid,
die aan Tartaaische krijgers doen denken,
met hnn zwarte koelok's, (een eigenaardig
afgeknot kegelvormig hoofddeksel, dat ik
voor 't eerst hier op Solo zag], voeren ons
als in gedachten terug naar den bloeitijd van
Java, een eeuw of vier geleden, naar d6n
bloeitijd onder de machtige Hindoevoisten
We werden zeer hartelijk en gastvrij ont
vangen, zoowel door Zijne Hoogheid den
Soesoehoenan, als door de verschillende
Prinsen en Rijksgrooten. Pangeran Haryo
Mataram had mijn komst aangekondigd en
zeker had ik niat gedacht, hier zooveel sym
pathie te zullen ondervinden.
De jongere broeder van gecoemdsn Piins
Ridbe.n Mas Pandji Haryo Pmilih, bewees
mij zelfs de groote eer, om ziju eerstgeboren
zoon, die juist dezer dagoa op aarde
arriveerde, naar mg te noemenRadhen Mas
Toen zg naar buiten gegaan waren, keken
de beide achtergebleven dames, die hen
opmerkzaam hadden gadegeslagen, elkan
der aan en lachten
Toen er een heel poosje verliep en het
tweetal maar niet verscheen, boog plotseling
mevrouw Clarke met een geheimzinnig
gezicht zich over naar Una en fluisterde
haar in het oor: „Deftige familie, die
Stanhopes magnifieke betrekking en
daarbij nog een groot vermogen."
Dat werkte toch bijna verdoovend op
Una, maar dan ging er haar ten opzichte
van Kitty's zenuwachtigheid een licht op,
zoodat haar gedurende de verdere uren van
den dag een schelmsche vrooüjkheid uit de
oogen lichtte.
In den daarop volgenden nacht schrikten
zooals steeds de gillende duivelbezweringen
in de Hindoestad Kathlin uit den sla8p op,
en terwijl zg daar zoo wakker lag, zeg zij
zich in den geest weer op de veranda
staan van mevrouw Clarke en hoorde zg
naast zich Mr. Stanhope zeggen: „Dat
Benares is een ellendige verblijfplaats ge
durende den regentijd," en dau na oen
poos„In Dschunglabad regent het welis
waar ook, maar daar werkt het klimaat
niet zoo doodend. Het klimaat is daar
gezonder, de lucht is er niet half zoo
zwoel."
Zij wist heel goed, met welk doel hg
dat zeide, maar te doen wat hij vau haar
j verlangde, dat ging toch boven haar krach
ten. Zeker, de atmosfeer hier in huis was
benauwd en werd nog dagelijks benauwder,
j maar om een man te huwen, daartoe be-
i hoort nog meer, dan dat men hem enkel
hoogacht en hem van ganseher harte dank
baar is.
Ismaël Clockener Brousson, zoodat ik, als
laatgt overgeblevene van mijn geslacht, voor
loopig nog niet aau uitsterven van myn
neam behoef te denken. Beslist toch is, dat
ook later de oudste zoon vsn mijn petekind
den Daam Clockener Brousson zal voeren.
Ik deel u een en ander alleen mede, om n
er op te wjzea, dat ik waarlijk hier niet te
klagen heb over gebrek aan vriendschap en
dat komt natuurlijk m'jn Penkrassen ten
goeie, want men laat mij hier meer zien dan
ooit een geboren Soloneas, ik bedoel van
Europeeschen bloede, mocht aanschouwen
Wij troffeo het bovendien al zeer bijzonder.
Juist waren de j aarlijksche Moslimsche feesten
begonnen, feesten, die vooral in de Vorsten
landen op Solo en Djocja met byzondera
plechtigheid worden gevierd. We oedoelen
hier dan de feesten in de derde maand
„Moeloed" van het Mobammedaansohe jaar.
Óp don 12den dag dier maand toch herdenken
de Islamieten de geboorte van hun Profeet
en men zon dit feest gevoegelijk met de
Christelijke Kerstdagen kunnen vergelijken.
Op de Noordelijke Aloen-Aloen van den
Kraton was het zeven dagen en nachten
lang eekatèn of kermis zonden wij zeggen.
Nu moet ik eerst even uitleggen, wat we
onder een Aloen-Aloen verstaan.
Voor elke dalem of woning van een Vont
of Regent op Java zien we een rnime vier
kante glasvlakte, door reusachtige „heilige"
waringin's omzoomd en met één of twee van
die prachtboomen in het midden. Zoo'n vlakte
na noemen we de Aloen-Aloen en meestal
bevindt zich aan de Westzijde dan de moskee
of missigit.
De Kratons van den Soesoehoenan en
Sultan van Djacjaksrta hebben twee Aloen-
Aloen's, n.1. een Noordeljjka en een Zuidelijke.
Op die vorstelijke Aloeu-Aloen's mag echter
geen gras groeien en ze doen dan ook den
ken aan de stoffige zandvlakten om en bij
Port-Saïd.
Op die Noordelijke Aloen-Aloen nn was het
feest, ter eere van Nabi Mohammad,
De herdenking van 's Profeten geboortedag
(Arablscn manlid an-nabi) op den 12den der
maand „Moeloed" (ArabischRabial-awwah)
wordt telken jare door de geheele Moham-
medaansche wereld en das ook In Ned.-Indië
min of meer luisterrijk gevierd. Ia het bij
zonder, zei ik reeds, san de Javaansche
hoven in de Vorstenlanden
Mohammed is op den 21en Rabial-awwah
van hot jaar 11 overleden en feitelijk niet
geboren. Voor het gemak echter heeft men
nn dien datnm ook maar en passant als ge
boortedag aangenomen en verder nog vele
andere gewichtige feiten uit Mohammed's
leven op dienzelfden 12ien „Moeloed" gesteld.
Ik sprak daar van het jaar 11 en rekon
dan volgens de Mohammedaansche jaartelling,
die begint met de z.g. „hidjrah van den
Profeet, of de vlucht van Mekka naar Medinah
(16 Juli 622 n. Chr
Als ik zeg, dat vooral in de Vorstenlanden
't geboortefeest van den Nabi met luister ge
vierd wordt, moet mon daaruit volstrekt niet
de gevoltrekking maken, dat ze hier op
Middan Java zoo buitengewoon vroom zijn.
Neen, dat is nogal een verschilletje met de
Preanger, zon ik zoo zeggenIk voor mij
reken de Javanen hier eigenlijk niet tot de
Moslim'», want nog nergens in Indië zag ik
zooveel onverschilligheid in zake den gods
dienst.
Vooral de adel stoort zich zoo goed als
niet aan de voorschriften. Men drinkt wjjn,
bier, cognac en jenever of 'c zoo hoort, neemt
van de vijf roekoen's of zuilen van den
Islam vierkani-weg geen notitie en beweert
zelfs openlijk, dat da Islam een van bniten
opgedrongen leer is. Zendingsvrienden mogen
hieruit niet besluiten, dat de Javanen gemak
kelijk te kerstenen zijn, want ook van het
Christendom willen ze maar weinig weten.
Iu hun hart zijn de lui. hier op Solo ten
minste, echte Hindoe's gebleven en men ziet
dan ook overal nog heiligenbeelden en
Boeddha's.
Oude krissen, ja zelfs de rijtnigen van
Zijne Hoogheid, worden in den letterlijken
zin bewierookt en goddelijke eer bewezen
Ook ziet men hier o. a. duizenden, vooral
de nog ongehuwden, zonder hoofddoek loopen,
gekapt ongeveer als de Hindoe's, die ik
vroeger op Snmatra's Oostkust en Atjeh
mocht ontmoeten.
Mijn Maleische jongens, goede Mohamme
danen, klagen er steen en been over, dat in
de waroeng's overal 't onreine babi [varkens-
vleescb] verkocht wordt en trachten nu door
extra-gebeden zich te zuiveren van de onwille
keurige bezoedeling, die hen hier bedreigt.
Dat ze 't hier niet zoo bijster nauw nemen,
wist ik trouwens reeds.
In de maand „Ramadhan" toch, de 9de
maand van het Mohammedaansche jaar, de
msand, waarin volgens de vieide roekoen
(znil) van don vroegsten morgenstond tot na
zonsondergang alle eten, rooken, pruimen van
sirih, je, eik zinnelijk genot, tot slapen toe,
volstrekt verboden is, maakte ik aan 't station
j te Soekaboemi kennis met 'n paar edellieden
van Djocja, die kalmweg aan 't buffet, tot
Den volgenden morgen bracht Mr. Stan
hope deltig een bezoek aan Robert en Una
en hg werd voor den avond van den
volgenden dag ten eten gevraagd. Toen
Rebert hiervan kennis kreeg, betreurde
hij het zeer, juist dezen avond, om de
eene ot andere reden, in het offlcierscasino
niet te kunnen worden gemist. Zoodoende
werd Mr. Stanhope alleen door de dames
ontvangen ea dut hij met haar gezel
schap volkomen tevreden was, bewees wel
de opgewektheid, waarmede hij het discours
gaande hield.
In dien nacht, waarin Kitty in het ge
heel niet sliep, zeide zij tot zichzelf, dat het
zoo goed van Mr. Stanhope was, dat hg er
geen aanstoot aan nam. dat Robert afwezig
was. Natuurlijk was het slechts een
voorwendsel van Robert geweest. Die arme
man! Het is onmogeljjk, dat hg zgn
evenwicht weer terugkrijgt, voordat ik het
huis uit ben.Of ik het dan nu doen
moetom zgneatwille en om Uaa
moet ik het dan werkelgk doen O mijn
God I wanneer het maar niet zoo vreeselgk
zwaar was!
Zoo lag zij te peinzen, dan weer te
weenen, aanstonds vol moed, tot eindelgk
de morgen aanbrak. Toen was zij met haar
lastig hart in zooverre klaar gekomen, dat
het haar een liefdeplicht tegenover Una
en Bob scheen, om Mr. Stanhope's aanzoek
aan te nemen, In hartstochtelgke onrust
zag zij met de eerste post zgn brief
tegemoet, en toen deze werkelijk kwam,
wierp zg alle goede besluiten en voornemens
weer omver.
Die brief was zoo vreemd, dat wil zeg
gen zoo geheel in den geest van den
schrjjver zeilcamelgk correct, vor-
melgk. Mr. Stanhope had zich niet
anders kunnen uitdrukken, eu dat hij
gevoelde, eerlyk gevoelde wat hij zeide,
daaraan twijfelde zij geen oogenblik, maar
die gevoelens, zoo koud, zoo deftig, maak
ten haar toch bang. Hoe langer zjj op
die regelen staarde, hoe killer werd het
haar om het hart, en plotseling was het
haar, als schoot zich een muur tusschen
haar en dezen man, dien zij zooveel ver
schuldigd was. In dit oogenblik gevoelde
zij zoo duidelgk als nog nooit het geval
was geweest, dat zg het levensgeluk van
Mr. Stanhope en zichzelf niet zou be
vorderen, als zg zgn aanzoek aannam.
Robert Unahoe haar eigen
leven zonder hem verder zou zijn dat
kwam eerst in de tweede plaats in aan
merking haar eerste en hoogste plicht
was, om Mr. S'.anhope een neen op zijn
vraag te geven.
Van deze ovartuigiug doordrongen, trad
zij op haar schrijftafel toe. Zij voelde mede
de smart, die zij een mensch ging be
reiden, maar het moest zijn.
Zij nam dus plaats, greep den penhouder
maar ontdekte, dat Una den inktpot had
meêgenomen. Een beetje geprikkeld over
deze verhindering, snelde zij de kamer uit,
dwars den gang over en wilde het gordijn
van den salon openslaan, toen Robert's
stem, die luid en toornig klonk, haar ver
schrikt deed stilstaan.
„Die ellendige kletskouserg I" riep bij,
een meubel tegen den wand stootend. „Wat
een laas schepsel I"
„Nu ja," stemde Una kalmpjes toe. „Het
ia waarachtig de moeite niet waard dat je
daarvoor dat tafeltje een schop geelt. Ik
zeg het je immers reedsik heb dat mensch
in haar gezicht uitgelachen en haar toen
den mantel uitgeveegd, dat zg razend was.
Jij en Kitty Kitty en jij 1 In het
allereerste oogenblik. dat beken ik tot mijn
schande, zat ik, of ik het in Keulen hoorde
donderen, dan echter Niet waar, mijn
oude Bob, ik ken je toch immers, en dat
Kitty..." Una lachte hartelgk, „datKitty
tot over de ooren op dien Stanhope
verliefd is... Wel drommels, jg driftkop,
moet dat arme tafeltje er dan juist aan
gelooven
Als door furiën nagezet, snelde Kathlin
naar haar kamer terug en naar haar schrijf
tafel. Met een potlood op het eerste het
beste papier schreef zg een woord één
ja en verder niets deed een couvert
om het papier, steeds den blik
schuw over haar schouder, alsof zij bang
was dat iemand het haar zou verhinderen,
schreef zg met sidderende vingers het
adres er op. Daarna schelde zij een be
diende en dan wat er toen nog ge
schiedde, dat wist zg niet, maar 's avonds
werd de verloving gevierd.
o-
Derde Boek.
HOOFDSTUK L
In October werd in intiemen kring de
bruiloft gevierd. Buiten Robert en Una,
waren slechts mijnheer en mevrouw Clarke
en de Brodericks genoodigd
Op een geïmproviseerd altaar in het huis
van Robert werd door den Engelschen
kapelaan het huwelijk voltrokken. Dat het
bruidspaar den indruk maakte van een paar