Öndtr brandende Zou. Brieyen uit de Maasstad, Zondag 18 September 1904. 48ste Jaargang No. 3976. TWEEDE BLAD. \rrondissements Recht bank te Alkmaar. FEUILLETON. 7ittine van Dinsdag 13 September 1904. L UITSPRAKEN j W. K. Richter, geboren te Halle rDaitscbl.) thans gedetineerd H. v. B. te AJktn»ar' diefstal by nacht, vergezeld van inbraak, U1/» j»»r gevang., met laat tot terug ga van de ovartnigingstnkken aan de bestolene en vernietiging van de by de inbraak gebezigde gereedschappen. 't Hield nog al wat, voor de tolk, de hesr Sch9ld, het onzen Duitscher in diana taal begrijpelijk kon maker, dat hij 2 uhre nnd 6 monate „in de doos moest^; Richter hield zich nogal „van den domme doch mocht ten langen leste toch met z|n ixtie. eere-lijfwacht, die hem zekerheids halve wordt verstrekt afmarcheeren Cornelis Evertsen, Wiermgen, mish., f 10.- boete of 8 dagen hecht. K. de Vet, Warmenhuizen, mlsn. a.a. ambt., B dagen gevang. T Torna, (thans verblyvende in do straf- govang. te VHage,) oplichting, niet bewezen, yrtigespioken. q. Schouten, Oudendijk, mish., 3 maanden "'k" Schoffel, Avenhorn, mish., f 1.— boete of 1 dag hecht. C. P. Kooger, Den Halder, a. diefstal, b. verduisteringvan het primair ten laste ge leede vrggesprokenvoor de verduistering werd hij (bij recidive) veroordeeld tot 1 mnd. gevang. J). eerste beklaagde, een net gekleed schip pertje, Johannea Nicolaas Schor geheeten en 83 Jaren tellende, had vandaag geen groote reis te maken om in „Jnstitia"te verschgnen, aangezien dit heerschap in Alkmaar woon achtig is. Deze Nederlandsche Schot ls in zyn gedrag gansch niet altyd zoo netjes ge weest, als hy nu In zijn kleeding was, getuige het feit, dat hy wel zeven malen voor het kantongerecht is veroordeeld, terwijl de arr.- rechtbank alhier reeds 4 malen de eer heeft genoten, het schnldlg over monsieur Nicolaas nlt te spreken. Dit vormt te zamen 11 vonnissen en daar dat juist geen zeer bemind getal ls, dacht Kees bij zichzelf waarschijn lijk, maar 't beste te doen, als hy 't dozijntje volmaakte, althans op 1 Juli j.1. was 't Ver- dronkenoord het toooeel van Kees' gruwel daden, die hem voor da 12e maal voor de getabbaarde hseren brachten. Hy sloeg daar namelijk een koekbakker, Krone genaamd, die kwaad van hem gezegd had, lang niet zoetjes in zijn gezicht. Schot ontkende, ge- ilagen te hebben, doch beweerde, dat hy den „cuisinier-patissier" alleen een klein duwtje had toegebracht. De hemel beware je voor znlke kleine duwtjes I De O v. J oordeelde tenminste, dat, hoewel aan bekl. alle 11 voor gaande keoren geldboete was opgelegd, de clementie ten opzichte van Schot nu maar eens moest eindigen, weshalve ZEÖ. wegens mishandeling, mtt toepassing van art. 800 Wetb. van Strafr., B dagen gevang, tegen bekl. eischte. Evenals de historie onzes Vaderlands ge waagt van een strijd de Hoekscha en Kabeljauwsche twisten, tijdens de grafelijke regeering afgespeeld en wel van 1850—1600, waarin ja onder meer hoort spreken van Schleringers en Votkoopera van de Heecke- rens en Bronkhorsten, Lichtenbergers en Lokhorsten, evenzoo kregen we vandaag in de rechtzaal ook een stelletje te zien, dat •terk aan die vroegere dagen van feilen strijd deed denken. Men zou 't hier bedoelde geval kunnen noemeneen „treffen" tnsschen de „Woes- tenburgen" en de „Bonekampen," welke laat- aton ln den veldslag, die in den winkel van Kees Zwaan te Graft plaats vond, zoodanig de nederlaag leden, dat zij hnn troost bij de rechtbank zochten. Hun leger was trouwens ook te zwakdat der „Woestenburgen" was ten eerste 60 °/a talrijker, daar 't 8 man telde en 't andere slechts 2, en ten tweede waren de „Woestenburgen" veel „woester" dan de „Bocek&mpen." Of de twist tusschen hen ook 150 jaren zal duren, evenals de Hoeksche en da Kabeljauwsche twisten, is natuurlijk uiterst moeilyk te constateeren, en bovendien ook niet te hopen. Trouwens, de kwestie was tamelijk eenvou dig. Beide famlhën wonen te Oraft en hadden vroeger nooit iets met elkaar gehadde beide respectieve familie-vaders zgn van beroep arbeider en worden door de zoons in dat vak opgevolgd. De 18 jarige Nicolaas Bonekamp deed by den eed, op 't verzoek om beide voorste vin gers in de hoogte te steken, belde handen omhoog, van elk den wygvinger hemelwaarts richtende: dit waren toch z'n twee voorste vingers, zal Kiaas „docht hewwe I" 't Moes ten echter de twee voorste vingers van de rechterhand zijn en hg herstelde dan ook dra zijn abuis en vertelde, dat hg op 24 Juli j.1. hg Zwaan in den winkel den 22 jarigen Gerrit Woestenburg zag passeeren, die hem verweet, papa Woestenbnrg van eendendiefstal te heb ben beschuldigd „jouw vader," vervolgde Garrlt, „is veul slechter as mafne." Cornelis Woestenbnrg, de 54 jarige papa, kwam er bg en Nio. kreeg 't gauw benauwd en uitte noodkreten, waarop zijn vader, Klaas Bone kamp Sr., spoedig opdaagde, [ze' waren toe vallig allen naar 't scheen nogal ganw bij de hand] tot ontzet van zgn Nic., die door den ouden Woestenburg met alle twee vnlstenop 't hoofd werd geslagen, waarbij Gerrit hem met een bierfleachje smeet. Ouwe Bonekamp pakte woesteling Srwaarop Woestenburg Jr., een 26 jarige spruit uit dit stamhuis, weer ging helpen. Nicolaas B. werd door Gerrit W. nog voor iets moois uitgemaakt en was, nog by 't begin van den strijd, op 't pnnt om op te stappen en verwgderde zich dan ook al, toen hij door dat woord, hetwelk hem werd achterna geschreeuwd, toch weer een „opstiemlng" kreeg en terugkeerde, waarna de strijd dan werd voortgezet, totdat Kees Z waan de heele rnmoerige vergadering zijn winkel uit transporteerde.— 't Was een aller dolst getuigenverhoorNiet zelden kregen we een plastische voorstelling van een of ander aantrekkelijk fragment nlt de vecht- partg te zien en 't was lang geen „stille pantomime," want af en toe hoorden we er tusschendoor„Nei hoor, Kees 1" „'t Is niet waar!" „Je lieggg't enz. Gerrit Woestenbnrg, die als eerste beklaagde terechtstond, bekende, het bietfleschje la zijn drift te hebben gebezigd, maar overigens de onschuld zelve, evenals zijn vader en zijn j oudere broeder, die voor 2sn en Sen beklaagde fungeerden eu pertinent bleven ontkennen, te hebben geslagen. Behalve de verklaringen j van Bonekamp <k Zoon, hoorden we nog een paar getuigenverklaringen, namelijk van Kees Zwaan, ln wiens winkel 't drama speelde, en van Simon Vleerlaan, die 't nit een naburige woning had gadegeslagen. De O. v. J. be dacht in zijn requisitoir alle 3 Woestenbur gen dan ook overeenkomstig hunne verdien sten, deze maal nog niet met ridderkruisen, maar met een behoorlijken eisch tot boete betaling of „zitten". Z E G. verzuimde echter niet, aan te halen, dat, zoo Nic. Bonekamp ln den beginne zijn voornemen om weg te gaan, hetgeen zeer verstandig ware geweest, had ten uitvoer gebracht, er zeer waarschgclijk lang zooveel niet zou zijn gebeurd. De heer Off. consta teerde. dat, hoewel niet bewezen is, dat Gerrit I W. Nicolaas Bonekamp met de hand sloeg, i deze beklsagde toch 't gooien met 't bier- I fl igchje erkent, terwgl de feiten, aan den 2en en 3en beklaagde, (Cornelis en Willem W ten laste gelegd, uit de getulgonverhooren vol doende bewezen werden, zoodat ten slotte tegen Gerrit 8 dagen gevang en tegen Cor nelis en Willem W. elk f 3.boete subs. 2 dagen hecht, werd gebiecht. Pieter van den Toorn, een commis-voya- gour of te wel reizend handelsbediende uit Rotterdam, was op 16 Juli j.1. niet zoo beleefd en voorkomend, als men van zyn soort- genooten wel wil verwachten. Hij kwam toen te 7 ure 's avonds in 't stationsgebouw te Den Helder, stormde door de vestibule naar de deuren der 2e klasse wachtkamer, waar voor een dozyu menschen stonden, wier plaats bewijzen door den toen als portier dienst- doenden assistent D. J. Schutte moeeten worden nagezien. V. d. T. duwde er eenigen op zij en Schutte zei nog„even wachten, meneermaar jawel „meneer" gaf hem een opstopper ln zijn gezicht en duwde hem tegen de deur aan, zich vervolgens reppende naar 't perrou, hoewel hg nog min stens 25 minuten tgd had. Deze onhensche bejegening smaakte Schutte zoo slecht, dat hg ia piaats van, toen hg den slag op zijn rechterwang kreeg, ook zgn linkerwang toe te draaien, direct werk van de zaak mankte, met 't gevolg, dat bekl. heden te recht moest staan: a. wegens mishandeling en b. wegens wederspannigheid tegenover Schntte. De heer Officier eischte tegen V. d. Toorn, die absent was. wegens 't sub a. ten lasts gelegde f50.boete of 10 d. hecht, en vroeg voor 't meerder ten laste gelegde, by gebrek aan voldoend bewgs, vrijspraak. Maria Tijma, een 18-jarige dienstbode, die in 't laatst van Maart dezes jaars bij den hotelbonder Jean Perell en diens vrouw te Den Bnrg op Texel in dienst trad, is thans weer bg hare moeder te Enkhuizen en waar lijk niet, omdat ze zich zoo braaf heeft ge dragen op 4 Aug. toch is de dienst haar om goede redenen opgezegd. In den loop der maand Juli namelijk begon Perell zoo af en toe 't een en ander te missen, kreeg grond tot „zware vermoedens" en onderzocht, toen Maria nit was, op 31 Jnli j.1. baar kastje, dat op de dienstbodenkamer stond, eens nauw keurig, waarbij hem aldra bleek, dat zij zich de volgende voorwerpen ten zguen nadeele had toegeëigend1 kistje sigaren, 7 kleine lepeltjes, 2 suikerschepjes, 1 lorgnet in étui, 1 cognacglaasje, 1 paar dames handschoenen, benevers ongeveer f20.hard geld. Het resnltaat van dit onderzoek, dat natnnrlijk met behnlp van den politieman, den agent Jc. v. d. Pal, plaats vond, terwijl ook mevrouw Perell er bij tegenwoordig was, stemde den heer des hnizes alles behalve prettig en den volgenden dag ontbood hij andermaal den polltle-agent V. d. Pal, waarna hetzelfde onderzoek, nn ln tegenwoordigheid van Maria Ttjma, werd herhaald. Met een sleutel van 't buffet, die tevens op enkele ksstsloten paste, en dien zij zich had weten toe te eigenen, heeft ze zich af en toe eens toegang verschaft tot de kasten en bij kleine gedeelten, In de hoop dat 't niet ontdekt zou worden, 't geld en de andere artikelen zich toege ëigend. Hoewel ze natunrlyk na 't bedrijven dezer wandaden ofgeweergaas ganw werd ontslagen, erkende toch het echtpaar Perell, overigens goed over haar werk tevreden te zijn. De eisch, door den heer Officier wegens diefstal, met toepaselng der artt. 310—311 W. v. Str. ingesteld, luidde 1 mnd. gev. Hendricus Sieverlnck, een 21-jarig arbeider uit Eakhuizm, sloeg zonder veel motief den 24-jarigen Frans van Rooi nlt Hoorn, bij gelegenheid van een opstootje in laatstge noemde stad, op 24 Jnli j 1., een blanw oog, waarop Fracs met bekwamen spoed naar „de pelisie" toog, om 't an te gevea hij had ge tuigen genoeg tot zgn dispositie. Zeer be langrijk was deze zaak nn juist niet en de heer Off bepaalde er zich dan ook bij, om tegen dezen bekldie nooit terechtgestaan heeft en overigenB gunstig bekend staat, f 6. of 5 dagen hecht, te reqaireersn. Andries Blom, ean 17-jarig arbeidertje van Broek op Langendijk, had in den laten avond van 81 Aug. j.1. wat last van lange vingers die naar geld jeckt n. Meneer had, zx)als hij zegt, te voren eens een fiets gehuurd eu dezelve «at te lang gehouden, of eenigszins bescha digd, althans de verhuurder eischte f 1.75 schadevergoeding van hem en Dries, die nog al van Harder wyk" schijnt te zijn en toen althans terdege op den „Rooden Steen" zat, maakte zich hierover zoo ongerust zoo bang te moede, dat hij op den laatsten avond van „Hooimaand" besloot, de zoo vnrig begeerde fietshuurceuten te stelen 1 Zoo ging hg om 't eene feit te willen dekken, een nog veel erger tweede feit bedryven 1 E' fia, hg landde toen, zoowat te 10 ure 's avonds, aan in de EL H. waard, nabij de kaasfabriek „De Kroon", toebehoorende aan de Zuivel-Maat- echappij aldaar en staande in den Basseweg, niet ver van 't station der H. IJ. S. M. Daar hg nog licht in de fabriek bespeurde, logde hg zich bij 't spoorlijntje op den loer, doch werd „loerig" en sliep in, totdat hg te één nnr 's nachts ontwaakte en toen zyn plan ten uitvoer bracht, 't Was hem bekend, dat er ln 't boterlokaal der fabriek veeltijds geld werd bewaard en, daar de ramen hem te hoog waren, nam hij, bg de fabriek gekomen zijnde, een werktafeltje van de spoelplaats, klom er op en was jnist half door een der ramen, toen de knecht, Piet v. d. Oord genaamd, thuiskwam, hem bespeurde en beetpakte, om vervolgens naar zgn (V. d. Oord's) patroon, den kaasmaker C. Harp, te gaan. Blom be kende, eerst op kousen op 't tafeltje te hebben gestaan, en het geld in den volger te hebben zien liggen 't was slechts een lnttele 22'/i j cent, zooals Harp verklaarde waarna hg i zich door 't raam wilde begeven, doch gepakt werd. Leelyk was het, dat er een paar weken te voren al eens geld vermist is, hetwelk door inklimming is bemachtigd, en hoewel men vanzelf hiervan niet de schuld aan Blom mocht geven, daar er geen bewijzen voor zgo, zoo mocht deze jongeheer zich tgders de hoogst amusznte behandeling zijner ZAak, toch in de onverdeelde belangstelling der E A. heeren verbeugen, daar allen, de O.v. J. zoowel als de Pres., mitsgaders de 2 bijzit tende rechters, af en toe 't woord tot hem richtten. Bekl., die in Jnli bg den heer Yelthnis in dienst was, die een „overzetveer" te Broek op Langendijk bedient, was ln Angustns reeds daarvandaan en tengevolge daarvan „ambu lant" geworden, terwgl hg in Sept. In Noord- Scharwonde weer werk had gekregen bg j een „vasten" baas. De O.v.J., ofschoon 't mogelijk achtende, dat de bewijzen eenige moeilijkheid zonden opleveren, eischte wegens poging tot diefstal door inklimming, met toepassing van de artt. 310—311 W. v. S eventjes 4 maand, gevang. De beklaagde was een 25-jarig arbeider nit Heer Hngowaard, Jan Stammes genaamd en geboren te Obdam; als getnigen zagen we de 9 jarige Adriaantje Hoedjes, benevens een paar volwassen mannelgke personen binnen treden. Beklaagde, die staande de vorige zaakjes al zeer verslagen bg de baliekluivers zat te tuffen, heeft zich zoodanig gedragen, dat hy met art. 244 W. v. S. in conflict is gekomen; de eisch luidde 6 maanden gevang. Uitspraken in alle vandaag behandelde zaken a s. Dinsdag. 't Beschuldigden-bankje was nog ternau wernood kond geworden, of daar kwam in hoogst eigen persoon aanstappenniemand minder dan mijnheer Gerardns van Duin, een van die fijn beschaafde jongelieden, waaraan Castricnm nogal rijk schijnt te zgn. Om te beginnen werd van monaienr Van Duin een aardigheidje voorgelezen, in hoofd zaak hierop neerkomende, dat hij van 30 Juni tot 14 Jnli te „waechkip" geweeat is in de Alkmaarsche strafgevangenis, welke eer hg wegens eone in 't vorige jaar begane mis handeling heeft genoten. De min of meer dnbienze eer, die sirjenr genoot, om zich nn weer eens te laten zieD, had hij hieraan te danken, dat hij op 7 Aug. j.1. zoo onbetuigd mogelijk optrad. Teen bevond hg zich namelijk in zijne woonplaats op den Bakknmerweg, waar hg met den 17-jarigen Piet Rijs disputeerde over.... enfin, dat doet minder ter zake. Genoeg zy het, dat, toen zijn dorpsgenoot Jan v. d. Eng daar wat dicht bg kwam, meneer Yan Duin opstoof gelijk een aschpot by hevigen wind. Waarschijnlyk wilde Gerardns niet, dat derden 't gesprek hoorden, waDt hij gaf tenminste v. d. Eng een mep tegen 't hoofd, waardoor een hevig bloedende wonde ontstond. Yan Duin ontkende halsatariig, geslagen te hebben en verklaarde alleen, dat bg dacht, dat het „een Uitgeester" was. Die lui ver- keeren met de Cistricummers namelijk op voet van oorlog en geen beetje ookBekl. heeft 't later nog willen „afmaken" en schijnt ook de wonde met eigen hand en dito zakdoek te hebben behandeld, v. d. Eug moest ook maar denken „De hond, die je gebeten heeft, moet ja weer genezen ook I" Veel heeft zgn barmhartige Samaritanen-dienst hem echter niet gebaatDe heer Officier toch vond, dat, hoewel 't bewijs niet kon worden verkregen door berouwvolle bekente nis, daar beklaagde voortdurend ontkende, toch de getuigen, zekere Winkelman, bene vens genoemde Piet Rijs, plus de mishan delde zelf, voldoende bewijsmateriaal gaven. Z.E.G. vond 't heel bar, om iemand, wien niets anders ten leste kon worden gelegd, dan dat hij „een Uitg3ester was", (waarin bekl. zich trouwens nog vergiste), zóó toe te takelen, en wenschte hem dit eens te toonen ook. Verder toonde bekl's. strafblad ook niet veel moois oan.j daar het vermeldde, dat hg reeds ernige malen is veroordeeld goworde". De Off. eindigde, met tegen dezen recidi vist naar aanleiding der artt. 300 en 422 van 't W. v. Strwegens mishandeling 2 j maanden gevang, te eiechen. Het laatste zaakje is zóó miserabel, zóó weinig geschikt om 't in bijzonderheden wereldkundig te maken, dat we er bitter weinig van wetscben te vermolden trouwens j het werd met gesloten deuren behandeld, zoodat we met bekwamen spoed onze matten oprolden eu de rechtszaal verlieten. Roman van C. SCHR0EDER. ooo— Derde Boek. 84. Nu liet Mr. Stanhope haar arm los en trad een stap terug. „Ah 1" liet hg spottend hooren, „eindelijk begrgp ik je. Je bent een poosje aan het babbelen geweest met mevrouw Saverne en die heeft je allerlei °P de mouw gespeld." dat alles, wat ge mg te antwoorden hebt?" aüet zij uit, buiten zichzelf van woede. "Lieve hemelen hij haalde met de grootst mogelgke onverschilligheid de schou- op. „Wat is er al niet gebeurd Jawel, J® zeker, ik heb een beetje gefantaseerd in v°or ons zoo groote, beslissende oogen- lik. Wanneer je dót nu nog ergert, du, mag je mijnentwege voor schadever goeding mij voor vyf minuten een leugenaar Bh«men, en ik zal mg stilhouden." "Hoe? Je schaamt je nog niet eens over e«o dergelijke schurkery "bchurkerg Onzin, in den oorlog en in 6 hhfde ia alles geoorloofd. Ik zou het v sa daag tög eens doen haha want verduiveld mooi als je nü bent, was J® toen nog niet." In iets was zgn onverschilligheid een masker. Hij wist nog niet, na een vierjarig samenleven met zgn vrouw, wat bij eigenlijk van haar had te wachten. Duizend pond sterling, dat erkende hg zichzelf in stilte, had hg gaarne gegeven, als de ontdekking verhinderd had kunnen worden. Nu dat niet meer ging, was het zaak, een gzeren voorhoofd te toonen, en dat gelukte hem op een manier, die Kathlin versteld deed staan. „Heere God, is het dan mogelgk dacht zg. „Kan een mensch zóó elk schaamte gevoel verloren hebben en met schrik gevoelde zg, hoe de moed tot strgden van haar week en een verlammende angst in haar hart kroep. Zij had den strgd niet gezocht ter wille van den strgd, neen, het was haar doel geweest, om den bedrieger te ontmaskeren, en dan in zgn schaamte, wanneer hg in zgn gauscha erbarmelijkheid zoo heel klein en kneedbaar zou zgn, dan had zg hem haar vrgheid willen afdwingen. En nu maakte zg met haar beschuldiging niet den mineten indruk op hem. Zij en deze man, die door wet en gerecht aan elkander gesmeed waren, stonden op zulk een verschillend standpunt van goed en slecht, dat hg nog spotte met datgene, wat haar als smaad en schande toescheen. Een afgrijzen greep haar aan. In haar gedachten hoorde zg de kerkerdeuren, die zij reeds half open gezien had, weer met een doffan slag dichtvallen. Maar daartegen verzette zich alles in haar. Als een vlam sloeg het haar in het hoofd, hel fl kkerde de opstand haar uit de oogen. en het hoofd in den nek werp«nd, riep zg uit: „Mijnentwege praalt en pronkt ge nog met je schurkenstreek, maar verbeeld je maar niet, dat ik na deze ontdekking nog verder met je leven wil." „Aha 1 nu weet ik, welken kant je heen wilt!" antwoordde hg, sohgnbaar vroolgk. „Je wilt op deze fameuze ontdekking een scheiding met mjj bewerkstelligen." „En wanneer ik het eens wilde „Maak je liever niet belachelijk. Zulk een eisch zou de nocdige kracht missen Ik hoor de heeren van het gerecht al zeg gen „Hoe Om zulk een beetje slechtheid, eu dat nog wel begaan in een ocgenblik van razende verliefdheid 't Spijt ons mevrouw, maar het gaat niet." „Krijg ik geen volledige scheiding, dan eisch ik, dat wg van elkaar gaan." „Dat zal niet gaau zonder mjjn toe- i stemming en wanneer je gelooft, dat ik mij vrg willig op de tong van de mecschen zal laten bre.-gen, dan ken je mij al heel slecht." I Zij zag het spottende lachje, waarmede hg dit zeide en zg zag hem zelf, den man vsn de vormen en strgkages, die buiten altgd keurig en fijn verscheen, wiens afgod de openbare meenicg was, die zijn leven lang heel voorzichtig gelaveerd had, om nergens door zijn leven eeaige ergernis op te wek-j kenen zg wist, dat de wereld kon ondergaan, eer hij voor een schandaal deur en venster opende. „Nergens hulp dacht zij in onmachtige kwelling. „Nergens reddingIHa, die ellendige menschelgke gerechtigheid. Wordt iemand zgn goed gestolen, dadelijk treedt de wet tegen den dief op. Maar ontrooft iemand een argeloos vertrouwend schepseltje van het hoogste, het beste, het geluk ven haar ganrche leven, dan is het een leuk voorvalletje, en grgozend staat de wereld aan de zijde van den .bedrieger. Doch ik verdraag het niet, ik duld het niet." „Wanneer niemand m(j dan helpt zal ik mijzelf helpen 1" riep zg uit. „Ik wil vrg zgn vrg I" „Ik zou wel eens willen weten, hoe gij u deze vrgheid denkt vroeg hij ironisch. „Je hebt er geen enkel middel voor." „Wat kan mg dat schelen, Liever dan onder jouw dak te blgven, loop ik de wil dernis in, naar de tggere." „En Charley Moet die meê Zij ontstelde. Groote GodHaar Charley, haar lieveling hem had zg vergeten in dit oogenblik van waanzinnige opgewonden heid. Z ij kon ontberen, honger lijden, maar haar lief kind aan de ellende prgggeven, dat kon zg niet. Onmogelijk onmogelijk. C'iarb y om brood te hooren vragen:,, de bloote gedachte alleen reeds verscheurde haar bet hart. Een steunen ontwrong zich aan haar borst, zij verborg haar gelaat in haar handen. „Nu? moet hij meê?" De slecht verborgen triomf in zgn stem had haar bgna weer verleid tot een uit barsting, maar zg was zich nu bewust van de zwakke plek in haar uitrusting. Om Ciarley's wil moest zg zich matigen. De armen latende zakken, zeide zij, haar stem met geweld meester blijvend „Je zult wel verstandig zgn, en inzien, dat een scheiding ook voor jou het meest ge- wenscht is." „Daarvoor ben ik nog te dom." „Jouw schandelgke handelwijze zal eeuwig Rotterdam, 16 September 1904. Het.acht-en-twintigste Nederlandsche Taai en Letterkundig Congres is te Deventer ge houden en de Koningin is er met Haar gemaal op bezoek geweest. Het negen-en-twintigste zal te Brussel bijeenkomen en er is kans, dat koning Leopold er verschynt, ofschoon die geen Hollandsch spreekt; in eik geval komt Prins Albert, die Ylaamsch klappen moet als de beste Brug gen aar. Yoor het dertigste denkt men, naar ik van allerbevoegdste zgde, zonder plicht van geheim houding, vernam, aan Rotterdam, en daar zal het coDgres burgemeester 's Jacob zien, of bg ontstentenis van dien, den heer Hudig. Verder zgn er, geloof ik, nog géén plannen. Die doen trouwens ook niets ter zake, het Taal- en Letterkundig Congres is voor twee jaren behoorlgk verzekerd en geborgen. Er is in en nk dat Deventer Congres een milde stemming gevaren over de mannen, die waarlijk Ntêrland's letterkundigen zgn, zeggen de napleiters in de bladen en zg stellen ons de congres-ondernemers voor als wrijvende te vreden in de handen en glimmende d« congres-leuk-gezichten over de winste van Van Devasel en Van Halzen. Van Deyse-1's medewerking déar, nou, men kan er wel anders over denken, dan de con gres-vrinden 't doen. Eerlijk gezeid, 't optreden in den kunstavond van den grooten jongen Proza-gebieder alléén zou voor velen ODzer, die overigens congressen mal vinden en dies er maling aan hebbeD, de reis naar Deventer waard zgn geweest. En als we waarlijk had den mogen gelooven, dat 't heusch bet Deventer Congres gelukken zou, wat onzen Kunstkring nooit is gelukt: Yan Deyesel voor een voordracht fn zyn midden te krijgeD, we hadden voor bèm alleen, om hém te hooren, de reis gemaakt. Maar dat optreden op ziebzalf beschouwd daar gelaten dus 't genot, dat er natanrlgk door geschonken werd had het eigenlijk niet iets van voor-den-gek-houderij 1 De jonge Thijm is in het avonduur op het podium gestegen, onopgemerkt tevoren, hg heeft de congres menschen in de zaal, een voudig, maar in zijn ontzaglijk rijk en vlam mend woord, gezegd wat proza wezen moest, Duchter als een gebod, gelgk hy dit voor jaren al aan jong Holland heeft gezegd, geen betoog, geen verklaring, geen verdediging, zóó moest het zijn. Geen tegenwerping. Uit. Eu daarna is hg verdwenen en het congres heeft niets meer vsld hem gezien. Heusch, dat congres en zijn napleiters moes ten over Van Dey.-isel's medewerking maar liever niet roemen. Ik denk zoo, dat als Van Dsyasel over zijn „toetreden tot hetoongres" leest, hg even fgotjes glimlachen zal. Van een behoorlijken indruk op het congres blijkt trouwens niet. Had het iets begrepen, na den kunstavond zou zelfs de drokste Vlaamsche betooger het woord proza in geen jaar meer in zijn mond hebben durven nemen. Maar Van Halzen heeft een redevoe: log gebonden, 't Is zoo. En als 't congres daar blij en vereerd meê is, best, Van Halzen had er geen reis voor te maken, hg was in 't land en Van Hulzen is een goeie hartelijke kerel, waarom zou hg niet eens naar Deventer gaan en aan al die brave taalmannen en letterkundigen een jongen litterator laten zien Niemand heeft hem een mandaat gegeven, hij kwam namens zichzelven en bepleitte er een subsidie van den Staat aan jonge litte ratoren vragen staat vry maar één zwaluw maakt geen zemer. Van Hulzen alleen ls joDg Holland niet en dat jong tusschen ons staan. Elke mgner gedachten voor jou zal haat en verachting zgn." „Bah de tgd heelt alle wonden." „Maar hier niet. Ik voel het en weet het, dat ik tot jouw en mgn ongeluk hier in dit huis blgven zal. Laat ons maar gaan Charley en mg daarom zullen wij nog niet op de tong van de menschen komen. Honderden vrouwen van ambtenaren leven jaar in jaar nit in Engeland, als de dokter heeft gezegd, dat het klimaat niet voor haar deugt. „Dat kam ik van jou niet zeggen, want in die paar maanden ben je opgebloeid als een roos. Wg kunnen het dus met het klimaat rustig nog een paar jaar probeeren, want nietwaar, het kan mg toch niet on verschillig zgn, of ik een beeldschoon vrouwtje in Engeland heb, of hier bij mg." Hg riep het met zulk een cynisch lachen, dat zg hem wel in b6t gelaat had kunnen slaan, maar zg bracht het zoo ver, om op kalmen toon te kunnen zeggen „Een vrouw zult ge aan mij niet meer hebben." Hij wilde weer lachen, maar er was iets in haar gezicht, dat hem zeide, dat hg met spot en hoon te ver gegaan was. „Dwaas- heid, meisje!" riep hij uit, met een poging van toenadering, „drijf de dingen toch niet zoo waanzinnig op de spits. Ik wil toegeven, dat ik toenhmniet geheel correct heb gehandeld, maar Kathlin." Zg had, zonder in het minst op zijn woorden te letten, een paar stappen naar de deur gedaan. Met één sprong was hg haar na. wilde haar bg den arm pakken, maar voor den blik, waarmede zg zich tot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5