Zondag 9 October 1904.
48ste Jaargang No. 3982.
TWEEDE BLAD.
\rrondissements Recht
bank te Alkmaar.
Jndische fSentesfit.
Zitting vaa Dinsdag 4 October 1904.
UITSPRAKEN
A, J. J- van Steijn, L, F. over den Linden,
J. vat) Nock en P. Kramer, Burgem. en
T^reth. van Den Helder, het niet hebben van
jjd tochtvrij privaat in de gasfabriek, binnens
huis gelegen en naar sakae gescheiden, enz.,
met vernietiging van het vonnis des Helder
gelen Kantonrechters, elk der 4 heeren f 10.—
hoete snbs. 2 dagen hecht.
Zwart Fa., Egmond aan Zee, vernieling,
t dagen gevang.
J llald8r' J- C. Potharst, huisvrouw van
- QQiamaier, C. Duinmaier, hnisvronw van
3 jlu'.ier en Gl. J. Duinmaier, allen te Hoorn,
mishandetóg, ^e eerste nog wel met lichame
lijk letsel en bij recidive), 6 weken gevang.
A tB.eeje en derde bekl. elk 3 dagen gevang.
D0. 4 drie weken gevang.
J. Duinmaier, Hoorn, mish., f 5.— boste,
labs'. 10 dagen hecht,
jf. Smit, Texel, mish8 dagen gevang.
P. Ligthart, Grootebroek, mish., f 6.— boete,
gnbs. 6 dagen hecht.
P. J. Veel en Joh. Veel, beiden te Alkmaar,
wederspannlgheid, wat P. J. betreft nog eenig
lichamelijk letsel tengevolge hebbende, elk
een week gevang.
A. IJfs, huisvrouw van W. Arends, Zijpe,
't dooden van dieren, aan een ander toebehoo-
rende, f3.— boete of 6 dagen hecht.
Vóórdat de strafzitting begon, hadlen we
wadaag nog zoo'n sooht preludium ia den
form van enne buitengewone zitting voor
burgerlijke zaken, waarin allereerst een heele
reeks zaakjes betreffende grondonteigening
te Egmond Binnen werden afgerateld, waarna
nog het faillissement van den heer Klaas
Hooster werd uitgesproken, terwijl ten slotte
de heeren Jelle Jelles, D. C. Rezelman en
C, Waiboer Rz., resp. Burgem. en Weth.
vaö Anna Panlowna, als zoodanig opnieuw
werden beësdigd.
De eerste zaakjes, die nu volgden, waren
vervolgingen, ingesteld tegen eigenaars van
zwarte, gele, blauwe, bonte, rooda en bruine
hondjes, die verzuimd hadden de belasting
voor deze diertjes te betalen en allen uit
Eakhuizen kwamentegen elk van hen werd
f 6.— of één dag gerequireerd.
Na deze hondeuzsken gingen wij naar de
Zijpe.
Veel heeft dit zaakja trouwens ook al niet
om het lijf. Bekl. wa» absent, en voegen we
daarbij, dat sinjeur Klaas Kooi heet, te Oude
Nledorp is geboren, landbouwer van beroep
is en op "21. Aug. te St. Maartensbrug, in een
vrij hoog stadium van dronkenschap zich
verlustigende, zich gedroeg zooala zijne soort-
genooten dat doorgaans plegen te doen, dan
hebben we genoeg van hem gezegd. De rest
werd aangevuld door den 32-jarigen gem.-
veldwachter W. F. v. d. Vreede aldaar, die
vandaag als getnige verklaarde, dat hij, op
surveillance zijnde, spoedig last met Kooi
had, die hem een vuistslag toediende, van
zeldzame kracht en „vastheid" van hand ge
tuigende.
Voorts hoorden we nog, dat Klaasje vaak
„scheef zeilt" en een en ander gaf den heer
0£f, die 't ten laste gelegde voldoende bewe
zen achtte, aanleiding om even 8 dagen ge
vang te requireeron.
Johannes van der Zei, zoo heet de 21-jarige
bekl. die nn volgde, is „kouwe-bakkersknecht"
bij den heer Arie Groen in den grooten Mid
denweg te Heer Hngowaard, welk ambt hij
de voorkeur heeft gegeven boven 't vroeger
door hem beoefend wordende landbouwers-
bedrijf, dat hij vóór zijne intrede in de Heer
Hngowaard beoefende te Spanbroek. Echter
heeft hij van zijne loopbaan als landbouwer
en speciaal van zijn vorige woonplaats Span
broek nog aangename herinneringen overge
houden.
Daaronder behoort in de eerste plaats
'feit, dat hij op „Vrouwendag" (2 Fabr.)
1902 tot Vrouwendag 1903 heeft gediend
bij den rnim 60-jarigen landbouwer en vee
houder Pieter Helder en diens vronw Anlje
denburg, (wonende aan den Viersprong,
feuilleton.
tegenover 't groote café van den heer Pels te niet 33 jaar oud waa. Na, dat kon dan ook
Spanbroek), wsar hij in Juni '03 weer terug- wel w^zen, en 't was dan ook zoo I
gekomen is, om Hemelvaartsdag van dit jaar Enfin, het was op 24 Angs. j.1. op 't erf
(12 Me!) wederom den dienst te verlaten.
't Was in dit laatste tijdvak, dat Hannes
een ouden koperen wa-chketel van den baas
had verkocht aan een „scharrelaar in vodde
en biena en zcó" voor de respectabele som
van 50 Hollandsche centen.
Hierin was op zichzelf niets bijzonders
gelegen, als 't waar was, wat onze jonge
heer bij kris en bij kras beweerde, n.1. dat
Heldsr hom den ketel had geschonken om
dozon te varkoopen, (daar hij, Helder, toch
reeds een nieuwen had, zoodat de oude voor
„oud vuil" op zolder stond,) wat v. d. Zei
had doen besluiten, zooals hij tegen een anderen
knecht van Helder [zekeren Bartholomens ja!" Eau was 't oens: „Je benne een leelik
Konijn] had gezegd, om den ketel maar eens
te „vermasselen", hetgeen dit voorjaar met de
schoonmaak dan ook gebeurde.
Welk een geheel andere lezing van 't ge
val gaven echter boer Helder en egaHelder
beweerde, don ketel 't vorige voorjaar op den
van R. Waiboer te Anna Panlowna dat is
de patroon van Van Tenlingon] een lawrai
van belang, doordat Pluin een zekeren Arie
Kieseling, die met een evenaar aan kwam
sjouwen, direct naar de keel vloog, waarop
deze een strot opzette als een mager varken
Zooais te begrijpen valt, zat daar wel meer
achter.
Pluin had van Arie's baas wat hout
I gekocht en hiervoor f 6.betaald later had
Arie's moeder het overgenomen voor f 7.60 en
toen Arie en zijn mama hoorden, dat sinjear
I Pluin er zelf een daalder minder voor had
betaald, moest hij dat „allernaar hoore, zie
slecht kreng 1" [aantooner.de wijs], ook wel
eens „ga na je slechte famielja" [gebiedende
wijs], of „dat je stikke!" [aanvoegende wijs],
enz. De baas, Waiboer, kwam er dan ook
als getuige bij te pas en de Pres. verzocht
hem, den eed te doen, waarbij aan den dag
zolder te hebben gedaan, echter zonder v. d. Zei kwam, dat W. eigenlijk Doopsgezind was,
ooit vergunning tot verkoop te hebben gegeven,
of hem't ding te hebben gescbonken;geensprake
van Toen in 't laatst van Mei dezes j rare een
dochter des huizes in 't huwelijksbootje ging 1
stappen, ksek papa H. eans op zolder, om
meergemelden ketel met de aanstaande jonge
hnisvronw mee te geven, en zie hij
was weg of ie weg geveegd was
Vrouw Helder'» verklaringen verschilden j
weliswaar nogal iets van die van haren echt- j
vriend, speciaal wat betreft den datum, waarop
„corpus delicti" naar den zolder verhuisde.
Zij toch beweerde, dat in Juli 1903 heti
huismoederlijk stuk gereedschap nog in de
boet was en eerst in September een verdie
ping honger is gaan betrekken, doch dat de
ketel was weggeschonken, daarvan gaf haar
getuigenis ook beslist niets aan. Toen de
Pres. eens zeer belangstellend bij Hannes
informeerde, of die weleans meer zoo'n
presentje van Helder kreeg, antwoordde
Hannes mat strak gezicht, dat de baas niet
„scheutig" wasEnfin, de baas had er
zoodat de Praesns hem van den eed ontsloeg
en hij met „de belofte" toekon.
Waiboer deelde mede, dat Pluin vóór Kie-
zeling's komst al kwaad was dien dag, want
er was een nieuwe streng gesprongen en toen
Waiboer hieromtrent iets vroeg, snauwde Van
TeuliDgen hem al leelijk af en 't humeur
werd er bij 't zien van Aria Kiezeling zóó
veel slechter op, daar Van T. dezen om die
hcutkwestie zeer slecht kon zotten, dat hij
Arie aanpakte, wat deze heeft aange
geven, zoodat I'lnin heden voor beklaagde
mocht spelen.
Waiboer moest toegeven, dat mama Kieze
ling aan bekl. alle aanleiding tot toorn had
gegeven, doch kon zijn optreden overigens
gansch niet roemen, zoomin eerst tegen hem
zelf, als later tegen Arie Kiezeling.
De heer Off. vond 't bewijs van de ten
laste gelegde mishandeling volkomen gele
verd en releveerde verder, hoe beklaagde
vroeger aan de politie een geheel andere
reden tot zijne handelwijze had opgegeven
justitie-zaken van gemaakt en daaraan had 1 dan vandaag. Bovendien vond Z.E G., dat
het heelemaal niet aanging, om den zoon te
getuigenverhoor rtqaisitoir j mishandelen voor datgene, wat de moeder
'misdeed en eischte alzoo f7.boete subsi
diair 7 dagen hechtenis, waarna bekl., jnist
niet zesr voldaan, den aftocht kon blozen.
Tot besluit willen we ons nog oven met
den 24 jarigen Dirk Tamis, zoon van een
slagertje te Schagen, en zelf zoowat „koop-
maakte, dat de geëischte straf 2 weken was, j n}.aflU van beroep, bezighouden. Dirk, nog bij
de O. v. J. 't nu te danken, dat hij na een
niet zeer kort
mocht nemen.
De Pres. riep bekl. „overend" met de
mededeel!!] g, dat er 2 maanden tegen hem
geëischt was, waardoor Hannes' roode wangen 1
van schrik een vaalbleeke kleur aannameu,
totdat de geachte Praesus, zijne onwillekeu- j
rige vergissing herstellende, de bemerking
waarop Hannes weer oplubberda en verder
niets hebbende in te brengen, met ware
reuzenschreden vertrok.
Klaas Buisman van AveDhorn had er dank
aan, om op 't warme plekje, zooeven door
v. d. Zei verlaten, te gaan zitten. Stikum was
meneer thuis gebleven en toch zon hij heel
wat nieuws nopens zichzelf, al was 't dan
niet zoo heel vleiend, hebben kannen hooren.
Op 28 Aags. was er 's avonds iaat ten hnize
van den herbergier Germent Vos te Grcst-
huizeu gem. Avenhorn, ter gelegenheid der
„katjeskermis", een heel clubje „volk", het
geen tot 't handhaven van 't sluituur
's nachts om 2 ure wel eenig bezwaar
opleverde. Toch, Vos gelastte den gemeente
veldwachter Jan Kok, even te helpen toen
't zoover was. Zooals vaak bij zulke najaars-
of „katjes"kermiBgsn en dergelijke partijen
't geval is, bleven ook hier eenige plakkers
over, waaronder zeker Buisman wel de las
tigste was. Toen Kok hem wilde verwij
deren enmet moeite naar buiten had getranspor-
teeed, kwam Klaasje, onderwijl Kok een
anderen plakker onder handen had, er weer
in, en beleedigde den veldwachter zóó grof,
dat deze hem opkalkte, waarvan de gevolgen
natuurlijk Diet uitbleven.
Klaas is vaak dronken, op partijen althans,
en dan knapjes lastig, zoodat de O, v. J., om
't mondje eens wat kleiner te maken, even
f 10.— boete als medicijn voorschreef, met be
paling dat, mocht mijnheer Buisman da voor
keur aan hechtenis geven, hij er dan 14
daagjes voor mag komen brommen.
Pluin van Teulingen is arbeider van be
roep en woont te Anna Panlowna. Hij gaf
op, 32 jaren oud te zijn, waarop de President,
gewapend met een extract uit 't geboorte
register van Barsingerhorn (waar eens Van
Tenlingen's wiegje stond), hem vroeg, of hij
Roman van
C. SCHROEDER.
000
Vierde Boek.
40.
Maar Ibrahim gleed voorwaarts op zyn
oote voeten, steeds de kaars hoog hou-
steeds het hoofd gebogen als onder
op? VRn een groote smart, en als
Pfjypttotiseerd door zyn ernst en plechtig-
eij.' vo'gde Kathlin hem stap voor stap.
en Ui 8'0n<^ hij stil, en ook zy stond stil
ft'si 00Sen °P- was de greote
^dientafel, en op die tafel lag iets, in
Pj.118 gekuld. Schuw ging haar oog wat
er, tot het een marmerwit menschen-
„..aat ontdekte. Toch schrikte zy niet, zij
v P slechts met haar hand naar haar
Waki,00 ^ant het was haar, of zij niet
p. 6w?si als had een droom haar terug-
lao tv l. 'n tent in het bosch, en als
Dn v? ,?aar °P zÜn doodsbed.
oat waren üick's trekken niet,
Mr ra?~ pnbegrypelyk de trekken van
maar anh°Pe- Die was toch in Debli
zijQ aeen' hy moest reeds teruggekeerd
wat i ibiahim stond hier toch. Maar
finbe»3^ ^aRr 200 star op de tafel, zoo
ogelyk en wat was dat daaraan
zijn slaap Een donkere vlek I B'oed
bloed bloed
Haar oogen sperden zich open, wijd
open. Zy boog zich voorover, en
diensde terug als had zij een mokerslag
op het hoofd ontvangen.
„Dood, Ibrahim stamelde zy, wild om
zich heenkykend. „Dood
„Dood, meesteres," luidde het dofte ant
woord.
„Eu hij heeft zich zichzelf
„Ja, meesteres."
„Het is niet waar riep zij uit, „het is
niet mogelijk ik droom slechts hy
hy
Zy greep plotseling weer als zooeven met
haar beide handen in de lucht, en zy zou
gevallen zyn, als de man haar niet had
gegrepen.
Zy wachtte tot de zwarte sluier voor
haar blik was opgetrokken, en dan vroeg
zy toonloos
„Hoe is het gegaan
„Beschermster der armen, ik kan het u
nie"t zeggen," antwoordde Ibrahim, de oogen
neêrslaande. „In den tuin viel het schot
ik ging naar buiten en vond mynfceer
tusschen uw rozen liggen het wapen
naast zich. Ik droeg hem in huis en liep
naar Hokim. Die schudde bet hoold en
sprak: „Het is te laat. Zyn ziel staat reeds
lang voor Allah's troon."
Tusschen myn rozen mompelde zy.
Tusschen myn rozen En wanneer
was het
Nauwelijks een uur nadat wy waren
thuisgekomen, meesteres. Zyn genade had
naar u gevraagd en van de Ayah gehoord
dat u midden in den nacht met een vreem
zijae ouders thuis, schijnt echter deu laatsten
tijd de voorkeur aan Rijks-logies te geven.
Dit jongmensch, dat op 6 Angs. j.1. zijn
eerezetel in 's Rijks logement op de Krocht
te Alkmaar betrok, wegens den dezen zomer
door hem gepleegden diefstal van een tabaks
doos, was op 5 Sept. j.1. zoo gelukkig „vrij
I en vrank" uit de gevangenis te worden ont
slagen, daar zijn tijd om was. Niemand ge
lukkiger, dan ons Dirkje!
Toch kreeg hij spoedig het heimweehij
dronk zich deazelfden dag nog een roes, ging
's avonds er met een paard vandoor en
den volgenden morgen 6 Sept., zat Dirkje al
weer, veilig als in Abraham's schoot, in het
Huis van Bewaring.
Hoewel hij toen, nog zoo wat in zijn roes,
bekende, wss hij heden op de zitting zeer
ontkennend gezind, betreffende de hem ten
laste gelegde feiten en wist zich zoowat niets
meer te herinneren van hetgeen hij gedaan had.
We znllen zijn handelingen met een enkel
woord uiteenzetten. In de olie als Dirk was,
zeilde hij naar de stalling vaa den heer K op
den Dijk te Alkmaar, (waar paardenmarkt
werd gehouden) en nadat Klaas Kruier uit
H. Hngowaard zijn paard door den arbeider
Jan Ursem in deze stalling had laten zetten,
pakte Dirk het even later stiekum mcê,
zoodat, toen Kruier en Ursem gereed
waren nsar huis te gaan, het paard
„gevlogen" vonden. Zoeken, informeeren en
ten slotte niet zeer bsmoedigd Heer Hugo-
wsard-waarts.
Dirk was inmiddels, na er eens afgevallen en
weer op 'fc paard geholpen te zijn, verder zonder
veel tegenspoed bij D. Pijper in de herberg „De
Zwaan" te H. Hngowaard aangeland. Vóór
hij daar was, ontmoette hy echter zekeren
Pieter Ursem, die 't paard herkende en
Tamis beduidde, dat 't dier aan Kruier toebe
hoorde. Dirk vroeg, waar die man woonde en
verklaarde verder 't beest te moeten leveren aan
den mynbeer waart weggereden. Toen werd
myn meester toornig, zoodat hij wit werd
als de muur daar. Toen
Hij kwam niet verder, want hy moest
bliksemsnel toegrepen, om de bezwymende
vrouw voor een val op den grond te
bewaren.
HOOFDSTUK VI.
Niet Pal Sripur alleen, maar byna geheel
Engelsch-Indië stond voor een raadsel.
Wie had niet met den vlug op de maat
schappelijke ladder omhoog gestegen Mr.
Stanhope kennis gemaakt en in hem den
onvermoeiden strever naar hooger bewon
derd, benijd, of veracht? En wie van doze
n-'et te tellen duizenden had niet de vraag, of
FraEk Stanhope naast zijn eigen elegante
persoonlijkheid, nog een anderen god of
godin erkende, met een overtuigd neen
beantwoord? Dat hij zyn vtcuw door
ijverzucht het leven tot een last maakte,
was een openbaar geheim geweest, maar
geen mensehenziel was het ingevallen, achter
deze ijverzucht iets anders te zoeken, dan
dat krasse egeïeme, dat vcor het eigen
bezit den nassie zelfs het onschuldig aan-
kyken niet gunt. De meening, als zou Mr.
Stanhop8 zichzelf, door het smartelijk ge
voel eener teleurgestelde liefde, een haar
krenken, zou groote vroolijkheid hebben
opgewekt En toch was nu dit gevoel in Lem
zoo sterk en zoo echt geweest, dat hy zich
een kogel door het hoold had gejaagd. Een
werkelijke tragedie in het leven van een
man, die schijnbaar niets van een tragischen
held had gehad, van wien men meende, dat
by aan niets ar ders dacht, dan om hooger en
hooger te komen, en die sluw de kansen
Jan Kant, asjeblieft heel op Wieringen. Bij
Pijper werd Dirk ook ai weer ondervraagd en
daar gaf hij voor, het beest voor f 106.— te
hebben gekocht van een hem onbekend persoor.
Toen Kruier echter zelf in „De Waard"
aankwam en Dirk's momenteele verblijfplaats
passeerde, raakte hij spoedig met de toe
dracht der zaak bekend. Pieter Ursem had n.1.,
met Dirk's explicatie niet tevreden zijnde,
een zoontje van Kruier naar den gem.-veld-
wechter P. Harsten gestuurd, die met
bekwamen spoed verscheen, Dirk ondervroeg,
met hem naar den Burgemeester marcheerde,
om daarna heel spoedig aanleiding te vinden
tot inbeslagneming van 't bewuste paard
een 20-jarigen ruin, waarvoor f 105.zeker
een veel te hooge prijs mocht heeteo,
terwijl heer Tamis nog denzelfden avond mee
mocht om zich op 't bureau van politie te
Alkmaar te verantwoorden met 't ons
bekende gevolg, dat 't Huis van Bewaring
zijn logies werd.
De hoer Officier wees onder meer op de vele
uitwegen, die bekl. in 't Huis van Bewaring
heeft aangewend, om zijn onschuld te bewij
zenverder repte ZEG. nog van een brief,
door Dirk aan zijne ouders gericht, over een
afspraak tusschen J. Kant van Wieringen en
hem, waarbij Dirk op zich nam om Kant een
paard te brengen enz. Deze brief die hoogst
waarschijnlijk ten doel had, Jan Kant tot een
zeer voordselig getnige a décharge te vormen,
is natnnrlijk door de handen van 't Parket
gegaan, tengevolge waarvan, vóór verzending,
éérst Kant is ondervraagd, die geantwoord
heeft, dat wel van een veulen sprake is
geweest, doch dat hij (Kant) den door hem
bedoelden brenger daags na de markt dus op
6 Sept. heeft gesproken, als wanneer Tamis
al goed en wel in zyn hokje in 't Huis van
Bewaring zat. Das dat klopte niet best
De Off v. J. wees op een vonnis van
zekeren P. J. Zat, die voor eenigeu tijd ook
in dronkenschap een en ander wegnam
zonder er later een tittel of jota van te
weten en die toen toch ook door deze recht
bank is veroordeeld geworden, en zoo eischte
Mr. Caopias tegen dezen brutalen recidivist
wegens den beganen paardendiofstal 3 maan
den gevang. Als toegevoegd verdediger
hadden we het genoegen Mr. A. A. Haizenga
van Hoorn te zien optreden, 't Zon ons te
ver voeren, om veel van dit pleidooi te ver
tellen, maar, waar slechts een licht
punt in bekl.'s duistere zaak was, werd
er door dezen advocaat op meesterlijke wijze
op gewezen. Daar pleiter, zoo al 't formeel,
dan toch niet 't materieel bewijs geleverd
achtte, drong ZEG. op vrijspraak, subsidiair
een lichtere straf aan.
Alle uitspraken a s. Dinsdag 11 Oct.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXXX.
Ziezoo, de feesten zitten er eindelijk op
en nu wil ik eens trachten, u 'n duidelijk
denkbeeld te geven van de verschillende ver
houdingen hier.
De vorst Pakoe Boewaua X is een Vazal
van Hare Majesteit de Koningin. Hij heeft
Zijn Rijk dus slechts in leen. Toen Hij 30
Maart 1893 of volgens de Javaansche-Mos-
limsche tijdrekening op den 12den der maand
Poeasa van het jaar Dje 1822 den troon
Zijner vaderen besteeg, moest Hij eerst in
tegenwoordigheid van den toenmaligen Resi
dent O. A. Barna! y Lautier en al de Rijks-
grooten plechtig onder den Mohammedaan-
Bchen Bijbel, den Q >raan, bezweren, dat Hij
het Nederlandsch-Indischa Gouvernement als
Zijn Opperheer en de over Hem gestelde
machten als Overheid steeds eerbied en ge
hoorzaamheid zon betoocen en zoo noodig
hulp verleenen zou dat Hij verder het wel
zijn van Zijn volk zou bevorderen en recht
vaardig regeeren, dat Hij geen oorlog zou
voeren tegenZijn naburen, landbouw, nijverheid
en hendel ztu beschermen, den slavenhandel
beletten en ook geen politieke aanraking met
vreemde Mogendheden zoekea zou. Verder
verklaarde en erkende Hij, dat Zijne waardig
heid als Leenman niet rechtens Hem toekwam,
doch uitsluitend als 'n persoonlijk gunstbe
wijs van de Regeericg moest worden be
schouwd, zoodat deze ten allen tijde het recht
en do macht ook bezat, om het leen weer
berekende, óm een voordeelig baantje
machtig te wordeD, en iedere gelegenheid
waarnam om mededingers een hak te
zetten. Het was -qpbegrppelyk, maar het
was een feitmen had ü6n armen kerel
met een verkeerden maatstaf gemeten.
Dat hy zichzelf gedood had, was zeer
aanstootelijk, maar men had toch bepaald
aan den man wat goed te maken. Als aan
grijpend moment kwam er nog by, dat de
onzalige catastrophe het gevolg wrs van de
verkeerde boodschap van de kindermeid,
en zoodoende werd de begrafenis opge
schroefd tot een ongewone, imposante plech
tigheid. By het opkomen van de zon op
den tweeden dag vond de plechtigheid
plaats, en niet alken de besmbten van
Stanhope namen hieraan deel, maar zelts
de officieren van het dichtstbijzijnde gar
nizoen. De kist werd op een draagbaar
vervoerd, en in langen optocht volgden de
treurenden te voet en per rijtuig naar het
Europeesche kerkhof, dat boven in de stad
Pataripur was gelegen. De Engelsche
geesteiyke,dieer eeist tegen was geweest,den
zegen uit te spreken by bet graf van een
zelfmoordenaar, maar wier8 vrouw hem
gesmeekt had, zich toch om 's hemels wil niet
zooveel vijanden te maken, had een lange,
gloedvolle grafrede gehouden, waarin hy,
vlug over de doodsoorzaak heer gaande,
den overledene als den drager van alle
deugdeD prees, en zyn diensten, aan staat
en gemeenschap bewezen, in het schitte
rendste licht stelde, zcodat de overtuiging,
dat men dezen man onderschat had, alge
meen nog werd versterkt.
By degenen, die de kist volgden, hadden
zich cok gevoegd de officieren van het 10e
terug te nemen 1
De aandachtige lezer zal nu wel begrijpen,
dat er op die manier niet bijster veel meer
dan schijn van zelfstandigheid overbleef en
dat verlangt Zijne Hoogheid dan ook niet.
Wanneer Hem maar vorstelijke eer bewezen
wordt, wanneer Zijne Javanen, het lagere
volk vooral, onbekend als het is met die vele
concessies, in Hem den waren machthebber
zien, wanneer de Europeanen voor Hem
bnigen aan het Hof en eerbiedig Hem
groeten op straat, wanneer Hij maar genieten
kan van de noodige „staatsie och, dan laat
Hij de rest heel graag aan het Gouvernement
over. Hij heeft op die manier de minste
aoesah en geniet toch de voordeelenVer
scheidene malen ben ik thans reeds bij den
Keizer op bezoek geweest, uren lang heb ik
in den Kraton doorgebracht, ik mocht er
van alles zien enbewonderen. Zijn
paarden, rijtuigen rijkssioraden, vrouwen,
Hofnarren, dansmeisjes, diamanten, parelen
ringen, serviezen, magazijnen enz. enz., en
steeds moest ik den Vorst weer beloven, dat
ik van al dat schoons in de Hollandsche
bladen melding maken zon.
Ook de verschillende prinsen van den
bloede zjn danig in de weer geweest om
'nnn schatten te laten zien en ik ben bepaald
beu van 't roepen van „O, bagoesbagoes
sekali ini[„O, wat is dat erg mooidat
ik maar steeds weer herhalen moest, om die
groote kinderen tevreden te stellen.
Zeer belangwekkend was 't voor mij, om
bij die vele intieme bezoeken eens meer van
nabij kennis te maken met de zoo strenge
adat der Javanen, streng vooral hier in de
Hofstad.
Het is b.v. zeer „onbeschoft," om met een
meerdere of een oudere van meening te ver
schillen, de hoogste of de oudste, ook in den
familiekring, heeft altijd gelijk en wat hij
beweert wordt immers steeds met de noodige
sembah's [de handen tegen elkaar gedrukt
voor 't aangezicht] krachtig bevestigd door
een herhaald„noenninggih, noenninggih I"
wat in 't Hoog-Javaansch „ja ja" wil zeggen.
Ik Bpreek daar van Hoog-Javaansch, doch
dat is minder juistOok ai als een gevolg
van da zoo strenge discipline onderling bij
dat nog achterlijke volk, heeft men hier feite
lijk vijf talen. Ze zijn
lste. Het Ngoko, dat is het Javaansch,
zooals het door de lagere standen onder
elkaar gesproken wordt of door den meerdere
tot den mindere.
2de. Het Krama, de taal waarin de mindere
of jonge moet antwoorden, ik zeg antwoorden,
omdat zoo iemand nooit ongevraagd het
eerst 't woord mag nemen, het z.g. „Hoog-
Javaansch," ook gebruikt door aanzienlijke
poisonen van gelijken rang onder eikaar.
8de. Het Madya, eene vermenging van
Ngoko en Krama, ook wel, vooral hier op
Solo, Gendaloengan genoemd. Dit wordt ge
bruikt door lagere, doch nog boven de massa
verheven personen van gelijken rang onder
elkaar. Ook meerderen spreken het wel eens
tot minderen, als deze van hoogeren onder-
dom zijn.
4de. Het Kiamè-inggil, dat is een taaltje
van ongeveer 300 woorden zeer arm dus
dat gebruikt moat worden zoodra men
over God, de Koningin, den Gouverneur-
Generaal, de Vorsten en Prinsen, de Rijksbe
stierders enz. spreekt.
6de. De Basa Kedaton of „Hoftaal," ver
plichtend voor alle maDcen, behalve den Vorst
zelf, zoodra zij den Kraton betreden, of in de
nabijheid van den Heerscher zijn.
De Vorst spreekt steeds Ngoko, maar ge
bruikt over of vin zichzelf 't Krama inggü.
De vrouwen in den Kraton spreken onder
ling Krama of Krüma-madya en tegen de
mannen de Basa Kedaton. Men ziet, dat het
un juist niet zoo erg eenvoudig is, om de taal
van dit volk onder de knie te krijgen en als
men ze slechts gebrekkig spreekt en de ver
schillende soorten niet goed nit elkaar weet
te honden, dan is 't zeer zeker verkeerd, zich
in de oogen van den Javaan belachelijk, j t
soms onbeschoft, aan te stellen. Met de aan
zienlijken converseere men in het Maleisch
of in 'tHollandsch. want ook zelfs
hier in het conservatieve Soerakarta wordt
thans door hondarden jongeren onze moeder
taal met ijver bestudeerd en door velen zelfs
reeds vlot gesproken. Dit danken we vooral
aan het goede voorbeeld van de kinderen van
den Soesoehoenan en eenmaal zal er hier op
den troon een Vorst zetelen met meer ver-
regiment huzaren, die, juist van plan om
naar Umbilla terug te keeren, op het
station hoorden, wat er met Stanhop8 was
gebeurd. De plicht, om zulk een hoog
staand ambtenaar in den vreemde de laatste
eer te geven, mocht niet verzuimd worden.
Ook was men nog, hoewel onwillekeurig,
mede schuldig aan het ongeluk, doordat men
de vrouw, die binnen weinige uren door
twee zulke harde slagen van het noodlot
getrcffen werd, aan het sterfbed van haar
neef geroepen had.
Eén evenwel van het jachtgezelschap had
niet deelgenomen aan de begrafenis. Tegen
hem liep majoor Teylor by het invallen
van de schemering op, toen hij het huis
van Mr. Stanhope verliet,
„HoilaRteger?" riep hij verrast, „Ik
had je in het eerste oogetbiik niet herkend,
W il je teralotte toch nog gran condoleeren
Paul Ilioger ontkende door met het hoofd
te schudden.
„Nu, het zou ook tevergeefs zijn,"
meende de andere. „De dames ontvangen
begrijpelykerwijs niet, en mijn oude vriend,
de overste Macdonald, rookt hier of daar
in de eenzaamheid een 6igapr, om een beetje
te bekomen van de inspanningen van dezen
dag. T waalt uur la; g een treurig gezicht
te moeten zetteD, dat is te erg voor den
armen Robert. Je gaat toch mee naar het
station
„Een eindje wel, warneer ge het goed
vindt. Ik blijt nog een paar dagen in
Pa) Aripur."
„O ja?"
Een korte pauze, terwijl de heeren lang
zaam naast elkaar voortstappen. Dan geelt
de majoor zyn verwondering te kennen