Zondag 9 October 1904. 48ste Jaargang No. 3982. TWEEDE BLAD. \rrondissements Recht bank te Alkmaar. Jndische fSentesfit. Zitting vaa Dinsdag 4 October 1904. UITSPRAKEN A, J. J- van Steijn, L, F. over den Linden, J. vat) Nock en P. Kramer, Burgem. en T^reth. van Den Helder, het niet hebben van jjd tochtvrij privaat in de gasfabriek, binnens huis gelegen en naar sakae gescheiden, enz., met vernietiging van het vonnis des Helder gelen Kantonrechters, elk der 4 heeren f 10.— hoete snbs. 2 dagen hecht. Zwart Fa., Egmond aan Zee, vernieling, t dagen gevang. J llald8r' J- C. Potharst, huisvrouw van - QQiamaier, C. Duinmaier, hnisvronw van 3 jlu'.ier en Gl. J. Duinmaier, allen te Hoorn, mishandetóg, ^e eerste nog wel met lichame lijk letsel en bij recidive), 6 weken gevang. A tB.eeje en derde bekl. elk 3 dagen gevang. D0. 4 drie weken gevang. J. Duinmaier, Hoorn, mish., f 5.— boste, labs'. 10 dagen hecht, jf. Smit, Texel, mish8 dagen gevang. P. Ligthart, Grootebroek, mish., f 6.— boete, gnbs. 6 dagen hecht. P. J. Veel en Joh. Veel, beiden te Alkmaar, wederspannlgheid, wat P. J. betreft nog eenig lichamelijk letsel tengevolge hebbende, elk een week gevang. A. IJfs, huisvrouw van W. Arends, Zijpe, 't dooden van dieren, aan een ander toebehoo- rende, f3.— boete of 6 dagen hecht. Vóórdat de strafzitting begon, hadlen we wadaag nog zoo'n sooht preludium ia den form van enne buitengewone zitting voor burgerlijke zaken, waarin allereerst een heele reeks zaakjes betreffende grondonteigening te Egmond Binnen werden afgerateld, waarna nog het faillissement van den heer Klaas Hooster werd uitgesproken, terwijl ten slotte de heeren Jelle Jelles, D. C. Rezelman en C, Waiboer Rz., resp. Burgem. en Weth. vaö Anna Panlowna, als zoodanig opnieuw werden beësdigd. De eerste zaakjes, die nu volgden, waren vervolgingen, ingesteld tegen eigenaars van zwarte, gele, blauwe, bonte, rooda en bruine hondjes, die verzuimd hadden de belasting voor deze diertjes te betalen en allen uit Eakhuizen kwamentegen elk van hen werd f 6.— of één dag gerequireerd. Na deze hondeuzsken gingen wij naar de Zijpe. Veel heeft dit zaakja trouwens ook al niet om het lijf. Bekl. wa» absent, en voegen we daarbij, dat sinjeur Klaas Kooi heet, te Oude Nledorp is geboren, landbouwer van beroep is en op "21. Aug. te St. Maartensbrug, in een vrij hoog stadium van dronkenschap zich verlustigende, zich gedroeg zooala zijne soort- genooten dat doorgaans plegen te doen, dan hebben we genoeg van hem gezegd. De rest werd aangevuld door den 32-jarigen gem.- veldwachter W. F. v. d. Vreede aldaar, die vandaag als getnige verklaarde, dat hij, op surveillance zijnde, spoedig last met Kooi had, die hem een vuistslag toediende, van zeldzame kracht en „vastheid" van hand ge tuigende. Voorts hoorden we nog, dat Klaasje vaak „scheef zeilt" en een en ander gaf den heer 0£f, die 't ten laste gelegde voldoende bewe zen achtte, aanleiding om even 8 dagen ge vang te requireeron. Johannes van der Zei, zoo heet de 21-jarige bekl. die nn volgde, is „kouwe-bakkersknecht" bij den heer Arie Groen in den grooten Mid denweg te Heer Hngowaard, welk ambt hij de voorkeur heeft gegeven boven 't vroeger door hem beoefend wordende landbouwers- bedrijf, dat hij vóór zijne intrede in de Heer Hngowaard beoefende te Spanbroek. Echter heeft hij van zijne loopbaan als landbouwer en speciaal van zijn vorige woonplaats Span broek nog aangename herinneringen overge houden. Daaronder behoort in de eerste plaats 'feit, dat hij op „Vrouwendag" (2 Fabr.) 1902 tot Vrouwendag 1903 heeft gediend bij den rnim 60-jarigen landbouwer en vee houder Pieter Helder en diens vronw Anlje denburg, (wonende aan den Viersprong, feuilleton. tegenover 't groote café van den heer Pels te niet 33 jaar oud waa. Na, dat kon dan ook Spanbroek), wsar hij in Juni '03 weer terug- wel w^zen, en 't was dan ook zoo I gekomen is, om Hemelvaartsdag van dit jaar Enfin, het was op 24 Angs. j.1. op 't erf (12 Me!) wederom den dienst te verlaten. 't Was in dit laatste tijdvak, dat Hannes een ouden koperen wa-chketel van den baas had verkocht aan een „scharrelaar in vodde en biena en zcó" voor de respectabele som van 50 Hollandsche centen. Hierin was op zichzelf niets bijzonders gelegen, als 't waar was, wat onze jonge heer bij kris en bij kras beweerde, n.1. dat Heldsr hom den ketel had geschonken om dozon te varkoopen, (daar hij, Helder, toch reeds een nieuwen had, zoodat de oude voor „oud vuil" op zolder stond,) wat v. d. Zei had doen besluiten, zooals hij tegen een anderen knecht van Helder [zekeren Bartholomens ja!" Eau was 't oens: „Je benne een leelik Konijn] had gezegd, om den ketel maar eens te „vermasselen", hetgeen dit voorjaar met de schoonmaak dan ook gebeurde. Welk een geheel andere lezing van 't ge val gaven echter boer Helder en egaHelder beweerde, don ketel 't vorige voorjaar op den van R. Waiboer te Anna Panlowna dat is de patroon van Van Tenlingon] een lawrai van belang, doordat Pluin een zekeren Arie Kieseling, die met een evenaar aan kwam sjouwen, direct naar de keel vloog, waarop deze een strot opzette als een mager varken Zooais te begrijpen valt, zat daar wel meer achter. Pluin had van Arie's baas wat hout I gekocht en hiervoor f 6.betaald later had Arie's moeder het overgenomen voor f 7.60 en toen Arie en zijn mama hoorden, dat sinjear I Pluin er zelf een daalder minder voor had betaald, moest hij dat „allernaar hoore, zie slecht kreng 1" [aantooner.de wijs], ook wel eens „ga na je slechte famielja" [gebiedende wijs], of „dat je stikke!" [aanvoegende wijs], enz. De baas, Waiboer, kwam er dan ook als getuige bij te pas en de Pres. verzocht hem, den eed te doen, waarbij aan den dag zolder te hebben gedaan, echter zonder v. d. Zei kwam, dat W. eigenlijk Doopsgezind was, ooit vergunning tot verkoop te hebben gegeven, of hem't ding te hebben gescbonken;geensprake van Toen in 't laatst van Mei dezes j rare een dochter des huizes in 't huwelijksbootje ging 1 stappen, ksek papa H. eans op zolder, om meergemelden ketel met de aanstaande jonge hnisvronw mee te geven, en zie hij was weg of ie weg geveegd was Vrouw Helder'» verklaringen verschilden j weliswaar nogal iets van die van haren echt- j vriend, speciaal wat betreft den datum, waarop „corpus delicti" naar den zolder verhuisde. Zij toch beweerde, dat in Juli 1903 heti huismoederlijk stuk gereedschap nog in de boet was en eerst in September een verdie ping honger is gaan betrekken, doch dat de ketel was weggeschonken, daarvan gaf haar getuigenis ook beslist niets aan. Toen de Pres. eens zeer belangstellend bij Hannes informeerde, of die weleans meer zoo'n presentje van Helder kreeg, antwoordde Hannes mat strak gezicht, dat de baas niet „scheutig" wasEnfin, de baas had er zoodat de Praesns hem van den eed ontsloeg en hij met „de belofte" toekon. Waiboer deelde mede, dat Pluin vóór Kie- zeling's komst al kwaad was dien dag, want er was een nieuwe streng gesprongen en toen Waiboer hieromtrent iets vroeg, snauwde Van TeuliDgen hem al leelijk af en 't humeur werd er bij 't zien van Aria Kiezeling zóó veel slechter op, daar Van T. dezen om die hcutkwestie zeer slecht kon zotten, dat hij Arie aanpakte, wat deze heeft aange geven, zoodat I'lnin heden voor beklaagde mocht spelen. Waiboer moest toegeven, dat mama Kieze ling aan bekl. alle aanleiding tot toorn had gegeven, doch kon zijn optreden overigens gansch niet roemen, zoomin eerst tegen hem zelf, als later tegen Arie Kiezeling. De heer Off. vond 't bewijs van de ten laste gelegde mishandeling volkomen gele verd en releveerde verder, hoe beklaagde vroeger aan de politie een geheel andere reden tot zijne handelwijze had opgegeven justitie-zaken van gemaakt en daaraan had 1 dan vandaag. Bovendien vond Z.E G., dat het heelemaal niet aanging, om den zoon te getuigenverhoor rtqaisitoir j mishandelen voor datgene, wat de moeder 'misdeed en eischte alzoo f7.boete subsi diair 7 dagen hechtenis, waarna bekl., jnist niet zesr voldaan, den aftocht kon blozen. Tot besluit willen we ons nog oven met den 24 jarigen Dirk Tamis, zoon van een slagertje te Schagen, en zelf zoowat „koop- maakte, dat de geëischte straf 2 weken was, j n}.aflU van beroep, bezighouden. Dirk, nog bij de O. v. J. 't nu te danken, dat hij na een niet zeer kort mocht nemen. De Pres. riep bekl. „overend" met de mededeel!!] g, dat er 2 maanden tegen hem geëischt was, waardoor Hannes' roode wangen 1 van schrik een vaalbleeke kleur aannameu, totdat de geachte Praesus, zijne onwillekeu- j rige vergissing herstellende, de bemerking waarop Hannes weer oplubberda en verder niets hebbende in te brengen, met ware reuzenschreden vertrok. Klaas Buisman van AveDhorn had er dank aan, om op 't warme plekje, zooeven door v. d. Zei verlaten, te gaan zitten. Stikum was meneer thuis gebleven en toch zon hij heel wat nieuws nopens zichzelf, al was 't dan niet zoo heel vleiend, hebben kannen hooren. Op 28 Aags. was er 's avonds iaat ten hnize van den herbergier Germent Vos te Grcst- huizeu gem. Avenhorn, ter gelegenheid der „katjeskermis", een heel clubje „volk", het geen tot 't handhaven van 't sluituur 's nachts om 2 ure wel eenig bezwaar opleverde. Toch, Vos gelastte den gemeente veldwachter Jan Kok, even te helpen toen 't zoover was. Zooals vaak bij zulke najaars- of „katjes"kermiBgsn en dergelijke partijen 't geval is, bleven ook hier eenige plakkers over, waaronder zeker Buisman wel de las tigste was. Toen Kok hem wilde verwij deren enmet moeite naar buiten had getranspor- teeed, kwam Klaasje, onderwijl Kok een anderen plakker onder handen had, er weer in, en beleedigde den veldwachter zóó grof, dat deze hem opkalkte, waarvan de gevolgen natuurlijk Diet uitbleven. Klaas is vaak dronken, op partijen althans, en dan knapjes lastig, zoodat de O, v. J., om 't mondje eens wat kleiner te maken, even f 10.— boete als medicijn voorschreef, met be paling dat, mocht mijnheer Buisman da voor keur aan hechtenis geven, hij er dan 14 daagjes voor mag komen brommen. Pluin van Teulingen is arbeider van be roep en woont te Anna Panlowna. Hij gaf op, 32 jaren oud te zijn, waarop de President, gewapend met een extract uit 't geboorte register van Barsingerhorn (waar eens Van Tenlingen's wiegje stond), hem vroeg, of hij Roman van C. SCHROEDER. 000 Vierde Boek. 40. Maar Ibrahim gleed voorwaarts op zyn oote voeten, steeds de kaars hoog hou- steeds het hoofd gebogen als onder op? VRn een groote smart, en als Pfjypttotiseerd door zyn ernst en plechtig- eij.' vo'gde Kathlin hem stap voor stap. en Ui 8'0n<^ hij stil, en ook zy stond stil ft'si 00Sen °P- was de greote ^dientafel, en op die tafel lag iets, in Pj.118 gekuld. Schuw ging haar oog wat er, tot het een marmerwit menschen- „..aat ontdekte. Toch schrikte zy niet, zij v P slechts met haar hand naar haar Waki,00 ^ant het was haar, of zij niet p. 6w?si als had een droom haar terug- lao tv l. 'n tent in het bosch, en als Dn v? ,?aar °P zÜn doodsbed. oat waren üick's trekken niet, Mr ra?~ pnbegrypelyk de trekken van maar anh°Pe- Die was toch in Debli zijQ aeen' hy moest reeds teruggekeerd wat i ibiahim stond hier toch. Maar finbe»3^ ^aRr 200 star op de tafel, zoo ogelyk en wat was dat daaraan zijn slaap Een donkere vlek I B'oed bloed bloed Haar oogen sperden zich open, wijd open. Zy boog zich voorover, en diensde terug als had zij een mokerslag op het hoofd ontvangen. „Dood, Ibrahim stamelde zy, wild om zich heenkykend. „Dood „Dood, meesteres," luidde het dofte ant woord. „Eu hij heeft zich zichzelf „Ja, meesteres." „Het is niet waar riep zij uit, „het is niet mogelijk ik droom slechts hy hy Zy greep plotseling weer als zooeven met haar beide handen in de lucht, en zy zou gevallen zyn, als de man haar niet had gegrepen. Zy wachtte tot de zwarte sluier voor haar blik was opgetrokken, en dan vroeg zy toonloos „Hoe is het gegaan „Beschermster der armen, ik kan het u nie"t zeggen," antwoordde Ibrahim, de oogen neêrslaande. „In den tuin viel het schot ik ging naar buiten en vond mynfceer tusschen uw rozen liggen het wapen naast zich. Ik droeg hem in huis en liep naar Hokim. Die schudde bet hoold en sprak: „Het is te laat. Zyn ziel staat reeds lang voor Allah's troon." Tusschen myn rozen mompelde zy. Tusschen myn rozen En wanneer was het Nauwelijks een uur nadat wy waren thuisgekomen, meesteres. Zyn genade had naar u gevraagd en van de Ayah gehoord dat u midden in den nacht met een vreem zijae ouders thuis, schijnt echter deu laatsten tijd de voorkeur aan Rijks-logies te geven. Dit jongmensch, dat op 6 Angs. j.1. zijn eerezetel in 's Rijks logement op de Krocht te Alkmaar betrok, wegens den dezen zomer door hem gepleegden diefstal van een tabaks doos, was op 5 Sept. j.1. zoo gelukkig „vrij I en vrank" uit de gevangenis te worden ont slagen, daar zijn tijd om was. Niemand ge lukkiger, dan ons Dirkje! Toch kreeg hij spoedig het heimweehij dronk zich deazelfden dag nog een roes, ging 's avonds er met een paard vandoor en den volgenden morgen 6 Sept., zat Dirkje al weer, veilig als in Abraham's schoot, in het Huis van Bewaring. Hoewel hij toen, nog zoo wat in zijn roes, bekende, wss hij heden op de zitting zeer ontkennend gezind, betreffende de hem ten laste gelegde feiten en wist zich zoowat niets meer te herinneren van hetgeen hij gedaan had. We znllen zijn handelingen met een enkel woord uiteenzetten. In de olie als Dirk was, zeilde hij naar de stalling vaa den heer K op den Dijk te Alkmaar, (waar paardenmarkt werd gehouden) en nadat Klaas Kruier uit H. Hngowaard zijn paard door den arbeider Jan Ursem in deze stalling had laten zetten, pakte Dirk het even later stiekum mcê, zoodat, toen Kruier en Ursem gereed waren nsar huis te gaan, het paard „gevlogen" vonden. Zoeken, informeeren en ten slotte niet zeer bsmoedigd Heer Hugo- wsard-waarts. Dirk was inmiddels, na er eens afgevallen en weer op 'fc paard geholpen te zijn, verder zonder veel tegenspoed bij D. Pijper in de herberg „De Zwaan" te H. Hngowaard aangeland. Vóór hij daar was, ontmoette hy echter zekeren Pieter Ursem, die 't paard herkende en Tamis beduidde, dat 't dier aan Kruier toebe hoorde. Dirk vroeg, waar die man woonde en verklaarde verder 't beest te moeten leveren aan den mynbeer waart weggereden. Toen werd myn meester toornig, zoodat hij wit werd als de muur daar. Toen Hij kwam niet verder, want hy moest bliksemsnel toegrepen, om de bezwymende vrouw voor een val op den grond te bewaren. HOOFDSTUK VI. Niet Pal Sripur alleen, maar byna geheel Engelsch-Indië stond voor een raadsel. Wie had niet met den vlug op de maat schappelijke ladder omhoog gestegen Mr. Stanhope kennis gemaakt en in hem den onvermoeiden strever naar hooger bewon derd, benijd, of veracht? En wie van doze n-'et te tellen duizenden had niet de vraag, of FraEk Stanhope naast zijn eigen elegante persoonlijkheid, nog een anderen god of godin erkende, met een overtuigd neen beantwoord? Dat hij zyn vtcuw door ijverzucht het leven tot een last maakte, was een openbaar geheim geweest, maar geen mensehenziel was het ingevallen, achter deze ijverzucht iets anders te zoeken, dan dat krasse egeïeme, dat vcor het eigen bezit den nassie zelfs het onschuldig aan- kyken niet gunt. De meening, als zou Mr. Stanhop8 zichzelf, door het smartelijk ge voel eener teleurgestelde liefde, een haar krenken, zou groote vroolijkheid hebben opgewekt En toch was nu dit gevoel in Lem zoo sterk en zoo echt geweest, dat hy zich een kogel door het hoold had gejaagd. Een werkelijke tragedie in het leven van een man, die schijnbaar niets van een tragischen held had gehad, van wien men meende, dat by aan niets ar ders dacht, dan om hooger en hooger te komen, en die sluw de kansen Jan Kant, asjeblieft heel op Wieringen. Bij Pijper werd Dirk ook ai weer ondervraagd en daar gaf hij voor, het beest voor f 106.— te hebben gekocht van een hem onbekend persoor. Toen Kruier echter zelf in „De Waard" aankwam en Dirk's momenteele verblijfplaats passeerde, raakte hij spoedig met de toe dracht der zaak bekend. Pieter Ursem had n.1., met Dirk's explicatie niet tevreden zijnde, een zoontje van Kruier naar den gem.-veld- wechter P. Harsten gestuurd, die met bekwamen spoed verscheen, Dirk ondervroeg, met hem naar den Burgemeester marcheerde, om daarna heel spoedig aanleiding te vinden tot inbeslagneming van 't bewuste paard een 20-jarigen ruin, waarvoor f 105.zeker een veel te hooge prijs mocht heeteo, terwijl heer Tamis nog denzelfden avond mee mocht om zich op 't bureau van politie te Alkmaar te verantwoorden met 't ons bekende gevolg, dat 't Huis van Bewaring zijn logies werd. De hoer Officier wees onder meer op de vele uitwegen, die bekl. in 't Huis van Bewaring heeft aangewend, om zijn onschuld te bewij zenverder repte ZEG. nog van een brief, door Dirk aan zijne ouders gericht, over een afspraak tusschen J. Kant van Wieringen en hem, waarbij Dirk op zich nam om Kant een paard te brengen enz. Deze brief die hoogst waarschijnlijk ten doel had, Jan Kant tot een zeer voordselig getnige a décharge te vormen, is natnnrlijk door de handen van 't Parket gegaan, tengevolge waarvan, vóór verzending, éérst Kant is ondervraagd, die geantwoord heeft, dat wel van een veulen sprake is geweest, doch dat hij (Kant) den door hem bedoelden brenger daags na de markt dus op 6 Sept. heeft gesproken, als wanneer Tamis al goed en wel in zyn hokje in 't Huis van Bewaring zat. Das dat klopte niet best De Off v. J. wees op een vonnis van zekeren P. J. Zat, die voor eenigeu tijd ook in dronkenschap een en ander wegnam zonder er later een tittel of jota van te weten en die toen toch ook door deze recht bank is veroordeeld geworden, en zoo eischte Mr. Caopias tegen dezen brutalen recidivist wegens den beganen paardendiofstal 3 maan den gevang. Als toegevoegd verdediger hadden we het genoegen Mr. A. A. Haizenga van Hoorn te zien optreden, 't Zon ons te ver voeren, om veel van dit pleidooi te ver tellen, maar, waar slechts een licht punt in bekl.'s duistere zaak was, werd er door dezen advocaat op meesterlijke wijze op gewezen. Daar pleiter, zoo al 't formeel, dan toch niet 't materieel bewijs geleverd achtte, drong ZEG. op vrijspraak, subsidiair een lichtere straf aan. Alle uitspraken a s. Dinsdag 11 Oct. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. LXXX. Ziezoo, de feesten zitten er eindelijk op en nu wil ik eens trachten, u 'n duidelijk denkbeeld te geven van de verschillende ver houdingen hier. De vorst Pakoe Boewaua X is een Vazal van Hare Majesteit de Koningin. Hij heeft Zijn Rijk dus slechts in leen. Toen Hij 30 Maart 1893 of volgens de Javaansche-Mos- limsche tijdrekening op den 12den der maand Poeasa van het jaar Dje 1822 den troon Zijner vaderen besteeg, moest Hij eerst in tegenwoordigheid van den toenmaligen Resi dent O. A. Barna! y Lautier en al de Rijks- grooten plechtig onder den Mohammedaan- Bchen Bijbel, den Q >raan, bezweren, dat Hij het Nederlandsch-Indischa Gouvernement als Zijn Opperheer en de over Hem gestelde machten als Overheid steeds eerbied en ge hoorzaamheid zon betoocen en zoo noodig hulp verleenen zou dat Hij verder het wel zijn van Zijn volk zou bevorderen en recht vaardig regeeren, dat Hij geen oorlog zou voeren tegenZijn naburen, landbouw, nijverheid en hendel ztu beschermen, den slavenhandel beletten en ook geen politieke aanraking met vreemde Mogendheden zoekea zou. Verder verklaarde en erkende Hij, dat Zijne waardig heid als Leenman niet rechtens Hem toekwam, doch uitsluitend als 'n persoonlijk gunstbe wijs van de Regeericg moest worden be schouwd, zoodat deze ten allen tijde het recht en do macht ook bezat, om het leen weer berekende, óm een voordeelig baantje machtig te wordeD, en iedere gelegenheid waarnam om mededingers een hak te zetten. Het was -qpbegrppelyk, maar het was een feitmen had ü6n armen kerel met een verkeerden maatstaf gemeten. Dat hy zichzelf gedood had, was zeer aanstootelijk, maar men had toch bepaald aan den man wat goed te maken. Als aan grijpend moment kwam er nog by, dat de onzalige catastrophe het gevolg wrs van de verkeerde boodschap van de kindermeid, en zoodoende werd de begrafenis opge schroefd tot een ongewone, imposante plech tigheid. By het opkomen van de zon op den tweeden dag vond de plechtigheid plaats, en niet alken de besmbten van Stanhope namen hieraan deel, maar zelts de officieren van het dichtstbijzijnde gar nizoen. De kist werd op een draagbaar vervoerd, en in langen optocht volgden de treurenden te voet en per rijtuig naar het Europeesche kerkhof, dat boven in de stad Pataripur was gelegen. De Engelsche geesteiyke,dieer eeist tegen was geweest,den zegen uit te spreken by bet graf van een zelfmoordenaar, maar wier8 vrouw hem gesmeekt had, zich toch om 's hemels wil niet zooveel vijanden te maken, had een lange, gloedvolle grafrede gehouden, waarin hy, vlug over de doodsoorzaak heer gaande, den overledene als den drager van alle deugdeD prees, en zyn diensten, aan staat en gemeenschap bewezen, in het schitte rendste licht stelde, zcodat de overtuiging, dat men dezen man onderschat had, alge meen nog werd versterkt. By degenen, die de kist volgden, hadden zich cok gevoegd de officieren van het 10e terug te nemen 1 De aandachtige lezer zal nu wel begrijpen, dat er op die manier niet bijster veel meer dan schijn van zelfstandigheid overbleef en dat verlangt Zijne Hoogheid dan ook niet. Wanneer Hem maar vorstelijke eer bewezen wordt, wanneer Zijne Javanen, het lagere volk vooral, onbekend als het is met die vele concessies, in Hem den waren machthebber zien, wanneer de Europeanen voor Hem bnigen aan het Hof en eerbiedig Hem groeten op straat, wanneer Hij maar genieten kan van de noodige „staatsie och, dan laat Hij de rest heel graag aan het Gouvernement over. Hij heeft op die manier de minste aoesah en geniet toch de voordeelenVer scheidene malen ben ik thans reeds bij den Keizer op bezoek geweest, uren lang heb ik in den Kraton doorgebracht, ik mocht er van alles zien enbewonderen. Zijn paarden, rijtuigen rijkssioraden, vrouwen, Hofnarren, dansmeisjes, diamanten, parelen ringen, serviezen, magazijnen enz. enz., en steeds moest ik den Vorst weer beloven, dat ik van al dat schoons in de Hollandsche bladen melding maken zon. Ook de verschillende prinsen van den bloede zjn danig in de weer geweest om 'nnn schatten te laten zien en ik ben bepaald beu van 't roepen van „O, bagoesbagoes sekali ini[„O, wat is dat erg mooidat ik maar steeds weer herhalen moest, om die groote kinderen tevreden te stellen. Zeer belangwekkend was 't voor mij, om bij die vele intieme bezoeken eens meer van nabij kennis te maken met de zoo strenge adat der Javanen, streng vooral hier in de Hofstad. Het is b.v. zeer „onbeschoft," om met een meerdere of een oudere van meening te ver schillen, de hoogste of de oudste, ook in den familiekring, heeft altijd gelijk en wat hij beweert wordt immers steeds met de noodige sembah's [de handen tegen elkaar gedrukt voor 't aangezicht] krachtig bevestigd door een herhaald„noenninggih, noenninggih I" wat in 't Hoog-Javaansch „ja ja" wil zeggen. Ik Bpreek daar van Hoog-Javaansch, doch dat is minder juistOok ai als een gevolg van da zoo strenge discipline onderling bij dat nog achterlijke volk, heeft men hier feite lijk vijf talen. Ze zijn lste. Het Ngoko, dat is het Javaansch, zooals het door de lagere standen onder elkaar gesproken wordt of door den meerdere tot den mindere. 2de. Het Krama, de taal waarin de mindere of jonge moet antwoorden, ik zeg antwoorden, omdat zoo iemand nooit ongevraagd het eerst 't woord mag nemen, het z.g. „Hoog- Javaansch," ook gebruikt door aanzienlijke poisonen van gelijken rang onder eikaar. 8de. Het Madya, eene vermenging van Ngoko en Krama, ook wel, vooral hier op Solo, Gendaloengan genoemd. Dit wordt ge bruikt door lagere, doch nog boven de massa verheven personen van gelijken rang onder elkaar. Ook meerderen spreken het wel eens tot minderen, als deze van hoogeren onder- dom zijn. 4de. Het Kiamè-inggil, dat is een taaltje van ongeveer 300 woorden zeer arm dus dat gebruikt moat worden zoodra men over God, de Koningin, den Gouverneur- Generaal, de Vorsten en Prinsen, de Rijksbe stierders enz. spreekt. 6de. De Basa Kedaton of „Hoftaal," ver plichtend voor alle maDcen, behalve den Vorst zelf, zoodra zij den Kraton betreden, of in de nabijheid van den Heerscher zijn. De Vorst spreekt steeds Ngoko, maar ge bruikt over of vin zichzelf 't Krama inggü. De vrouwen in den Kraton spreken onder ling Krama of Krüma-madya en tegen de mannen de Basa Kedaton. Men ziet, dat het un juist niet zoo erg eenvoudig is, om de taal van dit volk onder de knie te krijgen en als men ze slechts gebrekkig spreekt en de ver schillende soorten niet goed nit elkaar weet te honden, dan is 't zeer zeker verkeerd, zich in de oogen van den Javaan belachelijk, j t soms onbeschoft, aan te stellen. Met de aan zienlijken converseere men in het Maleisch of in 'tHollandsch. want ook zelfs hier in het conservatieve Soerakarta wordt thans door hondarden jongeren onze moeder taal met ijver bestudeerd en door velen zelfs reeds vlot gesproken. Dit danken we vooral aan het goede voorbeeld van de kinderen van den Soesoehoenan en eenmaal zal er hier op den troon een Vorst zetelen met meer ver- regiment huzaren, die, juist van plan om naar Umbilla terug te keeren, op het station hoorden, wat er met Stanhop8 was gebeurd. De plicht, om zulk een hoog staand ambtenaar in den vreemde de laatste eer te geven, mocht niet verzuimd worden. Ook was men nog, hoewel onwillekeurig, mede schuldig aan het ongeluk, doordat men de vrouw, die binnen weinige uren door twee zulke harde slagen van het noodlot getrcffen werd, aan het sterfbed van haar neef geroepen had. Eén evenwel van het jachtgezelschap had niet deelgenomen aan de begrafenis. Tegen hem liep majoor Teylor by het invallen van de schemering op, toen hij het huis van Mr. Stanhope verliet, „HoilaRteger?" riep hij verrast, „Ik had je in het eerste oogetbiik niet herkend, W il je teralotte toch nog gran condoleeren Paul Ilioger ontkende door met het hoofd te schudden. „Nu, het zou ook tevergeefs zijn," meende de andere. „De dames ontvangen begrijpelykerwijs niet, en mijn oude vriend, de overste Macdonald, rookt hier of daar in de eenzaamheid een 6igapr, om een beetje te bekomen van de inspanningen van dezen dag. T waalt uur la; g een treurig gezicht te moeten zetteD, dat is te erg voor den armen Robert. Je gaat toch mee naar het station „Een eindje wel, warneer ge het goed vindt. Ik blijt nog een paar dagen in Pa) Aripur." „O ja?" Een korte pauze, terwijl de heeren lang zaam naast elkaar voortstappen. Dan geelt de majoor zyn verwondering te kennen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5