CMT P (lag 16 Oct. 1904. jaargang. No. 3984. *8s TvyÉEPE BLAD. j^dissements Keclit- j)allk te Alkmaar. van Dinsdag 11 October 1904. fflDg UITSPRAKEN: „eiier. J. Teunisz, F. Karrmaker, F. ii0t P- Lauwerm&nn, J. van der rto - ?eD gelukkige bezitters van hondjes ^'thoizen, overtreding van de plaatsel. s t elk '6-~~ b°at0 01 1 d. h. C kö^Ü' Zijpe, mishand, van een dienstd. 6 d»? Sev-„ v, d Zal, Hoer Hngowaard, diefstal, 1 *e6 galaman. Avenhorc, beleed, dienstd. £jo.— toate subs. 14 d. hecht, r r T^nlingsn, Anna Panlowna, mishan- f3 boete of 3 d. hecht, nTam'8» Schagen (thans gedetineerd), fj-al, I'S recidive, 3 mnd. gevangenisstraf. i iliereeiste zaakje van vandaag was het j te voren aaugekocdigde vervolgen U W™ Z historie van den Wervershover •tol J. Steltenpohl, Onmiddellijk 1* -RVilasveldwachter A.Gorter gevraagd, verlangde kaartje van Wer- hnof door hem was meegebracht, waarop TW' kgyeatfgend antwoordde en triomfantelijk hrt eigengemaakte schetsje zich naar rtJa.4 TT" f"8*'; 'p levendige discussie ontstond, waarbij r..Kr eene heldere uitlegging aan 't E. A. lieze ga', terw*jl Steltenpohl zeer verslagen r een en ander luisterde en keek, totdat °fer ze" °ek bijgeroepen werd en toen ras^te het tongetje los, hoor Het slot weer overeenkomstig de conclusie, vóór 2 «eken door hem gemaakt, n.1. dat het [0Ces-vetbaal niks-niemendsl deugde. De 'Cer Zgp van Twisk, benevens de heeren tart, Dol en Hanwert, van Wervershoof, „•en' present, doch het geheele getuigen- a,|,oor kon jammer genoeg niet uitwijzen, 'v de oude Steltenpohl gevischt hsd in dat nter, hetwelk in de dagvaarding was opge- -tven, zoodat de heer Oificier in zijn rrquisi- fjir tót zijn niet geringe spijt vrijspraak voor moest vragen. ZEG. had inderdaad 't land, toen de zaak j!:e wending nam, omdat nu Steltenpohl a»r deze vrijspraak nog wel weer eens een tsisje zal durven wagen, waarbij de heer Officier echter den beklaagde ernstig waar- ïiuwde voor eventuëele overtredingen, ein- inde door, met vernietiging van 't vonnis Kantonrechters, vrijspraak voor S. te mgen. Toen de President aan bekl. vroeg, of hij nog iets had aan te merken, zou je hebben verwacht, dat zoo'n snurker alle reden tot voldoenirg had, maar toch mompelde ie barbaar: „Nou, 'k heb 3 m&al nei 't ge recht moeten voor die Gorter en 't zit er niet ioo erg an, zien je en maar de geachte President had spoedig genoeg van z'n praatjes, toodat sinjeur kon inrukken. Uit Ltamen kwam de volgende beklaagde, Cornelis v&n Brederode, een 25-jarig arbeider, die op Koninginnedag (31 Aug.) zeer boos werd op zekeren Jan Vis, oen 27 jarig plaats genoot van hem, daar deze een „onv^ijzige jeda" plaagde, wat Brederode's gevoelig hart niet kon velenhij gaf Vis dan ook een kolossale reprimande hierover en zei onder meer: „'t Was beter, dat ja wat steviger psnnekoeken voor ja knecht bakte(Vis schijnt als een „niet scheutige" baas door zijne dorpsgenooten te worden gekwalificeerd.) Erfln, ze kregen aardig woorden met eikaar en Vis, 't „loof" wordende, gaf Brederode een tik, waarop deze naar buiten marcheerde, doch na een poosje weer dapper opdaagde en aanleiding zocht tot hervatting van den ge schorsten twist, wat hem meesterlijk gelukte. Toen duurde 't heel kort, of Cornelis trok gnleperig zijn mes en gaf Vis daarmee een jaap over zijn aangezicht, dat het wel een wereldkaart geleek. D&t tatouëaren stond Vis echter zoo slecht in, dat hij tevens al zeer verbolgen over kt dnbieuse spekpannekotken-eompliment wn Brederode, hem er bijlapte, met 't ge volg, dat de 0. v. J., dit lang geen onschul dig vechtpartijtje achtende, eventjes 4 maan den gevangenisstraf tegen Kees eischte. De initialen van don volgenden bekl. waren precies als van den evongenoemden kkkesnijder, deze sinjeur heette Cornelis brasser, was absent, woonde te Castricnm, {n koelt zijne woede het liefst aan levenlooze voorwerpen [wat dit voorrecht dan ook heeft, dst „tegenweer" vrij zeker uitgesloten is.] Inze Brasser had cp 5 Sept. j 1. dermate FEUILLETON. zijn naam „eer" aangedaan, zóódanig „gebrast," dat hij stomdronken was, wat niet verhinderde, dat hij pravjs had voor zes, zoodat de Rijksveldwachter Jan Rap van Uitgeest het, alle* in onde-ling verband een Bamenhang beschouwd, hoogst wensche- iijk achtte, dat mijnheer de Brasser voor de openbare veiligheid opgepakt werd. Alzoo geschiedde. Rep stopte hem, geholpen door Kodewijn, den jachtopziener, in 't zeker niet zeer soliede arrestantenhok. Althena, toen sinjeur wat opgenuchtord was, viel het hem niet moeilijk om, met een gedeelte van zijd bedlaningen als gereedschap, 't houten schot, dat zijne „kamer" van da andere ru'mte in 't torengebouw afscheidde, gedeeltelijk kapot te beuken, zoodat, toen hij 2 planken ver brijzeld had, monsieur Brasser heel netjes in de aangrenzende rnimte stapte, waarin zich een tamelijk groot luchtgat bevond. Hiervan trok Keesje partij door handig naar buiten te klimmen, in den morgen vaa 6 Sspt., waarna hij in de dorpsherberg ging uitrusten. Hoe zwol zijn borst van trots en zelfvoldaanheid over jdezen „coup"' zoo avontuurlijk en die van zoo overveel moed en vermetelheid getuigde! Toch zong hij zija zwanenzang, want Jan Rap, rapper dan ooit, snorde hom wit gauw weer op en maakte van deze nitbraak, alias j vernieling, proces-verbaal op, zoodat sinjeur Brasser terdege „zuur" wss. Jammer genoeg had bek!, pink gestoken vandaag, maar de O v. J. r. q lircerde desalniettemin, met vol doende bewijzen gewapend, f 5.boete snbs. 4 dagen hecht., eu gaf asm Castrlcnm's Bur gervader den heer Job. Mooi, die ook als getuige aanwezig wos, den welgemeenden raad, om vooral als Hoofd der gemeente er terdege toe mtê te werken, dat 't nu weer herstelde arrestanten-lokaaltje toch vooral steeds in znlk een goeden staat verkeert, dat 't zonder gevaar voor ontvluchting, grooter I „inbrekers" dan Brasser kan „stallen." We kregen eindelijk weer eens iets nit Den Helder, Cornelis van Daits, [eigenlijk schijnt hij Hendrik gedoopt te zijn, maar dat kan niet zooveel schelen], Van Duits dan, die te Brammen [Geld.] geboren is en thans in rijksdienst koperslager is aan de Marinewerf te Den Helder, kreeg 't op 6 Sept. gaande met een vakgenoot, J. A. v. d. Heuvel ge- heeten. Duits heeft zijn ouderen collega, [die hem te voren erg tergde en „judaste," altijd zooals Van Duits zegt,] eeae collectie zeer incrimineerende woorden naar 't hoofd geslingerd, nog aangedikt door een stomp onder da kin, terzake waarvan onze vriend thaDs op k'achte van v. d. Heuvel terecht stond. De beleediging ontkende bekl. grooten- doels, de mishandeling geheel. Slechts één beleedigend woord had hij gezegd't Getui genverhoor leverde echter voldoende bewijs materiaal voor de rest ook, zoodat Mr, Cnopins, 't heel schappelijk met hem makeode. f 7.boete of 7 dagen hecht, eischte. Z.E.G. vond 't een soort animositeit, die tusschen beiden hserschte en dan uitbars'ingen met 't boven omschreven gevolg had, doch drukte bek!, op 't hart, zich voortaan in toom ta honden, te meer daar v. d. Heuvel toch vrij spoedig pensioen kaa en zal aanvragen. 't Volgende zaakje betrof Christisan Keizer, een 32-jarig schoenmaker nit Alkmaar, die aldaar, ten spijt van alie urinoirs, art. 239 W. v. S. heeft overtreden. De heer Oificier Bchreef wel gevangenisstraf voor, dóch stelde geen eisch, geen bepaalden tijd, dit aan de rechtbank geheel overlatende. Ulrich Zemerink wes als beklaagde present en moest met zijn medeplichtige, die evenals hij te Hoorn sjouwerman is en H. H. Dekker heet, terechtstaan. Dekker was echter niet aanwezig. Beide hee ren hadden van den aannemer der Stadsreiniging in Hoorn, den heer Barjamia van Kleef, lompen gestolen, die dezo heer bij de vuilnisbelt uitgespreid te drogen had liggen. Na 't uitvoeren van deze zeker niet zeer eerlijke daad, had 't tweetal nog voor 7'/i cent oud koper er bg gekocht en toen hadden ze wat een aardigen handelsvoorraad. Onderwijl had den de heeren grooten trek naar 'n borreltje gekregen, dus loerden ze er op, om 't zooije te kunnen verkoopen en dit lakte nogal niet onaardig, daar de ega van mijnheer Pienigas Polak voor 27 cents de gelukkige bezitster werd. Do beide heeren waren- alzoo van hun deftigen gonjé-zak met lorren af. Van Kleef voegde nog aan zijne verklarin gen toe, dat hij al vele malen vermeend hsd, lompen te missen en tegen zijn bediende, die dea boel gewoonlijk thuishaalde, weleeng eene aanmerking hierover had gemaakt, waarop deze steeds doodleuk antwoordde, dat hij wat er was van de belt meenam. Enfia door Van Kieef's bemoeiingen waren spoedig de vodden, alsmede 't oude koper inclusief de gonjé-zak, bij juffrouw Pienigas Polak in beslag genomen en werd de zaak vervolgens voor den strafrechter gebracht. Toen de heer Off. aan 't woord kwam, achtte dc-ze waardige ambtenaar de feiten volkomen bewezen en qaaLficeerde beide beklaagden als eerste drankliefhebbers, die zeer slecht bekend staan, alle twee, en ook in deze ontvreemde artikelen weer „drank centen" zagen. Bovendien schijnt sinjeur Zemerink nog iets op z'n geweten ts hebben, n I. 't gtnk- zeiien van vischtatgen, waarvoor hg zoo hoopte Mr. Ccopias van ganncher harte terecht mag staan. Mot 't oog op beider hoogst ongunstige antecedenten, eischte da heer Off. ten slotte tegen elk dar bekl., wegens diefstal, door twee personen in ver- eeniging gepleegd, m.-t toepassing van artt. 310 en 311 W. v. S 2 weken gevang. 't Laatste bedrijf voer:'o ons weder terug naar dat „gozegende" plekje van 't aardsche tranendal, d -t met den naam Hel der is betiteld. Trijntje Henning, een ene val li ge, vredelievende, zachtzinnige raodel-hmsmoedcr nit die stad, kon als laatst» [voor vandaag althans] op 't beklaagdea-batkja plaats nemen. Ia oen allerlovendigst discours, op 17 Aug j.1. te Den Helder gevoerd met een andere niet minder welbespraakte „dame", zekere Bar bars KDin, huisvrouw van N. Buitelaar, berigde Trijn scheldwoorden, nee, maar!.... zóó grof, dat we ze hier niet mogen neer schrijven. 't Is Barbars Klein dan ook eigenlijk niet erg kwalijk te nemen, dat ze zich ietwat beleedigd achtte en 't aangaf. Bovendien heeft Trijntje-iief Barbara's zoon ook nog voor iets heel liefs uitgemaakt, hetgeen de maat wel heeft doen overloopen. Juffrouw Henning, die de echtvriendin is van Jan Visser, betuigde natuurlijk op hoogen toon hare oischuld, geen klein beeije. De subs'ituut-griffier Mr. Var, Hess koo, welgemoed als immer, zijn lachen bijna niet honden stasnde 't af en toe werkelijk hoogst komieke, hoewel niet bepaald gedistingeerde getuigenverhoor. De O. v. J. releveerde, d&t bekl. inderdaad goed hekend staat en gaf haar den raad, niet meer aldus op te treden, torwijl Z.E.G. wegens beleed, f 3.boete subs. 2 dagen hecht, eischte. Uit praten alle op s. Dinsdag. *7 stite risen. Roman van C. SCHROEDER. 000 Vierde Boek. 42. ge nu luid gesproken," zeide Una, tooB -Van u" voorveranda dringt geen in j ln. Warner door. Bovendien, kent J aaa je nieuwen vriend?" heeft hem leeren kennen aan Du> heeR le*8 sterfbed-" T^eteekentzg heeft hem éénmaal «ii k®1 ^an denkbaar, dat db woorden, J uitstiet, op hem betrekking hadden?" rt schudde ontkennend het hoofd, üjf" dan zoo ondenkbaar, dat Kitiy lüjj êl!zenlooze smart over het verlies van hij j?an aan den een ot anderen man, Wlov86 ^an ztin wie hij wi), zulk een zenden zou ÊobertVaa- £renzen'00ze smart onderschreef boodsch ni6u' maar wat die zonderlinge gelijk; C'E noest hg toch zgn vrouw ea einJ^Ven' Daar°m knikte hg slechts ^snceó m ,?®drukte stemming naar buiten. ^srkeHu ontsteltenis de kleine Küty a&n w" ,i Vfn het verstand had beroofd, ia den t n°® weer een nieuwe schakel otticg van jjgj. waarin zgn dwaasheid haar had gedreven, en dan zou hij zijn heele leven lang niet meor met een licht en vroolijk hart aan haar kunnen denken. Ware niet dienzelfden morgen mijnheer Rieger door een dringend telegram naar Calcutta toruggeroepen, dan had Robert bepaald, hoe hij aan deze kwestie ook 't land had, voor zijn nieuwen vriend zgn hart eens uitgestort, en zoodoende bracht hg de laatste degen van zgn verlof eenzaam door, steeds over dit punt na denkend. Ongeveer een half uur vóór zijn vertrek naar Benares bracht Una hem de boodschap, dat Kitiy hem wenschte te spreken. Dat was hoogst verrassend, war.t in de laatste i vijf jaren had zg angstig elk alleen-zgn met hem gemeden. Zou hij zich daar nu Over verheugen, of was het een slecht teeken van haar geestestoestand, zoodat zij met betrekking tot hem een nieuwen koers insloeg! Met een beklemd hart vroeg hij dit zichzelf af en met kloppend hart stond bg een poos voor baar kamerdeur, eer hg het waagde den knep om te draaien. Toen hg haar zag, welde het medelijden met haar S machtig in zijn hart op dat hijeraBes door vergat, wat zoo lang als een scheids muur tusschen hen had gestaan. In een lagen, neten stoel lag zg, w een wit mouselinen japon gekleed zelf zoo blank en zoo teer als een b.oemkelk, die men met den mond wel kan wegblazen. Kittv!" rieP bjj ontsteld, „zustertje, wat heêit het je vrecselijk aangegrepen!" tLriiit» «ij jy leden op tot een langen, bgna plechtig Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. LXXXI. Men had mij al gezegd, dat de recepties bij Rctdhen Adipati Soaro di Ningrat nu eens bij uitzondering niet vervelend waren en ik moet 't bekennen, ik heb er me beat geamu seerd. In de ruime Pendopo van den Vorsts- lijken Kepatlhan worden de gaateu op bijzon der hupache, op prettige wijze ontvangen. Er heerscht sen bepaald gemoedelijke, een onge dwongen toon op deze maandelijkach9 bijeen komsten, waar bijna alle voorname Èuro- peescho en Javaanecho ingezetenen van Solo elkaar geregeld rendez-vons geven en waar men niet geplaagd wordt door die minder aangename formaliteiten en bepalingen van het Hof. De Radhen Ajoe, eene zuster van den Soesoehoenan, is een goed, vriendelijk Javaaasch vrouwtje, die op z'n Europeesch zelve tegenwoordig is en ai rpoedig heel gezellig j <s met de Solosche dames aan 't babbelen gaat. De zonon van den Riikabe- slicrder, Radhen M&s Sa-ra di Pocra, Onder- Rogent en uitstekend emateur-fotograaf, lladhen Mus Baija di Poe.a, Radhen Mae Kartü di Poe.a, huu zwager, Radhen Mas Saua, Marg,a >i>a. een talentvol musicus, hun neef Radhen Mas Soeia Hoekarü, zijn allen zeer sympathieke, vooruitstrevende jongelui, spreken onborispelijk Holland sch en voelen veel voor een nauwere aansluiting met be schaafde, ontwikkelde Nederlanders. Als een bijson derheid mcot ,ik u meds- deelen, dat in ie Pendopo, zeer smaakvol en modern gemeubileerd, onmiddellijk dria prachtige, uit hout gesneden en freai beschil derde busten de aandacht trekken. Za zijn door JavaacEche kunstenaars vervaardigd naar portretten van Hare Majesteit de Ko ningin, wijlen Zijne Majesteit den Koning en Hare Majesteit de Koningin-Moeder. De busten, levensgroot, staan to midden van groen en bloemen. Heel mooiHet heeft me hier op Soerakarta gefrappeerd, zooveel por tretten van ons Vorstelijk Huis er bij de Javaansche grooten worden aangetroffen. Zoo was ik verleden bij oen Kliwon of Onder- RegeDt, die er liefst acht, van Hare Majesteit alleen, in zijn Pendopo had hangen, portret ten van verschillende leeftijden, alle neijes in vergulde lijsten met kroon en achter glas. Toen ik in 1896 in Indië kwam, merkte ik bij de v bruine broeders al zeer weinig belangstelling voor Holland en Oranje. Wat is dat alles in korten tijd anders geworden In Kisten, een heel klein binnenplaatsje in deze Residentie, zijn cp 't oogenblik reeds meer dan 70 kinderen van Chineezen en Inlanders, die op de Gcnvernemenisschool en bij particulieren Holl&ndsch letreri. Ik was daar onlangs even een dsgjo en zag tot mijn verbazing, dat er ook al een laaggeboren Javaantje, Soewarco genaamd, 't zoent je van den mandoer (ploegbaas) Karto Soediia, op de Gouvernements8cbool ging, een der beste leerlingen was, dokter-djawa wilde worden en zrer vriendschappelijk omging met de aristocra tische kinderen van den Regent, den Djaksa en denKüwon. Wanneer zoo teis nu reeds mogelijk is in deze conservatieve Vorstenlanden, dan krijgt men hoop, dat bimen een halve eeuw dit volk er boven-op zal zijn, dat gebroken za! wezen met de slavenverhoudingen tusschen adel en volk en dat ook Hollander en Javaan dichter bij eik&ar zuilen staan, dichter dan thans neg het geval is. In de allereerste plaats past hier een wco'-d van oprechte hulde en dank eau den heer Abendanon, den Directeur ven Onder wijs, Eeredienst en Nijverheid. Stad» Novem ber 1903 (Staatsbl. 353) is het aan Inlanders en Chineezen vee! gemakkelijker gemaakt, om hun kinderen van de En ropeesche scholen mede te deen prcfiteeren, Earepeesche scho len voor 999/LOOO door Iciandsch geld tot stand gekomen Vroeger konden óók wel Inlandsche eu Chinoesche kinderen toegelaten worden, mits de ouders maar f 8 a f 10 per maand (de beide hoogste aanslaven) wilden betalen. Do meerderheid der EaropeeBche leerlingen, al net zoo donker of zwarter soms nog dan de Inlanders zelf, werden kosteloos onderwezen. Dit nu was al zeer onbillijkThans is er bepaald, dat kinderen van Inlandsche onders, wier maandelgksch inkomen niet meor bedraagt dan f 125, voor f 0.50 af 0.25 in de maand, en die van fatsoen lijke, doch onvermogende menschea zelfs gratis kannen worden opgenomen. Het gevolg hiervan is, dat nu allerwege de Europeesche scholen bestormd worden door aspiranten van Iaiandsclieti bloede. Jammer is 't zeker, dat als eisch nog steeds gesteld wordt, dat de klointj -s eerst voldoen de Nederlandsch moeten kcnneD. willen ze de lessen in de laagste klasse kunnen volgen. Dit wordt niet van de Europeesche leerliDgen geëischt en die kennen meestal ook nog geen Hollandsch als ze op school komen Op tal van fiöbel- en particuliere schooltjes zijn thans heeren en dames bezig, om de niet- Europeesche jsugd voor do Gonvcrnementg- sc'nool op te leiden. In Klaten zijn er zoo twee en te Batavia alleen zjjn door het plaatselijk bestnnr in het laatste jaar 27 ver gunningen voor dergelijke „voorbereidings scholen" uitgereikt. Ik voorzie, dat over tien jaar het aantal Hollandsch sprekende i Inlanders en Chineezen dan ook verhonderd- 1 vondigd zal zijn. Natuurlijk slaat nu den ouderwetechen Hollander hier en ook den Indo dea schrik om het hsrt. „V/aar moet dat naar toe met onze kinde ren „Het hemd is toch nader den de rok enz., zoo wordt er geprutteld. Sommigen zijn zelfs plotseling erg brsaf en dus bang, dat hun kroost van de niet-Europeesche kame raadjes allerlei slechts zullen leeren, dat ze ocgodsdieEStig zullen worden, enz., enz. Nonsens praatjes Men is bang voor concurren tie taterVolgens alle onderwijzers, die ik tot nog toe sprak, munt de Iaiandsche jeugd uit in ijver, aanleg, bevattelijkheid en goed gedrag. Mr. Abendanon, Uw naam zal hier later door het dankbare nageslacht met eerbied worden uitgesprokenU hebt als Lid van het Hoofdbestuur van het Algemeen Neder- landsch Verbond [Indische Tak] begrepen, wat er gedaan moest worden. Richt nn nog bg elke school eene voorbe reidingsklasse op, voor Indo's en niet-Euro- paanen, eene voorbereidingsklasse waar, vol gens de F.öbelmetboJe, door gediplomeerde onderwijzeressen den kleintjes spelenderwijze voldoende Hollandsch geleerd wordt. Verder ook spoedig de noodigo scholen bij- bonwen en meerdere onderwijzers uit Holland fevraagd Straks komt er overal plaats te ort Ook de Dokter-dj awaschool en de Oplei- dings scholen voor lulandsche hoofden zulièn weldra te klein blijken. Alle niet-Europeesche Ambtenaren laten thans reeds hun jongste kinderen naar de Hollsndsche scholen gaan. We zijn midden in de evolutie, trots het gejammer en gewee klaag van de dompers, zoowel in de Euro peesche als in dc Intandgche maatschappij. De bedienden van den Rijksbestierder dragen een lint van groene zgde met gele randen om den hals. In den Kraton dragen ze een geel fint met rood omzoomd en kleine gouden kwostjes. Ook san het Hof te Djocja moet die gewoonte bestaan. Een der jongelui ver telt ons nu de volgende legende, aan dit oude gebruik verbonden. In overoude tijden zond cr ear.8 'n Javaansch Vorst eenige dienaren met geschenken naar een vazal. Onderweg kregen de lui 't wat warm en dasr er vlakbij een rivier stroomde, gaven zij asn voorbijgangers tast, om even cp de cadeaux to passen, want zij wilden baden. Ze kwamen toen bij ongelnk terecht In het Rijk der watergeesten, werden daar fl nk ge trakteerd en vergaten er door 't fuiven al spoedig den tijd. Toen zg na eeriee weken van pretinaken plotseling schuld bewust werden en teiug wilden naar boven, om de geschenken verder Dan hun edres te bcz» r- gen, brachten de gulle gsstheeren hen weder nasr den oever. De inlanders, di.- nog stee os trouw op de csdeacx pssten, het kenden hen echter niet meer en weigerden daarom, 't hun toevertrouwde af te geven. De bedienden moesten toen weer naar huis Vorst terug en iv- i -ariAwym. *1 ernstigen blik ia zijn oogen. Het scheen, als wilde zg tot op den bodem van zijn ziel lezen. Het onderzoek moest wel tot haar tevredenheid zgn afgelocpen, want zg haalde plotseling diep ed*;m en zeide met een zwakken glimlach „Jij ziet er gezond en zeer welvarend uit, Robert. Het gaat je goed, nietwaar „Pereoonlgk ja Kitiy," antwoordde hg. „Maar dat verhindert toch niet, dat ik al het treurige van jou heb meêgevoeld." „Ik dank je," mompelde zij, „en ik ver heug mij" hier gold hem een tweede lange blik „dat er speciaal in jouw en j Una's leven riets treurigs gekomen is. Hce maken de kinderen het „Beiden frisch en vroolijk." verzekerde i hij. „Roddy is in Dublin op school en l Gwenry is in Killarneybij grootmoeder, en beiden schrgven veel brieven." „Die lieve kinderen Jelui zult zo erg misaen." „Heel erg, dat begrijp je. Maar intusschen is het ook weer heel aardig, het pas- getrouwde-paartje te spelen. Stel je eens voor: Una is ock weer begonnen peard te rijden." "De genoegdoening schitterde hsm uit de oogeD. toen bij dit uitriep. Neen, daar wes nieis gemaakts aan zgn opgowektheid en voor tooneelspelen had Robert al heel weinig aanleg. Een zekere episode in haar leven begon Kathlin bijna onwerkelijk toe te schoren. Met een zachten glans in de cogen fluis terde zij „Daarcm is het dubbel goed van jc, Robert, dat je mg Una nog een poopje wilt laten houdeD, maar wees getroost; binnen acht dagen zend ik ja haar weer thuis" Daartegen protesteerde bg zeer heftig, maar zij bleef er bg „Binnen acht dagen," en toen Lij het zich maar niet wilde Jaten gezeggen, knikte zg naar ie klok „je zult den trein missen," moest dat beteeketen. Hg begreep het ook en wilde haar vlug de hand geven, maar een ingeving volgend, richtte zg zich met eenige inspanning tot hem op en drukte hem een kus op zgn wangen. Gelukkig snelde hij de kamer uit. Toen hg op de veranda zijn vrouw ontmoette, draaide hg driemaal lachend met baar in het rond, en begon hsar zóó vurig en hartstochtelijk te kussen, dat zij lachend en buiten adem uitriep „Robert, ben je gek geworden „Ja," riep hg, „oven gek als Kitty. Jg, oude ongeiuksraef, met je verkeerde ge volgtrekkingen 1" Kathlin was, teen de deur achter Robert wss dichtgevelien, in haar steel terugge zonken. Het bezoek had al haar krachten uitgeput en haar een zacht rood nasr de wangen gedreven. Dat verdwee» nu langzaam en daarmeê ging ook beea een goed deel barer opgewekte octroeriag, Neen, geheel en ai was die episode in Benares toch geen droom gewcezt. En op rekening van een champagneroos kon het gedrag van Robert op dien avond toch niet geheel werden gesteld, en het bloote toeval had hem die zware ziekte niet ge bracht. Maar hg had de dwaze geschie denis overwonnen zoo volkomen, dat ze lis de herinnen tg daaraan in hem scheen weg wel om de bewijzen voor hun identiteit te halen. Vanaf toen moesten, ter voorkoming vaa dergolgke moeilijkheden, de dienstbaren van dan Snlthan een lint van bepaalde kleuren om den hals dragen. Wat het op de Recepties bg den Rijksbe stierder óók al zoo gezellig maakt, dat zijn de mooie nummer», door het Jsvaansche strijkorkest uitgevoerd. Voor de kenners en liefhebbers schrijf ik hier even het programma af. 1. Spreken is zilver en zwijgen is gond, Marsch gecomponeerd door Radhen Adjing I Soederni, eene nicht van den Rijksbestierder. 2. Ouverture zur Op9r Norma, Bellini. 3. lm Zigeuner Lager, R. Speiber. 4. Zwei gesprach, J. van Ham. 5. Nebelbitder, Phantaisie, Lnmbye. 6 Potpourri La Traviata, L Stamy. 7, Sourire d'Avril, Walzer, M. Depret. 8. 8'il voua ptaie, R. Eilenberg. Da Rijksbestierder is een bijzonder vriend zoowel van JavaanBche als van Europeesche toonkunst en onderhoudt daarom de noodige artisten voor verschillends orkesten. Zoo woonde ik in de Javaansche Sociëteit Habiprojo reeds een gamelan concert met Javaanschen zang bij zoo in-goddelijk mooi, dat slechts een Henri Borel de noodige woorden zou kannen vinden voor eene be schrijving. Het „Strijkorkest van den Kepatihan" oefent zich 6 a 6 unr per dog, is veertig l-den sterk en staat onder directie van den muzikalon Radhen Mas Sajia Marganea, schoonzoon van den Rijksbestierder. Dirigent is M. Titi Siooro. Ik hoorde in Indië nog nooit zoo heerlijk mooi spelen en het is zeker het eenigste goede orkest, dat we hier hebben, en zou zelfs in Europa, volgens de kenners, uitste kend voldoen. De tijd vliegt intusscben bij den Rijksbe stierder om, men zon zoo graag nog een paar uur langer blijven, doch om half negen slaat 't klokje van gehoorzaamheid. Een vlotte nitsmijtmarsoh en met eene bniging en handdrnk nemen de gasten afscheid van het nobele echtpaar en hunne sympathieke fa milieleden. Solo. Lt. Clockxxbb Brousson. b. d. Binnenlandsch Nieuws. Vergadering van den Raad der gemeente HOOGWOUD, op Woensdag i2 Oct. 1904, 's voormiddags te 10 ure. Voorzitter de heer C. Pijper, Burgemeester. Afwezig de heeren Schermer en Kooij, de eerste wegens voortdurende ongesteldheid, de tweede mst kennisgeving van verhindering. Na opening der vergadering door den Voorz., leest as Secretaris de notulen, die worden goedgekeurd. O ader de ingekomen stukken komt ook voor een schrijven van den heer P. Mienis van Aartswoud, betreffende zijn verzoek aan den Raad om vergunning tot 't bouwen van een boet, 't waik in de vorige raadsvergade ring van de hand gewezen was. Dit wordt allereerst in behandeling genomen. Maar, 't briefje blijkt een ongezegeid papier te zijn. „Nu mogen we", zegt Voorz., „dit eigenlijk niet behandelen." De heer Vijn antwoordt hierop, dat wel meer dergelijke ongezegelde stukken bg vroe gere gelegenheden door den Raad behandeld zijn en zou op grond hiervan een weigering tot behandeling nu onbillgk vinden. Enfia, men kooit spoedig overeen, het dan maar voor ta iazsn, hetgeen de Secr. doet. Da inhoud komt hier op neer, dat Mienis verklaart, volstrekt niet onwillig te zijn tot jaarlijkscho be taling dar f 2.60 erfpacht, doch dat dit bedrag nooit door den gesn.-ontv. van hem is geïnd, terwijl Mienis zgn verzoek tot toestemming voor 't bouwen der boet alsnog dringend herhaalt. „Wat denken de heeren hiervan vraagt Voorz. „Ik zou 't billijk vinden, om toch toe te stemmen," zegt de heer Vija „bovendien, nu is er veei rommel buiten bij bedoelde woning, die dan In de nieuw verrezen boet zou geborgen kunnen worden, en adressant staat toch onder onze conti óie, dus wanneer bij te ver van de gegeven vergunning afweek in 6en of ander opzicht, kunnen we toch weer tot afbraak gelaston!" „Ja, maar die f2 50 erfpacht", meent Voorz., „die heeft bij toch nooit 'brocht„Och repliceert de vorige spreker, „bij zal stellig wel niet hebben geweten, wanneer hij 't moest betalen, en heeft de gemeente wel toonbare eigendoms bewijzen in deze zask „Daar zon ik eigenlijk wel aan twijfelen", verklaart de heer Hartog. Voorz. antwoordt, dat 't op den legger e» op 't kadaster aangegeven is, dat bedoelde grond „ven ons" (de gemeente bedoeldia. De heer P. Mienis, die zelf ter raadsver gadering wes gekomen, hsd bovendien nog eenige grieven te uiten hij achtte zich zeer beleedigd over 'c in do vorige vergadering omtrent zijn persoon gesprokene en vroeg, boe of de Rasd zoo over hem kon oordeelen. Hij bad heek maal gein bewijs gehad, dat hij die f 2.50 moest betalen en kwam alzoo gevaagd. Vroolijk en opgewekt, goedig en broederlijk had hg haar ia de oogen gezien Godlof Gcdlof! zg was zgn booze geest niet meer. Van daze zgde was er over haar donkere an treurige overpeinzingen een vroolijk licht gevallen maar ach 1 zg had niet alleen over Robert onheil gebracht. Daar waren ook nog Paul en Dick ea die andere. Die andere. Zgn doopnaam was haar j nooit eigen geweest, ea in het laatste jaar had z\j hem ook niet meer genoemd. Hg was voor haar eltgd een voorwerp van toorn en verachting geweest, een hindernis tot haar geluk. „Wanneer hg er niet was, dan was alles goed," had zij duizendmaal gezucht. Nu was haar wes sch vervuld, maar nu was alles erger dan het geweest was. Dat de dood van den man, die haar ge lukszon steeds in den weg had gestaan, nu die zou geheel had uitgebluscht het was ongelukkig, maar een leelyk feit. Z\j had ter-vgl hij nog lsefds, nooit vrees voor hem gekend ja, zelfs ia de oogen- blikkan niet, d&t hg zich door zgn harts tocht en woede liet vervoeren. Eerst toen hij slrak en stijf voor haar lag, was de angst ia haar hart gekropen. Wat haar tegenover zijn bedreigingen en aanvallen van woede moed en kracht had gegeven, was een trotsch gevoel van eige-: zedelijke meerderheid. Als een worm in het stol, zoo ver had zg hem beneden zich gezien, den ellendelirg die haar in ha£r geluk bedrogen had eu volgens haar overtuiging was niets waar en echt aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5