(1 WËËDH BLAD. -- EN JA. ""ingezonden. f r 3992. 15 ïfl bedeesd, nu o~.k een handdruk met de jongere wedervaren zij hield heel veel van haren dame wisselend. bruidegomen toen dat vreeeelijke woord „Neen dat ig Clarissa," verbeterde de hars ooren en hersens trof, stak zij hare oudere. „Zg was pas zes jaar oud, toen n handen naar hem uit met plotseling mede- 08te J *a~'gang- 1 van hier wegging. U ksnt haar dus eigenlijk I niet Maar kom, wandel met ons m wr l Qlt 1 naaf huis dan kunnen wij esns praten." ^0>« I «Mlél. j)8 heer Sowerby wandelde mee niet ongaarne. 1 Niet lang daarna, op een fraaien morgen, i beleefde het dorpje Chtnncck eene verrassing. I Juffrouw Clarissa Cox zou eindelijk gaan lijden, meenende dat bij eensklaps krankzinnig geworden was Hare dwaling echter inziende, richtte zij zich flor op, nam den arm van hare zuster en schreel met statlgen stap en ka'm gelaat de kerk uit Arme ClarlssaWat moet zij wel geleden hsbben, toen zij. nog altoos ongehuwd, daar heeaschreed over den zelfden drempel, dien zg weinige minuten tevoren nog zoo fiar betreden hadHet trouwen en de gelukkige uitverkorene trouwrijtnig stond te wachten en Door HELEN-MATHERS. oO jjjyng Sowerby hBd het al zijn leven te ik ndig gehad om te kunnen denken aan aï beuzelarijen als verlieven, vrijen en '1jsar óp zijn vijf-en-veertigsten verjaardag ,D hij te voelen, dat hij niet meer zoo jong als voorheen, dat het eenzame eten in restaurant voor hem de groote bekoring 116oC te verliezen, en dat zijae appartementen ':f yi en kaal aankeken, wanneer hij thnis- .ft om een langen avond te slijten met Mt boeken. boeken! Wat had bij ze lief! Wat beter gezelschap waren zij hem, dan oitgezochtste kring van conversatie, in fc0D hg ooit had verkeerdEn toch I het kwam, doordat hij te gretig gelezen tl- - -l don room van de beate schrijvers k' e?1 had afgeschept, toch begonnen 'rok hoeken hem te vervelen, en hij jóng 'vervlogen herinneringen uit zijne kMirheid z'0'1 inschniven tnsschen zjjne oogen gedmkte bladzijden. e0s,mg dwaalde hg in zijn geest langs oude P1 wier» h#t duin, waarop Jólde «au den anderen kant naar omlaag met l u«r stond stil onder den noteboom, aan i Z!Jne geliefde boeken, zijae schrijftafel, i.rs lakken hij geschommeld hadbeklom i schaakbord, zijne kleine verzameling pij het helmgras wuifde, en AJ-* ijjoefl broeder Jim, die al lang, al lang ge- helaas tot de meerderheid wts over- Deze vage hunkeringen maakten hem on rast. HÜ moest onwel zijn het hoofd, of maag, of de lever niet in orde. Daarom S!oot hij op een zekerea Juni-morgen, eans u probeeren, cf eene verandering van lucht tem niet goed zou doen. De b-nk k ,n het best een poosje zonder jfo stellen; maar toch veroorzaakte het eene pschadding ouder do geërapl yeerdaa, toen vptimus Sowerby hun meedeelde, dat hij een tjdlang vacantle nemen ging. Iemand vroeg hem, waar hij heen wilde riarop hij zeide, dat hij dit zelf nog niet fjgt, Maar in het station waa hij blijkbaar tot een besluit gekomen want hij nam een biljet naar een afgelegen dorpje in Somer- fetshlre, en, na daar uitgestapt te zijn, huurde Ij In de éénige herberg van het plaatsje tere kamer. In meer dan twintig jaar was hij hier niet Heengegaan waren de familieleden, hij had willen bezoeken oud geworden 1« gezichten, die hij j mg en friseh had ge kend. Ook de waard was hem een vreemde ling. En zoo voelde hij zich wel wat trenr/g en eenzaam, toen hij na het eten door de dorpsstraat slenterde. Al de oude huisjes, ichijnbaar onveranderd gebleven, stonden daar nog. De scherpe genr uit baas Thom- son'a smidse, terwijl er een paard beslagen werd was nog dezelfde. Het gesnater van boer Lawrence's eenden en ganzen klonk nog rö\mas.V.t als vroeger. En toch waren boer Lrwrence en baas Thomson reeds lang naar het kerkhof gedragen, en In de onde huisjes woonden nieuwe menechen. Dsar kwamen twee dames langzaam aan gewandeld, en op een afstand reeds ontwaarde de heer Septimus eene knappe figuur, die hem bekend voorkwam, zoodat hij bij het naderen onwillekeurig een naam uitriep „Priscilla De dames keken op. Zij hadden op den kleinen heer van middelbaren leeftijd, die daar bij de smidse stond, niet eens acht ge slagen. Nu echter keken zij hem scherp aan, en de ééne althans gaf mede blgk van her kenning. „Mijnheer Sowerby!" zeide da ondste der twee. „Juffrouw Piiscilla Juffrouw Priscilla glimlachte. Twintig jaar geleden was zij het evenbeeld geweest, zooals de eene erwt gelijkt, op de andere, van de bloeiende jongere zuster van dertig, die naast haar ging. Maar luttel indruk had zij toen knnnen maken op het verstokte hart van den jongen Septimus Sowerby. „Hoe maakt u 't, mijnheer Sowerby?" wide zij, hare hand uitstekende. „En hoe komt u zoo ineens hier, in de wijde wereld Da heer Sowerby nam werktuigelijk hare hand, terwijl hg keek naar hare zuster, die kij in stilte vergeleek met eene groote roos geen knop meer, maar in de volheid van den bloei, en met ge3n zweem van verlept- heid nog. „Ik dacht dat dit Priscilla was," zeide hij was niemand anders dan de heer Septimes Sowerby. Eigenlijk hadden de do pelingen voor hunne „schoonheid" eene betere, en vooral eene joDgere partij verwacht. Maar, in elk geval, een heer was een heer, en eene bruiloft was eene bruiloft en alB men geen kabe'jiuw kon krijgen, dau moest men tevreden zijn met een schelvisch. De heer Sowerby zelf had geen familie betrekkingen. aan wie hij zijn huwelijksplan behoorde mcê te deelen en het zou beneden zijne waardigheid zijn geweest, het nieuws over te brieven aan iemand in de bank Zoo dat. toen hij tegen hot einde van de maand te Londen terugkeerde, om zekere schikkin gen te treffen, niemand een vermoeden had van den grooten stap dien hij hij ging onder nemen, hoewel iedereen opmerkte dat hij wel tien jaar jonger leek te zijn geworden en dat hij er werkelijk haast knap uitzag. Deze uiterlijke verjonging dnurde volle drie dagen na zijne teragkomst. Toen, op een avond vermoeid thuiskomende, na een dozijn woningen te hobben bezichtigd, die geen van alle beantwoordden aan ClarUsa's eischen van ruimte en luchtigheid, viel hij weer op zijnen ouden lederen armstoel, en eene vree- seiijke bedruktheid bekroop zijn gemoed. Hij werd bleek, terwijl hij rondkeek naar geliefde boeken, zijae schrijftafel, zijn 1 en heel dat intieme gedoetje, dat een vrijgezel in de lange jaren van zijn coelibatairschap om zich been verzamelt, en dat in de oogen van de vronw niets anders is dan eene hate lijke en bestoven voddenkraam. „Waar blijf ik daarmee?" vroeg hij luid, op radeloozen toon. „En zij zeide onlangs, dat ve6l lezen ongezond en solo-schaakspelen egoïstisch is Wat zou zij dan wel zeggen, als zij wist, dat ik dikwijls solo zit te schakan tot vier uur in den morgen En mgne boeken Zg houdt niet veel van boeken, zegt zij. Het beste boek, zoo beweert zij, is de Natuur, en hoe meer wij daarin lezen, des te beter voor ons. Ea na de Natuur, zegt zij, is er niets interessanter dan de omgang met menschen veel leerzamer en onderhonden- der, dan wat er ooit met inkt geschreden cn op papier gedrukt werd Misschien zal zij gesteld zijn op zoogenaamde conversatie. Misschien zal zij gezelschappen organiseeren en mij willen meesleepen naar partgen. Misschien" Maar op dit oogeublik bewoog zijn goede genins hem, een blik te staan op een knap ea bloeiend gezicht ja in een meda'jon aan zijn horlogeketting; en terwijl hij dit zoo bekeek, vicod de demon der zelfzucht uit zijne borsten met hernieuwden ijver toog bij aan de toebereidselen tot de allergewich tigste gebeurtenis in zjju leven. Op den avond vóór de bruiloft keerde hij naar Cainnock terug. Ea toan hij de dorps straat versierd vond met eerebogen, en het gan8che dorp getooid, alsof de godin Flora zelf hare bloemenkorf er over had uitge strooid, toen bekroop hem weer een zeker gevoel van benauwdheid. „Hoe vervelendz*lde hij bij zichzelf, terwijl hij onopgemerkt naar het logement trachtte te komen. „Ik wou liever, dat het in de stad was geweest. Drommels lastig, wan neer elke man, vrouw en kind in het dorp zich zoo persoonlijk bij de bruid voelt geïnte resseerd Misschien echter vond juffrouw Clarissa het zoo wel aardig. zij trok- toen zij „Neen Het woord kloek luid door de met bloamen versierde kerk. Het klonk wanlnidend in de ooren van de brnid, van de brnidsmeisj >s. van den gescbandaliseerden geestelijke en vaD de gapende toeschonwers. Het klonk aller- ontzettendst in de ooren van den bruidegom, door wiens mond het toch was uitgesproken. Ja, hij had het gezegd. Dat hij nooit be doeld had, het te zeggen, wat deed dit ter zake Gezegd had hij heten na het eenmaal gezegd te hebben, moest hij er bij blijven. Blec-k was hij maar vastberaden tot in den dood. „Wilt gij deze vrouw tot uwe wettige echtgenoote en wat daar verder volgt in het formnlier. Hij had elk woord er van gevolgd, en had reeds zijne lippen geopend tot een mannelijk „ja", toen iets, wat niet vsn hem zelf was, maar toch nit zijn binnenste opwelde, voor hem geantwoord en het onherroepelijke „neen" nitgestooten had. Clarissa was van eene roode roos in een zaer witte veranderd. Om haar recht te doen FEUILLETON. ken niet eens de gordijntje neer, naar huis reden. Da geestelijke had verontwaardigd iets gefluisterd ia 's neerea Sowtrby's oor, waarop j deze heer slechts geantwoord had door 1 zijne hand te bewegeu, alsof bi) eene vlieg wegjoeg, om vervolgens, met eene waardig heid die iedereen verraste, ever^eens do treden af te dalen en, zonder te trappen op de ge strooide bloemen, de kerk te verlaten, over het kerkhof naar de dorpsherberg. Vele vijandige demonstraties verbeidden en volgden hemdoch op de dreigementen van de verbolgen dorpers, ju zelfs op bnnne gebalde vuisten, antwoordde hij met eene onverstoorbare kalmte, di9 liem ook niet ver liet toen hij In de kamer kwam, waar hij nog zoo kort tevoren zich in den frak en de witte das gestoken had van den perfecten en overgelnkkigen bruidegom. Hij ging zitten, en zijne gedachten vlogen naar zijn kamer en naar de boeken die hg bezat, de welwijze en welgelezen boeken en naar zjjne koningen en raadsheeren en pioenen en naar de stille aren ^an contemplatie, die hij liefhad en bovenal naar de vrijheid, tot welke hij nu terugkeerde. De vrijheid ja! Zjj was het, dia in hem had geschreeuwd in haren doodsangst, haren stervensnood, en nit hem geatooten had dat ééne reddende woord. Ztj was het niet een demon, zooals hij had gemeend maar de adem, zonder welken hij niet kon leven, en dien hij op het punt geweest was van te verschacheren voor eeae roos, voor een paar heldere oogen en frissche lippen Hg legde een papier voor zich en schreef het volgende „Ik heb u beleedigden voor die beleedi- giug wil ik u elke genoogdoening verschaf fen, die gij van mij verkiest te vorderen. Ik had u lief. Ik zal Dooit eene andere vrouw liefhebben, dan n. Macr ik kón niet, en ik kan niet zeggen„ja". Septimus Sowerby." Hij schelde. De waard verscheen en kreeg het briefje mee, met opdracht het te doen bezorgen ten hnize van de dames Ccx Ean antwoord liet zich niet lang wachten. Het was van den volgenden inbond „Septimus Sowerty, Daar gij mg open lijk, ten aanzien van allen die mij kennen, te schande hebt gemaakt, zoo vorder ik als genoegdoening voor mijzelf, en tot uwe eigen straf, dat gij morgen nogmaals voor het altaar naast mij znlt staan, en dat gij, tegen over hen die mij openlijk door u verstooten en vernederd zagen, u openlijk zult laten verstooten en vernederen door mij. Ik vorder dat gij antwoorden zult ji", wanneer u ge- 1 vraagd wordt of (tij mij wilt maken tot uwe vronw en ik, mijnerzijds, zal dan op mijne beurt „ueen" antwoorden. Clarissa Cox De heer Sowerby nam deze voorwaarde aan, en, na k&lm galnncht. te hebben, zette hij zich in den boomgaard in een lommerrijk hoekjs, waar hij in slaap viel, even verheugd 07er zijn vrijheid als een schooljongen die ontsnapto aan de school. Al de bloemversierlngen waren nog gebleven, en de volgende morgen was, voor het uiter lijk, geheel eene kopie van den vo igen. Zelfs de trouwkoets wachtte weder voor do kerk deur, en de heer Sowerby ergerde zich een wolnig over de onkleBchheid, die haar daarheen besteld had. Wederom stond hij voor het altaar, terwijl de geestelijke, in den waan dat het bruids paar zijn geschil had bijgelegd, een gezicht trok van stroeve en beleedigde waardigheid. Wederom trok de bruidsstoet door de kerk. Wederom stonden de man en de vrouw naast elkander, ea de geestelijke drennde ditmaal zoo snel mogelijk de formulieren af. Om aan de pijnlijke geschiedenis een einde té maken, antwoordde Ssptimns op de be slissende vraag zonder aarzelen „ja Toen kwam de beurt aan de bruid. Clarissa trad voor den geestelijke, die, naar het voor schrift, hare rechterhand nam en deze legde in de rechterhand van Septimus. En of het nn de warmte was van die hand, die de ij.'korst om zijn hart deed smel ten of het de trouwe, blauwe cogen waren, die, door deD bruidssluier haen, hem eene were'd beloofden van liefde, hem deden vce- lan boe nietig ea zelfzuchtig de genoegens waren, van wslXe hij afstand zou moeten doen, hos dan ook, z j die hem za ren, ver klaarden, dat zijn gelaat opeens weder jeugdig en verliefd geworden was. Clarissa had eene zachte, welluidende stemen toen de gees telijke tot de laatste woorden kwam„zoo lang als gij beiden zult leven," antwoordde zij. zonder een oogenblik wcifelens. terwijl hare hand de andere vaster greep: „Ja Als in e3n droom haalde Ssptimns nit den vestzak den ring, dien hg den vorigen mor gen daarin weggestoken had. Hg legde hem op het boek; hij ontvinz hem terng; werk- tnigelijk herhaalde hij de woorden, die hem weiden voorgezegd; ever den uitgestoken blanken vinger schoof bij het gonden cir keltje, en Septimus Sowerty en Clarissa Cox waren één. (N. R. Crt). Mijnheer de Redacteur 1 Vergun mjj 8. v. pl. een plaatsje in uw veelgelezen blad voor het onderstaande: Konden voor eenige jaren terug de inwo ners van Anna Paulowna zich beroemen op eene degelijkheid en bescbaatdheid der bevolking, welke die van vele plaatsen van 038 land overtrof, thans na oen vijftal jaren, waarvan ik zelf getuigen kan, is het daarmede geheel anders gesteld. Er gaat nn omtrent geen Zondagnacht voorbij, of hier of daar worden de ingezetenen, 't zg boer of burgerman, in hun rust gestoord door opgeschoten bongels, die het erl op durven komen, om allerhande schan dalen nit te balen, gepaard met vernielingen. Dat er onder die omstandigheden veel wordt geklaagd, dat de politie meer moet surveilleeren, is niet te verwocderen, doch de politie kan ook niet op alle plaatsen tegelijk zgn en nit den aard der zaak zjjn dan de meest afgelegen hoeken er het slechtst aan toe. Zoo is het dan ook ontegen zeggelijk waar, dat men zichzelf als gewapende politie op wacht moet stellen, om eigen huis en erf en have te beschermen. Treurige 'omstandigheden, niet waar, en te verwonderen is het geenszins, dat velen op Breezand wenschen, dat daar weer spoedig eene verandering ten goede in mag komen. Maar of die tijd wel aanstaande is, is zeer te betwijfelen, want het treurigste is, dat wjj ingezetenen de grootste oorzaak van het genoemde kwaad zijD. Waut het is er meê als met een schip in volle zeezoo gemakkelijk gaat het, dit door slaperigheid, achteloosheid of roekeloosheid met Hinken bries aan lager wal te sturen. Maar bemerkt men, dat msn aan den grond dreigt te loopen en al reeds omringd zit van klippen en branding, dan is het zoo moeilijk, daar uit te raken en weer in het goede vaarwater terecht te komen. U, mijnheer de redacteur, dankende voor de verleende plaatsruimte, namens eenige burgers van Breezand. K DAVIDS, Anna Paulowna, 9 Nov. 1904. Binnenlandscli Nieuws. T o e p a s s 1 n g d r a a d 1 o o z e t e 1 e- grephie. Men schrijft aan het Hbld. Nadat te half drie de „Hertog Hendrik" van de reede van NIEUWEDIEP vertrokken was, bleef zij langen tijd met het station voor draadlooze teiegraphie aan de „Wassenaar" in gemeenschap. Door den commandant word een telegram van hnlde aan H. M de Koningin te Dobbln gezonden en een draadloos telegram aan den minister van marine, waarin de commandant zijn wensch uitsprak, dat de weerbaarheid van onze vloot door de toepassing van draad- looze teiegraphie op onze oorlogsschepen zeer zon winnen en de vloot daardoor te beter aan haar roeping zon knnnon beantwoorden. Namens da marinedirectie te Amsterdam zond vice-admiraal Deix den commandant en opvarenden der „Hertog Hendrik" zijne wenschen voor eene voorspoedige reis. Tegen 11 uur kwam antwoord van H. M. nit Dobbln, waarin H. M. haar dank uitsprak voor het toegezonden telegram en den com mandant en opvarenden door haren adjudant eeD voorspoedige reis deed toewenschen. Naar de berichten op de „Hertog Hendrik" luidden, was het weer vrij onstuimig. Van de gelegenheid om kosteloos berichten over te zenden naar de opvarenden vsn de „Hertog Hendrik," werd druk gebruik ge maakt. Men schijft nit HULHUIZEN (gern. Gendt, Betuwe) Toen gistermiddag de visscher Curistiaan Kuipers alhier onder een hevigen storm met zijn vlieger de Waal kwam opzeilen, zsg hij middrn in de rivier een reehert zwemmende. Direct zette hij het vlugge dier met zijn bootje na en wist het alleen te bemachtigen. Thans staat het heel kalm bij hem op stal en eet goed. De mensche n-f nik! De Eendracht meldt uit MAESEYCK (Limburg)„Om „de fuik" wat aanlokkelijker te maken, heeft het stadsbestuur de trouwzaal laten opfllkken en meubelen." Moord in de Scheveningsche boschjes. Woensdagmiddag, omstreeks 81/» uur, Is er in de sparreboschjes achter de Bataaf te 's-GraveDhage een ernstige misdaad gepleegd. Eene dame, ongeveer Só jaar oud, gekleed in grijzen mantel met zwarten rok, is daar ter plaatse vermoord. Omtrent bet vinden van het lijk loopen tweeërlei lezingen. De eene lezing zegt, dat eene dame, in de sparreboschjes wandelende, op het voetpad achter de lawntennisbanen het lijk vond van het slachtoffer en toen de politie waarschuwde. De andere lezing echter is, dat genoemde dame den moord heeft zien plegen. Zij zon een steek hebben zien toe brengen door een man, die het voorwerp, waarmee hij had geBtoken, in den zak ver borg en het daarna op een loopen zette. Hevig verschrikt waarschuwde zij ijlings de politie. Een feit is 't, dat de moord op klaarlich ten dag gebeurd is. De dood is veroorzaakt door een steek met een scherp voorwerp in den hals, aan de rechterzijde van het hoofd, waardoor de hals slagader werd doorgesneden. De dood moet bijna onmiddellijk zgn ingetreden. Door de politie werd ijverig gezocht naar het voorwerp, waarmee de moord zon gepleegd zijn, maar tevergeefs. Vaststaat, dat van berooving geen sprake is, daar op het slachtoffer werden bevonden verschillende sieraden, benevens een porto- monnaie met geld. Vermoed wordt, dat de dame al wandelende is overvallen. Haar gelaat vertoonde althans sporen van verwondingen, hoogstwaarschijn lijk het gevolg vsd een val voorover op den grond. Op de plaats, waar het slachtoffer, dat naar het lijken huis op de Algemeene Begraafplaats is vervoerd, werd gevonden, bleef een agent van politie achter. Een groote bloedplas op het voetpad wijst de plek aan. waar de dame gelegen had, en een tweetal lantaarns verlichtten het terrein fliuw. De politie zet het onderzoek ijverig voort. De dader zoowel als de naam van het slacht offer, zgn tot cn toe onbekend. Een later bericht meldt Omtrent de trenrige misdaad wordt nader vernomen, dat de politie den ganschen avond haar onderzoek heeft voortgezet, met het resultaat dat gebleken is, dat de vermoorde dame is mevrouw de wed. K., wonende in een pension in de Celebesstraat. Omtrent den dader is niets naders gebleken. Een dame, mevr. M. die nader verklaard heeft, het trenrige voorval te hebben gezien, heeft de ongelnkkige zien vallen en den ver- moedelgken dader zien wegloopen, waardoor zij slechts een zeer vaag signalement kon opgeven. De man, die wegliep, schijnt als werkman gekleed te zijn geweest, met een pet op. Welke verrassingen een onde spiegel somwijlen kan berbergen, leert ons het geval van een Utrechtenaar, die dezer dagen bij het uit elkaar nemen van een dergelijk versleten meubelstuk een vol komen onbeschadigd schilderstakje vond. Terecht vermoedende, dat een voorwerp zonder eenige waarde niet op znlk een wijze zou worden opgeborgen, werd een antiquaar in den arm genomen en uitgemaakt, dat bet een werk is van den 17d'eeuwschen schilder Sandvoort Dirck Dirckszn. 16101680 te Amsterdam. Thans is den eigenaar reeds een som van f 100 en meer voor deze vondst geboden. Do schilderij stelt een jonge, schoone vronw voor in zwarte kleedij, met een driedubbel snoer van paarlen en een borstspeld en oor bellen van diamant. De hoogte is iets meer dan een halve meter. (Utr. Dgbl.) Een kleine vijf maanden on derweg voor een briefkaart uit AMSTERDAM naar Amsterdam, is voor eene briefkaart al een aardig slippertje Zoo heeft een op 13 Juni j.1. aan Jnstns van Maurik gezonden briefkaart 't gemaakt, omdat de post haar even doorzond naar. Ooat-Indië, waar ze terechtkwam op Sibang, Weltevreden, enz., totdat men daar tot inzicht kwam, dat deze totok al lang terng wcs. (N. v. d. D.) „Onder geleide." Men schrijft In het dorp K. in FRIESLAND kwamen 2 fietsrijders, beneden 16 jaar. Een hagelbui dwong hen af te stijgen en een herberg op te zoeken. Maar de drankwet verbiedt dit. Ze moeten onder geleide zijn. Geen nood daar is een stalknecht van den anderen logement-caféhouder. Deze is dadelijk bereid als geleider der jongelui te fnngeeren. En eveD daarna zitten in bet café de twee jonge lui ieder met een kop caceo voor zich, ter wijl de geleider die natuorlgk getrakteerd werd bezig is een „gioote klare" te verorbereD. En extra borrel dus door de Drankwet 1 Roman van C. SCHROEDER. 000 Vierde Boek. SLOT. adres trok haar aandacht. Het wel een gewoon iets, op den adresband, v®rder niets, maar het ontroerde haar Zonderling, het ging haar door en door. Zij o&d nog nooit in haar leven zjjn schrift Solezen, en het was zulk mooi schrift "'et zeer groot, maar vast en duidelijk. Zij ■soest de woorden kussen, zjj kon niet an- ers> en toen zjj ze had gekust, was het haar onmogelijk het adres te verbranden. Waartoe ook Het kon haar immers onmogelijk ooiiaden, wanneer zjj het eenige schrift, dat N ooit van hem had ontvangen, als her- fiinering bewaarde oor zich tig maakte zjj den adresband los, ouwde hem Bamen en schoof bet papiertje haar notitieboekje. Dan bukte zjj naar 6 courant, die opengeslagen op den grond as gevallen, en las in reuzenletters „De ■mes van Indië." Dit n&m zjj werktuigelijk maar wat haar oogen verbazend antrok, was een rood kruis, dat voor haar f®®ken was, dat zqj het 3aar aangegeven bericht lezen moest, doch niet lezen mocht Zjj trachtte haar oogen af te wenden, maar daar zag zjj op eenmaal haar naam staan- Dus vergeten had men haar in Indië nog niet, na zes maanden had men nog stof om over haar te praten. Iets slechts Wel, natuurlijk iets slechts maar wat? Had men daar zelfs nog wat nieuws op haar rekening gezet, iets dat zjj zelf nog niet wist Zonder zich recht bewust te zjjn, wat zjj deed, was zjj plotseling op den rand van het ledikant gaan zitten, had de kaars naar zich toegetrokken en las nu in koorts achtige spanning, wat zjj beslist niet had willen lezen. Stanhope ja, de naam was het, maar er werd niet over haar gesproken, doch over den gestorven rechter van Paiaripur, die een gentleman in den waren zin van het woord was geweest,een voorbeeld van ijver in zjjn beroep, en, zooals men steeds had betwij feld, was deze man inderdaad niet in staat geweest een zelfmoord te begaan, daarvoor was hjj te veel doordrongen van zjjn plich ten tegenover zichzelf, de menschen en God. Nu deed men zjjn natuur recht wedervaren. Niet een zelfmooid was bet geweest,maar een moord, een door een zwarte Hindceziel lang te voren beraamde misdaad. De rechter van Paharipur was als offer gevallen in de handen van zjjn lijfknecht men huivert, als men eraan denkt, hoe gevaarljjk het leven voor een Europeaan is in Indië omdat hjj dezen knecht, die een Muzelman is voor jaren had geweigerd om aan een godsdienstig feest deel te nemen. Mr Stan hope, toen nog collector van Dschunglabad, moest dringend op reis en de lijfknecht Ibrahim had hem bjj Allah en den profeet bezworen, die reis uit te stellen. Dat had de meester met recht een ongeoorloofden eisc'u genoemd en het gevolg was een toornige uitdrukking geweest-, met een I spottend woord over de edele martelaars Hassan en Hussnn, wier nagedachtenis het feest zou herdenken. Dat was, volgens het beweren van den lijfknecht zelf, hem geweest als had Mr.Stanhope den profeet zelt onteerd, en een stem in zjjn binnenste had hem gezegd, dat hjj het paradijs nooit deelachtig zou worden, wanneer hjj de vrome zonen van Alis, den grooten khalif, niet aan dezen snooden lasteraar wreekte Steeds den trou wen dienaar spelend, had hjj drie volle jaren op de gelegenheid gewacht,cm de daad te be- I drijven. Eindelijk had hij allerlei huiselijke omstandigheden zich ten nutte gemaakt, om de verdenking van zich af te leiden. De verdienste, dat deze euveldaad aan het licht is gekomen, komt toe aan Johnson den grootston detective. Die had onder den schuilnaam Smith het huis van Mr. Stanhope gehuurd en daar met groote slimheid den moordenaar in zijn net ver strekt, Toen deze geen uitweg meer zag, had hjj zich door een dolksteek door het hart aan den aardschen rechter onttrokken, i In de volle verwachting op het eeuwige loon, dat hjj zich verworven had, met een woord van haat tegen zjjn ongelukkig offer op de lippen, waa de dueper gestorven. Kathiin had het bericht ten einde toe gelezen. Nu hief zij het hoofd op, en haar dwalend oog scheen de wanden te vragen is bet mogelijk Droom ik niet Ibrahim zgn moordenaar Ibrahim I Het was haar onbegrijpelijk. Die man had zich opgeofferd voor den algemeen gehaten omgedraaid en er was geen leed, geen meester, was bij dag en nacbt elk oogen- smart in zjjn oog geweest, maar juist dat blik tot zijn dienst geweest, had met een vreeselijke, dat dooden wilde I Ja, zjj had eindeloos groot geduld, met een onder- het niet begrepen, maar uit dit couranten- dauigheid, die Kathiin soms tegenstond, al bericht werd het haar eerst duidelijkde moordenaar werd naar de plaats, waar de misdaad was gebeurd, gedreven en teen hjj haar zag, toen had hjj zich ontdekt ge waand en we6r willen moorden. K&thlin verborg haar gelaat in de handen. Het duurde een heele poos eer zjj haar afgrijzen in zooverre overwon, dat zjj het licht durfde uitblazen en naar bed durfde gaan. Dan lag zjj nog lang, zeer lang met gesloten ocgen en zag in haar geest steeds dien Ibrahim met het trotsche gelaat en het duistere wraakplan in de borst. Zij zag hem drie volle jaren op zjjn offer loeren, het trouw verzorgend, daarnaast steeds zjjn luimen, al eiin smaad- en schimpwoor den verdragen. En nu Neen, zjj begreep het niet. Zij moest er zich nog eenmaal van overtuigen, dat het zwart op wit in de courant stond. En nu, terwijl zjj las, schemerde het een en ander in hare herinnering. Het w&s in Dschun- glabad. Zjj trad uit den reeds in duisternis gehulden tuin het huis binnen en hoorde de toornige stem van haar man in zijn kamer. Piotseling werd heftig ds deur opengerukt en weerklonk een voetstap cp den corridor. Een ongelukkige drommel, die zijn afscheid heeft gekregen, dacht zij, en snelde medelijdend voorwaarts. Iu het deemoedig tot alle diensten bereid, elke licht van de lantaarn komend, ontdekte 1 kinderluim van Charley gewillig nakomend, zjj dat de ruw behandelde Diet de een of I Zij zag hem den kleine op zjjn armen andere arme drommel ws8 maar de lijfkne'ht ronddragen, en zjj moest een angstkreet in Ibrahim, die kuch .nd, met gebalde vuist n, baar keel verstikken. Ea toch was er geen tegen den wand leunde, waartegen hjj neer- gevaar geweest. De man had het kind gehurkt zat. Met geweld beheerschte hij liefgehad en dit, dat bang was voor zijn zichzelt, toen hij baar zsg, en boog heel vader, had zich verheugd in zjjn groeten deemoedig het hoofd tot de borst,maar in zijn speelkameraad. Er waren moordenaars en steeds duister oog was iets vreeselijks,yaoordenaarsZooals Ibrahim er een was, angstaanjagends iets, dat zij later nog die verwierf zich in de oogen van zjjn eenmaal daarin had gezien Wanneer Op geloofsgenooten een martelaarskroon. De dien avond den laststen in Pat&r'pur, menschen in het oosten waren niet met toen dat het haar onweerstaanbaar aantrok, denzelfden maatstaf te meten als die in het zij tusschen de ro'.en eea wit breid wasten. Een Angelsakser had een dergeljjken dacht te zien staan. Het was weder Ibrahim geweest, schijnbaar in diep ge peins verzonken, op de plaats waar zgn meester den dood had gevonden. Alleen op ba»r roepon had hjj verschrikt het hoofd persoonlijken smaad wellicht dadelijk met bloed uitgewischt. Maar de Indiër had ook wel dien smaad gevoeld, maar dat niet groot genoeg geacht om er bloed om te doen vloeien een teeken, dat hjj het niet in ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5