folitt milt der rat Zondag 12 Januari 1902. 46ste Jaargang No. 3696. U Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AüVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Hureau: fiCH ICiiEtf, Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I X K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD. Buitenlandsch Nieuws. TRANSVAAL Binnenlandsch Nieuws. Suiii-, BIT, AimintK- Liiiltiwk d Dit nummer bestaat uit twee bladen. Gemeente Schnsen. BEKENDMAKINGEN. o POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een vermisten overhouder. O— lïennisgevinsr. Bnrgemeester en Wethooders van Schagen noodigen bij deze belanghebbenden, die over 1901 van de gemeente iets te vorderen hebbm, nit, hunne reken n gen vóór of op den len Februari a.s. ter plaataeiyk Secretarie in te leveren. Schagen 23 December 1901. Bargemeester en Wethouders voornoemd, H. J POT. De Secretaris, Denijs. Zeemilitie. Burgemeester en Wethouders van Sch gen Brengen naar aanleiding van Art. 138 der Militie- wet, ter kennis van belanghebbenden, dat zij die gene jen zyn bij de zeemilitie te dieuen, z;ch^ daartoe moeten aanmelden ter Secretarie alhier voor deD 1 Februari a.s. Alleen die loteliDgsn komen in aanmerking, welke een der navolgende beroepea uitoefenen Stuurlieden, ataurmansleerliugen en verdere zee varenden op koopvaardijschepen van de groote en kleine vaart Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden van Rijnschepen, aken, tjalken en kleinere vaartuigen; Stuurlieden en verdere opvarenden van passagiers- en sleepbooteu, loodsvaartuigen en tonncnleggers; liiepzee- en Noordzeekustvisschers Zaiderzeevisscher9, visscheis op de Zeeuwsche wa teren en op de Groote Rivieren, mossel- enoestervia- schers Schaiteuvoerders en veerlieden, vletterlieden Machinisten, machinist-leerlingen en stokers op sche pen en vaai tuigen, bij spoor- of tramwegen en op fa briekea of ai.dere inrichting, n, Machiüedrijvers Tremmers, Smeden, Bankwerkers, Werktuigmakers, Kete makers, Voor .Jagers, Scheepsbegieters, Scheeps timmerlieden (■'cheepmakers) B ood-, Koek- en Ba - ketbakkers, Koks, Koffiehuis- en Hotelbedienden, Zie kenverplegers. Apothekeisbedienden, Barbiers. Personeel van 's Rijks Marinewerven. SC RAGEN, 7 Januari 1902. Burgemeester en Wethouders voornotmd» (gel.) H J. POT. De Secretaris, DENIJS, Staat het Drievoudig Verbond aan den vooravond van zijn ondergang, en is er eene nieuwe groepeering der Europeesche mogendheden op handen Ziedaar een paar vragen, of liever één vraag, want het een zou een gevolg zijn van het ander, die sedert eenigen tijd groote belangstelling hebben verwekt. Er zijn zeker redenen te over, die tot eene verandering in de poli tiek aanleiding kunnen geven. Om te beginnen, is Frankrijk er steeds op uit geweest, om het Drievoudig Ver bond te verzwakken. Middelen noch moeite zijn ontzien, om vooral Italië sterker aaa Frankrijk te hechten. Zelfs is er vóór eenige maanden een Latijnsche vereeniging opgericht, waarvan duizenden voorname Franschen en Italianen lid zijn en welker hoofddoel het is, de geschillen die Frank rijk en Italië van elkander verwijderden, bij te leggen. Dat men werkelijk met suc ces in deze richting werkzaam is, blijkt uit de complimenten die bijna dagelijks tusschen officiëele personen in beide staten worden gewisseld. In Frankrijk hoopt men het Drievoudig Verbond te künnen ontbinden. Wanneer Duitschland eenmaal, van zijne vrienden verlaten, bekneld tusschen zijne economische en staatkundige vijanden zit, zal de oude rekening vereffend worden. De tegenwoordige leiders van de Duitsche politiek, nog wel leerlingen uit de school van Bismarck, doen zulke vreemde grepen in het wilde, dat viend en vijand over hunne onhandigheid verbaasd staan. Om te beginnen, heeft de agrarische politiek van Von Bülow in Oostenrijk, Italië en Rusland een krachtig verzet uitgelokt. Zelfs staatslieden hebben in genoemde landen onomwonden verklaard, dat de verhoogde Duitsche invoerrechten tot eene verwijdering moeten leiden. In Oostenrijk heeft Duitschland de invloed rijke Poolsche partij tegen zich opgezet, wegens de hardhandigheid waarineê het e Polen in Posen en Oost-Pruisen tracht te Oermaniseeien. 1 fJzartoryski heeftin den Gallicischen anddag een krachtig protest tegen Duitsch land a handelingen aaDgeteekend. d eene scherpe redevoering, noemde de t£?,8 i *lyie' waarop Duitschland de ,j tracht uit te roeien, een aan iiikhS gr®a7je,nd voorbeeld van onbil- en onderdrukking, dat overal werd afgekeurd waar de leus „geweld vóór recht" nog niet het menschelijk gevoel had ver stikt. Deze heftige woorden, gericht tot eene bevriende mogendheid, geuit in tegen woordigheid van den stadhouder van Gal- licië en door al de aanwezigen zonder ver zet aangehoord, heeft in Duitschland groot opzien verwekt. Na mag men het van officiëele zijde be treuren, dat aan Duitschland deze spelde- prikken zijn toegediend, dat neemt niet we*, dit deze Pco'sche zuurdeesem gemak kelijk tot naar Weenen kan doordringen. Dat het din op de verhouding tusschen Duitschland en Oostenrijk mede van in vloed kan zijn, ligt voor de hand. Kleine geschenken onderhoudende vriend schap, maar daarentegen zal eene aanhou dende wrijving den vriendschapsband ver slijten. Tusschen Oostenrijk en Italië is de verhouding nooit bijzonder innig geweest. De hoog clericale kringen, onder wier machtigen invloed zelfs de Keizer staat, beschouwen Victor Emanuel I, Humbert en Victor Emmuel II nog altijd als roover- koningen, die wederrechtelijk den Kerke- lijken Staat in bezit hebben genomen. Wan neer de politieke bakens verzet zijn, zal in Oostenrijk krachtig geqverd worden voor het herstel van de wereldlijke macht des Pausen. Op de Balkan kruisen de belangen van Oostenrijk en Italië elkander meer en meer. Beide landen zoeken vasten voet in Albanië te krijgen, waardoor zo tevens hunne positie in de Adriatische Zee pogen te versterken. Dat Italië sedert eenigefi tijd opnieuw zijn oogen naar de Barbarijsche kust richt, wordt in Oostenrijk met wel willende belangstelling waargenomen. Italië is niet bij machte, zoowel ia Albanië als in Tripoli krachtig op te treden. Besteedt het dus zijne krachten, om vaster voet op Afrika's noordkust te krijgen, dan geeft het daardoor Oostenrijk vrij spel op het Balkan-SchiereiJand. 't Is de oude politiek van Bismarck. Om Frankrijk zijne revanche-plannen te doen vergeten, wist Bismarck het tot de expeditie naar Tonkin te brengenom Oostenrijk met zijne uitzetting uit den Duitschen BoDd te verzoenen, werd het tot de bezetting van Bosnië en de Herzegowina gedreven. Tusschen Oostenrijk en Italië hangt ook nog een kwestie over Trente en Triast. Deze steden zijn de laatste overblijfselen van de gewesten, welke Oostenrijk eeos op het Appenijnsehe schiereiland bezat. Italië kan en zal niet rusten, voordat ook dit gebied met het moederland is ver- eenigd. Tusschen de leden van den Driebond liggen dus heel wat voetangels en klemmen, die op gegeven oogenblikken groot gevaar kunnen opleveren. Nu wordt hier en daar gefluisterd, elders in bedekte termen geschreven, dat de schoone Helena van Montenegro, thans Koningin van Italië, druk in politiek lief hebbert. Als dochter van den eenigen vriend van Rusland, heeft ze sterke Slavische sympathieën. De jonge Koningin zou r.u druk bezig zijn, Italië in het kielzog van Rusland en Frankrijk te brengen. De inschikkelijkheid van Fransche zijde zou met deze politiek in verband staan. Uit al de bekende gegevens mag men thans aannemen, dat tusschen Italië en Frankrijk eene overeenkomst omtrent Noord-Afrika is gesloten. Tripoli wordt daarbij tot de sfeer van in vloed van Italië gerekend te behooren. Of deze opoffering van Frankrijk aan Italië ver plichtingen heelt opgelegd, is niet bekend, maar wordt wel vermoed. Reeds wil men weten, dat Italië tot de bezetting van Tripoli zou hebben besloten. Een leger van 100.000 man zou voor dat doel gemobiliseerd worden. Tripoli heeft Z6ker voor Italië groote waarde. Het ver sterkt zijne positie in de Middellandsche Zee, en, wat wellicht nog belangrijker is, er wordt eene breede deur geopend voor zijne overbevolking. Minister Von Bülow heeft de Duitsche gemoederen over Italië's afval zoeken gerust te stellen. Hij heeft erkend, dat de schoone van over de Alpen wel eens een extra toertje danst met den Franschen aanbidder, maar dat ze er van door zal gaan, vreest hij niet, zoolang ze het bij haar man het beste heeft. De minister heeft dus de mogelijkheid erkend, dat 2,6 er van door zal kunnen gaan, als de attenties van den echtgenoot verminderen. En wie zegt, dat een overdreven egoïsme van dien echtgenoot daartoe niet zal leiden 'r Des ministers woorden laten gelegenheid tot veronderstellingen voldoende over. Heel troostrijk is het nu juist voor de Engelschen niet, wat het Enge'sche blad Broad Arrow schrijft, dat in Zuid-Afrrka verschijnt. Dat blad is van meening, dat de Boeren het den Engetech'm nog veel onaangenamer zullen maken dan nu reeds het geval is, en het blad raadt den Engelschen aan, toch vooral voorzichtiger te worden. De Boeren hebben wapens en ammunitie in grooten voorraad, en bun aantal is veel grooter dan men wel denkt. Dan beweert het blad verder, dat er in het Noorden en Noordoosten van Transvaal een groot aantal Europeesche Boerenvrienden staan, die slechts wachten op een gelegenheid om zich bij De Wet te voegen, en dan kan men zich bepaald voor bereiden op zeer ernstige gevechten. Er wordt verder gewaarschuwd, vooral toch niet te gelooven, dat de oorlog spoedig uit zal zijp, want De Wet is niet van plan toe te geven, integendeel bereid hij zich voor op een zeer krachtigcn tegenstand. Men kan er zeker van zijn, dat hij eens klaps te voorschijn zal treden od als de gelegenheid gunstig zal zijn, zal hij zjjn vijandigheid geducht laten gevoelen.Het mag zijn, zegt het blad, dat de oorlog in het laatste stadium is, maar dat stadium is lang en bepaald zeer kostbaar. De Boeren zijn den strijd nog lang niet moede en de Engelschen vechten nu tegen de onverzoen- lijken, die niets meer hebben te verliezen, Engeland is zoo dom geweest, daarvoor te zorgen. De Engelschen hebben in den aanvang van den oorlog het aantal Boeren onder schat, wel 5ü°/0, en in den loop van den oorlog zijn de wankelmoedigen, de bangen gevangen genomen. Die nu over zijn, dat zijn de echte vechters en met dergelijke mannen kunnen aanvoerders als Dotha en De Wet wonderen verrichten. Wel aardig is het om na te gaan, wat de N. R. (Jrt. meldt. Dat blad heelt zich de moeite gegeve i eens gedurende een maand op te teekenen de plaatsen, waar volgens de opgaven der verliozenlijsten ge streden is tusschen Boeren en Engelschen. Het blad heeft daarvoor genomen een maand, waarin, volgens de Engelsche berichten, weinig of geen gevechten plaats vonden, namelijk November 1901. De „hernieuwde bedrijvigheid" der commando's dagteekent, volgens Kitchener, pas uit December. In die stille maand dan, waarin geen gevechten van eenig belang voorkwamen, haalde het blad uit de verliezenlijsten twee honderd zes-en-twintig gevechten en scher mutselingen, waarin Engelschen gedood of gewond werden; en die gevechten hadden plaats zoowel in de Kaapkolonie, van Mal- mesbury en DarÜDgton in het Zuiden, als in den Vrijstaat en de Z.-A. Republiek, tot Lijdenburg in het Noorden. Voor een oorlog, die op het einde loopt, en in een stille maand, kan dit nogal. Botha heeft een nieuwen inval in Natal gedaan en dit veroorzaakt in Londen na tuurlijk groote ongerustheid. De Engelschen verklaren, dat een groot deel van Botha's mannen bestaat uit Natalsche rebellen, die niet willen hooren van het neêrleggen der wapens door hunneTransvaalschestamgenoo- ten, hoewel do laatsten zich gaarne zou den overgeven. Openlijk wordt de 15e Januari genoemd als de dag, waarop de Transvaalsche Boeren algemeen de wapens zullen neêr leggen. Zij die zich reeds hebben over gegeven, verklaren, dat degenen, die zich wenschen over te geven, omdat ze er genoeg van hebben voortdurend heen en weer gesleept te worden, desnoods geweld zullen gebruiken om de Engelschen te bereiken. 't Is jammer voor de Engelschen, dat er van al die mooie praatjes wel geen woord waar zal zijn. Wij voor ons gelooveD, dat de Boeren tegen 15 Januari wel zullen bewijzen, dat ze nog geen vrede verlangen. Een onaangenaam bericht is, dat De la Reij ziek is. Wolvekoek, 10 Januari. De Wet, die een groote troepenmacht bij zich had, geraakte Woensdagmorgen in gevecht met Dclisle, die do Boeren hevig liet beschieten door zijn artillerie. P1 bo pos Mo M. de Red..' Hetgeen naar aanleiding van mijn verslagje over de Kerstmisuitvoeiing van „Cicero" door het nog onbekende lid van „Cicero" ter plaat sing was ingezonden, gaf mij reden om te vermoeden, dat hij 't in 't lezen van Hollandsch nog niet ver genoeg gebracht zou hebben om te snappen dat ik, waar ik van „Het Pa relsnoer" zeg„bet idee was oudbakken, de verwerking afgezaagd en de behandeling sma keloos," op het oog heb het stuk zelf en niet de uitvoering daarvan. Dat ik dus de verwerking van het idee afgezaagd en de behandeling van het gegeven smakeloos vond. Van den heer Groot mag ik veronderstellen, dat hij Hollandsch kan lezen en dat hij dus niet bedoelt te vragen„waarop slaat die afge zaagde verwerking" en die „smakelooze be handeling" maarwaarin bestaat dat af gezaagde en smakelooze? Intusscben laboreert zijn vraag dan niet aan overduidelijkheid. Temeer zal de heer Groot verlangen, dat ik nader mijne afkeu ring van „Het Parelsnoer" motiveer, omdat hij een zeer groot aandeel heeft in de keuze der stukken, die „Cicero" ten tooneele brengt en een aanmerking op de stukken derhalve zijn smaak treft. Ik zal dus hebben aan te toonen, waarom het grondidee van „Het Parelsnoer" afgezaagd verwerkt en smakeloos behandeld is. Het grondidee was natuurlijk, evenals van nagenoeg alle tooneelstukken van vóór 20 en meer jareneen brave Hendrik, die onfor- tuinig is in de liefde, maar door allerlei onmogelijkheden aantoont, dat anderen, bij hem vergeleken, maar beestjes zijn in de braafheid, en die tenslotte het loon voor zooveel deugd vindt in de vereering van de omstanders, het publiek incluis. Moraalde deugdzaamheid is toch maar je ware. Een verdienste van de verwerking van dat idee in „Het Parelsnoer" is, dat de rijk ge worden „Hans Jurgen" niet met zijn vroegere liefde trouwt, zooals gewoonlijk placht te geschieden, maar één voor één zijne illusies moet opgeven. Maar daarmee is dan ook alles gezegd. Voor den bouw van zijn stuk, dat op dit idéé gebaseerd is, gebruikt de schrijvereen loertigen, verliefden boerenlummel, die zonder ne of ba in een kolossaal voornaam, rijk en 1 braaf heer metamorphoseert en dan zijn oude I liefde opzoekt om het nog eens met haar te probeeren. Ik behoef zeker wel niet te zeggen, dat die bouwstoffen niet uitsluitend bij „Het Parelsnoer" gebruikt zijn. En verderwat is die Karei, de latere ostmeester, eigenlijk voor een menscb oeten we met zoo'n liefdeloos, laag en wantrouwend karakter nog sympathiseeren het schijnt van wel. En ook zijn vrouw lijkt mij waarlijk zoo'n hoogstaand karakter niet, als de schrijver het heeft willen doen voor komen. Ondanks den afschuw jegens „Hans Jurgen", dien zij aan den dag legt, houdt zij voor zijn vertrek meer van hem, dan van Karei, en toch trouwt ze den laatste. En hij Jurgen's terugkomst, aan het slot van het tweede bedrijf, is zij al beeft zij 't dan ook taai over d'er lieven, wantrouwenden man heel gauw bereid om haar hoofdjen te leggen aan de borst van den rijken Hans Jurgen, nu genaamd George Kaapman. Om aan die dubbelhartigheid maar gauw een eind te maken, laat de schrijver ze op 't zelfde oogen- blik sterven tengevolge van de doodstijding van den man, dien zij net bezig was te be driegen. En wie is d e persoonlijkheid in het stuk Een idiotige, nijdige boerenknecht, kwaad aardig en wraakgierig, die bij gebreke van den gehaten meester zelf, diens trouwen hond doodschiet. Het was noodig, om hem de schuld van den brand te kunnen geven, dat zijn geweer afgeschoten wasmaar waarom dan niet gezegd, dat het per ongeluk af ging, of dat hij, op 't juiste oogenblik berouw krijgende, zijn geweer in de lucht afschoot Dan was hij tenminste nog eenigs- zins menschelijk voorgesteld. Dat beestachtige mensch nu de schrijver doet wel, of er nog iets goeds in schuilt, maar daar merken we niet veel van gaat ten oorlog, en dat beschavingswerk het is zeker wel een Engelsche oorlog geweest maakt hem een heel ander mensch. Hij doet bepaald mirakuleuze dingensteelt of krijgt of vindt schatten gelds, althans als schatrijk, hooggeplaatst militair en held komt hij terug, en vindt zijn vroegere geliefde getrouwd en moeder. Een typisch staaltje van des schrijvers fijn gevoel is nu, dat diezelfde brave George op het oogenblik, dat de vrouw, die hij zoo rein lief beeft, een doodelijke bloedspuwing krijgt tengevolge van de plotselinge doodstijding van baar man, iets wat ook hem smarten moest, wellustig zegevierend uitroept: „Goddank hij is dood! Anna is vrij Wat een braaf prul En alle smarten hebben hem op zijn ouden dag nog niet veel beter gemaakt, anders moest hij tenminste geen wraak toonen jegens den kleinzoon van iemand, die hem had beleedigd. Dergelijke prolkarakters nu, worden ons in eene geschiedenis, die ons in den zelfden trant al honderd maal verteld i3, als echte menschen voorgehouden. Is het nu wonder, dat een schrijver, die geen betere menschen kan creëeren, ook niet in staat is om ons bij de stoffeering van zijn geschiedenis ook maai- eenigszins op te voeren, of zelfs te boeien Zijn er ergens aangrijpende toonee- len, of pakkende dialogen? Neen! De droom verschijning misschien, maar die is voor het publiek toch altijd erg vaag, vooral wanneer ze in levenden lijve, zonder eenige sluierbe dekking of iets van dien aard, aan het pu bliek vertoond wordt. De vertaling is het meest zielloozj, dorre hooge-hoeden Hollandsch dat maar te vin den is. Ziedaar „Het Parelsnoer." Dat „Cicero" een dergelijk stuk zóó goed opge voerd en er zoo hetpubliekmeê voldaan heeft, kan zij zich ais een dubbel succes rekenen. Maar dat al deze dingen uitgelegd moe ten worden aan den leider van „Cicero," die het stuk en de groote rol, die hij had te ver vullen, wel honderd maal heeft moeten lezen, stemt niet blijmoedig. DE VERSLAGGEVER. Nieuwe Niedorp, 9 Januari 1902. De Telegraaf weet mede te deelen, dat aan den LANGEDIJK in het afgeloopen jaar 26.000 ratten zijn gedood. „Sterke drank is vergif". Onder dit opschrift meldt Het Clnborgaan, maandblad van de Nederl. Onderw. Propa ganda Clnb voor drankbestrijding, als „histo risch" het volgende „Dat schreef meester X. op een morgen met sierlijke letters op het bord als schrijf voorbeeld. En toen meester even nit het lo kaal ging, zei het zoontje van zijn kostbaas hardop in de klas„Meester zal 't wel weten, want hij is gisteravond van de uit voering droDken thuis gekomen." Dr. Kuyper's handschrift. Tot de journalisten, wier handschrift voor de zetters nu juist geen reden tot vreugde was, behoorde ook dr. Kuyper, die een zeer sierlijke, haast monumentale maar zeer onpractische (nl. nagenoeg onleesbare) hand schrijft. Ter drukkerij waar zijn kopie in den regel gezet werd, bevonden zich evenwel eenige typo's, die er aldoende volkomen mede vertrouwd waren geraakt. Nu heeft de heer Kuyper de journalistieke veder wel nedergelegd, maar met de ministe- riëele schrijft hij even onduidelijk, zoodat ter Landsdrukkerij een worstelstrijd te voorzien was met zijn handschrift. Die strijd is even wel tot een vreedzame oplossing gebracht, doordat bovenbedoelde hiëroglyfen-ontcijfe- raars ter Rijkszetterij zijn geplaatst. Minister Kuyper's typographische lijfwacht alzoo. (Maasbode.) Men schrijft nit DEN HAAG: Ongeveer vier jaar geleden werd, zooals men zich wellicht zal herinneren, een straf vervolging wegens valschheid in geschrifte ingesteld tegen een in die dagen bekend Haagsch wielrenner W. A. Z. Bijtijds vluchtte hij naar het buitenland; eerst na eenigen tijd kwam de politie hem toen te Marseille op het spoor. Daar gegrepen, werd hij uitgeleverd en naar hier vervoerd, maar onderweg, in het Engelscli Kanaal, sprong hij overboord. Van toen af had Z. een zeer avontuurlijk leven. Opgenomen door een ander vaartuig, werd hij te Rotterdam aan land gezet. Qaar gaf hij zich uit als vreemdeling en hoewel hij toen door de bemanning van het schip, waar op hij van Marseille was vertrokken, berkend was, wist Z., voorgevende te heeten James Brown, zijn rol zoo goed vol te houden, dat hij den dans weder ontsprong en over de grenzen wist te vluchten. Daarna vertoefde hij na eens in Amerika, dan weder op het vasteland. Het werd een leven van reizen en trekken, omdat men hem overal wegens het een of ander strafbaar feit op de hielen zat, totdat Z. eindelijk in Oostenrijk in de val liep. Thans is hij vandaar aan de Nederland- scne justitie uitgeleverd eu uit Zevenaar naar 's-Gravenhage overgebracht. Ook een huwelijk. Door den ambtenaar van den burgerlijken stand in SCHOTERLAND werd Donderdag het huwelijk voltrokken van een 77-jarigen man en een 85-jarige vrouw. De vrouw had jaren lang bij den man, die weduwnaar was, gediend en zij waren zeer aan elkaar gehecht. De man kon nu echter niet meer in de eerste levensbehoeften van hem en zijne huishoudster voorzien en daarom besloten zij om zich in het armhuis te laten opnemen, maar dan vooraf te trouwen, want dan konden zij in 't armhuis bij elkander blijven, daar onge huwde mannen en vrouwen in verschillende zalen worden afgezonderd. Nadat het huwe lijk gesloten was, ging het echtpaar naar 't armhuis om daar den avondstond van hun leven door te brengen. MOORD. Over den moord in de Dubbele Buurt te AMSTERDAM, waarover we indertijd de uitvoerigste mededeelingen hebben gedaan, doet nu weer allerlei nieuws de ronde. Het lijk der vermoorde vrouw is na de gewone schouwing begraven,maar in het begin dezer week weer opgegraven en opnieuw geschouwd. V ooraf waren de noodige maatregelen ge troffen, om het onderzoek zoo spoedig doen lijk te doen afioopen. Toen dan ook de autoriteiten ter plaatse kwamen, kon men dadelijk met het onderzoek een aanvang nemen, dat binnen enkele minuten was afgeloopenwaarna het stoffelijk overschot onmiddellijk weer is begraven. Nog dagelijks ontvangen zoowel de officier van justitie als de commissaris van politie in de 8de sectie, anonieme brieven, waarin mededeelingen worden gedaan omtrent per sonen, die den moord zouden hebben ge pleegd. Natuurlijk worden al deze epistels onder zocht, doch steeds zonder eenig resultaat, wat de taak vau de justitie, die nog altijd alle mogelijke nasporingen in het werk stelt, niet vergemakkelijkt. Hoe langer hoe meer moet der justitie in zake den moord, op de weduwe Dijkxhoorn gepleegd, zijn gebleken, zegt de Tel., dat bet misdriji door beroepsmisdadigers is gepleegd en niet, zooals aanvankelijk werd veronder steld, door personen, die meer van nabjj met het doen en laten van de weduwe bekend waren. Ook moeten de nasporingen aan het licht hebben gebracht, dat de moord meer dan waarschijnlijk des Dinsdagsavonds in plaats van Woensdag is gepleegd. Daar echter tot nu toe volstrekt geen vaste ver moedens zijn gerezen tegen een of meer personen, zijn de verhalen, die in de laatste

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 1