Milddadigheid. jfndisrhf §cntam Zondag 26 Maart '05. DERDE BLAD. Biiinenlandsch Nieuws. Schepr Courant. Uit het Turksch van IBBAHIM EFENDI GJULBEGOVICH. o— In eene kleine stad woonde eens een man dis wel is waar een flink stuk grond bezat, maar toch van de opbrengst daarvan alleen niet goed in al zijne behoeften kon voorzien. Hij zag in, dat hij, nevens het landbouwbe drijf, ook nog eene negotie ondernemen of den een of anderen arbeid verrichten moest, om onbezorgd te kunnen leven. Daar echter de toestanden in het kleine plaatsje zijner inwoning tot zoo iets geen gunstige gelegen heid boden, zoo verkocht hij zijnen grond, maakte ook zijne overige bezittingen te gelde, en verhuisde naar eene groote stad. Evenals elke vreemdeling, nam hij zijnen intrek in een „hun", huurde van den „haudschija" (herbergier) een kamertje, en 'maakte het zich daar geriefelijk. Den gan- srhen dag liep hij rond door de handelswijk, keek om zich heen, en dacht er over na, wat hij wel zon kunnen beginnen. Des avonds echter zat hij thuis in den „hau", en besprak, onder een kopje koffie, met zijn nieuwe be kenden zijne plannen. Maar geen enkele van de ondernemingen, die men hem aanried, kon hem toelachen. De ééae bezigheid was hem te bezwaarlijk, voor de andere had hij geen kapitaal genoeg en alle zonder onderscheid leken zij hem ge waagd en onzeker. Op zekeren dag, toen hij weder door de straten slenterde, kwsm bij voorbij een mos kee, trad er binnen, en zag daar een menigte menschen, die naar de preek van den Hodscha luisterden. „Et ei", dacht hij bij zichzelf „die moet wel iets bijzonder fraais verkondigen, dat zóóveel menschen naar hem luisteren". En hij leende mede zijn oor. De Hodscha leeraarde juist, hoe loffelijk het geven van aalmoezen is, en dat Allah de milddadigheid met tienvoudige geschenken beloont. Toen onze man dit hoorde, besloot hij ter stond, in déze onderneming zijn geld te steken en er eene kans mee te wagen. „Allah", dacht hij, „is een solide schuldenaar. De zaak is dus goed. En veilig zal zij ook wel zijn, daar de Hodscha immers uit den Koran predikt". Hij ging dus uit de moskee terstond naar huis en begon de armen te beschenken. Wel trachtte de „haudschija" hem van deze han delwijze terug te houden. Maar hij luisterde niet en deelde zóó lang geschenken en aal moezen uit, tot hij zelf geheel met ledige handen stond. Ondertusschen waren er vele gasten naar den „hau" gekomen, en de „haudschija" verklaarde, dat hij al de kamers noodig had ook die, in welke de milddadige man tot dusverre had gewoond. Ik bid u waar moet ik dan heentrek ken, als gij mij verjaagt?" vroeg de man aan den herbergier. Aan een man, die al zijn goed aan de armen gegeven had, wilde de „haudschija" zich niet bezondigen. Hij antwoordde dus]: „Je kunt altoos nog eenigen tijd bij mij in het koffiehuis overnachten." De vreemdeling nam hiermede genoegen. Hij richtte zich een hoek van het koffiehuis tot legerstede in, en bleef daar zei maanden. Toen sprak de herbergier weder tot hem: „Hoor eens, vriend het is eerstdaags groote jaarmarkt in de stad, en hier op je leger zal dus een koopman moeten slapen. Het was bovendien ook veel te eng voor je. Weet je wat Ik heb op het erf een grooten gevlochten korf, die ledig staat. De nachten zijn tegenwoordig warm. Daar zal het je dus als slaapplaats heel goed bevallen." „BestHet is mij wel, en ik dank je", antwoordde de arm geworden weldoe- ner en hij betrok voor jaar en dag den korf van vlechtwerk als woning. Toen geschiedde het, dat de „haudschija" een half dozijn hoenders kocht, en dus wel goed schiks of kwaadschiks tot zijn gast moest zeggen „Menach, ik heb mijn korf noodig „Best! Maar waar moet ik dan nu slapen „Weet ik 't De kolenkelder is zoo ruim, dat er naast de kolen altoos nog plaats genoeg voor je overblijft. Als je wilt Wel zeker wil ik datIn je kippenhok was het al niet veel beter logeeren." Zoo sloeg hij dan in den kolenkelder zijn leger op, overnachtte daar twee jaren lang, en droeg zijn jammerlijke leven als een last. Eens op een morgen was hij juist weder, zoo zwart als een Moriaan, uit zijn hok ge kropen. Hij zette zich op een steen en wroette, al peinzend over zijne wederwaardigheden, met zijnen stok in den grond.... Daar hemelsche genade 1 wat was dat? Wat glinsterde daar zoo wonder baar Hij raapte de vondst op, en herkende een diamant Nu groef hij ijlings, en weldra had hij een kistje opgedolven, dat reeds vermolmd was, maar gevuld met de kostbaarste kleinoodiën. Snel raapte hij de juweelen bijeen en liep er mee naar de handelswijk, waar de goud- oieden hem groote sommen er voor betaal den. Daarop keerde hij naar de „hau" terug, sloot ziet op in den kolenkelder, en telde ElJn geld na. Het bleek precies het tienvoudi ge te bedragen van hetgeen hij aan de armen ^eggegeven had geen para meer of min- Welgemoed betaalde hjj den vriendelyken „haudschija", stak het overige geld in zijnen gordel, en wendde zijne schreden naar de moskee. Daar waren juist weder vele, vele menschen 001 den Hodscha verzameld. Onze man drong oo naar voren en wilde hooren wat er gepredikt werd. „Wie aalmoezen geeft, dien zal Allah het eenvoudige teruggeven I" zoo verkondigde oe Hodscha. „Menschenriep de man er tusschen „Wat u deze Effendjja daar zegt, is zuiverre Waarheid. Ik zelf heb het ondervonden Alles geeft Allah tienvoudig terugMaar er zijn eenige kleine voorwaarden aan verbonden, 0 misschien niet in den smaak van oen egelijkuwer zullen vallen. Daarom is het beter, ik u maar terstond daarmede bekend flah i ^9n moet eon ha'f jaar In een kof- da overnachten, daarna een jaar en een g in een hoenderkorf, en vervolgens nog li H iaten in een kolenhok.... Als deze koop "•nstaat, dan moge het n wèl bekomen. Msar ik voor mij, ik heb er méér dan mijne bekomst van en ik geef zeer zeker mijn leven lang geen aalmoezen meer." Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XCIX. Vóór dat we de Regenten in het Residen- tiehuis zien optreden, moeten we eerst nog even naar den Kraton terug en zien, wat daar intusschen is gebeurd. Om half tien zond de Sultan de beide Javaansche keparak's of abdi's para goesti naar den Rijksbestierder. We hebben de dames in de vorige Fenkras haar opdracht zien uit voeren en weten, dat thans de twee Regenten op weg zijn naar den Resident. Omdat het hooge bezoek van Harer Majes- teits plaatsvervanger nu spoedig verwacht kan worden, zoo krijgen de jonge Kroonprins en de oude Pangéran Mangkoe Boemi, met de overige Prinsen van den bloede èu ook de Boepati's panéwoe's èu de Mantri's djera èu de Boepati's wedana last, om naar het plein Srimenganti te gaan en daar de Europeesche gasten af te wachten. Verder zetten de Panakawan's en manne lijke Bedaja's, de edellieden en pages dus, zich aan de Noord-Oostzijde van het Plein, links vóór de Troonzaal, gewoon maar zoo op 't zand neder, terwijl de dwergen, de mismaakten en de albino's, die de Sultan onderhoudt, daar ook in de nabijheid plaats nemen. De Bedaja's, waaronder ook vele jeugdige broeders- en zusterszonen van den Sultan, zijn ongeveer tachtig In aantal. Zij hebben het bovenlijf bloot en tooien de in een wrong naar achter afhangende gitzwarte haren met bloemen en veeren, in plaats van n: et 'n hoofd doek. Allen zitten met de beenen gekruist en de handen samengevouwen in den schoot (sila- houding). 't Is een mooie groep jeugd en adel 1 Nu zet ook de Sultan zich, in groot Javaansch ornaat, op zijn gouden zetel, den dampar kentjana, welke in de zeer fraaie Bangsal kentjana of Troonzaal staat. De vorst wordt steeds govolgd door eene beeld- schoone edelmasgd, de abdi dalem prijsji marg'oeng, die den sleep van het galakleed dragen moet. Een ander mooi Javaensch freuletje is belast met den gouden spuwvaas, terwijl andere dames met de overige ampl- lan's bedacht zijn. In den Kraton is men gereed voor de ontvangst. Op den Aloen-Aloen, nu stampvol, zooals bij ons in de Maliebaan te 's Gravenhage bij het afsteken van vuurwerk, zijn nog twee Vendels opgemarcheerd. Die Korpsen behoo- ren niet tot de eigenlijke Kratontroepen, het zijn de Pradjoerit's Soera Karsa van den Kroonprins en de Pradjoerit's Boegis van den Rijksbes uurder. De „gardes" van den Prins stellen zich in linie op, van de Waringinboomen tot den Mesdjid, aan de westzijde van den Aloen- AloeD gelegen. Ze zijn geheel in 't wit gekleed, met kris en Ises bewapend en voeren een Hollandsche vlag als vaandel. De Pradjoerit's Boegis doen denken aan eene bruine uitgave van de rustende schutterij in patria. Het waren in vroeger tijd wel degelijk Boegineesche huurlingen, die Boegis van den Rijksbestuurder, en daar het vader land der Boegineezen, Boni, evenals Neder land over zee ligt, daarom werd een Hol landsche kleeding voor hen 't meest passend geacht 11 De dapperen dragen nu een blauw zwarten kiel, zooals de veekoopers in België, een langen witten broek en op den zwarten hoofddoek een Hollandsche kachelpijp of dophoed 111 Ook zij voeren Neerlands driekleur als Korpskleinood mede en zijn verder ook met krissen en lansen bewapend. In tegenstelling met de Sultantroepen, gaan de krijgslieden van Kroonprins en Rijksbe stuurder blootsvoets. Ik behoef u wel niet te zeggen, wat 'n onmogelijke vertooning die Boegies opleveren. Ik zag zelden nog iets zoo bespottelijks, maar de Javanen vinden het gsgah 1 [kranig]. Een twintigtal Europeesche cavaleristen, in groot tenue, onder bevel van een opper wachtmeester, komt de kazerne, ten zuiden van den Aloen-Aloen, westelijk van den Se- tinggil gelegen, uitrijden en stelt zich op in linie. Op den Aloen-Aloen-Lor is men gereed voor de ontvangst. Eu nu gaan we naar de ruime Voorgalerij van 't Vorstelijk ingerichte Residentiehnis, bewaakt als 't ware door prachtige beelden uit den grijzen voortijd der Hindoe's op Java. De Resident in groot gala, ontvangt zijn gasten koel beleefd. Hij schijnt zoo op 't oog niet gemakkelijk, die Hoofdambtenaar, en vele Europeanen hier op Jogja vreezen hem dan ook, maar ik voor mij geloof, dat hij een kundig, nauwgezet, stipt rechtvaardig man is, die steeds recht door zee gaat en weet wat hij wil. De Secretaris is geknipt voor eene Residentie als Jogjakarta en een man, die dadelijk voor zich inneemt, terwijl de nieuwe Assistent- Resident me meer een practicus en een ijverig werker toeschijnt, dan geschikt voor een Hof. Nog eenige andere Assistent-Residenten van buiten, de Overste, Prins Nata di Redja van Pakoe Alam, als Kapitein van het Leger gekleed, de Kapitein der Jogjasche schutters, al net zoo'n fameus korps als de Boegis van den Rijksbestuurder, met z'n beide Lui tenants, de Officieren van het Garnizoen, de negen-en-zeventigjarige Ritmeester Kohn, de nog kranige Commandant der Lijfwacht- dragonders, die in 1905 zijn zestig Jaren mili tairen dienst hoopt te vieren, Dr. J. Grone- man, die me aanraadt om straks goed bjj hem te blijven en naast hem te gaan zitten, eenige Landhuurders en particulieren in rok, ziedaar het illustere gezelschap, de élite van Jogja, welke evenals Penkraeser op de uit- noodigingüwacht van den Sultan. Er wordt „aangenaam kennis gemaakt" lees hierover Bas Veth maar eens na en eene fijne sigaar opgestoken, terwijl de Resi dent hier en daar een boom opzet. „Dèèr hè je ze 1" hoor ik een schraal jong- mensch naast me uitroepen en 't wordt stil, want de boden van den Kraton zjjn in zicht. Deftig, langzaam, netjes in den pas komen de beide Regenten aangestapt. Zij beklimmen de breede trappen van het Residentiehris en maken een lichte buiging voor den KnndjeDg Toewan Residèn, om daarna in slecht Malelsch (waarom niet in goed Javaansch de bood schap van den Vorst over te brengen. De Vertegenwoordiger onzer Regeering luistert kwasi belangstellend, en zegt in veel beter, fatsoenlijker Malelsch, dat hij met veel ge noegen de invivatie aanneemt. Daarna weer een buiging, ook van de zjjdo des Residenten, en de twee afgezanten maken rechtsomkeert en maroheeren af. Nu komen de rijtuigen voor en voorop de Resident, zonder Pajoeng, met den Overste in één gala-koets, daarachter de lagere Ambte naren en Officieren en ook Prins Nata die Redja, eveneecs zonder Pajoeng, daarachter weer de Particulieren, waarvan één in een automobiel, en dat allee dan geëscorteerd door Lijfwaohtdragonders, gaat 't in optocht en met een vaartje Kratonwaarts. Lt. Clockeneb Bboüsson b. d. Jogjakarta. - WINKEL. Nu de tiji nabij is, dat men de bespuiting met Bouillle Bordelaise als middel tegen schurft en andere kwalen onzer vruchtboo- men kan toepassen, tneenen we een nuttig werk te doen met het volgende onder de aandacht der lezers te brengen In 1902 raadde Prof. Ritzema Bos een paar boomgaard-bezitters bij Zwaag in den Bangerd aan, hunne appel- en pereboomen te bespuiten, als een middel tegen de daar zóó sterk optredende schurftziekte, dat ver scheiden boomen er geheel door werden belet, verkoopbare vruchten te leveren. De resultaten waren zóó in 't oogvallend goed, dat in die 6troek tegenwoordig de bespuiting op groote schaal geschiedt. Ook door velen, die er aanvankelijk niet van wilden weten. Prof. Ritzema Bos vertelt verder, dat men de boomen de eerste maal moet bespuiten, als ze nog bladerloos zjjn, ongeveer ld dagen voor het opengaan der knoppen. Deze bespuiting is de allerbelangrijkstewant op l dat tijdstip bevinden zich de sporen van de schurft nog nergens dan aan de schurftige twijgen van 't vorige jaar, van waar de besmetting in 't voorjaar uitgaat. Deze eerste bespulting is dus noodig om de besmetting van bladeren en jonge vruchten te voorkomenen verder kan men later, als de boomen bebladerd zijn, do zieke twijgen niet meer zoo goed raken, als wanneer ze kaal zijn. Kan men of wil men, om welke reden dan ook, slechts eenmaal per jaar spulten, dan doet men het alleen vóór het opengaan der knoppen. Meer afdoende resultaten krijgt men, wanneer men in hetzelfde jaar nog tweemaal spuit, nl. wanneer de jonge vrucht jes pos ge zet zijn, en nog eenmaal, wanneer zij zoo groot zijn als een hazelnoot. Dat men met de eerste twee bespuitingen reedB veel kan bereiken, heeft de Bangerd bewezen, waar de derde bespuiting altijd moest wegblijven, omdat de bessenstruiken, die daar onder de ooftboomen staan, deze derde bespuitiog niet meer konden verdragen, daar de bessen dan beginnen rood te worden en de bouillie bordelaise, wegens het koper vitriool, een vergiftige stof is. De bespoten boomen vormen weer krachtige, gezonde scheuten, en de opbrengst aan fruit neemt zeer toe. Voor het bespuiten kan men dezelfde sproei- machine gebruiken, die men toepast tegen de aardappelziekte. Voor boomen heeft men evenwel nog een verlengstuk noodig, om de hooge takkeu te bereiken. Deze verleng stukken zijn afzonderlijk verkrijgbaar en kunnen aan een gewone aardappelsproei- machine worden vastgeschroefd. De machines kosten f 20.a f 27.—, terwijl de verleng stukken voor f 1.tot f 7.in den handel worden gebracht. - WIERINGERWAARD. Een Nutsavond als die van Woensdag jl. zal bij velen aangename herinneringen heb ben achtergelaten. Door de medewerking van de Rederijkerskamer „Onder Ons", aangevuld door voordrachten, kwartetzang, strijkkwartet en solo's viool en orgel, was het succes van den avond verzekerd. Het blijspel „Lina Blond" van Mr. P. Brcos- hooft heeft ons doen schudden van lachen, om de koddige vergissingen en daarbij het leuke spel van da acteurs. Den heer Mtiller van Anna Paulowna kan een woord van lof niet onthouden worden als grimeur; de iyplsche koppen verhoogden zeer den indruk van het 8 pel. De voordrachten van de heeren Kaan en De Boer vielen zeer in den smaak. Een dubbel kwartet zong een paar bekende liederen en oogstte veel bijval. Het instrumentale gedeelte, onder leiding van den heer Felkers vulde de pauzen aan. De heer J. Oudendijk, hoewel dilettant, deed zich kennen als een ernstig violist. Het daverend applaus na enkele solonummers kwam voort uit een dankbaar publiek. Als in kleine plaatsjes de samenwerking is zooals hier dezen avond, dan kan men, met weinig kosten, elkander eenige genoegelijke uren verschaffen. „Onder Ons" hopen we spoedig eens weer op de planken te zien. - WIERINGERWAARD. De heer J. J. de Boer, Onderwijzer aan de Openbare Lagere School alhier, heeft als zoodanig eervol ontslag aangevraagd tegen 1 Juni a.s. wegens vertrek naar elders. De centrale anti-revolution- naire kiesvereeniging in het district ALK MAAR vergaderde Woensdagavond 11. te Broek op Langendijk. Alle afdeelingen waren vertegenwoordigd Met algemeene stemmen werd beslotenbij de a. s. verkiezingen voor de Tweede Kamer candidaat te stellen den heer J. H. Blum, districts schoolopziener te Ylissingen, lid van den Raad aldaar en van de Prov. Staten van Zeeland, vroeger arron- dlssements-schoolopziener te Alkmaar. Mede werd in die vergadering nog genoemd de heer N. Oosterbaan, reeds vroeger candi daat in dit district. Een Katholiek blad. In ons vorig Nommer maakten wij mel ding van de verklaring van den redacteur van Het Nieuws vau de Week te Helmond, dat hij zich „in het vervolg altijd in alles aan de Geestelijks Overheid zal onderwerpen". Het geïncrimineerde artikel was getiteld Dr. J. van den Brink en onderteekend Jos. van Well. Dr. J. van den Brink had te Eindhoven voor sociaal-democraten gesproken en „do geheele Noordbrabantsche pers" had veiteld, dat „de afvallige priester" slechts met hulp van de politie tegen den toorn van anti-socia listen was beveiligd. Afgekeurd had die pers deze houding van het publiek niet. Integen deel, ze was voortgegaan, dr. v. d. Brink op de oude wijze te hoonen. Hierover nu had de heer Van Well zijn ergernis uitgesproken In Het Nieuws van de Week. Hij had andere Brabantsche couranten aangespoord, „tn dezen strijd toch niet allo fatsoen zoo klakkeloos overboord te werpen". De Paus heeft den heer v. d. Brink niet in don ban gedaan hoe kon, hoe dorst men dan sohrijven „afvallige priester" Doch er was meer. Iets dat niet in de kranten ge staan had. Namelijk dat dr. v. d. Brink op klaarlichten dag op den weg naar Woensel met slijk was gegooid. Ook hierover had de heer Van Well zijn ergernis durven uitspreken. En deze uiting van dubbele ergernis is door de „geestelijke overheid" afgekeurd, met het gemelde gevolg van gehoorzaamheid. De Eindhovensche Ct. voegt eraan toe ,,'t Doet ons genoegen te zien, dat de heer Van Well tot andere inzichten is gekomen. En zoo spoedig 1 Alsof men er met de zweep achter zat. Dat hadden wij niet durven verwachten. Indien hij nu ook nog zijn excuses aan- J biedt voor de onwaardige taal, die verleden week zoo schandelijk z(jn blad ontsierde, dan is er zeer zeker weer plaats voor hem in alle deftige kringen. Dat zal wel volgen." Schijn bedriegt. In do gemeente SCHOTERLAND overleed >or eenige dagen eene alleenwonende vrouw, ij leefde zuinig. Volgens haar zeggen, kon zij dan van haar kapitaaltje leven, meer niet. In de gemeentebelasting werd zij aan geslagen naar f 100 inkomen; van vermo gensbelasting was natuurlijk heelemaal geen sprake. Wat blijkt nu Dat de nalatenschap dezer vrouw circa f 100.000 bedraagt. Voor de erfgenamen een meevaller en ook i voor den fiscus, die ongetwijfeld een vorde- I ring wegens te min betaalde belasting zal indienen. Te NIEUWE NIEDORP werd deze week eon huwelijk voltrokken, waarbij de bruidegom zoo vriendelijk was, den ambtenaar van den burgerlijken stand, die een toespraak zou houden, toe te voegen maak het maar kort asjeblieft 1 dat gelul ken ik al. De ambtenaar was zoo goed dadelijk het schuitje van wal te stooten. „De kleine debater". i De Amsterdamsche correspondent van de N. C. schrijft Ik geloof het heet „De kleiDe debater", maar dat doet er minder toe. 't Is in ieder geval een handleiding voor het debat, bestemd voor jeugdige en niet-jeugdige „christelijke" debaters. Rekenende op de vrijheid van het woord ook voor den tegenstander, welke in vrijzin nige verkiezingsvergaderingen pleegt te worden toegestaan, hoeft „men" den zwerm antirevolui ionnaire j ongelingen-in-de-politiek, die in de komende dagen tot verdediging van het ministerie en deszelfs daden zullen opstaan, van een handleiding voorzien, 't Is een lijvig boekje met een inhoudsopgave van zoo onge veer alle mogelijke onderwerpen, waarover vrijzinnige sprekers het hebben kunnen en zullen. Breekt ge het „christelijk" ministerie als zoodanig af „de kleine debater" heeft er met citaten van dr. Knyper en De Standaard een antwoord voor gereed. Hebt ge het over den onbeduidenden wetgevanden oogst ven het huidige bewind „d. kl. d." zal straks in het debat den lof zingen zelfs met citaten uit de paganistische pers over de werkkracht van sommige ministers. Hebt ge het over de schoolq'uaestie „d. kl. d." antwoordt; over sociale hervormingen d. kl. d." antwoordtover de Speet wet „d. kl. d." antwoordt. Falmineert ge over het aantal partij-benoe mingen „de kleine debater" zegtmaar menschen wat willen jullie toch, benoemden wij niet twee liberale gouverneurs, een libe ralen burgemeester te 's-Gravenhage, te Arnhem en elders, een liberalen Commissarris der Koningin voor Drenthe? Ja, op het plat teland werd gebroken met het stelsel om steeds maar liberale burgervaders op te dringen. Maar als we gaan tellen, is toch het meeren- deel der benoemingen liberaal 1 Voor ieder onderwerp is het recept voor het debat klaar, meestal citaten uit de Handelingen en De Standaard. Het boekje is pas uit en niet in den handel. Heiaas, 't zou een genoeglijk feuiiletonnetje opleveren. Landverhuizers. Gedurende het jaar 1904 zijn uit 39 van de 43 gemeenten van Friesland 683 personen als landverhuizers vertrokkennl- 334 hoofden van huisgezinnen of vrijgezellen, 81 vrouwen en 268 kinderen. Van eerstgenoemden waren 28 welgesteld, 262 mingegoed en 64 behoeftig. Naar de godsdienstige gezindten waren ze verdeeld als volgtNed. Hervormd 193, ge reformeerd 82, R.-Katholiek 19, Israëliet 3, andere gezindten 16, tot geene gezindte be- hoorende 16. Bij de overgroote meerderheid was hoop op lotsverbetering de drijfveer tot vertrek. Men schrijft aan Het Volk: Te WILDERVANK ligt een vroom calvi nistisch schipper, De Groot geheeten. Deze zegt, de goddelijke boodschap ontvangen te hebben, dat hij niet voor de maand Mei wee-i mag varen, en hoewel de man geen geld bezit, heeft hij, getrouw aan die boodschap, zijn schip in een wijk gebracht, waar 't stil ligt, zoodat de man tot Mei geen cent meer verdient. Neemt men in aanmerking, dat het geen luie kerel is, dan zal men kunnen pellen, hoe vast de man gelooven moet in zijn droomgezicht. Men schrijft uit Ravenstein dd. 21 Maart aan de 'a Hb. Ct. Een treffend ongeluk had dezen middag op de Maas plaats. Reeds vooraf door den veer man gewaarschuwd zijnde,zich met zoo'n lastig paard niet in de pont te begeven, moest W. M uit Berlicum, van de Wichen-markt terug- keerende, toch overgezet worden. Midden op de Maas zijnde, begon het paard te slaan, snelde naar voren en stortte met zijn geleider in het water. Beiden verdronken, terwijl een broeder van W. M.. aan de overzijde staande, dit alles moest aanschouwen. Donderdagmorgen is te ALK MAAR de ongehuwde glazenwasscher Van der Voort, bezig zijnde aan een huis op den hoek van de Laat en het Psyglop, van de ladder met het hoofd op straat gevallen. Bewusteloos werd hij naar het Stedelijk Zie kenhuis getransporteerd, waar hij na enkele uren is overleden. De heerVan Balen Blanken geneesheer te SPANBROEK,herdacht 24 dezer het feit, dat hij 26 jaren geleden zijn nuttigen werkkring aanving. DEN HELDER. In het kiesdistrict Den He'der is men van liberale zijde voornemens, op de groslijst der candidaten den heer H. W. de Joncheere, burgemeester van Hoorn, te plaatsec. District HELDER. De nog altijd hangende qaaestie tusschen de kiesvereeniging „Nederland en Oranje" (van den heer Staalman) te Helder en de onlangs daar opgerichte anti-rev. kiesver eeniging „Vaderland en Oranje" is een stap nader tot hare oplossing gekomen. Het cen traal comité van anti-rev. kiesvereenigingen nl. heeft „Vaderland en Oranje" nu erkend en ingeschreven als centrale anti-rev. kies vereeniging voor het District Helder. De a.s deputaten-vergadering zal de qaaestie in laatste instantie te behandelen krijgen en hebben te beslissen, of „Nederland en Oranje" al of niet langer in het anti-rev. verband zal kunnen bljjven. Do heer Jhr. Mr. P. van Foreest is door de Liberale Kiesvereeniging te HEILOO in de 21 dezer gehouden vergade ring opnieuw candidaat gesteld, in aanslui ting aan de Centrale Liberale Kiesvereeni ging te Alkmaar HOOGWOUD. Maandagavond had ten huize van den heer O. Schermer een bijeenkomst plaats van be sturen van eenige vereenigingen van hier en uit aanliggende gemeenten, om te spreken over de mogelijkheid en wenschelijkheid, dat ook in deze streek de Ondei wijs-novelle eens besproken en de Openbare school verdedigd worde. Na eenige gedachtenwisseling kwam men tot overeenstemming, met dat doel eene vergadering te houden op Maandag 3 April. Een bekend spreker zal uitgenoodigd wor den, genoemde zaken te behandelen. Ook zullen een paar voorstanders der bijzondere school worden uitgenoodigd voor het debat, nl. Ds. Oosten van Enkhulzen en de heer Wesseling van Rotterdam. Men deelt mede: In het Noord-Friesch Advertentieblad staat de volgende advertentie te lezen Gevraagd een huishondster bij een alleen wonend persoon, hij wenscht er goed mede in kennis te komen en de dikste heeft hij het liefst. Jan H. Stap, o.b.d. St. Jacob. Burgemeesters-benoeming te RIDDERKERK. De heer B. G. Nugteren vestigt in de N. R. Ct. de aandacht op een nieuw feit, waaruit blijkt, hoe onder dit ministerie ge waakt wordt, dat staatkundige „christelijk heid" materieel beloond wordt. Evenals in Amerika, zullen hier te lande bij een christelijk ministerie weldra niet bekwaamheid en karak ter, doch ijver en geschiktheid als verkie zingsagent de beste antecedenten zijn voor hen, die voor rijksbedieningen en onder scheidingen in aanmerking willen komen. Te Ridderkerk in Zuid-Holland Is tot burgemeester benoemd de heer J. G, de Zeeuw, een verkiezingsagent en ijverig propagandist der doleerende partij, doch „zonder kennis van gemeente-administratie" en „van wien nooit iemand heeft gehoord dat hij iets bijzonders heeft gepresteerd, hetzij als bode van een polder, hetzij als boekhouder van het bur gerlijk armbestuur, hetzij als schrijver bij den griffier van het kantongerecht alhier, of in eenige andere dergelijke door hem be- kleede baantjes." De groot-industriëelen te Ridderkerk, die aan een paar duizend menschen werk geven, hadden in een rrquest aan den Commissaris des Konings en aan den Minister verzocht, iemand te willen voordragen, die geheel on afhankelijk is en de noodige algemeene kennis en geschiktheid bezit om met tact en flinkheid deze gemeente te besturen, om zoo doende tot meerderen bloei en ontwikkeling mede te werken, dus een energiek persoon met ruimen blik, schrijft de heer Van Nug teren. Dit request, dat alle politieke kleur miste, werd onderteekend dooi liberale, antirevo- lutionnaire en katholieke werkgevers. Als eenig antwoord nu hierop valt na drie maanden de benoeming van De Zeeuw uit de lucht, van iemand die stellig niet kan beantwoorden aan het in 't rekest ge vraagde. Strafportzegel. Het „übl. van GOUDA" meldt Dat het voor postzegelverzamelaars nog lang zoo gemakkelijk niet, is, een strafport zegel te bekomen, moge blijken uit het vol gende Iemand wenschte naar ons werd mede gedeeld een dergelijken zegel voor zjjn collectie te hebben en dacht dezen te verkrijgen door een ongefrankeerden brief aan zichzelf te adresseeren. Hoe groot was echter zijn ver bazing, toen de brief hem wel gestempeld op de plaats, waar de postzegel zitten moest, doch zonder strafportzegel gewerd. Daarop waagde onze zegsman het voor de tweede maal, maar ook nu hetzelfde resultaat. Tot zevenmaal toe werd een ongefrankeerde of te weinig gefrankeerde brief door hem verzonden, 6n daar deze brieven telkens in een grooter couvert werden gedaan, woog de laatste niet minder dan 110 gram. Dezen, welke gefrankeerd was met een 1 cents- in plaats vaD met een 6 oents-postzegel en de zes vorige brieven inhield, hebben wij (de red. van het „übl. v. G.") onder de oogen gehad en wij kunnen dus voor de waarheid instaan. Ten slotte zij gemeld, dat deze slordigheid van de postadministratie niet te Gouda, doch in een van de grootste gemeenten in ons land heeft plaats gehad. Vergadering van den Raad der gemeente NIEUWE NIEDORP, gehou den op Donderdag 23 Maart 1906, des nam. ten 3 ure. Voorzitter de heer Jb. v. d. Stok. Afwezig de heer J. Wijn, zonder kennis geving. De voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering, waarna door den secretaris de notulen worden gelezen, die on veranderd worden vastgesteld. De voorzitter deelt nu als zijne meeniog mede, dat er ten opzichte van de overdracht der tramaandeelen nog eene vergadering noodig zal zijn ter algoheele afwikkeling. Aan de orde is nu het vaststellen van eene verordening op de naai- en breischool, be nevens eene instructie voor de onderwijzeres. De verschillende artikelen geven weinig aan leiding tot verschil van meening. Het voornaamste punt, dat aanleiding gaf tot eenige gedachtenwisseling, was het vast te stellen leergeld of schoolgeld voor meisjes van buiten de Gemeente Nieuwe Niedorp. Na breedvoerige deliberatiën werd het schoolgeld voor meisjes van buiten de ge meente vastgesteld op f 1.50 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen. Hiervan moet de helft worden afgedragen aan de gemeentekas terwijl de andere helft ten bate komt van de onderwijzeres. Verordening en instructie worden daarna met algemeene stemmen goedgekeurd. Vervolgens komt in behandeling de bij vele raadsleden als onverkwikkelijk bekend staande bouwverordening, die met eene nota van aanmerkingen van Q. H. Ged. Staten is terugontvangen. Do meeste aanmerkingen liepen bij de be handeling vlcg van stapel, aangezien eenige dier gemaakto aanmerkingen gegrond werden geacht, terwijl de overigen als van zeer wei nig belang werden beschouwd. Alleen artikel 60, handelonde over toelating van slaapplaat sen in stallen, gaf aanleiding tot breedvoe rige besprekingen, waarbij voorzitter en de meeste der andere heeren pleitten voor het be houden van sla%pp'aatsen in stallen, terwijl de heer Kuilman voor het verbod daarvan was, overeenkomstig 't voorstel van Ged. Staten, en in deze het standpunt van de Gezondheids commissie verdedigde, er op wijzende, dat ook de te Utrecht gezetelde Gezondheidsraad vindt, dat 't slapen in die ruimten niet ge- zond is, redenen waarom spreker in deze, al thans bjj nieuw-bouw, het voorstel van Ged. Staten wou gehandhaafd zien. Daar de mee ningen op dit punt te ver uiteenliepen om 't op andore wijze op te lossen, werd over het ten op zichte van dit artikel voorgestelde gesterad, waarbij met vier tegen twee stemmen be sloten werd, de slaapplaatsen in kwestie toe te laten en 't artikel in dien zin te behou den de heeren Kuilman en Koopmsn stemden tegen toelating. Toen ten slotte voor en na

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 9