De Witte Banier. Mat troiit ie Openbare Sciool! Liefdesmart. TWEEDE BLAD. rr b: T j K C voor den gewapenden d'enst. Ter-visie-ligging opgave van Candidaten. sterüai li. F E U L L E T O Ni (Gemeente Scüagen BEKENDMAKINGEN. C Burgemeester en Wethouders der gcm»ente Sohagen maken bfkend, dat de jaarlykeche Collecte ten behoeve van het „fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden" in deze ge meente «1 worden gehouden aan de huizen der inge zetenen Zg achten het niet ondienstig de ingezetenen te herinneren, dat dit Fonds niet is opgericht ea wordt aangewend om datgene te doen, waartoe de Staat verplicht is, maar om buitengewone belooningen uit te reiken aan hen, die by de verschillende oorlogen voor ons va !erlar,d en onze overseesche bezittingen iyf en leven hebben veil gehad. Burgemeester en Wethouders vertroHwen,met het oog op de steeds toenemende behoefte,dat de ingezetenen door milde offers blpken zullen geven van hun belangstel ling in het Int der gekwetsten. Schagen, den 6 Juni 1905. Da Burgemtester, H J. POT. De Secretaris ROGGEVEEN. De Burgemeester der gemeente Schagcn maakt bekend, dat de van den Burgemeester van de hoofd plaats van het kiesdistrict Alkmaar ontvangen opgave, vermeldende de namen, voorletters en woonplaatsen der Candidaten in alphabetischa volgorde, gesteld by de op 6 .fnri 1.1, g"houden verkiezing ter vervulling van één» plaats in de Tweede Kamer der Staten«Generaal, ter Gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd, terwijl een afschrift dier alphabetische opgave is aangeplakt. Schagen, den 7 Juni 1905. De Burgemeester voornoemd. H. J. POT. S T E M M 1 G ter verkiezing van EEN LID van c Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Burgemeester der gemeente Schagen brengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag, den 16 Juni aanstaande, van des morgens acht tot des namiddags v ij f uren, de stemming zal geschieden ter vervulling van eene plaats in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Alk maar. waartoe deze gemeente behoort. De candidaten, in alphabetische volgorde, zijn BLUM, J. H. FOREEST VAN Jhr. Mr. P. MENDELS, Mr. M. NETSCHER, F. C. J Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek ven Strafrecht, luidende; „Hy die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelyk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneiml, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste een jaar". Schagen, den 7 Juni 1905. De Burgemeester voornoemd H. J. POT. Verkiezing voor den GEMEENTEH AAI). De Burgemeester der gemeente Schsgen bieBgt hier mede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den 27 Juni asustaande, zal plaats hebben de ve kiezing van drie leden van den Gemeen teraad, dat op dien dag, van des voormiddags negen tot des namiddags vier n'en, by hem kunnen worden ingeleverd OPGAVEN VAN CANDIDATEN, ais bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 10 der Gemeentewet. Deze opgaven moe'en inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den cacdidaat en onder teekend lijn door ten minste t w»a f kieze- s, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing en behoorende lot het district, waai voor de candidaatstelling geschiedt De inlevering dezer opgaven moet geschieden per soonlek door éér of meer der personen, die de opgave hebben onderteekend. De csndidaat kan daarbij tegen woordig zijn. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Formulieren voor de opgaven bovenvermeld zijn ter Secretarie dezer gemeente kosteloos verkrygbaar van den 10 Juni 1905 tot en met den dsg der ver kiezing. De Burgemeester biengt hier bij in herinnering artikel 161 der Kieswet luidende als volgt Hij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 51 in levert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen "an personen, die niet bevoegd zyn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt. terwyl zonder die handtekeningen gren voldoend aantal voor een wetiige opg.ve zon overblyzen, wordt gestrafi met gevangenisstraf ran 'en hoogste drie maanden of een geldbiete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelyke straf wordt gestraft hy, die, wetende dat bij niet bevoegd s tot deelneming aan de ver kiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld by artikel 51, heeft onder teekend. Schagen den 9 Juni 1905. De Bu gemeester voo'notmd, H. J. POT. oOo Voorhe-eidend Militair Onderricht. De Bu-gemee.ster van Sehsgen maakt bekend, dat voor jongelieden van 16« tot 24 jarigen leeftyd, indien althans het voldoend aantal zich a nmeldt, - de gelegenheid wordt opengesteld tot het kosteloos ontvangen van voorbereidend militair oude "richt, waaromt'ent door Zijne Excellentie den Minister van Staat, Minister van Oorlog eene regeling is vastge steld, ook in verband met het bepaalde in bet Koninklyk besluit van 1 April 1902 (Staatsblad No 48), gewyrigd by Koninklyk besluit van 11 Juni 1903 (Staatsblad No. 156), houdende vaststelling der elschen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid, bedoeld in art. 104 der Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212). Die regeling ligt ter Secretatie dezer Gemeente voor belanghebbenden ter inzage. Voormeld onderricht heeft in het algemeen ten doel door locale oefening, die zooveel mogelyk aansluiting zoekt bij het schoolonderwys in de gymnastiek, de bekendheid te bevorde en met de eenvoudigste mili- taire exe'citiën, terwyl het tevens leert kennen de algemeene plichten van den soldaat. Het strekt cm lo. aan jongelieden, die zich daartoe vrijwillig aanmelden, de gelegenheid te openen tot het ontvangen van elementair practich en theoretisch onderwijs in den dienst der Infanterie en der vesting artillerie 2o. aan toekomstige militieplichtigea de gelegen heid te verschaffen om de geschiktheid te verwerven tot het voldoen aan de eischen van mititai e bekwaamheid, en zooveel mogelijk ook aan die van lichamelijke geoefendheid, bedoeld by art. 104 der Mili'iewet 1901, zooals zij zyn va-tgesteld by bovenaangehaalde Koninklijke besluiten en 3o. aan jongelieden, die eene verbintenis willen aangaan als vrijwilliger voor het Reservekader, zooveel doenlyk de gelegenheid te geven, zich dc geoefendheid te verwerven, vereischt voor het verkrygen van het militair getuigschrift tot toe lating by de categorieën van dat kader, voor zooveel daaiby het overleggen van bedoeld getuigschrift wordt vereischt. Het voorbereidend militair onderricht omvat oefeningen f voor de jongelieden hierboven onder lo. i en 2o. bedoeld, naar een programma, verdeeld over j twes achtereenvolgende wintertydperkenvoor de jongelieden hierboven onder 3o. bedoeld, over één wintertijdperk Die tijdperken duren, naar gelang van de plaatselijke omstandigheden, van 1 of 16 November af tot ultimo Februari De oefeningen hebben plaats gednrende ten minste 4 uren per week. De aanmelding tot deelneming aan het onderlicht moet geschieden voor 1 Jnli eerstkomende. Daarvoor bestaat gelegenheid gednrende de maand Juni, op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12 nnr, j en des namiddag van 1 tot 4 nar ter gemeente secretarie, alwaar ook verdere inlichtingen kunnen worden verkregen. Bovenvermeld tijdstip van 1 Juli is niet toepasselijk op: a. jongelieden, die miiitieplichiig worden en zich ap het tydstip van aanmelding (1 Jnli) tot het deelnemen aeu het voorbereidend militair onderricht nog niet in Nederland bevinden, en b. jongelieden, die dienstplichtig zyn en ter zake van uitoefening van, of opleiding tot landbouw, handel of nyverheid enz., in Nederland terngkeeren na vorenbedoeld tydstip. Ingevolge beschikking van Zjjna Excellentie den Minister van Staat, Minister van Oorlog van 4 December 1908, Ile Af dNo. 96, kunnen de onder a en b bedoelde jongelieden zich tot het deelnemen aan het voorbereidend militair onderricht aanmelden tot op den datum, waarop dit onderricht jaarlijks aanvangt. De aanmelding behoort te geschieden zoo tijdig mogelijk by den Inspecteur der In fanterie te 's-Graven- hage, onder opgave van het juiste adres van den belanghebbende en van de gemeen'e, waar hij bedoeld onde-richt wenscht bij te wonen en onder overlegging van de bescheiden, waaruit blijkt, dat hy verkeert in een der gevallen, by deze regeling bedeeld, De onder a en b bedoelde jongelieden worden steeds toegelaten tot het deelnemen aan het onderricht, ook al zyn zy ingeschreven voor de Militie, zonder vroeger het onderricht van twee achtereenvolgende wintertij iperken of van het voorgaande winiertijdperk te hebben gevolgd. Zoo er zich onder hen bevinden, die in verband met hun leeftijd slechts gedurende één wintertijdperk aan het onderricht kunnen deelnemen, dan worden zij, voor zooveel zy woonachtig zijn in garnizoensplaatsen, in de gelegenheid gesteld, om, door het deelnemen aan meerdere oefeningen, in te halen heigeen zy door het niet kunnen deelnames aan een vorig wintertyd- perk hebben verznimd. Dit laatste geldt ook voor hen, die zich voor het das-in aangegeven doel naar eene nabn-ige garnizoens plaats wenschen te begeven. De aandacht van belanghebbenden wordt er in het bijzonder op gevestigd, dat voor de samenstelling van het gedeelte, tot korie oefening in te lyven, in de ee'ste plaats in aanmerking komen de lotelingen, van wie blijkt, dat zy voldoen aan de eischen van militaire bekwaamheid en licbsmelyke geoefendheid omschreven in bovenvermeld Koninklyk besluit van 1 April 1902 (Stb). No. 48), gewijzigd by Koninklyk besluit van 11 Jnni 1908 (Stbl No. 166), terwyl de loteliigen, van wie bljjkr, dat zy voldoen o' aan dc eischen van militaire bekwaamheid o'1 aan de eischen van lichamelijke geoefendheid zullen worden ingelyfd by het ko ps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor z lover zy daartce geschikt bevonden worden en dit met de belangen van den dienst is oveieen te brengen By de toewyzing van de lotelinzen aan het korps en het garnizoen hunner kenze hebben zij, die in bet bezit zye van een getnigscbri ft. dat zy voldoen aan de eischen, zoowel van militaire bekwaamhs'd als van lichamelyke geoefendheid, den voorraug boren ben, die slechts een getuigschrift bezitten, dat zij aan één dezer eischen voldoen Schagen, den 7 Juni 1906. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. Rubriek onder Reductie der Afd. „Schagec e o." van het N. O. G. II lowel de Onderwija-novelle reeds in de Tweede Kamer ie aangenomen en woldia tot w t zui worden verheven, ia het toch lang n et onverschillig, hoe ay wordt uitgevoerd. Een liberale regeering zal de nadeellge ge volgen ven deze «-et 700 gering mogelijk trachterr te maken, terwijl ik het bovendien goed acht, dat er telkens weer op de schaduw zijde van de sacte scholen gewezen wordt. Maakt front voor de openbare school! want dat is de school, waar voor ui en plaats is Maakt front voor haar, waDfc zij kweekt verdraagzaamheid. Maakt front voor -e school waar gij uw onderwijs hebt genoten en waarvan gy bij ondervindtDg weet dat ze goed !a. Maakt front voor de openbare school, hos of ze ook wordt belasterd en belogm, want zij, die dit doen, weten in waarheid geen kwaad te zeggen. Zelfs in de Tweede Kamer zijn woorden van lof door haar tegenstanders gesproken, maar het Verbond tassohen Gerefor meerden en Rooinschen dwingt, deze school af te b.ekea om daardoor zelf de macht te krijgen. Het Verbotid (denkt eens nn) tuzschen Protestant en Katholiek 1 Het is als van kat en hond om een schotel soep. Als ze hem veroverd hebban, trek: elk aan een el.id om het grootste deel. De Roouuch- Kathoiieken sieepaa hun buit bianuii de kloostermuren, ea da audareu moaten daarmee de beu-zen vu'lsn van de domfnó's der zoogenaamde Christelijke Gemeente. Maakt front voor de openbare school, waat zij voadt. op voor hét leven op aarde, terwijl de sectescholec een glimp van heiligheid opplakken voor het Hemei- rjk. O pp Ukken, want ds kinderen be grijpen Immers toch niets var, leerstellingen hu galoofs e ijdania Vergulds j!, anders niet! I Maakt front voor de openbare school, wout zij voedt op tot maatschappe lijke en Christelijke deugden, die goed zijn te welea voor Jood ea Katholiek en Nad - Hervormde en iaat de Rabby, de Pastoor en i de Domlcé zorgen voor het onderwijs tot vorming 7»o goede 'eden dar kerk Gij eenvoudige menschep, denkt toch eens nn. en gelooft niet u»n het kwaad, d?.t onze tegenstanders van de openbare school ver- feilen. Z i liegen schaamteloos en durven zoggen, wat men niet van Godvreezende meoscnon zou verwachten. Meu zou moenen, dat ai hun doen doordroegen was van den. Christeiykan geest, dat ze streden voor naastenliefde, waarheid en rechtvaardigheid En vraagt gij nai.r bewijzen? Och, daar moet ge tiet om komen. En doet ge het, ze zijn siim genoeg om het in een ander praaije te gooien Toen Jhr. Mr. Vaa Asch von Wijck eens in eene openbare vergadering te Schngea do opei- bare school belasterde, had k da vrijmoedigheid dan tx Gouverneur van W.-Indië te vragen, of hij dat in de openbare school gezien en ge hcord bad. Er wat zeidti hij? „Als bergt'meester van Amersfoort ben ik wei eens ia de opaabrra school go veest." Bcme,kf go wei? Dat was g;,en antwoord op rnija vraag Er zoo zya er maar. Zalfs d Kuyper durft zivtgau, dat er vnn de openbare schooi nooit iets slechts is gezegd. Wat-biief? Ia dat nu vaar, omdat dr Ka; per he' zegt Ge i weet wel betsr Bedoe kt daa om bij de stembus,wieu geetemt. Ali en om de openbare school te behouden, moet ge s.emmen up de liberale candidaten Dat is front msken vnor de openbare school. Uw vrienden en kennissen aansporen,ook zoo te doen, dit is da openbare schooi in bescher ming nemen tegen de aanvallen vaa hen, die zich verbonden hebben, niet, cmd&t ze zoo eensgezind zijn, msar omdat ze bjj de ver overing. ieder voor zich hopen op een deel var, de. buit. Wat toch zeide dr. Kayp3r in 1891 Dit „Steeds zou ik dan ook van verraad aau onze historie, van vei raad aan onze beginselee roeper, zoo er ooit van iueensmeltir.g of ook manr van te nsu ve aaneensluiting met onze Roomsche kndgenootan sprake viel. Immers, wat tussohen han en ons ligt, is het heilig I pleit voor de vrijheid van consciëntie, waar van wij nogmaals als onze vaderen ons bloed zonden lateu en w. ar tegen zij, hoe toeschie telijk ook in de practijk, toch in beginsel ■teed» blyven aangekant." Toen behoordeD zij. blijkens dr. Kuypr-r, niet tot do christelijke partij waarom thans wel Daarom, geacb'e lezer, weet wel wieu ge steunt. Met vrom- woorden tracht meu c te misleiden om zich van uwe centen meerer te maken B 1 ij f t deze regeering, dan zulleD de tarlefwetten u wel doen voeien hare christelijke gezindheid en haar zorg voor den arbeider. Eu dat is dan alies voor de sects- schoolde school, die tweedracht zal zaaien onder de kinderen vsn hetzelfde volkonder de bnrgets van dezelfde plaats. Daarommaakt front voor de openbare school! Dat zij leve JB. B. ie het laatste voorlooplg over de Koniuïln en Haar bezoek »en de hoofstsd schrijf. XIII. Dat zijn me een paar weekjes geweestZe zijn om, en we leven ook nogmaar dat is niet, omdat men ons ontzien heeft. Dat be wijst alleen, dat we taai zyn, Ausdauer heb ban, force de réslstance want gespaard heeft men ons niet. Ik geloof, dat het voor de Koningin, heol wat beteekent, om hier naar toe te komenmaar voor ons is het ook geen boter-iikken. Gods genade, is dat sjouwen Je wordt er gek van. De Koningin heeft tenminste overal d'r mannetjes voor, maar wy moeten alies zelf opknappen. In zoo'n week zou ja haast wenschen getrouwd te wezen, dan kon tenminste je vrouw je klearen 's af borstelen, en de bier- of wijnvlekken met wat nafta d'r uitwrijven. Of ze kon je hooge hoed 'e wat opborstelen maar als vrygezel sta ja voor alles alleen. Hoogstens deelt de meid v.m de hospita in al je leed meein je lief niet, want dan zooëa de lui vragen of je gek was. Zoo'n meid is ook al niet voor d'r plezier op de wereld, evenmin als 'n aapjes- koatsiei om dan van mijn eigen honden baantje nog maar te zwijgen. En dat noemen ze daa prettig, dat denken ze dan nog, datje vojr je plezier doet, achter ds Koningin an- karren! De hsele week ben je geen mensch. Bij 't krieken via den dag begiut het al „Sten, zal je nou asjeblieft die schoenen niet zoo vet insmeren, ea ze wat beter uit poetsen? Al die smeer gaat onder aan de pijpen zitten." „Ja mekeer." „Sien, hoe laat is 't „Bij half negeu." Bij half negen 1 Meid ben je gekgeef op mijn schoenen. Zet de thee maar klaar. Bij halt negen Half tien rijdt de Koningin uit Breng de kleerborstel even. Haast je dan toch! 't Is of ja lood iu je schoenen hebt Is hst rijtuig daar al O nee, 't is de vulles- wagen. Nou wil dat knoopje niet vast. Toe, hc-lp is! Toe asjeb'ioft. Mooi zoo! Wel, snot- vorNee, kijk nou is Kijk nou is an dat boordDaar staan me nou twee zwarte vingers op. Niet?! Ik zie het toch in dtn spiegel Blijf er dan liever met je pooten af." 1 „Waarom vraagt u 't dsn Een ander boord, een andere das, soms nog I een ander vestMet een loopje an, ontbeten, gc-k'eed, 't rijtuig in, marachEu dan begint I het pas. Dat andere was nog maar een voor proefje. Wachten, als een hond op zijn baas. Natuurlijk in de zon. Hoera-geschreeuw. Dat is een bev. ijs, dat Hare Majesteit verschijnt w -,nt al behoor je om zoo te zeggen tot Haar gevolg laat m.< zeggen tot een appendix v«n Haar gevolg, te zien krijg je Za niet. Je doet je Indrukken maar op en je maakt je aanteekeningeu maar uit schreeuwen en ge joel. Daa den Dam rond. het Rokin op, of de Kalf in. En hoa aardig dat nn ook mag lijkan. 't is om razend te worden. De lui, die wel weten dat al wat er achter de laatste gala-koets rijdt, maar apekool is, houden je kalm voor den gek, en je hoort allerlei op merkingen, die jo uit je vel zouden doen springen „Kijk hij isHeb ie je hooge hoed opgezet Dag meheerDag Duisa meheer Je hadt je baard we! is uit magge kurnraa Ben jo uit vandaag Eu zoo gaat dat maar door, totdat je ein delijk, vraag niet hoe, aan Arti Artis, het Museum, een Ziekenhuis aankomt, waar het personeel geea notitie vau ja neemt, je omloopt, en somn woorden zegt, die ik maar niet in de krant herhalen zal Zoo zjjc de ochtenden, de middagen, de avonden voorbijgegaan. Zoo kwam Arti en Gijsbrecht tot het verledene te behooren, zoo zijn de diners en is het bal gepasseerd. Ja, het moet voor de Koningin heel Wbt wezen, nasr Amsterdam te komen. Maar, ik blijf er bij, 't is voor ons -ook geen boter-likken En toen die laatste rit wes af- geloopen, 's ochtends tien nnr, half elf, toen ben tk maar Obelt gegaan, en ben daar een heelea ochtend in het water gi-an liggen, om wat bij te komen, rn wat op myn verbaal te komenwsnt ik was dood, en ik dacht eer aan een wit dasje en eeD ronwstiikje, dan aan het schrijven van artikelen. Daar han ik pas 's avonds aan kannen beginnen. En dit Zoo ben tk den anderen d: g mijn wande lingen door Amsterdam maar weer begonnen. Als ik niet zit te schrijven, loop ik te wan delen. Je zor.dt me Ahievercs II kunntn noemen, wat mijn bediijf aangaat; niét wat mijD geweten betrefe, want ik heb nog nooit een veroo.-dee de roeda veroordeeld of ruw bejegend. Maar wandelende jood of niet, ik liep weer. Ei 't was mij, of ik nit de stad geweest wss. 't. Was, aisof ik zoo van den trein gekomen was, uit een vreemde stad, uit Parijs b. v. 't Moet wezen, dat het inter mezzo van H M 's verblyf alhier mij iu een roes gebracht had van uit de stad te zyn, anders kan ik er geen verklaring van geven. Ik zag 't Rembraudt-plein weer, waar ik gisteren en eergisteren achter de Koningin over gegaan was, de Kalvsrstraat. 't Rokin, den Dam. Maar 't was alles zoo heel anders geworden dan 't wes. De vlaggen waren weg, "n de bloemen waren weg, en de raecsch-rn deden weer g«woor, en al de co leg»'s hadden weer 'n gew one jas aan, en 't was net, aisof je mekaar vragen wou „Hé, ben jij ook weer terug 't is gek, zooals sommige omstandigheden invloed op 'n mensch kunnen hebben. Toen ik die ge voelen» aan 'n vrind van me liep te vertellen, keek ie me eerst 'n paar keeren oplettend aan, en toen vroeg ie, of ik daar meer last van had. Last van had Ik heb er heele- maal geen last van; maar 'k vord 't zoo. Nu ja, hij begreep dat wel. Er waren meer meuschen, die niet tegen die drukte konden, en vooral niet wanneer de Koningin de hoofdpersoon er van was. En jaar of vier geleden was 't gebeurd, dst 'n persman in zijn verboawsreerdhoid de Koningin ziju arm had aangeboden. De arme jongen was toen naar Coudewater of Meerenberg opgezonden. Toen kesk ie me nog eens een paar keeren aan. lei heel vaderlijk zijn hand op mijn schouder, en zei„Ik wensch je 't beste, Hein. Mear weet je wat ik je raden zon. Lsef zoo kalm mogelijk, on vermoe! je niet. Neem een paar keer per dag een flmk koud bad en loop wat naar buiten. Groen en friesche lucht doen 'n mensch goed. En wat nn de Koningin betreft, ik zon m'n best maar doen, om die voorloopig te vergeten. Ze is getrouwd, en och, d'r zyn nog zooveel aardige meisjes in Amsterdam. Kom kom, je moet je kop er boven op honden." Eo toen met iets schuws in zijn doen: „Non, atjuus! 't Beste." En toen was ie weg. Waar had die man 't ook wesr over gehad Ik wist 't niet goed meer. Later is 't gesprek mii weer duidelijk geworden. En ru ik er weer over nadenk, en mij nog herinner, hoe hy daar, net a's ik, ook iederen dag n asr weer in dat heete rijtuig zat, in die heete zon, tueschen si die heete menschen, ru vrees ik, dat die drukte en die hitte hc-m misschien goen goed gedaan heeft, 'n Me: ech heeft teu slotte maar één hoofd, en hij kou wel eens te veel hooi op zijn vork genomen hebben. Arme kerel't Zou me spijten als zyn verstscd gevaar liep. Toen ik 's avonds won gaan werken, kwamen mij 'n paar lui bezoeken. Zij praatten niet veel, maar de oorzaak was eigenlijk, hoe 't me wss. Zoo tamelijkjesnog al druk. En hoe is 't met je hoofd? Gewoon - Kalmpjes aan, hoor kerel. Dat komt wel weer in orde. 'n Paar dagen maar 's niet werken. Zij keken elkaar van tijd tot tijd aan, en hun blik was die van verstandhouding. „Nog belichten uit Basrn of van 't Loo vroeg ik. „Neeu, maar laten we daar nu maar niet over praten. Willen we je morgen ochtend komen halen, om eens te gaan zwemmen Dat zaJ je goed doen. En dan blyf je maar eens 'n dagje bij ons. Dan gaan we eens roeien ook. üe drukte is nu voorbij en de Koningin is weg: daar moet je nu maar meer nist aan deuken. Zeg, ik weet 'u eardlg vrouwtje voor je daar zullen we morgen eens 'n visite gaan maken. Je bent 'n veel te flinke vont, om door een I teleurgestelde hoop je heele leven te vergallen. Ja hebt 'n goeie opvoeding gehad en als je weer normarl bent, dan komt je vroolijkheld j ook weer terug." Wat kletsten die lni toch Ze leken wel gek. I Erfi.i. tegen je visite kan j» niet gaeu uitpakken, en ik liet ze dan ook msar in d'r sop gaar koken. Maar toen ze weg waren, d icht ik er 't mijne van. Arme kerels Toen is Hemelvaartsdag gekomen, die nn ook alweer 'n tien dagen achter ons ligt. Hemelvaartsdag heeft voor Amsterdam nog een andere beteekenis dan 'n christelijke of kerkelyke. Tweemaal in 't jaar zet Amster dam zjju blommetjes buiten, en die twee keeren zijn nu schrikbarend vlug op el: aar gevolgd. De eerste keer is, ais de Koningin bier haar bezoek brengtdan doet 't de elegante wereld. Dan komen de équipages ta voorschijn, de goudgegalonneerde uniformen, de rijke toiletten van 't jaar is rijde mode de bloemen, de feesten, de toga's, de ambtsgewaden. Geschiedenis van een vrouwenhart, door MARIE DIERS. o Qunther wist dat al reeds laog. Maar v?0r hem was dat nog al natuurlyk eo lang "le^ soo erg sis voor een vrouw. De teitei hier immers zoo eenvoudig. Tante D" die den jongen met aüorlei zorgen omgafi hem 0ok 's nachts by zich nam, •®r - hem veel vertrouwelyker, dao de 0 er, vsn wie hy verwyderd bleef. Wat b.ve y,ov*r te zuchten, of zich te ver zou' D eri wauneci Wolfje uit de doeken Wi ^j*roeid zyn den zou de verhouding O Wor<Iön- ,i 'Ij 'fikf! dat kuste en troostte hy ziin be- h»l k ^aftr Kro°te zwakheid en fb'hoevendheid lag zy hem even na dit k"rt' W°Hi° Anre Ea omd> t ook 6' ^f Va' kreeg do kleioe jongou ru, i öle* plaats in het vaderhart die hein 6«'tens toekwam. d s°er' bet oei/.oen een aanvang tam, vor- Was 6 ,^au' Döuit/, zyn dochter op. Het dacht °°k eeDS acD e'c'lze'^ h0k.' r,'n eeuwig in de kinderkamer cosr-6 j 'uw riötte was eerlyk gc- do hn' 8t te,boewei zij Lu gaar. e De j" et'iin v/n Anre gunde v d r dn.kte zyn wecsc'. uit ic dec vorm van een beslist bevol, omdat hy wel begreep dat het anders niet den mi-sten invloed zou uitoelocen. Lu vergat alle boosheid en snikte sis eon kiad „Wat zu'len wy beginnen fris jy weg bent Ea ik! Guuther is stee's uit. Ik zal doodgaan Papa is toch wreed Ach en jou is het ten slotte ook hoog t aangenaamJe zult alleen dansen en plezier maker, dat is alles Op den dag voor haar vertrek ging Acne met een zwaar hart neg eens Daar de Witte's. Guother bad haar niet kunnen laten rydon. daar by bet paard voor de jacht noodig had da rom wandelde zy vlug over de hard bevroren weiden Met hooggekleurde wangen, hoofd en longen verfrischt van de wandeling door de winterlucht, kwam Anne in de pastorie *an. Nicht Leca zag baar reeds van verre en kwam hasr juichend tegemoet Eerst by het atzetten van haar hoed viel het Anne tot haar schrik in, dat Heinz nog thuis moest zyn De goede jongeu, dien zy eens zoo hartelijk genegen was, was haar nu een lastpost geworden. Voor eenige dagen geleden was de zilveren bruiloft van oom en tant" gevierd geworden, het was een feestje onder ons geweest, maar het was er vrooljjk toege gaan. Daarvoor waren ook de jongens caar huis gekomen. Hermann de dikke was reeds laDg weer op college, maar Heinz beviel het thuis nog zoo goed, dat hy zich maar niet losrukken kon van deo familie kring, zoodat hy er op wachtte dat vilder het hem gebiedeo zou Eu tot /yn geluk wss dit nog stei ds niet bet. geval geweest. Misschien waren bet niet alleen de resten van den feeettnaaityd, die hem thuis hielden. Zeg Heinz niet dat ik er beo," verzocht Anne dringeed aan Lena „Neen, kota dan h er achter, in de groene kamer. Daar verstoppen we ons tot de koffie." I Maar dat verstoppet tje-spelen gelukte haar niet, want eensklaps werd de kamer deur opengeworpen en stond de student j met schitterende oogen op den drempel Anne en L»ca k-ken elkaar verschrikt aan. Wie had hem dit toevluchtsoord ver raden Waarschijnlijk niemaud. Ook stu denten. die voor de eerste maal liefhebben, hebbeD een fijnen neus. Auue's verschrikt gelaat dat duidelijk j zeide „Ach, nu begint het geplaag op- nieuw had eigeniyk het hardste go- i moed wel kunnen aisteoten. Maer I Heinz had op dit gebied geen heel erg i teer gemoed. j Hij bezat nog zoo geheel zijn jongens- i aebtige indringerigheid. Maar het wss die echte, frisch uit de bron, wat men weliswaar niet geheel kon verg:>ven. maar wat men ook niet van harte verwenschen kon. Waar mede men zich immer weer verzoent, om dat het tot lachen wekt „Je hebt je voor my willen verstoppen vroeg bij. Hoonender kon geen vervolger zijn gevangen genomen vluchteling aan spreken. „Wanneer ik dat nu wilde, zult ge het, hoop ik. respecteerenzeide Anne met waardigheid en met gefronst voorhoofd. „Ik respecteer jou, Aare, rnair niet wat je wilt," was het antwoord van Heinz en dat opende aan de beide jonge dames nu juist niet zulke aangename vooruit zichten Na een middag vol vreugde, plagerij en afscheidsd roef beid wes het tyd, de thuisreis te aanvaarden, De korte dag liep gauw ten einde, maar de lucht was helder en de maan scheen over de sneeuwvelden. Oom en Heinz gingen beiden mede. Thuis hadden alle menschen vroolyk dooreen ge babbeld hier buiten in de groote stilte der natuur zwegen ook de menschen stil. Oom werd het harte week on vol kommer en angsteen geliefd kind. dat men naar een thuis ziet vertrekken, dat er geen voor haar is. „Waar is toch jouw thuis, jy dorstige, arme ziel dacht hij weemoedig Ook Heinz zwees: Alle plagen en gek scheren was verdwenen, afgevallen als klatergoud voor de ernstige, groote wer kelijkheid. Niets kon hem langer erover bedriegen, dat hy een kwellend wezen in het harte droeg. Nog tien minuten en zy stonden voor het hek dat de houtvesterij omgaf WaaDeer hy nu maar had"mogen spreke» Maar vader was er immers bij Maar al was dat niet zoo wat zou hij haar dar. heb ben kunnen «eggen Acne vragen waar naar Zij had immers toch masr gelachen. Hy had haar zelf gewend, steeds om hem te lachen. Hoe heerlijk stapte zy daar voort Los het kleed om de schouders, zoo zeker en elegant en toch als in een droom Waar droomde zy nu vsn Wie vermocht het, in dnze droomen binnen te dringen Maar zy was geen opgeschroefd wezentje, dat alles slechts door een bont glas bekeek Zij was een heerlijk menschenkind, dat ;oo wondermooi kou lachen en wanneer zy droomde, dan waren het droomen van vleesch en bloed, vol werkelijkheid en echt leven. Doch hy hy was nimmer het voorwerp daarvan. Toep hy haar aan het hek de haod tot afscheid gaf, schoot hem het bloed wsrm naar hst hoofd Hjj had haar zoo gaarne willen vasthouden en met duizenderlei vragen bestormen, De hartstochtelijke jongen voelde plotseling, dat hem lyt on leven van haar beslissing afhing. Maar Anne had reeds de hand op het poortje gelegd. Daar binnen sloegen de honden aan. „Daar brandt nog licht by Wolfje," riep zy haastig. „Of zy hebben vergeten het uit te doen, óf het kind schreit om my." Met vluchfigen groet was zy verdwenen. Op het gi aspad, waarop nog zwakjes het licht uit de vensters scheen, bewoog baar gestalte zich als een groote schaduw. „Haar ware roeping, het kind en de moeder," mompelde de oude domicé, als do ir een drbomerig, zacht vreugdege'voel gestreeld. Heinz had hem Diet verstaan. Hy keek met donkere blikken Anne na. dan draaide hy zich om en volgde met zware stappen den vader over de door de maan beschenen witte weidevelden. Neen Anne was geen droomster. Niet in afgezonderde, verwarde faciasie-idéeën bewoog zich haar denken en gevoelen. Daar voor stond haar hart voor bet leven en de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 5