Liefdesmart.
Donderdag 13 Jnli 1905.
49ste Jaargang No. 4€61
MedewerkerJ. W IX SA. SI L.
EERSTE BLAD-
INGEZONDEN.
Ia antwoord.
FEUILLETON.
Binnenlandse!! Nieuws.
Laatste hulde aan den heer
C. V. Gerritsen.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A DV ERTENTIEN in het eevstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één
vroeger.
Bureau s ICMA^EJir, sLaaga, 4.
UUgovar P. TRAPMAN.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTSNTIEN van 1 tot 5 regels i 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit tioee bladen.
Geachte Haar Redacteur!
Mag ik U beleefd verzoeken om een
weinig plaatsruimte voor onderstasnden brief
met toeliohting
Schaven, 7 Juli 1905.
Den WelEd. Heer H. F«laser, alhier.
WelEd. Hser,
Do herstemming, welke 14 dezer tusschen
U en den heer Henneman zal moeten
plaats hebben, doet ons hedenavond het
Bestaar der R.K. Kiesvereeniging bijeen
komen. Daar ik als Voorzitter der ge-
noemdeKiesversenigingU we opinie dat
d e nK atholieken een zetel inden
Raad toekomt, ken, zou het mij
niet verwondere n,w anneerUaan
de kiezers bekend maakte, dat IJ
terwille van eenKatholiek niet
in aanmerking wenscht te
komen. Als leider der vergade
ring zou het mij zeer aangenaam
zijn, indien ik Uw meening hier
omtrent vóór onze rergsdering
mocht vernemen, en verblijf in af
wachting daarvan, met de meeste hoog
achting, Uw Edel dw. dienaar,
JOH. MERZ.
Het niet ruimgedrukte kan buiten beschou
wing blijven, als niet ter zake dienende.
Daarna volgtDaar ik uwe opinie,
dat den Katholieken eenzetelin
den Raad toekomt, ken. Dit is dus
geen vraag, doch een bericht aan den
geadresseerde dat ik zijne meening ken, wijl
hij mij die zelf meermalen heaft meegedeeld.
Daar ik niet verwachten mocht, dat ds heer
Fjisser van meening is veranderd, had ik ook
niet het recht te vermoeden, dat hij thans
tegen die meening in zou handelen. Daarom
ook liet ik er op volgen zou het mij niet
verwonderen, wanneer U aan de
kiezers bekend maakte, dat U ter
wille vaneen Katholiek nietin
aanmerking wenscht te komen.
Hier geef ik dus een vermoeden te kennen,
dat noodzakelijk uit de eigen mededeeling
van den heer Feisser volgt. Daarna ga ik
verder :Als leider der vergadering
zou het mij zeer aangenaam zijn,
indien ik Uw meening hierom
trent vóór onze vergadering
mocht vernemen.
Hierin vraag ik dus alleen aan den heer
Feisser, of mijn vermoeden juist was of niet,
en verzoek hem mij daaromtrent in te lichten
vóór de vergadering, opdat ik de besprekin
gen naar het antwoord zal kunnen leiden.
Aangenaam zou het mij rijn, van bevoegde
zijde nu ook de zinsnede in mijn brief te
zien aanwijzen, waarin de dwaze vraag
voorkomt, of de heer Feisser zich ter wille
van den heer Henneman wilde terugtrekken.
U beleefd dankend voor de plaatsruimte,
hoogachtend, MERZ.
Het blijkt duidelijk uit bovenstaands, dat de
katholieke heeren zich hebben gestooten aan
ons berioht in 't vorig no. met het opschrift
een dwaze vraag.
Om zich van dat dwaze schoon to
wasschen, de bovenstaande uitlegging van 't
epistel, door den Voorzitter der katholieke
kiesvereeniging tot den heer Feisser gerloht.
Voor een oogenblik willen wa den heer
Merz eens gelijk geven en aannemen, dat hij
aan den heer Feisser heeft gevraagd, zooals
nu in zijn toelichting wordt beweerd
Geschiedenis van een vrouwenhart,
door
MARIE DIERS.
o—
24.
Naast Wolf viel ook Anne op haar knieën
op het met bloemen versierde graf.
Wat was er gebeurd I Welk een roof
aan dit kinderhart I
Zjj stak den arm uit en trok Wolf tegen
Tv^Vi aan' en ^ij gaf zich aan haar over.
*®8en elkaar aan gedrukt, naast elkaar
geknield, haar gelaat tegen znn gloeiend
g zich je, weenden zjj met elkaar.
«Laesar kon reeds zooveel," snikte Wolf.
„Ja ik weet j,et u
„Apporteeren sedert vanmorgen. Zoo
vlug ging dat. Hij was zoo verstandig als
«een andere hond op de wereld."
»Wie deed het toch, Wolf?"
»Mjjnheer Rüdiger."
Stilte. Een siddering liep Anne door de
leden. De onderwijzer 1
Woede vlamde er in haar hart op.
Wist dat mensch wel, wat bij had ge
daan? Niet slechts Caesar, ook Woll, haar
Wou had hij vermoord. Ia de liefde tot
•°^fn ^hond, die zjjn eigendom was, had
zich zijn rijk, trotsch, jong hsrt geopend.
e hond had de bemiddelaar kunnen
„ik vraag dus alleen aan den heer Feisser, of
mijn vermoeden Juist was of niet (dat hij zich
zon terugtrekken) en verzonk hem enz. enz.
Maar de hser Merz moet ons niet kwalijk
nemen dat we het zeggen, maar als dat da
bedoeling is geweest, wordt de brief nog
dwazer.
W&nt kijk nu eens aan we mogen toch
aannemen, dat da voorzitter van de kbs
vereanlging, dus de hoofdman van een voor
lichtend, een leidend college, hot grootste
licht dus in katholieke politieke kringen In
onze gemeente, op de hoogte is van een
voudige feiten, nietwaar
In de Schager Courant van Donderdag 22
Janijl. nu is meegedeeld, dat de heer H. Feisser
is candidaat gesteld, met de pertinente ver
klaring erbij, dat de heer Feisser die candi-
datuur aanvaardde. Zaterdag te voren had de
katholieke kiesvereeniging vergaderd en
waren de heeren Henneman, Keet en Merz
candidaat gesteld.
De heer Feisser hesft du* de candidatunr
aanvaard met de wetenschap, dat er drie
katholieke candldaten waren, dus heeft zijn
oandidatuur ook aanvaard tegenover de drie
katholieke heeren.
Waarom, o heer Voorzitter der katholieke
kiesvereeniging, NU tot F sisser da vraag ge
richt maak even bekend aan de kiezers, dat
u zich tegenover een katholiek terugtrekt
22 Juni kon n bekend zijn, dat de heer
Feisser dat niet deed, 7 Juli vraagt ga het
hem. Zooals gezegd, een voorlichter op poli
tiek gebied behoort van dergelijke een
voudige feiten op de hoogte te zijn.
Maar zoo dwaas als u zich nu hier zelf
aanstelt, is u niet, neen, dat willen we
wel van n getuigen. U wiet wel, dat de heer
Feisser verklaard hid dat hij de oandidatuur
aanvaardde. Maar het kwam in nw kraam
te pas, dat te vergeten. En vandaar die
dwaze brief aan den hser Faisaer. Want en
nu komen wij eigenlijk aan het punt in
kwestie die brief had g6en andere bedoeling,
dan dan heer Feisser te verzoeken zich voor
Henneman terug ts trskksn.
Want als dat de bedoeling niet was, mijn
heer Merz, waarom dan niet voor de le
stemming een darvelijksn brief tot den heer
Feisser gericht Waarom niet wel, we zul
len het u even zeggen omdat u het toen
nog niet wist, of F a i s s 8 r met een katho
liek In herstemming zon komen; toen had
zijn antwoord voor n geen of weinig waarde.
Integendeel, zoo redeneerde u, de heer
Feisser moest toen candidaat blijven, want
hoe meer protestantsche candldaten, hoe meer
kans hadden de katholieken.
Maar, nu het gaat tusschen nw candi
daat Henneman en Feisser, i.A wordt de
brief geschreven en gevraagdmee te
deelee, dat de heer Feisser niet in aanmerking
wenscht t6 komen tegenover een katholiek,
dusmee te deelén, dat hij niet
in aanmerking wenscht te ko
men tegenover den heer Henne
man, want een andere katholiek
is er niet meer. Ziedaar, mijnheer Merz,
logisch, aan de hand van de geschiedenis der
laatste dagen aangetoond, dat uw brief niet
anders had dan de bedoeling, die wij
er aan hebben toegeschreven, en daarop, daarop
alléén, komt het op aan. En dat vonden
we dwaas 1
De heer Merz is niet de eenlge, die aan
merking maakte op ons bericht. De heer G-.
Dorbeck, de Vioe-Voorzitter der Katholieke
Kiesvereeniging, deed dat mondeling, op
straat. Hij deed dat nogal grof, zooals dat
'smacs gewoonte schijnt te zijn, tenminste
te oordeelon naar da paar proefjes, die wij
daarvan In da laaiBte weken te genieten
hebben gekregen.
De Vice-Voorzitter d&n maakte er aanmer-
worden.
En nn, nu zich dat gesloten hart voor
de eerste maai opende zulk een daad.
Het was een wreede dai.d, een schanddaad!
De opgewondenheid schudde haar heftig,
zoodat zij opstond. Met moeite dwong zjj
zich nog eenmaal tot kalmte.
„Het was een misverstand, Wolf."
Hjj schudde het hoofd. „Omdat ik met
hem speelde," mompelde hjj.
En dan hartstochtelijker: „Het was immers
geen spelen. Ik kon niet anders. Caesar
wachtte reeds urenlang. En dat weet
ik toch maar alleen
Aarzelend vroeg zjj„Was hjj werkelijk
dadelijk dood, Wolf
„Ja, dadelijk morsdood. De kogel is hem
door den kop gegaan. Geleden heeft hij
niets, beweerde Klutke."
Weder stil. Over de weide streek de
nachtwind en speelde met de bloempjes op
Caesar's graf.
„Gaat u toch naar huis, laat mij hier,"
smeekte Wolf. „Ik kan niet ik kan nu
niet naar m\jn bed."
Hoe goed begreep Anne dat Niet in zjjn
bed. Dat onveranderde, steeds hetzelfde,
hoe gruwde de jongen ervan. En wanneer
hij werkelijk thuis insliep, te weten mor
gen in plaats van mjjn hond, dia op mij
wacht en lustig naar my blaft heb ik
niets dan een steenhoop een graf.
Zjj keek om zich heen. De lucht was
zoel, de wind niet vochtig. En al was dit
ongunstig geweest, zij had het er toch op
gewaagd, een verkoudheid kwam de jongen
wel te boven maar een dwang nu in
deze omstandigheden nooit.
„Je wilt liever vannacht hier big ven?"
king op, dat wij da kwaliteit ven den heer
Merz, „Voorzitter der Katholieke Kiesver
eeniging" erbij hadden genoemd. Do heer
Dorbeck beweerde, do.t do heer Merz had
gehandeld als particulier, niet uit naam der
Katholieke Kiesvereeniging.
De Vioa-Voorzitter wenechto voor hetgeen
do Voorzitter had uitgehaald, blijkbaar de
verantwoordelijkheid niet te aanvaarden.
Voor den Voorzitter niet vleiend, en voor ons
een bewijs, dat ook de Vlce-Voorzitter het
dwaze van Merz' brief inzag.
Mot zeer veel genoegen nemen wij tevens
kennis van het ingezonden stuk (zie hier
onder) van dsn hoer F. J. Gielcn, Secretaris
der R -K. Klesveresnlgiog en namens die
verseniging geschreven, waarin deze bsweert,
dat de Kiesvereeniging zloh niet aanspra
kelijk stelt voor hetgeen haar Voorzitter
heeft gedaan. Commentaar overbodig.
Alken dank voor da ongevraagde hulp.
Maar waar da heer Merz zelf in zija brief
spreekt van zichzelf „als Voorzitter dor
Katholieke Kiesvereeniging," als „leider der
vergadering," was het ons wel geoorloofd
zijn kwaliteit van Voorzitter te noemen. Ner
gens hebben wij beweerd.dat de b.-iof namens
de R K. Kiesvereeniging is verzonden.
Wij schrijven dit alles niet ter overtui
ging van den heer Dorbeck. Och neen, dien
hebben wij verzocht ons voortaan op straat
met vrede te laten. Als hij Iets heeft op de
Schager, of op den inhoud daarvan, zende hij
schriftelijk zijn aanmerkingen aan ods bureaa.
Blijft hij de voorkeur geven aan z ij n manier
van zaken behandelen, ons best, maar dan in
z 0 n kringen als-je-blieft.
Wij hebben dit alles alleen zoo uitvoerig
behandeld en meegedeeld, om aan te toonen,
hoe spoedig men asn de overzijde onze han
delingen be- en veroordeelt, ons voor leu
genaar durft uitmaken, zonder onderzoek,
zonder bewijs.
Ziet, Katholieke hserea, wij geven u, ondanks
uw handelingen en optreden, toch nog dezen
vrisndschappelijkan raadstelt U wa Vereeni-
ging, evenais dat tn het Zuiden van ons land in
uw kringen gewoonte is, onder een geestelijk
adviseur, want werkelijk, uit alles blijkt
zoo heldor en duidelijk, dat de heeren nog
zoo'n groote behoefte hebben aan leiding.
P. TRAPMAN,
Rad. „Schager Courant."
Wij hebben den hser F.issarfnzsga gegeven
van hot Ingezonden van den heer Merz Voor
zooverre daarin de heer F..-iasar wordt be
trokken, wenscht deza evenwel, om niat don
minsten invloed op de stemming van Vrijdag
a.s. uit te oefenen, eerst ca die stemmlag,
dus in ons nummer van Zaterdag a.s daarop
ts antwoorden.
Mijnheer de Redacteur.
Ia uw courant van Zondag jl. las ik onder
het opschrift „Een dwaze vraag", dat da heer
Merz, Voorzitter der R.-K. kiesvereeniging
alhier, aan den heer Feisser het verzoek zou
gericht hebben, zich terwille ven den heer
Henneman terug te trekken.
Ia dat bericht ligt opgesloten, niet recht
streeks, doch men kan het er uit lezen, dat de
heer Merz het verzoek zon ge laan hebben
namens de R.-K. Kiesvereeniging.
Ik verklaar bij deze beslist, dat de heer
Merz, ofschoon hij voorzitter is der R.-K.
Kiesvereeniging, geheel bulten haar om ge
handeld heeft 6n de II.-K. Kièsvereenigisg
zich voor die [dwaze vraag niet aansprake
lijk stelt.
Onder dankbetuiging voor de mij toege
stane plaatsruimte, heb ik de eer te zijn,
Mijnheer de Redacteur,
F. J. GIELEN,
Secretaris der R.-K. Klesvereen.
Sohagen, 11 Juli 1906.
zeide zy. „Ik zal je dekens halen."
„Ik heb geen dekens nocdig," antwoordde
hij met zjjn gewonen trots.
Maar toen zij heenging om deker.s te
halen, sproüg hjj op zjjn voeten en keek
haar na.
Straks, toen hjj zoo alleen gelegen bad
in zjjn verdriet, had hjj gezworen, nooit
weer naar huis te zullen gaan. Morgen,
wanneer de zon opkwam, wilde bjj afscheid
nemen van Caesar's graf en de wereld
ingaan. Er mocht met hem gebeuren wat
wilde, het was hem alles onverschillig.
Nu was het niet meer zoo oproerig in
zjjn binnenste. Moeder haalde dekens.
Zjj liet hem bier slapen, naast Caesar.
Zjj had met hem geweend.
Het wilde hart klopte nu zachter. Hjj ging
op een steen zitten. De oogen waren hem
zoo zwaar.
Hjj rukte ze open. Hoe bont waren de
gedachten door elkaar geloopen. Hjj kon
zich eigonljjk niets meer bezinnen. En hoe
helder, hoe mooi was de sterrenhemel.
Miüioenen sterren. En daarboven bij den
lieven God liep nu misschien Caesar
rond.
Komen dieren in den hemel Hjj had het
Klutke gevraagd.
„Beste jongen," had die gezegd „de
priester zegt bepaald: neen. Maar ik meen,
dat de lieve God vbd ten dier meer trouw
zal ondervinden, dan van een mensch."
Daar boven Caesar en vele, vele
sterren.
Toen Anne terugkwam, lag de
jongen ha'f over den steenhoop heen, in een
zeer ongemakkelijke houding te slepen.
Vast legen de vimpers op zjjn betraand
Zaterdagochtend ia het stoffelijk overschot
van wijlen hst lid der Tweede Kamer, lid
van den Gemeenteraad van Amsterdam, den
heer C. V. Gerritsen, van het station Weea-
perpoort naar Hamburg overgebracht, om
daar in hst crematorium ts worden verbrand.
Velen waren, zegt het Hbld,, opgegaan
naar het station, orn den betreurden over
ledene een laateten groet te brengen. De lijk
kist werd neergezet in het bagage-lokaal,
voor dat doel geheel vrijgehouden, en geddkt
door een prachtig bloemkassen van de V rijs
Vrouwen-Vereanlging," terwijl er o.a. kran
sen werden gelegd door de „Vrijzinnig-demo
cratische Vereen iging" als hulde „aan haar
betrenrd medelid" en de „Vereeniging voor
vrouwenkiesrecht." Nevens de treurende gade
van den ontslapene, mevr. dr. Aiecta Jacobs,
en fsmilteledflD, schaarden zich om de lijkkist
o.a. de burgemeester der hoofstad, mr. W. F.
van Leeuwen, de wethouder van Publieke
Werken, de heer L Serrnrierde gemeente
secretaris, mr, J. A. Baër.a; de heeren P.
Nolting, G. P. Wijnmalen, dr. N. M. Josephna
Jltta, K. C. Wiarsms, J. B. van Dijk, W.
Spakler, Jac. Polak, leden vsn den Gemeen
teraad, terwijl man verder opmerkte het oud
lid van deo Raud, den heer Ch. R. Keuveld,
mr. J. A. La»y, den heer G. A. Aalderink,
directeur van de Centrale Arbeidsbeurs, van
welker bestuur de haar Gerritsen voorzitter
was, en verder een aantal vrienden .en belang
stellenden.
Uit dien kring trad allereerst naar
voren da hser Wiersma. Aangezien de heer
Th. M. Ketelaar, voorzitter der „Vrijzinnig-
democratisohs Vereanig'ng" to Amsterdam,
ongesteld was, was spr. de taak opgelegd
een laatste woord van afscheid ts spreken tot
den man, die zóóveel had gedaan voor ds
vrijzinnige beginselen in stad en land. Hij
wees er op, dat de ontslapene steeds in woord
en daad krachtig voor dia beginselen had
geijverd, en getoond had dat deze in ds
practijk uitvoerbaar waren. „Amsterdam,"
zeide spr., „betreurt met ons hst verlies van
dezen waardigen burger, die zoo krachtig
werkte in hot belang van het algemeen. Zijn
naam zal bij ons allen in dankbare herinne
ring blijven voortleven."
Daarna voerde mevr. W. Drucker het
woord. Zij achtte zich geroepen een woord
van afscheid te spreken bij da lijkbaar van
dazen man, die steeds een krachtige kampioen
was geweest voor de rechten der vrouw
dlo altijd was een onvermoeid strijder voor
vrouwenkiesrecht en der vrouwen recht. Hij
was de eerste, die destijds, toen de eerste
vrouw in Nederland tot doctor in de genees
kunde promoveerde, die vrouw, hom geheel
onbekend, de eerste hulde bracht. Liter heeft
hij die vrouw leeren kennen en heeft hij met
haar, die hij zoo lief had, één in denken, één
in streven, mogen werken en arbeiden voor
al dstgane, wat hem goed en edal voorkwam.
Hjj stond hoog genoeg om een hoog- begaafde
vrouw te kunnen waardaeren, Straks zal van
dit lichaam niets over sijn dan stof, en zeide
spr.„welgelukzalig hij, die, tusschen de
twee stofwisselingen in, een leven mocht
lelden, waarin hij velen was esn steun,
waarin bij zóóveel nuttigs kou verrichten
welgelukzalig de vrouw, die zija liefde mocht
kennen. Wij vrouwen znlion hem dankbaar
blijven gedenken en brengen hem hier onzen
laatsten groet."
Namens den „Vrijzinnig-Demecratischen
Boad" bracht mr. dr. Van Embden
de voorzitter, mr. H. P. Marchant, was
verhinderd ter plaatse te zjjn als lid van
het Hoofdbestuur van den Bond een laatsten
groet aan den man, aan wfon de Bond
zoo oneindig veel verplicht was en die dien
Boud zóó vooruit bracht. Als lid van het
Hoofdbestuur had spr. kannen zien, hoe de
overledene steeds met grooten ijver voor zjjn
belangen ijverde. „Dit verlies", zeide spr.,
„drukt zwaar op ons, doch zijn heengaan
zal ons een spoorslag zjjn, zjjn voorbeeld ta
volgen. Wij jongeren zullen met eerbiedigen
dank zijn nagedachtenis in eera houder."
Ten slotte schotste nog de haer P. Nolting
in enkele woorden, wat de arbeidersstand aan
den overledene"-verschuldigd is. „Met hem
gaat heen", ze'do spr., „iemand dia zich ook
tot taak had gesteld de belangen van den
kleinen man te verdedigen. De arbeiders
stand heeft aan Gerritsen veel ta danken.
Aan zijn doorzicht hebben de Gemeente
werklieden de bepalingen omtrent kx» en ar-
beids-danr en het pensioen te danken en Am
sterdam heeft door deze zaken getoond, Ger
ritsen'» denkbeelden te huldigen. Veel danken
de arbeiders aan hem, en namens die duizen
den arbeiders in stad en land roep lk hem
hier toe een „rust In vrede".
Daarna werd het lijk uitgedragen naar den
gereed staanden trein. Op het perron stonden
honderden gesshaard, dia eerbiedig het hoofd
ontblootten toen de kist in dsn ronwwagen
werd geplaatst en toen de trein langzaam
het station uitreed, ke-sk men weemoedig na
het st*ffaljjk overschot van een burger,- dia
voor zijn land en voor óe hoofdstad dos lardg
ln het bijzonder, niet tevergeefs geleefd had.
Op de voordracht voor on-
derwjjzsr&s te TWI3K zijn alphabetéseh ge
plaatst de dames R. de Groot te Oosterleek,
A. G. Visser te Haringearzpal en G. H.
Wenink te Mlddalla.
Door d afdaeling 8T. PAN.CRA8
Is op esn ingekomen schrjjven van da Han
dels- en Tuinbouwvsreeniglng ^Algemeen
Belang" to Alkmaar bvelofcen, de pvmvrachten
te be|jtanea Ztterdag 15 Juli a o. te dogn
afslaan aan de veiling per gewicht mi niet
meer per getal zooab tot heden gebruikelijk fs.
Antistof.
Verleden week Maasdsg en Donderdag
zija in DEN HAAG, op het straat vak
Koninginnegracht tusschen Laan Copos en
Jsvastraat, proeven genomen mat d» nieuwe
atofvastlegger.de materie Ar*l-stof, het pro
duct van do te Amsterdam gevestigde
chemische fabriek van da firma Spalteholz
Ameschot. De proeven sjjn volkoman geslaagd.
Het straatvak voornoemd ligt thans, to*
groote tevredenheid nstourl jjk van da bewoners,
sedert de vorige waak stofvrij, zonder dat
het ééa stofdeeltje doat opwarrelan. Fietsen
en auto's rijdtm er over heen zonder het
geringste srofwolkjs te doen opstuiven.
Natuurlijk zal deze bewerking onderhouden
moeten worden en hetzelfde proces over 6
6 weken herhaald.
Naar men ors verzekerd®, zijn ook de
di-ecliën van de Pablieke Werken en van de
Reiniging bijzoedsr tevreden over het aan
vankelijke resultaat.
Tegenover het wesfrumïet moet het anti-
stol, behalve technische, ook belangrijke eco
nomische voordooien hebben. Ean even groote
hoeveelheid westrumiet kost f 180 tegen f80
de anti-stof, waarbjj dan nog komt het ver
schil in transportkosten, nit Berlijn waar het
westrumtet vervaardigd wordt, of uit Amster
dam, waar dv. Spalteholz' scheikundig meng
sel wordt bereid.
Voor zoovar de nu reeds genomen proeven,
die voortgezet worden, tot oordeelen in staat
stellen, rekent men dat de kosten van een
geregelde straatbesproe.ïag minder dan 1 c.
per M1. 's jatra zullen bedragen. (N. C.)
en bevuild gelaat, en zyn ademhaling was
rustig.
Anno was nist alleen. De opperhoutvester
was bij haar en deze droeg de dekens.
Toen zjj thuis kwam, was hjj juist aan
gekoman en door de barichten van de
dienstboden zeer ongerust geworden. Toen
hjj haar zag, kwam hij haar haastig tege
moet. Tegoljjk zag Anne den onderwjjzer.
Zjj liep vlug op dezen tos. „Mjjchscr
Rüdiger, u heeft Woil's hond doodge
schoten!"
Voor de uitdrukking van haar gelaat
beefde de jonge man. „De opperhoutves
ter stamelde hjj.
Toen keek zjj ook dezen aan. „Jjj wist
het 1"
„Ja Hebt ge Wolf gevonden
„Ik kom juist bjj hem vandaan. Laat
mjj een oogenblik met je alleen spreksn."
De opperhoutvester opende de deur van
zjjn kamer en liet haar voorgaan daarna
sloot hjj de deur. Dan liep hjj zonder haar
aan te zien, naar de schrijftafel, waarop de
lamp brandde. „Het is dus totaal mislukt,"
hoorde Anne hem mompelen.
Zjj keek naar hem, zjjn rug was licht
gebogen, zjjn gansche verschjjning treurig
en moede. Haar laaiende toorn was plot
seling verdwenen. Toornig zjjn op hem
Het was immers alles een diep, troosteloos
misverstand, Zoo'n geheel mistasten, mst de
beste bedoelingen. En in dezen tot ljjden
geschapen man oen leed en smart zonder
voorbeeld.
Zjj kwam op hem toe. Ia haar stem
klonken tranen en toch een lichte toon
van berisping, dio haar zelf verbaasde
„Gunther Wolf ligt buiten op het
grat van zjjn hond. Help oi hjj gaat
aan dit ongeluk ten gronde
Haar stem ontzegde haar verderen dienst.
Zjj kon niet meer uitspreken, wat haar ziel
op dit oogenblik beheerschte en bewoog.
Gunther bleef met afgewond gelaat staar.
Toen kwam zjj bjj hem en zag, dat hjj da
oogen met de handen bedekte. Zjj zag dat
hjj weende.
En ploiseling, door eea ingeving vaa
haar hart gedreven, sloeg zjj haar arme*
om hem heen.
„Kom 1 Laat ons samen naar buiten
gaan. Hjj wilde liever buiten slapen. Wjj
brengen hem dekens. Het is zulk eea warme
nacht 1"
Toen nam hjj haar hoofd in beide handea
en kuste haar op voorhoofd en haar.
„Haal dan de dekens," zeide hjj, raet ayn
tranen kampend.
Zjj liepea naast elkaar voort, onder
den schitterenden sterrenhemel. Slechts
zacht vertelde zjj hem, hoe zjj Wolf
had gevonden, „Ea zia, Gunther - wie
zoo hartstochtelijk treurt
Zjj brak af. Zacht drukte hjj haar hand
aaa zjjn lippen.
„Het bart eener nioeder,* mompelde hjj.
Wat hadden zjj, de beide mannen, vandaag
wel van den jongen gemaakt, Ja - hadden
zij ook maar zijn smart kunnen zien 1 Was
ook hen maar een blik vergund in
dat jonge woelige leven Maar trots had
hjj hen getoond, beslist Vandaag evenals
altoos. En zij' zouden als steeds gepoogd
hebben, zjjn trots te breken.
WORDT VERVOLGD,